Buitenlandsch Overzicht. TWINTIGJARIG BESTAAN opoffering der gidsen, die de vermisten hebben ge vonden. De geheele ijsstreek der Jungfrau werd door hen doorzocht en in den tijd van nog geen driemaal vier-en-twintig uren de schier ongenaakbare spits tweemaal beklommen. Hoewel het roekeloos was van de zes bergbestijgers zonder gidsen en dragers den tocht te ondernemen, zoo schijnt het toch, dat niet aan het gemis van gidsen het ongeluk is toe te schrijven. De tou- risten waren geoefende klimmers, gezond en sterk, hadden goede kaarten en gingen onder leiding van den geoloog dr. Alexander Wettsteiu, die bekend stond als een der bekwaamste leden der Alpenclub on wel tegen twee gidsen kon opwegen. Hun dood is dan ook het gevolg van een vreeso- lijkon storm, die hen juist op eender gevaarlijkste punten plotseling is overvallen. De winddruk was zoo sterk, dat volgens het ge tuigenis der gidsen zeiven, de krachtigste man niet op do been had kunnen bleven. Zij waren ook niet van den goeden weg afge dwaald, dat had men door de verrekijkers gezien en dat de tocht uitvoerbaar was hadden voor veertien dagen nog twee Duitschers bewezen, die heelhuids waren teruggekomen. Het vorige jaar was de Jung frau laugs denzelfden weg zeven maal bestegen, o. a. ook door leden der Züricher Alpenclub. De touristen hadden het plan niet alleen de Jung frau, maar ook de Finsteraarhorn te bestijgen, een spits, die nog moeilijker te bereiken is dan die der Jungfrau. Velen vragen zich weer af, hoe het mogelijk is, dat verstandige mannen voor zulke waaghalzerijen zijn te vinden. En dan nog zonder gidsen. Dit laatste heeft waarschijnlijk een zeer prozaische reden nl. het geld. Een tocht van een paar dagen in de gletscherwereld kost ettelijke honderden francs, als men gidsen en dragers meeneemt en de heeren hebben vermoedelijk gedacht die uitgave te kunnen bewaren, nu ze een zoo uitstekend gids als dr. Wettstein tot aanvoerder hadden. De andere vijf heeren waren: de broeder van dr. Wettstein, drie leeraars, Ziegler, Bar en Kuhn en de apotheker Bieder. Bij den Duitschen rijkskanselier is in behandeling om spoedig aan de bondsregeeringen te worden ingediend, een gewijzigd wetsontwerp, betreffende de verplichte verzekering van arbeiders voor den ouden dag en voor ongeschiktheid tot den arbeid. Omtrent den inhoud daarvan wordt het volgende medegedeeld. Het wetsontwerp bepaalt zich tot de twee boven genoemde onderwerpen van verzekering, blijvende de wettelijke regeling van weduwen- en weezen- pensioenen tot later bewaard. De regeering houdt de staatszorg voor verzekering van weduwen en weezen voor zooveel te minder noodig, dewijl op dit gebied reeds veel gedaan wordt door openbare en bijzondere philantropische bemoeiingen. De eigenlijke levensverzekering der arbeiders (voor den dood), dus kan nog geruimen tijd aan particuliere maat schappijen overgelaten blijven, welke op loffelijke wijze daartoe kunnen medewerken door het stellen van milde en doelmatige voorwaarden. Ook zal, naar de zienswijze der regeering, voor weduwon en weo- zen zooveel te beter zorg gedragen kunnen worden, dewijl de uitgaven der gemeenten voor armenzorg minder zullen wol-den, dank zij de wettelijke ge regelde verzekering van oude en invalide werk lieden. Het wetsontwerp bepaalt dat do premie voor de verzekering in gelijko verhouding betaald zal worden door den staat, den werkgever en den werkman. Ieders aandeel zal ongeveer een ten honderd van het loon bedragen. De verzekering zal bezorgd wor den door de beroeps-vereenigingen Berufsgenos- senschaften). Ieder arbeider krijgt een livret, waar uit te zien is hoe lang hij in zijn beroep werkzaam is geweest, of hy meer dan een beroep heeft uit geoefend en hoe lang. Over de ongeschiktheid tot den arbeid beslist de boroops-vereeniging, van welke de verzekerde deel uitmaakt. Een arbeider, die reeds ondersteuning ontvangt door zijne verzekering voor ongelukken bij den arbeid, ontvangt uit de kas voor ouder dom en invaliditeit, slechts zóóveel als de verze keringssom bij deze laatste hooger is dan bij eerst genoemde. De wettelijk vastgestelde rente zal bin nen matige grenzen moeton blijven, ten einde de drie factoren, door welke de verzekering betaald wordt, niet te zwaar te belasten. De ervaring zal moeten lêeren of eono volledige verzorging in aan merking genomen kan worden. De beroepsvereni gingen zullen, bij hare beslissingen over de aanspraak op onderstand, voornamelijk op de certificaten van geneeskundigen moeten afgaan. De welwillende medewerking van allen die bij de zaak betrokken zyn, zal derhalve noodig wezen om goede uitkomsten te verkrijgen. De N. Zutpk. Ct. schrijft naar aanleiding van het feit, dat voor elke open plaats waar een tractementje aan verbonden is, de sollicitanten zich by dozijnen en twintigtallen tegelijk aanmelden, dat het Neder- landsche volk zich vrij maken moet van het begrip, das het hoogste heil van den burger in een open baar ambt bestaat, want dientengevolge zijn vele ambtenaren tegenwoordig te goed voor hun arbeid. Wat wordt er b. v., behalve eenige speciale vak kennis en nauwgezetheid, vereischt voor het behoor lijk waarnemen der betrekking van belasting-ont vanger of postambtenaar? Is het Jdan niet zonde, dat de besten uit den lande na een veeljarige studie hunne geestvermogens en denkkracht, die productief konden zijn voor het algemeen welzijn enenzeer als voor henzei ven, besteden aan het bijhouden van kohieren of het sorteeren van brieven Onze voorouders hadden meer energie dan wy. Nederland was vóór drie eeuwen precies even klein als nu, en toch stonden de Geünieerde Provinciën toen aan het hoofd van Europa. Dat was niet te danken aan Maurits, Grotius, Prins Willem III, het was ook geen toevallig gevolg van het ontdekken van Indië en van den bloei der O.-I. Compagnie maar het was het met moeite en energie verdiende resultaat der werkzaamheid van die voorouders zei ven. Indië is ontdekt, zal men antwoorden. Maar in die eeuwon hebben wij van die kostbare bezitting Java geëxploiteerd en een 'deel van Sumatra, een stukje van de Molukken en een enkel eilandje hier en daar, doch wy moesten aanzien, dat Engeland Borneo vruchtbaar maakte voor het Europeesch kapitaal, in de 19 eeuw Prins Hendrik moest opstaan om Biliton'8 schatten te ontginnen, en de 19e eeuw spoedde ten einde, eer men op de gedachte kwam Deli te exploitoeren, dat nu moer dan 100 pet. rente '8 jaars afwerpt aan de ondernemers. Half Indië ligt nog briiak, open voor wie den moed /heeft om er schatten te gaan verdienen. En in Nederland verdringen de jonge lieden zich om een armzalig baantje van 400 a 600 's jaars. In het moederland jammert men over de moeielijkheid om aan den kost te komen en hoe dan nog en de Jambode klaagt„Op de buitenbezittingen is nog zooveel te ontginnen." Er bestaat in Nederland geen onbevolking, zoo lang Zuid-Afrika openligt voor onze handwerkslieden (die hun vak verstaan) en half Indië braak ligt, a prendre voor ieder die het durft nemen. Prof. Mendel te Berlijn deed onlangs in eeue vergadering van geneeskundigen eene mededeeling van een buitengewoon zeldzaam ziekteverschijnsel. De patiënt, een welgesteld handwerksman, verliest des morgens om 9 uur de spraak en het gehoor en blijft doofstom tot den anderen morgen 6 uur. Van 6 uur tot 9 uur spreekt en hoort hij evenwel als elk gewoon mensch. Deze onaangename kwaal hield de patiënt verleden jaar uit een toeval. Eerst werd hij des avonds om 8 uur doofstom, daarna om 5 uur 's middags, vervolgens om 1 uur en ten slotte om 9 uur 's morgens. Zijne geestelijke vermogens heb ben hierdoor niet geleden. Bij dezen toestand komt echter nog een andere, niet minder zonderlinge. Wanneer men den patiënt nl. drukt op een gedeelte van den rechter pols, krygt hij plotseling over zijn geheele lichaam een hevige krampdrukt men daarna op een plek van den rechter bovenarm, dan houdt do kramp dadelijk op. Eene verklaring voor dit laatste verschijnsel, kan men niet geven. De N. JR. Ct bevat een verhaal van haarAmster- damschen correspondent, die een neef uit Brabant heeft overgehad, met het doel eens te eten op de Tentoonstelling van Voedingsmiddelen overeenkom stig de aanwijzingen van den catalogus. Te dien einde had hij een menuutje opgemaakt, dat hij den Kellner in den .restaurant van Heineken, de Waag van Hoorn, overgaf, doch van dezen terug ontving met de opmerking, dat men die gerechten niet had. Het menu bevatte dan ook niet minder dan: „ge spikkelde slakkensoep Helix adspersaalikruikpas teitjes {Littorina vulgaris)j gekookte gladde haai Squalus mustelus), of hij gebreke daarvan zeewolf Anarchichas Lupus); paardebiefstukgebraden kik- vorsch (alleen de achterdeelen)" enz, enz. Neef was woedend, dat de catalogus hem voor het lapje had gehouden en wilde nu met alle geweld naar de kook school, om daar de even voedzame als weinig kost bare boomslakken enz. te verorberen, en zijn woede kende geen grenzen, toen hij vernam dat ook in de kookschool dergelijke gerechten niet werden bereid. Neef had plotseling zóózeer zijn bekomst van Am sterdam en zijn Voedingstentoonstelling, dat hij op staandeu voet vertrok naar Wormerveer, om er eenigen tijd bij een oud-tante te gaan doorbrengen. Zijn laatste afscheidsgroet door het raampje van den weg- rijdenden waggon was het met verontwaardiging wegslingeren van den catalogus dat „lor", zooals hij zei op het perron. Het verhaal werd natuurlijk door den correspon dent gefingeerd, doch de persiffiage is er niet minder geestig om. Het Berliner Tageblatt bespreekt de belangrijke vraag, hoe een kreeft toch wei groeit, daar de harde schaal van het dier zich onmogelijk kan uitbreiden. Klaarblykelijk kan dus het dier slechts groeien, wanneer het oude pantser te klein is, en dit geschiedt ook inderdaad. Deze kunstbewerking is lang geen eenvoudige zaak en kost het dier groote moeite en lichamelijke inspanning. Wanneer de kreeft gevoelt, dat zijn schaal eens vernieuwd moot worden, dan bereidt hij zich uren lang op deze gebeurtenissen voor. Het dier strekt de pooten uit, kruipt heen en weder wentelt zich op den rug en maakt allerlei oefeningen, die alle dienen om de verschillende lichaam sdeelen uit hun pantser los te maken. Eindelijk gelukt het aan 't dier om het kop-borststuk los te maken en is dat eenmaal met groote moeite gebeurd, dan gaat het afwerpen van de overige harde hnid gemakke lijker. De uieuwe huid blijft gedurende drie of vier dagen geheel week, en dezen korten tijd moet do kreeft zich ten nutte maken om te groeien, zoodat dit merkwaardige schaaldier, bij horten en stooten in afmeting toeneemt. Volgens de opmerkingen van betrouwbare natuur- vorschers, werpt do jonge kreeft, gedurende zijn eerste levensjaar, twee tot driemaal zijn huid af. Later doet hij dit slechts eenmaal per jaar. De tijd, die hiervoor noodig is, bedraagt voor sterke dieren 10 tot 15 minuten, by zwakkere soms uren. Verder is het nog eigenaardig, dat bij dit proces niet alleen de buitenste harde huid wordt vernieuwd, maar ook de wand van de maag, de tanden en de zoogenaamde kreeftsoogon. Wanneer hierbij door een toeval de kreeft een zijner scharen verliest, dan vormt zich ai spoedig weer een nieuwe. Het vrijwillig afwerpen van pooten en scharen heeft men meerma len bij kreeften opgemerkt, wanneer de dieren zich anders niet uit een gevaarlyken of moeielijken toe stand kunnen bevrijden. Woensdag sleepte de cholera te Catania opnieuw vijf-en-twintig personen ten grave. Zelfs de armen ontvluchten thans de stad. In twintig omliggende gemeenten is de gevreesde ziekte eveneens verschenen. Het schijnt, dat de onwetendheid en het bygeloof der bevolking tot be treurenswaardige tooneelen aanleiding hebben gege ven. De geneesheeren worden er tegengewerkt en verdacht gemaakt, en het volk gelooft, dat het water, het brood en de ryst vergiftigd zijn. De orde dreigt tolkens verstoord te worden. Te Napels is de angst voor cholera zeer groot, daar do stad sinds twee dagen van water verstoken is. De buizen der waterleiding, die het water van de Serino naar Napels brongen, zyn namelyk ge sprongen en de reservoirs kunnen onmogelijk in de behoeften voorzien. De oude putten, die twee jaren geleden tijdens de cholera-epidemie, op last der overheid waren gesloten, zijn weer geopend. Het wator, dat daaruit komt, is echter troebel, onwel riekend en ongetwijfeld zeer ongezond. Het gemeen tebestuur laat den ganschen dag 150 karren met 500 tonnen water door de stad rijden. Vooral do plotseling invallen warmte maakt de zaak zeer bedenkelijk, daar waarschijnlijk alleen de nieuwe leiding van water uit de Serino oorzaak is geweest, dat Napels het vorige jaar van de cholera verschoond is gebleven. Volgens de Natolitaansche bladen, zou de Maatschappij buizen hebben gebrnikt die om hunne slechte hoedanigheden door twee of drie andere steden zijn geweigerd. Men is algemeen zeer verontwaardigd, daar de ramp grootendeels aan de nalatigheid van het ge meente bestuur schijnt geweten te moeten worden. Napels bevindt zich thans in denzelfden toestand als in 1528, toen de stad zich moet overgeven, daar de belegeraar de waterleidingen had afgesneden. DER Weerbaarheids- Vereeniging „BURGERPLICHT." Het was in de eerste dagen van Mei 1867, dat bij do ingezetenen van Gouda eene circulaire werd rondgezonden, waarbij ieder belangstellende werd opgeroepen tot bijwoning eener vergadering ten einde over te gaan tot de oprichting eener „Algemeene Goudsclie Weerbaarheids-Vereeniging". - Reeds vroeger bestonden er hier ter stede kleinere gezelschappen, die ten doel hadden zich te oefenen in het schieten, maar er werd behoefto gevoeld aan eene Vereeniging, waarbij ieder zich zou kunnen aansluiten en die moer waarborgen gtui dat het resultaat aan het doel zou beantwoorden. In ons geheele vaderland wias eene beweging ontstaan tot oefening in den wapenhandel. Die beweging was alge meen ómdat, bij alle verschil van gevoelen op andere punten, liefde tot Vaderland en Koning enzucht tot be houd onzer onafhankelijkheid in ieders borst gloeide, en men meer waarborgen verlangde dat als eenmaal het gevaar om die onafhankelijkheid te verliezen voor de deur stond, het volk bekwaam zoude zyn zun land te verdedigen. Ingevolge deze oproeping onderteekend door de hh. P. F.. Coumans, Mr. J. H. van Gennep, L. de Groot jr., W. Kromhout jr., G. H. G. de Lange, K. Mars, H. P. Muller, G. A. Oudijk, J. F. C. Prince, C. J. C. Prince, H. J. Steenbergen, G. J. Steens' Zijnen, G. F. van de Velde, T. P. Viruly, D. W. Westerbaan en F. C. van Zeijlen had Vrydag 10 Mei 1867 in de Sociëteit „Ons Ge noegen" een vergadering plaats, die door een zeer tal rijke menigte werd bijgewoond. Deze werd gepre sideerd door den heer D. W. Westerbaan, terwijl de heer P. F. Coumans in eene kernachtige rede de noodzakelijkheid aantoonde dat de burgerij zich door oefening in den wapenhandel en voornamelijk in het schieten bekwaam maakte in tijd van nood zijn land te verdedigen. Staande de vergadering traden velen als donateur of lid tot de Vereeniging toe, die al dadelyk 61 werkende leden en 20 be gunstigers telde. Bij Kon. besluit van 28 Juli 1867 werd de Vereeniging erkend en drie jaren later mocht haar de onderscheiding te beurt vallen dat Z. M. de Koning het Beschermheerschap welwil lend aanvaardde. Dat de geestdrift, waarmede „Burgerplicht" op gericht werd niet verflauwde bewees het jaar 1870. Toen nl. op een vergadering van 20 Juli van dat jaar de Voorzitter gewezen had op den erastigen toestand waarin ons land verkeerde en op de gevol gen die het conflict, tusschèn twee groote Kijken ontstaan, ook voor ons kon hebben, zoodat de Weerbaarheid zich onmiddelijk ter beschikking van de Eegeering had gesteld om op den eersten roepstem des Konings toe te snellen tot verdediging van het land, stelden nagenoeg alle aanwezigen zich terstond beschikbaar om uit te trekken. Het moet een schoon oogenblik geweest zyn toen na die beschikbaarstelling en na een krachtige, flinke speech van den Voor zitter, alle leden dier vergadering zich van hunne zit plaatsen verhieven-en zooals het in de notulen der Vereeniging geboekstaafd staat met luider stemme het MWien Neêrlandsch bloed" aanhieven! Intusschen is het gelukkig niet noodig gewoest dat onze dappere Weerbaarheidsmannen opgeroepen werden tot verdediging van hun land. Zij konden rustig blijven zitten aan den huiselyken haard en zich bepalen tot yverige beoefening der wapenen, wat zij doen tot op den huidigen dag. En zoo schrijven wij nu 1887 Het was een goed denkbeeld om dit jaar niet ongemerkt voorbij te doen gaan, maar met eenige feestelijkheid het 20- jarig bestaan te vieren. Natuurlijk zou deze bestaan in een grooten Schietwedstrijd, waartoe werden uit- genoodigd: het 5e bat. van het 4* reg. infanterie, hier in garnizoen, het bataljon dd. Schutterij, hh. officieren van het' garnizoen, van de Schuttery, ridders van het metalen kruis, eereloden, donateurs en leden van „Burgerplicht." Zondag 24 Juli, des avonds ten 7Va ur© had op plechtige wijze de ontvangst der deelnemers plaats. De muziek van de dd. Schuttery luisterde deze op en een zeer groote menigte belangstellenden had zich daartoe zoowel op als buiten het feestter rein aan den Kotterdamschen dijk vereenigd. De Eere-Voorzitter, de Wethouder J. M. Noot hoven van Goor, hield daarbij een toepraak tot ver welkoming van de genoodigden en tot opening van het feest. Daarbij wierp hij een blik naar het ver leden, schetste in het kort hetgeen aanleiding had gegeven tot de oprichting in ons land van Weer baarheidskorpsen in het algemeen en tot die van „Burgerplicht# in het bijzonder om vorvolgens met waardeering te gewagen van hen, die zich ten op zichte van de Vereeniging verdienstelijk hadden ge maakt en waarbij hij met gevoelens van erkentelyk- heid herdacht den heer D. W. Westerbaan, die tot de oprichting zooveel had bygedragen. 8pr. wees voorts op het nut van eeqe Vereeniging als deze, toonde aan hoe ongegrond de beschuldiging was af en toe wel eens gehoord als zouden oefenin gen als deze ontaarden in een soort van soldaatje- spelen, voor den kinderleeftijd geschikt maar voor volwassenen onwaardig, terwijl hij duidelijk doed uit komen hoe men in vredestijd zich bekwaam moest mtikon m tijd van nood voor zijn vrijheid en onaf hankelijkheid te kunnen vechten. Is het gevaar een maal daar, dan zouden allen gaarne hun land willen verdedigen, maar om dat te kunnen is ernstige, lang durige oefening noodig en daartoe stelt eene Ver- eeÏW ?.l8t "Burgerplicht" ieder in de gelegenheid. Met blykbore instemming van de aanwezigen werd do schoone, 'flinke toespraak van onzen geach- ten Wethouder aangehoord, waarna de heer H. W. G. Koning, Majoor Kommandant van de dd. Schut terij het woord nam tot het uitspreken van een rede, waarin hij mèt zeer veel lof en met de groot ste waardeering gewaagde van de resultaten, die Burgerplicht?s oefeningen opleverden. In de gele deren van de Schutterij komen toch voortdurend mannen, die als leden van Burgerplicht zich de schiet-oefeningen op uitstekende wijze hadden ten nutte gemaakt. De ervaring had dus geleerd dat het doel, waarmede de Vereeniging was opgericht, steeds voor oogen werd gehouden. Spr. eindigde met de aanbieding van het insigne, eenmaal aan den heer Westerbaan vereerd, aan het Bestuur van „Bur gerplicht", als oen gedachtenis aan den man, die met zooveel belangstelling tot de oprichting en den bloei der Vereeniging had medegewerkt. De heer G. H. G. de Lange, 'Voorzitter van „Burgerplicht", voerde ten slotte nog het woord tot aanbieding van den eerewijn aan hh. genoo digden, waarna hij deze uitnoodigde het terrein in oogenschouw te nemen en hem allereerst te ver gezellen naar de tent, waarin de prijzen waren ten toongesteld. Deze maakte een zeer gunstigen indruk. Allereerst viel het oog op het portret van den Beschermheer Z. M. den Koning, torwijl voorts een fraai portret van den heer Westerbaan de aan dacht trok. Tal van keurige en kostbare prijzen (waaronder 9 korpsprijzen) waren hier geëtaleerd. De wijze, waarop een en ander was geschikt, gaf een gunstig denkbeeld van den smaak der Com missie, hiermede belast, die bestond uit de hh. J. J. van lummel, W. Sliedrecht, F. van Bovene van Gent en J. H. Nieuwenhuizen. Naar men weet waren bij deze gelegenheid deta chementen van het Garnizoen, de Schutterij en Burgerplicht uitgenoodigd ieder een tent te versieren. Voor de fraaiste was een prijs van 10 uitgeloofd. Als gevolg daarvan hadden wij het genoegen een drietal versierde tenten op het terrein t^ zien, die ieder in hun soort der bezichtiging overwaard waren. Die van Burgerplicht was keurig gedrapeerd met de Goudsche kleuren rood en wit; de smaakvollo wijze, waarop deze was versierd deed de hand van een bekwaam decorateur vermoeden èn bij informatie werd ons dan ook medegedeeld dat onze stadgenoot, de heer D. Samsom, reeds lang gunstig bekend om zijn goeden smaak by het étaleeren, hiertoe welwil lend zijne hulp verleend had. Vóór de tent was een zeer smaakvolle bloem-decoratie aangebracht, waar in witte rozen het woord „Gouda" en daaronder 't cijfer 20 te lezen stond. Het lid der Vereeniging, de heer Steensma, verdient een woord van lof voorde wijze, waarop dit geschiedde. Do tónt van de Schutterij was rijkelyk versierd met wapens, vlaggen en plan ten. Het daarin geplaatste borstbeeld van Z. M. kwam goed uit. Ook voor deze tent was een bloemenver siering aangebracht, die het geheel zeer verfraaide. De derde tent, die van4'het garnizoen, was op het oog iets eenvoudiger, maar liet aan doelmatigheid en uit een oogpunt van de praetijk men be denke dat het veldtenten waren! niets te wenschen over. Vóór de tent las men in 't zand de letters B. P. en do cijfers 6787. Binnen in de tent toonde do inscriptie „korporaals-Vereeniging „Steunt elkander" 4e R. 5e B." dat deze de eer toekomt van dezo versiering. Een opschrift bij de tent van Burgerplicht toonde aan dat deze buiten mededinging was en alzoo had de jury bestaande uit de hh. A. C. Geitel, G. P. Cheriex en J. van Nijmegen Schonegevel slechts uitspraak te doen tusschen die van het Garnizoen en de Schuttery. Zij ging by de beoor deeling van dit beginsel uitdat hoofdzakelijk moest worden gelet oplo. de wijze van opstelling der tent en 2o. de decoratie dor tent zelve, dus de in wendige versiering. Na rijp beraad werd de prijs toegekend aan de tent van het garnizoen. Dank zij het prachtige weer, waarin wij ons Zon dagavond mochten verheugen, do muziek der Schut terij en de echt feestelyke stemming die er heerschte, was de eerste feestavond recht genoegelijk. Wel hoorden wij van meer dan ëéue zijde klagen dat niet voldoende was gezorgd, dat zij die geen recht hadden op toegang tot het feestterrein ook daarbuiten ble ven. Het was jammer dat zij, die belast waren met de contrdle en de wacht, niet wat beter hun plicht deden. Ongewenschte bezoekers waren niet voldoende geweerd. Doch overigens was er alle reden tot tevredenheid. Maandag begon de wedstrijd opnieuw, de mati- née musicale werd door Vfele heeren en dames be zocht en aan het diner des middags heerschte een recht prettige toon. Hieronder volgt de uitslag van den wedstrijd, doch alvorons dien te vermelden past het èen woord van erkentelijkheid te uiten jegens de Regelings- Comraissie voor hare goode zorgen, allermeest maak ten de hh. G. H. G. de Lange en M. M. Schim van der Loeff zich verdienstelijk als Voorzitter en Secretaris. Dat het feest zoo goed slaagde, is voor een groot deel aan die heeren te danken. Die pjink wordt hun bij deze openlijk gebracht ZONDAG 24 JULI. Uitslag der Vrije Baan. Cirkelschijf, 3 schoten, hoogste aantal te behalen punten 27. A. Met Remmington-geweer. Ie prijs de heer H. van Wijngaarden met 22 p. 2© A. C. Cosijn met 20 p. 3© D. Hoogendijk met 18 p. B. Met Beaumont-geweer. Ie prijs de heer H. van Wijngaarden met 23 p. 2e D. Hoogendijk met 22 p. 3e Korp. der Infanterie Stikkelorum met 20 p. Flobertbaan voor Dames. A. Afstand 10 pas, hoogste aantal te behalen punten 60. Ie prys Mej. M. Simons met 53 p. 2© J. de Jong met 47 p. B. Voor Heeren, afstand 15 pas, hoogste aantal te behalen punten 30. Ie prijs de heer A. C. Cosijn met 27 p. 2© J. Faas Allart met 25 p. Wedstrijd met Beaumpnt-geweer met cylinder, afstand 20 pas, hoogste aantal punten 60. Ie prijs de heer W. A. L. van Mierop met 43 p. 2© N. S. Polak met 40 p. MAANDAG 25 JULI. Salvo-vuur. Zilveren Medaille, behaald door het 4e Reg. Infanterie, 5e bat., met 24 treffers en 54 p. - Aan dit salvo werd deelgenomen door de Serg.- Majoors van Nahuijs, van Loon, Vuijk, de Serg. Gretser en de Korp. Stikkelorum. Individueel-vuur. Zilveren Medaille, behaald door de Weerbaar heids-Vereeniging „Burgerplicht" met 230 p. Aan dit vuur werd deelgenomen door de hh. H. van Wijngaarden, 54 p., A. C. Geitel 45 p., M. M. Schim van der Loeff 45 p., J. J. van Bemmel 44 p. cn D. Rietveld 44 p. Vrije baan afstand 150 M. A. mot Beaumontgeweer. le prijs de heer D. Hoogendijk met 31 p. 2C 1« Luit. J. C. Kros met 30 p. 3® de heer H. van Wijngaarden met 27 p. B. met Remmingtongeweer. le prijs de heer H. van Wijngaarden met 33 p. 2e C. J. C. Kerkhof met 32 p. 3e n n J- van Tellingen met 30 p.' Flobertbaan voor Dames. 1® prijs Mevr. van Kesteren met 51 p. Mevr. Koning, Mej. van Bemmel en Mej. Schone- veld van der Cloet behaalden ieder 50 p. zoodat deze drie dames moeten loten voor den 2en prijs. Flobertbaan voor Heeren. 1* prijs 1® Luit. A. C. Brijce met 30 p. 2® de heer C. van Veen Az. met 29 p. De uitslag der overige wedstrijden zal in ons vol gend nummer worden opgenomen. 11 1 President Grévy is reeds van het Elysee naar zijn buiteuverblijf te Mont-Sous-Vandrey verhuisd en weldra zal de minister van buitenlandsche zaken dit voorbeeld volgen. De heer Flourens zal ook dezer dagen uit Parijs vertrekken, doch hij zal elke week gedurende een dag terugkeeren, ten einde de loopende zaken te blijven behandelen. Tot deze behoort weer een quaestie betreffende den Elzas en Lotharingen. Naar men weet, zijn weer eenige Elzassers door de Pruisische politie te Mainz in hechtenis genomen. Tot hem behoort een geestelijke, die in 1871 voor Frankrijk opteerde en nu wegens ontduiking van den krijgsdienst in hechtenis is genomen. Met hem werd gevat een zekere Caussin, die veroordeeld was we gens beleedigiug des keizers, maar naar Frankrijk was gevlucht. De radicale bladen beweeren, dat beide personen Franschen waren en dus op de be scherming der Franschen Regeering aanspraak kon den maken. Nu echter deelt de Liberté mede, dat do Fransche regeering zich alleen officieus ten behoeve dezer Elzassers tot de Duitsche regeering zal richten. Meer kan zij niet doen, want pastoor Hartmann, die in 1871 opteerde, liet zich in 1877 als Duit- scher naturaliseeren. Hij wist zich echter aan den krijgsdienst te onttrekken, zoodat zijn inhechtenis neming als deserteur volkomen gerechtvaardigd is Ook voor Caussin kan de regeering niets doen, daar hij, ofschoon wetende dat op hem gelet werd, zich zonder vrij geleide op Duitsch grondgebied waagde. De Koningin van Engeland heeft eergisteren de aankondigde revue gehouden over de vloot te Siphead, waaraan 130 Britsche oorlogschepen deelnamen; 't feest heet bijzonder goed geslaagd. Het weder was prachtig en duizenden personen woonden het schouw spel bij. De leden van het Parlement en het corps diplomatique waren tegenwoordig. In Italië is door Kamer en Senaat een ontr werp aangenomen tot afschaffing, onder zekere

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2