VOOR DOVEN
Baitenlandsch Overzicht.
kennisgeving.
Adres A. L. SIMPSON
tturgerlij k e Stand.
Moordrecht
Reeuwijk-
derwijzers-Spaarbank aangaande het garantiefonds 1
werd insgelijks aangenomen.
Aan de orde kwam daarop de wetsherziening.
By art. 2c was weggelaten het uitbrengen ran het
10-jarig paedagogisch verslag. De afdeeling 'sGra-
venhage was voor het behoud hiervan, maar de
meerderheid oordeelde, dat het nut niet opwoog
tegen de moeiten en kosten.
Voorts was voorgesteld door het hoofdstuur, dat
in de statuten zou worden weggelaten de clausule,
dat het genootschap zich zou onthoudeu van alle
bemoeiingen, behoorende tot het beheer dor over
heid. Over deze weglating ontspon zich een lang
durig debat, vooral omdat er verscheiden waren,
die vreesden, dat er gevaar zou bestaan, dat het
genootschap zou kunnen ontaarden in eene zuiver
politieke vereenigiug. Eindelijk werd besloten de
door het hoofdbestuur voorgestelde weglating goed
te keuren. De overige voorstellen van het hoofd
bestuur werden nagenoeg ongewijzigd aangenomen.
Onder toejuich ting van de vergadering werden de
heeren Roest te Amsterdam, Spaan te Haarlem, P.
H. Witkamp en dr. Barnauw te Amsterdam tot
honoraire leden van het Ned. Onderw. Genootschap
geproclameerd en drieëntachtigjarige heer Vos tot
lid van verdienste benoemd.
De vergadering werd besloten met een voordracht
van Dr. P. van Reysen van 's Gravenhage over ge-
zondheids- en vacantiekoloniën. De spr. toonde
zich een groot voorstander* van die koloniën en bond
speciaal den onderwijzers belangstelling voor die in
stellingen op het hart.
Het N. v. d. D. deelt den inhoud mede van een
gesprek, dat ééu dor leden harer redactie heeft ge
had met dr. Mezger te Domburg. Daaruit blijkt
in hoofdzaak, dat dr. Mezger zich in beginsel met
vlo oprichting en leiding van een Sanatorium te
Wiesbaden vereenigd heeft. Heden vertrekt hij der
waarts tot nadere regeling, waaruit vermoedelijk een
beslissend contract zal volgen. Daarna denkt dr.
Mezger nóg tot 1 Januari a. s. te Amsterdam
zyne praktijk te blijven waarnemen. Des zomers
blyft hij verkwikking zoeken op zijne villa te
Domburg.
Wat het, eerst nu hij heengaat, geopperde denk
beeld betreft qhi voor zijne geneesmethode eene
instelling te Amsterdam op te richten, verklaarde
dr. Mezger dat hij nimmer de groote moreele ver
antwoordelijkheid tegenover de ontzaglijke onkosten
daarvoor zou durven dragen. Eene instelling van
dien aard te Amsterdam zou, meende hij, door de
kracht van zijn naam waarschijnlijk kunnen bestaan,
doch zioh nimmer in volkomenhoid, en daardoor
duurzaamheid, kunnen meten met eene door de na
buur zoo gunstig bedeelde plaats als Wiesbaden.
De Luxemburgscho troonsopvolging geeft den Parij-
schen Figaro aanleiding weder eens eenige onnauw
keurigheden over ons land te verkondigen.
In plaats van de geruststellende berichten over te
nemen, die omtrent's Konings gezondheidstoestand
zyn vermeld, drukt het Farysche blad liever de on
rustbarende geruchten af, die al zijn tegengesproken.
Het beweert verder dat Z. M. vol bezorgdheid is
over de toekomst van ons land, dat wellicht vele
jaren door een „regentschapsraad" zal worden be
stuurd.
Zulk een „raad" bestaat alleen in de verbeelding
▼an den onkundigon schrijver, die niet weet, dat
reeds is voorzien in het regentschap door opdraoht
aan H. M. de Koningin.
Er bestaat ook niet de minste grond voor „de
Hollanders", zooals men in den Figaro leest, zich
„voor te bereiden om het hoofd te bieden aan het
on weder dat hen bedreigt". Dat dreigende on weder
zou niets minder zijn dan het bezetten van Maastricht
door 50,000 man Duitsche troepen, waarvoor nu al
toebereidselen zouden worden gemaakt bij Aken.
Ook van dc Grondwetsherziening, die aanhangig
is, heeft de schrijver gehoord, maar hij verhaalt er
de wonderlijkste dingen van. Zoo beweert hij dat
de bestaande Grondwet verbiedt de "militiewet te
veranderen, welk verbod nu zal worden opgeheven,
Verder t dat als art. 194 volgens het votum der
Tweede Kamer zal worden gewijzigd, den Staat
enkel het toezicht op het onderwijzerskorps blijft
voorbehouden. Omtrent het kiesrecht weet hij mede
te doelen, dat men thans eerst te Amsterdam kiezer
is als men 130 belasting betaald (lees 112).
Het slot der beschouwing luidt: „Wat zou men
zich weinig met staatkunde bemoeien in een land,
waar zulk mooi aardewerk en zulke mooie schilde-
v rijen zijn, als men geen buurman had met zulke
kolossale kanonnen en zulke groote sabels
Onlangs heeft zich het geval voorgedaan dat de
geleider van een met hooi beladen wagen een batal
jon recruten ontmoette en ofschoon er ruimte en
plaats genoeg was, niet verkoos uit te wijken of halt
te houden. Door de houding van den officier, die
de recruten geleidde, werd een botsing voorkomen,
doch een deswege ingediende klacht kon geen ge
volgen hebben. De politie achttte zich niet gerech
tigd proces-verbaal op te maken; de hoogere auto
riteit was van hetzelfde oordeel.
De heer Schreck, le luit.-adj. 5e reg. inf. te Nij
megen, deelt dit geval aan het „Weekbl. van het
Recht mede en voegt er de volgende Opmerkingen en
vragen bij.
„Daar nu noch de wet, noch plaatselijke verorde
ningen hier in genoemd geval voorzien en al
thans volgens de meening van de betrokken auto
riteiten -zal men dus als geleider van een troep
weerloos staan tegenover de willekeur van koetsiers
en voerlieden, die op den openbaren weg een af
deeling militairen ontmoeten. Of mag men hier zijn
eigen rechter zijn en geweld stellen togenover het
opzettelijk verstoren der orde in oen onder geleide
marcheerende afdeeling militairen? Moet er eerst
verwonding of beleediging hebben plaats gevonden,
alvorens proces-verbaal kan worden opgemaakt?
„Het zou voor het prestige der gestelde machten
toch al zeer bedroevend zijn, wanneer eene afdeeling
militairen evenals eene bëgrafenis door eenige
agenten van politie moest worden geëscorteerd, om
niet door voerlieden in wanorde te worden gebracht.
„Het leger is toch in hoogste inatantio de steun
pilaar van elk wereldsch gezagvan elke wet en
veroidening moet het de uitvoering waarborgen.
„Met het oog hierop, mogen gevallen als hiervoren
genoemd niet straffeloos toegelaten worden.
„Het geval is niet nieuw. In elk garnizoen en
op nog vele andere plaatsen komt h t voor dat be
stuurders van wagens de orde in marcheerende
troepen verstoren en zoo ik mij niet vergis
heeft de gemeenteraad van de residentie bij uitzon
dering daarvoor bepalingen gemaakt.
„Zou het niet zeer wenschelijk zijn dat van be
voegde iyde voorschriften werden verstrekt, zoowel
voor militairen als voot burgers, om eventueel bot
singen te voorkomen, die niet anders dan tot beider
nadeel kunnen leiden Of zijn beider rechten vol-
doendo gewaarborgd door de artikelen «84, 141,
163, 365 en 427 6° van het wetboek van Strafrecht
„HEG. zoudt mij bijzonder verplichten op deze
vrage{p een antwoord te geven."
De redactie van het W. v. h. R. zegt geen bijzon
dere verbodsbepalingen te kennen betreffende deze
zaak. Wellicht is art. 180 van het wetboek van
strafrecht toepasselijk, dat straf bedreigt tegen hem
die zich verzet tegen een ambtenaar werkzaam in
de rechtmatige uitoefening zijner bediening, omdat
art. 84 onder de benaming' ambtenaren ook begrijpt
„allen die tot de gewapende macht behooren". Het
Weekülad acht evenwel een bijzondere Verbodsbepa
ling wel wenschelijk, en ieder zal wel toegeven dat
hier alleszins grond bestaa%,voor strafbedreiging.
Dertig boeren zijn onder leiding van een der-
wisch bij nacht in den 'omtrek van jhet drie uren
van Troye gelegen dorp Bunarbaschi gegaan, om daar,
zonder eenige bevoegdheid, opgravingen te doen. Op
eene diepte van 3 M. hebben zij een zeer oud graf
ontdekt. Zoodra de derwisch het graf zag, gaf hij
aan de boeren den raad om zichtte verwijderen,
opdat de booze, geesten, di« in de graven rondspo
ken, hen geen kwaad zouden doen. De boeren, door
schrik bevangen, liepen weg; dadelijk daarna keerde
derwisch met 3 gezellen terug, opende het graf en
nam alles mee, wat hij voorhanden vond. Zoodra de
overheid daar de lucht van kreeg, werd de derwisch
in hechtenis genomen en ontnam men hem de ge
stolen voorwerpen. Zij bestaan in een met eiken
bladen en vruchten versierden gouden kroon, een 3
cM. breede gordej, een tamelijk lange ketting en
twee staven, alles van zuiver goud en te zamen een
aanzienlijk gewicht hebbende. De schatten zijn naar
Konstantinopel gebracht. De derwisch en zijn helpers
werden gestraft. Men verwacht^- dat dit voorval
aanleiding geven zal tot nieuwe oudheidkundige
onderzoekingen, met het doel om licht to verspreiden
over de ligging van het oude Troje.
Men schrijf ons
Wie heeft de tentoonstelling te Brussel in 1880
niet gezien? Welnu die tentoonstelling was grootsch,
was prachtigdat heeft een ieder gezegden toch
zal zij, om zoo te zeggen, onbeduidend zijn in ver
gelijking van den grooten internationalen prijskamp
en wereldtentoonstelling het volgend jaar aldaar te
houden. Wij hebben de werken bezocht en wij
moeten verklaren dat onze verwachting verre over
troffen wercf. Geen hoekje van het oude krijgs
oefeningsplein of men is er aanVhet werk. Men
herinnert zich wellicht hetdn blauwsteen gebouwde
deel der tentoonstelling »van 18W. Welnu, verre
achteraan beginnen de gebouweer welke zich links
en rechts in twee vleugelen uitbreiden tot aan den
steenweg der Blijde Inkomst. Al de grondwerken
I voor den bouw zjjn. geëindigd en de kolommen van
1 het middengebouw staan daar reeds als zoovele mach
tige reuzen. Honderden werklieden zijn druk op aan
het werk, en de arbeid gaat zoo goed vooruit, dat
men zich van het op t|jd gereedkomen der ten
toonstelling vast overtuigd houdt.
In de fabriek der firma Van Kempen te Voorscho
ten is vervaardigd een kunstig uitgevoerd zilveren
milieu de table, op voetstuk van zwart marmer, dat
met rijk georneerde medaillons is versierd. Uit den
(Afrikaanschen) bodem verheffen zich palm- en pisaug-
boomen waaronder zich een fraai gedreven olifant
bevindtterwijl op den voorgrond een Afrikaansche
briefbodc (portador) met een brief op den gespleten
stok, tusschen maniok- en andere tropische planten
is aangebracht.
De zilveren medaillons, dio het marmeren voetstuk
sieren, zijn omlijst met kunstig gemodeleerde mari
tieme en mercantiele attributen. Het eene medaillon
geeft in fraaie niellé gravure eene voorstelling van
het Afrikaansche dierenrijk, terwijl op het andere
de kunst van Afrika is afgebeeld.
Op de onderste omlijsting van het voetstuk vindt
men eenige toepasselijke plaatsnamen en een gedenk-
datum, alles gegraveerd op gegraineerden grond.
Dit monumentale milieu is een geschenk aan
den heer A. de Bloeme, voor eenige maanden
teruggekeerd uit Afrika (Kongo-gebied) waar hij
ongeveer 15 jaren lang de vertegenwoordiger was
(de laatste 10 jaren als chef)van de aldaar gevestigde
Nederlandscho handelsou-derneming. Het werd hem
dezer dagen ter gelegenheid van zijn onlangs plaats
gehad hebbend huwelijk vereerd door „zijne vrienden
in Afrika" zooals de inscriptie aangeeft.
Bij' het milieu was gevoegd een prachtalbum, rijk
gebonden in roodzijden pluche, voorzien van zilve
ren hoeken, zilveren plaat op de voorzijde en sluiting
van hetzelfde motaal. Het album bevat een keurig
gecalligrapheerde opdracht en voorts do portretten
of naamkaarten van do gevers.
Zooals bekend is, vindt men aan den voet van
den Kaukasus, zoowel aan den kant der Zwarte als
aan dien der Kaspische Zee, verbazend uitgestrekte
petroleumlagen, die door niet zeer diepe boringen
te ontginnen zijn. De groote hoeveelheden petro
leum, die hierdoor Jn den handel van Europa
worden gebracht, dreigen de Amerikaansche aard
olie geheel te verdringen. In Bakoe, aan den wes
telijken oever der Kaspische Zee, levert eene enkele
bron uit een monding van 10 centimeter middellijn
dagelijks 11000 tonnen petroleum of meer dan alle
andere bronnen der gansche wereld te Zamen. En
daarbij bedenke men, dat deze bron slechts één
is te midden van honderden andere en nog geen
neiging tot opdrogen vertoont. Deze petroleum van
Bakoe is door Mr. Redwood, een Londensch
chemicus en verscheidene anderen geanalyseerd en
in menig opzicht beter bevonden dan de beste
Amerikaansche geraffineerde aardolie.
De dringendste behoefto heeft de petroleum der
Kaspische Zee aan een goedkoop transportmiddel
naar de Zwarte Zee. Om dit doel te bereiken, heeft
men het voornemen, een buizenleiding aan te leggen
van 900 K. M. lengte, waarvan de aanleg 400
millioeh mark moet kosten, terwijl reeds Engelsche
kapitalisten en industrieëlen de zaak in handen heb
ben genomen.
Do opbrengst dezer petroloumbronnen zal ontzet
tend groot zijn, als zij eenmaal geregeld onder han
den zullen zijn genomen; industrie en handel zullon
er aanzienlijke «gordteelen uit kunnen trekken. Er
moeten nu spoorwegen aangelegd en stoombooten
gebouwd worden voor het transport der petroleum
raffinaderijen zullen ontstaan en de ingenieur^ zullen
door uitvindingen van allerlei aard de petroleum
als brandstof leeren gebruikeu, niet enkel voor
groote industriëele etablissementen, maar ook voor
haarden en kachels. Reeds gebruiken eenige stoom
booten op de Zwarte en de Kaspische Zee en op
de Wolga de petroleum van Bakoe' als brandstof
en kunnen daardoor de steenkolen ontberen.
Het overblijfsel uit de aardolie, als do benzine en
de1 gasoline eruit gedistilleerd zijn, wordt astatki
genoemd. Dit heeft, als het zijn vluohiige bestand-
deelen heeft verloren, een hoogen graad van hitte
noodig, om te ontbranden en is daarom volstrekt
geen al te gevaarlijke brandstof, terwijl het gjoote
voordeelen biedt boven de steenkool. Het kan bij
voorbeeld verpakt worden in ruimten, die voor
steenkool niet geschikt zijn, zooals tusschen den
den binnensten en den buitensten scheepswand;
bovendien komt er geeir asch va4 en verbrandt het
geheèl.
Waar men astatki als voedsel voor voor de stoom
ketels gebruikt, is er veel minder personeel voor
het stoken noodig, alleen moet de machine schoon
gehouden en de stoom gereguleerd worden. Wie
de stokers heeft gezien in de benedenruimten der
booten, die kolen gebruiken, als zij in de heete
luchtstreek hun zwaren arbeid - verrichtmi, zal een
andere wijze van stoken- zeker toejuienen. Eén
schip to in een uur 100 tonnen astatki aan boonl
nemen, omdat het -er in wordt gepompt. Behalve
de oenoemde booten zijn er ook drie spoorwegen, de
Zaritzin-Griazi-lijn, de Trans-Kaukaaische van Bakoe
naar Batoem en de Trans-Kaspische vau Michuïlowsk
naar Merw, die astatki als brandstof gebruiken.
Wie herinnert zich niet uit zijn kinderjaren de
Curapaosche mangelen, waarop men zoo dikwijls zijn
vrienden, zichzelf en de apen in „Artis" vergastte,
al klinkt dit laatste ml ook niet vleiend voor eerst-
genoemdenf De Curafaosohe mangelen zullen aan
de meesten onzer lezers wel bekend zijn, maar wat
minder bekend zal wezen, is het feit, dat genoemde
mangelen, ook wel aardnoten geheeten, eigenlijk ver
dienen, het voedsel der toekomst te worden. Aard-
noten 'toch zjjn zeer rijk aan eiwit, ongeveer 25
procent. Ze bezitten dus een geljjk eiwitgehalte als
het vleesch. Bovendien bevatten ze zeer veel vet.
We behoeven ons sloehts er aan te herinneren, dat
de boterolie uit aardnoten bereid wordt. Geraspte,
ongebrande aardnoten, met rijst gekookt, zooals dat
in de kookschool te Amsterdam heeft plaats gehad,
levert een voedzaam, tevens smakelijk gerecht op,
volgens getuigenis van een oog- en proefgetuige.
Als het gebruik van aardnoten en dus d€kanvraag
tevens grooter was, zou misschien de prW"er van
dalen, tot groote vreugde van alle vegetajlers.
Er zijn van die woorden, die we bijfc-dagelijks
gebruiken, zonder ons ooit de moejft/te geven
van over do beteekenis ervan na te tMfken. Een
van deze woorden is de naam arrowroot. Arrowroot
is van Engelschen oorsprong en botoekeht letterlijk
pijlwortel. Dezen naam dankt deze zetmeelsoort aau
de omstandigheid, dat ze afkomstig is van een plant,
welker wortel dienst doet, om op de wonden gelegd
to worden, door een vergiftige pijl toegebracht. Zoo-
als bekend is, hebben de Indianen en andere ruwe,
onbeschaafde volken, die niet over onze „beschaafde"
vernielingswerktuigen kunnen beschikken, een ander
verdelgingsmiddel uitgedacht, om den vijand te
dooden. Ze doopen n. 1. de punten hunner pijlen
in een stof, die vergiftigend op 't bloed werkt. De
wortel van de plant, waarvan onze arrowroot afkom
stig is, neemt, het gevaar voor vergiftiging weg, als
de wond niet al te diep is en het vergift nog niet
lang tijd heeft gehad, om zijn schadelijke inwerking
te beginnen.
Onder de zonderlinge rechtsgewoonten van vroeger
is vooral merkwaardig \het recht der jonkvrouwen,
om een ter dood veroordeelden misdadiger te kunnen
verlossen, door een huwelijk met hem aan te gaan.
Volgens de oud-Gerraaansche meening was de
vrouw heilig en eerwaardig; wie tot de vrouw
vluchtte, mocht niet gegrepen en gestraft worden.»
Een uitvloeisel van dit asylrecht dor vrouwen was
de in oude kronieken dikwijls vermelde gebeurtenis,
dat arme meisjes een veroordeelde voor de voltrek
king van het vonnis tot man begeerden, om hem
op die wijze te redden. Zoo verhaalt een chrpnist
van Stralsund „In het jaar 1551 zou oen jong man
ter dood gebracht worden. Daar kwam een jonk
vrouw, zette hem een krans op het hoofd, deed een
voetval voor de rechters en wilde den misdadiger
vrijbidden. Doch hot antwoord was, dat dit volgens
Schöffen of Schwerins recht kon geschieden, doch
volgens Lubecks recht niet. Daarom werd het von
nis toch aan den ongelukkige voltrokken."
Doch in 1571 werd te Embden aan een zoeroover
gratie verleend, omdat een meisje hem teil huwelijk
vroeg. In de oude Oost-Friesche rechten bestaat
een verordening, dat een ouderloos meisje een dief
uit de handen van den beul kan redden, als zij
met hem trouwt. In 1619 werd te Frankfort aM.
een soldaat, die tot den kogel veroordeeld was, door
een dienstmaagd gered, daar zy hem ten huwei|jk
vroeg.
Dergelijke gebruiken kwamen zelfs in Frankrijk
th Spanje op enkele plaatsen voor, wat op den
invloed der oude Germaansche rechtsbegrippen wijst.
Opmerkelijk is het, dat nog (in 1864 het volk in
Hessen zich dit oude recht herinnerde. Toen in dit
jaar een moordenaar ter dood gebracht zou worden,
bood zich nog een meisje aan, om met hem te huwen.
J-n openingsrede van de Nijverheids vergadering,
in de Vorige week te Wageningen gehouden, heeft
dr. Mouton o. a. als reden voor de afschaffing Van
den suikeraccijns,, gewezen op het" in den handel
brengen van een stof dia veel zoéter smaak heeft
aan suiker zonder de voedingswaarde van deze te
bezfitten, de 'Saccharine.
^.n Tijdschrift der Ned. Maa'tschy. tot bevor
dering van Nijverheid (Juli-aflevering) spreekt prof.
J. W. Gunning over die nieuwe zoete stof. Hij
deelt mede dat er bittere saccharine bestaat (een
ontledingsproduct o. a. van melksuiker en glucosen)
en zoete saccharinejvolke uit het welbekende
bestanddeel van steenkolen teer, benzol, wordt
verkregen. In Duitschland bestaat reeds een
fabriek tot vervaardiging van de laatstgenoemde
saccharine, een kleurlooze krisstallijne stof, waarvan
slechts 1/250 of 1/300 voldoende zou zijn om ge
lijken graad van zoetheid te geven als van gewone
suiker. In de geneeskunde heeft die stof reeds
toepassing gevonden voor lijders aan suikerziekte,
wien het gebruik van suiker wordt verboden en voor
wie saccharine dienen kan om aan spijzen en dranken
een zoeten smaak te geven. Maar zij heeft niet
de voedingswaarde van suiker. Als surrogaat voor
suiker kan zij dus eerst dienen door vermenging
met andere stoffen, die wel voedingswaarde hebben.
Tot dusver is de prijs 80 per kilogram echter
nog te hoog, maar die kan spoedig dalen.
Saccharine is dps enkel weelde-artikel, maar dit
is, volgens prof. G., ook suiker, want niemand
sehaft suiker aan voor voedingia dat opzicht kan
men stellig goedkooper terecht b|j andere stoffen.
Het is enkel om den zoeten smaak te doen. Daarom
bestrijdt hij ook de meening dergenen die de' sui-
kerbolasting afkeuren, op grond dat men geen Voe
dingsmiddelen behoort te belasten.
Over het gebruik van de saccharine schrijft de
hoogleeraar het volgende:
„Dat er toepassingen van de saccharine zullen
beproefd worden of reeds beproefd zijn, lijdt geen
twijfel. Biscuits b. v.j die 10 a 15 pCfc. suiker ver-
eischen voor een bepaalden graad van zoetheid, kun
nen daarop door eene kleinigheid saccharine Worden
gebracht. Glycerine met een weing saccharine is
haast niet meer te onderscheiden van suikerstroop
en kan dan als zoodanig dienst doen in likeuren.
Maar eene rechtstreeksche vervanging van suiker
zoude het eerst verwacht kunnen worden door de
verzoeting der glucose.
„Reeds in het begin dezer eeuw, toen Napoleon
den Europeeschen landbouw wilde dwingen in de
behoefte aan zoetmakende stof te voorzien, heeft
men gemeend, dat de druif daaraan kon voldoen.
Haar suikergehalte is niet gering en gemakkelijk te
verkrijgen. In gedroogde druiven (rozijnen) is zij
dikwijls als gekristalliseerde klompjes te zien. Eenige
jareh later leerde men deze zelfde suikersoort, toen
druivensuiker genoemd, uit aardappelmeel maken,
eerst in vloeibaren of halfvloeibaren staat als aard
appelstroop, tarwestroop, raassé enz., later als de vaste
suiker, die thans allerwege als glucose bekend is. Deze
fabricatie is inzonderheid in de laatste jaren ongemeen
verbeterd en wordt ook hier te lande op tamelijk uitge
breide schaal gedreven, zoodat de glucose thans als wit
te droge stofsuiker in den handel komt. Maar aan den
gestelden eisch om de gewone suiker te vervangen
heeft z|j nooit kunnen voldoen. Als voedingsstof
op dezelfde lijn staande met onze gewone suiker,
heeft zij van deze nauwelijks de halve zoetheid. Nu
laat het aich aanzieu, dat deze glucose, door haar
met behulp van een weinigje saccharine op den
gowenschten graad van zoetheid te brengen, een
concurrent van do suiker zou kunnen worden.
Doch de kansen daarvan zijn moeilijk te berekenen
en vallen in elk geval buiten mijne beoordeeling.
„Ik Voeg hierbij nog ten slotte dat alle soort
gelijke mengsels door scheikundig onderzoek ge
makkelijk van suiker te onderscheiden zijn."
Evenals de Duitsche bladen bespreekt ook de
Oostenrijksche pers de keizersbijeenkomst te Gastein.
Terwijl prins Bismarck's blad, de Nordd. Allgem.
Zeitungda bijeenkomst een nieuwen waarborg noemt
voor het behoud van den Europeeschen vrede, wijst
ook het officieuze Weener Fremdenblatt en vooral
op, dat vredelievendheid het eigenaardig kenmerk is
van het Duitsch-Oostenrijksch verbond. N
„In de eerste plaats^ aan dit machtige en hechte
verbond zegt graaf Kalnoky's orgaan heeft
Europa het te danken, dat het in dit jaar voor de
ontzettende ramp van een grooten oorlog is bewaard
gebleven. Duitschland en Óostenrijk-Hongarije hebben
slechts één streven, het behoud des vredes en geheel
Europa, voor zoover het vredelievend gezind is, ver
trouwt op dit verbond, dat niemand bedreigt, eiken
medewerker bij het vredewerk met ingenomenheid
begroet on nog' nimmer z|jn streven verloochende,
noch z|jn machtigen invloed tevergeefs aanwendde."
Ook de andere Weener bladen laten zich in den-
zalfden geest uit .en beschouwen de keizersbijeen
komst van dit jaar als van bijzonder gewicht, omdat
de algemeen e politieke toestand in Eüropa nog alles
behalve helder is.
Bijf de jongste verkiezingen in Engeland is geble
ken, 'dat Gladstone's aanhangers in den laatsten t|jd
in aantal zijn toegenomen* Ue hoer ®ickhouse, de
secretaris der Liberal Unionist Association in de
Noordelijke provinciën, vostigt hierop in de Times
de aandacht en acht het vormen van een colitie-
ministerie uit de liberale unionisten en de Torie
dringend noodig.
De Times kan zich wel vereenigen met dit denk
beeld, daar de deelneming der Unionisten aan de
regeering het ministerie zal versterken, maar het
blad acht den tijd nu nog niet rijp om om dit plan
tot uitvoering te brengen. In denzelfden geest liet
ook lord Harrington, de leider der partij, zich uit
bij het feestmaal, hem door de afgevaardigden zijner
partij aangeboden. De heer John Bright bracht als
voorzitter een dronk uit op den gast, terwijl de heer
Chamberlain antwoordde op sir Henry James' toost
ten gunste van de Unionist Cause."
De Engelsche Afgevaardigden hebben het hard te
verantwoorde' Nog zwoegen zij onder de behande
ling der begrooting en nog nooit was men daar
mede in het beging van Augustus zoo weinig gevor
derd. Tenzij er onverwacht moeilijkheden oprijzen,
hoopt de Regeering de zitting Donderdag over acht
dagen te kunnen sluiten. De Ieren zullefti te voren
nog tot de ^tegeering de vraag stellen, of zij van
plan is tegen de National Liga op te treden.
Chamberlain gaat in het begin van October naar
Ulster; hij zal o. a. to Belfast een redevoering
houden.
Het is thans vrij zeker dat de Prins'van Coburg
niet naar Bulgarije zal gaan, zoolang de Mogendhe
den het niet eons zijn geworden. Hij leeft in de
laatste dagen zeer stil op het kasteel Ebenthal.
TWEEDE CORRESPONDENTIE PARTIJ
tusschen Gouda en Utrecht.
I Positie na den 26en zet van zwart:
Wit, Koning G 1, Kasteelen B 3 en F 1, Raads-
heeren A 4 en B 4, Pionnen A 5} B 2, E 5,
F 2, F 3 en H 2.
Zwart, Koning G 8, Kasteelen B 8 en F 8, Paard
D 5, Pionnen A 6, C 4, D 6, F 7, G 7 en H 7.
Vervolg: Gouda Wit Utrechb Zwart
.27 zet. B 4 A 3. 27 zet. C 4 X B 3.
28 Fl-Dl. 68 D 5 B 4.
29 E 5 X 1)16* 29 F 8 D 8.
30 D 6 D 7. 30 G7-G6.
31 1 - 2. 31 G 8 G 7.
32 D 2 E 2. 32 B 4 C 2.
33 u A3 C 5. 33 B 8 -JB 7.
34 E 2 D 2. 34 B7-B8.
35 C 5 - B 6. 35 C 2 E 1.
RECLAME.
Een persoon die door een eenvoudig middel van^
doofheid is genezen, zendt gratis de beschrijving
daarvan aan een ieder die er om aanvraagt.
4. Rue Drouot
PARIJS.
De BURGEMEESTER van Gouda, brengt bij
deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door
den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Be
lastingen enz. te Rotterdam, op den 4n Augustus
1887 is excutoir is verklaard:
het Kohier No. 5 van hot patentrecht, dienst
1887/88.
Djif voormeld KOHIER ter invordering is.gesteld
in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder,
die daarop voorkomt, verplicht is, zijnen aanslag
op den bij de wet bepaalden voet te voldoen, en
dat heden ingaat de termijn van DRIE MAAN
DEN, binnen welken de reclames behooren te
worden ingediend.
Gouda, den 6 Augustus 1887.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
GEBOREN6 Ang. Henriks Elisabeth, ouders W. H.
Witjes en A. Hendriks. 7. Gerarda Catharina, ouders J.
J. Verbij en J. M. van Waas.
OYERLEDEN6 Aug. A. Hoskyn, 2d. C. van Geat,
6 m. 7. M. C. don Edel, 12 w.
GEBORENArie, ouders B. van Grieken en A. Perk.
Johanna, ouders D. van Dnyn en J. Visser. Helena Ju-
dina, ondera F. K. van Tilburg en E. Verboom. «gg 4Q
GEHUWD: T. "Earreman en N. von den Heuvél.
i. Boere en M. van Jeveren. M. de Jong en T. Kasbergen.
c" O Stolwijk:
GEBORENLeende^t, ouders J. Koutstaal en M. de Bruin.
t- Trijntje,ouders L. F. Baas en J. Anker. Aris, ouders
J. Molenaar en G. van Dap.
OVERLEDEN E. Koot 12 d.
GEHUWD h4 van Vliet en C. de Mik. v
OVERLEDEN: A. H. Kotter 15 j.