Buitenlaodsch Overzicht. daarvoor ia nog noodig aanneming in de nieuwe Kamers met */'s der uit te brengen stemmen en dan bekrachtiging en afkondiging van wege den Koning. Dat reglement steunt trouwens op een geheel gewijzigd stelsel van kiesrecht, dat het ge- wichtigste deel der herziening vormt en dus ook eerst na de tweede behandeling wordt ingevoerd. Heeft zulks echter plaats gehad, dan wordt het voorloopig kiesreglement een gewone wet, vatbaar voor wijziging zonder den omslag eener grondwets herziening. Er staat dan ook uitdrukkelijk in art. VII der additioneele bepalingen dat de wijzigingen in de kièswet (het voorloopig kiesreglement) zullen gelden, «totdat de wet daaromtrent nader zal hebben beschikt." In de dezer dagen gehouden vergadering der Utrechtsche prov. Vereeniging van burgemeesters en gemeentesecretarissen werd o. m. de vraag behandeld in hoever de bekende twisten in de Ned. Herv. Kerk omtrent bezitneming en uitoefening van dit recht aanleiding kunnen geven tot een handelend optreden van de politie. Meenden enkele leden dat de poli tie, daartoe verzocht, hare hulp moet verleenen tegen al wie lijdelijk of feitelijk zich een gezag aanmatigt of handelingen pleegt met de synodale kerkelijke reglementen in strijd, anderen huldigden te dien aanzien eene geheel tegenovergestelde zienswijze. Op don voorgrond stellende, dat de Mi?d. Herv. Kerk niet is oen openbaar lichaam en du$ hare aan spraak op bescherming van rechten niet verdergaat dan die van elk ander niet door de wet ingesteld zedelijk lichaam, oordeelde verreweg het meerendeel der leden, dat bij ontstane geschillen de politie eerst dan mag optreden, wanneer daarmede stoornis van de openbare orde gepaard gaat en dan nog zonder iets hoegenaamd te beslissen omtrent het on derwerp van geschil zelf. vim IK''en b.Vv' een kerk&ebouw °p hetzelfde oogen- bhk 2 partijen elkander het gebruik van eenen preek stoel betwisten, op eene wijze die de orde ernstiglyk verstoort, dan heeft de politie de aanwezigen het ge bouw slechts te doen verlaten, terwijl in gevallen van vermeende wederrechtelijke inbezitneming een voudig naar den burgerlijken rechter dient te worden verwezen. De vergadering besloot zich ter zake tot den mi nister van justitie te wenden. De residentie-briefschrjjver van de Zm. Ct. kan omtrent den gezondheidstoestand des Konings van goederhand meedeelen, dat' de pijnlijke aanvallen, die don patient zoo dikwijls keelden, zich niet meer zoo hevig en zoo veelvuldig voordoen, en de toestand niet onbevredigd is. Het blyft eehter eene slepende aandoening, die onvermijdelijk nu en dan haar tijdperken van verheffing heeft. Hoofdzaak is evenwel het zeer geregelde diëet, datZ. M. streng volgt, zoodat er dan ook geen reden is om sensatie- berichten te gelooven. Aangaande den brand in de mode-magazijnen van den heer Whiteley te Londen, wordt nog het vol gende gemeld: Tot 8 uur in den nacht was het westelijk deel van Londen zoo helder verlicht alsof het dag ware, door do vlammen, welke uit de ge bouwen opstegen, waaraan de oostwaarts gelegen volkomen zgn vernield. Aan spuiten ontbrak het niet, maar door de licht ontvlambare stoffen werd het vuur op ontzettende wgze aangewakkerd. Daarbij werd de brandweer in hare bewegingen niet weinig belemmerd door de menschenmassa, welke een ondoordringbaren muur vormde; het was Zaterdag avond toen de brand uitbarstte, en dan zgn altijd meer menschen dan gewoonlgk op de been. Drie personen werden door het invallen van een muur gedood, terwijl verschillende personen min of meer ernstig zijn gewond en in het St. Marysgasthuis opgenomen. Het is de vierde maal in de laatste v|jf jaren dat de magazijnen van Whiteley door brand ver nield worden, en telkens bedroeg de schade ruim 100,000; ditmaal echter zou, volgens eene ver klaring van Whiteley zei ven aan den reporter van een der Londensche bladen, de schade niet minder dan 525,000 beloopen. Ongelukkig schijnt het rich te bevestigen, die sedert den brand van Juni 1885 geene maatschappij het waagdo de gebouwen en goederen tegen brandschade te verzekeren, zoodat het verlies van Whiteley zoogoed als ongedekt is. I)e brand wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven, doch met zekerheid is dienaangaande niets bekend. Bg het begin van den brand hoorde een arbeider een knal als van ontplofbare stoffen; volgens de JiOndensche bladen is die knal echter door een gasontploffing ontstaan. V an de uitgebreidheid dezer zaak kan men zich een denkbeeld maken, wanneer men weet, dat de gebouwen veertien acres grond beslaan, dat 5000 personen er werkzaam zgn en 300 paarden voor vervoer gebeuikt worden. Whiteley wast juist te Ostepde. toen hij bericht ontving van den brand en keerde onmiddellijk terug. Zijn eerste bezoek gold de rookende puin- hoopen en zgn tweede het ziekenhuis, waar de gewonden zgn opgenomen. Het sohgnt wel, dat enkele godeelton zijner bezitting zijn verzekerd, maar niettemin bedraagt zgn verlies millioenen. Whiteley had zijn gebouwen laten maken van steen. Ze hadden zes verdiepingen en elke verdieping was met gzeren deuren voorzien, terwgl elke ver dieping met het naaste station der brandweer was verbonden. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen ver spreidden de vlammen zich met ongeloofelijke snel heid en stortten do binnenmuren zeer spoedig in, hetgeen het vermoeden betreffende een ontploffing sohgnt te bevestigen. Het Handelsblad geeft eenige nadere bgzonder- hoden omtrent de epidemie van zweetziekte, welke de laatste maanden in Frankrgk werd waargenomen. Zij zgn ontleend aan het rapport van dr. Jablonski, secretaris van Hen gezondheidsraad van het Vionne- departement, toegezonden aan de Sociétc de Médccine publique te Parijs. De ziekte kwam het eerst voor in een gemeente bij twee vrouwen, die na vijf dagen stierven. Spoe dig werden drie andere gemeenten besmet. Allo vier liggen op een kalkachtige bergvlakte, 10 a 90 meter boven de Rivier de Garfcemqe. Moeraskoortsen komen in deze streek veel voor. Vóór de ziekte werd waargenomen, had men daar vele gevallen van kwaadaardig verloopende mazelen en roodvonk ge had, vaak gepaard met ernstige aandoeningen der luchtwegen en der hersenvliezen, zoodat de zieken soms na 2 of 3 dagen overleden Dit gebeurde vooral in het kanton Lassap reeds in Maart, waar te Sillars een twintigtal personen stierven en de scholen moesten worden gesloten. Hetzelfde was in 1846 te Poitiers waargenomen, alvorens daar de zweetziekte heerschto. In t einde van April en Mei trad die ziekte duidelijker op. In eón gemeente kwamon 800 gevallen in de maand Mei voor. De ziekte tastte daar vooral man nen aan in de kracht van het leven, van 18 tot 45 jaren: kinderen jonger dan 11 jaar werden niet aan getast. Zij openbaarde zich somtijds tegelijk met de mazelen, maar meerendeels overviel zg den patiënten, die schijnbaar gezond waren naar bed gegaan, in den slaap. Somtgds verliep da- ziekte zeer goedaardig, in andere gevallen snel- dpodelyk. Bg goedaardige gevallen duurde echter vaak het herstellingstijd perk lang. Do ziokte werd vooral door braak- en laxeer middelen en door chinjne en atropine bestreden. Omtrent de oorzaag weet de rapporteur weinig mede te deelen; hg v'prmoedt dat lucht en bodem invloed hebben op het ontstaan, zooals stormen, vochtigheid, groote schommelingen der temperatuur! Hg meent de riekte als eene zenuwziekte te moe ten aanmerken en gelooft niet aan de besmettelijk heid of overdracht door inenting, waarmede een der doctoren ter plaatse op zich zelf een proef heeft genomen. Verschillende geneesheeren schenen echter van een ander oordeel en schreven maatre gelen van luchtverversqhing en ook van ontsmetting voor, terwgl algemeene voorschrifton tot zuivoring der huizen en van den bodem en tot het in rust laten van den bodem werden gegeven. Ook in de Socidté de médécine publique bleek men niet algemeen ui de meening te deelen dat de ziekte niet besmet- telgk is. Men besloot het regeeringsrapport af te wachten, dat door dr. Brouardel en anderen, na een onderzoek ter plaatse, zal worden uitgebracht en nog dezd maand wordt verwacht. Intusschen is de epidemie tot staan gekomen en zgn in de laatste weken geen nieuwe gevallen meer waargenomen. In het jaarverslag van het Nederlandsche Zende lingsgenootschap, van 1 Juli 1886 tot uit. Juni 1887, wordt omtrent de flnancioele aangelegenheden des' genootschaps het volgende medegedeeld. De geldelgke bijdragen vloeiden in 1886 in ruime mate toe, zoodat alle uitgaven konden worden bestre den en er nog iets overbleef voor het thans loopen- de jaar. Doch het jaar 1887 vordert vernieuwden, ingespannen arbeid. De vaste inkomsten van het genootschap zgn niet gestegen in evenredigheid van de verwachtingen, die men koesterde na de opwek king van 1885. r Do legaten klommen in 1886 tot een vroeger zel den voorkomend cijfer. Zg beliepen niet minder dan 88,363met de giften vereenigd, staat dit hoofd in onze boeken voor 51,467 opgeteekend, zqodat de giften slechts 13,104 vei tegen woord igen. Nu slüi- ten legaten, hoe gewenscht ook, reeds van zelf in verliezen van warme vrienden en vriendinnen, en deze waren, volgens ingekomen berichten, vele en belangrgke. In 1885 klom het cijfer der legaten bedroa« dat giften niet minder fï-f 2.6'5"'nwaaru],t da8 'olgt, dat in 1886 aan Jaar"1 12'460 mmder inkwam dan in het vorige Kon men nu van vooruitgang in de overige in- kometen getuigen dan zou er reden van tevreden- hem bestaandoch ook daarin ia verachtering. De contribution en collecten in bidstonden gingen ƒ975 achteruit. I)e pinkster- en andere feostcollecten brach ten 1719 minder op. Zoo verachterden de bijdra gen van hulpgonootschappen met 1467 zoodat de meer tot de vaste inkomsten bèhoorende ontvangsten ƒ4161 minder bedroegen dan itt 1885 en, het verschil in de giften daarbij i6- 6ene, verachtering van niet minder dsn 16601 aanduidt, een cgfer, dat nagenoeg gelijk is aan het overschot in 1886 op de ontvangsten en uitgaven in kas gebleven. Het is waar, 1885 was h t jaar, waarin eene buitengewone inspanning werd vernacht om in den ontstanen nood te voorzien. Dit moet men niet vergeten. Treedt men in deze bijzonderheden niet, let men op do volle oijfers van inkomsten en uitgaven,-dan komt men tot eene alleszins verblijdende uitkomst De ontvangsten bedroegen 94,309,66 de uitva- T0D "C lï'ovn ZOodat een 8aldo in kas Weef van 17,270.48'/,. Voor de scholen in de Mina- hassa werd bovendien nog/5,933.25 en voor Bolaag- Mongondou 2000 geïnd. Dit geeft reden tot dankbaarheid on strekt tot bemoediging. En wat dit laatste betreft, zoo wordt ook nog de aandacht gevestigd op een ander verschijnsel Als men de ontvangsten van vroegere jaren, bepaalde- lijk die van de laatste overziet, dan merkt men op dat» de meer gunstige en ongunstige jaren geregeld' afwisselden, zoodal naar die waarneming 1886 tot de ongunstige jaren zou moeten behooren, wat dan toch verre van waar is. Naar bevinding van den boek houder des genootschaps zijn de verschillen voor een deel toe te schrijven aan het min geregeld inkomen van de rekeningen van sommige afcfeelingen waar- door hij genoodzaakt is, by het sluiten van de jaar- regeoring, posten open te laten, van wolke hij zioh verzekerd houdt, dat hij in een volgend jaar zullen verschijneu, terwgl het hem ook niet altijd mogelijk is de contributies en andere bydragen uiteen te houden. Bij de uitgaven komen zulke verschillen met voor, van daar dat deze, naar de opgaven, als volkomen vertrouwbaar kunnen betehouwd worden. Het hoofdbestuur voorziet in een volgend jaar eene niet onaanzienlijke vermeerdering van uitgaven, als noodzakelijk gevolg der vermeerdering van het personeel der zendelingen in het algemeen. het zendelingshuis zijn thans de kweekelingen J. K. Wijngaarden, A. Hulstra, E. W. G. Graafland, J, 8. de Vries, T. Bezemer en A. C. Kruijt, en de aflspirant-kweekelingen M. Koning en A. Munster- ffian, terwijl in hunnen proeftijd zijn Ch. Niessink, Joustra, H. Brolama en E. J. N. Schagen. De vier eersten verkeeren in den laatsten tjjd van hunne oploiding en ontvangen reeds voorloopig aanduiding van hunne bestemming, ten einde zich in tjjds daar toe voor te bereiden. Aan het hoogacht Dogbl. schrijft men nit Rot terdam Do Groote Schouwburg zal reeds met October ge sloopt worden en op de terreinen zullen hoerenhui zen verrijzen. De koffiekamer zal waarschijnlijk ver anderd worden in een groot café. Met het reeds gesloopte Panorama verliest dus Rotterdam twee groote kunstinriehtingen. Een paar jaar geleden was er sprake, dat een Arasterdamsche combinatie in de Stationsstraat een groot concertge bouw zou stichten, dat 6 ton gouds zou kosten. Een brochure werd reeds over die zaak uitgegeven, maar nu zelfs voor ongeveer 1 ton de groote schouwburg' welke zeer geschikt was voor een concertzaal, in sloopershanden overging, kan men hieruit afleiden dat deze Amsterdamsche combinatie het voor goed heeft afgelegd en het concertgebouw niet anders was dan een //Chflteau en Espagne.s Het is wel 'jammer dat de groote schouwburg niet. bbjft bestaan, daar nu de nieuwe schoitwburg in de Aert van Nesstraat het monopolie krijgt en voor andere gezelschappen buiten Rotterdam weiuig ge schikte gelegenheid bestaat om voorstellingen te geven. Men schryft aan de Hoorl. CU.: Met het restauratie-werk aan don alouden toren der St. Servaas-kerk te Maastricht waarvoor, ge- Inr'n zich herinnert, 49,000 subsidie door het Ryk is toegestaan is men thans aangevangen, en wel aan het middenstuk: een steiger is dezer dagen gebouwd aan de zuidzyde daarvan. Geheel do bui- tenbekleeding van de dikfae, in ruwe, soms ver uit stekende steenen gebouwde muren zal by kleine ge deelten worden veritieuwd, waarbij dan dezelfde on- gelykmatige plaatsing van steenen, sleehts een weinig minder ruw, wordt gevolgd, gelyk dat ook reeds bij sommige gedeelten dér kerk heeft plaats gehad. Met het eveneens romaansche middenschip der kerk behoort de toren tpt het oudste gedeelte^ van het gebouw. De zijschepen en de daarbij aangebouwde kapellen zijn, gelyk uit de bouworde (Gothisch) en het geheel andere materiaal (mergelsteen) blykt, een paar eeuwen jonger. Ieder, die ooit te Maastricht geweest is, herinnert zich den merkwaardigen vorm van den St. Servaas- toren, een breed gevaarte in twee verdiepingen van grauwen natuursteen, gekroond door drie vóór een paar honderd jaar gebouwde, met lood bekleede, vierkante koepeltorens, van welke de buitenste slechts laag zyn, de middelste veel hooger en doorluchtig, in een phantasie-stijl, eonigzins Mauresk, terwijl de koepel op hoogen standaard een kruis draagt. Het voornemen bestaat, onder het restauratie-werk ook de wegruiming der drie koepeltorens te begrijpen en spitsen in Romaanschon stijl te bouwen, gelijk die, ook blijkens oude afbeeldingen, er vroeger geweest zyn. Onzeker is nog, of er twee of drie zullen worden gebouwd. Van welken omvang de werkzaamheden zijn aan oen oud bouwwerk als de St. Servaas-kerk te Maas tricht, kan blijken uit het feit, dat thans reeds 18 jaren voortdurend aan de kerk gewerkt wordt, die dan thans ook bijna gereed is. Alleen reeds aan de herstelling van een portaal, aan de zuidzijde gelegen, is verscheidene jaren gearbeid; maar hier moesten ook meer dan 80 beeldhouwwerken, beeldon, borst beelden en voorstellingen, hersteld of vernieuwd .worden, behalve nog do restauratie van het bouw werk, torwijl alles met goud' en andere kleuren ge polychromeerd is. Voor dit portaal, dat veel over komst heeft met dat van de kathedraal te Munster, heeft de stedelijke regeering de straat meer dan een meter laten afgraven, waardoor thans de archi tectonische lijnen geheel zichtbaar zijn geworden en een vele eeuwen bestaan hebbende misstand is weggenomen. Hoe een wet wol eens een verkeerde uitwerking kan hebben, blijkt thans weder in Frankrijk, waar tengevolge van de rechten op do granen de prysQ van het brood gestegen is. Terwijl dus 200000 eigenaars van de verhooging van den prijs der gra nen profiteeren, lijden meer dan 15 raillioen men schen door de verhooging der broodprijzen nadeel. Door den Minister van Financiën is, naar aanlei ding van een arrest van den Hoogen Raad van 7 Febr. jL bepaald, dat aan de woon- of verblijf plaats alleen dan exploot mag worden gedaan, wanneer aldaar of de persobn wien het aangaat, óf iemand van zijne huisgenooten wordt gevonden. In laatstbedoeld geval moet uit do akte duidelijk blyken dat degeen, met wien gesproken is, tot de huisgenooten behoort. Als zoodanig is o. a. niet aan té merken een uit wonende dienst- of werkbode. Het is Wieringer kermis. Heden morgen zes uur luidde de groote klok om de kermis in te luiden, en om acht uur werd dit gelui herhaald. Wieringer kermis zal wel gelyk staan aan de meeste andere kermissen, alleen de aanvang is wel der vermelding waard. De kermis begint met de ver pachting der .tienden. Er rust een tienderecht op Wieringen, dat reoht behoort aan eene aristocratische familie buiten het eiland. Klokke tien verzamelen zich eenige boeren in het logementdaar bevinden zich de notaris en de secretaris benevens een ge volmachtigde van Texel, om de tienden te ont vangen en op nieuw te verpachten. Het geheele eiland is in 18 pevceelen verpacht. De boeken worden nu geopend, en de pachter uit- genoodigd de pachtsom van verleden jaar te betalen. Veel bedraagt die som niet. Werd er eenige jaren geleden nog ruim 2000 gestort, thans bedraagt die som maar ruim 200. De land eigenaars* der verschillende perceelen kiezen uit hun midden eenen pachter, zoodat er van opbieden geen sprake is, en en die pachtsomwordt dan bundersgewyze bijeenge bracht. Terwijl de pachters beginnen te betalen, rukt de kop aan, gevuld met brandewijn en rozij nen. Ieder pachter die betaald heeft, mag daaruit een paar lepelsvol nemen. Terwyl do betalers langzaam opdagen, is het elf uur geworden, nog een drietal ontbreken, doch zy zullen meteen wel komen. De gevolmaohtigde beveelt de groote klok waaraan 8«volK wordt gegeven. Nu stroo- tnia .ade™n,,bn mensohou naar de kerk, waar de tule uitgedeeld kil worden. Tule, dat zijn kleine Wt waarde Tan «"lb Voor de kerk plaatsen zich nu twee mannen, ieder met eene Z\T 6,\er WOrdt beveI Regeven langzaam ontvZl l8der die naar buiten komt ha kW v a T br00dje' I#der tot' zelfs m«vmJbnd dat op den arm wórdt gedragon, nibto r i, V'igt bemand. Behalve deze uitdeehng krygen ook de notabelen van de plaats hun doel. De burgemeester krijgt 50, de predikant on de notaris ieder 30, de hoofdonderwijzer 25 enz. Dit alles wordt betaald van de pachtsom. Man wil weten, dat in vroeger tijden de notabelen van den tiendheffer geschenken ontvingen om door hunnen invloed de heffing der tienden te bevorderen, en dat nu deze broodjes daar nog een overblijfsel van zijn. Klein en groot worden de handen gevuld. Waarom nu die broodjes tule heeten, is mij nog niet duide lijk. Ik vermoed dat deze kermis in vroegere jaren vooral eene markt voor tule en kant der boerinnen- kappen is geweestik heb daar echter geen anderen grond voor dan dat deze kermis nog altijd tulemarkt wordt genoemd. Hoe dat moge zijn, die broodjes heeten tule en zullen dien naam nog blijven dragen, nadat de tiendeheffing verdwenen is. Het schijnt dat daarvan het einde nadert. De pacht wordt elk jaar goedkooper, dit jaar heeft zij slechts de geringe som van f 145 opgebracht. Die verpachting levert iets zeer oentonigs op. Voor ieder perceel is slechts één bieder, en aan opbieden is niet te denken, Nu en dan legt iemand voor den vorm nog een paar gulden op zijn eigen bod. Een zes tal perceelen brachten niet meer op dan ieder 1, ett daar werden dan nog doftig twee borgen voor ingeschreven. Ook meest voor ieder perceel 2 betaald worden tot het dragen van- de onkosten der verpachting, zoodat van die 6 percbelen de onkosten grooter waren dan de paohtsom. Zoo is dan de Wieringer kermis aangevangen, on zyn de boeren al ongevoelig aan het drinken gegaan, de rest zal nu wel gaan als elke andore kermis. (N. Rett. O.) Men schrijft van Terschelling aan het hblod Verleden week heeft de heer Ter Meulen zelfde leiding weer op zioh genomen van de exploitatie van het wrak der Lutine. Op do beide laatste dagen dier week heeft men door middel van eene slang en eene spuit met geperst water in het zand ge werkt en wel twee uren lang in 8 voet zand. Bij die gelegenheid vond men eene groote loodeu kist terug, welke men bij vorige duiking in 18571861 wel had gezien, doch waarvan men niets naders wist. Of er veel in is, staat zeer te bezien, terwyl het deksel gebroken of stuk gewerkt is, maar het is een degelijk bewijs, dat men de juiste plaatsen nadert, waar zich schatten kunnen bevinden, aange nomen dat ze werkelijk in het wrak zijn geweest. Door de kentering van het getij en den avond moest men de werkzaamheden s aken. Ook deze nieuwe vinding van den concessionaris voldoet zeer goed, evenals de steker, waarmede hjjjhet wrak opspoorde en welken hy nog gebruikt om den bodem te onder zoeken. Dezer dagen is te München het tweede congres van de beoefenaars van het Volhpiik gehouden. De Arnhtmache Courant heeft van een Neder- landschen Volapükist, die het congres bywoonde, eenige mededeelingen Ontvangen, waaraan wij het volgende ontleenen De beoefenaars der wereldtaM uit den vreemde werden te Munchen zeer hartelyk ontvangen. De uitvinder der taal, pastor Schleyer word vooral met geestdrift begroet en daverend weerklonk het li/S, dat men hem toeriep. De eerste feestbyeenkomst had op den avond van den 6den Augustus in den «Arebeyerkeller» plaats. Een paar honderd .personen van allerlei stand en leeftijd kwamon aldaar byeen. Aan 3chleyer werd natuurlykerwijze eene eereplaats aangewezen. Mu ziek en toosten in Duitsch en in Volapük wis selden elkander af. Weenefl Bad een veertiental «fidele Brüder" gezonden, en verder waren Pruisen, Wurtombnrg, Fraiikryk, Zwitserland en Nederland, vertegenwoordigd. De voorzitter van de Mfinchener Volapükaldub Schnepper, hield een rede in het |Volapiik, en ook Schleyer zelf liet zich niet onbetuigd. Een 12-jarig meisje bood een ruiker aan Schleyer aan met een versje in Volapük. Een frauleia Leoüore Buff speelde op de harp en de kön. Kamraermusiker op de cornet a piston. Brieven van den prins-regent Luitpold en van de prinsen Arnulf, Leopold en Rupreeht van Beieren werden voorgelezen. De eerste openbare^ feestvergadering had den vol genden dag plaats. Nadat het bureau gevormd was, nam de vader der taal J. M. Schleyer («datikel e cifal Volapüka") het woord en ontwikkelde zync denkbeelden omtrent de door hem uitgedachte kunst taal; hy drukte er daarbij vooral op, dat het hem er nooit om te doen was geweest de moedertaal van eenig volk te verdringen door zijn kunstjgfduct Volapük moest slechts het middel worden om perso nen van verschillende nationaliteit een eenvoudig middel te verschaffen, om zich onderling verstaan baar te maken, en ook naar hy hoopte een middel, om de «Klassenhass", de „Racenhasa» en de «Mas- senhaas", die de menschheid zoo ongelukkig maken, te vorminderen. Vervolgens trad de heer L. Einstein uit Neuren- f berK °Pi om het een en ander mede te deelen omtrent vroegere pogingen tot vorming eener alge meene taal, daarna de heer dr. A. Kirchhoff uit Halle en vervolgens de heer E. Gutensohn uit München, met eenige mededeelingen omtrent de tegenwoordige verbreiding van Volapük over den aardbol. De heer R. Herolt uit München betoogde hier na hoe logisch Volapük in elkander zit, en hoe bij de vorming der woorden geen blinde willekeur maar toepassing van uit de bestaande talen afgeleide rogels heeft voorgezeten. Ten slotte hield de heer A. Colling, uit Ludwigshafen, eene verhandeling over de beste middelen, om het Volapük verder te verspreiden. Na afloop der vergadering had het glefid of de feestmaaltijd plaats, waarbij het aan toosten in Volapük en Duitsch., niet ontbrak. Het verslag over den toestand der leerlooierijen en schoenmakerijen te Tilburg, door de benoemde commissie aan de Kamer van Koophandel en Fa brieken te Waalwijk opgezonden, bevat het volgen- Sedert de laatste tien of twaalf jaren is alhier het aantal leerlooierijen tot op een derde verminderd. Thans zijn hier 15 looierijen, die, behoudens een enkele, van weinig beteekenia zijn. Als oorzaak Van l den achteruitgang wordt beschouwd het in het'bjk tenland gefabriceerd en hier ingevoerd overleer. Aan arbeidsloonen wordt hier weinig uitgegeven, daar de meeste looiers zonder knechts arbeiden! omzet, waarvan een opgave in cijfers moeilijk is, kan men ais van weinig beteekenis beschouwen; zij is sedert 1870 met drie vierde verminderd. De schoenmakerijen zijn hier in verhouding met die in de Langstraat niet talrijk. Er zijn hier p. m. tien schoenmakerijen die voor het buitenland leveren; waarvan een machinale, zij werken met circa 200 arbeiders, waarvan de loonen in den loop van vijftien jaren met 10 pCt. verminderd zijn. De achteruitgang in zaken, wat dezen tak van nijverheid betreft, is, volgens de .commissie, alleen toe te schrijven aan den invoer hier te lande van gemaakt en leestklaar schoenwerk. Als/een staaltje van Depretis' zachtmoedigheid wordf het volgende verhaald: De Minister over nachtte^ eens te Casale in een hotel van den tweeden rang in een kamer naast hem logeerde iemand, die bij Depretis om eene betrekking vjgft vragen, maar niet wist wie zijn buurman was. Nu had Depretis de gewoonte Trttfld te snurken; dat hield den ander uit zijn slaap en hij smeet eerst zijn laarzen tegen het beschot, en begon, toen dat niet hielp, krach tig to vloeken. Depretis stond op, maakte zijn excuses, stak een kaars aan en begon te lezen. Den volgenden morgen zond hy een kelner om nog eens zyn excuses te maken. „Wie is dat beest vroeg de sollicitant. „Dat beest is de Minister Depretis" zeide de kelner. Consternatie van den sollicitant! Depretis ontving hein echter zeer vriendelijk en zeide, dat hy hem dankbaar was geweest voor de stoornis, Omdat hy dientengevolge een boek had gelezen, dat hij nog nooit gelezen had: „La Dame aux Camelias". En de man kreeg de gevraagde betrekking. Prins Ferdinand van Coburg schijnt dan nu toch zekor naar Bulgarije te gaan, al wordt bg zijn aan gekondigd vertrek uit Weenen verzwegen, waarheen hij zich begeeft; de hofhouding is met Natschewitch vertrokken. De Bulgaarsche Ministers begaven zich op aandrang van de Regenten naar Sistovo en een eskadron dragonders is ais Vorstelgke éerewacht naar Ruschtschuk gezonden. Te Angers hebben de Fransche legitimisten hun jaarlgksch congres gehouden. Daarbij hield generaal De Cathelineau een opgewonden ^toespraak, waarin hij herinnerde aan de heldendaden der Vendeeërs, die iw dapper voor hun geloof en hun wettige be- heerschers hebben gestreden, en welke hg besloot met een aansporing tot zijn partggenooten, om go- trouw te hlifven aan hun zinspreuk: Dieu et le roy Na De Cathelineau voerden nog vele sprekers het woord. De uitslag was het aannemen eener resolutie van dozen inhoud: «De legitimisten, den 7den Augustus te Angers bijeen, zweren gotrouw te zullen blijven aan de Salische wet en weigeren daarom een anderen vorst als koning te erkennen, daraprins Jean van Bourbon, den oudsten telg uit hS huis Aigou." Dit deel der jnonarchistische partij blgft dus nog steeds weigeren den graaf van Pargs als het hoofd der koningsgezinde partg te erkennen. De Prins-regent van Beieren hééft Von Franken stein, den bestrijder van het Septennaat zoowel als va» de inmenging des pausen in zuiver binnenr landsche aangelegenheden, tot president der Eerste Kamer benoemd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2