Buitenlaodsch Overzicht.
daarvoor ia nog noodig aanneming in de nieuwe
Kamers met */'s der uit te brengen stemmen en
dan bekrachtiging en afkondiging van wege den
Koning. Dat reglement steunt trouwens op een
geheel gewijzigd stelsel van kiesrecht, dat het ge-
wichtigste deel der herziening vormt en dus ook
eerst na de tweede behandeling wordt ingevoerd.
Heeft zulks echter plaats gehad, dan wordt het
voorloopig kiesreglement een gewone wet, vatbaar
voor wijziging zonder den omslag eener grondwets
herziening. Er staat dan ook uitdrukkelijk in art.
VII der additioneele bepalingen dat de wijzigingen
in de kièswet (het voorloopig kiesreglement) zullen
gelden, «totdat de wet daaromtrent nader zal hebben
beschikt."
In de dezer dagen gehouden vergadering der
Utrechtsche prov. Vereeniging van burgemeesters en
gemeentesecretarissen werd o. m. de vraag behandeld
in hoever de bekende twisten in de Ned. Herv. Kerk
omtrent bezitneming en uitoefening van dit recht
aanleiding kunnen geven tot een handelend optreden
van de politie. Meenden enkele leden dat de poli
tie, daartoe verzocht, hare hulp moet verleenen tegen
al wie lijdelijk of feitelijk zich een gezag aanmatigt
of handelingen pleegt met de synodale kerkelijke
reglementen in strijd, anderen huldigden te dien
aanzien eene geheel tegenovergestelde zienswijze.
Op don voorgrond stellende, dat de Mi?d. Herv.
Kerk niet is oen openbaar lichaam en du$ hare aan
spraak op bescherming van rechten niet verdergaat
dan die van elk ander niet door de wet ingesteld
zedelijk lichaam, oordeelde verreweg het meerendeel
der leden, dat bij ontstane geschillen de politie
eerst dan mag optreden, wanneer daarmede stoornis
van de openbare orde gepaard gaat en dan nog
zonder iets hoegenaamd te beslissen omtrent het on
derwerp van geschil zelf.
vim IK''en b.Vv' een kerk&ebouw °p hetzelfde oogen-
bhk 2 partijen elkander het gebruik van eenen preek
stoel betwisten, op eene wijze die de orde ernstiglyk
verstoort, dan heeft de politie de aanwezigen het ge
bouw slechts te doen verlaten, terwijl in gevallen
van vermeende wederrechtelijke inbezitneming een
voudig naar den burgerlijken rechter dient te worden
verwezen.
De vergadering besloot zich ter zake tot den mi
nister van justitie te wenden.
De residentie-briefschrjjver van de Zm. Ct. kan
omtrent den gezondheidstoestand des Konings van
goederhand meedeelen, dat' de pijnlijke aanvallen,
die don patient zoo dikwijls keelden, zich niet
meer zoo hevig en zoo veelvuldig voordoen, en de
toestand niet onbevredigd is. Het blyft eehter eene
slepende aandoening, die onvermijdelijk nu en dan
haar tijdperken van verheffing heeft. Hoofdzaak
is evenwel het zeer geregelde diëet, datZ. M. streng
volgt, zoodat er dan ook geen reden is om sensatie-
berichten te gelooven.
Aangaande den brand in de mode-magazijnen van
den heer Whiteley te Londen, wordt nog het vol
gende gemeld: Tot 8 uur in den nacht was het
westelijk deel van Londen zoo helder verlicht alsof
het dag ware, door do vlammen, welke uit de ge
bouwen opstegen, waaraan de oostwaarts gelegen
volkomen zgn vernield. Aan spuiten ontbrak het
niet, maar door de licht ontvlambare stoffen werd
het vuur op ontzettende wgze aangewakkerd. Daarbij
werd de brandweer in hare bewegingen niet weinig
belemmerd door de menschenmassa, welke een
ondoordringbaren muur vormde; het was Zaterdag
avond toen de brand uitbarstte, en dan zgn altijd
meer menschen dan gewoonlgk op de been. Drie
personen werden door het invallen van een muur
gedood, terwijl verschillende personen min of meer
ernstig zijn gewond en in het St. Marysgasthuis
opgenomen.
Het is de vierde maal in de laatste v|jf jaren
dat de magazijnen van Whiteley door brand ver
nield worden, en telkens bedroeg de schade ruim
100,000; ditmaal echter zou, volgens eene ver
klaring van Whiteley zei ven aan den reporter van
een der Londensche bladen, de schade niet minder
dan 525,000 beloopen. Ongelukkig schijnt het
rich te bevestigen, die sedert den brand van Juni
1885 geene maatschappij het waagdo de gebouwen
en goederen tegen brandschade te verzekeren, zoodat
het verlies van Whiteley zoogoed als ongedekt is.
I)e brand wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven,
doch met zekerheid is dienaangaande niets bekend.
Bg het begin van den brand hoorde een arbeider
een knal als van ontplofbare stoffen; volgens de
JiOndensche bladen is die knal echter door een
gasontploffing ontstaan.
V an de uitgebreidheid dezer zaak kan men zich
een denkbeeld maken, wanneer men weet, dat de
gebouwen veertien acres grond beslaan, dat 5000
personen er werkzaam zgn en 300 paarden voor
vervoer gebeuikt worden.
Whiteley wast juist te Ostepde. toen hij bericht
ontving van den brand en keerde onmiddellijk
terug. Zijn eerste bezoek gold de rookende puin-
hoopen en zgn tweede het ziekenhuis, waar de
gewonden zgn opgenomen. Het sohgnt wel, dat
enkele godeelton zijner bezitting zijn verzekerd,
maar niettemin bedraagt zgn verlies millioenen.
Whiteley had zijn gebouwen laten maken van
steen. Ze hadden zes verdiepingen en elke verdieping
was met gzeren deuren voorzien, terwgl elke ver
dieping met het naaste station der brandweer was
verbonden. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen ver
spreidden de vlammen zich met ongeloofelijke snel
heid en stortten do binnenmuren zeer spoedig in,
hetgeen het vermoeden betreffende een ontploffing
sohgnt te bevestigen.
Het Handelsblad geeft eenige nadere bgzonder-
hoden omtrent de epidemie van zweetziekte, welke
de laatste maanden in Frankrgk werd waargenomen.
Zij zgn ontleend aan het rapport van dr. Jablonski,
secretaris van Hen gezondheidsraad van het Vionne-
departement, toegezonden aan de Sociétc de Médccine
publique te Parijs.
De ziekte kwam het eerst voor in een gemeente
bij twee vrouwen, die na vijf dagen stierven. Spoe
dig werden drie andere gemeenten besmet. Allo vier
liggen op een kalkachtige bergvlakte, 10 a 90 meter
boven de Rivier de Garfcemqe. Moeraskoortsen komen
in deze streek veel voor. Vóór de ziekte werd
waargenomen, had men daar vele gevallen van
kwaadaardig verloopende mazelen en roodvonk ge
had, vaak gepaard met ernstige aandoeningen der
luchtwegen en der hersenvliezen, zoodat de zieken
soms na 2 of 3 dagen overleden Dit gebeurde
vooral in het kanton Lassap reeds in Maart, waar
te Sillars een twintigtal personen stierven en de
scholen moesten worden gesloten. Hetzelfde was in
1846 te Poitiers waargenomen, alvorens daar de
zweetziekte heerschto.
In t einde van April en Mei trad die ziekte
duidelijker op.
In eón gemeente kwamon 800 gevallen in de
maand Mei voor. De ziekte tastte daar vooral man
nen aan in de kracht van het leven, van 18 tot 45
jaren: kinderen jonger dan 11 jaar werden niet aan
getast. Zij openbaarde zich somtijds tegelijk met de
mazelen, maar meerendeels overviel zg den patiënten,
die schijnbaar gezond waren naar bed gegaan, in
den slaap.
Somtgds verliep da- ziekte zeer goedaardig, in
andere gevallen snel- dpodelyk. Bg goedaardige
gevallen duurde echter vaak het herstellingstijd
perk lang.
Do ziokte werd vooral door braak- en laxeer
middelen en door chinjne en atropine bestreden.
Omtrent de oorzaag weet de rapporteur weinig
mede te deelen; hg v'prmoedt dat lucht en bodem
invloed hebben op het ontstaan, zooals stormen,
vochtigheid, groote schommelingen der temperatuur!
Hg meent de riekte als eene zenuwziekte te moe
ten aanmerken en gelooft niet aan de besmettelijk
heid of overdracht door inenting, waarmede een
der doctoren ter plaatse op zich zelf een proef
heeft genomen. Verschillende geneesheeren schenen
echter van een ander oordeel en schreven maatre
gelen van luchtverversqhing en ook van ontsmetting
voor, terwgl algemeene voorschrifton tot zuivoring
der huizen en van den bodem en tot het in rust
laten van den bodem werden gegeven. Ook in de
Socidté de médécine publique bleek men niet algemeen
ui de meening te deelen dat de ziekte niet besmet-
telgk is. Men besloot het regeeringsrapport af te
wachten, dat door dr. Brouardel en anderen, na een
onderzoek ter plaatse, zal worden uitgebracht en
nog dezd maand wordt verwacht.
Intusschen is de epidemie tot staan gekomen en
zgn in de laatste weken geen nieuwe gevallen meer
waargenomen.
In het jaarverslag van het Nederlandsche Zende
lingsgenootschap, van 1 Juli 1886 tot uit. Juni 1887,
wordt omtrent de flnancioele aangelegenheden des'
genootschaps het volgende medegedeeld.
De geldelgke bijdragen vloeiden in 1886 in ruime
mate toe, zoodat alle uitgaven konden worden bestre
den en er nog iets overbleef voor het thans loopen-
de jaar. Doch het jaar 1887 vordert vernieuwden,
ingespannen arbeid. De vaste inkomsten van het
genootschap zgn niet gestegen in evenredigheid van
de verwachtingen, die men koesterde na de opwek
king van 1885. r
Do legaten klommen in 1886 tot een vroeger zel
den voorkomend cijfer. Zg beliepen niet minder dan
88,363met de giften vereenigd, staat dit hoofd in
onze boeken voor 51,467 opgeteekend, zqodat de
giften slechts 13,104 vei tegen woord igen. Nu slüi-
ten legaten, hoe gewenscht ook, reeds van zelf in
verliezen van warme vrienden en vriendinnen, en
deze waren, volgens ingekomen berichten, vele en
belangrgke. In 1885 klom het cijfer der legaten
bedroa« dat giften niet minder
fï-f 2.6'5"'nwaaru],t da8 'olgt, dat in 1886 aan
Jaar"1 12'460 mmder inkwam dan in het vorige
Kon men nu van vooruitgang in de overige in-
kometen getuigen dan zou er reden van tevreden-
hem bestaandoch ook daarin ia verachtering. De
contribution en collecten in bidstonden gingen ƒ975
achteruit. I)e pinkster- en andere feostcollecten brach
ten 1719 minder op. Zoo verachterden de bijdra
gen van hulpgonootschappen met 1467 zoodat
de meer tot de vaste inkomsten bèhoorende
ontvangsten ƒ4161 minder bedroegen dan itt
1885 en, het verschil in de giften daarbij i6-
6ene, verachtering van niet minder dsn
16601 aanduidt, een cgfer, dat nagenoeg gelijk is
aan het overschot in 1886 op de ontvangsten en
uitgaven in kas gebleven. Het is waar, 1885 was
h t jaar, waarin eene buitengewone inspanning werd
vernacht om in den ontstanen nood te voorzien.
Dit moet men niet vergeten.
Treedt men in deze bijzonderheden niet, let men
op do volle oijfers van inkomsten en uitgaven,-dan
komt men tot eene alleszins verblijdende uitkomst
De ontvangsten bedroegen 94,309,66 de uitva-
T0D "C lï'ovn ZOodat een 8aldo in kas Weef
van 17,270.48'/,. Voor de scholen in de Mina-
hassa werd bovendien nog/5,933.25 en voor Bolaag-
Mongondou 2000 geïnd. Dit geeft reden tot
dankbaarheid on strekt tot bemoediging.
En wat dit laatste betreft, zoo wordt ook nog de
aandacht gevestigd op een ander verschijnsel Als
men de ontvangsten van vroegere jaren, bepaalde-
lijk die van de laatste overziet, dan merkt men op
dat» de meer gunstige en ongunstige jaren geregeld'
afwisselden, zoodal naar die waarneming 1886 tot de
ongunstige jaren zou moeten behooren, wat dan toch
verre van waar is. Naar bevinding van den boek
houder des genootschaps zijn de verschillen voor een
deel toe te schrijven aan het min geregeld inkomen
van de rekeningen van sommige afcfeelingen waar-
door hij genoodzaakt is, by het sluiten van de jaar-
regeoring, posten open te laten, van wolke hij zioh
verzekerd houdt, dat hij in een volgend jaar zullen
verschijneu, terwgl het hem ook niet altijd mogelijk
is de contributies en andere bydragen uiteen te
houden. Bij de uitgaven komen zulke verschillen
met voor, van daar dat deze, naar de opgaven,
als volkomen vertrouwbaar kunnen betehouwd worden.
Het hoofdbestuur voorziet in een volgend jaar
eene niet onaanzienlijke vermeerdering van uitgaven,
als noodzakelijk gevolg der vermeerdering van het
personeel der zendelingen in het algemeen.
het zendelingshuis zijn thans de kweekelingen
J. K. Wijngaarden, A. Hulstra, E. W. G. Graafland,
J, 8. de Vries, T. Bezemer en A. C. Kruijt, en de
aflspirant-kweekelingen M. Koning en A. Munster-
ffian, terwijl in hunnen proeftijd zijn Ch. Niessink,
Joustra, H. Brolama en E. J. N. Schagen. De
vier eersten verkeeren in den laatsten tjjd van hunne
oploiding en ontvangen reeds voorloopig aanduiding
van hunne bestemming, ten einde zich in tjjds daar
toe voor te bereiden.
Aan het hoogacht Dogbl. schrijft men nit Rot
terdam
Do Groote Schouwburg zal reeds met October ge
sloopt worden en op de terreinen zullen hoerenhui
zen verrijzen. De koffiekamer zal waarschijnlijk ver
anderd worden in een groot café.
Met het reeds gesloopte Panorama verliest dus
Rotterdam twee groote kunstinriehtingen. Een paar
jaar geleden was er sprake, dat een Arasterdamsche
combinatie in de Stationsstraat een groot concertge
bouw zou stichten, dat 6 ton gouds zou kosten. Een
brochure werd reeds over die zaak uitgegeven, maar
nu zelfs voor ongeveer 1 ton de groote schouwburg'
welke zeer geschikt was voor een concertzaal, in
sloopershanden overging, kan men hieruit afleiden
dat deze Amsterdamsche combinatie het voor goed
heeft afgelegd en het concertgebouw niet anders was
dan een //Chflteau en Espagne.s
Het is wel 'jammer dat de groote schouwburg niet.
bbjft bestaan, daar nu de nieuwe schoitwburg in de
Aert van Nesstraat het monopolie krijgt en voor
andere gezelschappen buiten Rotterdam weiuig ge
schikte gelegenheid bestaat om voorstellingen te
geven.
Men schryft aan de Hoorl. CU.:
Met het restauratie-werk aan don alouden toren
der St. Servaas-kerk te Maastricht waarvoor, ge-
Inr'n zich herinnert, 49,000 subsidie door het
Ryk is toegestaan is men thans aangevangen, en
wel aan het middenstuk: een steiger is dezer dagen
gebouwd aan de zuidzyde daarvan. Geheel do bui-
tenbekleeding van de dikfae, in ruwe, soms ver uit
stekende steenen gebouwde muren zal by kleine ge
deelten worden veritieuwd, waarbij dan dezelfde on-
gelykmatige plaatsing van steenen, sleehts een weinig
minder ruw, wordt gevolgd, gelyk dat ook reeds bij
sommige gedeelten dér kerk heeft plaats gehad.
Met het eveneens romaansche middenschip der kerk
behoort de toren tpt het oudste gedeelte^ van het
gebouw. De zijschepen en de daarbij aangebouwde
kapellen zijn, gelyk uit de bouworde (Gothisch) en
het geheel andere materiaal (mergelsteen) blykt, een
paar eeuwen jonger.
Ieder, die ooit te Maastricht geweest is, herinnert
zich den merkwaardigen vorm van den St. Servaas-
toren, een breed gevaarte in twee verdiepingen van
grauwen natuursteen, gekroond door drie vóór een
paar honderd jaar gebouwde, met lood bekleede,
vierkante koepeltorens, van welke de buitenste slechts
laag zyn, de middelste veel hooger en doorluchtig,
in een phantasie-stijl, eonigzins Mauresk, terwijl de
koepel op hoogen standaard een kruis draagt. Het
voornemen bestaat, onder het restauratie-werk ook de
wegruiming der drie koepeltorens te begrijpen en
spitsen in Romaanschon stijl te bouwen, gelijk die,
ook blijkens oude afbeeldingen, er vroeger geweest
zyn. Onzeker is nog, of er twee of drie zullen
worden gebouwd.
Van welken omvang de werkzaamheden zijn aan
oen oud bouwwerk als de St. Servaas-kerk te Maas
tricht, kan blijken uit het feit, dat thans reeds 18
jaren voortdurend aan de kerk gewerkt wordt, die
dan thans ook bijna gereed is. Alleen reeds aan de
herstelling van een portaal, aan de zuidzijde gelegen,
is verscheidene jaren gearbeid; maar hier moesten
ook meer dan 80 beeldhouwwerken, beeldon, borst
beelden en voorstellingen, hersteld of vernieuwd
.worden, behalve nog do restauratie van het bouw
werk, torwijl alles met goud' en andere kleuren ge
polychromeerd is. Voor dit portaal, dat veel over
komst heeft met dat van de kathedraal te Munster,
heeft de stedelijke regeering de straat meer dan
een meter laten afgraven, waardoor thans de archi
tectonische lijnen geheel zichtbaar zijn geworden en
een vele eeuwen bestaan hebbende misstand is
weggenomen.
Hoe een wet wol eens een verkeerde uitwerking
kan hebben, blijkt thans weder in Frankrijk, waar
tengevolge van de rechten op do granen de prysQ
van het brood gestegen is. Terwijl dus 200000
eigenaars van de verhooging van den prijs der gra
nen profiteeren, lijden meer dan 15 raillioen men
schen door de verhooging der broodprijzen nadeel.
Door den Minister van Financiën is, naar aanlei
ding van een arrest van den Hoogen Raad van
7 Febr. jL bepaald, dat aan de woon- of verblijf
plaats alleen dan exploot mag worden gedaan,
wanneer aldaar of de persobn wien het aangaat, óf
iemand van zijne huisgenooten wordt gevonden.
In laatstbedoeld geval moet uit do akte duidelijk
blyken dat degeen, met wien gesproken is, tot de
huisgenooten behoort.
Als zoodanig is o. a. niet aan té merken een uit
wonende dienst- of werkbode.
Het is Wieringer kermis. Heden morgen zes
uur luidde de groote klok om de kermis in te
luiden, en om acht uur werd dit gelui herhaald.
Wieringer kermis zal wel gelyk staan aan de meeste
andere kermissen, alleen de aanvang is wel der
vermelding waard. De kermis begint met de ver
pachting der .tienden. Er rust een tienderecht op
Wieringen, dat reoht behoort aan eene aristocratische
familie buiten het eiland. Klokke tien verzamelen
zich eenige boeren in het logementdaar bevinden
zich de notaris en de secretaris benevens een ge
volmachtigde van Texel, om de tienden te ont
vangen en op nieuw te verpachten.
Het geheele eiland is in 18 pevceelen verpacht.
De boeken worden nu geopend, en de pachter uit-
genoodigd de pachtsom van verleden jaar te betalen.
Veel bedraagt die som niet. Werd er eenige jaren
geleden nog ruim 2000 gestort, thans bedraagt
die som maar ruim 200. De land eigenaars* der
verschillende perceelen kiezen uit hun midden eenen
pachter, zoodat er van opbieden geen sprake is, en
en die pachtsomwordt dan bundersgewyze bijeenge
bracht. Terwijl de pachters beginnen te betalen,
rukt de kop aan, gevuld met brandewijn en rozij
nen. Ieder pachter die betaald heeft, mag daaruit
een paar lepelsvol nemen. Terwyl do betalers
langzaam opdagen, is het elf uur geworden, nog
een drietal ontbreken, doch zy zullen meteen wel
komen. De gevolmaohtigde beveelt de groote klok
waaraan 8«volK wordt gegeven. Nu stroo-
tnia .ade™n,,bn mensohou naar de kerk, waar de
tule uitgedeeld kil worden. Tule, dat zijn kleine
Wt waarde Tan «"lb Voor de
kerk plaatsen zich nu twee mannen, ieder met eene
Z\T 6,\er WOrdt beveI Regeven langzaam
ontvZl l8der die naar buiten komt
ha kW v a T br00dje' I#der tot' zelfs
m«vmJbnd dat op den arm wórdt gedragon,
nibto r i, V'igt bemand. Behalve deze
uitdeehng krygen ook de notabelen van de plaats
hun doel. De burgemeester krijgt 50, de predikant
on de notaris ieder 30, de hoofdonderwijzer 25 enz.
Dit alles wordt betaald van de pachtsom. Man wil
weten, dat in vroeger tijden de notabelen van den
tiendheffer geschenken ontvingen om door hunnen
invloed de heffing der tienden te bevorderen, en dat
nu deze broodjes daar nog een overblijfsel van zijn.
Klein en groot worden de handen gevuld. Waarom
nu die broodjes tule heeten, is mij nog niet duide
lijk. Ik vermoed dat deze kermis in vroegere jaren
vooral eene markt voor tule en kant der boerinnen-
kappen is geweestik heb daar echter geen anderen
grond voor dan dat deze kermis nog altijd tulemarkt
wordt genoemd. Hoe dat moge zijn, die broodjes
heeten tule en zullen dien naam nog blijven dragen,
nadat de tiendeheffing verdwenen is. Het schijnt
dat daarvan het einde nadert. De pacht wordt elk
jaar goedkooper, dit jaar heeft zij slechts de geringe
som van f 145 opgebracht. Die verpachting levert
iets zeer oentonigs op. Voor ieder perceel is
slechts één bieder, en aan opbieden is niet
te denken, Nu en dan legt iemand voor den vorm
nog een paar gulden op zijn eigen bod. Een zes
tal perceelen brachten niet meer op dan ieder 1,
ett daar werden dan nog doftig twee borgen voor
ingeschreven. Ook meest voor ieder perceel 2
betaald worden tot het dragen van- de onkosten der
verpachting, zoodat van die 6 percbelen de onkosten
grooter waren dan de paohtsom. Zoo is dan de
Wieringer kermis aangevangen, on zyn de boeren al
ongevoelig aan het drinken gegaan, de rest zal nu
wel gaan als elke andore kermis. (N. Rett. O.)
Men schrijft van Terschelling aan het hblod
Verleden week heeft de heer Ter Meulen zelfde
leiding weer op zioh genomen van de exploitatie
van het wrak der Lutine. Op do beide laatste dagen
dier week heeft men door middel van eene slang
en eene spuit met geperst water in het zand ge
werkt en wel twee uren lang in 8 voet zand. Bij die
gelegenheid vond men eene groote loodeu kist
terug, welke men bij vorige duiking in 18571861
wel had gezien, doch waarvan men niets naders
wist. Of er veel in is, staat zeer te bezien, terwyl
het deksel gebroken of stuk gewerkt is, maar het
is een degelijk bewijs, dat men de juiste plaatsen
nadert, waar zich schatten kunnen bevinden, aange
nomen dat ze werkelijk in het wrak zijn geweest.
Door de kentering van het getij en den avond moest
men de werkzaamheden s aken. Ook deze nieuwe
vinding van den concessionaris voldoet zeer goed,
evenals de steker, waarmede hjjjhet wrak opspoorde
en welken hy nog gebruikt om den bodem te onder
zoeken.
Dezer dagen is te München het tweede congres
van de beoefenaars van het Volhpiik gehouden.
De Arnhtmache Courant heeft van een Neder-
landschen Volapükist, die het congres bywoonde,
eenige mededeelingen Ontvangen, waaraan wij het
volgende ontleenen
De beoefenaars der wereldtaM uit den vreemde
werden te Munchen zeer hartelyk ontvangen. De
uitvinder der taal, pastor Schleyer word vooral met
geestdrift begroet en daverend weerklonk het li/S,
dat men hem toeriep.
De eerste feestbyeenkomst had op den avond van
den 6den Augustus in den «Arebeyerkeller» plaats.
Een paar honderd .personen van allerlei stand en
leeftijd kwamon aldaar byeen. Aan 3chleyer werd
natuurlykerwijze eene eereplaats aangewezen. Mu
ziek en toosten in Duitsch en in Volapük wis
selden elkander af. Weenefl Bad een veertiental
«fidele Brüder" gezonden, en verder waren Pruisen,
Wurtombnrg, Fraiikryk, Zwitserland en Nederland,
vertegenwoordigd.
De voorzitter van de Mfinchener Volapükaldub
Schnepper, hield een rede in het |Volapiik, en ook
Schleyer zelf liet zich niet onbetuigd. Een 12-jarig
meisje bood een ruiker aan Schleyer aan met een versje
in Volapük. Een frauleia Leoüore Buff speelde op
de harp en de kön. Kamraermusiker op de cornet a
piston. Brieven van den prins-regent Luitpold en
van de prinsen Arnulf, Leopold en Rupreeht van
Beieren werden voorgelezen.
De eerste openbare^ feestvergadering had den vol
genden dag plaats. Nadat het bureau gevormd was,
nam de vader der taal J. M. Schleyer («datikel e
cifal Volapüka") het woord en ontwikkelde zync
denkbeelden omtrent de door hem uitgedachte kunst
taal; hy drukte er daarbij vooral op, dat het hem
er nooit om te doen was geweest de moedertaal van
eenig volk te verdringen door zijn kunstjgfduct
Volapük moest slechts het middel worden om perso
nen van verschillende nationaliteit een eenvoudig
middel te verschaffen, om zich onderling verstaan
baar te maken, en ook naar hy hoopte een middel,
om de «Klassenhass", de „Racenhasa» en de «Mas-
senhaas", die de menschheid zoo ongelukkig maken,
te vorminderen.
Vervolgens trad de heer L. Einstein uit Neuren-
f
berK °Pi om het een en ander mede te deelen
omtrent vroegere pogingen tot vorming eener alge
meene taal, daarna de heer dr. A. Kirchhoff uit
Halle en vervolgens de heer E. Gutensohn uit
München, met eenige mededeelingen omtrent de
tegenwoordige verbreiding van Volapük over den
aardbol.
De heer R. Herolt uit München betoogde hier
na hoe logisch Volapük in elkander zit, en hoe bij
de vorming der woorden geen blinde willekeur
maar toepassing van uit de bestaande talen afgeleide
rogels heeft voorgezeten. Ten slotte hield de heer
A. Colling, uit Ludwigshafen, eene verhandeling
over de beste middelen, om het Volapük verder te
verspreiden. Na afloop der vergadering had het
glefid of de feestmaaltijd plaats, waarbij het aan
toosten in Volapük en Duitsch., niet ontbrak.
Het verslag over den toestand der leerlooierijen
en schoenmakerijen te Tilburg, door de benoemde
commissie aan de Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Waalwijk opgezonden, bevat het volgen-
Sedert de laatste tien of twaalf jaren is alhier
het aantal leerlooierijen tot op een derde verminderd.
Thans zijn hier 15 looierijen, die, behoudens een
enkele, van weinig beteekenia zijn. Als oorzaak Van l
den achteruitgang wordt beschouwd het in het'bjk
tenland gefabriceerd en hier ingevoerd overleer.
Aan arbeidsloonen wordt hier weinig uitgegeven,
daar de meeste looiers zonder knechts arbeiden!
omzet, waarvan een opgave in cijfers moeilijk
is, kan men ais van weinig beteekenis beschouwen;
zij is sedert 1870 met drie vierde verminderd.
De schoenmakerijen zijn hier in verhouding met
die in de Langstraat niet talrijk. Er zijn hier p.
m. tien schoenmakerijen die voor het buitenland
leveren; waarvan een machinale, zij werken met
circa 200 arbeiders, waarvan de loonen in den loop
van vijftien jaren met 10 pCt. verminderd zijn.
De achteruitgang in zaken, wat dezen tak van
nijverheid betreft, is, volgens de .commissie, alleen
toe te schrijven aan den invoer hier te lande van
gemaakt en leestklaar schoenwerk.
Als/een staaltje van Depretis' zachtmoedigheid
wordf het volgende verhaald: De Minister over
nachtte^ eens te Casale in een hotel van den tweeden
rang in een kamer naast hem logeerde iemand,
die bij Depretis om eene betrekking vjgft vragen, maar
niet wist wie zijn buurman was. Nu had Depretis
de gewoonte Trttfld te snurken; dat hield den ander
uit zijn slaap en hij smeet eerst zijn laarzen tegen
het beschot, en begon, toen dat niet hielp, krach
tig to vloeken. Depretis stond op, maakte zijn
excuses, stak een kaars aan en begon te lezen. Den
volgenden morgen zond hy een kelner om nog eens
zyn excuses te maken. „Wie is dat beest vroeg
de sollicitant. „Dat beest is de Minister Depretis"
zeide de kelner. Consternatie van den sollicitant!
Depretis ontving hein echter zeer vriendelijk en
zeide, dat hy hem dankbaar was geweest voor de
stoornis, Omdat hy dientengevolge een boek had
gelezen, dat hij nog nooit gelezen had: „La Dame
aux Camelias". En de man kreeg de gevraagde
betrekking.
Prins Ferdinand van Coburg schijnt dan nu toch
zekor naar Bulgarije te gaan, al wordt bg zijn aan
gekondigd vertrek uit Weenen verzwegen, waarheen
hij zich begeeft; de hofhouding is met Natschewitch
vertrokken. De Bulgaarsche Ministers begaven zich
op aandrang van de Regenten naar Sistovo en een
eskadron dragonders is ais Vorstelgke éerewacht naar
Ruschtschuk gezonden.
Te Angers hebben de Fransche legitimisten hun
jaarlgksch congres gehouden. Daarbij hield generaal
De Cathelineau een opgewonden ^toespraak, waarin
hij herinnerde aan de heldendaden der Vendeeërs,
die iw dapper voor hun geloof en hun wettige be-
heerschers hebben gestreden, en welke hg besloot
met een aansporing tot zijn partggenooten, om go-
trouw te hlifven aan hun zinspreuk: Dieu et le roy
Na De Cathelineau voerden nog vele sprekers het
woord. De uitslag was het aannemen eener resolutie
van dozen inhoud: «De legitimisten, den 7den
Augustus te Angers bijeen, zweren gotrouw te zullen
blijven aan de Salische wet en weigeren daarom een
anderen vorst als koning te erkennen, daraprins
Jean van Bourbon, den oudsten telg uit hS huis
Aigou."
Dit deel der jnonarchistische partij blgft dus nog
steeds weigeren den graaf van Pargs als het hoofd
der koningsgezinde partg te erkennen.
De Prins-regent van Beieren hééft Von Franken
stein, den bestrijder van het Septennaat zoowel als
va» de inmenging des pausen in zuiver binnenr
landsche aangelegenheden, tot president der Eerste
Kamer benoemd.