Buiienlandscb Overzicht. POSTERIJE1T. K EMKISGEFI1MG. Gouda, 25 Aug. 1887. middelen die volgens onze begrippen minder geoor loofd zijn. Buiten alle staatkundige beweegredenen om echter kan het niet anders dan nuttig zyn, wanneer een Gouverneur-Generaal, zoo kundig en bekwaam als de heer Van Rees volgens aller meening is, op de plaats zelf direct met de besturende ambtenaren de zaken bespreekt en daartoe niet de omslachtige weg gebruikt wordt van departementen van algemeen bestuur en algemeene secretarie. Het zou onbillijk zjjn te beweren, dat hier de ambtelijke omslag grooter is dan in eenigen Europeeschen staat, maar daar tegenover vergete men niet, dat het verbazend ver schil van toestanden in de verschillende deelen van Indië er des te meer op wijst, dat zooveel mogelijk aan het initiatief van de plaatselijke ambtenaren moet worden overgelaten. Een Russch tapijthandelaar, Jozef Abramowitch, werd te Pirot 's avonds uit zijn hotel gehaald door twee gendarmen, die hem gelastten hen onmiddelijk naar het bureau van den prefect te volgen. Verzet baatte niets. Maar de koopman keerde niet terug. Eenige dagen later werd zijn lijk in eene der grachten bij de stad gevonden. De beide gendarmen werden aangehouden en bekenden nu dat zij, op bevel van hunnen luitenant, den koopman naar de gendarmerie hadden gebracht, waar hem eene orde tot zijne uitzetting werd voorgelezen. Onverwijld werd daaraan gevolg gegeven, Abramowitch werd op een kar weggebracht, vermoord en, nadat het ljjk beroofd was van eene belangrijke geldsom, die de koopman in zijn gordel had gedragen, begraven. Het bleek nu, dat de gendarmen tot eene bende behoorden die uit vijf gendarmen en een luitenant bestond en die op deze wijze reeds twee jaren werk zaam was. Men vond bij do medeplichtigen tal van kostbaarheden. De stalmeester van den Prins van Battenberg werd verleden jaar, toen hij Pirot door trok, op gelijke wijze vermoord. Een winkelier in Friesland vroeg in eene adver tentie eenen winkelbediende voor het kruideniersvak. Niet minder dan 37 liefhebbers kwamen hunne diensten aanbieden, waaronder één in het bezit van het diploma van eindexamen der H. B. S.en 3 hulponderwijzers. De laatsten liepen reeds sedert langer dan een half jaar met de akte in hunnen zak, solliciteerden steeds, maar konden bij den overvloed geen plaats in eene school krijgen. Mag op de onschendbaarheid van het brieven- geheim door misdadige middelen inbreuk worden ge maakt, ten einde eenen adrocaat aan eene discipli naire vervolging bloot te stellenf In een antwoord aan eenen zijner clienten die hem naar den uitslag eener behandelde zaak had gevraagd had de advocaat De Chabre zich niet bepaald tot de mededeeling, dat de zaak verloren was, maar er zeer beleedigendo uitlatingen bijgevoegd ten aanzien van den president van de rechtbank van koophandel, en dezen beschuldigd partijdig vonnis te hebben ge wezen, om aangenaam te zijn aan de tegenpartij mot wie hjj in handelsbetrekkingen stond. Deze brief werd na den dood van den cliënt bij het opmaken van den inventaris in diens woonplaats gevonden en door den notaris die met den inventaris was be last, aan den president ter hand gesteld. Nadat hiervan mededeeling was godaan aan het parket, werd de heer De Chabre, op klacht van den pro cureur der republiqk, voor den raad van orde ge bracht, die hem onmiddelijk buiten vervolging stelde op dezen grond, dat de brief van vertrouweljjken aard was, en de advoeaat reeds om die reden be hoorde te worden Vrijgesteld. De procureur-generaal kwam hiervan In appel, maar het hof van Eennes besliste bij arrest van 7 Maart j.l. diervoege «dat bij de onschendbaarheid van particuliere briefwisseling de maatschappelijke orde en de openbare zedelijkheid zijn betrokken". Het hof overwoog, dat een brief, bevattende de vertrouwelijke en geheime uitdrukking van de ge dachte van den schrijver, aan de bescheidenheid van hem, voor wjen hij bestemd is, is toevertrouwd en niet zonder toestemming van den afzender kan wor den verspreid; dat dit beginsel meer bijzonder de strekking heeft om de gedachtenwisseling tusschen eenen advocaat en zijnen cliënt te beschermen; dat indien de noodwendigheden eener strafrechtelijke in structie en justitie toelaten om, in omstandigheden, strikt bij de wet bepaald, dö correspondentie, die hot bewijs van het misdrijf, ter zake waarvau eene vervolging is ingesteld, kan leveren, in beslag te ne men, deze uitzondering zich niet uitstrekt tot het geval waarin de brief zelf door misdrijf is verkregen, en dat du disciplinaire macht over den advocaat niet zoo ver gaat om zich meester te maken van den in houd van eenen brief, wanneer deze, naar de bedoe ling van den schrijver, alleen voor zijnen dienst was bestemd en slechts ten gevolge van een misdadige handelwijze openbaarheid heeft verkregendat de ge ïncrimineerde brief is geschreven den 80 Juni 1883 door den heer De Chabre, in antwoord op eene dé pêche van eenen zijner gewone clienten, die hem naar den uitslag vroeg van een proces, dat daags te voren was uitgewezen, en dat die brief, gedurende drie jaren in de secretaire van den ontvanger is ge bleven, zonder dat uit iets blijkt, dan daarvan aan wien ook oenige mededeeling is gedaan; dat bij zjjn overlijden, de brief gevonden is door den notaris, belast met de inventarisatie van den boedel, en dat deze ambtenaar, met verzaking van zijnen plicht en weerstreving van den wil der erfgenamen, dien brief aan den boedel heeft onttrokken, om hem aan den persoon, die zich door den inhoud gekrenkt moest achten, te doen toekomen. Eindelijk overwoog het hof, dat, hoe afkeurenswaardig ook de inhoud van den brief mocht zijn, de rechter zijne sanctie niet mag geven aan dergelijke veronachtzaming van den eerbied verschuldigd aan de bijzondere briefwisseling en het professioneel geheim, welke veronachtzaming het uitvloeisel is van een wezenlijk misbruik van vertrouwen, vallende onder het bereik der straf wet. Op het beroep van den procureur-generaal te Een nes heeft het Fransche hof van cassatie onlangs dit arrest ten volle bekrachtigd bij het volgend ar rest: Overwegende dat uit het aangevallen arrest voort vloeit dat de vertrouwelijke brief van den heer De Chabre, in antwoord op eene depeche van eenen zijner gewone cliënten geschreven, tegen den wil van den schrijver en zelfs van de erfgenamen van hem, voor wien hij was bestemd, aan den boedel is onttrokken, om ten gevolge van een wezenlijk mis bruik van vertrouwen te worden medegedeeld aan den persoon, die daardoor moet worden gekrenkt «Overwegende dat op geenerlei wijze inbreuk mag worden gemaakt op het beginsel van de onschend baarheid van het brievongeheim door middel van mis dadige handelingen, en dit beginsel van de hoogste zedelijkheid tevens is van openbare orde «Overwegende dat het hof van Rennes, gesaissiseerd van eene disciplinaire vervolging tegen den heer De Chabre, door te verklaren dat er geen termen waren om van den geïncrimineerden brief kennis te nemen de wet op onberispelijke wijze heeft toegepast «Verwerpt, enz." De conclusie van den adv.-gen. Chrévrier waren met het arrest geheel in overeenstemming. Over het algemeen heeft het Franscho hof van cassatie de onschendbaarheid van het geheim van vertrouwelijke brieven door of aan den advocaat ge schreven, ih verschillende tijdperken streng geëer biedigd. Slechts enkele uitzonderingen vindt men op dit beginsel, voor zoover het hof enkele malen (9 Juni 1883, Sirey 1885, 1, 137 en 15 Jnli 1885, Sirey 1886, 1, 101) heeft aangenomen, dat het be ginsel van onschendbaarheid in zekere gevallen voor het belang der justitie moest wijken maar, zal dit het geval zijn, zoo luidt de nitspraak van den hoog- sten rechter, dat moet nog het middel, aangewend om zich de brieveu te verschaffen, geen misdadig karakter hebben. Waar in dit geval de notaris be last met den inventaris van den boedel van den ge adresseerde, door dien brief aan den boedel te ont trekken en in handen te stellen van den ambtenaar die zich door den inhoud van den brief beleedigd moest achten, misbruik van vertrouwen had gepleegd, was het brievengeheim door een misdadig middel gesohonden, en kon in geen geval van eenige ver volging spreke zijn. i (JT. v. k. R.) De heer A. Kuyssenaers, controleur le kl. met verlof, heeft in de N. Rett. Ct. zich de vraag ter beantwoording gesteld «op welke wijze wij het op Atjeh tot een goed resultaat kunnen brengen". IIij komt daarbij tot de volgende conclusie: 1°. Het langdurig en hardnekkig verzet dat wjj van de Atjehers ondervonden hebben, schrijf ik voor een groot deel toe aan het tot hunne verbazing en blijkens de enquête ook niet gemotiveerde terug trekken van de eerste expeditie, hetgeen hun by eenen fanatieken geloofshaat een vertrouwen op hunne kracht beeft gegeven, dat wij nietgeheel meer heb ben kunnen uitwisachen. 2®. Het uitbreiden van ons gebied onder de op volgers van generaal Van Swioten, in plaats van ons uitsluitend te bepalen tot bevestiging van den kraton, zooals ook in de bedoeling van dien kun- digen veldheer lag, is zeer in ons nadeel geweest en heeft ons al verder en verder van den goeden weg afgebracht. 3®. Eenmaal hiermede begonnen zijnde, en toen onder generaal Van delf Heyden den toestand allengs ziende verbeteren, had' men dien generaal er dienen te laten en in die richting moeten voortgaan. 4°. Na vruchtelooze proeven genomen te hebben met een civiel bestuur, vind ik de aanneming der concentratie nog het beste wat toen te doen stond in verband met onze personeole en fiancieele krachten, j daar een vernieuwd agressief optreden toen buiten ons bereik lag. 5°, De concentratie maakte het mogelijk onze troepenmacht op Atjeh te verminderen, en geeft ons eene betere militaire stelling. 6°. Indien het blijkt dat met volharding in het aangenomen stelsel het Atjehsche volk zich niet langzamerhand onderwerpt, dan kunnen wij, als het leger versterkt en op zijn verhaal gekomen is, weer agressief optreden en het zwaard flink uit de scheede trekken om de onderwerping te bespoedigen of het Atjehsche volk zoodanig te treffen in have en goed, dat zijne kracht gebroken wordt. Terugtrekken daar na weer binnen de linie is steeds een eerste vereischte. 7°. Mochten wij onverhoopt, om welke redenen dan ook, in den uitersten nood verplicht zijn ons nog meer te concentreeren, dan dienen wij toch den kraton te behouden en in geen geval Atjeh te ver laten, om de noodlottige politieke gevolgen die zulks voor het overig gedeelte van onze bezittingen zou na zich slepen. 8°. In geen geval moeten wij eenen Sultan aan stellen. Hadden wij in het begin meer succes gehad en den Atjehers den indruk kunnen geven van onze onbetwistbare superioriteit, dan had men het nog kunnen beproevenmaar nu zou het ons niets dan teleurstellingen berokkenen, en als wij dan weer agressief moesten optreden, dan waren wjj nog verder van den koers. Volharden dus in het tegenwoordige stelsel met periodieke krachtsontwikkeling, als de toestand van ons leger en de rust in onze overige bezittingen zulks toelaten, dat moet, mijns inziens, ons systeemzyn. De heer Michot heeft een werkje over Rossini uitgegeven, waarin hij in een hoofdstuk, bij wijze van bipgraphie, zeer aardige bijzonderheden over het leven van den maestro verhaalt. Daaruit blijkt dat Eossini werkelijk, zooals men beweerde, mot buiten gewone vlugheid werkte. De «Barbier" is in dertien dagen geschreven en «Sémiramide" in drie-en-dertig dagen. Gemiddeld had hij een maand noodig voor eene opera. Over «Guillaume Teil" heeft hij vjjf maanden gewerkt, maar toen was Eossini de gast van Aguado, te Petit-Bourg, met eene ware harts tocht aan het hengelen geraakt. Dagen lang zat hjj bij het water met het vischwerktuig in de hand, waaraan zich, volgens Alphonse Karr, dikwjjls aan beide kanten een beest bevindt. Hier was «het beest" aan de eene zijde van vrij goede soort. Eossini werkte altjjd zonder piano. Hjj achtte dit instrument een geesel, een folterwerktuig en roer vervaarlijk uit tegen Bellini en vooral tegen Meyerbeer, die het grootste gedeelte van hun leven aan het klavier sleten. De auteur van «Les Hugue nots" kon geen noot schryven voordat hij haar eerst op de piano had geboord. «Ik kan het niet helpen", zeide Meyerbeer, «ik heb opwekking noodig en de piano prikkelt my". Hij had zich dan ook door Pleyel een «zak-piano» doen vervaardigen, die hy in zyn rijtuig kon meenemen. De volgende eoht Amerikaansobe anecdote doet tegenwoordig de tonde in de Kngelsche couranten De redacteur van eene courant in Eaeding 8.) plaatste eene advertentie, dat hy een jaar abon nement op zijn courant in betaling gaf voor een goe den hond. Den volgenden dag werden er reeds 43 honden op zijn bureau gezonden en den daarop volgenden morgen werd het aanbod ook bekend in de naburige landstreek. 400 pachters zonden per expres ieder twee honden en buitendien acht manden met jonge honden, met het bericht: betaling by de ontvangst. In dien tusschentijd had de ongelukkige annonce ook haren weg gevonden door de omliggende Staten, en vóór het einde der week waren er 8000 honden, op de plaats des redacteurs, allen dooreen aan tou wen aan elkander gebonden. Een paar honderd trokken de touwen stuk en liepen de trappen op, verspreiden zich door de gan gen, huilden en blaften voor het heiligdom van den journalist, en snuffelden onder de deuren, alsof zij een ontzettenden lust hadden de redacteur op te peu zelen. De radelooze journalist vloog nu uit het venster, klauterde langs de goot naar de nok en weende. Gedurende zes dagen werd er geon krant uitgegeven en den vrienden van den redacteur bleef geen ander middel over om. hun armen kameraad in het leven te houden, dan door hem het voedsel per ballon op het dak te sturen. Eindelijk kwam iemand op de gedachte een vat arsenicum en drie tonnen vleesch te koopen om de honden gezamenlijk te vergiftigen. De redacteur- kwam toen van zyn verheven standpunt naar bene den en vond tot zijn schrik, op den lessonaar van zijn kantoor eene rekening van den burgemeester der stad van 8000 dollars voor plaatselijke honden belasting, gerekend op een dollar per hond. De ge noemde journalist heeft voor het vervolg opgegeven, om op een dergelijke wijze abonné's te verkrijgen- Daar de kosten van het aanstaande huwelijk van den koizer van China door bijzondere bijdragen der onderscheidene provinciën moeten gedekt worden, heeft de keizerin-weduwe het volgende bevel uitge- VS^,Thans moet men een begin maken met do'toe bereidselen voor de grooto gebeurtenis: het huwe lijk van Z. M. den Keizer. Wy hebben den hof maarschalk bevolen, de noodigo stappen te doen, welke voor deze gelegenheid in de landswetten voorgeschre ven zijn. De staatsuitgaven zyn door vastgestelde verordeningen zeer beperkt en het work der leger- reorganisatie vordert groote uitgaven. Moer dan eens heeft er een algemeen gebrek in de provinciën ge- heerscht, zoodat, met het oog op het lijden der be volking, de noodzakelijkheid der spaarzaamheid nog duidelijker wordt. Het hof moet het volk het voorheeld der spaar zaamheid geven en het is de heilige plicht van alle hoogwaardigheidsbekloeders overeenkomstig onze wen- schen, allen tot eenvoud van leefwijze op te wekken, opdat alle buitensporigheden ophouden. Dientenge volge is het te hopen, dat zij hunne onderhoorigen vermanen rechtschapen wegen te bewandelen. Met dit doel hebben wij prins Chun aanbevolen, van tijd tot tjjd alle de rekeningen, welke onder deze rubriek bohooren, te onderzoeken. Wat de toebe reidselen betreft, welke, ten gevolge van deze ge- bourtenis door de verschillende departementen dienen genomen te worden en de plichten, welke daarbij op hen rusten, zoo kan ieder derzelvon, na een grondig en oplettend onderzoek der verbeterde ge bruiken, over dit onderwerp de noodige memories aan ons richten en moot dan onze verdero bevelen afwachten.» Tegenover deze aanmaningen tot spaarzaamheid klinkt de begrooting voor de feesten by gelegenheid van het huweljjk vrij zonderlingdaarbij zijn namelijk niet minder dan ongeveer 40,000,000 mark 24,000,000 voor de uitgaven voor dit keizerlijke huwelijk uitgetrokken. Aan een beschouwing van den heer J. H. Pruim in de Haarl Ct. naar aanleiding ran een bezoek aan een zeeuwschen Oestervloeiput, is het vol gende ontleend De aankweeking van den oester op de thans ge bruikelijke wjjze dateert in ons Land van 1870 af, nadat baron Groenings van Soelen, van den Haag, haar op de kusten van Italië en Frankrijk had waargenomen. Na zyn terugkomst verscheen al spoedig een rinkelaar (zeker vaartuig) in de Zeeuw— sche wateren, bestemd tot het instellen van een onderzoek, en nadat de uitstekende bruikbaarheid dor localiteit hierdoor was geconstateerd, trok het ministerie van Financiën zich de zaak aan en werden alle gronden, die by hoog water door de zee worden bedekt, door den Staat aan den meestbiedenden verpachtdie in den omtrek van Ierseke voor de eerste maal in 1870 en later weder in 1885, in de meer oostelijk gelegene in 1877. Zjj zijn verdeeld in «pereeelen», die 5, 7'/|, '0 of 80 bunder groot zyn, terwjjl de pachtsommen, naar gelang der qualiteit, verschillen van 1 tot 9000; te zamen brengen zjj ongeveer 600,000 op. De grootste pereeelen liggen aan den buitenkant der banken van Iersekezy worden ten noorden en noord oosten begrensd door den «Bol van Lodycke", de «Pietermanskreek», de «Boomkil» en het «Windgat." De beste bodem voor de oostercultuur is «derrie"; men vindt die vooral op de banken van Ierseke. Wanneer nu in de maanden Juli en Augustus de oester «melkt", dat wil zeggen: kuit schiet, dry ven de microscopische kuitkorreltjes, dikwijls ten getale van meer dan een millioen van één moeder-oester afkomstig, eenigen tyd in het lauwe water rond. Zy schijnen voorzien te zyn van voelers, waarmede zy zioh, in het eerste tfjdvak hunner ontwikke ling, san daartoe geschikte voorwerpen op den bodem der zee vasthechten. Die voorwerpen noemt men «colleoteurs", en by het aanbrengen daarvan kout de kunst de natuur te hulp. «Collecteurs" nu zijn pannen of schelpen. Het eene perceel leent zich beter tot een cultuur met schel en, het andere tot die met pannen. Laatstgenoem- e bewerking is uit den aard kostbaardervandaar dan ook ten deele het vorschil in den prys der pereeelen. Gebruikt men schelpen, dan wonlen ze eenvoudig op de pereeelen uitgestrooid en wordt het overige aan de natuur overgelatenpannen echter vereischen een zorgvuldiger behandeling. Men neemt daartoe gewone roode dakpannen, die op verschillende wijzen worden geprepareerd. Nadat zij aldus den geheelon zomer in het water hebben doorgebracht, worden do pannen in October naar don «put» vervoerd. Dit is een afgesloten en in vakken verdeelde ruimte, met een steenen of houten vloer, die door middel van sluisjes met het buitenwater in verbinding staat. In den put worden de jonge oesters nu bewaard in «bakken"; deze zijn omstreeks twee meter lang, een meter breed en acht centimeter hoog. De bodem bestaat uit eeh plaat van zink, geheel doorboord met grqotere of kleinere gaatjes (naarmate van de grootere of Kleinere soort der oesters), zoodat het water overal vrijen toegang heeft. In April worden de oesters uitgezaaid, dat is men werpt ze met oén schop overboord op die pereeelen, welke men heeft gepachtzoo noodig worden ze later nog eens gezaaid. Nu blijven ze rustig liggen en groeieneen kalm water, nu en dan vermengd met wat rivierafvoer (voornamelijk op de zuidhollandsche banken), doet haar goed. Wanneer het dier vier jaar oud is geworden, is het rijp voor de consumtie. Het „korren" neemt nu een aanvang de oesters worden door de kor van den bodem losgemaakt en met netten opge- vischt. De benaming «kor-oesters» voor de groot ste of beste soort is dus onjuist; elke oester, groot of klein wordt gekord. De productie der verschillende seizoenen loopt zeer uiteen. Gemiddeld levert de Ooster-Schelde 30 a 40 millioen oosters op (Nov., Dec., Jan., Febr.). De prijs variëert ook nogalvóór eenige jaren be droeg hij 100 per vat van omstreeks 1000 stuks; in het vorige jaar slechts 45. Of er dus op dit artikel ook winst behaald wordt, kan men licht nagaan. Neemt men aan: een vat van 950 oesters kost 45 daarbij komt 1 vrachttotaal 46. Elke oester wordt verkocht tegen 8 cent per stuk dat is ƒ76 dit bedrag verminderd met 46 geeft 30 winst por vat. Er zijn oesterhuizen in ons Land, waar eiken avond van het seizoen 2 a 3 vaten worden geconsumeerd. De Fransche algemeene Baden hebben Dinsdag hun zittingen geopend. De overgroote meerderheid is op dit oogenblik republikeinschdat is vroeger wel eens anders geweest Volgens de wet mag er in deze Baden niet aan politiek gedaan worden; alle moties, welke met de politiek in betrekking staan, worden geregeld van onwaarde verklaard. Nu zou men ook verwachten, dat de presidenten, bij de aanvaarding van hun functie, ook de politiek lieten rusten en zich bepaalden tot de bespreking der locale belangen. Maar het heeft er niets van. Ferry b. v. hield in den Baad der Vogesen als president een zuiver grootpolitieko rede, waarin hij zijn verbitterde vijanden, de radicalen, weer eens duchtig de let las. De bewoners van de Vogesen, zeide ,o. a. Ferry, hebben zich sedert 25 jaren ver klaard voor de omzichtige, liberale, voor allen open staande, maar zoowel van wanorde als van over spanning afkeerige republiek; dank zij deze vol harding in do positieve politiek, is dat radicalisme van Parijsch allooi, dat te éergeefs door levenma- kerij de holheid van zyn beschouwingen tracht te bedekken, voor het Departement dor Vogeson niet gevaariyk. Ferry verklaarde zich zeer ingenomen met do rede van Bouvier. De voornaamste plaats in de buitenlandsche bladen is nog gewyd aan den Coburger. Het bericht, dat do Mogendheden de nota van de Porte reeds beantwoord hebben, bleek voorbarig te zijn; er wordt nog altijd over dat antwoord van gedachten gewisseld. De mosielykheid bestaat voor namelijk in de vraag: wat zal men de Porte advi- seeren om aan den onwettigen toestand, waarin Bul garije met zyn Ferdinand verkeert, een eind te maken. Rusland wil, dat de Porte haar troepen Bulgarye laat binnenrukken, en zal desnoods daarbij ook wel een handje helpen. Maar zoodra men op het gebied van handelen komt, blykt het dat de Mogend heden verdeeld zyn. Na veel wikken en wegen, Sraten en schryven zal vermoedelijk het einde van e gedachtenwisseling zyn, dat de Parte eenige phrasen ten antwoord krygt, zoodat zy even wys is als te voren. Vry algemeen rekent men er op, dat het bestuur van Ferdinand niet van langen duur zal zyn; daarvoor is de partijschap in het land te groot. Tot heden is het niet mogen ge lukken een Ministerie samen te stellen. Het besluit der Engelsohe Regeoring om de Ierache „National League" op te heffen of liever, als ge vaariyk voor de openbare rust en voor 't belang van den Staat buiten de wet te stellen, is in Enge land steeds „the topic of the day". Zooals men wéét, komt Gladstone van Harwaiden Castle terug om in 't Lagerhuis er tegen te pleiten. Intusschen is er sprake van dat 't tegen heden aangekon digd debat zal worden uitgesteld, misschien wel om dat het terrein nog niet behoorljjk is bearbeid. De secretaris van de Iersche «National League" heeft te Dublin overleg gepleegd met de loka le leiders van den bond en men besloot in de „Rotunda" aldaar een monstermeeting te houden om tegen de proclamatie te protesteeren. Zondag wer den overal aanplakbiljetten aangeslagen om 't publiek tot de meeting op te roepen, maar de politie scheur de ze van de muren af. Maakt men zich alzoo in Engeland bijzonder warm over de proclamatie, de Ieren in Amerika hebben het groote nieuws met volmaakte onverschilligheid ontvangen en ook de pers daar te lande behandelt de zaak vrijwel en bagatelle. Over het doeltreffende van den maatregel der Re geering zijn de bladen 't volstrekt niet eens. De „Daily News" gelooft, dat de geheele maatregel weinig zal afdoenwordt ergers de Liga verboden, dan zullen haar leden natuurlijk niet meer als zoo danig kunnen bijeenkomen en werken; maar zij zul len ongeveer hetzelfde kunnen doen zonder zich leden van de Liga te noemen. De „Daily News" hoopt, dat de Ieren verstandig genoog zullen zyn om aan de verleiding weerstand te bieden van ge heime samenzwering en nachtelijke misdaden, welke verleiding natuurlijk sterker wordt, als het openlijk werktuig, waarop de pachters vertrouwden, verlamd wordt. De „Pall Mali" keurt evenals de „Daily News" het besluit der Regeering af, maar gelooft ook, dat het eigenlijk met veel beteekent. De „Mor ning Post" gelooft, dat vele Ieren, die, thans door het terrorisme der Liga beheerscht, met haar zijn medegegaan, gaarne de gelegenheid zullen aangrijpen om daarvan ontslagen te worden. Het Iersch- na tionalistische „Freeman's Journal" meent, dat de Regeering haar zwakheid beseffende, thans poogt de Ieren tot weerspannigheid en verzet te drijven, in de hoop daaruit zelve weer kracht te puttenhet blad vertrouwt, dat de Ieren dit pogen zullen ver ijdelen en dat de Regeering spoedig zal vallen. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekenden. J. Bouma, AmsterdamJ. en N. A. de Vries, AmsterdamJ. A. Lourier, 's GravenhageH. Spruijt, 's GravenhageJ. van den Broek, Helder Vergouwen, Vlaardingen. 1 Verzonden geweest naar AMERIKA. E. J. Nieuwland, Brooklyn. De directeur van het postkantoor SIMONS. De VOORZITTER van den RAAD der Gemeente GOUDA Brengt ter openbare kennis: dat aan de Kiezers in deze Gemeente zijn toege zonden de Oproepingsbrieven en Stembiljetten tot het benoemen van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en dat wanneer eenig Kiezer zijn stembriefje verloren heeft of er geen mocht hebben ontvangen, hij zich tot bekoming daarvan ter Plaat selijke Secretarie zal kunnen vervoegen dat de inlevering der stembriefjes zal aanvangen op den 1 September aanstaande, des morgens ten negen en eindigen des namiddags ten 5 ure; dat het Stembriefje schriftelijk ingevuld, door den Kiezer in persoon in de Stembus moet gestoken worden dat geen ander Stembriefje tfan dat, hetwelk van het zegel der Gemeente voorzien is, mag worden gebruikt dat de in het Briefje in te vullen personen dui delijk, met naam en voornaam moeten worden aan gewezen dat het Briefje niet onderteekend mag z|jn en geene andere briefjes omvatten of daaraan opzettelijk zjjn vastgehecht. Gouda, den 25 Augustus 1887. De Voorzitter voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. MARKTBERICHTEN. Van nieuwe artikelen was de graanmarkt heden vrij goed voorzien. Van jarig graan wordt de aan voer geregeld kleiner. Tot onderstaande pryzen ruimde het aangevoerde vrij vlug op. Tarwe 20 cent, Rogge 10 cent lager en gerst 10 a 20 cent hooger. Jarige Zeeuwsche Tarwe 8.60 ii 8.70. Nieuwe Zeeuwsche 8.20 a 8.50. Mindere 7.80 a f 8. Jarige Polder 7.75 8.Nieuwe Polder 7.40 a f 7.60. Afwijkende 6.90 a 7.25. Jarige Zeeuwsche Rogge f 5.70 a 6.10. Nieuwe 5.30 a f 5.60. Nieuwe Polder 4.30 a 4.70. Buitenlandsche per 70 KG. f 8.70 a f 4.50. Jarige Wintergerst f 4.a 4.30. Nieuwe do. ƒ4.10 a ƒ4.90. Jarige Zomer 8.90 a 4.80. Nieuwe do. 4.a 4.40. Jarige ChevaBergerst 5.a 5.50. Nieuwe do. 5.50 a 6.50. Haver per Heet. 2.90 ,a 3.80 en per 100 kilo 6.25 a 6.90. Hennepzaad Inlandsch 6.75 a 7.Buitenlandsch 4.50 a 5. ErwtenInlandsche blauwe mesting 6.a 6.50. Buitenlandsche voererwten per 80 Kg. ƒ5.80 a 5.90. Kanariezaad 10.a 10.50. Duiven-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2