Buiienlandscb Overzicht.
POSTERIJE1T.
K EMKISGEFI1MG.
Gouda, 25 Aug. 1887.
middelen die volgens onze begrippen minder geoor
loofd zijn.
Buiten alle staatkundige beweegredenen om echter
kan het niet anders dan nuttig zyn, wanneer een
Gouverneur-Generaal, zoo kundig en bekwaam als
de heer Van Rees volgens aller meening is, op de
plaats zelf direct met de besturende ambtenaren de
zaken bespreekt en daartoe niet de omslachtige weg
gebruikt wordt van departementen van algemeen
bestuur en algemeene secretarie. Het zou onbillijk
zjjn te beweren, dat hier de ambtelijke omslag grooter
is dan in eenigen Europeeschen staat, maar daar
tegenover vergete men niet, dat het verbazend ver
schil van toestanden in de verschillende deelen van
Indië er des te meer op wijst, dat zooveel mogelijk
aan het initiatief van de plaatselijke ambtenaren moet
worden overgelaten.
Een Russch tapijthandelaar, Jozef Abramowitch,
werd te Pirot 's avonds uit zijn hotel gehaald door
twee gendarmen, die hem gelastten hen onmiddelijk
naar het bureau van den prefect te volgen. Verzet
baatte niets. Maar de koopman keerde niet terug.
Eenige dagen later werd zijn lijk in eene der
grachten bij de stad gevonden. De beide gendarmen
werden aangehouden en bekenden nu dat zij, op
bevel van hunnen luitenant, den koopman naar de
gendarmerie hadden gebracht, waar hem eene orde
tot zijne uitzetting werd voorgelezen. Onverwijld
werd daaraan gevolg gegeven, Abramowitch werd
op een kar weggebracht, vermoord en, nadat het
ljjk beroofd was van eene belangrijke geldsom, die
de koopman in zijn gordel had gedragen, begraven.
Het bleek nu, dat de gendarmen tot eene bende
behoorden die uit vijf gendarmen en een luitenant
bestond en die op deze wijze reeds twee jaren werk
zaam was. Men vond bij do medeplichtigen tal van
kostbaarheden. De stalmeester van den Prins van
Battenberg werd verleden jaar, toen hij Pirot door
trok, op gelijke wijze vermoord.
Een winkelier in Friesland vroeg in eene adver
tentie eenen winkelbediende voor het kruideniersvak.
Niet minder dan 37 liefhebbers kwamen hunne
diensten aanbieden, waaronder één in het bezit van
het diploma van eindexamen der H. B. S.en
3 hulponderwijzers. De laatsten liepen reeds
sedert langer dan een half jaar met de akte in
hunnen zak, solliciteerden steeds, maar konden bij
den overvloed geen plaats in eene school krijgen.
Mag op de onschendbaarheid van het brieven-
geheim door misdadige middelen inbreuk worden ge
maakt, ten einde eenen adrocaat aan eene discipli
naire vervolging bloot te stellenf
In een antwoord aan eenen zijner clienten die hem
naar den uitslag eener behandelde zaak had gevraagd
had de advocaat De Chabre zich niet bepaald tot
de mededeeling, dat de zaak verloren was, maar er
zeer beleedigendo uitlatingen bijgevoegd ten aanzien
van den president van de rechtbank van koophandel,
en dezen beschuldigd partijdig vonnis te hebben ge
wezen, om aangenaam te zijn aan de tegenpartij mot
wie hjj in handelsbetrekkingen stond. Deze brief
werd na den dood van den cliënt bij het opmaken
van den inventaris in diens woonplaats gevonden
en door den notaris die met den inventaris was be
last, aan den president ter hand gesteld. Nadat
hiervan mededeeling was godaan aan het parket,
werd de heer De Chabre, op klacht van den pro
cureur der republiqk, voor den raad van orde ge
bracht, die hem onmiddelijk buiten vervolging stelde
op dezen grond, dat de brief van vertrouweljjken
aard was, en de advoeaat reeds om die reden be
hoorde te worden Vrijgesteld.
De procureur-generaal kwam hiervan In appel,
maar het hof van Eennes besliste bij arrest van 7
Maart j.l. diervoege «dat bij de onschendbaarheid
van particuliere briefwisseling de maatschappelijke
orde en de openbare zedelijkheid zijn betrokken".
Het hof overwoog, dat een brief, bevattende de
vertrouwelijke en geheime uitdrukking van de ge
dachte van den schrijver, aan de bescheidenheid van
hem, voor wjen hij bestemd is, is toevertrouwd en
niet zonder toestemming van den afzender kan wor
den verspreid; dat dit beginsel meer bijzonder de
strekking heeft om de gedachtenwisseling tusschen
eenen advocaat en zijnen cliënt te beschermen; dat
indien de noodwendigheden eener strafrechtelijke in
structie en justitie toelaten om, in omstandigheden,
strikt bij de wet bepaald, dö correspondentie, die
hot bewijs van het misdrijf, ter zake waarvau eene
vervolging is ingesteld, kan leveren, in beslag te ne
men, deze uitzondering zich niet uitstrekt tot het
geval waarin de brief zelf door misdrijf is verkregen,
en dat du disciplinaire macht over den advocaat niet
zoo ver gaat om zich meester te maken van den in
houd van eenen brief, wanneer deze, naar de bedoe
ling van den schrijver, alleen voor zijnen dienst was
bestemd en slechts ten gevolge van een misdadige
handelwijze openbaarheid heeft verkregendat de ge
ïncrimineerde brief is geschreven den 80 Juni 1883
door den heer De Chabre, in antwoord op eene dé
pêche van eenen zijner gewone clienten, die hem
naar den uitslag vroeg van een proces, dat daags te
voren was uitgewezen, en dat die brief, gedurende
drie jaren in de secretaire van den ontvanger is ge
bleven, zonder dat uit iets blijkt, dan daarvan aan
wien ook oenige mededeeling is gedaan; dat bij zjjn
overlijden, de brief gevonden is door den notaris,
belast met de inventarisatie van den boedel, en dat
deze ambtenaar, met verzaking van zijnen plicht en
weerstreving van den wil der erfgenamen, dien brief
aan den boedel heeft onttrokken, om hem aan den
persoon, die zich door den inhoud gekrenkt moest
achten, te doen toekomen. Eindelijk overwoog het
hof, dat, hoe afkeurenswaardig ook de inhoud van
den brief mocht zijn, de rechter zijne sanctie niet
mag geven aan dergelijke veronachtzaming van den
eerbied verschuldigd aan de bijzondere briefwisseling
en het professioneel geheim, welke veronachtzaming
het uitvloeisel is van een wezenlijk misbruik van
vertrouwen, vallende onder het bereik der straf
wet.
Op het beroep van den procureur-generaal te Een
nes heeft het Fransche hof van cassatie onlangs
dit arrest ten volle bekrachtigd bij het volgend ar
rest:
Overwegende dat uit het aangevallen arrest voort
vloeit dat de vertrouwelijke brief van den heer De
Chabre, in antwoord op eene depeche van eenen
zijner gewone cliënten geschreven, tegen den wil
van den schrijver en zelfs van de erfgenamen van
hem, voor wien hij was bestemd, aan den boedel is
onttrokken, om ten gevolge van een wezenlijk mis
bruik van vertrouwen te worden medegedeeld aan
den persoon, die daardoor moet worden gekrenkt
«Overwegende dat op geenerlei wijze inbreuk mag
worden gemaakt op het beginsel van de onschend
baarheid van het brievongeheim door middel van mis
dadige handelingen, en dit beginsel van de hoogste
zedelijkheid tevens is van openbare orde
«Overwegende dat het hof van Rennes, gesaissiseerd
van eene disciplinaire vervolging tegen den heer De
Chabre, door te verklaren dat er geen termen waren
om van den geïncrimineerden brief kennis te nemen
de wet op onberispelijke wijze heeft toegepast
«Verwerpt, enz."
De conclusie van den adv.-gen. Chrévrier waren
met het arrest geheel in overeenstemming.
Over het algemeen heeft het Franscho hof van
cassatie de onschendbaarheid van het geheim van
vertrouwelijke brieven door of aan den advocaat ge
schreven, ih verschillende tijdperken streng geëer
biedigd. Slechts enkele uitzonderingen vindt men op
dit beginsel, voor zoover het hof enkele malen (9
Juni 1883, Sirey 1885, 1, 137 en 15 Jnli 1885,
Sirey 1886, 1, 101) heeft aangenomen, dat het be
ginsel van onschendbaarheid in zekere gevallen voor
het belang der justitie moest wijken maar, zal dit
het geval zijn, zoo luidt de nitspraak van den hoog-
sten rechter, dat moet nog het middel, aangewend
om zich de brieveu te verschaffen, geen misdadig
karakter hebben. Waar in dit geval de notaris be
last met den inventaris van den boedel van den ge
adresseerde, door dien brief aan den boedel te ont
trekken en in handen te stellen van den ambtenaar
die zich door den inhoud van den brief beleedigd
moest achten, misbruik van vertrouwen had gepleegd,
was het brievengeheim door een misdadig middel
gesohonden, en kon in geen geval van eenige ver
volging spreke zijn. i
(JT. v. k. R.)
De heer A. Kuyssenaers, controleur le kl. met
verlof, heeft in de N. Rett. Ct. zich de vraag ter
beantwoording gesteld «op welke wijze wij het op
Atjeh tot een goed resultaat kunnen brengen". IIij
komt daarbij tot de volgende conclusie:
1°. Het langdurig en hardnekkig verzet dat wjj
van de Atjehers ondervonden hebben, schrijf ik voor
een groot deel toe aan het tot hunne verbazing en
blijkens de enquête ook niet gemotiveerde terug
trekken van de eerste expeditie, hetgeen hun by
eenen fanatieken geloofshaat een vertrouwen op hunne
kracht beeft gegeven, dat wij nietgeheel meer heb
ben kunnen uitwisachen.
2®. Het uitbreiden van ons gebied onder de op
volgers van generaal Van Swioten, in plaats van
ons uitsluitend te bepalen tot bevestiging van den
kraton, zooals ook in de bedoeling van dien kun-
digen veldheer lag, is zeer in ons nadeel geweest
en heeft ons al verder en verder van den goeden
weg afgebracht.
3®. Eenmaal hiermede begonnen zijnde, en toen
onder generaal Van delf Heyden den toestand allengs
ziende verbeteren, had' men dien generaal er dienen
te laten en in die richting moeten voortgaan.
4°. Na vruchtelooze proeven genomen te hebben
met een civiel bestuur, vind ik de aanneming der
concentratie nog het beste wat toen te doen stond
in verband met onze personeole en fiancieele krachten, j
daar een vernieuwd agressief optreden toen buiten
ons bereik lag.
5°, De concentratie maakte het mogelijk onze
troepenmacht op Atjeh te verminderen, en geeft ons
eene betere militaire stelling.
6°. Indien het blijkt dat met volharding in het
aangenomen stelsel het Atjehsche volk zich niet
langzamerhand onderwerpt, dan kunnen wij, als het
leger versterkt en op zijn verhaal gekomen is, weer
agressief optreden en het zwaard flink uit de scheede
trekken om de onderwerping te bespoedigen of het
Atjehsche volk zoodanig te treffen in have en goed,
dat zijne kracht gebroken wordt. Terugtrekken daar
na weer binnen de linie is steeds een eerste vereischte.
7°. Mochten wij onverhoopt, om welke redenen
dan ook, in den uitersten nood verplicht zijn ons
nog meer te concentreeren, dan dienen wij toch den
kraton te behouden en in geen geval Atjeh te ver
laten, om de noodlottige politieke gevolgen die zulks
voor het overig gedeelte van onze bezittingen zou
na zich slepen.
8°. In geen geval moeten wij eenen Sultan aan
stellen. Hadden wij in het begin meer succes gehad
en den Atjehers den indruk kunnen geven van onze
onbetwistbare superioriteit, dan had men het nog
kunnen beproevenmaar nu zou het ons niets dan
teleurstellingen berokkenen, en als wij dan weer
agressief moesten optreden, dan waren wjj nog verder
van den koers.
Volharden dus in het tegenwoordige stelsel met
periodieke krachtsontwikkeling, als de toestand van
ons leger en de rust in onze overige bezittingen
zulks toelaten, dat moet, mijns inziens, ons systeemzyn.
De heer Michot heeft een werkje over Rossini
uitgegeven, waarin hij in een hoofdstuk, bij wijze
van bipgraphie, zeer aardige bijzonderheden over het
leven van den maestro verhaalt. Daaruit blijkt dat
Eossini werkelijk, zooals men beweerde, mot buiten
gewone vlugheid werkte. De «Barbier" is in dertien
dagen geschreven en «Sémiramide" in drie-en-dertig
dagen. Gemiddeld had hij een maand noodig voor
eene opera. Over «Guillaume Teil" heeft hij vjjf
maanden gewerkt, maar toen was Eossini de gast
van Aguado, te Petit-Bourg, met eene ware harts
tocht aan het hengelen geraakt. Dagen lang zat hjj
bij het water met het vischwerktuig in de hand,
waaraan zich, volgens Alphonse Karr, dikwjjls aan
beide kanten een beest bevindt. Hier was «het
beest" aan de eene zijde van vrij goede soort.
Eossini werkte altjjd zonder piano. Hjj achtte
dit instrument een geesel, een folterwerktuig en
roer vervaarlijk uit tegen Bellini en vooral tegen
Meyerbeer, die het grootste gedeelte van hun leven
aan het klavier sleten. De auteur van «Les Hugue
nots" kon geen noot schryven voordat hij haar eerst
op de piano had geboord. «Ik kan het niet helpen",
zeide Meyerbeer, «ik heb opwekking noodig en de
piano prikkelt my". Hij had zich dan ook door
Pleyel een «zak-piano» doen vervaardigen, die hy in
zyn rijtuig kon meenemen.
De volgende eoht Amerikaansobe anecdote doet
tegenwoordig de tonde in de Kngelsche couranten
De redacteur van eene courant in Eaeding 8.)
plaatste eene advertentie, dat hy een jaar abon
nement op zijn courant in betaling gaf voor een goe
den hond.
Den volgenden dag werden er reeds 43 honden
op zijn bureau gezonden en den daarop volgenden
morgen werd het aanbod ook bekend in de naburige
landstreek. 400 pachters zonden per expres ieder
twee honden en buitendien acht manden met jonge
honden, met het bericht: betaling by de ontvangst.
In dien tusschentijd had de ongelukkige annonce
ook haren weg gevonden door de omliggende Staten,
en vóór het einde der week waren er 8000 honden,
op de plaats des redacteurs, allen dooreen aan tou
wen aan elkander gebonden.
Een paar honderd trokken de touwen stuk en
liepen de trappen op, verspreiden zich door de gan
gen, huilden en blaften voor het heiligdom van den
journalist, en snuffelden onder de deuren, alsof zij
een ontzettenden lust hadden de redacteur op te peu
zelen. De radelooze journalist vloog nu uit het
venster, klauterde langs de goot naar de nok en
weende. Gedurende zes dagen werd er geon krant
uitgegeven en den vrienden van den redacteur bleef
geen ander middel over om. hun armen kameraad in
het leven te houden, dan door hem het voedsel per
ballon op het dak te sturen.
Eindelijk kwam iemand op de gedachte een vat
arsenicum en drie tonnen vleesch te koopen om de
honden gezamenlijk te vergiftigen. De redacteur-
kwam toen van zyn verheven standpunt naar bene
den en vond tot zijn schrik, op den lessonaar van
zijn kantoor eene rekening van den burgemeester
der stad van 8000 dollars voor plaatselijke honden
belasting, gerekend op een dollar per hond. De ge
noemde journalist heeft voor het vervolg opgegeven,
om op een dergelijke wijze abonné's te verkrijgen-
Daar de kosten van het aanstaande huwelijk van
den koizer van China door bijzondere bijdragen der
onderscheidene provinciën moeten gedekt worden,
heeft de keizerin-weduwe het volgende bevel uitge-
VS^,Thans moet men een begin maken met do'toe
bereidselen voor de grooto gebeurtenis: het huwe
lijk van Z. M. den Keizer. Wy hebben den hof
maarschalk bevolen, de noodigo stappen te doen, welke
voor deze gelegenheid in de landswetten voorgeschre
ven zijn. De staatsuitgaven zyn door vastgestelde
verordeningen zeer beperkt en het work der leger-
reorganisatie vordert groote uitgaven. Moer dan eens
heeft er een algemeen gebrek in de provinciën ge-
heerscht, zoodat, met het oog op het lijden der be
volking, de noodzakelijkheid der spaarzaamheid nog
duidelijker wordt.
Het hof moet het volk het voorheeld der spaar
zaamheid geven en het is de heilige plicht van alle
hoogwaardigheidsbekloeders overeenkomstig onze wen-
schen, allen tot eenvoud van leefwijze op te wekken,
opdat alle buitensporigheden ophouden. Dientenge
volge is het te hopen, dat zij hunne onderhoorigen
vermanen rechtschapen wegen te bewandelen.
Met dit doel hebben wij prins Chun aanbevolen,
van tijd tot tjjd alle de rekeningen, welke onder deze
rubriek bohooren, te onderzoeken. Wat de toebe
reidselen betreft, welke, ten gevolge van deze ge-
bourtenis door de verschillende departementen dienen
genomen te worden en de plichten, welke daarbij
op hen rusten, zoo kan ieder derzelvon, na een
grondig en oplettend onderzoek der verbeterde ge
bruiken, over dit onderwerp de noodige memories
aan ons richten en moot dan onze verdero bevelen
afwachten.»
Tegenover deze aanmaningen tot spaarzaamheid
klinkt de begrooting voor de feesten by gelegenheid
van het huweljjk vrij zonderlingdaarbij zijn namelijk
niet minder dan ongeveer 40,000,000 mark
24,000,000 voor de uitgaven voor dit keizerlijke
huwelijk uitgetrokken.
Aan een beschouwing van den heer J. H. Pruim
in de Haarl Ct. naar aanleiding ran een bezoek
aan een zeeuwschen Oestervloeiput, is het vol
gende ontleend
De aankweeking van den oester op de thans ge
bruikelijke wjjze dateert in ons Land van 1870 af,
nadat baron Groenings van Soelen, van den Haag,
haar op de kusten van Italië en Frankrijk had
waargenomen. Na zyn terugkomst verscheen al
spoedig een rinkelaar (zeker vaartuig) in de Zeeuw—
sche wateren, bestemd tot het instellen van een
onderzoek, en nadat de uitstekende bruikbaarheid
dor localiteit hierdoor was geconstateerd, trok het
ministerie van Financiën zich de zaak aan en werden
alle gronden, die by hoog water door de zee
worden bedekt, door den Staat aan den meestbiedenden
verpachtdie in den omtrek van Ierseke voor de
eerste maal in 1870 en later weder in 1885, in de
meer oostelijk gelegene in 1877. Zjj zijn verdeeld
in «pereeelen», die 5, 7'/|, '0 of 80 bunder
groot zyn, terwjjl de pachtsommen, naar gelang der
qualiteit, verschillen van 1 tot 9000; te zamen
brengen zjj ongeveer 600,000 op. De grootste
pereeelen liggen aan den buitenkant der banken
van Iersekezy worden ten noorden en noord
oosten begrensd door den «Bol van Lodycke", de
«Pietermanskreek», de «Boomkil» en het «Windgat."
De beste bodem voor de oostercultuur is «derrie";
men vindt die vooral op de banken van Ierseke.
Wanneer nu in de maanden Juli en Augustus de
oester «melkt", dat wil zeggen: kuit schiet, dry ven
de microscopische kuitkorreltjes, dikwijls ten getale
van meer dan een millioen van één moeder-oester
afkomstig, eenigen tyd in het lauwe water rond.
Zy schijnen voorzien te zyn van voelers, waarmede
zy zioh, in het eerste tfjdvak hunner ontwikke
ling, san daartoe geschikte voorwerpen op den bodem
der zee vasthechten. Die voorwerpen noemt men
«colleoteurs", en by het aanbrengen daarvan kout
de kunst de natuur te hulp.
«Collecteurs" nu zijn pannen of schelpen. Het
eene perceel leent zich beter tot een cultuur met schel
en, het andere tot die met pannen. Laatstgenoem-
e bewerking is uit den aard kostbaardervandaar
dan ook ten deele het vorschil in den prys der
pereeelen. Gebruikt men schelpen, dan wonlen ze
eenvoudig op de pereeelen uitgestrooid en wordt
het overige aan de natuur overgelatenpannen
echter vereischen een zorgvuldiger behandeling.
Men neemt daartoe gewone roode dakpannen, die op
verschillende wijzen worden geprepareerd.
Nadat zij aldus den geheelon zomer in het water
hebben doorgebracht, worden do pannen in October
naar don «put» vervoerd. Dit is een afgesloten en
in vakken verdeelde ruimte, met een steenen of
houten vloer, die door middel van sluisjes met het
buitenwater in verbinding staat.
In den put worden de jonge oesters nu bewaard
in «bakken"; deze zijn omstreeks twee meter lang,
een meter breed en acht centimeter hoog. De bodem
bestaat uit eeh plaat van zink, geheel doorboord met
grqotere of kleinere gaatjes (naarmate van de grootere
of Kleinere soort der oesters), zoodat het water overal
vrijen toegang heeft.
In April worden de oesters uitgezaaid, dat is
men werpt ze met oén schop overboord op die
pereeelen, welke men heeft gepachtzoo noodig
worden ze later nog eens gezaaid. Nu blijven ze
rustig liggen en groeieneen kalm water, nu en
dan vermengd met wat rivierafvoer (voornamelijk op
de zuidhollandsche banken), doet haar goed.
Wanneer het dier vier jaar oud is geworden, is
het rijp voor de consumtie. Het „korren" neemt
nu een aanvang de oesters worden door de kor
van den bodem losgemaakt en met netten opge-
vischt. De benaming «kor-oesters» voor de groot
ste of beste soort is dus onjuist; elke oester,
groot of klein wordt gekord.
De productie der verschillende seizoenen loopt
zeer uiteen. Gemiddeld levert de Ooster-Schelde 30
a 40 millioen oosters op (Nov., Dec., Jan., Febr.).
De prijs variëert ook nogalvóór eenige jaren be
droeg hij 100 per vat van omstreeks 1000 stuks;
in het vorige jaar slechts 45. Of er dus op dit
artikel ook winst behaald wordt, kan men licht
nagaan. Neemt men aan: een vat van 950 oesters
kost 45 daarbij komt 1 vrachttotaal 46.
Elke oester wordt verkocht tegen 8 cent per stuk
dat is ƒ76 dit bedrag verminderd met 46 geeft
30 winst por vat. Er zijn oesterhuizen in ons
Land, waar eiken avond van het seizoen 2 a 3 vaten
worden geconsumeerd.
De Fransche algemeene Baden hebben Dinsdag
hun zittingen geopend. De overgroote meerderheid
is op dit oogenblik republikeinschdat is vroeger
wel eens anders geweest Volgens de wet mag er
in deze Baden niet aan politiek gedaan worden;
alle moties, welke met de politiek in betrekking
staan, worden geregeld van onwaarde verklaard.
Nu zou men ook verwachten, dat de presidenten,
bij de aanvaarding van hun functie, ook de politiek
lieten rusten en zich bepaalden tot de bespreking
der locale belangen. Maar het heeft er niets van.
Ferry b. v. hield in den Baad der Vogesen als
president een zuiver grootpolitieko rede, waarin hij
zijn verbitterde vijanden, de radicalen, weer eens
duchtig de let las. De bewoners van de Vogesen,
zeide ,o. a. Ferry, hebben zich sedert 25 jaren ver
klaard voor de omzichtige, liberale, voor allen open
staande, maar zoowel van wanorde als van over
spanning afkeerige republiek; dank zij deze vol
harding in do positieve politiek, is dat radicalisme
van Parijsch allooi, dat te éergeefs door levenma-
kerij de holheid van zyn beschouwingen tracht te
bedekken, voor het Departement dor Vogeson niet
gevaariyk. Ferry verklaarde zich zeer ingenomen
met do rede van Bouvier.
De voornaamste plaats in de buitenlandsche
bladen is nog gewyd aan den Coburger.
Het bericht, dat do Mogendheden de nota van
de Porte reeds beantwoord hebben, bleek voorbarig
te zijn; er wordt nog altijd over dat antwoord van
gedachten gewisseld. De mosielykheid bestaat voor
namelijk in de vraag: wat zal men de Porte advi-
seeren om aan den onwettigen toestand, waarin Bul
garije met zyn Ferdinand verkeert, een eind te maken.
Rusland wil, dat de Porte haar troepen Bulgarye
laat binnenrukken, en zal desnoods daarbij ook wel
een handje helpen. Maar zoodra men op het
gebied van handelen komt, blykt het dat de Mogend
heden verdeeld zyn. Na veel wikken en wegen,
Sraten en schryven zal vermoedelijk het einde van
e gedachtenwisseling zyn, dat de Parte eenige
phrasen ten antwoord krygt, zoodat zy even wys
is als te voren. Vry algemeen rekent men er op,
dat het bestuur van Ferdinand niet van langen
duur zal zyn; daarvoor is de partijschap in het
land te groot. Tot heden is het niet mogen ge
lukken een Ministerie samen te stellen.
Het besluit der Engelsohe Regeoring om de Ierache
„National League" op te heffen of liever, als ge
vaariyk voor de openbare rust en voor 't belang
van den Staat buiten de wet te stellen, is in Enge
land steeds „the topic of the day". Zooals men
wéét, komt Gladstone van Harwaiden Castle terug
om in 't Lagerhuis er tegen te pleiten. Intusschen
is er sprake van dat 't tegen heden aangekon
digd debat zal worden uitgesteld, misschien wel om
dat het terrein nog niet behoorljjk is bearbeid.
De secretaris van de Iersche «National League"
heeft te Dublin overleg gepleegd met de loka
le leiders van den bond en men besloot in de
„Rotunda" aldaar een monstermeeting te houden om
tegen de proclamatie te protesteeren. Zondag wer
den overal aanplakbiljetten aangeslagen om 't publiek
tot de meeting op te roepen, maar de politie scheur
de ze van de muren af. Maakt men zich alzoo in
Engeland bijzonder warm over de proclamatie, de
Ieren in Amerika hebben het groote nieuws met
volmaakte onverschilligheid ontvangen en ook de pers
daar te lande behandelt de zaak vrijwel en bagatelle.
Over het doeltreffende van den maatregel der Re
geering zijn de bladen 't volstrekt niet eens. De
„Daily News" gelooft, dat de geheele maatregel
weinig zal afdoenwordt ergers de Liga verboden,
dan zullen haar leden natuurlijk niet meer als zoo
danig kunnen bijeenkomen en werken; maar zij zul
len ongeveer hetzelfde kunnen doen zonder zich
leden van de Liga te noemen. De „Daily News"
hoopt, dat de Ieren verstandig genoog zullen zyn
om aan de verleiding weerstand te bieden van ge
heime samenzwering en nachtelijke misdaden, welke
verleiding natuurlijk sterker wordt, als het openlijk
werktuig, waarop de pachters vertrouwden, verlamd
wordt. De „Pall Mali" keurt evenals de „Daily
News" het besluit der Regeering af, maar gelooft
ook, dat het eigenlijk met veel beteekent. De „Mor
ning Post" gelooft, dat vele Ieren, die, thans door
het terrorisme der Liga beheerscht, met haar zijn
medegegaan, gaarne de gelegenheid zullen aangrijpen
om daarvan ontslagen te worden. Het Iersch- na
tionalistische „Freeman's Journal" meent, dat de
Regeering haar zwakheid beseffende, thans poogt de
Ieren tot weerspannigheid en verzet te drijven, in
de hoop daaruit zelve weer kracht te puttenhet
blad vertrouwt, dat de Ieren dit pogen zullen ver
ijdelen en dat de Regeering spoedig zal vallen.
Lijst van brieven geadresseerd aan onbekenden.
J. Bouma, AmsterdamJ. en N. A. de Vries,
AmsterdamJ. A. Lourier, 's GravenhageH.
Spruijt, 's GravenhageJ. van den Broek, Helder
Vergouwen, Vlaardingen. 1
Verzonden geweest naar AMERIKA.
E. J. Nieuwland, Brooklyn.
De directeur van het postkantoor
SIMONS.
De VOORZITTER van den RAAD der Gemeente
GOUDA
Brengt ter openbare kennis:
dat aan de Kiezers in deze Gemeente zijn toege
zonden de Oproepingsbrieven en Stembiljetten tot
het benoemen van leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en dat wanneer eenig Kiezer zijn
stembriefje verloren heeft of er geen mocht hebben
ontvangen, hij zich tot bekoming daarvan ter Plaat
selijke Secretarie zal kunnen vervoegen
dat de inlevering der stembriefjes zal aanvangen
op den 1 September aanstaande, des morgens ten
negen en eindigen des namiddags ten 5 ure;
dat het Stembriefje schriftelijk ingevuld, door den
Kiezer in persoon in de Stembus moet gestoken
worden
dat geen ander Stembriefje tfan dat, hetwelk van
het zegel der Gemeente voorzien is, mag worden
gebruikt
dat de in het Briefje in te vullen personen dui
delijk, met naam en voornaam moeten worden aan
gewezen
dat het Briefje niet onderteekend mag z|jn en geene
andere briefjes omvatten of daaraan opzettelijk zjjn
vastgehecht.
Gouda, den 25 Augustus 1887.
De Voorzitter voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
MARKTBERICHTEN.
Van nieuwe artikelen was de graanmarkt heden
vrij goed voorzien. Van jarig graan wordt de aan
voer geregeld kleiner.
Tot onderstaande pryzen ruimde het aangevoerde
vrij vlug op. Tarwe 20 cent, Rogge 10 cent lager
en gerst 10 a 20 cent hooger.
Jarige Zeeuwsche Tarwe 8.60 ii 8.70. Nieuwe
Zeeuwsche 8.20 a 8.50. Mindere 7.80 a f 8.
Jarige Polder 7.75 8.Nieuwe Polder
7.40 a f 7.60. Afwijkende 6.90 a 7.25.
Jarige Zeeuwsche Rogge f 5.70 a 6.10. Nieuwe
5.30 a f 5.60. Nieuwe Polder 4.30 a 4.70.
Buitenlandsche per 70 KG. f 8.70 a f 4.50.
Jarige Wintergerst f 4.a 4.30. Nieuwe do.
ƒ4.10 a ƒ4.90. Jarige Zomer 8.90 a 4.80.
Nieuwe do. 4.a 4.40. Jarige ChevaBergerst
5.a 5.50. Nieuwe do. 5.50 a 6.50.
Haver per Heet. 2.90 ,a 3.80 en per 100
kilo 6.25 a 6.90. Hennepzaad Inlandsch
6.75 a 7.Buitenlandsch 4.50 a 5.
ErwtenInlandsche blauwe mesting 6.a
6.50. Buitenlandsche voererwten per 80 Kg. ƒ5.80
a 5.90. Kanariezaad 10.a 10.50. Duiven-