BINNENLAND.
Buitenlandsch Overzicht.
Daaruit zou dan blaken, dat, als men de
schoolgelden buiten rekening laat, deze inrich
ting aan de gemeente Middelburg heeft gekost
9148,25', welk bedrag voor volgende jaren
veilig kan gebracht worden op 8500.
De tegenwoordige 2e burgerschool voor
meisjes te Gouda kost aan de gemeente 3500,
zoodat eeue vermeerdering in uitgaaf van/5000
als maximum het gevolg zou zjjn van de reor
ganisatie in dezen geest. De uitbreiding der
ïe Burgerschool voor meisjes zou dan stellig
niet noodig zijn.
Ingeval deze uitgave nog de gemeentekas te
veel bezwaarde, zouden wij wel kans gezien
hebben subsidiair een plan ter reorganisatie op
nog bescheidener voet te ontwerpen doch het
bovenstaande is voldoende om aan te toonen,
wat in het rapport ontbreektlevendig besef
van het gebrekkige van het tegenwoordige
leerplan en ernstig streven naar verbetering.
Na het gebruikelijke eeresaluut aan de adres
santen hier bestaande in eene erkenning
van de wenschelijkheid van mid. ond. voor de
vrouw concludeert het praeadvies tot niets
anders dan tot wachten op gunstiger tijden,
als de kans op rijkssubsidie grooter (lees
volkomen zeker) iseenvoudig uitstel dus ad
calendas Graecus.
GOUDA, 4 October 1887.
Zondag jl. werd in de voormiddag-godsdienst
oefening in de Groote kerk door den predikant
J. W. Haverkamp Begemann eene afscheidsrede uit
gesproken, daar hem na ruim 45jarige evange
liebediening, op zijn verzoek, emeritaat was verleend.
Een talrijke schare was opgekomen om getuige te
zijn van het laatste optreden van den geliefden
leeraar. Deze sprak naar aanleiding van den Brief
van Paulus aan Ephese Hoofdst. III vers 17, le
ged.: „Opdat Christus door het geloof in Uwe harten
wone," waarna de gemeento ten slotte hem Psalm
134, laatste vers, toezong.
Moge de waardige man nog vele jaren genieten
van de rust, die hij zoo ten volle verdient na een
leven vol werkzaamhoid en liefde
Ter voorziening in de ontstane predikants-vacature
heeft gisterenavond de Kerker/jad dor Hervormde
Gemeente alhier toezegging van beroep gedaan aan
Dr. J. Th. de Visser, predikant te - Almelo.
Bij Min. beschikking is bepaald, dat de commies
2e kl. F. G. van der Ramhorst de Brouwer zijn
functiën zal uitoefenen te Leeuwarden en de commies
3e kl. M. J. de Jongh ten postkantore te Gouda.
Donderdag 13 October e. k. heeft de eerste Too-
neelvoorstelling plaats in de sociëteit //Ons Genoe
gen". Het Rotterdamsche gezelschap onder directie
der hh. Le Gras Haspels zal dan opvoerenJan
Masseur, Tooneelspel in 5 bedr. van D. M. Maaldrink.
Daarin treden o.a. op mevr. Cath. Beersraans, mevr.
Burlage, Mej. Marie Vink en de hh. 1). Haspels,
Rosier Faassen, Le Gras, J. Haspels, Poolman en
Henri de Vries.
In ons vorig nr. deelden wij medo, dat een met
selaar alhier, beschuldigd van overtreding der bouw
verordening, was ontslagen van rechtsvervolging,
daar die verordening niet behoorlijk was afgekondigd.
Daaromtrent nog het volgende:
De ambtenaar van het Op. Min. requireerde eene
boete van 10 of hechtenis van 3 dagen, wegens
overtreding van de verordening op het bouwen te
Gouda van 1879. De kantonrechter was het eens
met den ambtenaar van het Op. Min., dat het ten
laste gelegde feit wettig en overtuigend was bewezen,
doch hij ontsloeg den beklaagde van alle rechtsver
volging, op grond dat de verordening op het bouwen
te Gouda, als zijnde niet behoorlijk afgekondigd,
volstrekt geene verbindende kracht had. In het for
mulier van afkondiging der bouwverordening te
Gouda was vermeld, dat door den raad dier gemeente
in zijne vergaderingen van 4 Juli en 3 October 1879
de verordening was vastgesteld, terwijl volgens artikel
173 der gemeentewet het formulier van afkondi
ging had moeten vermelden //de vergadering" waar
in de verordening was vastgestold; het formulier,
waarin gemald wordt dat in meer dan ééne verga
dering van don gemeenteraad de verordening is vast
gesteld, voldoet dus niet aan het voorschrift der
gemeentewet. ff.
Naar men verneemt, heeft de ambtenaar van het
1 openbaar ministerie in deze uitspraak berust, als
zijndo deze in overeenstemming met de leer van
den Hoogon Raad.
Gedurende acht ja^pn was de bouwverordening
alhier beschouwd verbindende kracht te hebben.
In het seizoen 1887/88 zijn de leesvergaderingen
van het departement //Gouda" der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen geregeld als volgt
25 Oct. de heer H. T. Chajtuis van Geertruidenberg.
8 Nov. Mr! 1). Simons van Amsterdam.
13 Dec. Prof. Dr. Jan ten Brink van Leiden.
24 Jan. J. van den Berg van de Knijpe.
14 Febr. Dr. D. C. Nijhoff van 'sGravenhage.
13 Maart Dr. R. A. M. Stavenisse de Brauw
van Gouda.
Van deze lezingen zal die van 8 November,
behalve voor leden en andere rechthebbenden, ook
voor een ieder tegen een entree van 0.10 toe
gankelijk zijn.
Zondag had alhier op het schietterrein aan den
Rotterdamschen dijk eene onderlinge schietwedstrijd
plaats van hh. officieren, het kader en andere
leden der ad. schutterij, die geregeld de vrijwillige
oefeningen des Zondags bijwoonden.
De uitslag was aldus
le Afdeeling hh. Officieren,
le prijs, een inktkoker, behaald door den 2n Luit.
D. Hoogendijk met 31 p.
2e prijs, sigarensnijder, door den kapt. A. v. Reedt
Dortland met 30 p.
3e prijs. Aschbakjes, door den In Luit. D. J. P. On-
stenk met 27 p.
4e prijs. Twee beeldjes, door den 2n Luit. C. J. A.
Kerkhof met 23 p.
5e prijs. Cognacflesch door den ln Luit. J. A. P.
Montyn met 23 p.
2e Afdeeling Scherpschutters,
le prijs. Wekker, behaald door den korp. Kort,
met 27 p.
2e prijs. Lamp, behaald door den muzikant Krane-
veld met 26 p.
3e prijs. Aschbakjes, behaald door den korp. Starre-
veld met 26 p.
4e prijs. Sigarenkist, behaald door den serg.-maj.
Sliedracht met 25 p.
5e prijs. Pijp, behaald door den serg. Jansen met 24 p.
3e Afdeeling A. le klasse,
le prijs. Vogelkooi, behaald door den korp. van
Gent met 28 p.
2e prijs. Bloempotten, bohaald door den four. Berlijn
met 25 p.
3e prijs. Portemonnaie, behaald door den schutter
v. d. Meide met 20 p.
3e prijs. Blakertje, behaald door den muzikant Aart
de Jong met 18 p.
3e Afdeeling B. 2e klasse,
le prijs. Rookstel, behaald door den serg.-maj.
Woerloe met 22 p.
2e prijs. Kaartencoupe, behaald door den schutter
Lakerveld met 14 p.
3e prijs. Inktkoker, behaald door den muzikant A.
de Jong met 12 p.
4e prijs. Luciferstandaard, behaald door den korp.
Ponsioen met 12 p.
Snelvuur.
le prijs. Koffiekan, behaald door den korp. Starre-
veld mot 11 treffers 26 p.
2e prijs. Portefeuille, behaald door den serg.-maj.
Sliedrecht met 9 treffers 32 p.
3e prijs. Sigarenkoker, behaald door den serg. Jan
sen met 9 treffers 29 p.
Algoraeene prijs, theepot met kan, voor hen di£
in de afdeeling II en IIIhet hoogste aantal punten
heeft geschoten, behaald 'door den sergeant Boer,
met 34 punten.
De muziek luisterde des middags don wedstrijd
op, waarna de prijzen door den maj.-commandant
H. W. G. Koning met eene toespraak werden
overhandigd.
In de zitting der Arr.-Rechtbank te Rotterdam
van Donderdag werden veroordeeld:
J. v. R., oud 42 jaar. A. S., oud 28 j., A. don O.,
oud 29 j., J. B., oud 27 j., G. B., oud 22 j., A. H.,
oud 20 j., en P. H. Lzn., veenarbeiders te Reeuwijk
en Waddinxveen, bekl. van te Reeuwijk op 31 Mei
na zondêr voorafgegaan geschil met hun werkgevers
den arbeid bij het verveenen te hebben gestaakt,
openlijk met vereenigde krachten de aldaar werk
zaam geblevenen die weigerden hun voorbeeld te
volgen, achtereenvolgens daartoe hebben ^gedwongen
door mishandeling die zij van de zijde der bekl. te
verduren hadden, de eerste en vijfde bekl. tot 2
maanden gev., de tweede en zesde bekl. tot 4 maan
den gev., inet vrijspraak van den derdon, vierden
en zevenden bekl.
Zaterdag overleed in de residentie ^plotseling mr.
J. L. De Bruyn Kops, lid van de Tweede Kamer.
Ofschoon hij sedert geruimen tijd lijdende was, werd
zulk een snelle afloop niet verwacht. Alvorens, in
1868, een zetel in de Tweede Kamer in te nemen,
dien hij sedert onafgebroken bleef behouden, was de
heer Do Bruyn Kops hoogleeraar in de staathuishoud
kunde aan de Polytechnische School te Delft. De
liberale partij verliest in hem een harer bekwaamste
leden en woordvoerders, de vrijhandel een van zijn
warmste verdedigers. Tot zijn meoöt bekende ge
schriften behooren zijn Handboek voor de Staathuis
houdkunde en Be Economist, van welk tijdschrift hij
langer dan een vierde eeuw onverpoosd de leiding
voerde. Sedert 1872 was hij lid van de bekende
Cobden-Club.
Uit Loiden meldt de „Zuidh." dat den 26
Sept. 's ochtends omstreek tien uren bij iemand
op de Hooigracht zich oen net gekleed heer aanmeld
de, terwijl -nlleen de~ dienstboden tehuis waren. I)ie
heer toonde de dienstboden eenigo plateh en boelges
en verhaalde, dat hij bijdragen kwam vragen voor
het a. s. Pausfeest. Hij toonde zelfs eenlijst, waar
op de namen van verschillende roomsch-kath., op de
Hooigracht woonachtig, voorkwamen, die voor de som
van ƒ2.50 zouden geteekond hebben. Door welbe
spraaktheid wist hij de meisjes te overreden, zoodat
die hem 1.50 ter hand stelden, waarvoor zij een
boekje ontvingen. Later onderzoek bij de personen,
wier namen op do gezegde lijst stonden, toonde ech
ter aan, dat alles logentaal was, en men dus zeer
waarschijnlijk met zwendelarij te doen beeft gehad.
Een ieder zij op zijn hoede
In Engeland is het de gewoonte in den oogsttijd
do kerken groen te maken, welk gebruik echter op
sommige plaatsen in misbruik schijnt te ontaarden.
De predikant vah Copredy, bij Leamington, ten minste
heeft zich genoopt gevoeld daartegen openlijk op te
komen. Hij ziet geen reden waarom men uit dank
baarheid voor den oogst, Gods huis zou herscheppen
in een gebouw, dat aan een groentewinkel doet den
ken. Men gaat dan ook te ver; hij heeft met kluiten
boter, een gebakken pastei en risten uien de doopvont
zien versieren, hooibergen en boerenerven in het klein
voor de vensters gezien. Ja, zelfs' is hem verteld
van een altaar, waarop een kleine hooiberg was aan
gebracht keurig met alle toebehooren gemaakt en de
woorden daaromheen„Die voeder geeft aan Zijn ree".
Appels, peren en pruimen, meerit de predikant,
moest men niet in de kerk brengen, daar de gedach
ten van de jonge leden der gemeento daardoor te veel
worden afgeleiden zij toonen wel eens hun dank
baarheid door de vruchten te kapenZelfs de Wes-
leyanen en andere //Nonconformisten," die van ouds
het groenraaken der kerken geheel plachten af te
keuren, schijnen er thans smaak in te vinden en hun
plaatsen van eeredienst niet alloen met korenaren en
vruchten, maar soms zelfs met wortelen, bloemko
len, pompoenen, enz., ja, met een reusachtig brood
versierd to hebben!
l)e ook hier te lande bekende miss Fay is te Lon
den te midden van een harer spiritistische kunst
stukken op voor haar zeer onaangename wijze ge
stoord. Reeds eenige malen had zij, nadat de zaal
in duister was gehuld, de vertooning uitgevoerd om
van het tooneel te zweven, dwars door de zaal, naar
den koepel boven den hoofdingang. Reeds Maandag
avond hadden de toeschouwers lont geroken en zulk
een leven gemaakt, dut de voorstelling plotseling
gestaakt moest worden. Dinsdag-avond schenen eenige
ongeloovigen besloten te hebben, de zaak grondig
te onderzoeken. Toen hot gas was uitgedraaid en
blijkbaar eene vrouwelijke figuur over de hoofden
der toeschouwers door de zaal zweefde, staken de
ongeloovigen lucifers aan en een hunner haalde met
een lange van een ijzeren punt voorziene lat de
vrouw naar beneden, die nu bleek te zijn oen met
lucht opgevulde linnen zak. Te gelijk zag men de
jonge dame in levenden lijve boven den hoofdingang
staan. Aan het schandaal moest door de politie
een eind worden gemaakt.
Mr. F. B. Coninck Liefsting, vice-president van
den Hoogen Raad, heeft eene brochure in het licht
gegeven, getiteld: //Opmerkingen betreffende de be
palingen der Grondwet? over de Troonopvolging en
hare beteekenis volgens den aard van dit recht".
Op den voorgrond stellende dat eene verbetering
van redactie, waarom het bij de herziening van de
Grondwet in zake de Troonopvolging te doen was,
de bedenking rijzen doet dat elke verandering van
redactie eoner bestaande wet hare eigenaardige ge
varen medebrengt, eu dat niet zelden de wensch
om een werkelijk of denkbeeldig gevaar van misvat
ting te voorkomen aanleiding geeft tot grooter mis
verstand of tot het onbewust maken van afwijkingen
van het stelsel, zet de heer Liefsting daarna de be
ginselen uiteen, op welke de regeling van de Troon
opvolging hier te landq berust, en verdedigt dan o.
a. de stelling: dat uit geen enkel voorschrift der
Grondwet volgt dat voor het huwelijk van vreemde
Prinsen en Prinsessen de toestemming onzer Staten-
Generaal noodig zou zijn, en dit ook nooit kan heb
ben gelegen in do bedoeling van den Grondwet
gever.
Voorts betoogt hij dat, waar 't het opvolgen in
de vrouwelijke lijn betreft, men steeds met volmaakte
zekerheid slechts één vrouw als naast staande bloed
verwante aangewezen ziet, zoodat de noodzakelijk
heid eener aanvulling van art. 18 der Grondwet,
zooals bij de herziening werd geacht te bestaan, in
derdaad niet aanwezig was. //De meening", zegt de
schrijver op bl. 28, „bij de tegenwoordige Grond
wetsherziening gevolgd, dat art. 18, zonder voorrang
aan te geven, verschillende personen met gelijke
aanspraken aanwijzen zou, en de vermeende gelijk
heid tusschen tanto en nicht (mootcn) ais een mis
verstand worden beschouwd". Ook wordt door den
heer Liefsting eene misvatting genoemd het beworen
dat de Grohdwet in art. 15 don manstam van de
eerstgeboren dochter des Ko.iings in strijd met het
eerstgeboorterecht zou uitsluiten van de erfopvolging,
indien deze eerstgeborene voor den Koning kwam
te overlijden, en dat in dit geval de tweede dochter
den zoon en den kleinzoon der eerstgeborene zou
uitsluiten.
De schrijver acht het ondenkbaar dat eene derge
lijke opvatting zal kunnen blijven bestaan, ofschoon
in eerste lezing de beide Kamers er zich mede heb
ben vereenigd. De reden voor de wijziging van art.
15 ligt alleen daarin, dat in dit artikel niet naast
het recht van eerstgeboorte dat van representatie wordt
vermeld, gelyk wel, voor de mannelijke lijnen, is
geschied in de artl. 13 en 14. De heer Liefsting
betoogt nu dat het recht van representatie het nood
zakelijk rechtsgevolg is van het eerstgeboorterecht,
zoodat, hoewel de uitdrukking „bij representatie" niet
voorkomt bij de eerstgeboren dochter des Konings
toch de leden van haren manstam krachtens huu
eerstgeboorterecht aan haar gesubstitueerd blijven.
In verband met de vele gewisselde stukken, be
treffende de dienstneming bij het leger in Oost-Indië,
is het niet onbelangrijk uit den mond van een ge
woon soldaat aldaar te vernemen hoe er voor het
leger gezorgd wordt.
De brief is gedagteekend uit Meester-Cornelis,
van 26 Juni 1887, en gericht aan de ouders van den
soldaat in het moederland.
De voeding en huisvesting zoo schrijft hij
is hier uitstekend. Ik kan u verklaren dat ik het
nergens zoo goed heb gehad. Ik zal u eens schrijven
wat wij hier zoo al krijgen.
's Morgons 5 urenreveille. Dan gaan wij dadelijk
naar de keuken om een „mok" of ketoltje koffie te
halen (je kunt zooveel krijgen als je hebben wilt)
dan krijgen wij daarbij 'n witte broodje van 2 ons,
doorgesneden en vrij goed besmeerd met uitstekende
boter, en dan nog wat er opsoms is het kaas, worst,
spek, eigengemaakte hoofdkaas, 'n gebakken ei, zalm
uit blik, en een enkelen keer krijgen wij wel eens
ham. Dus alle dagen wat anders op je brood. Die
boter en die bijslag wardt natuurlijk gekocht uit de
menage; het brood dat verstrekt het Gouvernement.
Elk soldaat heeft hier recht op 3 ons 7 lood vloesch
daags.
Om 6 uren is het exerceeren tot 8 uren; dan ka-
mor-inspectio enz.
10 uren soep-eten. Dan krijgen wij een flinken
ketel overheerlijke vette groentesoep, met een flink
stuk vleesch, en een goeden ketel rijst. De menage
ketels zyn hier met 'n onder- en bovenstuk, omdat
je altijd 2 gerechten hebt.
Dan staat er den geheelen dag 'n ton met lauwe
thee, omdat wij niet zooveel koud water mogen
drinken; dat is natuurlyk voor de gezondheid.
Van half 11 tot 3 uren is hetrusten. Om 3
uren is het weer eten. Wij krijgen 2 of 3 keer in
de week aardappelen, maar toch altijd rijst daarbij
met een kerriesaus. Bij de rijst krijgen wij in den
regel een balletje gehakt met een ei en komkom
mers een anderen middag gebraden vleesch, ei en
een moot of 4 gebakken paling.
Over hot algemeen bevalt het me hier heel goed.
Wij spelen druk oomedie op hot tooneel in de can-
trae. Hier op Meester-Cornelis zijn prachtige villa's
en mooie wandelwegen, en een heel aardig spoor
wegstation. Dan rjjdt hier 'n stoomtram, waar je voor
n dubbeltje wel een uur ver meê kan rijden. Wij
gaan dan ook dikwijls naar Weltevreden.
Jj,® de circlls hetgeen aldaar voorvalt reeds
lfiwP J roma"9 beschreven, is nu een Ber-
lijnscL schaver op het idee gekomen, om een boek
J 6 8even waarin al het belangrijke en
eevat Dab??8"™ bet leVen in een Wr°us is samen
Sv,„CJn Verber»t zich ondt,r het PMudo-
te Rorb' n snozl)omino en het boek is bij S. Fischer
dichter J Jn„r!^en!n- Nu <le hoe
de orde is pe.ler' dagbladschrijver, veelal aan
boek van Si "no?ng00n be'nng"jk TOOrkomt' zal
v"n bl="or Domi<ie. waarin do vraag hoe wordt
men kunstemaker of clown? op vermakelijke wijze
beantwoord wordt, zeker lezers vinden.
Zoo wordt in het boek verteld, hoe de welbekende
i,August», de clown Tom Belling, zijne „genie" ont
dekte. „August» was aanvankelijk als kunstemaker
bij den heer Benz geengageerd. Hiervoor was hij
evenwel niet geschikt en maakte fiasco, zoodat hij
niet moer in de manege durfde verschijnen. Eens
toen hij 's avonds treurig in de kleedkamer zat,
kreeg hij toevallig een oude, verwarde, uitgerafelde
pruik in handen. Hij zette die scheef op zijn hoofd,
streek haar half glad, liet de andere helft ruig, en
met den stalmeestersrok eveneens scheef toegeknoopt,
zag hij er zoo potsierlijk uit, dat zijn kameraden het
uitschaterden. „Kostelijk, goed gedaan riep er een.
„Ik geef tien glazen bier als je zoo naar beneden
gaat.»
„En waarom niet riep Belling overmoedig terug.
„Ik neem de weddenschap aan. Ik zal naar beneden
gaan tot in de stalgang voor het gordijn, onder
voorwaarde dat „de oude" er niet is».
„Top, aangenomen Tien liters, als gij je zoo in
de stalgang vertoont
Belling ging naar beneden tot „bij het gordijn»
alwaar zijn dwazo verschijning niet weinig hilariteit
feroorzaakte. Voor de oogen van het publiek hield
hij zich echter zorgvuldig verborgen en gelukkig
was de oude Benz niet in de nabijheid. Maar hij
kon elk oogenblik komenDus vond onze vermetele
Tom het na eenige minuten veiliger, stilletjes weder
weg en naar boven te sluipen, toen op eens het
gordijn werd opgelicht en hij Kenzetegen het lijf liep
„Wat drommel, wie hebben we hier zeide de
directeur verbaasd hij kwam nader en wierp een
onderzoekende blik op de zonderlinge gestalte.
Nauwelijks had hy hem goed aangezien en de comi-
sche figuur voor hem met de scheeve verwarde pruik
en het verschrikte, schuldbewuste gelaat, dat er onder
deze omstandigheden alles behalve scharander uitzag,
deed hem in lachen uitbarsten. „Prachtig Kostelijk!
Uitstekend riep hij vergenoegd uit. „Wat ziet de
korel er uitDat hebt ge goed uitgevonden! Ga
terstond zoo de manége in Ga dan toch, wat
sta je daar te talmen? Wat weerga, maak dat je de
manege in komt, zeg ik je?
Verward en verlegen, niet wetend of het ernst
was, dan wel of de directeur den spot met hem
wilde drjjvon, draaide Belling, voortgeduwd door
Renz eenige malen angstig als een tol in de rondte,
kwam op die wijze onder de oogen van het publiek
moest nu voorwaarts struikelde in ziju ver
legenheid tegen éde deur van de manege en kwam
zoo naar binnen vallen 1 Het Was niet het gewone
bestudeerde struikelen, maar werkelijk verward en
verlegen, zoo als hij nog nooit geweest was, kwam
hjj in het zand rollen.
Het publiek dacht niet anders dan dat het een
van te voren berekend effect was en brak in luid
gelach uit. Toen men ziju verbluft gelaat zag, begon
mon opnieuw te juichen.
„August!» riep hem spottend iemand van de
bovengalerij toe, waarop het publiek opnieuw begon
te lachen. Belling wierp een woedenden blik naar
boven men hield dit voor een grap en „Au
gustAugust!» klonk het nu van alle zijden op de
galerij. Belling maakte rechtsomkeert en stormde de
manege uit, gevolgd door het gejuich van het publiek
dat verrukt was over het comische van zijne ver
schijning en van zijn houding.
Met niet minder vergenoegd lachen werd hij achter
het gordijn door den directeur ontvangen. „Dat hebt
gjj goed gedaan, heel goed 1» zeide deze tevreden.
„Na de pauze ga je weer naar binnen hoorDomme
kerel waarom heb je niet terstond gezegd dat je
deze scène kunt vertoonen Het contract gaat door,
je kunt blijven
Nu begon Belling over do zaak na te denken en
ontdekte waarvoor hjj eigenlijk geschikt was. Na de
pauze ging hij weer naar binnen, en zijn natuurlijke
comische gave, de onnoozele uitdrukking, die hij
aan zijn gelaat weet te geven, en de gewichtige be
drijvigheid, waarmedo hg verschijnt, zonder eigenlijk
ooit iets te doen, miste de gewone uitwerking niet.
„August" was weder de naam waarmede zijne ver
schijning juichend werd begroet en dien hij sedert
behouden heeft.
Al meer en meer wist hij dien tot een bepaald
genre-figuur te volmaken. Toen Renz na verloop
van een maand een nieuw contract met Belling aan
ging, kreeg hjj in plaats van 600 frs, 1200 fr. per
maand, kort daarop 1500 en later 2000 frs. be
zoldiging.
De bijeenkomst tusschen prins Bismarck en den
Italiaanschen minister-president Crispi wordt overal
door de pers besproken. De meeste Berlijnsche bla
den wijden uitvoerige beschouwingen aan dit feit, en
„Roeten den heer Crispi, als „Duitschlands vriend"
welkom. Alleen reeds de tegenwoordigheid van den
Italiaanschen minister te Friedrichsruhe achten zij een
voldoenden waarborg voor Italie's aansluiting bij het
Duitsch-Oostenrijksche verbond.
De beteejeenis van de reis ligt voor de hand, zij
wijs op een nauwer aansluiting van Italië aan het
Duitsch-Oo.stenrijksch verbandmen verzekert te Ber
lijn, dat de reis het zegel is op de vijfjarige verlen
ging van het verbond.
De Duitsche bladen en ook andere doen uitkomen,
hoe heugelijk deze zaak is voor het behoud van den
Europeeschen vrede. Immers, Duitschland, Oostenrijk
en Italië vormen een' macht zoo groot, dat Rusland
en Frankrijk te zamen daar niet tegen op kunnen en
wel gedwongen zijn het zwaard in de schede te hou
den.
Het bezoek van den heer Crispi, waardoor graaf
Herbert von Bismarck eenige dagen Berlijn moest
verlaten, heeft de afsluiting der onderhandelingen
over het voorval bij de Fransch-Duitsche grenzen
eenigszins vertraagd. Toch wordt de zaak algemeen
als geëindigd beschouwd, daar de Duitsche regeering
zich in beginsel bereid heeft verklaard tot het verloe-
nen eener redelijke en geldige voldoening.
De grooto vraag is echter maatregelen te treilen,
waardoor dergelijke onaangename voorvallen voortaan
worden voorkomen. Men verwacht dat de Fransche
en Duitsche regeeringen van deze gelegenheid zullen
gebruik maken, ten einde ook hierover onderhande
lingen aan te knoopen.
De Duitsche officieusen hebben tot heden het
stilzwijgen bewaard over hot bezoek van den Oosten-
rijksch-Hongaarschen Minister van Buitenlandsche
Zaken Kalnoky aan Bismarck op Friedricbsruh. Het
consigne was zwijgen, zqoals ,dit doorgaans te
Berlijn in netelige zaken het geval is. Thans komt
de Hongaarsche „Pester Lloyd" met eon artikel
over die samenkomst. Dit blad is het orgaan van
den Hongaarschen premier Tisza en wordt door
gaans als officieus beschouwd. De schrijver van het
artikel verklaart echter geen onthullingen te geven
maar zoowel de vorm als de inhoud is van
dien aard, dat wie met de krantentaal bekend is,
terstond het officieuse karakter herkent. Bij de
laatste bespreking van c|en Duitschen Rijkskanselier
met den Minister van Buitedlandsche Zaken, zoo
leest men in genoemd artikel, was het niet te doen
om nieuwe overeenkomsten, noch om het vaststellen
van bijzondere plannen. Het bezoek van graaf Kal
noky aan Bismarck heeft ook ditmaal evenals de
vorige jaren alleen ten doel gehad de tusschen de
beide staatsmannen bestaande persoonlijke vriendschap
te bevestigen, en daarbij natnurlijk wederkeerig van
gedachten te wisselen en hun zienswijzen nauw
keurig vast te stellen. Dit sluit ook in, dat, wan
neer er een zekere afwijking mocht bestaan ten
opzichte van vragen van den dag, deze moest
worden uit den weg geruimd. Men heeft van
geloofwaardige zijde verzekerd, dat Kalnoky en
Bismarck volkomen bevredigd waren door het resul
taat der bespreking en in volkomen overeenstem
ming van elkander gescheiden zijn. Heeft er dus
in een of ander opzicht verschil van meeniug be-»
staan, dan zal dit wel uit den weg geruimd zijn.
Wat nu het verschil van gevoelen betreft, dit staat
onbepaald vast, dat ten opzichte van de hoofdzaak,
den grondslag, het groote doel en den omvang van
het Oostenrijksch-Hongaarsch-Duitseh verbond van
het begin af nooit, ook niet tijdelijk, verschil van
meeniug heeft bestaan. Verschil van opvatting,
wanneer dit heeft plaats gehad, kan alleen bijzon
derheden betreffen, en ook in zulke gevallen werden
deze verschillen telkens spoedig en vriendschappe
lijk opgelost. Daartoe behoorde, dat beide verbon
denen openhartig en loyaal hun individueel stand
punt uiteenzetten en dat geen van beiden een on-
mogelijke en absolute eenstemmigheid verlangden
Er moet zonder twijfel een moment van volkomen
eenstemmigheid voor beiden zijn, daar namelijk waar
het in ernstige gevallen aankomt op het einddoel
het het verbond, op de positie van beiden als groote
Mogendheid en op de verdediging van de verbon
denen tegen coalitie van vijanden. Maar verder ook
niet; de Oostenrijksch-Hongaarsche politiek willen
en moeten wy zelf maken en omgekeerd kan en
mag onze Duitsche bondgenoot alleen voor de
Duitsche belangen zorgen. Het is dit punt, dat do
openbare meening bij verschillende gelegenheden niet
duidelijk genoeg onderscheiden heeft, en daaruit ont
stonden dan verkeerde opvattingen, zooals dit byv.
ten opztehte vau de Bulgaarsehe quaestie het geval
was.
De heer Joseph Chamberlain heeft afscheid ge
nomen van zyne kiezers te Birmingham.
Gelijk men weet, is d6 leider der radicale unio
nisten door de Engelsche regeering gekozen tot lid
der commissie, welke te Washington het geschil tus
schen de Vereenigde Staten en Canada zal onderzoe
ken. Alvorens echter te vertrekken, trad Chamber
lain te Birmingham als spreker op in een kiezersver
gadering, waar hij weer uitvoerig uitweidde over de
lersche quaestie.