BINNENLAND. Buitenlandsch Overzicht. Daaruit zou dan blaken, dat, als men de schoolgelden buiten rekening laat, deze inrich ting aan de gemeente Middelburg heeft gekost 9148,25', welk bedrag voor volgende jaren veilig kan gebracht worden op 8500. De tegenwoordige 2e burgerschool voor meisjes te Gouda kost aan de gemeente 3500, zoodat eeue vermeerdering in uitgaaf van/5000 als maximum het gevolg zou zjjn van de reor ganisatie in dezen geest. De uitbreiding der ïe Burgerschool voor meisjes zou dan stellig niet noodig zijn. Ingeval deze uitgave nog de gemeentekas te veel bezwaarde, zouden wij wel kans gezien hebben subsidiair een plan ter reorganisatie op nog bescheidener voet te ontwerpen doch het bovenstaande is voldoende om aan te toonen, wat in het rapport ontbreektlevendig besef van het gebrekkige van het tegenwoordige leerplan en ernstig streven naar verbetering. Na het gebruikelijke eeresaluut aan de adres santen hier bestaande in eene erkenning van de wenschelijkheid van mid. ond. voor de vrouw concludeert het praeadvies tot niets anders dan tot wachten op gunstiger tijden, als de kans op rijkssubsidie grooter (lees volkomen zeker) iseenvoudig uitstel dus ad calendas Graecus. GOUDA, 4 October 1887. Zondag jl. werd in de voormiddag-godsdienst oefening in de Groote kerk door den predikant J. W. Haverkamp Begemann eene afscheidsrede uit gesproken, daar hem na ruim 45jarige evange liebediening, op zijn verzoek, emeritaat was verleend. Een talrijke schare was opgekomen om getuige te zijn van het laatste optreden van den geliefden leeraar. Deze sprak naar aanleiding van den Brief van Paulus aan Ephese Hoofdst. III vers 17, le ged.: „Opdat Christus door het geloof in Uwe harten wone," waarna de gemeento ten slotte hem Psalm 134, laatste vers, toezong. Moge de waardige man nog vele jaren genieten van de rust, die hij zoo ten volle verdient na een leven vol werkzaamhoid en liefde Ter voorziening in de ontstane predikants-vacature heeft gisterenavond de Kerker/jad dor Hervormde Gemeente alhier toezegging van beroep gedaan aan Dr. J. Th. de Visser, predikant te - Almelo. Bij Min. beschikking is bepaald, dat de commies 2e kl. F. G. van der Ramhorst de Brouwer zijn functiën zal uitoefenen te Leeuwarden en de commies 3e kl. M. J. de Jongh ten postkantore te Gouda. Donderdag 13 October e. k. heeft de eerste Too- neelvoorstelling plaats in de sociëteit //Ons Genoe gen". Het Rotterdamsche gezelschap onder directie der hh. Le Gras Haspels zal dan opvoerenJan Masseur, Tooneelspel in 5 bedr. van D. M. Maaldrink. Daarin treden o.a. op mevr. Cath. Beersraans, mevr. Burlage, Mej. Marie Vink en de hh. 1). Haspels, Rosier Faassen, Le Gras, J. Haspels, Poolman en Henri de Vries. In ons vorig nr. deelden wij medo, dat een met selaar alhier, beschuldigd van overtreding der bouw verordening, was ontslagen van rechtsvervolging, daar die verordening niet behoorlijk was afgekondigd. Daaromtrent nog het volgende: De ambtenaar van het Op. Min. requireerde eene boete van 10 of hechtenis van 3 dagen, wegens overtreding van de verordening op het bouwen te Gouda van 1879. De kantonrechter was het eens met den ambtenaar van het Op. Min., dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend was bewezen, doch hij ontsloeg den beklaagde van alle rechtsver volging, op grond dat de verordening op het bouwen te Gouda, als zijnde niet behoorlijk afgekondigd, volstrekt geene verbindende kracht had. In het for mulier van afkondiging der bouwverordening te Gouda was vermeld, dat door den raad dier gemeente in zijne vergaderingen van 4 Juli en 3 October 1879 de verordening was vastgesteld, terwijl volgens artikel 173 der gemeentewet het formulier van afkondi ging had moeten vermelden //de vergadering" waar in de verordening was vastgestold; het formulier, waarin gemald wordt dat in meer dan ééne verga dering van don gemeenteraad de verordening is vast gesteld, voldoet dus niet aan het voorschrift der gemeentewet. ff. Naar men verneemt, heeft de ambtenaar van het 1 openbaar ministerie in deze uitspraak berust, als zijndo deze in overeenstemming met de leer van den Hoogon Raad. Gedurende acht ja^pn was de bouwverordening alhier beschouwd verbindende kracht te hebben. In het seizoen 1887/88 zijn de leesvergaderingen van het departement //Gouda" der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen geregeld als volgt 25 Oct. de heer H. T. Chajtuis van Geertruidenberg. 8 Nov. Mr! 1). Simons van Amsterdam. 13 Dec. Prof. Dr. Jan ten Brink van Leiden. 24 Jan. J. van den Berg van de Knijpe. 14 Febr. Dr. D. C. Nijhoff van 'sGravenhage. 13 Maart Dr. R. A. M. Stavenisse de Brauw van Gouda. Van deze lezingen zal die van 8 November, behalve voor leden en andere rechthebbenden, ook voor een ieder tegen een entree van 0.10 toe gankelijk zijn. Zondag had alhier op het schietterrein aan den Rotterdamschen dijk eene onderlinge schietwedstrijd plaats van hh. officieren, het kader en andere leden der ad. schutterij, die geregeld de vrijwillige oefeningen des Zondags bijwoonden. De uitslag was aldus le Afdeeling hh. Officieren, le prijs, een inktkoker, behaald door den 2n Luit. D. Hoogendijk met 31 p. 2e prijs, sigarensnijder, door den kapt. A. v. Reedt Dortland met 30 p. 3e prijs. Aschbakjes, door den In Luit. D. J. P. On- stenk met 27 p. 4e prijs. Twee beeldjes, door den 2n Luit. C. J. A. Kerkhof met 23 p. 5e prijs. Cognacflesch door den ln Luit. J. A. P. Montyn met 23 p. 2e Afdeeling Scherpschutters, le prijs. Wekker, behaald door den korp. Kort, met 27 p. 2e prijs. Lamp, behaald door den muzikant Krane- veld met 26 p. 3e prijs. Aschbakjes, behaald door den korp. Starre- veld met 26 p. 4e prijs. Sigarenkist, behaald door den serg.-maj. Sliedracht met 25 p. 5e prijs. Pijp, behaald door den serg. Jansen met 24 p. 3e Afdeeling A. le klasse, le prijs. Vogelkooi, behaald door den korp. van Gent met 28 p. 2e prijs. Bloempotten, bohaald door den four. Berlijn met 25 p. 3e prijs. Portemonnaie, behaald door den schutter v. d. Meide met 20 p. 3e prijs. Blakertje, behaald door den muzikant Aart de Jong met 18 p. 3e Afdeeling B. 2e klasse, le prijs. Rookstel, behaald door den serg.-maj. Woerloe met 22 p. 2e prijs. Kaartencoupe, behaald door den schutter Lakerveld met 14 p. 3e prijs. Inktkoker, behaald door den muzikant A. de Jong met 12 p. 4e prijs. Luciferstandaard, behaald door den korp. Ponsioen met 12 p. Snelvuur. le prijs. Koffiekan, behaald door den korp. Starre- veld mot 11 treffers 26 p. 2e prijs. Portefeuille, behaald door den serg.-maj. Sliedrecht met 9 treffers 32 p. 3e prijs. Sigarenkoker, behaald door den serg. Jan sen met 9 treffers 29 p. Algoraeene prijs, theepot met kan, voor hen di£ in de afdeeling II en IIIhet hoogste aantal punten heeft geschoten, behaald 'door den sergeant Boer, met 34 punten. De muziek luisterde des middags don wedstrijd op, waarna de prijzen door den maj.-commandant H. W. G. Koning met eene toespraak werden overhandigd. In de zitting der Arr.-Rechtbank te Rotterdam van Donderdag werden veroordeeld: J. v. R., oud 42 jaar. A. S., oud 28 j., A. don O., oud 29 j., J. B., oud 27 j., G. B., oud 22 j., A. H., oud 20 j., en P. H. Lzn., veenarbeiders te Reeuwijk en Waddinxveen, bekl. van te Reeuwijk op 31 Mei na zondêr voorafgegaan geschil met hun werkgevers den arbeid bij het verveenen te hebben gestaakt, openlijk met vereenigde krachten de aldaar werk zaam geblevenen die weigerden hun voorbeeld te volgen, achtereenvolgens daartoe hebben ^gedwongen door mishandeling die zij van de zijde der bekl. te verduren hadden, de eerste en vijfde bekl. tot 2 maanden gev., de tweede en zesde bekl. tot 4 maan den gev., inet vrijspraak van den derdon, vierden en zevenden bekl. Zaterdag overleed in de residentie ^plotseling mr. J. L. De Bruyn Kops, lid van de Tweede Kamer. Ofschoon hij sedert geruimen tijd lijdende was, werd zulk een snelle afloop niet verwacht. Alvorens, in 1868, een zetel in de Tweede Kamer in te nemen, dien hij sedert onafgebroken bleef behouden, was de heer Do Bruyn Kops hoogleeraar in de staathuishoud kunde aan de Polytechnische School te Delft. De liberale partij verliest in hem een harer bekwaamste leden en woordvoerders, de vrijhandel een van zijn warmste verdedigers. Tot zijn meoöt bekende ge schriften behooren zijn Handboek voor de Staathuis houdkunde en Be Economist, van welk tijdschrift hij langer dan een vierde eeuw onverpoosd de leiding voerde. Sedert 1872 was hij lid van de bekende Cobden-Club. Uit Loiden meldt de „Zuidh." dat den 26 Sept. 's ochtends omstreek tien uren bij iemand op de Hooigracht zich oen net gekleed heer aanmeld de, terwijl -nlleen de~ dienstboden tehuis waren. I)ie heer toonde de dienstboden eenigo plateh en boelges en verhaalde, dat hij bijdragen kwam vragen voor het a. s. Pausfeest. Hij toonde zelfs eenlijst, waar op de namen van verschillende roomsch-kath., op de Hooigracht woonachtig, voorkwamen, die voor de som van ƒ2.50 zouden geteekond hebben. Door welbe spraaktheid wist hij de meisjes te overreden, zoodat die hem 1.50 ter hand stelden, waarvoor zij een boekje ontvingen. Later onderzoek bij de personen, wier namen op do gezegde lijst stonden, toonde ech ter aan, dat alles logentaal was, en men dus zeer waarschijnlijk met zwendelarij te doen beeft gehad. Een ieder zij op zijn hoede In Engeland is het de gewoonte in den oogsttijd do kerken groen te maken, welk gebruik echter op sommige plaatsen in misbruik schijnt te ontaarden. De predikant vah Copredy, bij Leamington, ten minste heeft zich genoopt gevoeld daartegen openlijk op te komen. Hij ziet geen reden waarom men uit dank baarheid voor den oogst, Gods huis zou herscheppen in een gebouw, dat aan een groentewinkel doet den ken. Men gaat dan ook te ver; hij heeft met kluiten boter, een gebakken pastei en risten uien de doopvont zien versieren, hooibergen en boerenerven in het klein voor de vensters gezien. Ja, zelfs' is hem verteld van een altaar, waarop een kleine hooiberg was aan gebracht keurig met alle toebehooren gemaakt en de woorden daaromheen„Die voeder geeft aan Zijn ree". Appels, peren en pruimen, meerit de predikant, moest men niet in de kerk brengen, daar de gedach ten van de jonge leden der gemeento daardoor te veel worden afgeleiden zij toonen wel eens hun dank baarheid door de vruchten te kapenZelfs de Wes- leyanen en andere //Nonconformisten," die van ouds het groenraaken der kerken geheel plachten af te keuren, schijnen er thans smaak in te vinden en hun plaatsen van eeredienst niet alloen met korenaren en vruchten, maar soms zelfs met wortelen, bloemko len, pompoenen, enz., ja, met een reusachtig brood versierd to hebben! l)e ook hier te lande bekende miss Fay is te Lon den te midden van een harer spiritistische kunst stukken op voor haar zeer onaangename wijze ge stoord. Reeds eenige malen had zij, nadat de zaal in duister was gehuld, de vertooning uitgevoerd om van het tooneel te zweven, dwars door de zaal, naar den koepel boven den hoofdingang. Reeds Maandag avond hadden de toeschouwers lont geroken en zulk een leven gemaakt, dut de voorstelling plotseling gestaakt moest worden. Dinsdag-avond schenen eenige ongeloovigen besloten te hebben, de zaak grondig te onderzoeken. Toen hot gas was uitgedraaid en blijkbaar eene vrouwelijke figuur over de hoofden der toeschouwers door de zaal zweefde, staken de ongeloovigen lucifers aan en een hunner haalde met een lange van een ijzeren punt voorziene lat de vrouw naar beneden, die nu bleek te zijn oen met lucht opgevulde linnen zak. Te gelijk zag men de jonge dame in levenden lijve boven den hoofdingang staan. Aan het schandaal moest door de politie een eind worden gemaakt. Mr. F. B. Coninck Liefsting, vice-president van den Hoogen Raad, heeft eene brochure in het licht gegeven, getiteld: //Opmerkingen betreffende de be palingen der Grondwet? over de Troonopvolging en hare beteekenis volgens den aard van dit recht". Op den voorgrond stellende dat eene verbetering van redactie, waarom het bij de herziening van de Grondwet in zake de Troonopvolging te doen was, de bedenking rijzen doet dat elke verandering van redactie eoner bestaande wet hare eigenaardige ge varen medebrengt, eu dat niet zelden de wensch om een werkelijk of denkbeeldig gevaar van misvat ting te voorkomen aanleiding geeft tot grooter mis verstand of tot het onbewust maken van afwijkingen van het stelsel, zet de heer Liefsting daarna de be ginselen uiteen, op welke de regeling van de Troon opvolging hier te landq berust, en verdedigt dan o. a. de stelling: dat uit geen enkel voorschrift der Grondwet volgt dat voor het huwelijk van vreemde Prinsen en Prinsessen de toestemming onzer Staten- Generaal noodig zou zijn, en dit ook nooit kan heb ben gelegen in do bedoeling van den Grondwet gever. Voorts betoogt hij dat, waar 't het opvolgen in de vrouwelijke lijn betreft, men steeds met volmaakte zekerheid slechts één vrouw als naast staande bloed verwante aangewezen ziet, zoodat de noodzakelijk heid eener aanvulling van art. 18 der Grondwet, zooals bij de herziening werd geacht te bestaan, in derdaad niet aanwezig was. //De meening", zegt de schrijver op bl. 28, „bij de tegenwoordige Grond wetsherziening gevolgd, dat art. 18, zonder voorrang aan te geven, verschillende personen met gelijke aanspraken aanwijzen zou, en de vermeende gelijk heid tusschen tanto en nicht (mootcn) ais een mis verstand worden beschouwd". Ook wordt door den heer Liefsting eene misvatting genoemd het beworen dat de Grohdwet in art. 15 don manstam van de eerstgeboren dochter des Ko.iings in strijd met het eerstgeboorterecht zou uitsluiten van de erfopvolging, indien deze eerstgeborene voor den Koning kwam te overlijden, en dat in dit geval de tweede dochter den zoon en den kleinzoon der eerstgeborene zou uitsluiten. De schrijver acht het ondenkbaar dat eene derge lijke opvatting zal kunnen blijven bestaan, ofschoon in eerste lezing de beide Kamers er zich mede heb ben vereenigd. De reden voor de wijziging van art. 15 ligt alleen daarin, dat in dit artikel niet naast het recht van eerstgeboorte dat van representatie wordt vermeld, gelyk wel, voor de mannelijke lijnen, is geschied in de artl. 13 en 14. De heer Liefsting betoogt nu dat het recht van representatie het nood zakelijk rechtsgevolg is van het eerstgeboorterecht, zoodat, hoewel de uitdrukking „bij representatie" niet voorkomt bij de eerstgeboren dochter des Konings toch de leden van haren manstam krachtens huu eerstgeboorterecht aan haar gesubstitueerd blijven. In verband met de vele gewisselde stukken, be treffende de dienstneming bij het leger in Oost-Indië, is het niet onbelangrijk uit den mond van een ge woon soldaat aldaar te vernemen hoe er voor het leger gezorgd wordt. De brief is gedagteekend uit Meester-Cornelis, van 26 Juni 1887, en gericht aan de ouders van den soldaat in het moederland. De voeding en huisvesting zoo schrijft hij is hier uitstekend. Ik kan u verklaren dat ik het nergens zoo goed heb gehad. Ik zal u eens schrijven wat wij hier zoo al krijgen. 's Morgons 5 urenreveille. Dan gaan wij dadelijk naar de keuken om een „mok" of ketoltje koffie te halen (je kunt zooveel krijgen als je hebben wilt) dan krijgen wij daarbij 'n witte broodje van 2 ons, doorgesneden en vrij goed besmeerd met uitstekende boter, en dan nog wat er opsoms is het kaas, worst, spek, eigengemaakte hoofdkaas, 'n gebakken ei, zalm uit blik, en een enkelen keer krijgen wij wel eens ham. Dus alle dagen wat anders op je brood. Die boter en die bijslag wardt natuurlijk gekocht uit de menage; het brood dat verstrekt het Gouvernement. Elk soldaat heeft hier recht op 3 ons 7 lood vloesch daags. Om 6 uren is het exerceeren tot 8 uren; dan ka- mor-inspectio enz. 10 uren soep-eten. Dan krijgen wij een flinken ketel overheerlijke vette groentesoep, met een flink stuk vleesch, en een goeden ketel rijst. De menage ketels zyn hier met 'n onder- en bovenstuk, omdat je altijd 2 gerechten hebt. Dan staat er den geheelen dag 'n ton met lauwe thee, omdat wij niet zooveel koud water mogen drinken; dat is natuurlyk voor de gezondheid. Van half 11 tot 3 uren is hetrusten. Om 3 uren is het weer eten. Wij krijgen 2 of 3 keer in de week aardappelen, maar toch altijd rijst daarbij met een kerriesaus. Bij de rijst krijgen wij in den regel een balletje gehakt met een ei en komkom mers een anderen middag gebraden vleesch, ei en een moot of 4 gebakken paling. Over hot algemeen bevalt het me hier heel goed. Wij spelen druk oomedie op hot tooneel in de can- trae. Hier op Meester-Cornelis zijn prachtige villa's en mooie wandelwegen, en een heel aardig spoor wegstation. Dan rjjdt hier 'n stoomtram, waar je voor n dubbeltje wel een uur ver meê kan rijden. Wij gaan dan ook dikwijls naar Weltevreden. Jj,® de circlls hetgeen aldaar voorvalt reeds lfiwP J roma"9 beschreven, is nu een Ber- lijnscL schaver op het idee gekomen, om een boek J 6 8even waarin al het belangrijke en eevat Dab??8"™ bet leVen in een Wr°us is samen Sv,„CJn Verber»t zich ondt,r het PMudo- te Rorb' n snozl)omino en het boek is bij S. Fischer dichter J Jn„r!^en!n- Nu <le hoe de orde is pe.ler' dagbladschrijver, veelal aan boek van Si "no?ng00n be'nng"jk TOOrkomt' zal v"n bl="or Domi<ie. waarin do vraag hoe wordt men kunstemaker of clown? op vermakelijke wijze beantwoord wordt, zeker lezers vinden. Zoo wordt in het boek verteld, hoe de welbekende i,August», de clown Tom Belling, zijne „genie" ont dekte. „August» was aanvankelijk als kunstemaker bij den heer Benz geengageerd. Hiervoor was hij evenwel niet geschikt en maakte fiasco, zoodat hij niet moer in de manege durfde verschijnen. Eens toen hij 's avonds treurig in de kleedkamer zat, kreeg hij toevallig een oude, verwarde, uitgerafelde pruik in handen. Hij zette die scheef op zijn hoofd, streek haar half glad, liet de andere helft ruig, en met den stalmeestersrok eveneens scheef toegeknoopt, zag hij er zoo potsierlijk uit, dat zijn kameraden het uitschaterden. „Kostelijk, goed gedaan riep er een. „Ik geef tien glazen bier als je zoo naar beneden gaat.» „En waarom niet riep Belling overmoedig terug. „Ik neem de weddenschap aan. Ik zal naar beneden gaan tot in de stalgang voor het gordijn, onder voorwaarde dat „de oude" er niet is». „Top, aangenomen Tien liters, als gij je zoo in de stalgang vertoont Belling ging naar beneden tot „bij het gordijn» alwaar zijn dwazo verschijning niet weinig hilariteit feroorzaakte. Voor de oogen van het publiek hield hij zich echter zorgvuldig verborgen en gelukkig was de oude Benz niet in de nabijheid. Maar hij kon elk oogenblik komenDus vond onze vermetele Tom het na eenige minuten veiliger, stilletjes weder weg en naar boven te sluipen, toen op eens het gordijn werd opgelicht en hij Kenzetegen het lijf liep „Wat drommel, wie hebben we hier zeide de directeur verbaasd hij kwam nader en wierp een onderzoekende blik op de zonderlinge gestalte. Nauwelijks had hy hem goed aangezien en de comi- sche figuur voor hem met de scheeve verwarde pruik en het verschrikte, schuldbewuste gelaat, dat er onder deze omstandigheden alles behalve scharander uitzag, deed hem in lachen uitbarsten. „Prachtig Kostelijk! Uitstekend riep hij vergenoegd uit. „Wat ziet de korel er uitDat hebt ge goed uitgevonden! Ga terstond zoo de manége in Ga dan toch, wat sta je daar te talmen? Wat weerga, maak dat je de manege in komt, zeg ik je? Verward en verlegen, niet wetend of het ernst was, dan wel of de directeur den spot met hem wilde drjjvon, draaide Belling, voortgeduwd door Renz eenige malen angstig als een tol in de rondte, kwam op die wijze onder de oogen van het publiek moest nu voorwaarts struikelde in ziju ver legenheid tegen éde deur van de manege en kwam zoo naar binnen vallen 1 Het Was niet het gewone bestudeerde struikelen, maar werkelijk verward en verlegen, zoo als hij nog nooit geweest was, kwam hjj in het zand rollen. Het publiek dacht niet anders dan dat het een van te voren berekend effect was en brak in luid gelach uit. Toen men ziju verbluft gelaat zag, begon mon opnieuw te juichen. „August!» riep hem spottend iemand van de bovengalerij toe, waarop het publiek opnieuw begon te lachen. Belling wierp een woedenden blik naar boven men hield dit voor een grap en „Au gustAugust!» klonk het nu van alle zijden op de galerij. Belling maakte rechtsomkeert en stormde de manege uit, gevolgd door het gejuich van het publiek dat verrukt was over het comische van zijne ver schijning en van zijn houding. Met niet minder vergenoegd lachen werd hij achter het gordijn door den directeur ontvangen. „Dat hebt gjj goed gedaan, heel goed 1» zeide deze tevreden. „Na de pauze ga je weer naar binnen hoorDomme kerel waarom heb je niet terstond gezegd dat je deze scène kunt vertoonen Het contract gaat door, je kunt blijven Nu begon Belling over do zaak na te denken en ontdekte waarvoor hjj eigenlijk geschikt was. Na de pauze ging hij weer naar binnen, en zijn natuurlijke comische gave, de onnoozele uitdrukking, die hij aan zijn gelaat weet te geven, en de gewichtige be drijvigheid, waarmedo hg verschijnt, zonder eigenlijk ooit iets te doen, miste de gewone uitwerking niet. „August" was weder de naam waarmede zijne ver schijning juichend werd begroet en dien hij sedert behouden heeft. Al meer en meer wist hij dien tot een bepaald genre-figuur te volmaken. Toen Renz na verloop van een maand een nieuw contract met Belling aan ging, kreeg hjj in plaats van 600 frs, 1200 fr. per maand, kort daarop 1500 en later 2000 frs. be zoldiging. De bijeenkomst tusschen prins Bismarck en den Italiaanschen minister-president Crispi wordt overal door de pers besproken. De meeste Berlijnsche bla den wijden uitvoerige beschouwingen aan dit feit, en „Roeten den heer Crispi, als „Duitschlands vriend" welkom. Alleen reeds de tegenwoordigheid van den Italiaanschen minister te Friedrichsruhe achten zij een voldoenden waarborg voor Italie's aansluiting bij het Duitsch-Oostenrijksche verbond. De beteejeenis van de reis ligt voor de hand, zij wijs op een nauwer aansluiting van Italië aan het Duitsch-Oo.stenrijksch verbandmen verzekert te Ber lijn, dat de reis het zegel is op de vijfjarige verlen ging van het verbond. De Duitsche bladen en ook andere doen uitkomen, hoe heugelijk deze zaak is voor het behoud van den Europeeschen vrede. Immers, Duitschland, Oostenrijk en Italië vormen een' macht zoo groot, dat Rusland en Frankrijk te zamen daar niet tegen op kunnen en wel gedwongen zijn het zwaard in de schede te hou den. Het bezoek van den heer Crispi, waardoor graaf Herbert von Bismarck eenige dagen Berlijn moest verlaten, heeft de afsluiting der onderhandelingen over het voorval bij de Fransch-Duitsche grenzen eenigszins vertraagd. Toch wordt de zaak algemeen als geëindigd beschouwd, daar de Duitsche regeering zich in beginsel bereid heeft verklaard tot het verloe- nen eener redelijke en geldige voldoening. De grooto vraag is echter maatregelen te treilen, waardoor dergelijke onaangename voorvallen voortaan worden voorkomen. Men verwacht dat de Fransche en Duitsche regeeringen van deze gelegenheid zullen gebruik maken, ten einde ook hierover onderhande lingen aan te knoopen. De Duitsche officieusen hebben tot heden het stilzwijgen bewaard over hot bezoek van den Oosten- rijksch-Hongaarschen Minister van Buitenlandsche Zaken Kalnoky aan Bismarck op Friedricbsruh. Het consigne was zwijgen, zqoals ,dit doorgaans te Berlijn in netelige zaken het geval is. Thans komt de Hongaarsche „Pester Lloyd" met eon artikel over die samenkomst. Dit blad is het orgaan van den Hongaarschen premier Tisza en wordt door gaans als officieus beschouwd. De schrijver van het artikel verklaart echter geen onthullingen te geven maar zoowel de vorm als de inhoud is van dien aard, dat wie met de krantentaal bekend is, terstond het officieuse karakter herkent. Bij de laatste bespreking van c|en Duitschen Rijkskanselier met den Minister van Buitedlandsche Zaken, zoo leest men in genoemd artikel, was het niet te doen om nieuwe overeenkomsten, noch om het vaststellen van bijzondere plannen. Het bezoek van graaf Kal noky aan Bismarck heeft ook ditmaal evenals de vorige jaren alleen ten doel gehad de tusschen de beide staatsmannen bestaande persoonlijke vriendschap te bevestigen, en daarbij natnurlijk wederkeerig van gedachten te wisselen en hun zienswijzen nauw keurig vast te stellen. Dit sluit ook in, dat, wan neer er een zekere afwijking mocht bestaan ten opzichte van vragen van den dag, deze moest worden uit den weg geruimd. Men heeft van geloofwaardige zijde verzekerd, dat Kalnoky en Bismarck volkomen bevredigd waren door het resul taat der bespreking en in volkomen overeenstem ming van elkander gescheiden zijn. Heeft er dus in een of ander opzicht verschil van meeniug be-» staan, dan zal dit wel uit den weg geruimd zijn. Wat nu het verschil van gevoelen betreft, dit staat onbepaald vast, dat ten opzichte van de hoofdzaak, den grondslag, het groote doel en den omvang van het Oostenrijksch-Hongaarsch-Duitseh verbond van het begin af nooit, ook niet tijdelijk, verschil van meeniug heeft bestaan. Verschil van opvatting, wanneer dit heeft plaats gehad, kan alleen bijzon derheden betreffen, en ook in zulke gevallen werden deze verschillen telkens spoedig en vriendschappe lijk opgelost. Daartoe behoorde, dat beide verbon denen openhartig en loyaal hun individueel stand punt uiteenzetten en dat geen van beiden een on- mogelijke en absolute eenstemmigheid verlangden Er moet zonder twijfel een moment van volkomen eenstemmigheid voor beiden zijn, daar namelijk waar het in ernstige gevallen aankomt op het einddoel het het verbond, op de positie van beiden als groote Mogendheid en op de verdediging van de verbon denen tegen coalitie van vijanden. Maar verder ook niet; de Oostenrijksch-Hongaarsche politiek willen en moeten wy zelf maken en omgekeerd kan en mag onze Duitsche bondgenoot alleen voor de Duitsche belangen zorgen. Het is dit punt, dat do openbare meening bij verschillende gelegenheden niet duidelijk genoeg onderscheiden heeft, en daaruit ont stonden dan verkeerde opvattingen, zooals dit byv. ten opztehte vau de Bulgaarsehe quaestie het geval was. De heer Joseph Chamberlain heeft afscheid ge nomen van zyne kiezers te Birmingham. Gelijk men weet, is d6 leider der radicale unio nisten door de Engelsche regeering gekozen tot lid der commissie, welke te Washington het geschil tus schen de Vereenigde Staten en Canada zal onderzoe ken. Alvorens echter te vertrekken, trad Chamber lain te Birmingham als spreker op in een kiezersver gadering, waar hij weer uitvoerig uitweidde over de lersche quaestie.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2