Ruhr Kachelkolen enz.
Vrachlbrikje.
Dienstbode
STEARINE KAARSEN
I LEVENSMIDDELEN
GEVRAAGD
W.SchalekampJr.
ROOMHORENS,
ADVERTENTIEN.
P. KRIJGSMAN.
Kost en Inwoning
Wlnter-Trlcot-Tallles
Slotemaker en Co.
Bouwkundig Onderwijs.
iM.v.d. Burg en Zn.j
j Galantine de veau truffée j
j Verduurzaamde I
Goed gevulde Boterletters
SATJCUSEÏÏBROODJES,
Nieuwe Pales de foie gras Ls. Henrij.
Zuivere Spaansche \VIJ\E1V
Burgerlijke Stand.
Pakhuis BOGEN 117.
Eau de Vichy,
Huni. Bitterwater,
Wildunger Water,
Carlsbad Water,
Mariënbader,
Emser Water,
Emser Pastillen,
Carlsbad Zout, enz. enz.
V erkrijgbaar direct uit de bron
nen aangevoerd bij
I Paling in gelei, Cibils, Zalm> j
Kreeften, Sardines,
I Dagelijks versche GEBAKJES.
APPELBOLLEN,
betere regeling te doen ontstaan. Dit zou op tweeërlei
wijzen kunnen geschieden, of door het aanstellen van
een of-móef1 gemeentelijke artsen, die de practijk in
haren geheelen omvang bij de armen zouden moeten
uitoefenen tegen een vast inkomen of door de ar-
menpraetijk in te richten evenals bij de ziekenfond
sen geschiedt.
De heer van Iterson gaf aan laatstgenoemde re
geling de voorkeur.
B. en W. toonen in hun rapport aan de licht- en
schaduwzijden van beide stelsels. Zij zouden
eensdeels geneigd zijn om eerstgenoemde rege
ling te verkiezen daar deze practisch meer
uitvoerbaar schynt dan de andere. Intusschen is er
in de door don heer van Iterson gewenschte regeling
ook veel, dat B. en W. aanlacht, waarom zij ten
slotte den Raad in overweging geven het voorstel
aan den heer van Iterson terug te zenden met ver
zoek dit nader te willen uitwerken en toelichten.
Wellicht'dat dan blijke dat de bezwaren, die B. en
W. daartegen hebben, niot onoverkomelijk zijn.
Ter visie.
2. Een voorstel van B. en W. tot wijziging dór
gemoente-begrooting, dienst 1887. Ter visie.
3. Eene missive van den heor H. J. Steenbergen,
kennisgevende dat Dinsdag l November e. k. een
openbare 'gymnastiekles Wordt gegoven in de Socië
teit //Ons Genoegen" en de raadsleden uitnoodigende
daarbij tegenwoordig te zijn.
Aangenomen voor kennisgeving.
4. Een adres van den heer J. R. C. Reesink,
ontslag verzoekende als le onderwijzer aan de 2®
burgerschool voor jongens.
Wordt eervol verleend tegen 15 December.
5. Een adres van mej. W. Monteban, ontslag
verzoekende als onderwijzeres aan de tusscheuschool.
Wordt eorvol verleend tegen 11 December of
zooveel eer als in do vacature zal ziju voorzien.
6. Een missive van B. en W., waarbij de heer
J. Slop, 2e onderwijzer aan de 2e burgerschool voor
jongens, wordt voorgedragen als lo onderwijzer.
Ter visie.
7. Eene missive van de Afd. Gouda en omstre
ken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw
dank zeggende voor de verleende subsidie voor de
vrije vee- en paardenmarkt.
Aangenomen voor kennisgeving.
Aan do orde:
Het voorstel om het getal agenten van politie te
vermeerderen met één, door do benoeming van een
hoofd-agent op een jaarwedde van 600.
Wordt zonder hoofd, stemming aangenomen.
Aan de orde
De Gemeónte-begrooting voor 1888.
Algeinoene beschouwingen worden niet gehouden.
Daarop wordt overgegaan tot de begrooting van
uitgaven.
Bij Hoofdstuk I art. 10 betoogt de heer van
Iterson het gevaar dat er bestaat als een kruitschip
in de Gouwe ligt tusschen booten en schepen,
waarin vuur is. Spr. zag dat zulks het geval was
en hij vraagt of de Havenmeester niet op zoo'n
kruitscnip kon medevaren zoolang het hier in de
gemeente is, om te zorgen dat alle vuren uitgedoofd
werden in de nabijheid. De Voorzitter merkt op
dat een kruitschip1 steeds een conducteur min boord
heeft terwijl politie en militaireu er voor waken dat
er geen vuur in de nabijheid is. Nu de heer van
Iterson gezien heeft daarvoor niet voldoende gozorgd
werd, zal spr. op dat vorzuim attent maken.
Bij den post //Onderhoud van straten en pleinen"
deelt de Voorzitter mede, naar aanleiding van eene
opmerking der Commissie, dat op 't oogenblik dat
de begrooting wordt opgemaakt niet kan gezegd
worden welke straten in het volgend jaar herstel
ling zullen behoeven. Thans kan daaromtrent iets
medegedeeld. In 1888 zullen eene herstelling on
dergaan de hooge Gouwe (vanaf de Haven tot de
Peperstraat), een gedeelte der Gouwe verderop, een
gedeelte der Spieringstraat en der Markt (de zoog.
Regenboog), Wachterstraat en Kattensingel (tusschen
Spoorwegstraat en Crabethstraat).
Bij den post//Onderhoud van wegen en voetpaden"
klaagt de bóer Oud ijk over den toestand van de
zand- en grintwegen in deze gemeente. De Boele
kade zal nu worden bestraat, maar tot.nog toe was
de toestand treurig, allerlei kuilen waren daarin en
b.v. zy die per rijtuig uit de komedie van „Ons
Genoegen" kwamen, ondervonden daarvan de gevolgen
door het krijgen vftn enorme schokken.
De heer Lotsy klaagt over den slechten toestand
van de Klei kade, de heer Koning heft eenzelfde
klacht aan over den weg voorbij de Kap onder de
spoorbrug door en de heer Hoogenboom evenzoo
over den toestand van de breede zijdo van de Kar-
nemelksloot. Tot het onderhoud dier wegen zijn
echter merkt de Voorzitter op de Polderbe
sturen verplicht, niet de Gemeente Gouda, behalve
de Karnemelksloot, waarvan de kanten door den polder
Sluipwijk en de weg bovenop door de gemeente moet
worden onderhonden. Dit laatste onderhoud door
tweeërlei hand geeft vooral aanleiding tot moeielijk-
heden. Verschillende sprekers betoogen dewonsehe-
lijkheid dat de polderbesturen hunne verplichting
beter zullen nakomen.
By den post: //Onderhoud van wandelplaatsen
en plantsoenen" betoogt de heer Oudyk de wen-
scheljjkheid om de Klei kade te verbroeden en met
boomen te beplanten. Dan kregen de ingeze
tenen een fraaie wandeling van de Goejanverwelledyk
naar de Oude Gouwe.
De Voorzitter zegt dat dit denkbeeld ook bij
B. en W. wel eens ter sprake is gekomen. Een
polderkade leeut zich echter moeilijk tot beplanting.
Intusschen verklaart spr. zich bereid de zaak op
nieuw bij het Dagelijksch Bestuur ter sprake te
brengen.
Bij den post „Jaarwedde van den Commissaris
van politie" verklaart do heer IJssel de Schepper
namens de begrootings-commissie het voorstel tot
vorhooging van deze jaarwedde in te trokken. Het
rapport van B. en W. heeft op dit punt een ern-
stigen indruk gemaakt op de Commissie, zij meent
dat eene verhooging als deze de volle sympathie
moet hebben van het Dag. Bestuur, hoofdzakelijk
vpn den Voorzitter als hoofd der gemeente-politio
onder wiens bevelen de Commissaris staat, cn daar
nu gebleken is uit het rapport dat die syfnpathie
niet bestaat meen zij niet verder te moeten aandringen
bij den Raad op bedoelde' verhoogiug.
Bij den post „Kleeding der politie-beambten" vraagt
de heer Koning of nu de betrekking van adjunct
inspecteur wordt opgeheven voortaan do inspecteur
uniform zal dragen. De Voorzitter zegt dat punt nog
niet besproken te hebben met den Commissaris. Spr.
gelooft niet dat een uniform noodig is, doch het zal
later worden bepaald. De heer v. Mierop geeft in
overweging hem in geen geval een zoo lange sabel
te laten dragen als nu de adjunct-inspecteur, die in
geval van hard loopen gevaarlijk is.
Bij den post „ondorhoud der lantarens" dringt de
heer Prince namens de begrootings-commissie er op
aan op het Marktplein 2 drie-armige lantaarns te
plaatsen. De buitengedeelten der stad worden aan
genaam gemaakt en sierlijk, ook aan de verfraaiing
van de binnengedeelten mag wel iets ten koste gelegd.
De Markt wordt 's avonds veel bewandeld, het
komt spr. voor dat bedoelde lantaarns daar veel ge
zelligheid zouden teweeg brengen. De heor van der
Garden wil, met het oog op den 3-hoekigen vorm
van de Markt liever drie zulke lantaarns plaatsen,
terwijl de hoer Jager daarentegen er één voldoende
vindt.
De drie voorstellen worden in stemrping gebracht
en alle drie verworpen. Dat om 3 lantaarns te plaat
sen met 10 tegen 6 st. (de hh. Prince, IJssel de
Schepper, Lotsy, van der Garden, Hoef hamer en Ko
ning). Dat om 2 en dat om 1 lantaarn te plaatsen
met 9 tegen 7 steramen (de zelfde heeren als zoooven
met den heer Jager).
Bij een volgendon post klaagt de heer Koning er
over, dat de Stationsweg soms zoo duister is. Als 'fc lichte
maan heet, doch deze niet te zien is, is 't daar zoo
donker dat men gevaar loopt tegen boomen te loopen.
Spr. dringt er op aan de lantaarns daar steeds te
doen branden. De Voorzitter belooft er met het
Dag. Bestuur over to zullen spreken.
Bij don post „Onderhoud der brandspuiten" wordt
de vraag besproken of leeren dan wel linneu slan
gen de voorkeur verdienen. Het groote bezwaar
tegen linnen slangen schijnt te zijn dat die hier
ter stede niet kunnen worden hersteld als zij defect
raken.
De hh. Hoef hamer en IJssel de Schepper be
grijpen zich dit laatste niet. Laatstgenoemd spr. zag
zulk een reparatie Aan een dor stations van de
Amsterdamsche brandweer geschieden door oen een
voudig werkman en hij geeft in overweging den
Opperbrandmeester eens een persoonlijk onderzoek
dienaangaande te doen instellen te Amsterdam.
De heor;Princo stelt vóór om bij wijze van proef bij
één brandspuit -linnen slangen te gebruiken. De
Voorzitter meent dat zulks niet gaan zal daar men
ze' door elkaar gebruikt, doch zegt toe dat dergelijke
proof genomen zal worden, mits er geen technischo
bezwaron tegen bestaan.
Bij den post: „Kosten van het Progymnasium"
zegt de heer Lotsy dat hij met genoegen gezien heeft
dat B. en W, met de Begrootings-Commissie wenschen
dat weldra de middelen zullen worden gevonden
voor (le oprichting van een volledig Gymnasium,
doch spr. zou gaarne wenschen dat B. en W. iets
verder gingen. Volgens spr. zijn de kosten voor
een Gymnasium niet zoo bijzonder groot, vooral als
men in aanmerking neemt dat hot Ryk 50 pC-. van
de kosten (verminderd met de inkomsten) teruggeeft.
In Gorkum ie een Gymnasium, spr. weet niet of
daar zooveel meer leerlingen zijn dan hier, maar hij
ziet geen reden waarom niet hier evengoed als daar
door het Rijk zou worden toegestemd in de oprich
ting. Spr. wil daarom B. en W. uitnoodigen een on
derzoek te doen naar de kosten van een Gymnasium.
De Voorzitter gelooft dat een onderzoek thans tot
niets zou leiden. Spr. vereenigt zich met de opmer
king der Begrootings-Commissie dat als 't gelukt do
gemeente van de bijdrage te ontheffen aan het Ryk
voor de Hoogero Burgerschool, dat dan de oprichting
van een Gymnasium in overweging dieut genomen.
De heer IJssel de Schepper vereenigt zich met het
door tien heer Lotsy gosprokene.
Een Progymnasium is daarover is ieder 't eens
gelooft spr. een inrichting die niet kan voldoen
een waar „hors doeuvre* De vergelijking tusschen de
verhouding van een H. Burgerschool met 3 en 5
jarigen cursus en die van een Progymnasium en
Gymnasium gaat volgens spr. volstrekt niet op.
Spr. hoopt dus dat weldra de eerste stappen zullen
worden gedaan om de gemeente in het bezit te
stellen van een Gymnasium. De Voorzitter merkt
den hoer IJssel de Schepper op, dat hij nu afwijkt
van het gevoelen van de Begrootings-Commissie,.
waarvan hij lid is, waarop genoemde heer antwoordt,
dat hij, in de onderteekening van do zinsnede in
het rapport der Begrootings-Commissie, op deze 7*iak
betrekking liebbendo, geen reden ziet om na hetgeen
de heer Lotsy aanvoerde niet nog iets verder te
gaan. De heer van Iterson doet den heer Lotsy
opmerken dat het voorbeeld van Gorkum niet opgaat.
Daar was een zeer druk bezocht Progymnasium f
De heer JagtÈ wijst op Tiel, dat meent spr. Rijks
subsidie kreeg. De Voorzitter merkt op dat hij niet
gelooft dat Tiel al subsidie heeft, enkele maanden
geleden was dat zeker nog niet het goval. De In
specteur van de Gymnasia raadde B. en W. aan in
allen geval met het vragen om Rijks-subsidie te
wachten totdat de zaak van Tiel beslist was.
Bij don post: „Jaarwedde der onderwijzers" vraagt
de heer Hoogenboom eenigo inlichtingen. De post
is hooger dan verleden jaar en overal ziet men juist
dat de jaarwedden der onderwijzers verminderen. Meer
personeel is ook niet aangesteld. De voorzitter merkt
op, dat het personeel wel is vermeerderd nl. op de 2e
burgerschool voor meisjes is een 4e onderwijzeres be-
noorad. Bovendien krijgen onderwijzeressen als zij
zekeren tyd hier werkzaam zijn vorhooging van
bezoldiging ingevolge vroeger besluit.
Bij den postBelooning van Doctoron enz."
vraagt de hoer Hoefkamer het woord. Namens do
Begrootings-Commissie dringt hij er bij don raad op
aan om de jaarwoddo van den heelmeester der gast
huizen met 200 te vorhoogen. Do Commissie was
er van overtuigd dat de heer Spruijt, die van 1872
af steeds uitstekend diensten verleende, thans een be
looning genoot, die niet in evenredigheid was met de
diensten, door hem gepraosteerd. Dagelijks bezoekt
hij do ziekezalen, doet voorts de opératies en be
handelt bovendien nog de patiënten in het Oude-*
Vrouwenhuis en dat alles voor 82 cents per dag.
Het komt spr. voor dat het alleszins Billijk is, dot
bedoelde jaarwedde eene verhooging van 200
ondergaat.
De Voorzitter zegt dat ook B. en W. de verdiensten
van den Heelmeester der Gasthuizen zeer waardeeren,
doch als men in aanmerking neemt dat hy behalve
de 300 in deze betrekking nog 150 en 100
ontvangt voor andere werkzaamheden ten behoeve
der gemeente, dan is dat reeds 550 en daar B.
en W. nu voorstellen hem 100 meer te geven zou
hij dus 650 hebben, wat volgens spr. voldoende
moet worden geacht. Er is gewezen, zegt spr., op
de uitbreiding zijner werkzaamheden in het Gasthuis,
maar dat is eene ohtlasting van de werkzaamheden
van den Stads-Heelmeester. Dat de heer Spruijt
die werkzaamhoken op zich neemt, moet dus meer
worden beschouwd als een vriendschapsdienst aan
een ouderen Collega, waarvoor de gemeente "hem
niet behoeft te bezoldigen.
De hoer Hoef hamer zegt dat 't alleszins juist is, dat
de heer Spruijt behalve zijn jaarwodde als Heelmees
ter der gasthuizen nog ander tractem'ent ontvangt
voor andere werkzaamheden ten dienste der gemeente.
Doch dat spreekt van zelf en dat mag bij de beoor
deeling van het voorstol tot do thans aan de orde
zijnde verhooging yiet in aanmerking komen. Wor
den henK morgen b. v. wederom nieuwe werkzaam
heden opgedragen, dan zal hij ook daarvoor afzon
derlijk moeten worden bezoldigd. Het moge voorts
waar zijn dat do heer Spruijt een collega ontheft
van werkzaamheden, hij doét dat buiten den tijd, die
hij besteedt ten dienste der gemeente. Do heer
Jager ondersteunt het voorstel der Commissie, daar
de heer Spruijt zijn betrekking met grooten ijver ver
vult. Als de heer Spruijt zelf niet ten volle overtuigd
was dat hij hooger bezoldiging verdiende zou een
man als hij er niet om vragen. De heer Hoef
kamer merkt nog op dat de heer Spruijt door
zijn bekwaamheid cn IJver de oorzaak is dat de
inkomsten van het Gasthuis zeer vermeerderen.
Er komen tegenwoordig vele monschen van buiten
en de daardoor verkregen meerdere inkomsten ma
ken dat er minder subsidie noodig is alzoo een
nieuwe reden om de voorgestelde 200 toe te staan
De heer Post Drost gelooft dat de vorige spr. zich
vergist. Wel worden er tegenwoordig meer personen 1
opgenomen in 't Gasthuis dan vroeger, maar de in
komsten worden daardoor niet vermeerderd, eer
verminderd, want vele patiënten kosten méér dan het
bedrag dat zij betalen. De heer Hoefhamer toont
daarop met cijfers aan dat do subsidie oen paar jaar ge
leden aanzienlijk hooger was dan thans. De Voor
zitter merkt op dat de subsidie van thans weinig
verschilt met die van vorige jaren, het is waar één
jaar was die aanmerkelijk hooger omdat toen op
voorstel van den heer Spruijt een aanzienlijke aan
koop van instrumenten was gedaan ten behoeve der
patiënten. De heer Post Drost zegt dat de patiënten
slechts 1.25 per dag botalen en soms wel 2 per
dag kosten. Sommige patiënten zijn zeer duur, drinken
bouillon, madeira en port en het is een feit dat 't groote
aantal patiënten de inkomsten niet vermeerderd. De
heer Hoefhamer houdt vol dat zulks wel het goval
is en hij is van oordeel dat de heer Post Drost
moeilijk kan beoordeelen in hoeverre die 1.25 per
dag voldoende is om de kosten goed te maken.
Het voorstel om de bezoldiging van den Heel
meester der Gasthuizen met 200 te verhoogen
wordt ijl stemming gebracht en aangenomen met 10
tegen 6 stemmen, die der hh. Straver, 'Oudijk, Post
Drost, Fortuijn Droogleever, Noothoven van Goor
en de Voorzitter.
Bij den post„Opbrengst van veergemen" toont
de heer Koning aan, dat er iets onbillijks in is
om de bewoners van de Korte Akkeren en daaraan
grenzende buurten veergeld te laten betalen op het
veer aan de Turfsingelgracht. Die lieden moeten
naar het werk in de stad en betalen op die wijze een
onbillijke belasting. Eigenlijk was dat een punt om
een brug to hebben, maar daar dit in vele opzichten
moeilijk is zou spr. er voor zijn om daar geen veer
geld to heffen. De voorzitter merkt op dat de heer
Prince het vorige jaar bij een ander veer er terecht
op heeft gewezen dat zonder veèrgeld te hebben vele
jongens zich gratis heen en weer zouden laten varen,
waarop de heer Koning althanA de bewoners van de
korte Akkeren zou willen vrijstellen. De heer van
der Garden bespreekt demoeielijkheid om controle uit
te oefenen of het veer- en bruggeld wel geheel verant
woord wordt. Daarin zou gemakkelijk te voorzien
zijn door het zoogenaamd „Couponstelsel" in practijk
te brengen, zooals bij het veer te Papendrecht en ook
bij dat te Sleeuwijk wordt gedaan. De veerman heeft
boekjes met Coupons met doorloopende nrs. die wor-
deu uitgegeven. Waar dat stelsel in toepassing is
bleek het dat de inkomsten zeer vermeerderden, ter
wijl de kosten daaaraan verbonden gering zyn. De
voorzitter zegt de zaak gaarne in overweging te zul
len nemen.
De post voor „Onvoorziene Uitgaven" wordt ten
slotte vastgesteld op 6177.715 en de Begrooting,
zoowel in ontvang als uitgnaf op ƒ378.896.19.*
Niets meer aan de orde zijnde, wordt daarop de
vergadering door den voorzitter gesloten.
fNQË'ZQNDEN.
Geachte Redacteur!
Beleefd verzoek ik U een plaatsje in het eerst
volgend No. van Uwo Courant, voor het volgende.
Bij voorbaat mijn dank. Eerst beden las ik het
artikel „de opera" in uw No. van 26 October 11.
Ik moet U eerlijk zeggen dat ik dit met een zeer
gemengd gevoel van sympathie en ook het tegendeel
gelezen heb. Do aanhef van het artikel schijnt my
toe geleverd te zyn door een degelijk muzieklief
hebber, döch vind ik bij het doorlezen den toon
weder zoo, dat ik mij weder voorstelde of het wel
uit een bevoegde pen was gevloeid. Wanneer ik de
ondervinding door mij en anderen op het gebied van
muziek in Gouda opgedaan naga, dan moet ik zeggen
ligt er voor mij in dat artikel iets clpt mij voor de
toekomst hoop doet geven, en wel dit, dat men
alhier meer lust, eon meer open oog, oor en hart
voor degelijke muziek krijgt. De goheele toon van
het artikel is echter van dien aard dat niet alleen
het woord scherp, maar ook het woord onjuist van
toepassing is. Toegegeven dat do Trovatore niet tot
de zoogenaamde klassieke muziek behoort, goef ik
U de verzekering dat zij nimmer van het repertoire
zal verdwijnen, dat zy als zij met goede bezetting ge
geven wordt wel degelijk ook goede lief hebbers zal
trekken. Banaal en triviaal zijn klinkeude woorden,
maar aan wie de beoordoelingen toch doet het
mij genoegen dat ik by het publiek vooruitgang be
speur. Hoeveel teleurstelling is er niet geweest, en
ondervindt men nog steeèr op muziekaal gebied alhier.
Geef U de moeite om op dat gebied in Gouda iets
waarlijk goeds op touw te zetten. Gij slaagt
niet voor een comodie of café chantantis men
niet karig met offers, het stroomt er heen, zelfs
die menschen die Verdi niet kunnen genietenba
naal en triviaal is op het laatste toch hoofdschotol.
Het( ligt niet in mijne bedoeling het artikel woord
voor woord na te gaan, te weerspreken of te trachten
den schryver die erg boos was wat te calnieren.
t
Ik beaam dat er met recht aanmerkingen waren
te maken, de toon echter is niet goed en het slot
oingepast. „Een dergelijk werk met zoo'n bezetting"
en toch geeft hy Mevr. Jaide en de overigen een
goed woord 1 Ook dc tirade op den heer Prill
vind ik ongemotiveerd de heer Prill die ook my
geen aangename herinneringen tijdens zyn vorblijf
alhier heeft gegeven, staat toch te hoog voor eene
dergelijke uiting van uwe teleurstelling.
Heeft de schrijver ook gelegenheid gehad op te
merken of zijn directie goed was of wel te wenschen
overliet? De heer Bollé zal overtuigd zijn dat er
reden was voor teleurstelling maar met Fidelio goed
bezet zal hij zeker zijne Goudsche inuziekvrienden
toonen dat hij goed wil maken voor wat wij in
Trcwatore to kort kwamen.
La critique est aisèe onz. enz.
M. SPRUIJT.
GEBOREN26 Oct. Teunis, onder» H. Worst en A.
M. dc Jong. 27. Christina Hendrik», oudera P. G. Roo
sendaal en G. C. Goaaelaar. Antooio», oudera P. Koet
sier en H. J. Beneis. Wijnand, oudera J. C. de Koning
en U. Stortenbeeker.
OVERLEDEN: 28 Oct. G. Hofstede, 3 j. 6 m. E.
Oostenrijk, 3 m. G. C. Spijkerman, 50 j.
ONDEUTROIJWD28 Oct. G. Tillemans. te Waddiox-
veeo, 82 j en O. van Asten, 25 j.
Onzen dank aan allen, ook namens de
familie, voor de liefde en belangstelling betoont
bjj het ziek- en sterfbed ran onzen Zoon ANTON.
P. ROND.
J. C. ROND-Bik.
Gouda29 October 1887.
Voor de vele blijken van belangstelling
23 dezer ontvangen, betuigen wjj onzen har-
telnken dank.
G. V. KAULING.
D. H. KAULINU-
DB Nebft Vbrgrnesen.
Voor de vele bewijzen van belangstel
ling gedurende de ziekte en het overlijden van
haar dierbaren Echtgenoot ondervonden, be
tuigt de ondergeteekende haar harteljjken dank.
F. N. MAA8-
Frankk.
De Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam
heeft bjj vonnis van 26 October 1887 in staat
van ai 1 lisse m e n t verklaard J. H. C.
H.VINCK, Koopman in Galanterien te
Gouda, sedert den 22*t*n dier maand en be
noemd tot Rechter-Commissaris den E.A. Heer
Mr. H. J. KARSTEN en tot Curator den on
dergeteekende, Advocaat te Gouda.
Mr. J. FORTUIJN DROOGLEEVER.
Voor de levering hiervan beveelt ondergetee
kende zich beleefd aan
TE KOOP gevraagd een gebruikt doch goed
onderhonden
Brieven franco onder Letter Z, met opgaaf van
prjjs aan de Boekhandelaars J. van BUNT LM
ZOON te Gouda.
Tegen 1 JANUARI a. s. wordt voor een
Kantoorbediende gevraagd
met gebruik van een vrjj Kamertje.
Brieven franco met opgaaf van prjjs aan den
uitgever dezer Courant onder No. 1578.
Door bjizondere omstandigheden kan met
1 November eene flinke DIENSTBODE ge
plaatst worden. Adres aan het Bureau dezer
Courant.
in alle grootten en diverse kwaliteiten op nienw
ontvangen
Met SOUTACHE opgewerkt van af 1.75
SCHENK en ZOON.
25 CENTEN per PAK.
Wed. C. van OIJE.
Voor eenige JONGELIEDEN wordt te Gouda
de gelegenheid geopend opleiding te ontvangen
in de BURGERLIJKE- en WATERBOUW
KUNDE bjj een gediplomeerd Civiel-Ingenieur.
Vóór 15 November brieven onder letter B.
in te zenden bij de Boekhandelaars J. van
BENTÜM bn ZOON, alhier.
Confiseurs, Cuisiniers,
MARKT A. 146, GOUDA.
per gewicht.
van W. EOOGENSTRAATEN Co.
LEIDEN,
eene DIENSTBODE om dadelijk in dienst te
treden niet beneden de zestien jaren. Adres
onder No. 1579 aan het Bureau dezer Courant.
heeft heden avond versch
voorhanden
Aangesneden TAART,
diverse GEBAKJES,
Warme Pasteitjes,
bizonder geschikt voor zwakke personen nor
flesch 1.25, 1.50 en 2-, 'P
Wed. C vrtn OIJE