Ruhr Kachelkolen enz. Vrachlbrikje. Dienstbode STEARINE KAARSEN I LEVENSMIDDELEN GEVRAAGD W.SchalekampJr. ROOMHORENS, ADVERTENTIEN. P. KRIJGSMAN. Kost en Inwoning Wlnter-Trlcot-Tallles Slotemaker en Co. Bouwkundig Onderwijs. iM.v.d. Burg en Zn.j j Galantine de veau truffée j j Verduurzaamde I Goed gevulde Boterletters SATJCUSEÏÏBROODJES, Nieuwe Pales de foie gras Ls. Henrij. Zuivere Spaansche \VIJ\E1V Burgerlijke Stand. Pakhuis BOGEN 117. Eau de Vichy, Huni. Bitterwater, Wildunger Water, Carlsbad Water, Mariënbader, Emser Water, Emser Pastillen, Carlsbad Zout, enz. enz. V erkrijgbaar direct uit de bron nen aangevoerd bij I Paling in gelei, Cibils, Zalm> j Kreeften, Sardines, I Dagelijks versche GEBAKJES. APPELBOLLEN, betere regeling te doen ontstaan. Dit zou op tweeërlei wijzen kunnen geschieden, of door het aanstellen van een of-móef1 gemeentelijke artsen, die de practijk in haren geheelen omvang bij de armen zouden moeten uitoefenen tegen een vast inkomen of door de ar- menpraetijk in te richten evenals bij de ziekenfond sen geschiedt. De heer van Iterson gaf aan laatstgenoemde re geling de voorkeur. B. en W. toonen in hun rapport aan de licht- en schaduwzijden van beide stelsels. Zij zouden eensdeels geneigd zijn om eerstgenoemde rege ling te verkiezen daar deze practisch meer uitvoerbaar schynt dan de andere. Intusschen is er in de door don heer van Iterson gewenschte regeling ook veel, dat B. en W. aanlacht, waarom zij ten slotte den Raad in overweging geven het voorstel aan den heer van Iterson terug te zenden met ver zoek dit nader te willen uitwerken en toelichten. Wellicht'dat dan blijke dat de bezwaren, die B. en W. daartegen hebben, niot onoverkomelijk zijn. Ter visie. 2. Een voorstel van B. en W. tot wijziging dór gemoente-begrooting, dienst 1887. Ter visie. 3. Eene missive van den heor H. J. Steenbergen, kennisgevende dat Dinsdag l November e. k. een openbare 'gymnastiekles Wordt gegoven in de Socië teit //Ons Genoegen" en de raadsleden uitnoodigende daarbij tegenwoordig te zijn. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Een adres van den heer J. R. C. Reesink, ontslag verzoekende als le onderwijzer aan de 2® burgerschool voor jongens. Wordt eervol verleend tegen 15 December. 5. Een adres van mej. W. Monteban, ontslag verzoekende als onderwijzeres aan de tusscheuschool. Wordt eorvol verleend tegen 11 December of zooveel eer als in do vacature zal ziju voorzien. 6. Een missive van B. en W., waarbij de heer J. Slop, 2e onderwijzer aan de 2e burgerschool voor jongens, wordt voorgedragen als lo onderwijzer. Ter visie. 7. Eene missive van de Afd. Gouda en omstre ken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw dank zeggende voor de verleende subsidie voor de vrije vee- en paardenmarkt. Aangenomen voor kennisgeving. Aan do orde: Het voorstel om het getal agenten van politie te vermeerderen met één, door do benoeming van een hoofd-agent op een jaarwedde van 600. Wordt zonder hoofd, stemming aangenomen. Aan de orde De Gemeónte-begrooting voor 1888. Algeinoene beschouwingen worden niet gehouden. Daarop wordt overgegaan tot de begrooting van uitgaven. Bij Hoofdstuk I art. 10 betoogt de heer van Iterson het gevaar dat er bestaat als een kruitschip in de Gouwe ligt tusschen booten en schepen, waarin vuur is. Spr. zag dat zulks het geval was en hij vraagt of de Havenmeester niet op zoo'n kruitscnip kon medevaren zoolang het hier in de gemeente is, om te zorgen dat alle vuren uitgedoofd werden in de nabijheid. De Voorzitter merkt op dat een kruitschip1 steeds een conducteur min boord heeft terwijl politie en militaireu er voor waken dat er geen vuur in de nabijheid is. Nu de heer van Iterson gezien heeft daarvoor niet voldoende gozorgd werd, zal spr. op dat vorzuim attent maken. Bij den post //Onderhoud van straten en pleinen" deelt de Voorzitter mede, naar aanleiding van eene opmerking der Commissie, dat op 't oogenblik dat de begrooting wordt opgemaakt niet kan gezegd worden welke straten in het volgend jaar herstel ling zullen behoeven. Thans kan daaromtrent iets medegedeeld. In 1888 zullen eene herstelling on dergaan de hooge Gouwe (vanaf de Haven tot de Peperstraat), een gedeelte der Gouwe verderop, een gedeelte der Spieringstraat en der Markt (de zoog. Regenboog), Wachterstraat en Kattensingel (tusschen Spoorwegstraat en Crabethstraat). Bij den post//Onderhoud van wegen en voetpaden" klaagt de bóer Oud ijk over den toestand van de zand- en grintwegen in deze gemeente. De Boele kade zal nu worden bestraat, maar tot.nog toe was de toestand treurig, allerlei kuilen waren daarin en b.v. zy die per rijtuig uit de komedie van „Ons Genoegen" kwamen, ondervonden daarvan de gevolgen door het krijgen vftn enorme schokken. De heer Lotsy klaagt over den slechten toestand van de Klei kade, de heer Koning heft eenzelfde klacht aan over den weg voorbij de Kap onder de spoorbrug door en de heer Hoogenboom evenzoo over den toestand van de breede zijdo van de Kar- nemelksloot. Tot het onderhoud dier wegen zijn echter merkt de Voorzitter op de Polderbe sturen verplicht, niet de Gemeente Gouda, behalve de Karnemelksloot, waarvan de kanten door den polder Sluipwijk en de weg bovenop door de gemeente moet worden onderhonden. Dit laatste onderhoud door tweeërlei hand geeft vooral aanleiding tot moeielijk- heden. Verschillende sprekers betoogen dewonsehe- lijkheid dat de polderbesturen hunne verplichting beter zullen nakomen. By den post: //Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen" betoogt de heer Oudyk de wen- scheljjkheid om de Klei kade te verbroeden en met boomen te beplanten. Dan kregen de ingeze tenen een fraaie wandeling van de Goejanverwelledyk naar de Oude Gouwe. De Voorzitter zegt dat dit denkbeeld ook bij B. en W. wel eens ter sprake is gekomen. Een polderkade leeut zich echter moeilijk tot beplanting. Intusschen verklaart spr. zich bereid de zaak op nieuw bij het Dagelijksch Bestuur ter sprake te brengen. Bij den post „Jaarwedde van den Commissaris van politie" verklaart do heer IJssel de Schepper namens de begrootings-commissie het voorstel tot vorhooging van deze jaarwedde in te trokken. Het rapport van B. en W. heeft op dit punt een ern- stigen indruk gemaakt op de Commissie, zij meent dat eene verhooging als deze de volle sympathie moet hebben van het Dag. Bestuur, hoofdzakelijk vpn den Voorzitter als hoofd der gemeente-politio onder wiens bevelen de Commissaris staat, cn daar nu gebleken is uit het rapport dat die syfnpathie niet bestaat meen zij niet verder te moeten aandringen bij den Raad op bedoelde' verhoogiug. Bij den post „Kleeding der politie-beambten" vraagt de heer Koning of nu de betrekking van adjunct inspecteur wordt opgeheven voortaan do inspecteur uniform zal dragen. De Voorzitter zegt dat punt nog niet besproken te hebben met den Commissaris. Spr. gelooft niet dat een uniform noodig is, doch het zal later worden bepaald. De heer v. Mierop geeft in overweging hem in geen geval een zoo lange sabel te laten dragen als nu de adjunct-inspecteur, die in geval van hard loopen gevaarlijk is. Bij den post „ondorhoud der lantarens" dringt de heer Prince namens de begrootings-commissie er op aan op het Marktplein 2 drie-armige lantaarns te plaatsen. De buitengedeelten der stad worden aan genaam gemaakt en sierlijk, ook aan de verfraaiing van de binnengedeelten mag wel iets ten koste gelegd. De Markt wordt 's avonds veel bewandeld, het komt spr. voor dat bedoelde lantaarns daar veel ge zelligheid zouden teweeg brengen. De heor van der Garden wil, met het oog op den 3-hoekigen vorm van de Markt liever drie zulke lantaarns plaatsen, terwijl de hoer Jager daarentegen er één voldoende vindt. De drie voorstellen worden in stemrping gebracht en alle drie verworpen. Dat om 3 lantaarns te plaat sen met 10 tegen 6 st. (de hh. Prince, IJssel de Schepper, Lotsy, van der Garden, Hoef hamer en Ko ning). Dat om 2 en dat om 1 lantaarn te plaatsen met 9 tegen 7 steramen (de zelfde heeren als zoooven met den heer Jager). Bij een volgendon post klaagt de heer Koning er over, dat de Stationsweg soms zoo duister is. Als 'fc lichte maan heet, doch deze niet te zien is, is 't daar zoo donker dat men gevaar loopt tegen boomen te loopen. Spr. dringt er op aan de lantaarns daar steeds te doen branden. De Voorzitter belooft er met het Dag. Bestuur over to zullen spreken. Bij don post „Onderhoud der brandspuiten" wordt de vraag besproken of leeren dan wel linneu slan gen de voorkeur verdienen. Het groote bezwaar tegen linnen slangen schijnt te zijn dat die hier ter stede niet kunnen worden hersteld als zij defect raken. De hh. Hoef hamer en IJssel de Schepper be grijpen zich dit laatste niet. Laatstgenoemd spr. zag zulk een reparatie Aan een dor stations van de Amsterdamsche brandweer geschieden door oen een voudig werkman en hij geeft in overweging den Opperbrandmeester eens een persoonlijk onderzoek dienaangaande te doen instellen te Amsterdam. De heor;Princo stelt vóór om bij wijze van proef bij één brandspuit -linnen slangen te gebruiken. De Voorzitter meent dat zulks niet gaan zal daar men ze' door elkaar gebruikt, doch zegt toe dat dergelijke proof genomen zal worden, mits er geen technischo bezwaron tegen bestaan. Bij den post: „Kosten van het Progymnasium" zegt de heer Lotsy dat hij met genoegen gezien heeft dat B. en W, met de Begrootings-Commissie wenschen dat weldra de middelen zullen worden gevonden voor (le oprichting van een volledig Gymnasium, doch spr. zou gaarne wenschen dat B. en W. iets verder gingen. Volgens spr. zijn de kosten voor een Gymnasium niet zoo bijzonder groot, vooral als men in aanmerking neemt dat hot Ryk 50 pC-. van de kosten (verminderd met de inkomsten) teruggeeft. In Gorkum ie een Gymnasium, spr. weet niet of daar zooveel meer leerlingen zijn dan hier, maar hij ziet geen reden waarom niet hier evengoed als daar door het Rijk zou worden toegestemd in de oprich ting. Spr. wil daarom B. en W. uitnoodigen een on derzoek te doen naar de kosten van een Gymnasium. De Voorzitter gelooft dat een onderzoek thans tot niets zou leiden. Spr. vereenigt zich met de opmer king der Begrootings-Commissie dat als 't gelukt do gemeente van de bijdrage te ontheffen aan het Ryk voor de Hoogero Burgerschool, dat dan de oprichting van een Gymnasium in overweging dieut genomen. De heer IJssel de Schepper vereenigt zich met het door tien heer Lotsy gosprokene. Een Progymnasium is daarover is ieder 't eens gelooft spr. een inrichting die niet kan voldoen een waar „hors doeuvre* De vergelijking tusschen de verhouding van een H. Burgerschool met 3 en 5 jarigen cursus en die van een Progymnasium en Gymnasium gaat volgens spr. volstrekt niet op. Spr. hoopt dus dat weldra de eerste stappen zullen worden gedaan om de gemeente in het bezit te stellen van een Gymnasium. De Voorzitter merkt den hoer IJssel de Schepper op, dat hij nu afwijkt van het gevoelen van de Begrootings-Commissie,. waarvan hij lid is, waarop genoemde heer antwoordt, dat hij, in de onderteekening van do zinsnede in het rapport der Begrootings-Commissie, op deze 7*iak betrekking liebbendo, geen reden ziet om na hetgeen de heer Lotsy aanvoerde niet nog iets verder te gaan. De heer van Iterson doet den heer Lotsy opmerken dat het voorbeeld van Gorkum niet opgaat. Daar was een zeer druk bezocht Progymnasium f De heer JagtÈ wijst op Tiel, dat meent spr. Rijks subsidie kreeg. De Voorzitter merkt op dat hij niet gelooft dat Tiel al subsidie heeft, enkele maanden geleden was dat zeker nog niet het goval. De In specteur van de Gymnasia raadde B. en W. aan in allen geval met het vragen om Rijks-subsidie te wachten totdat de zaak van Tiel beslist was. Bij don post: „Jaarwedde der onderwijzers" vraagt de heer Hoogenboom eenigo inlichtingen. De post is hooger dan verleden jaar en overal ziet men juist dat de jaarwedden der onderwijzers verminderen. Meer personeel is ook niet aangesteld. De voorzitter merkt op, dat het personeel wel is vermeerderd nl. op de 2e burgerschool voor meisjes is een 4e onderwijzeres be- noorad. Bovendien krijgen onderwijzeressen als zij zekeren tyd hier werkzaam zijn vorhooging van bezoldiging ingevolge vroeger besluit. Bij den postBelooning van Doctoron enz." vraagt de hoer Hoefkamer het woord. Namens do Begrootings-Commissie dringt hij er bij don raad op aan om de jaarwoddo van den heelmeester der gast huizen met 200 te vorhoogen. Do Commissie was er van overtuigd dat de heer Spruijt, die van 1872 af steeds uitstekend diensten verleende, thans een be looning genoot, die niet in evenredigheid was met de diensten, door hem gepraosteerd. Dagelijks bezoekt hij do ziekezalen, doet voorts de opératies en be handelt bovendien nog de patiënten in het Oude-* Vrouwenhuis en dat alles voor 82 cents per dag. Het komt spr. voor dat het alleszins Billijk is, dot bedoelde jaarwedde eene verhooging van 200 ondergaat. De Voorzitter zegt dat ook B. en W. de verdiensten van den Heelmeester der Gasthuizen zeer waardeeren, doch als men in aanmerking neemt dat hy behalve de 300 in deze betrekking nog 150 en 100 ontvangt voor andere werkzaamheden ten behoeve der gemeente, dan is dat reeds 550 en daar B. en W. nu voorstellen hem 100 meer te geven zou hij dus 650 hebben, wat volgens spr. voldoende moet worden geacht. Er is gewezen, zegt spr., op de uitbreiding zijner werkzaamheden in het Gasthuis, maar dat is eene ohtlasting van de werkzaamheden van den Stads-Heelmeester. Dat de heer Spruijt die werkzaamhoken op zich neemt, moet dus meer worden beschouwd als een vriendschapsdienst aan een ouderen Collega, waarvoor de gemeente "hem niet behoeft te bezoldigen. De hoer Hoef hamer zegt dat 't alleszins juist is, dat de heer Spruijt behalve zijn jaarwodde als Heelmees ter der gasthuizen nog ander tractem'ent ontvangt voor andere werkzaamheden ten dienste der gemeente. Doch dat spreekt van zelf en dat mag bij de beoor deeling van het voorstol tot do thans aan de orde zijnde verhooging yiet in aanmerking komen. Wor den henK morgen b. v. wederom nieuwe werkzaam heden opgedragen, dan zal hij ook daarvoor afzon derlijk moeten worden bezoldigd. Het moge voorts waar zijn dat do heer Spruijt een collega ontheft van werkzaamheden, hij doét dat buiten den tijd, die hij besteedt ten dienste der gemeente. Do heer Jager ondersteunt het voorstel der Commissie, daar de heer Spruijt zijn betrekking met grooten ijver ver vult. Als de heer Spruijt zelf niet ten volle overtuigd was dat hij hooger bezoldiging verdiende zou een man als hij er niet om vragen. De heer Hoef kamer merkt nog op dat de heer Spruijt door zijn bekwaamheid cn IJver de oorzaak is dat de inkomsten van het Gasthuis zeer vermeerderen. Er komen tegenwoordig vele monschen van buiten en de daardoor verkregen meerdere inkomsten ma ken dat er minder subsidie noodig is alzoo een nieuwe reden om de voorgestelde 200 toe te staan De heer Post Drost gelooft dat de vorige spr. zich vergist. Wel worden er tegenwoordig meer personen 1 opgenomen in 't Gasthuis dan vroeger, maar de in komsten worden daardoor niet vermeerderd, eer verminderd, want vele patiënten kosten méér dan het bedrag dat zij betalen. De heer Hoefhamer toont daarop met cijfers aan dat do subsidie oen paar jaar ge leden aanzienlijk hooger was dan thans. De Voor zitter merkt op dat de subsidie van thans weinig verschilt met die van vorige jaren, het is waar één jaar was die aanmerkelijk hooger omdat toen op voorstel van den heer Spruijt een aanzienlijke aan koop van instrumenten was gedaan ten behoeve der patiënten. De heer Post Drost zegt dat de patiënten slechts 1.25 per dag botalen en soms wel 2 per dag kosten. Sommige patiënten zijn zeer duur, drinken bouillon, madeira en port en het is een feit dat 't groote aantal patiënten de inkomsten niet vermeerderd. De heer Hoefhamer houdt vol dat zulks wel het goval is en hij is van oordeel dat de heer Post Drost moeilijk kan beoordeelen in hoeverre die 1.25 per dag voldoende is om de kosten goed te maken. Het voorstel om de bezoldiging van den Heel meester der Gasthuizen met 200 te verhoogen wordt ijl stemming gebracht en aangenomen met 10 tegen 6 stemmen, die der hh. Straver, 'Oudijk, Post Drost, Fortuijn Droogleever, Noothoven van Goor en de Voorzitter. Bij den post„Opbrengst van veergemen" toont de heer Koning aan, dat er iets onbillijks in is om de bewoners van de Korte Akkeren en daaraan grenzende buurten veergeld te laten betalen op het veer aan de Turfsingelgracht. Die lieden moeten naar het werk in de stad en betalen op die wijze een onbillijke belasting. Eigenlijk was dat een punt om een brug to hebben, maar daar dit in vele opzichten moeilijk is zou spr. er voor zijn om daar geen veer geld to heffen. De voorzitter merkt op dat de heer Prince het vorige jaar bij een ander veer er terecht op heeft gewezen dat zonder veèrgeld te hebben vele jongens zich gratis heen en weer zouden laten varen, waarop de heer Koning althanA de bewoners van de korte Akkeren zou willen vrijstellen. De heer van der Garden bespreekt demoeielijkheid om controle uit te oefenen of het veer- en bruggeld wel geheel verant woord wordt. Daarin zou gemakkelijk te voorzien zijn door het zoogenaamd „Couponstelsel" in practijk te brengen, zooals bij het veer te Papendrecht en ook bij dat te Sleeuwijk wordt gedaan. De veerman heeft boekjes met Coupons met doorloopende nrs. die wor- deu uitgegeven. Waar dat stelsel in toepassing is bleek het dat de inkomsten zeer vermeerderden, ter wijl de kosten daaaraan verbonden gering zyn. De voorzitter zegt de zaak gaarne in overweging te zul len nemen. De post voor „Onvoorziene Uitgaven" wordt ten slotte vastgesteld op 6177.715 en de Begrooting, zoowel in ontvang als uitgnaf op ƒ378.896.19.* Niets meer aan de orde zijnde, wordt daarop de vergadering door den voorzitter gesloten. fNQË'ZQNDEN. Geachte Redacteur! Beleefd verzoek ik U een plaatsje in het eerst volgend No. van Uwo Courant, voor het volgende. Bij voorbaat mijn dank. Eerst beden las ik het artikel „de opera" in uw No. van 26 October 11. Ik moet U eerlijk zeggen dat ik dit met een zeer gemengd gevoel van sympathie en ook het tegendeel gelezen heb. Do aanhef van het artikel schijnt my toe geleverd te zyn door een degelijk muzieklief hebber, döch vind ik bij het doorlezen den toon weder zoo, dat ik mij weder voorstelde of het wel uit een bevoegde pen was gevloeid. Wanneer ik de ondervinding door mij en anderen op het gebied van muziek in Gouda opgedaan naga, dan moet ik zeggen ligt er voor mij in dat artikel iets clpt mij voor de toekomst hoop doet geven, en wel dit, dat men alhier meer lust, eon meer open oog, oor en hart voor degelijke muziek krijgt. De goheele toon van het artikel is echter van dien aard dat niet alleen het woord scherp, maar ook het woord onjuist van toepassing is. Toegegeven dat do Trovatore niet tot de zoogenaamde klassieke muziek behoort, goef ik U de verzekering dat zij nimmer van het repertoire zal verdwijnen, dat zy als zij met goede bezetting ge geven wordt wel degelijk ook goede lief hebbers zal trekken. Banaal en triviaal zijn klinkeude woorden, maar aan wie de beoordoelingen toch doet het mij genoegen dat ik by het publiek vooruitgang be speur. Hoeveel teleurstelling is er niet geweest, en ondervindt men nog steeèr op muziekaal gebied alhier. Geef U de moeite om op dat gebied in Gouda iets waarlijk goeds op touw te zetten. Gij slaagt niet voor een comodie of café chantantis men niet karig met offers, het stroomt er heen, zelfs die menschen die Verdi niet kunnen genietenba naal en triviaal is op het laatste toch hoofdschotol. Het( ligt niet in mijne bedoeling het artikel woord voor woord na te gaan, te weerspreken of te trachten den schryver die erg boos was wat te calnieren. t Ik beaam dat er met recht aanmerkingen waren te maken, de toon echter is niet goed en het slot oingepast. „Een dergelijk werk met zoo'n bezetting" en toch geeft hy Mevr. Jaide en de overigen een goed woord 1 Ook dc tirade op den heer Prill vind ik ongemotiveerd de heer Prill die ook my geen aangename herinneringen tijdens zyn vorblijf alhier heeft gegeven, staat toch te hoog voor eene dergelijke uiting van uwe teleurstelling. Heeft de schrijver ook gelegenheid gehad op te merken of zijn directie goed was of wel te wenschen overliet? De heer Bollé zal overtuigd zijn dat er reden was voor teleurstelling maar met Fidelio goed bezet zal hij zeker zijne Goudsche inuziekvrienden toonen dat hij goed wil maken voor wat wij in Trcwatore to kort kwamen. La critique est aisèe onz. enz. M. SPRUIJT. GEBOREN26 Oct. Teunis, onder» H. Worst en A. M. dc Jong. 27. Christina Hendrik», oudera P. G. Roo sendaal en G. C. Goaaelaar. Antooio», oudera P. Koet sier en H. J. Beneis. Wijnand, oudera J. C. de Koning en U. Stortenbeeker. OVERLEDEN: 28 Oct. G. Hofstede, 3 j. 6 m. E. Oostenrijk, 3 m. G. C. Spijkerman, 50 j. ONDEUTROIJWD28 Oct. G. Tillemans. te Waddiox- veeo, 82 j en O. van Asten, 25 j. Onzen dank aan allen, ook namens de familie, voor de liefde en belangstelling betoont bjj het ziek- en sterfbed ran onzen Zoon ANTON. P. ROND. J. C. ROND-Bik. Gouda29 October 1887. Voor de vele blijken van belangstelling 23 dezer ontvangen, betuigen wjj onzen har- telnken dank. G. V. KAULING. D. H. KAULINU- DB Nebft Vbrgrnesen. Voor de vele bewijzen van belangstel ling gedurende de ziekte en het overlijden van haar dierbaren Echtgenoot ondervonden, be tuigt de ondergeteekende haar harteljjken dank. F. N. MAA8- Frankk. De Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam heeft bjj vonnis van 26 October 1887 in staat van ai 1 lisse m e n t verklaard J. H. C. H.VINCK, Koopman in Galanterien te Gouda, sedert den 22*t*n dier maand en be noemd tot Rechter-Commissaris den E.A. Heer Mr. H. J. KARSTEN en tot Curator den on dergeteekende, Advocaat te Gouda. Mr. J. FORTUIJN DROOGLEEVER. Voor de levering hiervan beveelt ondergetee kende zich beleefd aan TE KOOP gevraagd een gebruikt doch goed onderhonden Brieven franco onder Letter Z, met opgaaf van prjjs aan de Boekhandelaars J. van BUNT LM ZOON te Gouda. Tegen 1 JANUARI a. s. wordt voor een Kantoorbediende gevraagd met gebruik van een vrjj Kamertje. Brieven franco met opgaaf van prjjs aan den uitgever dezer Courant onder No. 1578. Door bjizondere omstandigheden kan met 1 November eene flinke DIENSTBODE ge plaatst worden. Adres aan het Bureau dezer Courant. in alle grootten en diverse kwaliteiten op nienw ontvangen Met SOUTACHE opgewerkt van af 1.75 SCHENK en ZOON. 25 CENTEN per PAK. Wed. C. van OIJE. Voor eenige JONGELIEDEN wordt te Gouda de gelegenheid geopend opleiding te ontvangen in de BURGERLIJKE- en WATERBOUW KUNDE bjj een gediplomeerd Civiel-Ingenieur. Vóór 15 November brieven onder letter B. in te zenden bij de Boekhandelaars J. van BENTÜM bn ZOON, alhier. Confiseurs, Cuisiniers, MARKT A. 146, GOUDA. per gewicht. van W. EOOGENSTRAATEN Co. LEIDEN, eene DIENSTBODE om dadelijk in dienst te treden niet beneden de zestien jaren. Adres onder No. 1579 aan het Bureau dezer Courant. heeft heden avond versch voorhanden Aangesneden TAART, diverse GEBAKJES, Warme Pasteitjes, bizonder geschikt voor zwakke personen nor flesch 1.25, 1.50 en 2-, 'P Wed. C vrtn OIJE

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2