1ËÜWE PELTERIJEN.
muwrn
Wed. BOSMAN,
C. A. van den BERGE,
iGWrSït &&&&S8
Wed. Bosman,
Hieuwe Beek. Br. Boouen
CAPÜCIJNDERS EN
SPLÏTKRWTEN.
Kantongerecht te (iouda.
Jachtvesten,
Overal, waar in deze Verordening op eenig werk
of tot Menige handeling vergunning, goedkeuring,
aanwijzing of eenig ander voorschrift van Burge
meester en Wethouders of van deu Gemeente-
Bouwmeester gevorderd wordt, is hij, die zonder de
beslissing van het openbaar gezag af te wachten
met het werk voortgaat of de handeling verricht,
niet meer strafbaar en wordt hij geacht niet in
strijd met de Verordening te hebben gehandeld als
er drie weken zijn verloopen, sedert zijne schrifte
lijke aanvrage tot het bekomen van vergunning of
eenig ander voorschrift 1^5 het bevoegd gezag is
ingekomen zonder dat daarop binnen dien termijn
is beschikt.
ADVERTENTIES
ZEEE WSCIIE
AARDAPPELEN,
Dames en Kinder Moffen,
Boa's, Slipcols cn Cols Militair
Pellerinen en Pelsmutsen,
Tiendeweg D. 84.
op LANDERIJEN en HUIZEN
Magazijn van Naaimachines.
Gouda, Markt. F. W. STUTE.
ONTVANGEN
T. CISEBAS.
Tiendeweg- D 84.
Tricot Jongens en Meisjes Pakjes,
Borstrokken en Pantalons
Dames en Kinder Rokken,
VEEORDENING op het Bouwen en op de
verplichtingen van Eigenaars van Gebouwen
en van naburige Erven in de Gemeente
Gouda.
EERSTE AFDEELING.
Algemeene Bepalingen.
Artikel 1. Onder de benaming van WEG of
STRAAT worden in deze Verordening verstaan alle
Voet- of Rjjwegen, Kaden, Stegen, Gangen, Slop
pen, Bruggen, Markten, Pleinen, Plantsoenon, Paden
en Lanen.
Onder WATER alle Havens, Grachten, Vaarten,
Zijlen, Wateringen en Slooten.
Alles voor zoover het genoemde in den regel
tot algemeenen dienst bestemd of voor allen toe
gankelijk is.
Onder WONING oen huis of een gedeelte van
een huis tot bewoning gebruikt of daartoo bestemd.
Art. 2. Het is verboden zonder schriftelijke
door de belanghebbenden onderteekende kennisgeving
aan Burgemeester en Wethouders:
lo. eeij huis te bouwen, er bij te bouwen of het
grooteudeels te herbouwen, of eenig gebouw tot
woning in te richten
2o. muren, gevels of hunne grondslagen langs den
openbaren weg of het openbaar water geheel of
gedeeltelik te vernieuwen
3o. onbebouwde gronden met muren, heiningen,
hekken of beschoeiingen langs den openbaren weg
of het openbaar water af te scheiden.
De kennisgeving moet veertien dagen vóór dat met
de voornoemde werkzaamheden wordt aangevangen
bij Burgemeester en Wethouders zijn ingekomen.
In spoedeischende gevallen kan' met vergunning van
Burgemeester .en Wothoudors van dezen termijn
worden afgeweken.
Burgemeester eu Wethouders zijn bevoegd zoo
danige voorschriften te geven als zij, hetzij voor
eone geregelde plaatsing der gebouweu, hetzij in
het belang der openbare veiligheid/*en gezondheid
noodig ach ton.
De werkzaamheden mogen niet anders dan met
inachtneming dier voorschriften uitgevoerd worden.
De belanghebbenden, die met de door Burge
meester en Wethouders gegeven voorschriften zich
bezwaard achten, hebben recht van beroep op den
Gemeenteraad.
Art. 3. Als Burgemeester en Wethouders oor-
deolen, dat de giond, waarop men verlangt te
bouwen, uitlioofde van zijn ingesloten ligging of
andere voor de openbare veiligheid of gezondheid
nadeelige omstandigheden daartoe ongeschikt is,
stellen zij bij een met redenen omkleed voorstel,
waarop vooraf ten aanzien der veiligheid de Ge
meente-Bouwmeester, en ten opzichte der gezondheid
de Openbare Gezondheids-Commissie zal worden
gehoord, aan den Baad voor die verguiiuing te
weigeren.
Art. 4. Met de kennisgeving in Art. 2 om
schreven, moeten aan Burgemeester en Wethouders
tevens worden ingediend door de belanghebbenden
onderteekende teekeningen vau hetgeen zij verlangen
te bouwen, op- of in te richten.
Deze teekeningen moeten met betrekking zoowel
tot den platten grond, als tot den opstand en de
doorsnede op minstens 1/100 der ware gTootte ver
vaardigd worden.
Burgemeester en Wethouders kunnen naar omstan
digheden eene afwijking van dit voorschrift toestaan.
De teekeniniren moeten overigens duidelijk aan-
tooneü de inrichting der fundamenten, de constructie
en indeeling van het gebouw, de ligging en inrichting
der privaten en riolen en de dikte der muren.
Als binnen zes maanden na de kennisgeving geen
aanvang met het werk is gemaakt, moet die kennis
geving en indiening der teekeningen, wanneer de
belanghebbenden alsnog tot de uitvoering willen
overgaan, met inachtneming van den voorschreven
termijn op uieuw geschieden, tenzij Burgemeester en
Wethouders hiöïvan vrijstelling verleenen.
Art. 5. Het is verboden zonder minst ons acht
dageu vooraf daarvan Burgemeester en Wethouders
schriftelijk te hebben konnis gegeven eenig gebouw
of getimmerte grenzende af of uit te breken.
De voorschriften door of namens Burgemeester en
Wethouder te geven ten einde ongelukken te voor
komen, moeten worden opgevolgd.
Art. 6. De door Burgemeester en Wethouders
gowaarmerkte teekeningen ea de door hen gegeven
voorschriften moeten steeds op het werk voorhanden
zijn en op eerste aanvraag aan de ambtenaren met
het toezicht belast worden vertoond.
Art. 7. Eon nieuw gebouwde of grootendeels
vernieuwde woning mag niet betrokken worden dan
minstens drie maanden nadat de binnenmetsel- en
pleisterwerken voltooid zijn.
Van die voltooiing blijkt door eeno verklaring van
Burgemeester en Wethouders afgegeven op schrifte
lijke aanvraag van den eigenaar na een door den
Gemeente-Bouwmeester ingesteld onderzoek.
Dit onderzoek heeft plaats binnen veertien dagen
na de bovenbedoelde aanvraag.
Art. 8. Wanneer eèn gebouw, muur, heining,
beschoeiing, molenroede, molenas of schoorsteen
naar het oordeel van Rooimeesters door bouwvallig
heid, hetzij voor het gebruik van den openbaren
weg of het openbaar water ook met het oog op de
voor de algemeene gezondheid noodige doorstrooming
belemmert, moet de eigenaar op schriftelijk bevel
vau Burgemeest# oa Wethouders binnen den daarbij
bepaalden tjjd het bouwvallige, doen herstellen,
sloopen of door een nieuw doen vervangen.
Art. 9. Steigers en schuttingen mogen niet op
of aan den weg of aan het water worden gesteld
dan met vergunning van Burgemeester en Wethou
ders overeenkomstig de door of namens hen te geven
voorschriften. Zij moeten stevig gesteld zijn en zoo
ingericht, dat geene bouwstofFen, puin of iets der
gelijks op den weg of in het water kan vallen.
TWEEDE AFDEELING.
Van de Wijze van Bouwen.
Art. 10. Er mag met het bouwen aan den open
baren weg of aan een openbaar water geen aanvang
worden gemaakt dan nadat vanwege Burgemeester
en Wethouders rooiing is gegeven.
Deze wordt gegeven binnen acht dagen nadat zy
is aangevraagd.
Art. 11. Bij oprichting van een nieuw gebouw
wordt de grond zoodanig opgehoogd, als door of
namens Burgemeesters cn Wethouders wordt bevolen.
Art. 12. De gemetselde fundamenten of paal fun
deeringen moeten minstens één en een half maal en
die op zandaanplompingcn en op roosterwerken
minstens drie en een half maal de dikte van het
opgaand muurwerk hebben.
De bovenkant der houten fundeeringen moet op
minstens een Meter onder A. P. liggen binnen de
Singelgrachten, en daarbuiten op minstens 20 centi
meter onder het zomerpoil van den respectioven
polder.
Alle gemetselde fundeeriugen moeten van den
aanleg af in kalk of trasspecie opgetrokken worden.
Art. 13. Er mag geen gebruik worden gomaakt
van slechte of onvoldoende bouwstoffen.
In en boven bet trasraam mogen geen berookte
steenen word dn gebruikt.
Art. 14. Het trasraam der muren heeft eene
hoogte van minstens 0.60 Meter, Trasraam en grond-
kecrende muren worden van haYclen steen in tras
specie of Portlandscho Cement, bevattende minstens
één derde tras of één vijfde cement, gewerkt.
Als het trasraam is afgeraetseld, wordt daarvan
aan den Gemeente-Bouwmeester kennis gegevou, die
zoo spoedig mogelijk, immer binnen drie maal vier
en twintig uren," dit onderzoekt; zonder zijne goed
keuring worden do muren niet verder opgetrokken.
Beroep op Burgemeester en Wethouders wordt
toegelaten..
Art. 15. Niemand mag eone straat aanleggen dan
in de richting door den Gemeenteraad te bepalen.
Art. 16. Nieuw to bouwen hofjes, dat zijn ver
zamelingen van meer dan drie-woningen niet alle'
liggende aan een der straten of wegen der Gemeente,
hebben minstens eenen toegang ter breedte van niet
minder dan 1.50 meter.
Art. 17. De afstand tusschen de gevels van
tegenover alkander geplaatste gebouwen bij het aan-
leggon van straten, gangen, lanen, sloppen en hofjes,
is ipinstens tien meter.
Bij aanleg van hofjes bestaande uit gebouwen
zonder andere bovenverdieping dan den zolder kan
de afstaud minstens vijf Meter zijn,
Ten aanzien van den afstand tusschen voorgevels
en achtergevels, voorgevels en zijgevels of achter
gevels en zijgevels geldt dezelfde bepaling, met dien
verstande evenwel, dat Burgemeester en Wel houders
dej bevoegdheid hebben ora< naar gelang van den
plaatselijken toestand, dien atstaud tot vijf Meter te
bepalen.
Indien slechts aau ééne zijde van de straat ge
bouwd wordt, blijft er tusschen den naar de straat
gekeerden gevel van het gebouw en het midden van
de straat eene ruimte over van vijf Meter
Art. 18. De gevels en andere muren worden te
lood gesteld. v-
In bijzondere gevaljen kunnen Burgemeester en
Wethouders eene uitzondering van dtze bepaling
toestaan.
Art. 19. Bij op- ver-of bijbouw of tyj vernieuwing
worden de gevels, alle balkdragende muren en alle
scheidingsmuren tusschen twee gebouwen of wonin
gen van steen gemetseld.
Zij hebben tot op de hoogte van 9 Meter boven
de kruin van de straat eene dikte van minstens 22
centimeter.
Voor woningen met ééne bovenverdieping on een
zolder of met een zolder alleen is eene dikte van 16
centimeter voldoende.
Deze dikte der muren is niet verplichtend voor
uitbouwingen van trappen, privaten en berghokkon.
Art. 20. Muren mogen niet hooger dan 13 Meter
worden gebouwd tenzij met in achtneming der voor
schriften ten aanzien van de dikte door Burgemeester
en Wethouders in ieder geval te geven.
Art. 21. Ten aanzien van de dikte der muren
en hun aanleg onder den grond voor fabrieken,
bergplaatsen, stallen en andere niet tot woonhuizen
ingerichte en dienende gebouwen kunnen Burge
meester en Wethouders zoodanige voorschriften
geven, als zij in ieder geval voor de hechtheid noodig
oordeelen. y
Art. 22. Bij de bepaling van de dikte der muren
wordt alleen op het metselwerk van den muur zelf,
niet op de spouwmuren, beraping of andere ver
dikking gelet.
Art. 23. Gevels boven winkolpuien niet door ge
metselde ponanten ondersteund, moeten rusten op
getrokken ijzeren balkliggers waaronder ijzeren stijlen
of kolommen.
De afmetingen worden door Burgemeester en
Wethouders bepaald.
Art. 24. Bij opbouw moeten alle muren in ver
band met elkander worden opgetrokken.
Elke bindtlaag moot behoorlijk om het andere
bindt met ankers en ter plaatse, waar de bindten
gestuikt worden of togen olkander komen, met
zwaluwstaartsgGwijze koppelijzers worden bevestigd.
De sluitgevels moeten aan het tweede bindt worden
geankerd.
Art. 25. Zouder vergunning van Burgemeester
en Wethouders mag geene woning aan den voorkant
eene mindere breedte hebben dan van 3.50 Meter.
Art. 26. Geene woning wordt gebouwd of ver
bouwd of eenig gebouw tot woning ingericht dan
met inachtneming van ten minste de volgende af
metingen de oppervlakte binnen de muren 24
vierkante Meters, die van ieder slaapvertrek 9
vierkante Meter, de hoogte van elke verdieping van
den vloer tot onder tegen de balklaag 2.80 Meter,
van sous-terrains, van huizen met minstens twee
verdiepingen behalve den zolder 2.50 Meter.
In elke woning, die geene andore bovenverdieping
heeft dan een zolder, is eene borstwering op dien
zoldor van 1 Meter en moet de nok van het dak
2 Metec hooger dan de borstwering zijn.
In iedere k&mer moeten de lichtkozynen of lan
taarns in den dag minstens 2.80 M2 oppervl. beslaan.
Voor Bouwmanswoningen kunnon door Burge
meester en Wethouders na de Gezondheids-Com
missie te hebben gehoord, uitzonderingen van deze
bepalingen worden toegestaan.
De schoorsteenen worden ingericht overeenkomstig
de voorschriften der Verordening op de Brandweer.
Art. 27. De vloer wordt, behalve voor sous?
terrains, ten minste drie Decimeter bovon den be-
ganen gfrond, waar die het hoogste is, volgens nan-
wyzing yag Rooimeesters gelegd.
Hij is1 in de woon- en slaapvertrekken van hout.
Als ophooging van het bouwterrein noodig is ge
schiedt dit steeds met scherp zand, sintels, zuivere
puin of andere naar het oordeel van Burgomoester
en Wethouders voor de gezondheid onschadelijke
stoffen.
i\rt. 28. Lager dan drie Decimeter boven den
beganen grond mogen geene andere inrichtingen
worden gemaakt dan die, welke bestem! zijn voor
keukens, offices, werk- of bergplaatsen.
Art. 29. Waar houten vloeren zijn, wordt voor
behoorlijk verdeelde luohtstrooming daaronder ge
zorgd, of wel de grond tot tegen den onderkant van
den vloer aangevuld met eene laag koolasch, waar
over grof biggelzand ter dikte van 0.16 Meter of
alleen met grof biggelzand.
De uitgraving van den grond geschiedt tot min
stens 0.25 Meter onder den vloer.
Art. 30. Ieder buis dat niet minstens uit twee
verdiepingon bestaat, moet van een zolder voor
zien zijn.
De lichtkozijnen of lantaarns aldaar mogen geene
mindore oppervlakte hebben dan van 1.50 Meter.
Zolders mogen niet tot Woonvertrekken en kamers
lager dan 2.80 Meter niet tot slaapvertrekken wor
den ingericht zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders.
Vlieringen mogen in geen geval tot woon- of slaap
vertrekken ingericht worden.
Art. 31. Iedere woning moet een afzonderlek
privaat hebben, dat door raam of luchtkoker met
de buitenlucht gemeenschap heeft.
De privaten mogen niet in kamers of keukens
worden gemaakt.
Art. 32. Als de Gezondheids-Commissie naar aan
leiding der voor haar bestaande Verordening eenig
gebouw heeft onderzocht en bet met het oog op
den openbaren gezondheidstoestand voor gebruik of
bewoning ongeschikt heeft bevonden, geeft zij daar
van kennis aan Burgemeester en Wethouders die,
als zij zich met dat gevoelen vereenigen, den
eigenaar en bewoner daarvan verwittigen en de ont-
ruiming gelasten.
Binnen 14 (lagen moet aan dien last worden
voldaan.
Het gebouw mag niet tot bewoning of gebruik
afgestaan of betrokken worden, dau nadat de
daaraan noodige veranderingen zijn aangebracht en
door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd.
Beroep op den Gemeenteraad ivordi toegelaten.
Art. 33. Het is verboden zonder vergunning
van Burgemeester en Wethouders, Winkelkasten,
Balkons, Schermen, naar buiten openslaande Deuren
of Vensters, Kachelpijp n, Schoorsteenen of andere
zaken buiten de gevels of zijmuren, aan den open
baren weg of het openbaar water uitkomende, aan
to brengen of uit te bouwen.
Deuren van Korken, Schouwburgen en andere
gebouwen voor openbare bijeenkomsten bestemd,
moeten naar buiten openslaan of zoodanig worden
ingericht als door Bnrgemoestor on Wethouders
wordt goedgekeurd.
Van de bestaande bedoelde gebouwen moeten de
deuren, wanneer Burgemiester en Wethouders het
noodih oordeelen binnen, den tjjd van zee maanden
naar buiten openslaande werden gemaakt of over
eenkomstig hunna voorschriften worden ingericht.
Art. 84. Het is verboden Stoepen te maken, te
verleggen of daarop Hokken of iets anders te plaat
sen, tenzij met vergunning van Burgemeester en
Wethouders en overeenkomstig de door of namens
hen gegeven rooiiug.
Van doze beecbikking wordt beroep op den Ge
meenteraad toegelaten.
Art. 33. Het ia verboden zonder vergunning van
Burgemeester en Wethouders Posthuizen, Hekken op
stoepen, Palen, Banken of Gordingen van ponten,
hnken of andere scherpe voorwerpen te voorzien.
Pothuizen mogen niet meer werden gebouwd of
verbouwd.
Art. 36. Ieder is verplicht daar. waar' lantaarn
palen den do irtocht zouden belemmeren, het plaatsen
van lantaarns aan hen toébehoorende gebouwen te
gedoogen en toe te stian dat de stoepen opge
nomen en do daarop gestelde palen en hokken
worden losgemaakt, wanneer dit tot hot leggen van
gaspijpen noodig is.
In zoodanige gevallen worden do stoepon, palen
en bekken ten koste der Gemeente in vorigen
staat hersteld.
Art. 37- Ieder is verplicht te gedoogen dat de
Naamborden van de Straaten aan de hem toebe-
hoorendo gebouwen worden vastgehecht.
Als door dit vastmaken iets is beschadigd, wordt
dit ten kosto der Gemeente hersteld.
Art. 38. Keldergaten of andere openingen in
onafgesloten stoepen moeten gedekt zijn met kruis
lings'geplaatste ijzeren banden of steekdraad, waar
van de openingen niet wijder mogen zijn dan
4 c.M'.
Art. 39. Hot is verboden zonder vergunning van
Burgemeester en Wethouders water van de daken
of uit do huizen op straat te leiden.
Art 40., Hot is verboden het openbare water
te dempen, te vernauwen of den doortocht te strem
men door het uitzetten van Schoeiingen,^Heiningen,
Hekken, Bruggen, Privaten of wat het ook zijn moge.
In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en
Wethouders bet stellen van stoigers veroorloven.
De eigenaren van gebouwen of erven, ilic grenzen
aan het openbare water, zyn verplicht door be-
boorlijke, door Burgomoester en Wethouders goed
gekeurde sohoeiingen of walmuren te zorgen, dat hun
grond niet in het wator uitzakku.
DERDE AFDEELING.
Van ie verplichtingen tusschen eigenaars van
naburige Erven.
Art. 41. De in art. 690 van hot Burgerlijk
Wetboek vermelde afsluiting zal geschieden door
middel van eeno schutting of vnn eenen mnnr.
Met onderling goedvinden kan dit door eene
heg geschieden.
Aan de openbare straat moet de afscheiding
uit eenen muur, oene schutting of een hek bestaan.
Art. 43. Eene schutting of een muur tusschen
nnbnrige erven moet hoog zijn minstens 2.20 M.
boven den beganen grond van het hoogste der
beide erven.
Een muur moet dik zijn minstens 0.22 M.
Eene schutting of eeu mnnr aan een openbaren
weg moet minstens van gelijke hoogte en dikte zijn.
Art. 48. De tusschenruimte van werkon om
schreven bij Art. 703 van het Burgerlijk Wetboek
mag niet minder zijn dan 0.70 Meter van den bui
tenkant der daarbij vermelde muren, met uitzondering
echter van schoorsteenen en stookplaateen voor ge
woon huishoudelijk gebruik, die op een afstand van
één decimeter gemaakt mogen worden.
VIERDE AFDEELING.
Van ae met het toezicht belaste personen, de straffen
op.de overtredingen gesteld en de uitvoering
dezer Verordening.
Art. 44. Tot het constateeren der overtredingen
dezer Verordening zijn, behalve de beambten bij art.
8 vau het Wetboek van Strafvordering aangewezen,
bevoegd de Gemeente-Bouwmeester en de Rooi
meesters.
Art. 45. De Gemeente-Bouwmeester en de Rooi
meesters zijn bevoegd met inachtneming van de be
palingen der Wet van 31 Augustus 1853 Staatsblad
No. 83) tusschen zonsop- en ondergang ondanks de
bewoners of gebruikers de woningen, gebouwen en
erven binnen te treden teneinde het vereischte onder
zoek naar de inachtneming der bepalingen dezer Ver
ordening te doen.
Die bevoegdheid wordt ook aan de Gezondheids-
Commissie of aan eone uit haar raidden benoemde
Sub-Commissie gegeven, wanneer zij tot het doen van
zoodanig onderzoek door Burgemeester en Wethou
ders is uitgenoodigd,
Art. 46. De overtredingen van do bepalingen
dezer Verordening, voor zooveel daartegen bij geene
Wetten of provinciale Verorordeningen straffen zijn
bedreigd, worden met uitzondering van die der Artt.
41 al. 1 en 2, 42 al. 1 en 2 en 43 gestraft met
eene geldboete van hoogstens vijf en twintig gulden
of hechtenis van hoogstens zes dagen.
De boeten en de hechtenis op '1e overtredingen
van Art. 2, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14,15, 16,
17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29,
30, 31, 33, 34, 35, 38, 39 en 40, le zinsnede,
worden bedreigd zoowel tegen den lastgever als tegen
den werkbaas, die van de Artt. 8, 36 en 37 alleen
tegen den eigenaar, die van Art. 2, 32e zinsnede
alleen tegen den bewoner, die van Artt. 7 en 32,
3e zinsnede zoowel tegen den eigenaar als tegen den
bewoner.
Art. 47. De overtreder, ofschoon (1e geldboete
betaald of de hechtenis ondergaan hebbende, is niet
ontslagen van de verplichting om de bepalingen der
Verordening op te volgen, terwijl Burgemeester en
Wethouders de bevoegdheid behouden om te hande
len op de wijze bij Art. 180 der Wet van 29 Juni
1851 (Staatsblad No. 85) voorgeschreven.
Do Gemeente-Bouwmeester of die hem vervangt,
heeft alsdan de bevoegdheid om inet de daartoe be-
noodigde werklieden, ter uitvoering dor bevelen door
Burgemeester en Wethouders gegeven, tusschen
zonsop- en ondergang (1e woningen, gebouwen en
erven der Ingezetenen huns ondanks binnen te tre
den, met inachtneming der voorschriften van de fljet
van den 31n Agnstus 1853 (Staatsblad No. 83.)
Art. 48. Bij het in werking treden dezer Veror
dening zijn die op het bouwen en op de verplichtin
gen van eigenaars van gebouwen en van naburige
erven vau den 4 Juli/3 October 1879 eu'de Veror
dening tot wyziging van deze van den 11 Juni 1880
ingetrokken. -
Zijnde deze Vorordening aan de Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland volgens hun,bericht van
den 18/20 October 1887 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort den 26 October 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
Terechtzitting van Woenwlag 26 October 1887.
Kantonrechter: Mr. J. H. van MIEROPj
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie:
Mr. W. C. A. SC HOLTE M te Rotterdam.
VEROORDEELD wegens dronkenschap:
M. de V., winkelior in manufacturen te Gouda,,
tot hechtenis van 8 dagen. (Door den beklaagde
werd overgelegd eene verklaring van Dr. de
Rotte, dat M. de V.* lijdende is aan periodieke
aanvallen van verstandsverbijstering, zich uitende
door onweerstaanbare neiging^ tot misbruik van
alcoholica)
C. V., sjouwer te Gouda, tot hechtenh vai 7 dagen;
J. J., sjouwer te Gouda, tot hecht3nis van 5 dagen
B. de R., sjouwer te Gouda, tot hochtenis van
dagen K
A. vin U., sjouwer te Gouda, tot 4 boeten van 5
gulden of 12 dagen
H. P. B., sigarenmaker te Gouda, tot 3 gulden ot
3 dagen
C. K., schoenmaker te Gouda, tot 3 gulden of 3
J. vT P., baggerman te Goula, tot 1 gulden of
2 dngen
(Daarenboven tot gulden of 1 dag wegens wa
teren op de straat te Gouda buiten de openbare
waterbakken)
P. G., hekelaar te Gouda, tot l'/j gulden of 2
dagen
J. B., sigarenmaker te Gouda, tot 5 guldon of 8
dagen
M. de J., touwslager tc Gouda, tot '/i gulden of
1 dag
J. de J., scheepjager te Gouda, tot 1 gulden of 2
dagen
J. W. L., smid te Gouda, tot 1 gulden of 2
dagen
A. de J., schipper te Gouda, tot 1 gulden of 2
dagen
G. v. d. W., schilder te Gouda, tot 1 gulden of 2
dagen
C. de G., sjouwer te Gouda, tot */s gulden of I
dag;
B. v. d. N., arbeider te Waddinxveen, tot 1 gulden
of 2 dagen
L. H., arbeider te Moercapelle, tot '/s guidon of 1
dag
Z. K., ve veener te Zwammerdam, tot 6 gulden of 3
dagen
is alweer gearriveerd met een LADING
a 2- per HECTOLITER.
Ligplaats KATTENSINGEL.
zwart en gekleurd, in alle breedteiïh.
tegen 4pQt. Adres letter D. bij H. GOORIS-
SEN, Boekdrukker, Gouda.
REPARATIËN aan NAAIMACHINES
worden gegarandeerd.
KOUSEN en verdere artikelen in .ruime kens
voorhanden.