Bulteiilandsch Overzicht.
J. C 1JSSELST1J\.
C. VAN EC Is.
Nationale Militie.
'4
sta ten-Generaal. Tweede Kamer. Zittingen
van 13 en 14 December,.
KIEZERS
De a. 1st. Raads-verkiezing.
Niet eene volkometiemlddel voor alle
ziekten, maar wel de beste huismiddel,
Voor Ingezeten wordt gehouden
ART. 16. De inschryviug geschiedt.
ART. 17. Voor de Militie wordt Diet in-
geschreven:
jaar hebben bereikt, (dat zijn zij die ia
het jaar 1808 Zijn geboren,) en overeen
komstig het vorenstaande in deze Gemeente tot aan
gifte verplicht zyn, om zich op de volgende dagen
ter Secretarie aan te melden van des voormiddags 10
tot des namiddags 1 ure en zich in de daarby ver
melde orde te doen inschrijven, te weten
zij, wier geslachtsnaam begint met de letter A. B.
C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. en M.,
Voorts strekt tot informatie van de
belanghebbenden
dat ieder gehouden is te zorgen, dat
hU bij de inschrijving Wyk en Nom-
mer zijner woning juist kan opgeven.
by oproept, doorstaat tij te alle drie schitterend.
Eindelijk beroept zich Eros op Zeua, om den opper
god tot medelijden te stemmen en Psyche wordt op-
geiiomen in de godenwereld en voor eeuwig aan
Amor verbonden. u-
Dit verhaal van Amor en Psyche is uit de Grieksch-
Latijnsëhe wereld overgegaan in die der midden
eeuwen. Maar ook later heeft zjj nieuwe bewerkers
gevonden. Spr. wees o. a. op die van Lafontaine
en op die van Molière en Corneille te z&men. De
beide laatsten hebben oen tragedie-ballet, aan genoemd
verhaal ontleend, voor Lode wijk XIV, die met de op
voering een nieuwo kunstzaal inwijdde, vervaardigd.
Kamerling heeft nog in onze dagen de sage, zooals
Apoleius die oorspronkelijk gaf, weder in eere ge
bracht, al volgde hy den Latijuschen zanger niet
slaafsch na.
Dat de Amor m Psyche onsterfelijk blyft, behoeft
geen verwondering te baren, omdat zij de belicha
ming is van een gevoel, 't welk de gansche raensch-
heid doortrilt. Zoo kon het gebeuren, dat in ver
schillende perioden van de letterkunde, welke
verband houdt met de ontwikkeling van het
zuiver menscbelyk besef, de sage der liefde nieuwe
bearbeiders vond.
By twee bewerkingen uit de middeneeuwen be
paalde spr. meer in 't bijzonder onze aandacht.
In de eerste plaats gaf spr. het verbaal van den
Eranschman Piraiuus. Het is getiteld Parthenopeus
en Meliore. Eros treedt hier op in den persoon
van den graaf van Bloié, en Psycho in die van de
Keizersdochter van Constantinopel. Alles tis hier
echter liefelijker dan in hot verhaal van Apuleius. De
graaf van Blois wordt getroond naar een schitterend
Hof, waar hij echter de schoóne Keizersdochter alleen
maar in 't nachtelijk uur bij zich ziet, of liever niet
ziet, want ook haar trekken mogen niet worden
aanschouwd. Nadat deze wonderbare samenwoning,
waardoor toch het hart van den gradf in lieftle voor
de onzichtlMure is ontgloeid, eenige maanden heeft
geduurd, keert de -graaf naar Blois terug. Zijn
moeder, die zijn afzijn,betreurde, Wil hem by zich
hotiderï en meent hem onder de macht van Satan
bevaugen. Zij tracht hem liefde iïi te boezemen
vöor een nicht des Kouings. Voor oen oogenblik
gelukt dit, dooh spoedig herleeft in don graaf de
liefde voor Molioro. Hij trekt weder, langs den
wonderweg, naar haar heen en zij vergeeft hem de
kortstondigo ontrouw. Nu wil zij niet moer dat hij
haar zal verlaten. Na eenigo maanden verlaat hij
haar toch en trekt weder naar zijn vaderland. On
danks alle verdere tegeinperking-vblyft hij in liefde
voor haar ontgloeid en als hij eindelijk, zwaar krank,
den dood naby is, wordt hij door eon zuster van
Meliore gered, naar Constantinopel gevoerd ou
met de uiet langer onzichtbare Meliore vcr-
eenigd. 't Zuiver menschelijkq is in deze legonde
reeds zichtbaarde moderne idéé begint te leven
in de overlevering uit do Grieksch-Latijnsche
wereld.
Voorts vertelde spr. de Vlaamsche bewerking van
Diederik van Assenede. p
Amor heet in dit middeneeuwsche riddergedicht
Florishij is den zoon van den Moorsöhen koning
die met de dochter eener Christen slavin, Blancefloer
geheeten, wordt opgevoed. De kinderen vatten liefde
op voor elkaar; de Koning en de Koningin zinnen
op middelen om de liefdevlam in de jeugdige harten
te dooflen. Flbris werd gezonden naar een kostschool,
en als hij, kwijnend van zielsverdriet, van daar weder
in het ouderlijk paleis terugkeert, wordt hem ver
zekerd, dat Blancefloer overleden is. Als hy nu liever
wil sterven dan leven zonder zijn beminde, wordt
hem eindelijk verhaald, dat Blancefloer niet dood is,
maar als slavin in den vreemde, zeer ver weg werd
verdocht. Floris begeeft zich, van goud en diamanten
voorzien, op reis, om de geliefde te zoeken. Hy
vindt haar, gereed om de Sultane favorite van een
Oostorsch Vorst te worden. Nog tijdig weet hij, door
middel van een ontrouwen bewaker, in het kasteel
te komen, en wel in een bloemenkorf, die door den
Vorst telken jare wordt gezonden voor de uitverko
rene, die uit al de schoonen door hem zal
worden uitgekozen om een tyd zijn gemalin te wezen.
Als uit een1 berg van rozen, komt hij in 't vertrek
van zyn Blancefloer te voorschijn. De afgezant van
den Vorst treft hem aan bij zyn beminde beiden
zijn dan ten doode gewijd. Floris heeft echter een
tooverring mede gekregen door dien ring onder
de dienaren des Vorsten te werpen, wordt een van
hen zyn verdediger. Het verhaal van Floris en Blan
cefloer, hun lyden door -liefde, vorteedert het ge
moed van den Vorst, en hij laat hun de vrijheid,
zoodat zy ten slotte hun liefdewensch vervuld zien.
Vervolgens vertelde spr. ons het bekende ver
haal van Lohengrin om daarop te komen tot een
liefde, niet van twee jeugdige harten, maar van die
waarbij „een derde porsoon" te pas kwam.
Die „troisièm" ontneemt aan de liefde haar rein
en verheffend karakter. Toch zijn aan die onzuivere
idéé voortbrengselen der letterkunde te danken,
welke, enkel als litterarisch product beschouwd, on
miskenbare waarde bezitten. Spr. wees ooLrnog op"
de Artur-romans, inzonderheid op de Tristgmen Isolde,
en op dc Amadis-romans, die in Spanje werden ge
dicht, en die een geheelo reeks van kunstproducten
van meerdere of mindere waarde vormen. De macht
der liefde, zelfs ook in haar afwijking: do schuldige
hartstochteu, werd door spr. daarbij in eukele be
zielde en bezielende trekken geschilderd.
In 't schetsen van de jonge liofde stond ons vader
land niet bij don vreemdeling achter. Niet alleen had
den reods 111 de middeneeuwen onze dichters huntafe-
reelon aan de schildering vau de macht der liefde,
welke in de letterkunde vah andere volken voor
kwam, ontleend en daarbij van zelfstandige bewer
king, in echt Noderduitschen zin, blijk gegeven,
doch Ook als straks de roman haar intrede doet in
onZe letterkunde, dan treedt de liefdo, verpersoon
lijkt in twee jeugdige harten, weder allereerst op
den voorgrond.
foreerst gewaagde spr. dan van de liefde van
Stastok jr. uit de Camera Obscurd voor het
aanvalligo Koosje, tegen wie hij; op deu bekendon
feestavond by de oudelui Stastok slechts eenmaal
het woord richtte met do inteüressmito vraag of zij
veel van „evenveeltjes" hield.
Voornamelijk echter sprak hij van het bekende
klrissieko Hollandsch werk Willé,n Levend, van
Betje Wolff en Aagje Deken.
In dit werk tocl^ wordt de liffde getoekend van
Daatje Lovend en don heer Rijzig: Er is in die
liefde zoo iets echt Hollaydsch, meende spreker
hij zag in dat beeld lier liefde, door de twee be-
roemdé vrouwen ontworpen, oen type, welke groot
talent, maar ook veoi kennis van Hollandsche toe
standen en bewegingen des gomoeds verraadde.
Daatje Levend en Rijzig worden eerst waarlyk ver
liefd op elkaar als Daatje by haar oom en tante
Do Harde voor 't eerst moedervreugde smaakt en
Rijzig getuige wordt van haar moederweelde.
'De boeiende, recht amusante voordracht van den
hoer Ten Brink word met groote aandacht aangehoord
en de spreker ten slotte luid toegejuicht.
Bij het voortgezet debat over Hoofdstuk V (Bïn-
nonlatidsche Zaken) werd zeer uitvoerig gediscussieerd
over hét op te richten Academiegebouw te Utrecht,
dat het gemeentebestuur aan het Rijk in bruikleen wil
afstaan, doch waarbij het Rijk vasthoudt aan zijne
oischen betreffende inlichting on boowstyl.
De heereu Grpeve, <E. Mackay on Van Asch van
Wijck beweerden, dat de vertraging aan de Regeoring
lag, omdat zij overdreven eischon stelt.
De Minister ontkende dit en deetï de toezegging
de verwezenlijking vaq het plan zoovoel mogolijk te
bevorderen.
Op den post landbouw-vakonderwijs was door de
comm. van rapp. eeno vermindering voorgesteld
met 1.3,500 voor vakonderwijs. Dit amendt., be
streden door do Regeering en de hoeren Visser van
Hazorswoude, Lieftinck en Zaayer, en verdedigd doo^
de comm. v, rapporteur» #n do heerpn Van Baar en
V. d. Biesen, werd tea slotte dCóit de comm. v. rapp.
ingetrokken.
Bij het algemeen debat over Lager onderwijs kwa
men de hoeren Farncombe Sanders en Zaayer op togen
hot bepalen van den leeftijd, waarop kinderen de
school mogen bezoeken, door het gemeentebestuur.
Na do beslissing, door den Minister genomen ten
aanzien van den gèmeenteraad van Wijmbritseradeel,
die bepaalde dat kinderen na hun 12e jaar niet meer
school mochten komen, vreesden zy, dat andere ge
meenten dit voorbeeld zouden volgen, Het treurig
ste is dat on- of minvermogenden daardoor het meest
worden getroffen.
Met algemeeno stemmen werden gisteren aangeno
men de wet&ontwerpen tot wijziging der begrooting
Ned. Indië voor 1886, tot wijziging dor begrooting
voor Suriname voor 1886, en tot verhooging van het
Xe Hoofds.uk dor Staatsbegrooting voor 1886.
Met 71 stemmen tegen 1 werd aangenomen de
bekrachtiging eener dading met J. B. De Jtlger be
treflende de kloostergoederen van St. Agatha.
Daarna werd met algemeen debat voortgezet t>vor
het Lager onderwijs, waarbij de heoren Huber en
Van Baar de verordening van den Raad van Wijn-
britseradeel voorstonden en de beoren van Diggelen
en Buma die bestreden.
Do Minister v. Binn. Zaken verdedigde de beslis
sing, met betrekking tot de verordening van Wyn-
britseredeel genomen. Van cene principieele beschik
king was hier geen sprake. Het gold hier een by-
sonrier geval/ Het nlgemaen debat over het L. O.
werd daarna gesloten.
Bij dc afd. Kunsten en Wetenschappen werd een
amendt. van den heer Lieftinck om den post veur
rest mratie van het slot Toylingen met 2000 te j
verminderen, aangenomen met 49 tegen 22 stemmen,
terwijl een tweede amendt. van dien heer tot ver-1
meerdering met f 2000 voor voortzetting der restau
ratie van het stadhuis te Franekor door de Regee
ring werd overgenomen.
Een amendt van de Commissio van rapp. om den
post voor subsidiën voor onderhoud van de torens
te Delft en Groningen te schrappen fferd aangenomen
met 36 togen 81 stemme*. Het gehoele artikel werd
aangenomen met 39 tegcu 28 stemmen.
De subsidie voor do 888 to VHage te hovdon
tentoonstelling voor kunstfflg verheid werd aangenomen
met 33 tegen 27 stemmen.
Hoofdstuk V, met eindcyfer van f 10.227.427.3$
werd aangenomen met 55 tegen 2 stemmen.
Volgens de laatste berichten nit Parijs is het den
hoer Tirard ten slotte toch gelukt oen ministerie te
vormen. Een ministerie uit alle groepen dor repu
blikeinse!] o partij is hot niet, want de radicalen wei
gerden hun medewerking. De toestand blijft dus
volkomen hetzelfde. Het ministerie heeft geen vaste
meerderheid, waarop het iu de Kamer kan rekenen,
doch moot voortdurend heen en weer laveeren tus-
schen rechts en links, totdat de monarchisten en
Bonapartisten zich weer met den heer Cléinenceau
vereenigen en het kabinet ton val brengen.
Het ni«*uwe Kabinet bestaatuitdrie Senatoren, Tirard
Faye en Loubet; vyf afgevaardigden: Fallières, Sar-
rien, Dautresme, De Mahy en Viette. De beide
laatste behooren tot de radicalendo overige zyn ge
matigde republikeinen twee heeren zyn geen lid
van hot ParlementFloujens en generaal Lo-
gerot.
De boodschap van den nieuwen president der re
publiek is door de Kamer zeer kool ontvangen.
Daarna ging de Kamer uiteen tot heden. Dan
zal de heer Tirard bij de behandeling der aango-
vraagde kredieten voor drie maanden onmiddellijk
de knkinetsquaestie stellen. Men beweert, dat de
radicalen, wier organen het ministerie-Tirard zoo
vijandig mogolyk ontvangen, onmiddellijk zullen be
ginnen met rich tegen hët verieenen dezer kredie
ten te verklaren. De reohterzyde kan dan terstond
weer als scheidsrechter tussohen de republikeinscbe
groepen optreden.
Ferry is naar omstandigheden zoor wel; hij ont
vangt ontzettend veel bewyzen van dflfllnemingmen
spreekt van 10.000 telegrammen fjfcgeheele corps
diplomatique liet zich bij hem iuscl^ryven. Ook uit
Elzas cn Lotharingen komen vele bewijzen van deel
neming, wolke Ferry verklaart voor het beste bewy»,
dat men hem belasterd heeft.
De openbare meening schijnt door den aanslag
plotseling omgekeerd,, zoodat dan ook een der bladen
zegt: „Met uitzondering vin de radicalen, schynt
de openbare meening de rekening Van Tonkin door
dezen aanslag als gedelgd te beschouwen."
De rechtbank m raadkamer heeft beslist, dat er
geen termen zyn tot vervolging van Wilson en Grag-
non, maar verklaart deze heeren daarom toch uiet
voor onschuldig. In de overweging wordt namelijk
o. a. gozogd, dat door do procedure uitgemaakt is
dat Gragnon de regels miskende, vastgesteld door de
wet op de gerechtelijke beslagneming en hij willekeu
rig beschikte over in beslag genomen brieven, terwyl
hij,hun vordwijnen trachtte te verbergen door andere
er voor in de plaats te stellen; verder dat Wilson
van zijn kant hulp verleende bij dit bedrog dat der
gelijke practykon hoogelijk moeten worden afgekeurd,
maar dat moet worden erkend, dat zij niet vallen ou
der toepassing van eenige strafwet.
De Duitsche Rijksdag gaat van 17 Dec. tot 17
Januari uiteen. Het ontwerp tot verhooging dor
graanrechteu zal nog in dit jaar worden behandeld,
maar dè begrooting en nieuwo legerwot zullen wach
ten tot Januari.
De DuitSche Ryksdog heeft na lange discussie het
invoerrecht op tarwe in twGede lezing bepaald op een
Mark minder dan de Rogeering had voorgesteld 5
in plaats van 6. Het invoerrecht op rogge werd even
eens bepaald op 5 E. Voor de verhooging op 5 M.
stemden de geheele rechterzijde, het centrum met uit
zondering van eenige leden en omstreeks 20 nationaal-
libcralen. De meerderheid 227 tegen 125 is
grooter dan men verwacht had.
Prins Bismarck is weer beter. De kanselier werd
Zaterdagavond ongesteld, zoodat prof. Schwenniger
werd ontboden, maar do ongesteldheid bepaalde zich
tot een lichte aandoening der ingewanden. Irt allen
gevalle zal echter de kanselier zich voorloopig van
drukke staatsbezigheden onthouden.
INGEZONDEN.
Tengevolge der grondwetsherziening rang ik by de
eerste verkiezing, volgende op die welke a.s. Dinsdag
alhier plaats heel| voor een lid van den Gemeen
teraad, ook meestemmen.
Indirect hen ik eigenlijk vroeger ook al een»
kiezer geweest, ik was toen nl. lid dor «Goudsche
Kiesveroeuiging.» die destijds reeds zulk een vooruit
strevend reglement had, dat het den leden het recht
toekende, of isy kiezer waren of niet, bij de keuze
van kandidaten voor den Gemeenteraad, allen mede
te stemmen.
Jammer dat die voreoniging op nonactiviteit ia
gesteld, eensdeels door gemis aan belangstelliug,
doch ook wel omdat zy, die gewoonlijk in hare
vergaderingen bet woord voerden, voortdurend bloot
stonden aan hatelijkheden en verdachtmaking van
oneerlijke bedoelingen.
Gelukkig voordo kiesvereeniging «Gemeentebelang»
dat de schryrer van die hatolijke artikelen of réi-
licht niet moer hier woont, of zijne zwartgallige pen
tot dat doel niet meer schijnt te gebruiken, want
dan zeker zouden hare ledon het moeien ontgelden,
wyl ook daaT de kandidaten met 7 of 8 stemmen
worden geproclameerd en gewoonlijk dezelfde twee
of drie heeren den toon aangeven.
Doch welk verstandig menseh zal* het in de
gedachte komen daarmede den spot te drijven of
zulks die heeren euvel te duiden
Veeleer moet men het wanrdeeren dat zij niet
moede worden hun tijd en hunne krachten te wijden
aan datgene, waarvoor helaas zoo weinigen be
langstelling toonen, met name de behartiging onzer
gemeentebelangen.
Juist om don ijver en de volharding dier heeren
doet het mij dan ook leed dat zij ditmaal met
een Kandidaat voor den dag gekomen zijn, die
naar mijue bescheiden meening, en voor zoover my
reeds ter oore kwam ook volgens het oordeol van
véle andere Goudsche burger», al zeer weinig aan
beveling verdient.
De heer Middelbeek vond zich dan ook zelf nog
te jong en hij had er gerust nog bij kunnen voegen
te onbekend, zoowel mot als bij de Goudsche
burgerij en te weinig op de hoogte met hare be
langen dan dat men van hem zou mogen verwach
ten dat hij met voldoende kennis van zaken zijn
stem zou uitbrengen.
De heer Middelheek woont wel reeds eenigo
jaren hier, doch heeft gedurende dien tyd in geen
enkel opzicht getoond in de zaken de gemeente
betreffende zelfs maar eenigszins belang te stellen.
Wol wordt tot zijne aanbeveling gezégd dat hij
bereid ia de onderwya-quaestién, die tegenwoordig
in den gemeenteraad ter sprake komen, tot een «tf-
ttekend eind te brengen, doch wie, die gekozen wordt,
zal! zulks niet willen
't Is maar de vraag wat men onder een uititekend
eind verstaat.
Bedoelt men daar soms mede dat hy zal mede-
weiken tot de oprichting van eene Hoogere Burger-
tckoolmor Ifeitjet ur deze gemeente, dan geloof
ik dat dit reed» vcjór verweg de meeste kiezers
een reden is om hun stem niet op hem uit te
brengen.
Het is toch bekend genoeg dat znlk eene school
van het Kijk niet te verkrijgen ia en zeker zou
het onverantwoordelijk zijn too de raad bealoot in
do omstandigheden waarin ouzo gemeente thans
verkoert, zulk eene school voor rekening der ge
meente te stichten.
Om nu nog een oogenblik by die vergadering van
Gemeentebelang te vertoeven dient te worden her
innerd dat ook de hoeren A. van Veen en H. Euno
van Gelder genoemd werden, welke heeren echter
niet vorder werden besproken, wyl zij volgens in
lichtingen van bestuursleden der vereeniging, bij
vorige malen te kennen hadden gegeven geen can-
didatuur te zullen aanvaarden.
Zeker was op deze wijze de overwinning voor deu
heer Middelheek gemakkelijk to behalen, doch waar
uit was nu bewezen dat die heide andere heeren of
een daarvau ook tkatu niet bereid gevonden zou
worden een candidatuur aan te nemen
Ik kan mij dan ook niet begrijpen hoe zij, die
deze heeren noemden, zich zoo geinakkolyk lieten
afschepen.
Aangenomen echter dat dis heeren ook ditmapl
bij hun vroegere weigering blijven volharden is
het dan in Gouda zoo droevig gesteld dat huiten
deze twee heeren hier geen onafhankelijke knappe
degelijke burgers te vinden zijn, hier gewonnen en
geboren en die met het meeste succes eone plaats
in den gemeenteraad zouden bekleeden, zoodat men
zijn toevlucht moet nemen fot personen, die door
hun nog kort verbljjf nlliior niet geacht kunnen
worden met grondige kennis van zaken hun stem
in den raad uit te brengen
Ik meen deze vraag guriiét ontkonnend te mogen
beantwoorden.
Wij behoeven op dit oogenblik slochta één Kandi
daat cu ik wil er daarom dan ook slechts één noemen:
Welnu, naar mijno meening kau de heer J. C.
IJitelttijn den toefs der vergelijking met den heer
Middelbeek gerust doorstaan.
Mag men den heer M. gezond verstand toeken
nen, niet minder ia zulks het geval met den heer
JO. IJsselatijn, terwijl deze laatste reeds meer
malen in verschillende corporation loonde een helder
inzicht ir zaken te bezitten Jen de bewijzen gaf op
welsprekende manier zijne meeniag kenbaar te kunnen
maken en te verdedigen.
Hij is evenals de heer M. in de kraclit van zyn
leven, onafhankelijk en heeft dat voor, dat hij, ge
boren Gouwenaar, vólkomen op dé hoogte is van
Goudsche toestanden, waardoor hy oneindig veel
beter in staat zal zijn over de zaken, die in dón
raad ook aan zijn oordeel worden onderworpen, eene
voor de gemeente gewenschto beslissing te nemen.
Wel is waar werd hij tot dusverre nog niet zoo
op den voorgrond geplaatst en heeft hy slechts In
enkele besturen zitting, doch de wijze waarop hij
daar werkzaam ia, doet mij met vertrouwen de over
tuiging uitspreken dat hij ook ook in den raad
een goede figuur zal maken.
Ook hij is een voorstander, van goed degelijk
onderwijs, hij zal er echter niet toe medewerken
de kosten (laarvoor zoodanig op te drijven (lat zij
de draagkracht der gemeente-financiëji 'te bóven
gaan er. dus verhooging der belastingen onvermij
delijk makeup
Ik meen met een en ander voldoende te'hebben
aangetoond dat zij die de belangen onzer gemeente
en daardoor hunyo eigen belangen werkelijk voor
staan niet beter kunnen doen dan a.s. Dinsdag
hun stembiljet met zijn naam in te vullen.
Mocht ik dan» ook Dinsdag reeds meestemmen,
ik zou geen oofenblik aarzelen rnyn stem uit te
brengen op den neer
f Een aanstaand Kiezer die de belangen der
i>' gemeente ter harte gaan.*
Blijkens het verslag van de kiesvereeniging «Ge-
meeutebelang» in het vorig nr. der Qoudtcke Courant
is de heer Middelb«ek candidaat gesteld. De ver
eeniging laadt door het stellen van die candidatuur
de beschuldiging van incoiuequentie op zich. Nog
alechts enkele maanden geleden Werden op een ver
gadering dierzelfde kiesvereeniging twee geachte per
sonen als candidaat voorgesteld, nl. de hh. J. A. P.
Montyn en D. Hoogendijk en alleen daarom niet
gekozen omdat zij te jong raren Thans wordt met
algemeeue stemmen iemand canfKdaat, die even jong,
zoo niet nog jonger is I Waarom dau niet een van
die twee genoemde heeren gcnomAi die van hun jeugd
af onder ons opgroeiden en tot4 geachte Goudsche
families behooren. Het is onze bedoeling niet een
woord ten nadeele van den heer Middelbeek te
zeggen, maar wy willen slecht» dit rcleveeren, dat
het argument tegen die hoeren aangevoerd, nu even
zeer geldt tegen eene candidatuurMiddelbeek.
Het ia inderdaad goed dat raadsleden zijnman
nen van ervaring, en van zekeren leeftijd en wil men
iemand, die een zeer rijke ervaring kiA.goed kan
spreken en die in den raad een bepatóldf ftnk figuur
zou maken, men kioze den heer 'J
Eeuige Kiezzhs.
EECLAM E,
tot dezen dag hekomen, van de mineraal pastillen van
Loden, voor al dogeue die lijden van een zinking der
strottenhoofd en der longen, waarvan de takkon van
de luchtpijp aangedaan zyn, of die reods langlijden
van een lastig vallende hoest. Zy bieden ook aan
tegen de slechte verteeringen, de verstpppingen ander
ziektens der maag, zij zijn ook de aanbevelenswaardig
ste middel eu ook de beste middel iu eene huis
apotheek te hebben. Do pastillen zijn in alle apothe
ken aan 60 cents de doos te bekomen.
ÏN8CHRÏÏVÏNG VOOR DE
EERSTE KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente GOUDA
Gozieu art. 19 der wet van deu 19den Augustus
1861 Staatsblad No. 72),
Heriuuereh alle belanghebbenden aan hunne ver
plichting tot het doen van aangifte ter inschryviug
voor de Nationale Militie in de maand Januari 1888
en brengen ter hunDer kennis de volgende bepalin
gen dor genoemde Wet
ART. 15. Jaarlijks worden voor de Militie inge
schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den
lsten Jauuari van het jaar hun 19de jaar waren in
getreden
1®. Hy wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, 'bf, zyn beide overleden, wiens voogd in
gezeten is volgens de Wet van den 28sten Juli
1850 (tStaatsblad No. 44)
2°. Hy die geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste aan het in de eerste zinsnede
van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande
achttien maanden in Nederland verblijf hield
3°. Hy, van wiens ouders de langstlevende ingeze
ten was, nl is zijn voogd geen ingezetèn, mits hy
binnen het Ryk verblyf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling
behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander
niet aan de verplichte krijgsdienst is onderwor
pen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid
het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen.
1®. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of zijn bei
den overleden, de voogd woont r
2°. Van een gehuwde en van een weduwnaar, in
do Gemeente waar hij woont
3°. Van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is in de Gemeente
waar hy woont
4®. Van den buiten lands w onenden zoon van een
Nederlander die ter zake vaü 's lands dienst in
een vreemd land woont, in de Gemoente waar zijn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond
heeft.
1°. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is;
2®. De in een vreerad' Rijk verblijfhoudende ouder-
looze zoon van eeu vreemdeling al is zijn voogd
ingezeten
3® De zoon van den Nederl&uder, die ter zake van
's lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of
koloniën woont.
ART. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te wor-
deu ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Bur
gemeester en Wethouders aan te geven tusschen den
lsten en 3lsten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is
zijn vader of is deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden zijn voogd tot het doen van
die aangifte verplicht.
I)e wijze, waarop van het doen van de aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
ART. 20. Hij, die eerst na het iutreden van zyn
19e jaar, doch voor het volbrengen van zyn 20ste,
ingezeten wordt, is verplieht zieh, zoodra dit
plaats beeft, tor inschrijving aan te geven bij Bur
gemeester en Wethouders der Gemeente, waar do
inschrijving volgens art. 16 moet geschieden.
Daarby gelden de bepalingen der 2e en 3e zin
snede van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hy volgens zijnen leeftijd behooit:
Burgemeester en Wethouders voornoemd, roepen
dientengevolge op de ingezetenen, die hUD 18dO
tusschen den 2 en 15 Januari 1888 en
zij, wier geslachtsnaam begint met de letter N. O.
P. Q. R. S. T. V. W. X. IJ. en Z.,
tusschen den 15 en 31 Januari 1888.
dat het register van inschrijving op den 3lsten
Januari, des namiddags ten 4 ure, voorloopig
wordt gesloten* en dat zij, die alsdan verzuimd
hebben, de- voorgeschreven aangifte te doen, inge
volge art. 183 der Wet, vervallen in eene boete
vau f 25tot f 100.
dat ieder, die voor do Militie moet worden inge
schreven zieh behoort te voorzien van een extract
uit het geboorteregister dat bij de aangifte moet
wor len medegebracht.
dat dit extract aan hen, die binnen deze Gemeen
te zijn geboren, op hunne aanvrage op het Bureau
vau den Burgerlijken Stand grati? zal worden uitge
reikt, terwijl zy die elders geboren zijn, zich ter
Gemeente-Secretarie kunnen aanmelden, ten einde
genoemd extract van het Gemeentebestuur hunner
geboorteplaats te doen aanvragen, en
Gouda, den 13 December 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secjretarte,
BROUWER.