Boitenlandsch Overzicht. RENIVISGEEMNG. De kleine munt der Esculaap. «Zie marktberichten. in dat programma schijnt voor te komen. Spr. ia wel degelijk voor persoonlijke dienstplicht, maar niet voor algemeene Ons volk is geen militair volk en tal 't, naar spr. hoopt, nooit wordenSpr. is het voorts geheel eens met de meening dat de verkiezing voor gemeeuteraads-candidaten niet door de nieuwe vereeniging moet worden opgeuomen in haar reglement. De Voorzitter merkt op, dat als door hem werd medegedeeld dat de Liberale Unie voor algemeene dienstplicht was, dit eene vergissing was. Dit is niet het geval. De heer A. Kok verklaart vervolgens een groot voorstander to zijn van leer plicht. Zjjne ervaring leerde hem dat nog velen weinig of niet onderwezen zijn en hij zou gaarne zien dat leerplioht werd ingevoerd. De Voorzitter zegt dat leerplicht staat in het program der Liberale Unie. Toch zijn daartegen ook bezwaren, waarbij spr. herinnerde aan hetgeen prof. Spruijt dienaan gaande aanvoerde die o. a. aantoonde, dat leerplicht in Duitschland geen goedo resultaten had en hij voor zich zou niet willen zien bepaald, dat de candidaten voor leerplicht moesten zijn en anders niet gesteld konden worden. De heer C. Messemaker verklaart zich vo'u'r leerplioht. Zijn ervaring, ook als Socre- taris van de afd. «Gouda" van Volksonderwijs, leerde hem dat deze hoog noodig was, uit welke ervaring hij een sterk sprekend staaltje aanvoerde. De heer D. Rujjter zegt ook voor leerplioht gestemd te zijn. Waar leerplicht op verstandige wijze werd inge voerd, b.v. in Saksen, werkt hij goed 1 De heer E. Kortenoever bespreekt vervolgens kortelijk de quaestie van het «vrijhandelsstelsel" en bétoogt dat, als alle landen dit stelsel toepas sen het zeker uitstekend is, maar dat als het eene land dit doet en het andere niet, dit voor kleine landen een zeer groot bezwaar is. De heer Dr. W. Julias herinnert daarop aan hot doel dezer bijeenkomst en acht hot niet wonschelijk hier quaesties te behandelen, die eerst bij een even tueels candidatuur, door eene eventueele nieuwe kiesvereeniging gesteld, te pas komen. Do vergadering neemt dezen wenk ter harto. Niemand vraagt meer het woord en de aanwezigen worden in de gelegenheid gesteld als lid toe te treden tot de nieuwe kiesvereeniging. Daaraan geven gevolg 55 personen uit Gouda, 8 uit Gonderak en 1 uit Moordrecht, en daar verscheidene leden van het oude «Burgerplicht" ook reeds zich bereid verklaarde toe te treden telt de nieuwe vereeniging in het geheel reeds 75 leden. Daarop was aan de orde Verkiezing van een Commissie tot het ontwerpen van een reglement. De heer A. Brinkman stelt voor do bestuursleden van «Burgerplicht» tot leden dier Commissie te benoemen. De heer M. van Dantzig geeft er de voorkeur aan die heeren gezamenlijk tot Bestuur te benoemen der nieuwe vereeniging. De vergadering vereenigt zich met het voorstel van den hoor Brinkman. De heeren Mr. J. Fortuijn Droogleever, J. M. Noothoven van Goor, C. C. H. Prince en H. Jager zijn dus tot leden dier commissie benoemd, welke heeren die benoeming aannamen doch onder voorwaarde dat zij, zoo noodig, eenige anderen zullen mogen assumeeren Binnen kort zal nu eene nieuwe vergaadering plaats hebben, alleen van leden der kiesvereeniging, om het reglement vast te stellen en een bestuur te benoemen. In den Winterdijk onder Waddinxveen is een man op schaatsen hedenmorgen verdronken. Maandag heeft zich v. d. G. in den Plattoweg door ophanging van het leven willen berooveu. Zijn buurman E. hoeft hem nog bijtijds afgesneden» Zwaarmoedigheid schijnt hem tot dit noodlottig be sluit te hebben gebracht. Deze week zijn des nachts bij den landbouwer Goudriaan, onder Moordrecht, kippen ontvreemd. Maandagavond is op eene vergadering bq den hoer Niekerk te Waddinxveen besloten 2 maal 's weeks eene algemeene bedeeling te houden aan de armen aldaar. De heor jhr. mr. G. L. M. H. Buys van Beeren- broek is met 905 van de 935 geldige stemmen herkozen als lid der Twoede Kamer in het kies district Maastricht. Eergistenavond omstreeks 6 uur brak in de hooi berg bij de woning van G. van Vliet te Zevenhuizen een felle brand uit, die zeer spoedig berg en woning in de asch legde. Het vee en de inboedel werd gered. De woning was matig verzekerd. Oorzaak onbekend. Benoemd is tot brievengaarder te Zevenhuizen de heer L. Muilwijk en te Zoetermeer de heer L. W. v. Deventer. In den laatsten tijd is er dikwijls sprake geweest over aanstaande wijzigingon in de tegenwoordige pen sioenwet voor officieren. Zooals uit de laatste ge ruchten, welke daaromtrent in omloop zijn, kan wor den afgeleid, is des ministers streven, den officieren gelegenheid te geren om op betrekkelijk jeugdigen leeftijd de gelederen met pensioen te kunnen verlaten. Hierdoor wordt een tweeledig doel bereikter komt meer promotie in de verschillende rangen, en een aantal officieren, die hun baton de maréchal hebben bereikt, verlaten den dienst, maar blijven ter be- sohikking van den Staat, zoodat hieruit een reserve van officieren wordt geformeerd, waarop later met de in te dienen militiewetten gerekend zal worden. (-£• o.) Aangaande het doen vallen van den toren te Geldrop wordt aan het „Utr. Dagbl." gemeld dat dit werk tot hiertoe uitmuntend is geslaagd. Stol u voor, schrijft de heer de L. dat generaal Wolseley aan het hoofd der Transvalere of dat de keizer van Busland met het Leger des heils zijn in tocht in uwe stad deed, en gij zoudt eon kleinen, heel kleinen indruk krijgen van den intocht van zes flinke kranige minours binnen Geldrop. Zij kwamen togen den avond van 9 Januari aan, maar al was het donker, menig oogje werd op hen geslagen en menig lief voetje volgde hen nog even op straat in Eindhoven en in Geldrop, om ze te zien en op te nemen, die mannen, die morgen, wellicht overmor gen met dynamiet don toren in Geldrop zouden op gooien om hem buiten het dorp op het bouwland te laten ueervallen en daar verder af te maken. «Achl ach! die arme menschen en huizen, als de toren door de lucht vliegt, en ziet u, zij, die ron dom don toren wonen, moeten wel 8 of 10 dagen uit hun huis, want met die dynamiet is 't geheel niet te vertrouwen.» Ja waarlijk, zoo dachten en zoo spraken een aan tal menschen. Men had liever den toren steen voor steen afgebroken en met een afvallend stuk ook oen arbeider omlaag zien vallen, liever eene nieuwe on verwachte instorting zien plaats grijpen, die wie weet, welke ernstige gevolgen zou kunnen hebben, dan zoo den toren met dynamiet te zien ver nielen. Gelukkig ook dat onze mineurs de menschen spoedig gerust stolden. Hunne kalmo wijzo van vertellen, hunne belangwekkende verhalen van de vernielingen, waaraan zij in hun leven medegewerkt hadden, hun vertrouwen op de dynamiet, waarmede zij dagolijks omgaan des zomers, maar vooral hun fatsoenlijk, niet geiiöeg te prijzen uitstekend ge drag, brachten spoedig kalmte en gerustheid te weeg. Dos middags van 9 Januari begon het eigenlijke boren van de mineurs, waarmede zij ook den 10 voortgingen. Een bijna losstaand, sterk gescheurd gedeelte der ruine werd het eerst onderhanden ge nomen en op 12 Januari werden door den burge meester van Geldrop de daarin gemaakte dynamiet- mijnen door middel van electricileit allen te gelijk ontstoken. Kijk, wij dachten dat de toren nn op eens zou vallen ten minste het losstaand stuk en er kwam nietser vielen eon paar steenen, maar dat was alles. Spoedig zagen wij door de mineurs een nieuwe zwaardere lading dynamiet ontsteken. Men had ge dacht dat men zulk een slag nu toch wel door ons gehoolo Vaderland zou hooren en men hoorde.het nauwelijks te Eindhoven, naar ik later vernamook nu echter vielen er weder veel steenen, vloog er veel stof en sprongen er hier en daar een paar ruiten, maar het losse torenstuk viel niet. Wij bemerkten echter dat de mineurs door het telkens aanbrengen van dynamiet-ladingen dat stuk ondermijnden, wat met het oog op de steeds van boven afvallende stee- en bet meer voorover hellen van het metselwerk oen zeer gevaarlijk werk was. Ten 5 uur moest het werk wegons de duistornis gestaakt worden en op de verzekering van den ka pitein Gjjsberfci dat men geen gevaar voor dien nacht behoefde te koesteren, ging bijna iedereen dan ook rustig dien nacht te gemoet. Den morgen van den 13 Januari te half 10 uur werden de bewoners door een nieuw dynamietschot opgeschrikt on hadden nog juist tijd om een kwar tier later het stuk metselwerk langzaam te zien over hellen on zonder eenig bijzonder geraas of Zonder eenige bijzondere drenning te geven, te zien neder- storten. Leve de genie blonk het uit aller mond. Doch, ik moet het erkennen, wij waren sprake loos. Een muur van 40 M. hoogte en 2 M. dikte te moeten laten vallen, juist opeen plaats waar men dit verlangt, 't is wel waard om eens te overdenken. Wij hoorden wel van onze medekijkers, dat als je hier een gat maakte en daar een gat maakte, dan ging de rest van zelf. Msar juist die rest, die doet 'them, geloof ik, want aan al die praters zeu ik toch niet gaarne toevertrouwen om de torens bij ons zoo precies in de straat te laten vallen, zonder dat hij op de huizen neerkomt. Er wordt geklaagd over slapheid in 't werk en de malaise, die er uit voortvloeit. Maar doen onze handel en industrie wel genoog pogingen om door eigen inspanning daarin verandering te bren gen De corrqjpondent der «Haarl. Ct.» te Pre toria schrijft toch in zqn jongsten brief Er is nog veel meer te doen voor Nederland- sche industrioelen, doch men moet niet op het muffige kantoor blijven zitten in afwachting van de eene of andere bestelling. Neen, men moet beginnen met een paar duizend gulden te wagen en een bekwaam, degelijk handelsman, bekend met de Ëngelscho taal, uitzenden om eens flink de zaken na te gaan on te zien wat er te verdienen is. Alles hangt natuurlijk af van de keuze van dien man. Geen jongmensch, pas van de Han delsschool, maar een man van ondervinding in de wereld. Kan ééne firma dat niet bekostigen, welnu, laten zich dan eenige aaneensluiten en gezamenlijk de kosten dragen want het is treurig om te zien, hoeveel hier in Engelsche handen is. Waarom niet een groot pakhuis opgericht mot monsters van allerhande koopwaren, die Nederland direct kan leveren Waarom moeten Engelschen Hollandsohe kaas, Hollandsche jenever, Hollandsch linnen en katoen, wollen goederen, sigaren en honderdon andere artikelen invoeren, kunnen do Nederlanders die dan niet direct invoeren De eenige Hollandsche win kel in de geheele Transvaal is de Nationale Boeren- Handelsverecniging, die nu om zoo te zeggen geheel in handen is van eene Hollandsche Maatschappij. Deze winkel maakt tegenwoordig goede zakon en zet heel wat Hollandsche goederen van de hand. Probeert het eens, fabrikanten, en laat den Jansa- liegeest varen Wanneer de zaak goed aangepakt wordt, twijfel ik geen oogenblik aan het succes. Toon de brand op de Heerengracht te Amsterdam Zondag gebluscht was, leverden het uitgebrande per ceel en de aangrenzende huizen een schilderachtig schouwspel op. Het water, dat met stroomen langs de huizen had gevlooid, was bevroren en had alles met een korst ijs bedekt, dat in de meest grillige vormen aan vensters en kroonlijst, tegen muur en ruiton was gehecht. De lichte munrkleur van het uitgobrando perceel sloot zich goed bij die ijskleur aan, terwijl de uitgebrande verkoolde raam- en deurkozijnen zooveel ingangen van een grot ge leken. Voeg daarbij de zwaar berijpte boomen en de brandweermannen met hun helmen, baarden, knevels en kleeding vol ijs, en men kan zich de schilderachtigheid van het geheel voorstellen, dat den indruk maakte van een druipsteengrot. Eon photograaf was tijdig aanwezig om van het zeldzame tafereel opname te doen, meldt de Amst. Ct. Dinsdag verschenen de afdeelings-verslagon der Eerste Kamer over de Staatsbegrooting in het licht. «De «algemeene beschouwingen» bepalen zich tot eenige retrospectieve en tot het voorop schuiven van de defensie voor de naaste toekomst. De Minister van Buitenl. Zaken wordt nogmaals aangespoord om de belangen van onzen vee-uitvoer to behartigen, terwijl men van Z. Exo. ook verlangt dat hij met België eeno overeenkomst zal treffen tot wering van Zigeuners. Den Minister van Justitie werd o. a. gevraagd of hij geen middel weet tegen de buitonlandscho lote rijen en premieloten, en eene inspectio van do rijks opvoedingsgestichten werd aanbevolen. Van den Minister van Binnenl. Zaken verlangt men eone herziene Gemeentewet, vooral met het oog op financiën, alsook een wet op de levensverzeke ring. Nagenoeg algemeen drong men aan op ver eenvoudiging van de onderwijswetten en beperking van de onderwijswetten en beperking van do examen- manie het nieuwe leerplan voor de gymnasia vond toejuichingvoor het lager onderwijs word oen wetswijziging gevraagd, welke het minimum der onderwijzers brengt op 1 per 50 leerlingen. Het beleid van den Minister van Marine had op «vele leden» geen gunstigon indruk gemaakt, (de motieven zjjn reeds in do Tweede Kamer ontwikkeld.) De Minister van Financiën wordt uitgenoodigd, weder muntbiljetten van 60 uit te geven. Den Minister van Oorlog bracht men hulde voor zijne maatregelen tot oefening van jongolieden in den wapenhandel, maar vroeg men mededeelingen om trent de zaak van dr. Gratama, die den vreemden indruk zouden kunnen wegnemen, door het laatst voorgevallene gemaakt. Aan het Departement van Waterstaat enz. wilden sommigen alle landbouwzaken onder één deskundig hoofdambtenaar vereenigd zien. Algemeen vroeg men naar de oorzaken der vele ernstige spoorweg ongelukken in den Interen tijd, en besprak daarbij eenige ondorwerpen, dio verbetoring sohijnen te be hoeven. Den Minister van Koloniën drukte mon op hot hart, de emigratie naar Surinamo te bevorderon. een pro- Centraal De Standaard bevat het «ontwerp van «ram van actie", zooals het door hot Comité aan de besturen der antirevolutionaire kies- vereenigingen is toegezonden. Het ontwerp is in twee deelen ingedeeld. Het eerste omvat de taak, die men g«arne zag dat in de eerstkomende 3'/| jaar door de Staton-Generaal kon worden afgewerkt. Dit gedeelte luidt aldus 1. In zake het kiesrechtwegneming van het onrecht, thans in het behoud van de vier meer voudige districten gelegeninvoering van eeno kieswet op billijker en minder beperkten grondslag en herziening van het kiesrocht voor de gemeente raden (grondslag van het kiesrecht eu recht der minderheden). 2. Het openstellen van de gelegenheid tot het optreden van Kamers van arbeid op corporatieven grondslag ter voorlichting van de overheid en het beschermen van den arbeid door de wet. 3. In zake het onderwijs schoolgoldhefflng van wie betalen kan inkrimping van de rijksinrichtin gen voor middelbaar onderwijs en van die voor de opleiding van onderwijzers herstel van gewetens vrijheid op schoolgebied voor den armeen opheffing van den vacciuodwang althans voor de vrije scholen. 4. Regeling bij de wet van de uitbetalingen, die geschieden krachtens art. 171 (168) van de grondwet. 5. Vorraindering van den druk der accijnzen gelijkmaking van den belastingdruk voor do ver schillende bestanddeelen van het nationaal vermo gen en herziening van de tarieven van in- en uit- en doorvoer, ook in verband met de handels politiek van andere mogendheden. 6. Mits onder behoud van de noodige vrijstel- stellingen, afschaffing van do plaatsvervanging, en verbetering van de militaire rechtsverhoudingen. 7. Breking met het dusver ten opzichte van het opium govolgde stelsel wegneming van hinder palen, aan de Zending in den weg gelegd op heffing van de staatskerk in de koloniën bevor dering van de vrije ontwikkeling van handel, land bouw en nijverheid, in het belang zoowel van den inlander als van den Europeaan eenheid van tol- gebied tusschen het rijk in en buiten Europaen herziening van de comptabiliteitswet. Het tweede deel bevat «wat men tegen den afloop der vierjarige periode veranderd wenscht te zien in de grondwet,» en is van den volgenden inhoud 1. Herziening van bot grondwetsartikel regelende het kiesrecht, door alleen aan gezinshoofden het kiesiecht toe te kennen. 2. Herziening van de grondwetsartikelen regelende de vaststelling van het budget, ten einde te goraken tot splitsing van de uitgaven in vaste en jaarljjkscho met behoud van het recht voor do Staten-Generaal om tot wjjziging der eerste hot initiatief te nemen, en de laatste, evenals de middelen daarvoor, aan de Kroon te ontzeggen. 3. Herziening van de grondwetsartikelen rege lende de verhouding van den staat tot de kerk, ten einde den financieelen band tusschen den ataat en do kerkgenootschappen los te maken. 4. Herziening van het grondwetsartikel regelende het onderwijs in den zin, waarin dit in Juni 1887 door het votum dor Tweede Kamer reeds was aan gewezen. Wij draaien steeds in denxelfden oirkel; de vrede- verzekeringen blijven, maar niemand vortrouwt ze aan oorlog gelooft men ook niet, omdat Buslands aanval in de gegeven omstandigheden te onzinnig zou zijn, en zoo dobberen en weifelen wij van den eenon dag op den anderen. In de Fransche Kamer had de behandeling plaats van de interpellatie van bet lid der rechterzijde Lamarzelle over de revolutionaire handelingen van den Parijschen Gemeenteraad in de dagen van de Presidentsverkiezing. De Minister van Binnenland- sche Zaken sprak van de handhaving der wet en van de indiening van een wetsontwerp om den pro feet in het Stadhuis te doen wonen. Tal van moties kwamen aan de orde en de discussie eindigde met een motie, waarmee de Regeering ten opzichte van het toegezegde wetsontwerp werd gehouden aan haar woord en tevens vertrouwen in de Regeering werd uitgesproken. Gelijk men weet, heeft do Duitscho regeering ein delijk Ret ontwerp ter wijziging der sooialistenwet bij den Rijksdag ingediend. De regeering vraagt verlenging der bestaande wet voor vijf jaren, behou dens versoherping van enkele bepalingen, waarvan de voornaamste het vorlies der rochten als Duitsch burger betreft. Tot dusver konden do sociaal-de mocraten alleen verbannen worden buiten de distric ten, waar de kleine staat van beleg is afgekondigd, maar de regeering verlangt nu het recht hun ook het rerblijf op het geheele Bondsgebied te ont leggen. De vraag is echter, of de nationaal-liberalen zioh hiermede zullen vereenigen. De «National-Zeitung» blijft deze verscherping der wet bestrijden. Het hoofdorgaan der nationaal- liberalen betoogt, dat deze strengere bepalingen slechts kunnen strekken om de verbittering te ver meerderen, wanneer het geheime werken der socialis tische leiders, tot bestrijding waarvan do nieuwe be palingen moetrn dienen, kan toch niet worden belet. Op een vergadering van Unionistische liberalen voerden de oud-Minister Northbrook en do Parle mentsleden sir John Lubbock en Finlay het woord. Alle drie de sprekers waren het er over eens, dat eigenlijk door Gladstone op het punt van Home- rule geen wézenlijke concession gedaan waren sedert hij het eerst met zijn plannen voor den dag geko men was. Daarom geloofden zij, dat de Unie van dien kant nog altijd met evenveel gevaren bedreigd bleef en dat de zaak der unionisten veld winnen bleef ondor de natie. Zij achten het dan ook den plicht der unionistische liberalen te blijven samen werken met de conservatieven. Sedert 26 Juni 1884 staat Johann Sverdrup, de voormalige leider dor democratische partij, in Noor wegen aan het hoofd van het bewind, maar ge durende het laatste jaar zijn voor den eersten minister onheilspellende wolken aan den Noorschen politieken hemel samengetrokken. Ten gevolge van don onder zijn aanhangers uitgebroken twee spalt, die ten deele tot de linker-, ten deelo tot de rechterzijde bchooren, wordt hot ministerieel leven van Sverdrup bedreigd. Tal van nederlagen leed het ministerie in het parlement, zelfs moest de pre mier ondervinden, hoe de aanvallen der oppositie zich richtten tegen z|jn neef, Jacob Sverdrup, die het departement dor revisie beheert eu in deze hoedanigheid een wetsontwerp betrekkelijk de reor ganisatie der kerkelijke gemeenten uitwerkte, dat door het Storthing verworpen werd. Tot goed begrip van den politieken toestand in Noorwegen wete men, dat het deel der democratie, tegenwoordig aan het roer, bestaat uit groot-grond bezitters, heeren-boeren en houthandelaars. Het an dere deel de zoogenaamde «litteraire" of «Euro- peesche" linkerzijde heeft een alliantio tegen het kabinet Sverdrup gesloten met de in 1884 ten val gebrachte rechterzijde. Het zijn voornamelijk twee punten, die de democratie in twee vijandelijke kampen scheiden. Die fractie, waartoe, behalve de Sverdrups, als hoofdleider behoort de proost van Stavanger Lars-Oftedah .vapdaar dat zij de groep der Oftedölers wordt genoemd ia anti-latijnsch en orthodox. Tegenwoordig wordt alles in het werk gesteld om de beide zich bestrijdende fractiën der democratische partij, do radicale groep onder leiding van Steen en Ovam en de Oftedalsche groep, met elkander to verzoenen. Het plan daartoe moet z|jn uitgegaan van den «dichterkoning" Björnstorne Björnson, die op het oogenblik zich in zijn vaderland ophoudt en evenals in 1882 bereid is, naar het schijnt, de leiding der democratische beweging bij de aanstaande verkiezin gen voor het Storthing, in den herfst van dit jaar, op zich to nemen. Als conditio qua non stellen de radicalen opname van hun beide leiders Steen en Ovam in het kabinet, als plaatsvervangers van Jacob Svordrup, don neef van den minister-president en van een ander gematigd minister. Zij willen zelf een hunner partijgenooten, den minister Astrup, op offeren, wanneer slechts Jacob Sverdrup het veld ruimt. Daar echter de oom niets hooren wil van de inwilliging dezer laatste vordering en bovendien koning Oscar van elke wijziging in het ministerie afkeerig is voor, de samenstelling van het nieuwe Storthing staan de kansen op een vergelijk niet zeer gunstig. -Van een monarch is het tevens, naar het oordeel van koning Oskar II, wat veel geëischt, twee volbloed republikeinen - wat Steens en Ovam zijn- tot leden van zijn ministerie te maken. Allen steun vindt de koning in dat opzicht behalve by de rech terzijde van het Storthing de mindorheid bij zijn tegenwoordige ministers, waarvan zelfs de de mocratisch gezinden aan hetNoorsche parlementa risme niet de voorwaarde verbinden, dat hoevele parlementaire nederlagen een kabinet ook bereid worden dit derhalve verplicht is af te treden. Kenmerkend voor de politiek der partijen in Noor wegen is het, dat ook hier evenals elders de uiterste rechterzijde aan een verbond met de radicalen de voorkeur geeft boven een alliantie met do gematigde liberalen. Van deze uitmuntende middel tegen alle verhitte ringe oorzaak der inwendige vlies. Al wat me kan verwisselen met veel van «deze kleine munt te gebruiken, dat is het edel goud der gezondheid. Leest. «Mijnheer, ik bewijs met vermaak dat de «mineraal pastillen van Soden, voor eene kortston- «dige heeschheid mij een buitengewoon uitwerking «gegeven hebben, en dat ik ze zelf uit aUe mijne «krachten aan ieder aanbeveelterzelven tijd dat «ik er altijd gebruik zal van maken". Pepi Zampa, medelid der stads schouwburg van Keulen. Te be komen in alle apoiheken aan 60 cents de doos. Het beste bewijs der groote aanmerking welke de ge noemde pastillen bij arm en rijk vinden dat is de groote verkoop van 200,000 doozen gedurende 2 maanden gedaan in geheel Duitschland. ,ji INRICHTINGEN, WELKE GEVAAR, SCHADE, OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA; Gelet op art. 6 en 7 dor Wet van den 2n Juni 1875, Staatsblad no. 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van 1. G. J. D. Arends alhier om vergunning tot het plaatsen van een vijzeldok in de Kattensingel- gracht Kadaster Sectie No. 3033. 2. P. den Hertog alhier om vergunning tot het oprichten eener blikslagerij in het perceel gelegen in de Nobelstraat Wijk O. No. 240 Kadaster Sectie D. No. 1792. Dat op Woensdag, den 1 Februari 1888, des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente vah de ter zake ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 18 Januari 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER RECLAME. hoe men alreeds de mineraal pastillen van Soden in de geleorde kringen noemt, omdat op alle die lieve kleine witte pastillen gegraveert is, gelijk op een eermetaal het fabriek teeken algemeen bekent.» KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge- meente GOUDA, Gelet op de Wetten van 4 Juli 1850 Staatsblad No. 37) en 6 November 1887 Staatsblad No. 193), regelende het KIESRECHT, en op het Koninklijk Besluit van 28 November 1887 {Staatsblad No. 211); Brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten, aan wijzende de personen die binnen deze Gemeente tot het kiezen van Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaalvan de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijn, door hun Collegie zijn vastgesteld en met de daartoe betrekkelijke schattingstaten en verslsgen gedurende veertien da gen (van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure) op de Plaatselijke Secretarie voor een ieder ter inzage zullen liggen, terwijl deze lijsten bovendien zijn aangeplakt, de eerste aan den ingang van do St.-Anthoniestraat bij den Kleiwegde tweede in de Patersteeg bij het Weeshuisen de laatstgenoemde aan den ingang van den Korten Groenendaal bij de Markt. Voorts wordt herinnerd, dat ieder, die de ver- eischten van kiezer bezit, bevoegd is tégen de lijs ten bezwaar in te dienen, wanneer daarop: lo. zijn naam of die van een ander, tegen de be palingen van Art. 8 der Kieswet, niet, of niet behoorlek voorkomt 2o. de naam van iemand is gebracht, die, hetzij een of meer der in de kiezers gevorderde ver- eischten mist of uitgesloten is, hetzij op de kie zerslijst eener andere gemeente staat. Bezwaren moeten binnen veertien dagen na de dagteokening dezer kennisgeving, bij verzoekschrift op ongezegeld papier, door do noodige bewijsstuk ken gestaafd, aan den Gemeenteraad worden inge diend. Gouda, den 17 Januari 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. Gouda, 19 Januari 1888. Door de opnienw gestremde vaart was de handel weder niet levendig. Daar begin week echter de vaart open was, was er nogal aanvoer, die tot onder staande prijzen gedeeltelijk verkocht werd. Tarwe Zeeuwsche 7.20 a f 7.50. Mindere Zocuwsche 6.80 a 6.90. Nieuwe Polder 6.50 a 6.60. Afwijkende 5.90 a 6.20. Boode 6.10 a 6.20. Angel 6.40 a 6.50. Kanada 5.60 a ƒ5.80. Zeeuwsche Rogge/5.40 a 5.60. Polder 4.40 a 4.65 Buitenlandsche

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2