Boitenlandsch Overzicht.
RENIVISGEEMNG.
De kleine munt der Esculaap. «Zie
marktberichten.
in dat programma schijnt voor te komen. Spr.
ia wel degelijk voor persoonlijke dienstplicht, maar
niet voor algemeene Ons volk is geen militair volk
en tal 't, naar spr. hoopt, nooit wordenSpr. is
het voorts geheel eens met de meening dat de
verkiezing voor gemeeuteraads-candidaten niet door
de nieuwe vereeniging moet worden opgeuomen in
haar reglement. De Voorzitter merkt op, dat als door
hem werd medegedeeld dat de Liberale Unie voor
algemeene dienstplicht was, dit eene vergissing was.
Dit is niet het geval. De heer A. Kok verklaart
vervolgens een groot voorstander to zijn van leer
plicht. Zjjne ervaring leerde hem dat nog velen
weinig of niet onderwezen zijn en hij zou gaarne zien
dat leerplioht werd ingevoerd. De Voorzitter zegt
dat leerplicht staat in het program der Liberale
Unie. Toch zijn daartegen ook bezwaren, waarbij
spr. herinnerde aan hetgeen prof. Spruijt dienaan
gaande aanvoerde die o. a. aantoonde, dat leerplicht
in Duitschland geen goedo resultaten had en hij voor
zich zou niet willen zien bepaald, dat de candidaten
voor leerplicht moesten zijn en anders niet gesteld
konden worden. De heer C. Messemaker verklaart
zich vo'u'r leerplioht. Zijn ervaring, ook als Socre-
taris van de afd. «Gouda" van Volksonderwijs, leerde
hem dat deze hoog noodig was, uit welke ervaring
hij een sterk sprekend staaltje aanvoerde. De heer
D. Rujjter zegt ook voor leerplioht gestemd te zijn.
Waar leerplicht op verstandige wijze werd inge
voerd, b.v. in Saksen, werkt hij goed 1
De heer E. Kortenoever bespreekt vervolgens
kortelijk de quaestie van het «vrijhandelsstelsel"
en bétoogt dat, als alle landen dit stelsel toepas
sen het zeker uitstekend is, maar dat als het eene
land dit doet en het andere niet, dit voor kleine
landen een zeer groot bezwaar is.
De heer Dr. W. Julias herinnert daarop aan hot
doel dezer bijeenkomst en acht hot niet wonschelijk
hier quaesties te behandelen, die eerst bij een even
tueels candidatuur, door eene eventueele nieuwe
kiesvereeniging gesteld, te pas komen.
Do vergadering neemt dezen wenk ter harto.
Niemand vraagt meer het woord en de aanwezigen
worden in de gelegenheid gesteld als lid toe te
treden tot de nieuwe kiesvereeniging.
Daaraan geven gevolg 55 personen uit Gouda,
8 uit Gonderak en 1 uit Moordrecht, en daar
verscheidene leden van het oude «Burgerplicht" ook
reeds zich bereid verklaarde toe te treden telt de
nieuwe vereeniging in het geheel reeds 75 leden.
Daarop was aan de orde Verkiezing van een
Commissie tot het ontwerpen van een reglement.
De heer A. Brinkman stelt voor do bestuursleden
van «Burgerplicht» tot leden dier Commissie te
benoemen. De heer M. van Dantzig geeft er de
voorkeur aan die heeren gezamenlijk tot Bestuur
te benoemen der nieuwe vereeniging.
De vergadering vereenigt zich met het voorstel van
den hoor Brinkman. De heeren Mr. J. Fortuijn
Droogleever, J. M. Noothoven van Goor, C. C. H.
Prince en H. Jager zijn dus tot leden dier commissie
benoemd, welke heeren die benoeming aannamen
doch onder voorwaarde dat zij, zoo noodig, eenige
anderen zullen mogen assumeeren Binnen kort zal
nu eene nieuwe vergaadering plaats hebben, alleen
van leden der kiesvereeniging, om het reglement
vast te stellen en een bestuur te benoemen.
In den Winterdijk onder Waddinxveen is een
man op schaatsen hedenmorgen verdronken.
Maandag heeft zich v. d. G. in den Plattoweg door
ophanging van het leven willen berooveu. Zijn
buurman E. hoeft hem nog bijtijds afgesneden»
Zwaarmoedigheid schijnt hem tot dit noodlottig be
sluit te hebben gebracht.
Deze week zijn des nachts bij den landbouwer
Goudriaan, onder Moordrecht, kippen ontvreemd.
Maandagavond is op eene vergadering bq den
hoer Niekerk te Waddinxveen besloten 2 maal
's weeks eene algemeene bedeeling te houden aan
de armen aldaar.
De heor jhr. mr. G. L. M. H. Buys van Beeren-
broek is met 905 van de 935 geldige stemmen
herkozen als lid der Twoede Kamer in het kies
district Maastricht.
Eergistenavond omstreeks 6 uur brak in de hooi
berg bij de woning van G. van Vliet te Zevenhuizen
een felle brand uit, die zeer spoedig berg en woning
in de asch legde. Het vee en de inboedel werd
gered. De woning was matig verzekerd. Oorzaak
onbekend.
Benoemd is tot brievengaarder te Zevenhuizen de
heer L. Muilwijk en te Zoetermeer de heer L. W. v.
Deventer.
In den laatsten tijd is er dikwijls sprake geweest
over aanstaande wijzigingon in de tegenwoordige pen
sioenwet voor officieren. Zooals uit de laatste ge
ruchten, welke daaromtrent in omloop zijn, kan wor
den afgeleid, is des ministers streven, den officieren
gelegenheid te geren om op betrekkelijk jeugdigen
leeftijd de gelederen met pensioen te kunnen verlaten.
Hierdoor wordt een tweeledig doel bereikter komt
meer promotie in de verschillende rangen, en een
aantal officieren, die hun baton de maréchal hebben
bereikt, verlaten den dienst, maar blijven ter be-
sohikking van den Staat, zoodat hieruit een reserve
van officieren wordt geformeerd, waarop later met
de in te dienen militiewetten gerekend zal worden.
(-£• o.)
Aangaande het doen vallen van den toren te
Geldrop wordt aan het „Utr. Dagbl." gemeld dat
dit werk tot hiertoe uitmuntend is geslaagd.
Stol u voor, schrijft de heer de L. dat generaal
Wolseley aan het hoofd der Transvalere of dat de
keizer van Busland met het Leger des heils zijn in
tocht in uwe stad deed, en gij zoudt eon kleinen,
heel kleinen indruk krijgen van den intocht van zes
flinke kranige minours binnen Geldrop. Zij kwamen
togen den avond van 9 Januari aan, maar al was
het donker, menig oogje werd op hen geslagen en
menig lief voetje volgde hen nog even op straat in
Eindhoven en in Geldrop, om ze te zien en op te
nemen, die mannen, die morgen, wellicht overmor
gen met dynamiet don toren in Geldrop zouden op
gooien om hem buiten het dorp op het bouwland
te laten ueervallen en daar verder af te maken.
«Achl ach! die arme menschen en huizen, als de
toren door de lucht vliegt, en ziet u, zij, die ron
dom don toren wonen, moeten wel 8 of 10 dagen
uit hun huis, want met die dynamiet is 't geheel
niet te vertrouwen.»
Ja waarlijk, zoo dachten en zoo spraken een aan
tal menschen. Men had liever den toren steen voor
steen afgebroken en met een afvallend stuk ook oen
arbeider omlaag zien vallen, liever eene nieuwe on
verwachte instorting zien plaats grijpen, die wie
weet, welke ernstige gevolgen zou kunnen hebben,
dan zoo den toren met dynamiet te zien ver
nielen.
Gelukkig ook dat onze mineurs de menschen
spoedig gerust stolden. Hunne kalmo wijzo van
vertellen, hunne belangwekkende verhalen van de
vernielingen, waaraan zij in hun leven medegewerkt
hadden, hun vertrouwen op de dynamiet, waarmede
zij dagolijks omgaan des zomers, maar vooral hun
fatsoenlijk, niet geiiöeg te prijzen uitstekend ge
drag, brachten spoedig kalmte en gerustheid te weeg.
Dos middags van 9 Januari begon het eigenlijke
boren van de mineurs, waarmede zij ook den 10
voortgingen. Een bijna losstaand, sterk gescheurd
gedeelte der ruine werd het eerst onderhanden ge
nomen en op 12 Januari werden door den burge
meester van Geldrop de daarin gemaakte dynamiet-
mijnen door middel van electricileit allen te gelijk
ontstoken.
Kijk, wij dachten dat de toren nn op eens zou
vallen ten minste het losstaand stuk en er kwam
nietser vielen eon paar steenen, maar dat was
alles. Spoedig zagen wij door de mineurs een nieuwe
zwaardere lading dynamiet ontsteken. Men had ge
dacht dat men zulk een slag nu toch wel door ons
gehoolo Vaderland zou hooren en men hoorde.het
nauwelijks te Eindhoven, naar ik later vernamook
nu echter vielen er weder veel steenen, vloog er veel
stof en sprongen er hier en daar een paar ruiten,
maar het losse torenstuk viel niet. Wij bemerkten
echter dat de mineurs door het telkens aanbrengen
van dynamiet-ladingen dat stuk ondermijnden, wat
met het oog op de steeds van boven afvallende stee-
en bet meer voorover hellen van het metselwerk oen
zeer gevaarlijk werk was.
Ten 5 uur moest het werk wegons de duistornis
gestaakt worden en op de verzekering van den ka
pitein Gjjsberfci dat men geen gevaar voor dien
nacht behoefde te koesteren, ging bijna iedereen dan
ook rustig dien nacht te gemoet.
Den morgen van den 13 Januari te half 10 uur
werden de bewoners door een nieuw dynamietschot
opgeschrikt on hadden nog juist tijd om een kwar
tier later het stuk metselwerk langzaam te zien over
hellen on zonder eenig bijzonder geraas of Zonder
eenige bijzondere drenning te geven, te zien neder-
storten. Leve de genie blonk het uit aller mond.
Doch, ik moet het erkennen, wij waren sprake
loos. Een muur van 40 M. hoogte en 2 M. dikte
te moeten laten vallen, juist opeen plaats waar men
dit verlangt, 't is wel waard om eens te overdenken.
Wij hoorden wel van onze medekijkers, dat als je
hier een gat maakte en daar een gat maakte, dan
ging de rest van zelf. Msar juist die rest, die
doet 'them, geloof ik, want aan al die praters zeu
ik toch niet gaarne toevertrouwen om de torens bij
ons zoo precies in de straat te laten vallen, zonder
dat hij op de huizen neerkomt.
Er wordt geklaagd over slapheid in 't werk
en de malaise, die er uit voortvloeit. Maar doen
onze handel en industrie wel genoog pogingen om
door eigen inspanning daarin verandering te bren
gen De corrqjpondent der «Haarl. Ct.» te Pre
toria schrijft toch in zqn jongsten brief
Er is nog veel meer te doen voor Nederland-
sche industrioelen, doch men moet niet op het
muffige kantoor blijven zitten in afwachting van
de eene of andere bestelling. Neen, men moet
beginnen met een paar duizend gulden te wagen
en een bekwaam, degelijk handelsman, bekend met
de Ëngelscho taal, uitzenden om eens flink de
zaken na te gaan on te zien wat er te verdienen
is. Alles hangt natuurlijk af van de keuze van
dien man. Geen jongmensch, pas van de Han
delsschool, maar een man van ondervinding in de
wereld. Kan ééne firma dat niet bekostigen, welnu,
laten zich dan eenige aaneensluiten en gezamenlijk
de kosten dragen want het is treurig om te zien,
hoeveel hier in Engelsche handen is. Waarom
niet een groot pakhuis opgericht mot monsters van
allerhande koopwaren, die Nederland direct kan
leveren Waarom moeten Engelschen Hollandsohe
kaas, Hollandsche jenever, Hollandsch linnen en
katoen, wollen goederen, sigaren en honderdon andere
artikelen invoeren, kunnen do Nederlanders die dan
niet direct invoeren De eenige Hollandsche win
kel in de geheele Transvaal is de Nationale Boeren-
Handelsverecniging, die nu om zoo te zeggen geheel
in handen is van eene Hollandsche Maatschappij.
Deze winkel maakt tegenwoordig goede zakon en
zet heel wat Hollandsche goederen van de hand.
Probeert het eens, fabrikanten, en laat den Jansa-
liegeest varen Wanneer de zaak goed aangepakt
wordt, twijfel ik geen oogenblik aan het succes.
Toon de brand op de Heerengracht te Amsterdam
Zondag gebluscht was, leverden het uitgebrande per
ceel en de aangrenzende huizen een schilderachtig
schouwspel op. Het water, dat met stroomen
langs de huizen had gevlooid, was bevroren en had
alles met een korst ijs bedekt, dat in de meest
grillige vormen aan vensters en kroonlijst, tegen
muur en ruiton was gehecht. De lichte munrkleur
van het uitgobrando perceel sloot zich goed bij die
ijskleur aan, terwijl de uitgebrande verkoolde raam-
en deurkozijnen zooveel ingangen van een grot ge
leken. Voeg daarbij de zwaar berijpte boomen en
de brandweermannen met hun helmen, baarden,
knevels en kleeding vol ijs, en men kan zich de
schilderachtigheid van het geheel voorstellen, dat
den indruk maakte van een druipsteengrot.
Eon photograaf was tijdig aanwezig om van
het zeldzame tafereel opname te doen, meldt de
Amst. Ct.
Dinsdag verschenen de afdeelings-verslagon der
Eerste Kamer over de Staatsbegrooting in het licht.
«De «algemeene beschouwingen» bepalen zich tot
eenige retrospectieve en tot het voorop schuiven
van de defensie voor de naaste toekomst.
De Minister van Buitenl. Zaken wordt nogmaals
aangespoord om de belangen van onzen vee-uitvoer
to behartigen, terwijl men van Z. Exo. ook verlangt
dat hij met België eeno overeenkomst zal treffen tot
wering van Zigeuners.
Den Minister van Justitie werd o. a. gevraagd of
hij geen middel weet tegen de buitonlandscho lote
rijen en premieloten, en eene inspectio van do rijks
opvoedingsgestichten werd aanbevolen.
Van den Minister van Binnenl. Zaken verlangt
men eone herziene Gemeentewet, vooral met het oog
op financiën, alsook een wet op de levensverzeke
ring. Nagenoeg algemeen drong men aan op ver
eenvoudiging van de onderwijswetten en beperking
van de onderwijswetten en beperking van do examen-
manie het nieuwe leerplan voor de gymnasia vond
toejuichingvoor het lager onderwijs word oen
wetswijziging gevraagd, welke het minimum der
onderwijzers brengt op 1 per 50 leerlingen.
Het beleid van den Minister van Marine had op
«vele leden» geen gunstigon indruk gemaakt, (de
motieven zjjn reeds in do Tweede Kamer ontwikkeld.)
De Minister van Financiën wordt uitgenoodigd,
weder muntbiljetten van 60 uit te geven.
Den Minister van Oorlog bracht men hulde voor
zijne maatregelen tot oefening van jongolieden in den
wapenhandel, maar vroeg men mededeelingen om
trent de zaak van dr. Gratama, die den vreemden
indruk zouden kunnen wegnemen, door het laatst
voorgevallene gemaakt.
Aan het Departement van Waterstaat enz. wilden
sommigen alle landbouwzaken onder één deskundig
hoofdambtenaar vereenigd zien. Algemeen vroeg
men naar de oorzaken der vele ernstige spoorweg
ongelukken in den Interen tijd, en besprak daarbij
eenige ondorwerpen, dio verbetoring sohijnen te be
hoeven.
Den Minister van Koloniën drukte mon op hot
hart, de emigratie naar Surinamo te bevorderon.
een pro-
Centraal
De Standaard bevat het «ontwerp van
«ram van actie", zooals het door hot
Comité aan de besturen der antirevolutionaire kies-
vereenigingen is toegezonden. Het ontwerp is in
twee deelen ingedeeld. Het eerste omvat de taak,
die men g«arne zag dat in de eerstkomende 3'/|
jaar door de Staton-Generaal kon worden afgewerkt.
Dit gedeelte luidt aldus
1. In zake het kiesrechtwegneming van het
onrecht, thans in het behoud van de vier meer
voudige districten gelegeninvoering van eeno
kieswet op billijker en minder beperkten grondslag
en herziening van het kiesrocht voor de gemeente
raden (grondslag van het kiesrecht eu recht der
minderheden).
2. Het openstellen van de gelegenheid tot het
optreden van Kamers van arbeid op corporatieven
grondslag ter voorlichting van de overheid en het
beschermen van den arbeid door de wet.
3. In zake het onderwijs schoolgoldhefflng van
wie betalen kan inkrimping van de rijksinrichtin
gen voor middelbaar onderwijs en van die voor de
opleiding van onderwijzers herstel van gewetens
vrijheid op schoolgebied voor den armeen opheffing
van den vacciuodwang althans voor de vrije
scholen.
4. Regeling bij de wet van de uitbetalingen, die
geschieden krachtens art. 171 (168) van de grondwet.
5. Vorraindering van den druk der accijnzen
gelijkmaking van den belastingdruk voor do ver
schillende bestanddeelen van het nationaal vermo
gen en herziening van de tarieven van in- en
uit- en doorvoer, ook in verband met de handels
politiek van andere mogendheden.
6. Mits onder behoud van de noodige vrijstel-
stellingen, afschaffing van do plaatsvervanging, en
verbetering van de militaire rechtsverhoudingen.
7. Breking met het dusver ten opzichte van
het opium govolgde stelsel wegneming van hinder
palen, aan de Zending in den weg gelegd op
heffing van de staatskerk in de koloniën bevor
dering van de vrije ontwikkeling van handel, land
bouw en nijverheid, in het belang zoowel van den
inlander als van den Europeaan eenheid van tol-
gebied tusschen het rijk in en buiten Europaen
herziening van de comptabiliteitswet.
Het tweede deel bevat «wat men tegen den afloop
der vierjarige periode veranderd wenscht te zien in
de grondwet,» en is van den volgenden inhoud
1. Herziening van bot grondwetsartikel regelende
het kiesrecht, door alleen aan gezinshoofden het
kiesiecht toe te kennen.
2. Herziening van de grondwetsartikelen regelende
de vaststelling van het budget, ten einde te goraken
tot splitsing van de uitgaven in vaste en jaarljjkscho
met behoud van het recht voor do Staten-Generaal
om tot wjjziging der eerste hot initiatief te nemen,
en de laatste, evenals de middelen daarvoor, aan
de Kroon te ontzeggen.
3. Herziening van de grondwetsartikelen rege
lende de verhouding van den staat tot de kerk,
ten einde den financieelen band tusschen den ataat
en do kerkgenootschappen los te maken.
4. Herziening van het grondwetsartikel regelende
het onderwijs in den zin, waarin dit in Juni 1887
door het votum dor Tweede Kamer reeds was aan
gewezen.
Wij draaien steeds in denxelfden oirkel; de vrede-
verzekeringen blijven, maar niemand vortrouwt ze
aan oorlog gelooft men ook niet, omdat Buslands
aanval in de gegeven omstandigheden te onzinnig
zou zijn, en zoo dobberen en weifelen wij van
den eenon dag op den anderen.
In de Fransche Kamer had de behandeling plaats
van de interpellatie van bet lid der rechterzijde
Lamarzelle over de revolutionaire handelingen van
den Parijschen Gemeenteraad in de dagen van de
Presidentsverkiezing. De Minister van Binnenland-
sche Zaken sprak van de handhaving der wet en
van de indiening van een wetsontwerp om den pro
feet in het Stadhuis te doen wonen. Tal van moties
kwamen aan de orde en de discussie eindigde met
een motie, waarmee de Regeering ten opzichte van
het toegezegde wetsontwerp werd gehouden aan haar
woord en tevens vertrouwen in de Regeering werd
uitgesproken.
Gelijk men weet, heeft do Duitscho regeering ein
delijk Ret ontwerp ter wijziging der sooialistenwet
bij den Rijksdag ingediend. De regeering vraagt
verlenging der bestaande wet voor vijf jaren, behou
dens versoherping van enkele bepalingen, waarvan
de voornaamste het vorlies der rochten als Duitsch
burger betreft. Tot dusver konden do sociaal-de
mocraten alleen verbannen worden buiten de distric
ten, waar de kleine staat van beleg is afgekondigd,
maar de regeering verlangt nu het recht hun ook
het rerblijf op het geheele Bondsgebied te ont
leggen.
De vraag is echter, of de nationaal-liberalen zioh
hiermede zullen vereenigen.
De «National-Zeitung» blijft deze verscherping
der wet bestrijden. Het hoofdorgaan der nationaal-
liberalen betoogt, dat deze strengere bepalingen
slechts kunnen strekken om de verbittering te ver
meerderen, wanneer het geheime werken der socialis
tische leiders, tot bestrijding waarvan do nieuwe be
palingen moetrn dienen, kan toch niet worden
belet.
Op een vergadering van Unionistische liberalen
voerden de oud-Minister Northbrook en do Parle
mentsleden sir John Lubbock en Finlay het woord.
Alle drie de sprekers waren het er over eens, dat
eigenlijk door Gladstone op het punt van Home-
rule geen wézenlijke concession gedaan waren sedert
hij het eerst met zijn plannen voor den dag geko
men was. Daarom geloofden zij, dat de Unie van
dien kant nog altijd met evenveel gevaren bedreigd
bleef en dat de zaak der unionisten veld winnen
bleef ondor de natie. Zij achten het dan ook den
plicht der unionistische liberalen te blijven samen
werken met de conservatieven.
Sedert 26 Juni 1884 staat Johann Sverdrup, de
voormalige leider dor democratische partij, in Noor
wegen aan het hoofd van het bewind, maar ge
durende het laatste jaar zijn voor den eersten
minister onheilspellende wolken aan den Noorschen
politieken hemel samengetrokken. Ten gevolge
van don onder zijn aanhangers uitgebroken twee
spalt, die ten deele tot de linker-, ten deelo tot de
rechterzijde bchooren, wordt hot ministerieel leven
van Sverdrup bedreigd. Tal van nederlagen leed
het ministerie in het parlement, zelfs moest de pre
mier ondervinden, hoe de aanvallen der oppositie
zich richtten tegen z|jn neef, Jacob Sverdrup, die
het departement dor revisie beheert eu in deze
hoedanigheid een wetsontwerp betrekkelijk de reor
ganisatie der kerkelijke gemeenten uitwerkte, dat
door het Storthing verworpen werd.
Tot goed begrip van den politieken toestand in
Noorwegen wete men, dat het deel der democratie,
tegenwoordig aan het roer, bestaat uit groot-grond
bezitters, heeren-boeren en houthandelaars. Het an
dere deel de zoogenaamde «litteraire" of «Euro-
peesche" linkerzijde heeft een alliantio tegen het
kabinet Sverdrup gesloten met de in 1884 ten
val gebrachte rechterzijde. Het zijn voornamelijk
twee punten, die de democratie in twee vijandelijke
kampen scheiden. Die fractie, waartoe, behalve de
Sverdrups, als hoofdleider behoort de proost van
Stavanger Lars-Oftedah .vapdaar dat zij de groep
der Oftedölers wordt genoemd ia anti-latijnsch en
orthodox.
Tegenwoordig wordt alles in het werk gesteld om
de beide zich bestrijdende fractiën der democratische
partij, do radicale groep onder leiding van Steen
en Ovam en de Oftedalsche groep, met elkander to
verzoenen.
Het plan daartoe moet z|jn uitgegaan van den
«dichterkoning" Björnstorne Björnson, die op het
oogenblik zich in zijn vaderland ophoudt en evenals
in 1882 bereid is, naar het schijnt, de leiding der
democratische beweging bij de aanstaande verkiezin
gen voor het Storthing, in den herfst van dit jaar,
op zich to nemen. Als conditio qua non stellen de
radicalen opname van hun beide leiders Steen en
Ovam in het kabinet, als plaatsvervangers van Jacob
Svordrup, don neef van den minister-president en
van een ander gematigd minister. Zij willen zelf
een hunner partijgenooten, den minister Astrup, op
offeren, wanneer slechts Jacob Sverdrup het veld
ruimt. Daar echter de oom niets hooren wil van de
inwilliging dezer laatste vordering en bovendien
koning Oscar van elke wijziging in het ministerie
afkeerig is voor, de samenstelling van het nieuwe
Storthing staan de kansen op een vergelijk niet zeer
gunstig. -Van een monarch is het tevens, naar het
oordeel van koning Oskar II, wat veel geëischt, twee
volbloed republikeinen - wat Steens en Ovam zijn-
tot leden van zijn ministerie te maken. Allen steun
vindt de koning in dat opzicht behalve by de rech
terzijde van het Storthing de mindorheid bij
zijn tegenwoordige ministers, waarvan zelfs de de
mocratisch gezinden aan hetNoorsche parlementa
risme niet de voorwaarde verbinden, dat hoevele
parlementaire nederlagen een kabinet ook bereid
worden dit derhalve verplicht is af te treden.
Kenmerkend voor de politiek der partijen in Noor
wegen is het, dat ook hier evenals elders de uiterste
rechterzijde aan een verbond met de radicalen de
voorkeur geeft boven een alliantie met do gematigde
liberalen.
Van deze uitmuntende middel tegen alle verhitte
ringe oorzaak der inwendige vlies. Al wat me
kan verwisselen met veel van «deze kleine munt
te gebruiken, dat is het edel goud der gezondheid.
Leest. «Mijnheer, ik bewijs met vermaak dat de
«mineraal pastillen van Soden, voor eene kortston-
«dige heeschheid mij een buitengewoon uitwerking
«gegeven hebben, en dat ik ze zelf uit aUe mijne
«krachten aan ieder aanbeveelterzelven tijd dat
«ik er altijd gebruik zal van maken". Pepi Zampa,
medelid der stads schouwburg van Keulen. Te be
komen in alle apoiheken aan 60 cents de doos. Het
beste bewijs der groote aanmerking welke de ge
noemde pastillen bij arm en rijk vinden dat is de
groote verkoop van 200,000 doozen gedurende 2
maanden gedaan in geheel Duitschland.
,ji
INRICHTINGEN, WELKE GEVAAR, SCHADE,
OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA;
Gelet op art. 6 en 7 dor Wet van den 2n Juni
1875, Staatsblad no. 95.)
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van
1. G. J. D. Arends alhier om vergunning tot
het plaatsen van een vijzeldok in de Kattensingel-
gracht Kadaster Sectie No. 3033.
2. P. den Hertog alhier om vergunning tot het
oprichten eener blikslagerij in het perceel gelegen
in de Nobelstraat Wijk O. No. 240 Kadaster Sectie
D. No. 1792.
Dat op Woensdag, den 1 Februari 1888, des
namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in
te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien
dag op de Secretarie der Gemeente vah de ter zake
ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen.
Gouda, den 18 Januari 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER
RECLAME.
hoe men alreeds de mineraal pastillen van Soden
in de geleorde kringen noemt, omdat op alle die
lieve kleine witte pastillen gegraveert is, gelijk op
een eermetaal het fabriek teeken algemeen bekent.»
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge-
meente GOUDA,
Gelet op de Wetten van 4 Juli 1850 Staatsblad
No. 37) en 6 November 1887 Staatsblad No. 193),
regelende het KIESRECHT, en op het Koninklijk
Besluit van 28 November 1887 {Staatsblad No. 211);
Brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten, aan
wijzende de personen die binnen deze Gemeente tot
het kiezen van Leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaalvan de Provinciale Staten en van
den Gemeenteraad bevoegd zijn, door hun Collegie
zijn vastgesteld en met de daartoe betrekkelijke
schattingstaten en verslsgen gedurende veertien da
gen (van des voormiddags 10 tot des namiddags 1
ure) op de Plaatselijke Secretarie voor een ieder ter
inzage zullen liggen, terwijl deze lijsten bovendien
zijn aangeplakt, de eerste aan den ingang van do
St.-Anthoniestraat bij den Kleiwegde tweede in de
Patersteeg bij het Weeshuisen de laatstgenoemde
aan den ingang van den Korten Groenendaal bij de
Markt.
Voorts wordt herinnerd, dat ieder, die de ver-
eischten van kiezer bezit, bevoegd is tégen de lijs
ten bezwaar in te dienen, wanneer daarop:
lo. zijn naam of die van een ander, tegen de be
palingen van Art. 8 der Kieswet, niet, of niet
behoorlek voorkomt
2o. de naam van iemand is gebracht, die, hetzij
een of meer der in de kiezers gevorderde ver-
eischten mist of uitgesloten is, hetzij op de kie
zerslijst eener andere gemeente staat.
Bezwaren moeten binnen veertien dagen na de
dagteokening dezer kennisgeving, bij verzoekschrift
op ongezegeld papier, door do noodige bewijsstuk
ken gestaafd, aan den Gemeenteraad worden inge
diend.
Gouda, den 17 Januari 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
Gouda, 19 Januari 1888.
Door de opnienw gestremde vaart was de handel
weder niet levendig. Daar begin week echter de
vaart open was, was er nogal aanvoer, die tot onder
staande prijzen gedeeltelijk verkocht werd.
Tarwe Zeeuwsche 7.20 a f 7.50. Mindere
Zocuwsche 6.80 a 6.90. Nieuwe Polder
6.50 a 6.60. Afwijkende 5.90 a 6.20.
Boode 6.10 a 6.20. Angel 6.40 a 6.50.
Kanada 5.60 a ƒ5.80. Zeeuwsche Rogge/5.40
a 5.60. Polder 4.40 a 4.65 Buitenlandsche