tmmmom.
Wm®%
Homologatie
Zes zware Iepenboomen
X.XHRESG««Sïf,
een halfwas SMID,
TE HUUR:
0ZSS8SS09S
Bultfnlandsctt Overzicht.
LOTING
Nationale Militie.
ADVERTENTIËN.
Wed. C. van 0IJE.
ZATERDAG 18 FEBR. 1888
Grasgewas en Vissclierijen
Maandag 27 Februari 1888,
een HL IS me t PA K HL IS
POSTBRIJ BIT.
Burgerlijke Stand.
De jaarl. VERPACHTING van
De oude kroniekschrijver, die de verovering van
de Kanarische eiiandan door de Spanjaarden in het
aar 1440 vermeiden beschrijven, met voorliefde den
zachten aard der toenmalige bewoners, de Guanchen,
hunne rijzige, mannelijke gestalte en hun edel ge
drag in vredestijd, zoowel als de kracht en dapper
heid, welke zij in den oorlog voor het handhaven
van hunne oude vrijheid aan den dag legden. Wat
ter eere van het oude volk gezegd werd, vindt men
gedeeltelijk ook nog bij de hedendaagsche Kanarie
eilanders de krachtige ontwikkeling en het gunstig
persoonlijk voorkomen van het volk, trekken ook nu
nog de opmerkzaamheid van alle reizigers, die voor
't eerst die eilanden bezoeken. Daar zulk een
lichaamsbouw gepaard met spierkracht, als hier ge
vonden wordt, niet zonder byzonder goede voeding
kan bestaan, volgt daaruit dat het voedsel, door de
Guanchen en ook door de tegenwoordige bewoners
der eilanden b$na uitsluitend gebruikt, gofio genoemd
in de hoogste mate versterkend moet zijn.
Het gojio is niets anders dan een meel, dat uit
graan, voor het malen gebrand, maïs, tarwe of gerst,
bereid wordt. Dat gebrandde graan de oude
Guanchen brandden het opgloeiend gemaakte steenen,
de tegenwoordige bewoners der Kanarie-eilanden
branden het in platte, breede aardenschotels, boven
een kolenvuur wordt tot een zeer fijn meel ge
malen en is dan spoedig tet het gebruik gereed.
Het kan met melk, vleeschnat, of een of ander vocht
vermengd worden tot op dien graad, dat het vast
heid genoeg behoudt om naar den mond gebracht
te worden. Dewijl het door hot branden reeds ge
kookt is. heeft het voor het gebruik geen verdere
toebereiding noodig.
Men is er dadelijk mee klaar. De Kanarische
arbeider neemt het gofio, dat in groote hoeveelheid
gemakkelijk in huis te bereiden is, in een zak mede
is het tijd voor zijn eenvoudig maal, dan giet hij op
een gedeelte van zyn yoorraad wat water, schudt
het goed door elkaar, en zyu maal is gereed. De
Kanarische Archipel bestaat uit zeven howoonde
eilanden, met eene bevolking van 240,000 zielen.
Volgens Dr. C. F. Taylor, die de Kanarische Eilan
den bezocht heeft, en uit persoónlijke ondervinding
de opmerkzaamheid op dit voedingsmiddel vestigt,
leven er van die 240,000 minstens 200,000 uitslui
tend van gofio, evenals hunne voorouders, met inbe
grip van de Guanchen, reeds sedert onheuglijke tyden
daarvan geleefd hebben.
„Indien", zegt Taylor, „het gofio in Europa werd
ingevoerd, zou het een uitmuntend, smakelijk, zeer
versterkend en goedkoop voedingsmiddel worden,
altijd bereid en beschikbaar en eene groote aanwinst
onder onze reeds bekende voedingsmiddelen.
Zondagsblad
In 't Advertentieblad van 't Arrondissement Heeren
veen lezen wy:
Hoe minder werk, des te meer publiek bij de rechts
zittingen. Dat is een doorslaande regel, en daar in
den laatsten tijd 't werk schraaltjes is, is 't publiek
bij de zitting groot ergo was er Donderdag ook
vrij wat volk, en een massa publiek op klompen.
Nu is 't ten strengste verboden, en als iemand 't
vergeet, dan zorgt de wacht bij de deur wel dat
men er aan herinnerd wordt, dat iemand met klom
pen aan in de zaal verschynt Ze moeten bij de
deur worden neergezet Er stonden dus Dondordag
verscheiden paar.
De zitting was afgeloopen, en ieder haastte zich
de deur uit, om zijn houten instrumenten. Maar was
't begoocheling, of was 't ernst De klompen waren
weg. Wer binne de klompen Ik hè ze hier del
zet Ja, ik ook, en nou binne ze futWat zeg
je, binne ze fut WaarachtigFut hoor, alle
maal. Lieve deugd, zouden zy hier in 't gorechts-
hof stelen Dat scheen zoo. Er was toch niet
een van de logeergasten daarboven losgebroken,
die ze had meegenomen Gekheid, de vent had im
mers aan één paar genoeg. Dat was waar, gesto
len waren ze niet. Dat zou toch al te brutnal zyn.
Hei hier binne ze, hier in 'e korf! Ware je!
Hier, allemaal! En werkelijk, daar lagen alle
klompen, groote klompen en kleine klompen, witte
klompen en zwarte klompen, oudo klompen en
nieuwe klompen, een verzameling van allerlei soor
ten. Als een zwerm bijen vlogen de respectievelijke
bezitters er op los. Ieder deed een greep. Ei
duvel, dou best mienen. Niet wier! Blief er
of! Dou best mien rechter! En dou mien
linker, Au Au Dou trapst mij op e poot
Trek de klompen dan anHad ik ze maar
Ieder grabbelde en schommelde, om zijn eigendom
machtig te worden. En eindelijk gelukte het, ieder
had een paar, die twee linker en die twee rechter.
De een een witten en een zwarten, de ander een
ouden en een nieuwen maar enfin, 't liep toch
een derde had er drie twee aan de voeten en een
\n de hand. Wie zijn klomp is dit Geen
antwoord. Wie zijn klomp is dit Weer stilte.
Daar leit ie en daar bleef hij liggen, en daar
lag hij ook nog toen allen reeds vertrokken waren.
Nu zijn er twee gevallen mogelyk, zooals onze wis
kunstige leeraar placht te zeggen of er is iemand
op één klomp aan den haal gegaan, óf er is iemand
met 3 klompen gekomen en met 2 teruggekeerd.
Nou, ik hè niks te klagen, hoorIk bin met
2 oude witten komen en met 2 nieuwe zwarten weg
gaan. Niks zeggen, hoorDe man was dubbel
en dwars tevreden.
'De wijnbouw in Algerië maakt steeds vorderin
gen. Aanvankelijk had raon geen groote verwachtin-
hen van den wijnbouw daar, maar later is men gaan
inzien, dat de millioenen, die men weggeworpen
waande in onvruchtbaron wijnbouw, integendeel op
hoogo rente waren uitgezet. Onlangs nog deed eene
regeeringscoramissie een rondreis op ongeveer zes
duizend kilometers Algerijnschen spoorweg, dwars
door die vruchtbare streken, met veel oordeel ont
gonnen. Toen hare leden in Frankrijk terugkwa
men, spraken zij eenparig hunne bewondoring uit
over dio „koningin aller volksplantingen".
Het is nu ontdekt, het practische Algerië, waar
van de gouverneur-generaal bij de laatste zitting van
den kolonialen raad kon zeggen„Voor ons, het
oude Frankrijk, het Frankrijk van Europa, zal het
in dagen van geluk een land zijn om zich op te
verhoovaardigen in dagen van beproeving een land
van steun en van verdediging
Een dertigtal jaren geleden kweekte men in Alge
rië den wijnstok als een sierplantterwijl op de mark
ten slechts Kabylische druiven met groote pitton,
zonder zoet of geur, werden aangetroffen.
Kolonisten uit het huiden van Frankryk, alsmede
Italiaan8che en Spaansche uitgewekenen, plantten
allengs wijnstokken uit hunne landen, welke zich
aan de nieuwe luchtstreek zoo goed gewenden, dat
«en er wijn begon te maken, waarvan do opbrengst
aanvankelijk zeer afwisselend meer en meer
vorbeterde, toen do wijnbouwers, door de ondervin
ding geleerd, de wijnstokken overeenkomstig de eigon-
aardige temperatuur der streek behandelden. Toch
vorderde de wijnbouw slechts langzaam en tal van
moedige arbeiders hebben zich uitgeput in ondank
bare pogingen.
Om echter tot den hoerlijken uitslag to komen
die thans van den wijpbouw in het groot kan waar
genomen worden, moest helaas eorst een ontzettende
ramp de verschijning der druifluis het moe
derland treffen.
De noodzakelijkheid om den nationalen wijnbouw
aan te vullen, opende 'Algerië den weg en de y ver,
waarmede de kolonist ziek op den wijnbouw ging toe
leggen, welke spoedig» in de provinciën Constantino,
Algiers en Oran oen hooge vlucht zou nemen, was
evenzeer een bewijs vfiti vaderlandsliefde als van zucht
naar winst.
Ïntus8chen werd met kracht voortgtferbeid. Het
aantal beplante bundert, in 1872 ongeveer 10,000,
bedroeg in 1886 ruimf80,000.
Was de hoeveelheid geoogste wijnen tien jaren
geleden ongeveer honderdduizend hectoliters (bijna
46,000 okshoofden), in 1886 wees zy een cijfer aan
van meer dan anderhalf miUioen hectoliters. Hoewel
een groot deel dier wijnen in Algeria wordt gebruikt,
konden verleden jaar nog 600,000 hectoliters (225,000
okshoofden) naar Frankryk worden uitgevoerd; en de
opbrengst van 1887 bedraagt volgens officieele be
scheiden 3,000,000 hectoliters of 1,363,000 okshoof
den.
Hoe belangryk deze cijfers ook mogen zijn, Algeric
mag nog voel grooter opbrengsten verwachten. Im
mers, op de zestig millioen hectaren van zijn gebied
kunnen er onder de gunstigste omstandighoden twee-
en-een-half millioen met den wijnstok beplant worden.
Men gebruikt dan slechts een smalle strook van het
twaalfhonderd kilometers lange kustland. Twee-en-
een-half millioen hectaren brengen honderd millioen
hectoliters wijn op, en leveren dus een hoeveelheid
van moer dan veertig millioen hectoliters boven het
verbruik in Frankrijk en Algorië te zamen.
Wat den wijn zelf betreft, hij moet in karakter,
kracht en kleur den zuiveren Médoc-wijn nabyko-
men, ai heeft by niet den geur welke deze wijnen
boven alle onderscheidt. Als tafelwijn schijnt hy in
ieder geval de voorkeur te verdienen boven met al
lerlei fraaie namen voorziene mengsels, samenge
steld uit met water aangelengde, dikke Spaansche of
Italiaansche wijnen, met wat Hongaarschen opge
maakt.
De ondervinding zal waarschijnlyk spoedig genoeg
leeren, of de Algerijnsche wijn al dan niet een krans
behoeft.
De politieke verrassing, welke Bismarck volgens
de geruchten aan Europa bereidde, is anders uitge
vallen, dan men verwachtte. Geen verklaring in don
Duitschen rijksdag is van do lippen des rijkskanse
liers gevloeid om nauwkeurig de betrekkingen tus-
sschen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije der
wereld te verkondigen, maar door officieele mede-
doeling van het den 7 October 1879 gesloten trac-
taat tussehen Oostenrij k-Hongarjje en Duitschland,
tegelijkertijd in de Wiener Jbendpozt het regee-
ringsorgaan van Oostesrijk en in den Duitschen
Reichzanzeigeropenbaart vorst Bismarck welke ver
houding tussehen beide rijken bestaat.
De Reichzanzeiger laat aan de openbaarmaking
van het tractaat, het volgende ter inleiding vooraf,
gaan
„De regeeringen van Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije hebben tot de openbaarmaking van het
den 7 October 1879 onderteekend verbond besloten,
om een einde te maken aan den twjjfel, welke om
trent de zuiver defensieve bedoelingen dnarvau aan
verschillende zijden werd gekoesterd en waarvan mis
bruik werd gemaakt.
„Beide rogeeriugen worden bij hhn politiek door -
het streven geleid den vrede te behouden en ver
storing daarvan af te weren; zij zijn overtuigd, dat
do openbaarmaking van den inhoud van het tractaat
eiken twijfel daaromtrent zal opheffen en hebben
derhalve besloten het bekend te maken."
Het tractaat zelf is te lang om bier medegedeeld
te worden. De hoofdstrekking is deze
Indien Rusland een der beide staten aanvalt, is
do andere verplicht den aangevallen bondgenoot
met zijn geheele krijgsmacht b'y' te staan. Geschiedt
de aanval door een anderen Staat, dan verplicht de
bondgenoot zich minstens tot een welwillende onzij
digheid, maar wordt dan de aanvaller door Rusland
op welke wijze ook, ten nadeele van den aangevallen
bondgenoot gesteund, dan moet de andere weer met
zijn geheele krijgsmacht helpen.
Natuurlijk is de verrassing over de bekendmaking
van het tractaat algemeen, en des te grooter, omdat
men altijd gedacht heeft, dat het Duitsch-Oostenrjjksch
verbond waarborgen bevatte voor boider positie als
grooto mogendheid, terwijl nu uit de bepalingen
blijkt, dat de spits recht tegen Rusland is gekeerd.
Over de strekking dor mededeeling loopen te Ber
lijn de meeningen zeer uiteen. Eenerzijds vestigt
mende aandacht op Bismarcks eigen woorden,
vroeger geuitdat het openbaar maken van politieke
documenten in den Reichzanzeiger steeds een beden
kelijk toeken is van de andere zijde merkt men op,
dat do inleiding van den Reichzanzeiger betrekkelijk
de vredelievende gronden voor de publiceoring
althans formeel elke conclusie uitsluit, alsof de open
baarmaking op dit oogenblik plaats vindt, overeen
komstig art. 3, wijl Rusland door zijn troepenbewe
gingen den vrede bedreigt.
Deze maatregel is gevolgd door eene groote rede
van Bismarck in den Rijksdag naar aanleiding van
het leeningsontwerp.
Ik geloof niet, zoo zeide hij, dat ik er toe zou
kunnen bijdragen, de meerderheid voor deze wet te
vergrooten. Niet daarom dan ook neem ik het woord,
maar om over den algemeenen toestand van Europa
te spreken. Ik kan er mij toe bepalen te verwij
zen naar hetgeen ik hier voor een jaar gezegd heb,
want sedert is er weinig veranderd. Toen vreesden
wjj eenen oorlog mot Frankrijk, maar sedert is er
in Frankrijk een vredelievende president gekozen
en meer en meer deed eene vredelievende stemming
er zich golden. Ik kan daarom de openbare mee
ning in zooverre geruststelion, dat de vooruitzichten
met betrekking tot Frankrijk vredelievender gewor
den zijn. Ook ten opzichte van Rusland koester ik
thans geene andere meening dan voor een jaar, toen
ik de meening uitsprak, dat wjj van Rusland goen
aanval te vreezen hadden. Men mag den algemee
nen toestand niet beoordeelen naar de ontboezemin
gen der pers; aan de Russisohe pers hecht ik niets,
maar alles aan het woord van den Czaar.
Na deze redevoering van prins Bismarck, die ge
durende twee uren sprak en aanhoudend in volko
men vredelievender, zin zich uitliet, o. a. dat Duitsch
land nimmer een aanvallenden oorlog zal voeren,
maar sterk moet zijn zelfs om tegelijkertijd tegen
twee aanvallers zich te kunnen verdedigen, zagen
alle verdere sprokers van het woord af en eenstem
mig nam do Rijksdag het militaire en het leenings
ontwerp en bloc aan.
Bismarck dankte geroerd voor dit bewijs van ver
trouwen. Voor het rijksdagsgebouw hadden indruk
wekkende ovaties voor Bismarck plaats.
Te Petersburg wordt de publicatie van het tractaat
voorloopig vr|j kalm opgevat. Van officieuze zjjde
wordt verzekerd, dat hot geen verandering kan
brengen in Rusland's vredelievendo bedoelingen, ter
wijl de wensch wordt uitgesproken, dat de open
baarmaking aan het ddel, den vrede te handhaven,
moge beantwoorden. In dezen geest laat zich ook
de „Nord' uit, het officieuze orgaan der Russisohe
regeering, dat, naar men weot, te Brussel ver
schijnt.
Te Parijs maakte prins Bismarcks stap een zeer
ongunstigen indruk. De radicale „Justice" acht het
nu uitgemaakt, dat prins Bismarck, evenals in het
vorige jaar, ook nu tegen het vooijaar een algemee
nen oorlog wil uitlokken. Do „Républjque Fran-
yaise' ziet de toekomst iets minder donker in, maar
toch raadt het opportunistisch blad den Franschen
aan, wakker te blijven en gedurende de eerste ddgen
„slechts op den oor te slapen".
Ook de Temps spoort dan tot voorzichtigheid aan,
maar niet zoozeer wegens dit tractaat, dat alleen ge
richt is tegen een mogelijken aanval van Rusland,
als wegens den politieken toestand van Europa, die
door dezen maatregel van prins Bismarck niet is ver
andert.
In de Fransche Kamer werd de beraadslaging
over de begrooting Vrjjdag afgebroken door beschou
wingen over de waarlijk niet nieuwe Wilson-geschie-
denis. De gemoederen waren nog al opgewonden,
maar het liep op 't eind alles goed af. De Minister
van Justitie verklaarde in z|jn antwoord aan den
interpellant Prevost-Lannay, dat de rechter van
instructie zich niet verzette tegen het gerechtelijk
vervolgen van Wilson de beslissing, welke binnen
eenige dagen door do justitie zou worden genomen,
zou het bewjjs leveren van de onafhankelijkheid der
rechterlijke macht. Ten slotte werd do eenvoudige
orde van den dag, door den minister Tirard gevraagd,
met 306 tegen 175 stemmen aangenomen.
Het is nog geheel onzeker, wat er zal gebeuren
met het handelstractaat tussehen Frankrijk en Italië.
De Fransche gemaohtigden, de hoereu Teisserenc de
Bort en Marie, zullen nu eindelijk uit Rome ver
trekken. De heer Flourens deelde dit mede in den
Franscheu ministerraad en voegde er bij, dat de on
derhandelingen, misschien nog langs diplomatieken
weg zullen hervat worden.
In dit opzicht luiden de berichten uit Rome niet
zeer ongunstig. De heer Crispi hoeft den Fran
sehen gezant De Mouy doen weten, dat de Italiaan
sche regeering bereid is de onderhandelingen te her
vatten, mits op anderen grondslag dan in het trac
taat van 1881, geljjk de Fransche Onderbandelaars
verlangden. De heer Crispi verklaarde hierover
nadere voorstellen van de Fransche regeering te zul
len afwachten.
Ljjst van Brieven geadresseerd aan onbekenden
door tusschenkomat van het Postkantoor terug te
bekomen.
J. Vet, Amsterdam; H. de Jong, GoudaMej. J.
de Jong, 's-Gravenhage Mej. van Geul, Groningen
Wieshoorn, HaarlemmermeerJ. L. Salomons, Har-
lingenM. J. Mejjnen, Zaandam.
van HAASTRECHT
L. de Ronde, Utrecht.
De Directeur van het Postkantoor,
SIMONS.
RECLAME.
De troost der moeders bij den kink
hoest der kinderen. Wie kent deze epidemi
sche siekto niet, die met catarralile aandoening be
gint en in den hovigsten kramphoest vervorderd,
dat het bloed uit nens en mond springt De kink
hoest is eene schrik voor de moeder en een martel
voor de kinderen. De wetenschap heeft geen genees
middel, maar wel de natuur die hem geeft in de
Sodener mineraal pastillen, deze in Warm water op
gelost, zjjn de krachtigste, de pijnttillendste en de
zachtste middel, en in korten tjjd betert, daar
nogthans deze langdurige ziekte somtjjds de longont-
steeking, ja zelfs de teering tengevolge heeft. In
geval dat 't noodig is, is er een beter middel voor
de zorgdragende moeders als deze pastillen die z|j
in alle apotheken krjjgen kunnen aan 60 cents de
doos.
voor de
EERSTE OPENBARE KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
voldoende aan art. 28 der Wet van den 19 Augus
tus 1861 (Staatzblad no. 72), en aan art. 20 van
Zjjncr Majesteit, besluit van den 8sten Mei 1862
(Staatzblad no. 46), brengen ter algemeene kennis
dat de Loting der ig het vorige jaar voor de Na
tionale Militie ingeschrevenen in dezo Gemeente zal
plaats hebben op Dinsdag dan 28° Februari aan
staande
dat de ingesohrevenen naar alphabetische orde
opgeroepen, zelven hun nommer trekken, dat ook
voor den niet opgekomen Loteling de trekking kan
geschieden door z|jn Vader, Moeder of Voogd ter
wijl dit b|j hunne afwezigheid door den Burgemees
ter of een Lid van den Gemeenteraad wordt ge
daan
dat de belanghebbenden, ten einde te loten en
opgaaf te doen van de redenen van vrijstelling, die
zij ter zake van de Militie meenen te hebben, zich
op voormelden dag, zuilen moeten bevinden ten
Raadhuize dezer Gemeente, en wel zjj wier geslachts
naam begint met de letter A, B, C, D, E, F, G,
H, I, J, K, of L, des voormiddags ten 9 ure, en die,
wier geslachtsnaam begint met de letterM, N, O,
P, Q, R, S, T, U, V, W, X, IJ of Z des voor-
middags ten 11 ure.
Dat op Maandag den 20 Februari 1888, van des
voormiddags 10 tot des namiddags 1 en van 3 tot
5 ure, op het Raadhuis aanvraag kan worden gedaan
tot het opmaken der getuigschriften wegens Broe-
ierdienzt of van te zijn eenige teettige zoon, en dat
belanghebbenden, ten bew|jze van volbrachte of wer
kelijke broederiienzt daarbij moeten overleggen een
pazpoort, zakboekje of atteet earn dienzt bij plaatmer-
vanginj en zich moeten aanmelden vergezeld van twee
met hen bekende, ter goeder naam en faam staande
ingezetenen, die op hunne verantwoordelijkheid de ver-
eischte getuigenis kunnen afleggen en het op te ma
ken getuigzehri/t onderteekenen.
Voorts, dat de benoodigde bewijzen van werke-
lijken dienst of uittreksels uit het Stamboek, voor
de belanghebbenden bij de betrokken korpsen zullen
worden aangevraagd indien z|j zich voor de Loting
vervoegen ter Secretarie dezer gemeente en de daar
toe noodige inlichtingen tijdig verztrekken
en dat zij die bezwaren mochten hebben tegen de
wijze waarop do Loting is geschied, die kunnen in
brengen b|j de Gedeputeerde Staten dezer Provincie
binnen vijf dagen, te rekenen van den dag waarop
de Loting heeft plaats gehad, b|j een op ongezegeld
papier geschreven bezwaarschrift, hetwelk, met de
noodige bewijsstukken gestaafd, tegen bew|js van
ontvang zal behooren te worden ingeleverd bij den
Burgemeester dezer Gemeente.
Gouda, den 6 Februari 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN UZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
GEBOREN 5 Fabr. Antonia», onder» C. Nederhoff en C.
Heet om o. Cornell* Catharine Maria, oudera C. J. Geliaaea
en L vaa Klaveren. 6. Aatje, 9*4*ra A. Kompier en J.
de Jong. Cornelia, onders C. van der Kleij en J. van der
Krsaa. 7. Everardaa Franeiaems, ouders A. van der Draaü
en i. de Keiaar.
OVERLEDEN i 4 Febr. J. Hoffman, St. - S. Hoffman,
3 5. J. vaa Garvaa, 67 j. -6- H. Verlaao, baisvr.
van C. da Waal, 48 j B. D. vaa Reeoeo, 8 m.
Vliat:
GEBORENPatrsk, ouden C. Born en M. Notwl.
Voor d« vele blgken ran belangstelling
ondervonden bjj het overlijden ran onzen Zoon
en Broeder betuigen wjj onzen harteljjken dank.
Dit aller naam,
Wed. M. VIS— VaaaiaiN.
Gouda, 7 Februari 1888.
Ondergeteekenden betuigen bjj deze
bon harteljjken dank voor de gift h 100.—
(4 bankbiljetten h 25) Zaterdagavond ten
baize ran D*. SWAAN bezorgd, ten behoeve
ran de onderscheidene gezindten te deur stede.
B. Di JONG.
A. H. van DILLEN.
J. PUNSELIE.
fl. HAVERKAMP.
E. S. CATS.
C. A. HARDERWIJK.
H. W. G. KONING.
Gouda6 Februari 1888.
Zg, die iets te vorderen hebben van (Ver
schuldigd zijn aan of goederen onder zich
hebben behoorende tot de nalatenschap van
Jhr. WILLEM van LOON, gewoond
hebbende te Utrecht, te Bozkoop en laatstelijk
te Gouda, doch overleden te Antwerpen den
18 October jl. worden opgeroepen om daarvan
'Opgave, betaling of afgifte te doen aan den
ondergeteekende, door de Arrondissements
rechtbank te Rotterdam benoemd tot curator
over die nalatenschap.
Mr. J. FORTUIJN DROOGLEEVER.
Advocaat te Gouda,
De schnldeischers in het faillissement van
J. de BOER, Kleermaker en Winkelier,
wonende te Goudahandelende ten name van
Di BOER HOOIJDONK, worden opgeroepen
voor de tweede Vergadering tot verificatie der
schuldvorderingen, welke is bepaald op MAAN
DAG den 20 FEBRUARI a. s des voormid
dags ten 10'/, ure in het Gerechtsgebouw aan
het Haagscbe Veer te Rotterdam.
De Cnrator,
Mrl J. FORTUIJN DROOGLEEVER,
Advocaat te Gouda.
De Arrondissementsrechtbank te Rotterdam
heeft bg vonnis van i Februari 1888 gehomo
logeerd het door J. JET. C. HU1NCK,
koopman in galanteriën te Gouda, aan zijne
schnldeischers aangeboden en door dezen aan
genomen accoord.
De Curator,
Mr. J. FORTUIJN DROOGLEEVER.
Advocaat te Gouda.
TE HUUR een BURGERWONING met
BERGPLAATS, benevens een stuk OPEN
GROND. Brieven franco motto «Tpingrond»
Bureau dezer Conrant.
rrig en waterhondend lever ik voor 75 en
centen per 5 ons.
KERKVOOGDEN der Ned. Hervormde Ge
meente te Stolwijk zyn voornemens om op
in het openbaar te verkoopen
en eenige
staande bg de Pastory.
Inlichtingen en aanwgzing te bekomen bg
hh. Kerkvoogden voornoemd.
Er biedt zich aan
P. G., bekend met Kachelwerk, tegen Kost en
Inwoning of nader te bepalen voorwaarden.
Br. Fr. onder no. 1610 aan het Bnrean dezes.
behoorende tot den Straatweg GoudaBode
graven, zal geschieden op
's voorm. elf uur, in het Logement BLOM te
Bodegraven.
Bg biljetten breeder omschreven.
Inlichtingen verstrekt Notaris db RIDDER
te Bodegraven.
boek Onde Gouwe, dicht bg het Spoor. Te
bevragen bg W. KORS, te Bloemendaal.
Wordt GEVRAAGD eene
tegen MEI.
Adres Mevrouw SPRUIJT—BacHNM,
Turfmarkt.