VERGADERING Boiteolandsch Overzicht. ADVERTENT1ËN. De TREKKING der 327° Staats-Loterij Broodbakkersknecht P. G. van kiezers tot het stellen van een candidaat voor het Lidmaatschap; van den Gemeenteraad. MARKTBERICHTEN. Gouda, 15 Maart 1888. CORRESF ONDENT1E. Burgerlijke Stand. nomen. In fabrieken echter verden zij niet aange troffen. In de kuismdustrie wordt raak misbruik gemaakt ran kinderkrachten zoo o. a. ais in Plauon, waar kinderen ran 7 jaren en sommige gevallen 10 uur aan den arbeid wenlen gezet buiten hun school tijd. De inspectours achten hot niet mogeljjk dit misbruik naar behooren te keer gaan. De ziekenfondsen zjjn in het algemeen vooruitge gaan. Somtjjds werden klachten vernomen over do dunrte der geneesmiddelen. Om geveinsde ziekte te voorkomen werd het onderlingo toezicht der deelne mers op hen, die zich als ziek aanmelden, vorscherpt. Gisterenavond had in de sociëteit «Ons Genoegen" bovengenoemde vergadering plaats onder praesidium van den heer H. Straver, die begon met mede te deelen, dat de gunstigo uitslag bij de vorige verkiezing het Comité, dat toen de kiezers tot eene vergadering had opgeroepen, aanleiding had gege ven zioh te vereenigen tot een vast Comité om aan den vooravond van gemeenteraadsverkiezingen bij eenkomsten op te roepen tot het stellen van candi dates Men had niet gedacht reeds zoo spoedig weder aan het verkiezen te moeten, maar het over lijden van den heer W. Post Drost maakte dat helaas noodzakelijk. Spr. bracht daarop een woord van hulde aan de nagedachtenis van dien ovorledenen die gedurende tal van jaren met nauwgezetheid de betrekking van raadslid had waargenomen en de belangen der gemeente behartigd. De vergadering vereenigde zich met die woorden en vervolgens bracht de Voorzitter in herinnering dat alleen kiezers tot deze vorgadering waren opge roepen, wat niet wegnam dat ook de niet-kiezers, die tegenwoordig waren, mochten blijven, mits zij noch aan het debat, noch aan de stemming deel namen. Spr. verzocht daarop den secretaris, den heer F. Herman Fzn., de voorwaarden voor te lezon, waaronder deze vergadering plaats had. Deze waren van den volgenden inhoud Art. 1. Ieder, mits jciezer, kan een candidaat stel len zoo de candidatuur door twee medekiezors hier aanwezig wordt gesteund. Art. 2. Het bespreken dor candidatuur is geoor loofd, de voorzitter is echter genoodzaakt den spreker het woord te ontnemen indien de bespreking in hatelijke personaliteiten mocht ontaarden. Art. 8. Bij volstrekte meerderheid van stemmen wordt de candidaat geproclameerd. Bij geen vol strekte meerderheid heeft er een tweede vrije stem ming plaats, zoo noodig wordt na de tweede stemming de candidaat gekozen uit de twee, die de meeste stemmen op zich hebben vereenigd. Art. 4. Bij staking der stemmen beslist het lot. Art. 5. Bedanken voor een eventueele candida tuur wordt niet aangenomen en kan alzoo geen sto ring in de verkiezing te weeg brengen. Nadat voorts de Voorzitter nog had medegedeeld dat Art. 8 van het Reglement voor het Comité deze bepaling bevatte, dat ieder, mits kiezer lijnde, lid van het Comité kan teoraen en dat aanmelding bij een lid van het Bestuur daartoe voldoende is, werd de gele genheid opengesteld tot het noemen van candidaten. Op de candidaten-lijst werden geplaatst de hh.: J. C. IJsselstijn, voorgesteld door den heer H. W. G. de Laat en ondersteand door de hh. Kortenoever en Bellaart. A. A. Koek, voorgesteld door den heer J. C. Götte en ondersteund door de hh. van Dant- zig en van Vreumingen. ff. Groenendaal, voorgesteld door den heer A. Brink man en ondersteund door de hh. Steens Zijnen en van Dantzig. L. P. Hoogendijk, voorgesteld door den heer H. E. van dor Roer en ondersteund door de hh. Dr. W. Julius en A. Thim. B. O. van Vreumingen, voorgesteld door den heer C. G. Spit en ondersteund door de hh. Dam en Hoogenboora. ff. C. Kortenoever, voorgesteld door den heer D. G. van Vreumingen en ondersteund door de hh. Thim en F. Herman Fz. J. W. Schouten, voorgesteld door den heer A. van Mens en ondersteund door de hh. J. IJsselstijn en D. Ruijter. Aan de orde is daarop de aanbeveling en bespre king der candidaten. De heer J. C. IJsselstijn zegt geen kiezer te zijn en acht daarom zijne candidatuur minder rationeel, zoodat hqlieverniet voor candidaat in aanmerkingkomt. De Voorzitter brengt in herinnering dat niel-kiczers niet aan het debat mogen deelnemen, zoodat hij den heer IJsselstijn het woord niet verder mag verlesnen. De heer H. W. G. de Laat beveelt daarop den heer J. C. IJsselstijn voor raadslid aan, dien wij allen kennen als een degeljjk, flink man, een Gouwenaar van geboorte en die als secretaris der Sociëteit ttOns Genoegendoor ieder zeer wordt gewaardeerd. Spr. durft hem gerust aanbevelen en is er van over tuigd dat hjj, eenmaal in den raad zitting nemende, daar een flink figuur zal maken en de belangen van Gouda op uitstekende wjjze behartigen. De heer J. C. Götte spreekt vervolgens ten gunste van een candidatuur van den heer A. A. Kook, die niet alleen gunstig bekend staat in de stad, maar die veel kans van slagen zou hebben. Reeds vroeger was hjj candidaat en bijna, op één stem na, was hjj toen raadslid geworden. Ieder kent hem als een flink ontwikkeld man, die alle aanbeveling verdient. De heer A. Brinkman krjjgt daarop het woord tot aanbeveling van den heor H. Groenendaal. Van den beginne af dat deze heer in de stad is gekomen heeft spr. hem leeren kennen als een man, diezeor geschikt zou zjjn om in den raad te zitten. Het is waar, hjj is nog, niet lang in Gouda, maar lang genoeg om de overtuiging te vestigen dat hij een bekwaam raadslid zou* zjjn. De heer H. E. van der Roer, vervolgens het woord ontvangen hebbende, acht het niet noodig veel te zeggen ten gunste van den door hem voorgestelde candidaat. Hij is een geveten burger van Gouda, die als mensch zeer gezien is en versoheidene be trekkingen op waardige wjjze bekleedt en die in den raad een uitstekend figuur zou maken en met grooten jjver de belangen der stad behartigen. De heer Dr. W. Julius vraagt daarop het woord om aan die aanbeveling van den heer Hoogendjjk nog iets toe te voegen. Spr. hoopt dat het hem vergund zal zjjn eerst eene historische herinnering mede te deelen. Het is ierier bekend, zegt spr., dat de tegenwoordige gemeenteraden in de plaats zijn gekomen van de vroegere vroedschap. Wanneer iD den jouden tijd, d. i. vóór het jaar 1300 de regent iets mede te deelen had aan de burgerjj, dan werd deze door klokgelui bijeengeroepen om dat te ver nemen. Dit is later veranderd. Graaf Albregt van Beieren heeft voor het eerst het denkbeeld opgevat om alleen de vroedste en gegoedste mannen van de burgerjj op te roepen, welke dan de overige burgers vertegenwoordigden. Van daar het ontstaan van de vroedschap. Die kleine historische herinne ring achtte spr. hier noodig, omdat deze hem aan leiding gaf de oandidatuur van den heer Hoogendjjk te ondersteunen. Wat het woord «vroed" boteekent is, zegt spr., ieder bekend. Eon «vroed man» is een wijs man. Wat «gegoed" beteekent behoeft allerminst opheldering^ .Spr. stelt nu de vraag aan de leden dezer vergadering wat zij in het burgorljjk leven verstaan onder wijsheid. Bestaat die in het jacht maken op de zetels der eere P Bestaat die daarin, dat men zich zelf zoo hoog acht, dat men zich de man acht bjj voorkeur geschikt om een opengevallen plaats in den raad te bozotten P Nie mand, die zoo denkt, allerminst de heerjloogcndijk. Reeds zoo dikwerf is bjj verzocht eene candidatuur te aanvaarden, steeds te vergeefs. Een vrijs man heeft tot beginselalles op zjjn tijd I En als daar nu andere plichten hem riepen, die hem noodzaakten tijdeljjk geen candidatuur te aanvaarden, dan was dat goed gehandeld. Thans is dit wellioht anders. De heer Hoogendijk behoort niet tot die mannen, dje roet vriendeljjke knikjes en hartelijke handdrukjes ieder voor zich trachten in te nemen, daarvoor is hij te degeljjk. Spr. wil volstrekt niet zeggen dat de heer Hoogendjjk onvriendelijk van aard is, maar wel dat hij geen oogendionaar of pluimstrijker is, maar een man met een vaste overtuiging, goede beginse len en een helder hoofd. Spr. acht hot de ware wijsheid om de plichten, die men eenmaal op zich genomen heeft, mot ijver en nauwgezetheid te vol brengen. En ook uit dat oogpunt verdient de heer Hoogendijk alle aanbeveling. Spr. zal er zich vol strekt niet aan storen of hij den schijn op zich laadt van vleitaal te spreken, daar de heer Hoogendijk op deze vergadering aanwezig is, maar hij wil het zeg gen dat een man als hij, die als huisvader zijn plichten in kleinen kring zoo uitstekend vervulde, alle aanspraak heeft in uitgebreider kring werkzaam te zijn. Hij, die over weinig gesteld zijnde, zoo uitstekend zjjn plicht deed, verdient meer en wel: verheven te worden op den zetel der eere Er is nog meer, dat tot aanbeveling strekt van den heer Hoo gendijk. Hij is lid van het Bestuur der Werkinrich ting, die instelling, welke in Gouda zoo nuttig werkt en als spr. zich niet vergist ook Regent van het Weeshuis. In die betrekkingen toonde bjj een open hart te hebben voor de belangen van anderen. Spr. zal niet in banaliteiten vervallen on over het gezond oordeel als anderszins van de heer Hoogendijk ge wagen. Een dergelijk recommandatie-briefje heeft hij van spr. niet noodig. Maar na zich opgewerkt te hebben tot den man, die wij nu allen kennen, nu de heer Hoogendijk zjjn gewonen werkkring vaarwel gaat zeggen, is het voor deze vergadering de aan gewezen weg om de kroon te zetten op een zoo uit stekend besteed leven en hem een zetel in do raad zaal aan te bieden 1 Een lang aanhoudend, daverend applaus ging er bjj2 deze woorden suit de Vergadoring op en ver volgens was het woord aan den heer C. G. Spit, die den heer D. G. van Vreumingen aanbeval als can didaat. Reeds bjj de vorige verkiezing was hjj in aanmerking gekomen en spr. zou hem thans gaarne candidaat zien gesteld. Hjj zou in den raad een goed figuur maken. Hjj was een werkzaam man, stond aan het hoofd van een bloeiende zaak en ver diende alle aanbeveling. De heer D. G. van Vreumingen sprak daarop een woord tot aanbeveling van den heer H. C. Korten oever. Het was zeker geen gemakkelijke taak, zeide spr., na de welsprekende woorden van den heer Julius ten gunste van den heer Hoogendjjk, die spr. ten volle beaamt een anderen candidaat te moeten aanbevelen. Toch meent spr. in het licht te moeten stellen hoe de heor Kortenoever als onaf hankelijk man en geboren Gouwenaar z. i. in aan merking mag komen voor raadslid. Hjj bekleedt wel is waar niet verschillende openbare betrekkingen, maar zjjn beginselen zjjn voldoende bekend. Hjj Eaart zaakkennis nan een goed oordoel. Voorts is jj een goed financier, wat nogal van beteekenia is waar sprake is van behartiging van de gemeentebe langen en spr. meent hem dus in verschillende op zichten te mogen aanbevelen. De heer A. van Mens beveelt daarop den hoer J. W. Schouten aan, die oen man is, welke steeds flink voor zjjn govoelen durft uitkomen en zonder aanzien des persoons oordeelon. Spr. is nog te kort in deze gemeente om geheel over de verdiensten van den heer Schouten te |kunnen oordeelen, maar naar hjj van anderen hoorde zou hjj een zeer geschikt raads lid zjjn. De heer J. IJsselstjjn ondersteunde deze candidatuur. Spr. leerde den heer Schouten eerst sedert kort kennen, maar van een zeer gunstige zjjde, waarom hjj hem zeer aanbeveelt. Daarop wordt tot stemming overgegaan. Uitgebracht worden 72 stemmen. Daarna vereenigen op zich de hh. L. P. Hoogen djjk 88, D. G. van Vreumingen 15, J. C. IJssel stijn 7, A. A. Koek 6, H. C. Kortenoever 4, J. W. Schouten 4 en H. Groenendaal 3 stemmen. Daar alzoo niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen moet een tweede vrije stemming plaats hebben. Vooraf vraagt de heer L. P. Hoogendjjk het woord en zegtM. de Voorzitter, mameer is nu het oogen- blik daar, dat mem vooi een candidatuur kan bedan ken f Nooitluidt het antwoord van den voor zitter. Men kon daarvoor niet bedanken. Daarop heeft de 2* stemming plaats. Uitgebracht worden 72 stemmen. Daarvan vereonigen op zich de hh. L. P. Hoo gendjjk 40, D. G. van Vreumingen 23, J. O. IJssel stjjn 4, A. A. Koek 8 en H. Groenendaal 2 stemmen. Alzoo is de heer L. P. Hoogendijk tot candidaat geproclameerd. De Voorzitter zegt daarop dat een der hoofdbe ginselen van het Comité is dat gestelde candidaten niet mogen bedanken. Doen zjj het toch, dan wordt daarvan geen notitie genomen. Waarom is dat beginsel aangenomenP Omdat het gebleken is bjj verschillende kiesvereenigingen dat goede candids- turen struikelen op dat bedanken. Daarom meent het Comité dat de beeren moeten worden gesteld voor een fait accompli. Het is meor dan eens ge bleken, dat heeren die eerst bedankten voor eene candidatuur de benoeming tot raadslid tooh aanna men, wat b. v. bjj de hh. IJssel de Schepper en van Veen het geval was. Als de stembus eenmaal gesproken heeft en de naam van den heer Hoogen djjk daaruit is gekomen, naar spr. hoopt met groote meerderheid, dan zal die heer missohien over zjjn bezwaren heenstappen en de benoeming aannemen. De lieer L. P. Hoogendjjk zegt daarop eene can didatuur niet te kunnen aannemen e» ook voor «ene eventueele benoeming als raadslid te zullen bedan ken. Voor de gemeente zou dat de onkosten eener nieuwe verkiezing noodig maken en spr. wil daarom vooraf met nadruk verklaren eene benoeming in geen geval te zullen aannemon. De Voorzitter zegt dat op die rorklaring niet kan worden gelet bljjkens art. 5 van de voorwaarden. De heer M. van Dantzig zegt dal art. 6 daar straks wel te hebben gehoord, maar hij had daaruit opgemaakt, dat zij, wier naam daar straks op de candidatenljjst werd gebracht toen niet mochten bedanken voor eene candidatuur, maar het gaat wat ver, meent spr., om als iemand, candidaat gesteld, bedankt, daarvan dan geen notitie te nemen. Zou zoo te handeion geen dwaasheid zijn P vraagt spr. Als iemand als de heer Hoogendijk, dien wij allen kennen en van wion wjj door den heer Julius zoo'n welsprekende beschrijving hoorden geven, zegtik aanvaard geen candidatuur, moeten wij hem dan toch stellen Spr. geloof het niet. Bjj den heer Hoogen dijk geldt het »i<en man een man, een woord een woord I' en dus zonden wjj nutteloos werk doen hem Inn candidaat te stellen. De heer Dr. Julius is een ander gevoelen toogedaan. De voorwaarden zjjn in den aanvang der vergadering voorgelezen, zegt spr., en alle aanwezigen hebben zich daarmede vereenigd, ook met de bepaling dat een candidaat niet voor de candidatuur zou kunnen be danken. Geen enkel woord vau protest is daartegen Z| gehoord en derhalve moet nu overeenkomstig die bepaling worden gehandeld. De heer van Dantzig trachtte, zegt spr., met zijn bekende begaafdheid de vergadering op een anderen weg te brengen, maar spr. verwacht dat zij dien raad niet zal volgen. De heer van Dantzig bracht hetKen man een man, een woord een woord in herinnering, ma.tr spr. vraagtis niet bjj ons allen wel eens opgekomen of we wel waarachtig goed doen door onder alle omstandig heden dea levens te doen wal wjj ons eens voornamen Spr. durft hier de schjjn op zich te laden van te behoo ren tot het draaiersgeslacht en verklaart openljjk dat er zich in het leven soma gevailen voordoen, dat men anders moet handelen als men eerst zeide en ■jjn eigen belang op moet offeren voor het algemeen belang. Dit geval doet zich hier voor, meant spr. en bjj vleit zich als de heer Hoogendjjk met éclatante meerderheid uit do stembus komt, dat deze dan niet langer zal weigeren. Spr. voor zich zal het dan zeer in den heer Hoogendjjk toejuichen als hjj zich dan eens niet houdt aan het overigens schoone Ken man een man, een woord een woord De Voorzitter zegt dat het Bestuur ia geen geval sou kunnen afwjjken van het eenmaal gestelde be ginsel, dat candidaten niet mogen bedanken. Willen zjj het toch doen, welnu, dat moeten zjj weten I De vergadering kan van hun bedanken geen notitie nemen. Ten slotte drukt spr. de aanwezigen op het hart het noodige te doen om den gestelden candidaat de overwinning te verzekeren. Spr. hoeft dan aUe hoop hem tot raadslid verkozen te zien. Daarop wordt de vergadering gesloten. Geljjk men, weet, heeft keizer Froderik III de reeds sinds eenige dagen verwachte proclamatie tot het Duitsche volk uilgovaardigd. De keizer begint met hulde te brengen aan de roemrijke nagedachtenis van zijn vader, wiens voor beeld hjj in alle opzichten zal volgen. Keizer Wil helm heeft Pruisen en Duitachland groot gemaakt en door de versterking van 's lands strjjdkrachten de Duitsche eenheid gegrondvest. «Nu zegt keizer Frederik zjjn op mjj alle rechten overge gaan, maar tevens de plichten. Ik sal mjj met allo kracht aan 'a lands belangen wjjdeu, zoolang het mjj gegeven is de regeering te voeren, en daarbij zal het mjjn hoofdstreven zjjn, het werk mjjns vaders voort te zetten, nl. Duitachland te maken tot een land des vredes, welks welvaart ik in overeenstem ming met de Bondsregeering en de grondwet des rjjks zal bevorderen." De vredelievende bedoelingen van den nienwen keizer en de voortzetting der tegenwoordige staat kunde worden dus in de proclamatie op dec voor grond gesteld. Nog duidelijker echter komt dit nit door het sohrjjven, dat de keizer tot prins Bismarck richtte en dat te geljjker tjjd wordt openbaargemaakt Keizer Frederik betuigt «den beproefden dienaar en trouwen raadgever» zjjns vaders zjjn dank voor de gewichtige diensten, door hem aan het buis Hohen- zollern bowezen en deelt hem vervolgens mede, welk richtsnoer hij denkt te volgen. In alle opzichten verklaart do keizer het volkomen eens te zjjn met de staatkunde, welke zjjn vader tot dusver volgde. Versterking van 'stands weer baarheid, handhaving van godsdienstige verdraag zaamheid, ben, die hulp noodig hebben, te steunen, bevordering van ontwikkeling door goed onderwjjs, zuinigheid in het bestuur en aanmoediging van kun sten en wetenschappen dit zjjn de hoofdpunten van 's keizers regeeringsprogramma, dat hjj, met de striktste eerbiediging van Pruiaens en Duitsch- lsnds grondwet zal trachten uit te voeren. De nieuwe keizer bljjft dus getrouw aan prins Bismaroks staatkunde. In dit opzicht ia nu geen twijfel meer mogelijk. Van Duitachland hoeft mon dus ook onder de rogoering van Frederik III aleohta te wachten, een krachtig streven tot behoud des vredes, overeenkomstig de grondstellingen, door prins Bismarck onlangs in zijn bekende redevoering in don Byksdag ontwikkeld. Een vraag, die thans nog gedaan wordt, is: zal de Keizer-opvolging geen moeiljjkheden geven, nu de nieuwe Keizer, zooals waarschjjnljjk is, ziek bljjft. Men heeft gesproken van een regentschap, dat met het oog daarop zou moeten worden ingesteld. Een regentsohap kan echter alleen plaats hebben, wannneer de Koning door zwakheid van geestver mogens b. v. blijvend verhinderd werd te regeeren, wat met den nieuwen Keizer niet het geval is. Zjjn ziekte is geen verhindering tot uitoefening der Re- geering, te meer niet daar de Keizer, zooals met het dezer dagen gepubliceerde besluit van den ovor- leden Wilhelm het geval was, zijn zoon kan belas ten mot zijn vervanging, indien hjj verhinderd wordt. Dat besluit van Wilhelm I is met zjjn dood verval len maar kan eventueel door Friedrich I vernieuwd worden. Inderdaad, wanneer men de Duitsche con stitutie nagaat in verband met de Pruisische Grond wet dan is de zaak zoo duidelijk mogolijk. Art. II van de Rijksconstitutie bepaalt, dat het «voorzitter schap van den Bond behoort aan den Koning van Pruisen, welke don titel voert van Duitschen Keizer." In Pruisen nu gaat volgens art. 53 der Grondwet de kroon over in de manneljjke linie naar het recht van eerstgeboorte, terwijl volgons art. 54 de Koning met zjjn achttiende jaar moerderjarig is. Komt Kei zer Friedrich dus over eenige maanden te ovorlijden, dan volgt zjjn zoon Wilhelm geboren 1858 hem op als Koning van Pruisen en diarmee ook als Duitsch Keizer. De troonopvolging geschiedt in Pruisen rechtens en is van gren voorwaarde afhankeljjk, ook niet van het afleggen van den eed op de Grondwet, welke volgens art. 54 voor de beide Kamers moet worden afgelegd, zonder echter iets te bepalen om trent de wijze waarop. De berichten over den nienwen Keizer luiden gun stig de reis heeft hem geen kwaad gedaan. Zij die den Keizer vroeger zagen, verklaren wel, dat hjj magerder en bleeker is, maar zjjn uiterljjk toch beter is dan zjj zich hadden voorgesteld na de be richten uit San Remo. Bjj hot overbrengen van hot ljjk naar de Domkerk w»ren Maandagnacht duizenden tegenwoordigde felle snoeuwjscht had hen niet terug kunnen houden. Het weder is zoer ongunstig te Berlijn, en zal dat vermoedeljjk vooreerst nog bljjvon, daar het in het N. O. van Europa nog streng winter is. De begra fenis zal Vrjjdag, niet Zaterdag plaats hebben. De plechtigheid heeft plaats in den Dom, terwjjl de overbrenging van het ljjk naar 't mausoleum op Charlottenburg later plaats heeft en niet tot de offi cieels plechtigheid wordt gerekend. De dood van Keizer Wilhelm heeft een periode van stilstand gebracht in „de algemeens politiek en ook Bulgarije werd vergeten. De Bulgaarsche Re geering scbjjnt niet voornemans zich aan de bekende verklaring van Turkjje te storen. Het officieuze Bulgaarsche blad, zeide o. a. dat «de Turksche staatslieden zeer goed wisten, dat de Bulgaren in geen voorstellen zullen treden, die de strekking hebben om den tegenwoordigen toestand omver te werpen, verwarring te veroorzaken en Bulgsrjje onder het juk eener buitenlandsche bezetting te brengen; ook elders moest men wel begijjpen, dat Bulgarjje niet anders wenscht dén met rust gelaten te worden en zjjn hulpbronnen te ontwikkeien". De Russische officieuss «Nord", steeds de nietmee- working van Ooajpnrjjk, Italië en Engeland aan de verklaring betreurende, merkt op, dat toch na die verklaring de pontic van het bewind in Bulgarjje met den dag moeieljjker moet worden en het moge ljjk ia, dat het vrjjwïllig zal aftreden. Intnsschen beginnen de republikeinen in Frankrjjk wakker te worden. Het groote aantal stemmen, dat generaal Boulanger bjj de laatste verkiezingen verkreeg, waarschuwde hen tegen het herlevende Caeaarisme, maar nu ontvingen zjj weer een waar schuwing tegen het gevaar, dat van de uiterste linkerzijde dreigt, nl. de verkiezing van den com munist Felix Pyat tot lid der Kamer te Marseille met een meerderheid van 5000 stemmen boren den candidaat der radicalen. De République Francaise en het Journal des Debate dringen daarom nogmaals op aaneensluiting der republikeinen aan, opdat ook dit gevaar bjj tjjds worde afgewend. Heden was er van de meeste artikelen een flinke aanvoer. Het aangevoerde ruimde tot vast vorige prijzen vrjj vlug op. Alleen Gerst en Mais wat slappor. Tarwe Zeeuwsche 7.20 a f 7.40. Mindere Zeeuwsche 6.80 a 6.90. Nieuwe Polder 6.40 6.60. Afwjjkende 6.10 6.25. Boode 6.25 a 6.35. Angel 6.80 7.—. Kanada 5.80 a 6.10. Zeeuwsche Rogge/5.40 f 5.60. Polder 4.50 4.60. Buitenlandsche por 70 KG. 3.90 4.50. Wintergerst 4.60 a 4.80. Zomer 4.80 4.50. Chevaliergerst 5.25 6.25. 0 Haver per Heet. 2.75 4.en per 100 kilo 6.10 a 7.Hennep zaad Iniandsch f 7.60 f 7*80. Buitenlandsoh 5.5.50. Erwten Kookerwten f 8.—. f 9.Inlandsche blauwe mesting 6.a 6.10. Buitenlandsche voererwten per 80 Kg. 5.60 5.80. Kanariezaad 8.50 ƒ9.Bruine boonen 10.50 11.—. Duivenboonen 6.10 6.25. Paardenboonen 5.70 5.90. Spelt: 2.40 2.65. Maïs per 100 kilo: Bonte Ameri- kaansche 6.60 6.80. Odessa 6.80 6.90 Cinquantine 7.50 a 7.75. De veemarkt met weinig aanvoer, handel gewoon, vette varkens 19 21 ct., varkens voor Londen. 16*/» a 17*/t ct.; magere varkens en biggen traag, biggen 0.75 1.per week. Goeboter 1.10 1.20. Weiboter f 0.80 0.95. Ter Kaasmarkt van gisteren werden aangevoerd 14 partjjen kaas handel vlug prjjs van 24 281/,. Het ingezonden «tak tan den keer H. wordt ia ons volgend nr. gcpleet.t. 0, Bioecna. - GEBOREN12 Meert. Elirebeth Cornelie, oedere W. Hofmen en N. Soffree. Robertina Cleea Marie, oudere 1. de Ueaw en J. Aerie. 18. Willem, onder, P. J. Djjk- ■sa eo 1. Hormso 14. Cornelie, oedere A. Sekerloo en H. Idenbnrg. Johaoees, ondert J. Tjjboet en l. C. veu Laeewen. OYEBLEDEN 14 Maart. W. Kramer, 66 j. A. Bron, 62 j. GEHUWD: 14 Miert. C. Hejj en G. Boot. G. 1. Breedjjk en 8. C. Hofman. Heden overleed na eene korte onge steldheid mjjne innig geliefde Echtgenoote JOHANNA. HELENA KLEIWEG, in den ouderdom van bjjna 81 jaar. C. ra* BAARS. Haastrecht, 13 Maart 1888. Heden overleed tot onze diepe droef heid onze geliefde Moeder en Behnwdmoeder J. H. d«s BAARSKleiwoo, in den onder- dom van bijna 81 jaar. J. C- MULLER. M. C. MULLERBabbebohéb. Wed. J. P. REIJNDER8Muller. C. 8. W. va* djzS TORREN—Mulle*. K. va* dee TORREN Kz. J. BRAKELMuller. J. W. BRAKEL. J. H MULLER. N. BONTE—Mulleb. H. W. F. BONTE. Haastrecht, 13 Maart '88. Algemeene kennisgeving. *o* Voor de talrjjke bljjken van belang stelling, ontvangen bjj bet overigden Tan haren Echtgenoot, betnigt ondergeteekende ook na mens hare Kinderen en Behawdkinderen haren hartelgken dank. Wed. P. va* dee KLEUN— Vebhoep. De ondergeteekenden betuigen bjj deze hun hartelgken dank voor het bankbiljet groot 200.—, gisterenavond ten huize van Ds. SWAAN bezorgd ten behoeve van de Armen der onderscheidene gezindten te dezer stede. Aan het bjj de gift uitgedrukte verlangen zal worden voldaan. B. de JONG. A. H. van DILLEN. J. PUNSEL1E. H. HAVERKAMP. E. 8. CATS. H. W. G. KONING. C. A. HARDERWIJK. Gouda, 14 Maart 1888. begint MAANDAG 19 MAART a. s. Het KANTOOR wordt gebonden GOUWE C. 9, bij de Vischmarkt. Met MEI wordt gevraagd een BEKWAAM Adres onder No. 1635 aan het Bureau dezer Courant.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2