VERGADERING
Boiteolandsch Overzicht.
ADVERTENT1ËN.
De TREKKING der
327° Staats-Loterij
Broodbakkersknecht P. G.
van kiezers tot het stellen van een
candidaat voor het Lidmaatschap;
van den Gemeenteraad.
MARKTBERICHTEN.
Gouda, 15 Maart 1888.
CORRESF ONDENT1E.
Burgerlijke Stand.
nomen. In fabrieken echter verden zij niet aange
troffen. In de kuismdustrie wordt raak misbruik
gemaakt ran kinderkrachten zoo o. a. ais in Plauon,
waar kinderen ran 7 jaren en sommige gevallen 10
uur aan den arbeid wenlen gezet buiten hun school
tijd. De inspectours achten hot niet mogeljjk dit
misbruik naar behooren te keer gaan.
De ziekenfondsen zjjn in het algemeen vooruitge
gaan. Somtjjds werden klachten vernomen over do
dunrte der geneesmiddelen. Om geveinsde ziekte te
voorkomen werd het onderlingo toezicht der deelne
mers op hen, die zich als ziek aanmelden, vorscherpt.
Gisterenavond had in de sociëteit «Ons Genoegen"
bovengenoemde vergadering plaats onder praesidium
van den heer H. Straver, die begon met mede
te deelen, dat de gunstigo uitslag bij de vorige
verkiezing het Comité, dat toen de kiezers tot eene
vergadering had opgeroepen, aanleiding had gege
ven zioh te vereenigen tot een vast Comité om aan
den vooravond van gemeenteraadsverkiezingen bij
eenkomsten op te roepen tot het stellen van candi
dates Men had niet gedacht reeds zoo spoedig
weder aan het verkiezen te moeten, maar het over
lijden van den heer W. Post Drost maakte dat helaas
noodzakelijk. Spr. bracht daarop een woord van
hulde aan de nagedachtenis van dien ovorledenen
die gedurende tal van jaren met nauwgezetheid de
betrekking van raadslid had waargenomen en de
belangen der gemeente behartigd.
De vergadering vereenigde zich met die woorden
en vervolgens bracht de Voorzitter in herinnering
dat alleen kiezers tot deze vorgadering waren opge
roepen, wat niet wegnam dat ook de niet-kiezers,
die tegenwoordig waren, mochten blijven, mits zij
noch aan het debat, noch aan de stemming deel
namen. Spr. verzocht daarop den secretaris, den heer
F. Herman Fzn., de voorwaarden voor te lezon,
waaronder deze vergadering plaats had.
Deze waren van den volgenden inhoud
Art. 1. Ieder, mits jciezer, kan een candidaat stel
len zoo de candidatuur door twee medekiezors hier
aanwezig wordt gesteund.
Art. 2. Het bespreken dor candidatuur is geoor
loofd, de voorzitter is echter genoodzaakt den spreker
het woord te ontnemen indien de bespreking in
hatelijke personaliteiten mocht ontaarden.
Art. 8. Bij volstrekte meerderheid van stemmen
wordt de candidaat geproclameerd. Bij geen vol
strekte meerderheid heeft er een tweede vrije stem
ming plaats, zoo noodig wordt na de tweede stemming
de candidaat gekozen uit de twee, die de meeste
stemmen op zich hebben vereenigd.
Art. 4. Bij staking der stemmen beslist het lot.
Art. 5. Bedanken voor een eventueele candida
tuur wordt niet aangenomen en kan alzoo geen sto
ring in de verkiezing te weeg brengen.
Nadat voorts de Voorzitter nog had medegedeeld
dat Art. 8 van het Reglement voor het Comité deze
bepaling bevatte, dat ieder, mits kiezer lijnde, lid van
het Comité kan teoraen en dat aanmelding bij een lid
van het Bestuur daartoe voldoende is, werd de gele
genheid opengesteld tot het noemen van candidaten.
Op de candidaten-lijst werden geplaatst de hh.:
J. C. IJsselstijn, voorgesteld door den heer H. W.
G. de Laat en ondersteand door de hh.
Kortenoever en Bellaart.
A. A. Koek, voorgesteld door den heer J. C. Götte
en ondersteund door de hh. van Dant-
zig en van Vreumingen.
ff. Groenendaal, voorgesteld door den heer A. Brink
man en ondersteund door de hh. Steens
Zijnen en van Dantzig.
L. P. Hoogendijk, voorgesteld door den heer H. E.
van dor Roer en ondersteund door de hh.
Dr. W. Julius en A. Thim.
B. O. van Vreumingen, voorgesteld door den heer
C. G. Spit en ondersteund door de hh.
Dam en Hoogenboora.
ff. C. Kortenoever, voorgesteld door den heer D. G.
van Vreumingen en ondersteund door
de hh. Thim en F. Herman Fz.
J. W. Schouten, voorgesteld door den heer A. van
Mens en ondersteund door de hh. J.
IJsselstijn en D. Ruijter.
Aan de orde is daarop de aanbeveling en bespre
king der candidaten.
De heer J. C. IJsselstijn zegt geen kiezer te zijn
en acht daarom zijne candidatuur minder rationeel,
zoodat hqlieverniet voor candidaat in aanmerkingkomt.
De Voorzitter brengt in herinnering dat niel-kiczers
niet aan het debat mogen deelnemen, zoodat hij den
heer IJsselstijn het woord niet verder mag verlesnen.
De heer H. W. G. de Laat beveelt daarop den
heer J. C. IJsselstijn voor raadslid aan, dien wij allen
kennen als een degeljjk, flink man, een Gouwenaar
van geboorte en die als secretaris der Sociëteit
ttOns Genoegendoor ieder zeer wordt gewaardeerd.
Spr. durft hem gerust aanbevelen en is er van over
tuigd dat hjj, eenmaal in den raad zitting nemende,
daar een flink figuur zal maken en de belangen van
Gouda op uitstekende wjjze behartigen.
De heer J. C. Götte spreekt vervolgens ten
gunste van een candidatuur van den heer A. A. Kook,
die niet alleen gunstig bekend staat in de stad,
maar die veel kans van slagen zou hebben. Reeds
vroeger was hjj candidaat en bijna, op één stem na,
was hjj toen raadslid geworden. Ieder kent hem
als een flink ontwikkeld man, die alle aanbeveling
verdient.
De heer A. Brinkman krjjgt daarop het woord
tot aanbeveling van den heor H. Groenendaal. Van
den beginne af dat deze heer in de stad is gekomen
heeft spr. hem leeren kennen als een man, diezeor
geschikt zou zjjn om in den raad te zitten. Het
is waar, hjj is nog, niet lang in Gouda, maar lang
genoeg om de overtuiging te vestigen dat hij een
bekwaam raadslid zou* zjjn.
De heer H. E. van der Roer, vervolgens het woord
ontvangen hebbende, acht het niet noodig veel te
zeggen ten gunste van den door hem voorgestelde
candidaat. Hij is een geveten burger van Gouda,
die als mensch zeer gezien is en versoheidene be
trekkingen op waardige wjjze bekleedt en die in
den raad een uitstekend figuur zou maken en met
grooten jjver de belangen der stad behartigen.
De heer Dr. W. Julius vraagt daarop het woord
om aan die aanbeveling van den heer Hoogendjjk
nog iets toe te voegen. Spr. hoopt dat het hem
vergund zal zjjn eerst eene historische herinnering
mede te deelen. Het is ierier bekend, zegt spr.,
dat de tegenwoordige gemeenteraden in de plaats
zijn gekomen van de vroegere vroedschap. Wanneer
iD den jouden tijd, d. i. vóór het jaar 1300 de regent
iets mede te deelen had aan de burgerjj, dan werd
deze door klokgelui bijeengeroepen om dat te ver
nemen. Dit is later veranderd. Graaf Albregt van
Beieren heeft voor het eerst het denkbeeld opgevat
om alleen de vroedste en gegoedste mannen van de
burgerjj op te roepen, welke dan de overige
burgers vertegenwoordigden. Van daar het ontstaan
van de vroedschap. Die kleine historische herinne
ring achtte spr. hier noodig, omdat deze hem aan
leiding gaf de oandidatuur van den heer Hoogendjjk
te ondersteunen. Wat het woord «vroed" boteekent
is, zegt spr., ieder bekend. Eon «vroed man» is
een wijs man. Wat «gegoed" beteekent behoeft
allerminst opheldering^ .Spr. stelt nu de vraag aan
de leden dezer vergadering wat zij in het burgorljjk
leven verstaan onder wijsheid. Bestaat die in het
jacht maken op de zetels der eere P Bestaat die
daarin, dat men zich zelf zoo hoog acht, dat men
zich de man acht bjj voorkeur geschikt om een
opengevallen plaats in den raad te bozotten P Nie
mand, die zoo denkt, allerminst de heerjloogcndijk.
Reeds zoo dikwerf is bjj verzocht eene candidatuur
te aanvaarden, steeds te vergeefs. Een vrijs man heeft
tot beginselalles op zjjn tijd I En als daar nu
andere plichten hem riepen, die hem noodzaakten
tijdeljjk geen candidatuur te aanvaarden, dan was dat
goed gehandeld. Thans is dit wellioht anders. De
heer Hoogendijk behoort niet tot die mannen, dje
roet vriendeljjke knikjes en hartelijke handdrukjes
ieder voor zich trachten in te nemen, daarvoor is hij
te degeljjk. Spr. wil volstrekt niet zeggen dat de heer
Hoogendjjk onvriendelijk van aard is, maar wel dat
hij geen oogendionaar of pluimstrijker is, maar
een man met een vaste overtuiging, goede beginse
len en een helder hoofd. Spr. acht hot de ware
wijsheid om de plichten, die men eenmaal op zich
genomen heeft, mot ijver en nauwgezetheid te vol
brengen. En ook uit dat oogpunt verdient de heer
Hoogendijk alle aanbeveling. Spr. zal er zich vol
strekt niet aan storen of hij den schijn op zich laadt
van vleitaal te spreken, daar de heer Hoogendijk op
deze vergadering aanwezig is, maar hij wil het zeg
gen dat een man als hij, die als huisvader zijn
plichten in kleinen kring zoo uitstekend vervulde,
alle aanspraak heeft in uitgebreider kring werkzaam
te zijn. Hij, die over weinig gesteld zijnde, zoo
uitstekend zjjn plicht deed, verdient meer en wel:
verheven te worden op den zetel der eere Er is
nog meer, dat tot aanbeveling strekt van den heer Hoo
gendijk. Hij is lid van het Bestuur der Werkinrich
ting, die instelling, welke in Gouda zoo nuttig werkt
en als spr. zich niet vergist ook Regent van het
Weeshuis. In die betrekkingen toonde bjj een open
hart te hebben voor de belangen van anderen. Spr.
zal niet in banaliteiten vervallen on over het gezond
oordeel als anderszins van de heer Hoogendijk ge
wagen. Een dergelijk recommandatie-briefje heeft hij
van spr. niet noodig. Maar na zich opgewerkt te
hebben tot den man, die wij nu allen kennen, nu
de heer Hoogendijk zjjn gewonen werkkring vaarwel
gaat zeggen, is het voor deze vergadering de aan
gewezen weg om de kroon te zetten op een zoo uit
stekend besteed leven en hem een zetel in do raad
zaal aan te bieden 1
Een lang aanhoudend, daverend applaus ging er
bjj2 deze woorden suit de Vergadoring op en ver
volgens was het woord aan den heer C. G. Spit, die
den heer D. G. van Vreumingen aanbeval als can
didaat. Reeds bjj de vorige verkiezing was hjj in
aanmerking gekomen en spr. zou hem thans gaarne
candidaat zien gesteld. Hjj zou in den raad een
goed figuur maken. Hjj was een werkzaam man,
stond aan het hoofd van een bloeiende zaak en ver
diende alle aanbeveling.
De heer D. G. van Vreumingen sprak daarop een
woord tot aanbeveling van den heer H. C. Korten
oever. Het was zeker geen gemakkelijke taak, zeide
spr., na de welsprekende woorden van den heer
Julius ten gunste van den heer Hoogendjjk, die
spr. ten volle beaamt een anderen candidaat te
moeten aanbevelen. Toch meent spr. in het licht
te moeten stellen hoe de heor Kortenoever als onaf
hankelijk man en geboren Gouwenaar z. i. in aan
merking mag komen voor raadslid. Hjj bekleedt
wel is waar niet verschillende openbare betrekkingen,
maar zjjn beginselen zjjn voldoende bekend. Hjj
Eaart zaakkennis nan een goed oordoel. Voorts is
jj een goed financier, wat nogal van beteekenia is
waar sprake is van behartiging van de gemeentebe
langen en spr. meent hem dus in verschillende op
zichten te mogen aanbevelen.
De heer A. van Mens beveelt daarop den hoer J.
W. Schouten aan, die oen man is, welke steeds flink
voor zjjn govoelen durft uitkomen en zonder aanzien
des persoons oordeelon. Spr. is nog te kort in deze
gemeente om geheel over de verdiensten van den
heer Schouten te |kunnen oordeelen, maar naar hjj
van anderen hoorde zou hjj een zeer geschikt raads
lid zjjn. De heer J. IJsselstjjn ondersteunde deze
candidatuur. Spr. leerde den heer Schouten
eerst sedert kort kennen, maar van een zeer
gunstige zjjde, waarom hjj hem zeer aanbeveelt.
Daarop wordt tot stemming overgegaan.
Uitgebracht worden 72 stemmen.
Daarna vereenigen op zich de hh. L. P. Hoogen
djjk 88, D. G. van Vreumingen 15, J. C. IJssel
stijn 7, A. A. Koek 6, H. C. Kortenoever 4, J. W.
Schouten 4 en H. Groenendaal 3 stemmen.
Daar alzoo niemand de volstrekte meerderheid
heeft verkregen moet een tweede vrije stemming
plaats hebben.
Vooraf vraagt de heer L. P. Hoogendjjk het woord
en zegtM. de Voorzitter, mameer is nu het oogen-
blik daar, dat mem vooi een candidatuur kan bedan
ken f Nooitluidt het antwoord van den voor
zitter. Men kon daarvoor niet bedanken.
Daarop heeft de 2* stemming plaats.
Uitgebracht worden 72 stemmen.
Daarvan vereonigen op zich de hh. L. P. Hoo
gendjjk 40, D. G. van Vreumingen 23, J. O. IJssel
stjjn 4, A. A. Koek 8 en H. Groenendaal 2 stemmen.
Alzoo is de heer L. P. Hoogendijk tot candidaat
geproclameerd.
De Voorzitter zegt daarop dat een der hoofdbe
ginselen van het Comité is dat gestelde candidaten
niet mogen bedanken. Doen zjj het toch, dan wordt
daarvan geen notitie genomen. Waarom is dat
beginsel aangenomenP Omdat het gebleken is bjj
verschillende kiesvereenigingen dat goede candids-
turen struikelen op dat bedanken. Daarom meent
het Comité dat de beeren moeten worden gesteld
voor een fait accompli. Het is meor dan eens ge
bleken, dat heeren die eerst bedankten voor eene
candidatuur de benoeming tot raadslid tooh aanna
men, wat b. v. bjj de hh. IJssel de Schepper en
van Veen het geval was. Als de stembus eenmaal
gesproken heeft en de naam van den heer Hoogen
djjk daaruit is gekomen, naar spr. hoopt met groote
meerderheid, dan zal die heer missohien over zjjn
bezwaren heenstappen en de benoeming aannemen.
De lieer L. P. Hoogendjjk zegt daarop eene can
didatuur niet te kunnen aannemen e» ook voor «ene
eventueele benoeming als raadslid te zullen bedan
ken. Voor de gemeente zou dat de onkosten eener
nieuwe verkiezing noodig maken en spr. wil daarom
vooraf met nadruk verklaren eene benoeming in
geen geval te zullen aannemon.
De Voorzitter zegt dat op die rorklaring niet kan
worden gelet bljjkens art. 5 van de voorwaarden.
De heer M. van Dantzig zegt dal art. 6 daar
straks wel te hebben gehoord, maar hij had daaruit
opgemaakt, dat zij, wier naam daar straks op de
candidatenljjst werd gebracht toen niet mochten
bedanken voor eene candidatuur, maar het gaat wat
ver, meent spr., om als iemand, candidaat gesteld,
bedankt, daarvan dan geen notitie te nemen. Zou
zoo te handeion geen dwaasheid zijn P vraagt spr.
Als iemand als de heer Hoogendijk, dien wij allen
kennen en van wion wjj door den heer Julius zoo'n
welsprekende beschrijving hoorden geven, zegtik
aanvaard geen candidatuur, moeten wij hem dan toch
stellen Spr. geloof het niet. Bjj den heer Hoogen
dijk geldt het »i<en man een man, een woord een
woord I' en dus zonden wjj nutteloos werk doen hem
Inn candidaat te stellen.
De heer Dr. Julius is een ander gevoelen toogedaan.
De voorwaarden zjjn in den aanvang der vergadering
voorgelezen, zegt spr., en alle aanwezigen hebben zich
daarmede vereenigd, ook met de bepaling dat een
candidaat niet voor de candidatuur zou kunnen be
danken. Geen enkel woord vau protest is daartegen
Z| gehoord en derhalve moet nu overeenkomstig die
bepaling worden gehandeld. De heer van Dantzig
trachtte, zegt spr., met zijn bekende begaafdheid de
vergadering op een anderen weg te brengen, maar
spr. verwacht dat zij dien raad niet zal volgen.
De heer van Dantzig bracht hetKen man een
man, een woord een woord in herinnering, ma.tr spr.
vraagtis niet bjj ons allen wel eens opgekomen of we
wel waarachtig goed doen door onder alle omstandig
heden dea levens te doen wal wjj ons eens voornamen
Spr. durft hier de schjjn op zich te laden van te behoo
ren tot het draaiersgeslacht en verklaart openljjk dat
er zich in het leven soma gevailen voordoen, dat men
anders moet handelen als men eerst zeide en
■jjn eigen belang op moet offeren voor het algemeen
belang. Dit geval doet zich hier voor, meant spr. en
bjj vleit zich als de heer Hoogendjjk met éclatante
meerderheid uit do stembus komt, dat deze dan
niet langer zal weigeren. Spr. voor zich zal het
dan zeer in den heer Hoogendjjk toejuichen als hjj
zich dan eens niet houdt aan het overigens schoone
Ken man een man, een woord een woord
De Voorzitter zegt dat het Bestuur ia geen geval
sou kunnen afwjjken van het eenmaal gestelde be
ginsel, dat candidaten niet mogen bedanken. Willen
zjj het toch doen, welnu, dat moeten zjj weten I
De vergadering kan van hun bedanken geen notitie
nemen. Ten slotte drukt spr. de aanwezigen op het
hart het noodige te doen om den gestelden candidaat
de overwinning te verzekeren. Spr. hoeft dan aUe
hoop hem tot raadslid verkozen te zien.
Daarop wordt de vergadering gesloten.
Geljjk men, weet, heeft keizer Froderik III de
reeds sinds eenige dagen verwachte proclamatie tot
het Duitsche volk uilgovaardigd.
De keizer begint met hulde te brengen aan de
roemrijke nagedachtenis van zijn vader, wiens voor
beeld hjj in alle opzichten zal volgen. Keizer Wil
helm heeft Pruisen en Duitachland groot gemaakt
en door de versterking van 's lands strjjdkrachten
de Duitsche eenheid gegrondvest. «Nu zegt
keizer Frederik zjjn op mjj alle rechten overge
gaan, maar tevens de plichten. Ik sal mjj met allo
kracht aan 'a lands belangen wjjdeu, zoolang het mjj
gegeven is de regeering te voeren, en daarbij zal
het mjjn hoofdstreven zjjn, het werk mjjns vaders
voort te zetten, nl. Duitachland te maken tot een
land des vredes, welks welvaart ik in overeenstem
ming met de Bondsregeering en de grondwet des
rjjks zal bevorderen."
De vredelievende bedoelingen van den nienwen
keizer en de voortzetting der tegenwoordige staat
kunde worden dus in de proclamatie op dec voor
grond gesteld. Nog duidelijker echter komt dit nit
door het sohrjjven, dat de keizer tot prins Bismarck
richtte en dat te geljjker tjjd wordt openbaargemaakt
Keizer Frederik betuigt «den beproefden dienaar en
trouwen raadgever» zjjns vaders zjjn dank voor de
gewichtige diensten, door hem aan het buis Hohen-
zollern bowezen en deelt hem vervolgens mede, welk
richtsnoer hij denkt te volgen.
In alle opzichten verklaart do keizer het volkomen
eens te zjjn met de staatkunde, welke zjjn vader
tot dusver volgde. Versterking van 'stands weer
baarheid, handhaving van godsdienstige verdraag
zaamheid, ben, die hulp noodig hebben, te steunen,
bevordering van ontwikkeling door goed onderwjjs,
zuinigheid in het bestuur en aanmoediging van kun
sten en wetenschappen dit zjjn de hoofdpunten
van 's keizers regeeringsprogramma, dat hjj, met
de striktste eerbiediging van Pruiaens en Duitsch-
lsnds grondwet zal trachten uit te voeren.
De nieuwe keizer bljjft dus getrouw aan prins
Bismaroks staatkunde. In dit opzicht ia nu geen
twijfel meer mogelijk. Van Duitachland hoeft mon
dus ook onder de rogoering van Frederik III aleohta
te wachten, een krachtig streven tot behoud des
vredes, overeenkomstig de grondstellingen, door prins
Bismarck onlangs in zijn bekende redevoering in don
Byksdag ontwikkeld.
Een vraag, die thans nog gedaan wordt, is: zal
de Keizer-opvolging geen moeiljjkheden geven, nu
de nieuwe Keizer, zooals waarschjjnljjk is, ziek bljjft.
Men heeft gesproken van een regentschap, dat
met het oog daarop zou moeten worden ingesteld.
Een regentsohap kan echter alleen plaats hebben,
wannneer de Koning door zwakheid van geestver
mogens b. v. blijvend verhinderd werd te regeeren,
wat met den nieuwen Keizer niet het geval is. Zjjn
ziekte is geen verhindering tot uitoefening der Re-
geering, te meer niet daar de Keizer, zooals met
het dezer dagen gepubliceerde besluit van den ovor-
leden Wilhelm het geval was, zijn zoon kan belas
ten mot zijn vervanging, indien hjj verhinderd wordt.
Dat besluit van Wilhelm I is met zjjn dood verval
len maar kan eventueel door Friedrich I vernieuwd
worden. Inderdaad, wanneer men de Duitsche con
stitutie nagaat in verband met de Pruisische Grond
wet dan is de zaak zoo duidelijk mogolijk. Art. II
van de Rijksconstitutie bepaalt, dat het «voorzitter
schap van den Bond behoort aan den Koning van
Pruisen, welke don titel voert van Duitschen Keizer."
In Pruisen nu gaat volgens art. 53 der Grondwet
de kroon over in de manneljjke linie naar het recht
van eerstgeboorte, terwijl volgons art. 54 de Koning
met zjjn achttiende jaar moerderjarig is. Komt Kei
zer Friedrich dus over eenige maanden te ovorlijden,
dan volgt zjjn zoon Wilhelm geboren 1858 hem op
als Koning van Pruisen en diarmee ook als Duitsch
Keizer.
De troonopvolging geschiedt in Pruisen rechtens
en is van gren voorwaarde afhankeljjk, ook niet
van het afleggen van den eed op de Grondwet,
welke volgens art. 54 voor de beide Kamers moet
worden afgelegd, zonder echter iets te bepalen om
trent de wijze waarop.
De berichten over den nienwen Keizer luiden gun
stig de reis heeft hem geen kwaad gedaan. Zij
die den Keizer vroeger zagen, verklaren wel, dat
hjj magerder en bleeker is, maar zjjn uiterljjk toch
beter is dan zjj zich hadden voorgesteld na de be
richten uit San Remo.
Bjj hot overbrengen van hot ljjk naar de Domkerk
w»ren Maandagnacht duizenden tegenwoordigde
felle snoeuwjscht had hen niet terug kunnen houden.
Het weder is zoer ongunstig te Berlijn, en zal dat
vermoedeljjk vooreerst nog bljjvon, daar het in het
N. O. van Europa nog streng winter is. De begra
fenis zal Vrjjdag, niet Zaterdag plaats hebben. De
plechtigheid heeft plaats in den Dom, terwjjl de
overbrenging van het ljjk naar 't mausoleum op
Charlottenburg later plaats heeft en niet tot de offi
cieels plechtigheid wordt gerekend.
De dood van Keizer Wilhelm heeft een periode
van stilstand gebracht in „de algemeens politiek en
ook Bulgarije werd vergeten. De Bulgaarsche Re
geering scbjjnt niet voornemans zich aan de bekende
verklaring van Turkjje te storen. Het officieuze
Bulgaarsche blad, zeide o. a. dat «de Turksche
staatslieden zeer goed wisten, dat de Bulgaren in
geen voorstellen zullen treden, die de strekking
hebben om den tegenwoordigen toestand omver te
werpen, verwarring te veroorzaken en Bulgsrjje
onder het juk eener buitenlandsche bezetting te
brengen; ook elders moest men wel begijjpen, dat
Bulgarjje niet anders wenscht dén met rust gelaten
te worden en zjjn hulpbronnen te ontwikkeien".
De Russische officieuss «Nord", steeds de nietmee-
working van Ooajpnrjjk, Italië en Engeland aan
de verklaring betreurende, merkt op, dat toch na
die verklaring de pontic van het bewind in Bulgarjje
met den dag moeieljjker moet worden en het moge
ljjk ia, dat het vrjjwïllig zal aftreden.
Intnsschen beginnen de republikeinen in Frankrjjk
wakker te worden. Het groote aantal stemmen,
dat generaal Boulanger bjj de laatste verkiezingen
verkreeg, waarschuwde hen tegen het herlevende
Caeaarisme, maar nu ontvingen zjj weer een waar
schuwing tegen het gevaar, dat van de uiterste
linkerzijde dreigt, nl. de verkiezing van den com
munist Felix Pyat tot lid der Kamer te Marseille
met een meerderheid van 5000 stemmen boren den
candidaat der radicalen.
De République Francaise en het Journal des Debate
dringen daarom nogmaals op aaneensluiting der
republikeinen aan, opdat ook dit gevaar bjj tjjds
worde afgewend.
Heden was er van de meeste artikelen een flinke
aanvoer. Het aangevoerde ruimde tot vast vorige
prijzen vrjj vlug op. Alleen Gerst en Mais wat slappor.
Tarwe Zeeuwsche 7.20 a f 7.40. Mindere
Zeeuwsche 6.80 a 6.90. Nieuwe Polder
6.40 6.60. Afwjjkende 6.10 6.25.
Boode 6.25 a 6.35. Angel 6.80 7.—.
Kanada 5.80 a 6.10. Zeeuwsche Rogge/5.40
f 5.60. Polder 4.50 4.60. Buitenlandsche
por 70 KG. 3.90 4.50. Wintergerst 4.60
a 4.80. Zomer 4.80 4.50. Chevaliergerst
5.25 6.25. 0 Haver per Heet. 2.75
4.en per 100 kilo 6.10 a 7.Hennep
zaad Iniandsch f 7.60 f 7*80. Buitenlandsoh
5.5.50. Erwten Kookerwten f 8.—.
f 9.Inlandsche blauwe mesting 6.a 6.10.
Buitenlandsche voererwten per 80 Kg. 5.60
5.80. Kanariezaad 8.50 ƒ9.Bruine
boonen 10.50 11.—. Duivenboonen 6.10
6.25. Paardenboonen 5.70 5.90. Spelt:
2.40 2.65. Maïs per 100 kilo: Bonte Ameri-
kaansche 6.60 6.80. Odessa 6.80
6.90 Cinquantine 7.50 a 7.75.
De veemarkt met weinig aanvoer, handel gewoon,
vette varkens 19 21 ct., varkens voor Londen.
16*/» a 17*/t ct.; magere varkens en biggen traag,
biggen 0.75 1.per week.
Goeboter 1.10 1.20.
Weiboter f 0.80 0.95.
Ter Kaasmarkt van gisteren werden aangevoerd 14
partjjen kaas handel vlug prjjs van 24 281/,.
Het ingezonden «tak tan den keer H. wordt ia ons
volgend nr. gcpleet.t. 0, Bioecna.
- GEBOREN12 Meert. Elirebeth Cornelie, oedere W.
Hofmen en N. Soffree. Robertina Cleea Marie, oudere 1.
de Ueaw en J. Aerie. 18. Willem, onder, P. J. Djjk-
■sa eo 1. Hormso 14. Cornelie, oedere A. Sekerloo en
H. Idenbnrg. Johaoees, ondert J. Tjjboet en l. C. veu
Laeewen.
OYEBLEDEN 14 Maart. W. Kramer, 66 j. A. Bron,
62 j.
GEHUWD: 14 Miert. C. Hejj en G. Boot. G. 1.
Breedjjk en 8. C. Hofman.
Heden overleed na eene korte onge
steldheid mjjne innig geliefde Echtgenoote
JOHANNA. HELENA KLEIWEG, in den
ouderdom van bjjna 81 jaar.
C. ra* BAARS.
Haastrecht, 13 Maart 1888.
Heden overleed tot onze diepe droef
heid onze geliefde Moeder en Behnwdmoeder
J. H. d«s BAARSKleiwoo, in den onder-
dom van bijna 81 jaar.
J. C- MULLER.
M. C. MULLERBabbebohéb.
Wed. J. P. REIJNDER8Muller.
C. 8. W. va* djzS TORREN—Mulle*.
K. va* dee TORREN Kz.
J. BRAKELMuller.
J. W. BRAKEL.
J. H MULLER.
N. BONTE—Mulleb.
H. W. F. BONTE.
Haastrecht, 13 Maart '88.
Algemeene kennisgeving.
*o* Voor de talrjjke bljjken van belang
stelling, ontvangen bjj bet overigden Tan haren
Echtgenoot, betnigt ondergeteekende ook na
mens hare Kinderen en Behawdkinderen haren
hartelgken dank.
Wed. P. va* dee KLEUN—
Vebhoep.
De ondergeteekenden betuigen bjj deze
hun hartelgken dank voor het bankbiljet groot
200.—, gisterenavond ten huize van Ds.
SWAAN bezorgd ten behoeve van de Armen
der onderscheidene gezindten te dezer stede.
Aan het bjj de gift uitgedrukte verlangen
zal worden voldaan.
B. de JONG.
A. H. van DILLEN.
J. PUNSEL1E.
H. HAVERKAMP.
E. 8. CATS.
H. W. G. KONING.
C. A. HARDERWIJK.
Gouda, 14 Maart 1888.
begint MAANDAG 19 MAART a. s.
Het KANTOOR wordt gebonden GOUWE
C. 9, bij de Vischmarkt.
Met MEI wordt gevraagd een BEKWAAM
Adres onder No. 1635 aan het Bureau dezer
Courant.