Buitenlandse!» Overzicht.
K E NNI S(i EP ING.
Kleinhandel In Sterken Drank-
ADVERTENTIEN.
INGEZONDEN.
MARKTBERICHTEN.
Gouda, 19 April 1888.
burgerlijke Stand.
Reeuwijk
Stolwijk
Gouderak
ichreef den officier, dat hy niet komen kon wegens
den opstand, door veenarbeiders veroorzaakt en dat
bijna geheel Nieuw-Amsterdam was verwoest.
In Berlijn is onlangs een melkpaleis of liever
koeienpaleis geopend. Midden in de stad, vlak by
de drukke FriedrichWilhelmstraat, is een fraai
gebouw van witten en rooden steen verrezen, dat
er uitziet als een statige villa. Beneden is een ruime
stal voor 40 koeien; eigenlijk een zaal, met keurige
tegels bevloerd en aan de wanden en met rijke ver-
sieringeu aan de zuilen waarop de zoldering rust.
Bondom staan tafels en stoelen voor de bezoekers
die de warme melk komen drinken en de stallucht
komen inademen. Een trap geleidt naar de tweede
verdieping, waar zich een tweede even fraaie stal
bevindt welken de koeien natuurlijk langs een ge
makkelijke helling bereiken. Voor luchtververscbing
en reiniging (met koud en warm water) is in ruime
mate gezorgd. De bovenste verdieping dient tot
bergplaats van hooi, stroo enz. en heeft een //in
ademingskamer,4 waar de lucht uit de stallen heen
trekt. In de kelders wordt de melk in flesschon
gedaan om voor gebruik buiten de inrichting te
worden afgeleverd. De Berlijners kunnen dus thaus
een „melkkuur" in de stad zelf gebruiken, gelijk in
Frankforten Stuttgart reeds geruimen tijd het ge
val is.
Omtrent den toestand van het lager onderwijs in
1886 wordt in het thans in druk verschenen Sphqol-
versiag over 1886/87 medegedeeld dat na de vele
en belangrijke verbeteringen, die sedert het in wer
king treden der Schoolwet van 1878 die toestand
heeft ondergaan, do vooruitgang in 1886 niet moer
zoo aanzienlijk is als die in vorige jaren. Toch kan
ook het jaar 1886 op het gebied van lager onder
wijs niet onvruchtbaar genoemd worden. Het blijkt
toch dat het getal scholen met 9 openbare en 18
bijzondere vermeerderde; dat 83 schoollokalen voor
openbaar en 24 voor bijzonder onderwijs nieuwge
bouwd, 160 voor openbaar en 10 voor by zonder
onderwijs verbeterd werden, terwijl het aantal loka
len, die verbetering eischten, van 607 tot 574 ver
minderde; dat het aantal leerlingen met 3827 bij
de openbare en met 6309 bij do bijzondere dagschool
vooruitging; dat het avond-schoolbezoek door leer
lingen der dagschool met 706 toenam, en het onder
wijzend personeel met 484 personen, onder welke
312 by de openbare school, werd aangevuld.
Laatstbedoelde vermeerdering was oorzaak, dot
het aantal hoofden van scholen, die zonder bijstand
van onderwijzers in scholen met meer dan 40 leer
lingen werkzaam waren, van 396 tot 309 vermin
derde. Bovendien verbeterde het gehalte van'het
onderwijzend personeel, dat aan het hoofd van scho
len geplaatst was, zoowel aan de openbare als aan
de bijzondere scholen. Het aantal van hen die,
behalve de hoofdonderwijzersakte, een of meer akten
verwierven, vermeerderde met 64 voor de openbare
en met 48 voor. de bijzondere scholen daarenboven
verminderde het getal onderwijzers, geëxamineerd
onder vigueur der wet van 3 April 1806, met 61.
Onder deze laatsten waren enkele zeer bekwame
onderwijzers, wier verdiensten bij het schooltoezicht
waardeering vonden.
De verleende pensioenen aan onderwijzers ten
getale van 59, waren weder voor het lager onderwys
niet vrij van beteekenis, dewijl het moerendeol van
hen uit bejaarde personen bestond, wier opvolgers,
ofschoon niet allen met evenveel ervaring in de
practijk van het onderwijs toegerust, het voordeel
eener meeT wetenschappelijke opleiding genieten.
«Daarin toch," berichtte een van de inspecteurs van
het lager onderwijs, «staat het oudere geslacht on
twijfelbaar achter, en slechts weinig bevoorrechten
zijn in staat om dat gemis geheel aan te vullen.
Niemand kan het dan ook een beleediging noemen,
als ik meen dal de vervanging van het meerondeel
der oudere onderwijzers door jongere krachten een
vooruitgang is."
Ten aanzien van de voorgevallon verbeteringen iu
het lager onderwys gaf de inspecteur in de tweede
inspectie het volgende te kennen: «Te roemen in
verbetering hier of daar die tot stand kwam, al
was het dan ook soms door den nood gedrongen
kan veilig achterwege blijven, en het mag allerminst
aanleiding worden, dat men zich daarachter en
achter al wat reeds gedaan wordt en achter „da£
veie geld" 't welk reeds wordt uitgegeven, verschuilt
zoo lang nog zooveel om voorziening iu de drin
gendste behoefte vraagt." Hij wees daarom bij ver
nieuwing op de gemeenten Amsterdam, Rotterdam
en 's-Gravenhage, waar „voor de kinderen, die in
den regel geen ander dan gewoon lager onderwys,
en dat tot een zeer beperkten leeftijd, ontvangen,
nog ontbreekt de gelegenheid om dat te ontvangen",
en nog zoo velen „in 1885 geen gelegenheid vonden
eenig meerder onderwys te ontvangen dan het
gewone". Tot staving van zyn ongunstig oordeel
omtrent de onvoldoende plaatsruimte in eerstge
noemde gemeente wees hij op het gemeenteverslag
over 1886, waaruit blijkt dat bij het einde van dat
jaar aan 2679 kinderen geen plaats in de school
kon worden verschaft.
Te Rotterdam moesten 734, te 's-Gravenhage 535
kinderen op plaatsing wachten. Neemt men nu in
aanmerking, dat op het einde van 1884 in genoemde
gemeenten respectievelijk 2057, 2032 en 1690 kin
deren niet tot de school konden worden toegelhten,
dan blykt te Rotterdam en te 's-Gravenhage een
verbetering in den toestand gekomen te zyn. Te
Amsterdam daarentegen neemt het gotal kinderen,
die op toelating aanspraak kunnon doen gelden, toe,
terwijl de bouw van nieuwe scholen geen gelijken
tred schijnt te houden met de uitbreiding der be
volking.
Ter aanvulling van hetgeen in het vorige verslag
omtrent den toestand in de gemeente Utrecht is
vermeld deelde do inspecteur nader aan de Regeering
mede dat ook te Amsterdam, te Rotterdam en te
's-Gravenhage het openbaar onderwijs op verre na
nog geen aanvulling van^fët byzonder onderwijs is.
Voor de rechtbank te Amsterdam verschoen als
beklaagde in een zeldzaam vervolgd misdrijf, J. A.
Lunt, werkman, wonende te Amsterdam. Op Dins
dag den 6en Maart (den dag der verkiezingen voor
de Kamer) begaf de bekl. zich naar het le stembu
reau in de Trouwkamer ten raadhuize, met het stem
briefje van zijn patroon Johannes Muitjens gewapend.
Als voorzitter van het stembureau fungeerde de bur
gemeester, mr. Van Tienhoven. Deze vatte onmid
dellijk argwaan op omtrent de identiteit van den
kiezerdeze toch trad slechts aarzelend op.
De burgemeestèr vroeg hem herhaaldelijk, of hy
werkelijk Muitjens was. Het antwoord luidde be
vestigend, maar vermocht den vrager niet te over
tuigen. Men sloeg daarop het boek der kiezers op
en verzocht den pseudo-Muitjens om zijn goboorte-
dag en jaar eens op te geven. Dat ging nietdoor
de korte winterdagen herinnerde hij zich deze data
nietDe twijfel werd nu zekerheid een der leden
van het stembureau hield de hand op de bus en
belette beklaagde te stemmen.
De pseudo-kiezer erkende, hetgeen hem ten laste
gelogd werd. Hij vond er niets in, want zei hij,
als hij de belasting of de rekening voor zijnen heer
betaalde, was hij ook altijd Muitjens. Welnu, waarom
dan nu ook niet?
Als getuige trad ook op de kiezer Muitjens, van
beroep haarventer. Het kostte den man eenigo
moeite het oedsformulier na te zeggen. Hy moest
op den verkiezingsdag eene rottenval wegbrengen,
en daarom had hy dè!n bekl. voor hein laten stem
men. Maar wist hij dan niet, dat hij persoonlijk
moest stemmen Neon. Maar had hij dan de ken
nisgeving van den burgemeester niet gelezen, waarin
stond dat men zelf stemmen moest? Kijk, hier is
zoo'n aanplakbiljethebt ge dat niet gelezen
„Neen", zeide de kiezer, ik lees het Handelsblad
nooit". Hij hield het voor genoeg als men zijn
stembiljet in de stembus liet stoppen, als een brief
in een brievenbus.
Het O. M. eischte 14 dagen gevangenisstraf we
gens poging tot misdrijf, voorzien in art. 128 wet
boek van strafrecht. -
De heer D. Fontein de Jong, voorzitter der
„Friesche Maatschappij van Landbouw," weerlegt in
een ingezonden stuk in de Leeuw. Ct. de veie beschul
digingen, welke men den boer uaar het hoofd slin
gert in zake de boterkuoeierijen.
De qualiteit der Friesche boter kan wel verbeterd
worden, zegt hij en de duurzaamheid laat altijd uog
veel te wenschen over, hoewel in do laatsto jaren
een meer gelijke kleur is verkregen.
De verbetering der graslanden door terpaarde is
daarvan mede de oorzaak. Bovendien is wollicht niet
altijd tokening gehouden met de eischen der consu
menten! De regeering heeft zich tot heden te weinig
met de Wetenschappelijke ontwikkeling van den boe
renstand oezig gehouden en de meeste grondeigenaron
hebben zich die belangen niet aangetrokken. In
plaats van zich daarmede in te laten, zijn vele naar
andere provinciën vertrokken en hebben het beheer
hunner goederen aan hecreu notarissen en zaakwaar
nemers overgelaten.
Daaraan moet worden toegeschreven dat de zuivel-
bereiders in andere landen, de Friezen zijn voor
bijgestreefd. Hun product is meer en meer in den
smaak gevallen en bedingt daardoor hoogere prijzen.
Dat de handelaar van het geven van garantie aan
de Engelsche markt wil afzien, ligt geheel en al
aan de koopebs, die misbruik maken van de gelegen
heid, om bij een dalende markt voel vaten beste
boter terug te zenden als 2de soort, eu daar
door lager te koopen van nieuwe aanvoeren. Dat de
boer kunstboter invoert en voor natuurboter aan de
markt brengt, is geheel onwaav.
Wel worden ledige Friesche botervaten op bestel
ling naar Brabant gezonden en deze daar misschien
met kunstboter gevuld, doch dit mag geen reden,
zijn om den Frieschen boer van kwade practijken te
beschuldigen.
Krenkend is verder de bewering, dat door de
Landbouw-Maatschappijen niets wordt gedaan en deze
door onderlingen naijver en verdeeldheid verlamd
zyn. Getuige de internationale landbouw-tentoonstel-
ling te Amsterdam. Het gemeenschappelijk optreden
tot bestrijding der longziekte bij de koeien is ook
eene schoone bladzijde in hare geschiedenis.
Het bestaan van het landbouw-oomité getuigt van
een voortdurende overeenstemming, en hare werking
naar buiten zoude zeker krachtiger zijn geweest, als
niet kort na de totstandkoming de Itegeoring opgetre
den was met het instellen eener landbouw-commissie.
In de noordelijke provincie wordt met voldoening
gearbeid aan de veredeling van het paardenras, en
de Staten van Friesland steunen do pogingen dor
Friesche Maatschappij door eeu krachtig subsidie.
In Friesland bestaat eene Vereeniging tot verbe
tering der zuivelbereiding en het is te verwachten,
dat de daarvoor noodige inrichting nog in dit jaar
wordt geopend. Ook op andere wijze wordt naar
middelen tot verbetoring rondgezien; het initatief is
genomen tot het aanstellen van een zuivel-consulent, en
als de Regeering het veroischte subsidie vorleent, kan
de benoeming van een deskundige spoedig worden
tegemoet gezien. Wedstrijden en afdeeling tentoon
stellingen worden voortdurend gehoudetr.
In het 'Schoolblad geeft de heer Zernike een wenk
omtrent de examens, bepaaldelijk in do rekenkunde.
Soms wordt aan onderwyzors, die niet eens tot de exa
minatoren behooren, het maken van eenige vraagstuk
ken opgedragen en deze beijveren zich dan iets moois
en vernuftigs 'te geven. De heer Zernike zegt daarvan
„De vraagstukken mogen niet te moeilijk zyn. Al
die „sommen," welke niets anders dan rekenkundige
raadsels zijn, conventioneele aardigheden, die men
met alle verstand en met alle wetenschap niet oplos
sen kan, tenzy met het loopje kent; al die overblijf
sels der achttieude-eeuwsche „rekenkunst" moesten
voorgoed van alle examens verwijderd blijven. De
onzinnige „tijdrekeningen van betaling," die opmoge-
lijke „ruilsomraea moesten uit alle verzamelingen
van reken voorstellen worden geschrapt en op geen
examen meer worden opgegeven.
„Ook in de waardeering dier „sommen" moet
verandering komen. Wil men de examen-vakken in
hoofd- en bijvakken splitsen, dan is er zeker iets
voor te zeggon, de theorie der rekenkunde onder
de hoofdvakkon te rangschikken, maar de „sommen"
behooren daar niet bij. Eenigszins in dien geest
wordt, meen ik, op de meeste examens needs gehan
deld, door het cijfer, dat tengevolge van het mon
deling onderzoek in de rekenkunde wordt toegekend,
met 2 te vermenigvuldigen. Werden echter, ten aan
zien van de „sommen," de boven uitgesproken wen
schen vervuld, dan zouden zy weer zonder bezwaar
tot do hoofdvakkon kunnen gerekend worden."
De toestand van keizer Frederik, ofschoon eenigs
zins verbeterd, blijft zorgwekkond.
De keizerin verlaat de vertrekken van haar gemaal
niet, daar zij den patiënt zelve verpleegt. De kroon
prins en prins Hendrik keerden echter naar Berlyn
terug, want het onmiddellijke gevaar is nu voor-
loopig geweken. De nacht van Dinsdag op Woens
dag was ook vry gunstig, maar (le koorts blijft aan
houden, terwyl ook de ontsteking der ademhalings
organen haar nadoeligen inrioed doet gevoelen. De
toestand des keizors blijft daarom zeer ernstig.
Floquet voerde het woord op de jaarvergadering
van do Parysche „Union de Commerce". Natuurlijk
besprak de premier daarbij ook de bewoging ten
gunste van Boulanger. „De Republiek," zeide Flo
quet, „heeft noch een protector in tijd van vrede,
noch een dictator in tijd van oorlog noodig.
Wy hebben een leger van burgers, gevormd uit
de keur van het volk en aangevoerd door er
varen en dappere generaals; wy hebben een Re
publiek der vrijheid, die weldra het eeuwfeest der
revolutie met een vredelievende wereldtentoonstel
ling zal vieren. Laten wy, om dit feest volkomen
te doen slagen, de eendracht ondor de republikeinen
herstellen en zorgen, dat wij een volk blijven, het
welk meester is over zijn lot." Vooral dit gedeelte
van Floquets rede werd met daverende bejuichingen
'ontvangen.
Een niet onjuist oordeel wordt door de ultramon-
taan8che „Univor9" geveld over de verkiezing van
Boulanger. Zij meent, dat er thans in Frankrijk,
indien al geen nieuwe politieke partij, althans een
kracht is ontstaan, welke op dit oogenblik alle par
tijen overheerschtwat er van worden zal, kan nie
mand zeggen, want de man die haar vertegenwoor
digt, weet stellig niet wat hij wil; hij is op weg
gegaan zonder te weten waarheen, hij gaat af op een
doel dat hij nauwelijks, langs een weg dien hij in
het geheel niet kent; men wil een verandering,
heeft behoefte aan een regeerder. Onder dienself
den drang stemde men don lOn Dec. 1848 voor
Lodewijk Napoleon. Men verlangt van Boulanger
niets anders dan een voeg met den bezem. Is hij
daartoe in staat? Dat is de vraag, maar zijn last
is het.
Het Engelsche Lagerhuis i« nog bezig met het
ontwerp betreffende het binnenlandsch bestuur.
De heer Chamberlain begroette het ontwerp met
ingenomenheid, als het begin tot eene groote her
vorming, maar toch l.ad ook hij eenige bezwaren.
Vooral de voorgestelde regeling der politie, beviel
den leidor der liberale unionisten volstrekt niet.
Behoudens in dit opzicht zouden de liberale unio-
niston het ontwerp steunen.
De minister Ritchie verzekerde, dat de regeering,
ondanks hei verzet van den heer Wilfrie Lawson,
de bepaling betreffende de vergunning tot verkoop
van sterken drank bleef handhaven. Tevens verde
digde de minister de voorgestelde regeling .der
politie tegen den heer Chamberlain.
De beraadslagingen, die vermoedelijk Vrijdag
zullen gesloten worden, zijn tot dusver gunstig voor
de regeering, daar het beginsel, waarop de wet be
rust, algemeen uordt goedgekeurd.
De Pruisische Landdag behandelde het ontwerp
om 84 millioen M. ter beschikking van do Regeering
te stellen ora daaruit: lo. de noodlijdenden door de
laatste overstroomingen le ondersteunen, niet alleen
enkele personen, maar ook gemeenten: 2o. de be
schadigde dyken, spoorwegen enz. te herstellen.
De Oostenryksch-Hongaarsche Regeering heeft in
de beide parlementen een wetsontwerp ingediend,
waarbij de Keizer gemachtigd wordt in vredestyd
reservisten op te roepen in die gevallen, waarin een
tydelyke vermeerdering van het effectief der troepen
wenschel|jk schijnt te zijn. Op dit oogenblik was
het niet mogelijk dat effectief in vredestijd hooger
te brengen dan 120 man per compagnie in oor
logstijd kan het 't cijfer van 214 man bereiken
door dit wetsontwerp zol het op 162 gebracht kun
nen worden.
België is niet gelukkig met zyn verdedigings
werken. Over de versterkingen aan de Maas vond
menige parlementaire schermutseling plaats en nog
is het laatste woord in deze quaestie niet gesproken.
Een misrekening in de raming der. posten en de
ontdekking dat het terrein, waarop de werken moe
ten tot stand komen, niet aan de verwachting be
antwoordt, opent de gelegenheid tot nieuw debat.
De regiering is genoodzaakt aan de kamer nieuwe
credieten te vragen; 33 millioen in plaats van 20
zijn benoodigd voor de eigenlyke versterkingen, ter
wijl de bewapening ongetwijfeld ruim 20 millioen
zal veroischen. De leidor der gematigde liberalen,
Frère Orban, die altijd een bestryder van do Maas
versterkingen was, vindt hier een schoone gelegen
heid opnieuw zyn bezwaren te berde te brengen en
de regeering te bestoken. Direct resultaat zullen
zijne tegenwerpingen niet hebben, want de uitgaven
zijn gedeeltelijk reads toegestaan en de werken in
beginsel alzoo door de kamer goedgekeurd. Maar
er ligt voor de liberalen in deze omstandigheid een
indirect voordeel. De nieuwe sommen, door de
regeeryig gevraagd, zullen een minder goeden indruk
in het land maken.
En men staat aan den vooravond der verkie
zingen De financieels en militaire quaostiën zullen
in de aanstaande verkiezingscampagne, die in Juni
plaats heeft, een groote rol spelen, daar de opposi
tie niet nalaten zal op deze aanzienlijke uitgaven
den vinger te leggen én het land te waarschuwen,
dat hierdoor de voorspoed en de welvaart van
België bedreigd worden. Op haar beurt zal de
regeering alles in het werk stellen otn zich schoon
te was8ohen van het verwijt van verkwisting en
lichtzinnigheid. Wat haar in dezen stryd kracht
geoft, is de steun der geestelijkheid, die haar be
schermend» hand over Beernaert en zyn collega's
blijft uitbreiden. Waai ora zou zy ook niet? Het
gaat der kerk en haar dienaren onder deze regee
ring goed.
De kansen der liberale party by do stembus zien
er voor 't oogenblik niet gunstig uit. De tweedracht
blyft oppermachtig ondanks allo pogingen om haar
te breken. De conservatieve liberalen blijven zich
tegen elke hervorming verzetten, en alleen onder
voorwaarde dat hervormingen, in de eerste plaats
een meerdere uitbreiding van het stemrecht, tot
stand komen, willen de radicale elementen der party
de hand der verzoening reiken en de eenheid her
stellen. Verlamd door onderlingen strijd zal alzoo
de liberale partij niet sterk genoeg zijn, om bij de
aanstaande verkiezingen haar vyanden te overwinnen]
Mijnheer de Redacteur!
Tot mijne niet geringe bevreemding, werd mij
heden eeno kwitantie aangeboden van wege de Goud-
sche Waterleiding, over levering van water Januari
April, waarop hot zegel van 5 c. ten mijnen laste
is gebracht.
Ik heb natuurlijk geweigerd die kwitantie te be
talen, en wel om de volgende redenen. De heffing
van het recht mag „wettig" zyn, onbillijk is die in
elk geval en onnoodig ook, wanneer de Directie der
G. W. M. direct maatregelen had genomen om
die onbillijke hefflnjj te voorkomen.
Die maatregelmg voor de hand en bestond
daarin, de contracten te veranderen in drie maande-
lyksche, evenals te Amsterdam.
Waarom hoeft men dat niet gedaan? En waarom
moeten er opnieuw 3 maanden verloopen alvorens
nieuwe maatregelen iu toepassing worden gebracht?
Een werk dat voor een ander misschien een paar
dagen tijd vordert, kan toch voor de G. W. M. geen
half jaar in beslag nemen
Men spreekt er van, dat Waterrekeningen zullen
worden uitgereikt, dat daarop de betalingen zullen
moeten geschieden ten kantore der Maatschappij,
dat wanneer men niet binnen een bepaalden tijd
heeft betaald, men over de bedragen disponeert
en dan toch zegel in rekening brengt voor elke
kwitantie, waarvan het jaarcontract boven de 10
bedraagt.
Waarom al dien omslag?
Wil de directie der Maatschappij het hare ver
bruikers lastig maken en waarom?
Moet zij niet liever trachten de verbruikers aan
zich te verbinden?
Zal het ook voor andoren niet gunstig werken en
invloed hebben op het getal der te sluiten abonne
menten, wanneer de Maatschappij het hare vei-
bruikers gemakkelijk en prettig maakt, te meer daar
dit zondor opoffering van haren kant kan geschieden?
Het gebruik van water uit de Waterleiding is
voor de meesten als het ware eene levenskwestie
geworden en niemand wil gaarne het water missen,
maar van den anderen kant mag niet worden ver
geten, dat het ook juist de verbruikers zijn die de
Maatschappij geldelijk steunen en daarom is het te
meer een raadsel, dat men van wege de Waterlei
ding Maatschappij zoo zorgeloos handelt en toont
zo<5 weinig égards te hebben voor (le verbruikers.
Wanneer men in de stad over dergelijke dingen
hoort „mopperen" dan boinerkt men dat er algomeen
een geest van ontevredenheid heerscht, doch door
te blijven „mopperen" maakt men, die zaak niet
beter.
Een openlijk woord om de Directio wakker te
schudden, mag niet overbodig worden geacht en
daarom zult U uw veelgelezen M«d wel willen be
schikbaar stellen om dat „openlijk woord" te doen
hooren
Hoogachtend
H.
Gouda 18 April 1888.
RECLAME
De minerale wateren van Soden in
de Taunus zijn tegevierend gekomen om juist de deug
den te doen Schatten die zich in hunne bronnen
bevinden. Duizende menschen van alle landen der
wereld, door heeschheid, hoest, aandoeningen der
Strottenhoofd en Catarrbale aandoeningen van allo
Soorten van Slyrastoffen aangetast, moeten hunne
genezing aan het gebruik der mineraal pastillen van
Soden. De byzonderste machten der geneeskundige
wereld hebben ze herkent als de beste en de krach
tigste middel tegen de ziektens van dezen aard.
Deze kostelijke pastillen zijn te bekomen in alle
apotheken aan de pry's van 60 cents de doos.
De graanmarkt was heden vrij ruim voorzien van
de hoofdartikelen. Handel vlug tot vast vorige prij
zen. Maïs hooger.
Tarwe Zeeuwsche 7.40 a 7.60. Mindere
Zeeuwsche 7.10 a 7.20. Nieuwe Polder
6.80 a 6.90. Afwijkende 6.25 a 6.35.
Boode 6.30 a6.40. Angel 7.25 a 7.40.
Kanada f 5.90 a ƒ6.20. Zeeuwsche Rogge 5.40
a 5.60. Polder/ 4.60 a 4.75. Buitenlandsche
por 70 KG. ƒ4.15 a 4.65. Wintergerst 4.50
a 4.70. Zomer 4.30 a 4.40. Chevaliergorst
5.50 a 6.40. Haver per Heet. 3.25 a
ƒ4.50 en per 100 kilo 6.50 a 7.50. Hennep
zaad Inlandsch f 7.60 a 7.80. Buitenlandsch
5.25 a 5.60. Erwten Kookerwten 7.75 a
f 8.Inlandsche blauwe mesting erwten ƒ6.20 a
6.25. Buitenlandsche voererwten per 80 Kg.
5.30 a 5.80. Kanariezaad 8.—. a 8.75.
Bruine boonen 10.a 10.50. Duivenboonen
ƒ6.40 a 6.60. Paardenboonen 5.70 a ƒ6.
Spelt: 2.40 a 2.60. Mais per 100 kilo: Ameri-
kaansche Mixed 6.80 a 6.Odessa 6.70
a 6.90. Ciuquahtine 7.75 a 8.
De veemarkt met goeden aanvoer, handel in de
beste soorten redelijk vlug, inferieure soorten traag,
vette varkens 18 a 21 ct., varkens voor Londen
15Vg a 16'/g ct.magere varkens en biggen traag,
biggen 0.65 a 0.95 per week, schapen traag
verkocht.
Aangevoerd 37 partijen kaas, handel matig,' eerste
qualiteit 23.a 25. tweede qualiteit 20.
a f 22.
Noordhollamlsohe 23.a 27.
(Joeboter 0.85 a 0.95,
Weiboter f 0.65 a 0.75.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gelet op art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni
1875, Staatsblad no. 95.)
Brengen ter -algeraeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van
A. van Wijk te Gouda om vergunning tot het leggen
van een petroleumlichter in de rivier de IJssel nabij
de Beuk molen.
Dat op Woensdag, den 2en Mei 1888, des namid
dags teu 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid is om
bezwaren tegen de govraagde vergunning in te bren
gen, en dat gedurende drie dagen voor dien dag op
de Secretarie der Gemeente van de ter zake inge
komen Schrifturen kan worden kennis genomen.
Gouda, den 18 April 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
brengen ingevolge art. 5 der Wet van 28 Augustus
L88I (Staatsblad uo. 97) ter openbare kennis:
dat bij hen zijn ingekomen van de navolgende per
sonen verzoekschriften waarbij vergunning wordt
gevraagd om in de bij ieders naam vermelde loca-
liteit sterken drank in het klein te mogen verkoo-
pen, als
Naam van den Verzoeker: Aanduiding der localiteit:
C. Schluep Roozendaal
huisvrouw v. H. Schalkwijk. M. No. 19.
E. A. P. Zweedijk Turfmarkt
wed. Rooza. H. No. 1.
JPlatteel. Gouwe
C. No. 169.
Gouda, den 17 April 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
GEBOREN 18 April. Cornelia, sudors C. Blok en H. vso
der Vilt. Johanut», ouders J. M. Schouten en A. Konpeu-
draijer.
OVERLEDEN: 17 April. K. Rijnhart, 6 m. J. A.
Oosterling, 3 m. 6. J. Jurgens, 8 j.
GEHUWD: 18 April. L A. de Rochefort en P. ter Heide.
GEBOREN: Mensje, ouders J. Schouten en A. van Es.
GEHUWD: G. Slappondel eu J. H. Oowconl.
GEBOREN: Dirk Adriaans, ouders P. Anker enA. Anker.
GEHUWD: A. van der Diisaen en A. Ilonkoop. G. van
der Vlist en P. Molenaar.
GEBOREN Johanna, ouders 1. van Dam en C. Verboom.
Pieter, ouders P. J. Kyn en A. van der Graaf. Neeltje,
Ouders C. de Bode en M. Kast wat.
ONDERTROUWD: R. van Milligen, (»an Waddinxveen) en
C. Dekker.
Voorspoedig bevallen van een Zoon,
Mevrouw A. M. D. van der MEER van
KUFFELERvan Hodweningb.
Moordrecht, 18 April 1888.
Heden overleed te Goes onze geliefde
Vader en Behuwdvader, de WelEd. Heer
C. A. L. DANCKAERTS.
A. P. M. VAN DEB VOORTDanckaebts.
J. H. VAN DER VOORT.
15 April 1888.
Algemeene kennisgeving.