Bultenlandsch Overzicht. K0P0K1NENTING. In vroegere tijden, toen het veelvoudig thuis brengen van afgeslagen koppen aanleiding gaf tot groote feesten, moest er veel geld wezende feest- kleeren der vrouiren, meestal van zyde, met laken en kralen versierd, kostten groote sommen; tabak en rijst mochten nimmer ontbreken en die artikelen waren toen door de gevaren, waaraan de handelaren bloot stonden, hoog in prijs. Die prikkel bestaat thans niet meer; het feestvie ren van vroeger komt nog slechts zemen voor en nimmer meer op zoo'n groote schaal. Daarbij komt het verspreid wonen van een goed deel (Jer bevolking in do ladangs, hetgeen op de algemeene behoeften nadeelig inwerkt. Hierbij is nog iets te voegen, namelijk dat juist door de Boegineesche handelaren, en wel naar mate dat deze zien vrijer hebben kunnen bewegen onder de Diyaksche bevolking, een kwaad is verspreid, dat een ramp voor het land is geworden. Ik bedoel het kaartspel (botor) en het houden van hanenge vechten. De proporties, welke deze ondeugd heeft aangenomen, zyn inderdaad ongelooflik. Bijna geen handelstransactie toch wordt meer met Dajaks aangegaan of eerst moeten de hanen vechten; gaat een troepje Dajaks het bosch in om rotan of getab te zoeken, de vechthaan wordt meegenomen, vaart de Boeginees, zich noemende handelaar, dej groote rivier op, bij elke kampong aanleggende en daar korter of langer verbly vends, alleen zijn kapitaal aan vechthanen en kaarter, is volgefourneerdzijn handelsgoederen zijn dikwerf van luttele waarde, ja het is zoo erg dat zelfs de zwervende Poenaos met hun minimum van vervoerbare have geen vechthaan meer kunnen missen. En zooals men meestal ziet, is het ook by de Dajaks gegaan, niet de mogelijkheid om veel te kun nen wagen en dus ongehinderd te kunnen verliezen is een prikkel tot het inzamelen van boschproducten geworden, maar, wel heeft omgekeerd de kans om gemakkelijk iets te verdienen dien prikkel uitge doofd, daarbij, ingeval van verlies, den ongelukkige aanzettende tot noodlottige berusting in zijn ar moede óf wol tot nog kwadere practijken als roof en oplichtery. Postduiven ten dienste der zeemacht. De post- duivenvereeniging »La For ter esse" te Toulon, neeft aan boord van de kanonneerboot Saint Louiste Salins d'Hyères, een duivenslag ingericht en daar aan 12 jonge duiven gegeven, die zich zeer spoedig aan haar drijvend verblijf en aan het kanongebulder hebben gewend er worden wekelijks toch niet min der dan 600 schoten gedaan. Men heeft ze zelfs gewend om onder het varen uit haren slag te komen en er weder in terug te keeren. De duiven vliegen om het schip, begeven zich soms naar de Hyères- eilanden en koeren weder in hare kajuit terug, zoo wel op zee als op de ankerplaats. Men is begonnen, zb op korte afstanden los te laten en heeft deze langzamerhand vergroot met be hulp van een atoombarkas. Onlangs werden de duiven in eene mand medegegeven aan de Couronne een grooter schip, dat by het aanbreken van den dag onder stoom ging om oenige mijlen verder in zee eene schietoefening te houden. Om 7 u. 45 m. liet men met het eerste kanon schot de duiven loszij vlogen eerst eenige oogen- blikken rondom het schip, zonder eenige vrees te' toonen voor het gebulder of den rook der schoten, die inmiddels vrij sÜel qchter elkaar werden afge geven. Nadat zij zich georiënteerd hadden, verdwenen zy pijlsnel in de richting van Salins d'Hyères, waar de Saint Louis voor anker lag en waar zij om 8 uur 30 ifiinuten aankwamenslechts eene duif bleef tot den middag achter op den mast van de Couronue, doch vloog tegen den middag naar haar *fcok terug. De proef wordt, volgens de Proges militaire als goal geslaagd beschouwd,, zoodat het is te voorzien, dat de vraag der dryvende postduiven-stations ten dienste der marine, spoedig op bevredigende wyze zal zijn opgelost. Men meldt uit Naaldwijk De asperge-verzending is thans in vollen gang. Qualiteit zoowel als quantiteit laten niets te wenschen over, doch 4e pryzen zijn laag. Voor de witte besteedt men 15 a 20 cent per bos, terwijl men voor de blauwkoppen sleohts 10 cent betaalt. De vruchtboomon prijken fin bollen lentedos, en wanneer geen nachtvorst haren nadeeligen invloed doet gevoelen, zal er dit jaar fruit in overvloed zijn. De aardappelen staan mooi op ry, doch groeien, evenals hot koren, slecht, ten gevolge van het koude schrale weder. Ook het gras vermindert sterk, zoodat de koeien niet te veel gevenvoegt men hierby de lage pryzen van boter en kaAs, dan kan men zeer goed begrypen, dat de boeren alleszins reden tot klagen hebben. De veestapel is gezond. i Op het erf Taoli, van den heer W. Koster, te Leimuiden, doet zich het navolgende belangwekkende geval voor. In een niet al te ruim hok van een grooten kettinghond heeft zich vertrouwelijk een kip te broeden gezet. Tusschen beide dieren schijnt een goede verstandhouding te bestaan. Wanneer de hen hot nest verlaat, om voeder te gebruiken, of wanneer zij door den eigenaar om het curieuze van het geval eraf gejaagd wordt, dekt de hond'de eieren toe. Komt een oogenbHk daarna de hen terug, dan stapt zij over den kop van den hond heen naar het nest. Wordt de hond nit het hok geroepen, of zal het dier er zich weer in neerleggen, dan neemt het de uiterste voorzichtigheid in acht, om zjjn gezellin niet te storen. Een paar kloine honden, die tot heden den grooten in het hok gezelschap hielden, bijt hij nu af. Een kunstotukjo, even verrassend als eenvoudig Men legt eenige afgesneden gras-madeliefjes op een bord, met de stelen dicht bij elkander in het midden van het bord, en de bloemen naar de bui tenzijde gekeerd. Men vuit dan het bord met water en legt op do uiteinden der stelen een tamelijk zwo ren steen. Na verloop van eenige uren richten de madeliefjes zich op rondom den steen en komen tot elkaar, zoodat zij een bouquet vormen. Buisvrouw Het annoDceeren van" oude boeken in onze vak bladen heeft zoo zijn eigenaardige bezwaren. Het handschrift var. geleerden wil wel eens wat onduidelijk zijn en als men dan zelf den titel niet kent, ontstaan vaak koddige vergissingen. Zoo zocht in no. 108 van het Biirsenhlatt iemand het werk van onzen Vossius getiteld «Diluvium Noachi universale," maar maakte er van „Delirium Noachi universale." Arme Noachi Niet genoeg dat de eenige maal dat gjj u eens te huiten ging en dat nog wel bij vergissing voor eeuwig geboekstaafd is, maar nu gaat men van uwen roes het universaal delirium tremens maken (jm. v. d. B.) Een oude vrouw, wonende in een der huisjes aan de Stalleukazerne te Breda, was aan het ziekbed, dat op den vloer lag uitgestrekt gekluisterd. De arme vrouw had eenigen tijd geen huishuur kunnen be talen, en nu besloot de eigenaar van het huisje, do ramen en deuren weg te nomen, aan welk plan' hij met hnlp van eenige knechts uitvoering gaf, de vrouw aan haar lot overlatende. Toen echter de maréchaussee zich met de zaak bemoeide, heeft de eigenaar het huisje weer in den vorigen toestand teruggebracht, hetgeenevenwel niet voorkwam dat proces-verbaal tegen hem is opgemaakt. Is er, vraagt „De Maasbode", niets te doen aan het vloeken, dezen kanker bij het leger P Onbedorven miliciens, gonoodzahkt om hun dienstplicht te vervul len, worden by het geringste vergrijp stijf gevloekt. De gedwongen dienst is voor menigeen al erg ge noeg het legerbestuur dient daarom to meer te waken, dat de kazerne en het exercitieveld geen ge dwongen school worden voor het aanleeren van gods lasteringen. Weet men bij het leger, dat in den Haag de wind nit een anderen hoek waait en de Minister er niet op gesteld is, dan nemen zich de superieu ren in acht en zullen zich wel wachten, ten minste in het openbaar, wanneer er burgers in de huurt zijn, hun gemeene taal te doen hooren. En dat zou reeds veel gewonnen zijn. Een aanschrijving van den Minister zon het kwaad wel niet uitroeien, jnaar temperen, en in elk geval •een stap zijn in de goede richting. De landbouwcommissie, ingesteld bij Koninklijk besluit, van 18 September 1886, hééft aan zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, een verslag uitgebracht, waaraan wij het volgende ontleenen Het is niet twijfelachtig dat aan liet landbouw onderwijs hier te lande nog niet de uitbreiding is gegeven, die billijkerwijze mag worden verwacht. Door het toenemend wereldverkeer en de toene mende concurrentie wordt het voor den landbouwer meer en meer een levensquaestjp, om door kennis, en Vaardigheid uit te munten boven zijn buiten- landsohe mededingers. En terwijl in naburige landen reeds sedert ge- ruimen tijd krachtige maatregelen worden genomen, om de landbouwers in staat tq stollen de wapenen, die de wetenschap hun schenkt te gebruiken en hun natuurlijke intelligentie te Aherpen en te ont wikkelen, is hier van staatswege n'og slechts een enkele schrede op dezen weg gezet Het is onmis kenbaar dat daardoor aan het geheele vaderland een onberekenbare schade is berokkend. Men zal echter bij een betere regeling niet kun nen volstaan met slechts na te doen, zooals het buitenland ons is voorgedaan. Er moot bij die verbetering rekening worden gehouden met Neder- landsche toestanden, zeden en gewoonten onzer land bouwers", met geheel onzen volksaard- Ons landbouwonderwijs moet niet zijn een pUnt' uit den vreemde hier overgepoot, .maar wij moeten met het voorbeeld van anderen voor oogen de kie men bij ons aanwezig tot ^ontwikkeling en wasdom De school te Wageningen moge in sommige opzich ten niet geheel aan aller verwachtingen hebben voldaan, het is niettemin onmiskenbaar dat het middelbaar on- dorwijs, daar gegeven, goede vruchten heeft gedragen. Hare inrichting eischt wel is waar aanvulling en verbe tering, maar over het algemeen kan zij de vergelijking met dergelijke instellingen in het buitenland zeer goed doorstaan. De school te Wageningen zal om die reden bjj iedere practische organisatie van ons landbouwonderwijs moeten behouden blijven en het uitgangspunt moeten worden van de gewenschte her vormingen. Bovendien zullen scholen van meer eenvoudigen aard, zoogenaamde winterscholen, moeten worden op gericht om in de behoeften van technisch onderwijs te voorzien voor hen, die een meer geregelde en volle dige opleiding voor hunne kinderen niet kunnen bekostigen. .jfc.. Doch met een behoorlijk#" inrichting van ons middelbaar landbouw-onderwijs kan niet worden volstaan. Aan den eenen kant is het noodig dat de gelegenheid worde in hat leven geroepen om ook hooger landbouwonderwijs te ontvangen, opdat hij die zich ten vólle wetenschappelijk wenscht te vor men, niet noodig hebbe tot het verkrijgen der ver- eischte kundigheden buitonlandsche universiteiten, waar hooger landbouwonderwijs wordt gegeven, te bezoeken. Aan den anderen kant ls het dringend noodig dat ook voor de meer elementaire opleiding der landbouwers worde zorg gedragen. Om dat doel te beroikeu zullen verschillende maat regelen noodig worden. Vooreerst zal op de herha lingsscholen ten plattelands veel meer dan tot dusver geschiedt en naar hetero methode onderwijs moeten worden gegoven in de landbouwkunde. Vervolgens zullen vakscholen moeten verrijzen, waar de landbouwer op «envoudige wijze in de proctijk van zijn vak wordt onderwezen, .terwijl wintercursussen voor jongelieden en volwassenen, tot aanvulling en herhaling van sommig? deelen der theorie zullen dienst (loeD. Een onmisbaar hulpmiddel by dit onderwijs zijn de zoogenaamde proefvelden of demoustratiorelden, waarop den laudbouwers aanschouwelijk" wordt voor- gosteld, welke resultaten door eene behoorlijke be handeling en bewerking, door het gebruik van de beste zaden en jjoor het aanwenden van' de' beste werktuigen, kunnen worden verkregen. Indien het landbouwonderwijs hier te lande in dier voege kon worden georganiseerd', zou eene in richting worden Verkregen welke aan alle eischen zou voldoen, met Nederfandsche toestanden rekening zou houden en zonder groote geldelijke opoffering zou kannen worden in het leven geroepen. Uit Muntok wordt aan de locomotief dd. 7 April het volgende geschreven Wij hebben hier een opstootje gehad van de Chineezen. Eens in het jaar wordt het tinerts ge smolten, de tinsohuitjps worden dan naar de admi nistrateurs gobracht en na afloop aan de arbeiders werkgeld uitbetaald. Zoo was o. a. het smelten in Merawang in het begin van Februari afgeloopen, waarvan onmiddellijk, per missive van 7 Februari, kennis werd gegeven aan den resident te Muntok» die voor -het werkgeld een mandaat moest geven. Dit stuk kwam echter maar niet, waarop do Chinee zen begonnen temopperen, dat zij het hun toeko mende loon niet op tijd ontvingen en brutaal werden tegenover de Europeesche opzieners on den admini strateur. Het, waohtwoord was eohter steeds „Wacht tot de resident het geld zendt 1" Eindelijk en ten laatste begon hun dit te verdrieten en op dan Sen April jl. kwamen des morgens vroeg, gewapend met knuppels, stokken en steenen, een aantal Chineezen den administrateur van Xerawang, die- tevens hoofd van het plaatselijk "beltuur is, op zijn bureau op zoeken. De administrateur, die hen het erf zag opkomen, stoot spoedig de deur van zijn kantoor an trok zich terug naar de aohtergalery van zjjn woning, daar heen vergezeld van één kettingganger, terwijl de op- passors en bet kampongvolk weg liepen. Onder een oorverdoovend geschreeuw van „oewang, oewang 1" begonnen de Chineezen in de galerij van j den admi nistrateur filial kort en klein te slaanlampen, spiegels, stoelen, servies, glaswerk, alles werd ver nield en het is wel een wonder, dat zij den ndmi- nistratenr niet hebben vermoord. Spoedig kwamen daarop eenigo oppassers en be dienden ter hulp, waarop een Chinbes werd doodge schoten en verseheidenen van hen werden gewond. Daarna trokken zijn in hun kampongs terug. Eenige uren later kwam van Pangkal Pinang een Europeesch onderofficier met twaalf minderen en een militaire dokter om hulp te verleeneh. Negen ket tingganger» waren verwond, waarbij enkelen zeer be duidend. Dien dag bieren de Chineezen met honderden bijeen in de flichtstbij gelegen mijn, doch gedroegen zich verder rustig. Den volgenden morgen, 4 dezer, waren de Chi neezen uit alle mijnen, zelf van 8oengeilia, weder gewapend met knuppels en steenen. Zij waren meer dan 1200 man sterk, zoodat het noodig werd ge oordeeld de militairen naar de mijn te zenden. Om verder bloedstorten te voorkomen liet de admini strateur hun aanzeggen, dat, als zij kalm uiteengin gen, ieder naar zjjn mijn, waar hij behoorde, en de gewonde en belhamels uitleverden, zij het hun toe komende loon onmiddelijk zouden ontvangen. Hier aan gaven zij gehoor en ontvingen het geld, waarop een gedekte der militairen weder naar het acht pnlen verwijden» Pangkal Pinang terugkeerde. Den volgenden dag was alles weder rustig en gingen de Chineezen weder aan het werk. Van Mun tok, dat 85 palen van hier is verwjjderd, werd daarna nog een luitenant met 40 man gezonden, om op alle eventualiteiten voiorbereid te zijn. Gisteren 6 dezer, kwam de secretaris hier om zoogenaamd de zaak te onderzoeken, doch eigenlijk meer om alle schuld van den resident af te schuiven en daar anderen voor op to laten opdraaien. De zoo lang verwachte mandaten bracht hij mede, geteekend door den resident, onder datum van 30 Maart. De dagteekening zegt genoeg. De „Volkstem" van Pretoria, schrijft, onder dag teekening van 3 Mei jongsleden: „De uitslag van de herkiezing van den Staatspre sident is door ons medegedeeld. De heer Krüger is herkozen met vier vjjfden der stemmen. Wij heb ben die herkiezing aanbevolen en zijn dus met den afloop zeer tevreden. „Een der eerste werkzaamheden van den Volks raad zal de plechtige beëediging van den heer Krii- ger zijn. Er is iets hartverheffends in. Wat was de .Republiek acht jaren geleden? Een wingewest van Engeland! Tot dien lagen rang waren wij af gedaald. Voor allen, die van 1876 tot 1881 hier „Work/,aam waren, moet de herinnering aan die moeie- lijke dagen, toen tot zelfs de hoop van herstel uit- gebluscht was, overgeteljjk blijven. Met wat angstige zorgen trokken wij, bijna ten einde raad, naar Paar- denkraal op I In een soort van koortsachtige span ning leefden wij door de overstelpende gebeurtenissen van 8 December 1880 tot 28 Maart 1881. Het lij den was geleden. „De heer Krüger genoot en verdiende de eer om onder meerderen, de eerste te zijn. Toen nu na den vrede men weder denken kon aan de herstelling van den geregelden staat van zaken, was eene der voornaamste maatregelen do opheffing van het tijdelijk aangestelde Driemansdhap. Die regeeringsvorm was in strijd met het verleden der Republiek, en gaf zeer vele bezwaren. Een der voornaamste was wel de verdeelde verantwoordelijkheid. De heer P. Joubert maakte zich-zelf tot zegsman van dit gevoelen, en het zal 'Zekerlijk altijd een der beste herinneringen voor hem blijven, dat hij den Volksraad schriftelijk aanspoorde tot het grondwettig voorschrift wat den Staatspresident betreft terug te keeren, Hij zelfwees in dien brief den heer Krüger als Wkwenschelijken resident aan.' In Mei 1883 aanvaardde deze den em toevertrouwden zetel, en hij staat 'nu goreed voor (le tweede maal een loopbaan, van vijfjaren het hoofd van den Staat te wezen, te beginnen. On twijfelbaar geniet hjj van de zijde des volks een zeer groot vertrouwen. B(jna onbegrensd in zij populari teit. Groot daarom ook zijne macht ten goede. Wat anderen niet vermogen, kan hij. j/De afgeloopen vijf jaren hebben' zieh door veel goeds gekenmerkt. Vooreerst zageu wij de blijvende verbetering van het rechtswezen door de handhaving en uitbreidihg Van het Hooggerechtshof. Wij spre ken uiot te sterk als wjj zeggen dat het Hof nu ieders vertrouwen verdient en een steun is van het land. Ook is het personeel van ambtenaren aan merkelijk uitgebreid, een waarborg voor de toekomst van eeno jbehoorlijke administratie. De grondsla gen van een degelijk artilleriekorps en bereden po litiemacht zijn gelegd. Ook is de groote quaostio van de naturel]en-locaties aangepakt, en althans aan vankelijk niet al to slecht geregeld. Het postverkeer is verbeterd, de nieuwste toepassingen op dit gebied briefkaart en postwissel, hebben hun weg in ons land gevonden. Ook de telegraaf wei;kt;- het net over de Republiek uitgespreid omvat reeds bijna al dé hoofdpunten der samenloving. „Veel van dit alles is geleidelijk tot stand geko men, zonder Buitengewone oorzaken. En wanneer er lof voor moet gegeven Worden, dan hebben wij er met op tegen aan den heer Krüger, als den vertegen woordiger van het land -en het volk lof toe te zwaaien. „Maar niet weinig van dit alles heeft steun ont- leend aan buitengewone middelen, die wij voor heden niet aanroeren. „De twee voornaamste gebeurtenissen in de afge loopen vijf jaren zijn geweest de zending van eene deputatie naar Europa en de verwikkelingen aan de westelijke grenzen. „In beide zaken is de heer Kruger een hoofdfi guur geweest. Wij hebben nooit voel vruchten ge zien van de deputatie naar Europa. Reeds vóór de leden vin Pretoria vertrokken was het hoofdwerk gedaan, en de Britsohe Regeering geneigd tot oene wijziging van de conventie. Anderen hadden (jit werk voorbereid. „De verwikkeling aan de westelijke grenzen heb ben onzen Staat aan den rand van een tweeden oorlog met Engeland gebracht. Het heeft den heer Kruger, wjj houden ona daarvan diep overtuigd, bijna ondragelijke smart gekost, de gevolgen af te keeren van het in overmoed of onverstand genomen besluit om Gosenland onder de protectie der Repu bliek te brengen. „De kwade gevolgen zijn afgekeerd.» De algemeen erkende noodzakelijkheid om, ter voorkoming van epidemiën, lijders aan besmettelijke ziekten in afzonderlijke ziekenhuizen af te zonderen en te verplegen, hoeft twee Pransche geleerden, de geneeshoeren Dubrisay en Napiae, bewogen om een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop dit thans in Europa geschiedt, speciaal in Dnitschland, Zwitserland, Oostenrijk-Hongarije, België, Nederland, Spanje, Griekenland, Italië, Rumenië, Servië, Rusland .en Zweden en Noorwegen. Van dit onderzoek ia in de jongste vergadering der „Société de medicine publique» te Parjjs een uit voerig rapport uitgebracht, dat in het onder dag teekening van 20 Mei laatstleden verschenen num mer van de Pransehe „Revue d'hygiène" in extenso is opgenomen en waaraan de „Nieuwe Rotterdamse!» Courant» het volgende ontleentOver Nederland handelende, wordt daarin met veel lof gewaagd van onze epidemiewet, vooral wat betreft de bevoegd heid, die ingevolge deze aan Gedeputeerde Staten der povincie verleend is om, waar zij het noodig achten, den gemeentebesturen de verplichting op te leggen, eene gelegenheid tot afzondering van lijders aan besmettelijke ziekten in te richten. Ook op ons ontsmettings-regnlatief, dat ip 1885 herzien is, wordt met waardeering gewezen. Van de groote Europeosche steden, over welke in het rapport gesproken wordt, zjjn Botterdam," Den Haag en Amsterdam speciaal vermeld: Het oordeel over de twee eersten is zeer gunstig. In 5 van de 7 Haagsche ziekenhuizen zijn namelijk afzonderlijke lokalen ingericht tot opname van besmettelijke lijders.' Van Rotterdam vermeldt het rapport dat, buiten eene reserve-barak van 34 bedden, 4 pavil- loenen met 44 bedden zjjn opgericht voor gewone lijders aan infectieziekten, 1 barak met 60 bedden voor cholera- en 1 dito met 23 bedden voor pok lijders. Over Nederlands hoofdstad laten de verslag gevers zich minder gunstig uit, behalve over de Amsterdamsche hotelhouders, die zeer geprezen worden voor het tot stand brengen va», een isoleer huis, dat zij op onderlinge kosten heboun gesticht. Van dezen maatregel wordt getuigd que tWe eet dee meilleuree et vaudrait étre adoplfe par dee koteliere de «os stations thermuU's et des plages les plas frequeutées. Keizer Frederik is weer in zoover hersteld, dat hy. zijne eerste parade als keizer kon bywonen. De kroonprins verscheen met twee regimenten der garde op het slotplein te Charlottenburg en voerde deze voorbij den keizer, die, in generaals^ uniform met een helm op, in oen open rytuig stond. De keizer was zeer tevreden over de houding der troepen en groette de oudere officieren, die hij kende, bijzonder hartelijk. Duizenden menschen waren weer tusschen Charlottenburg eu Berlijn op de been en ontvingen den kroonprihs, toon hij met zjjn soldaten naar Berlijn terugkeerde, met buitóti- gewone geestdrift. Bijna op denzelfden dag, waarop de Hongaarsche minister Tisza den Europeoschen toestand als zoo onze ker kenschetste, dat zelfs de deelneming aan de Parij- sche tentoonstejjing moest ontraden worden, werd op plechtige wijze het groote vredeswerk der Russen in Centraal-Azië ingewijd. Hiervoor was de dag uitgeko zen, waarop czaar Alexander te Moskou werd gekroond. In den eersten trein, die het eindpunt van den greo- ten spoorweg bereikte,zat generaal Annenkof, de energieke aanlegger der gebeele lijn, met zyn staf, benevens een groot aantal officieren, vertegenwoordi gers van genootschappen, journalisten en vreemde lingen, die allen getuigen wilden zijn van de plech tigheid. Ondanks den hoogen waterstand van de Amoer Dnrje, waardoor groote overstroomingen zyn veroor zaakt, bereikte de trein zonder ongeval Samarkand. Generaal Rosenbach, de gouverneur van Turkestan, wachtte met een gezantschap van den Emir van Bokhara daar den feesttrein, die onder het donderen der kanonnen stopte bij het graf van den veroveraar Tamerlan. De feestelijkheden bestonden uit eene kerkelijke plechtigheden, een parade, een feestmaal en verlich ting der stad. Aan feestdronken ontbrak het natuur lijk niet. De gouverneur stelde een dronk op don czaar en de senator Semenenoff, de voorzitter van het Russische Aardrijkskundig Genootschap, bracht hulde aan generaal Annenkoff, die het reuzenwerk steeds leidde. De Transkaspische spoorweg begint te Miklailovsk aan de Kaspische zee en heeft tot Samarkand een lengte van 900 mijlen. Tegelijk met de opening van den spoorwog, is tevens de diréete telegrafische verbinding tusschen Europa eu Samarkand openge steld. Chamberlain voerde het woord in een meeting van Unionisten te Birmingham. Hij betoogde, dat de Regeering geen Tory-Regeering, maar veeleer een Unionistisch Kabinet was. Zij ging niet ver genoeg voor hem, maar zy zou toch waarschynlijk be langrijke en gewenschte hervormingen toestaan. De aanstaande zitting zou een Engelsch-Schotsche zijn, daar Ierland veel tyd had gekost en meer verkregen had dan men vroeger durfde hopen. Intusschen gaf Chamberlain toe, dat de Iersche quaestie was ge bleven Gladstone moest nu met zyn plan voor den dag komen, misschien dat het in vele opzichten de goedkeuring van liberale en radicale Unionisten zou verwerven. Regeling van de landquaestie moest her vorming van het lokaal bestuur voorafgaan. Een afzonderlyke nationaliteit in Ierland zou hij, Cham berlain, nooit erkennen. Bij een toespraak tot 3000 menschen te Hawarden zei de Gladstone, dat, zoolang de Iersche quaestie niet op bevredigende wijze was opgelost, het in het Parlement niet rustig zou wezeu. De Katholieke bisschop van Limerick heeft aan den burgemeester dier stad een schrijven gezonden, waarin hy zegt, dat de geostelijkheid aan de belegde meeting om tegen de pauselijke circulaire te pro testeeren natuurlijk niet mee zal doen; hij vertrouwt, dat alle goede Katholieken zich daarvan evenzeer zullen onthoudeneen verzet van de Ieren tegen het gezag zou hij een hoogst betreurenswaardige zaak achten. De BURGEMEESTER Tan Gouda Brengt ter algemeene kennis dat aanstaanden Zondag den 3 Jnni 1888, des namiddags 12 uur, op het Raadhuis niet alleen voor minvermogenden maar voor ieder die zich daartoe aanmeldt, gelegenheid zal bestaan om zich geheel kosteloos rechtstreeks van het kalf te doen inenten of herinenten. Gouda, den 31 Mei 1888. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZEN DOORN MARKTBERICHTEN. Gouda, 31 Mei 1888. De aanvoer van granen was heden, wat Tarwe betreft, ruim voldoende voor de behoefte. Van de overige artikelen was de aanvoer „maar matig. De handel was stil en de prijzen ongeveer onver anderd. Tarwe Zeeuwsche ƒ7.60 a 7.7$. Min'dere Zeeuw- sche 7.35 a 7.40. Polder 7.— a 7.20.' Af wijkende 6.40 4/6.50. Roode 6.30 a 6.40 Angel 7.30 a 7.35. Kanada f 6.25 a 6.40. Zeeuwsche Rogge ƒ5.60 a 5.85. Polder 4,60 a 4.75. Buitenlandsche por 70 KG. f 3.90. a 4.40. Gerst. Winter 4.70 4 4.80. Zomer f 4.50 4 4.60. Chevaliergerst 6.4 7. Haver per Heet. 3.40 a 4.40 per 100 kilo 6.50 a 7.50. Hennepzaad: Inlandsch f 7.90 a 8.Buitenlandsche 5.30 4 5.60. Erwten: Inla ds ho Blauwe Mesting 6.30 4 6.35. Buiten landsche voererwten per 80 Kg. 5.80 a 5.80. Kanariezaad: 8.25 4 8.75. Boonen Bruine boonen IQ.50 4 ƒ11.25. Duivenboonen 6.50 4/6.75. Paardenboonen 5.40 a 6.70. Maïs per 100 kilo: Amerikaansche Mixed 7.50 a 7.80. Odessa (onfrisch) 6.40 4 6.50. Cinquantine 7.75 4 8.—. De veemarkt met gewonen aanvoer, de handel traag, vette varkens 18 a 20 et, varkens voor Londen 17 a 17'/j ct.magere varkens en biggen traag, biggen 1.10 a 1.25 per week, schapen ge woon 18.a 30.en lammeren 5.a 11.por stuk, handel traag. Aangevoerd 69 partijen kaas, eerste qualiteit 24.4 26, tweede qualiteit ƒ20.4 23. Noordhollandsche 22.4 25. Goeboter l.jlO 4 1.25. Weiboter Q.90 4 1.t.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2