Bultenlandsch Overzicht.
K0P0K1NENTING.
In vroegere tijden, toen het veelvoudig thuis
brengen van afgeslagen koppen aanleiding gaf tot
groote feesten, moest er veel geld wezende feest-
kleeren der vrouiren, meestal van zyde, met laken
en kralen versierd, kostten groote sommen; tabak en
rijst mochten nimmer ontbreken en die artikelen
waren toen door de gevaren, waaraan de handelaren
bloot stonden, hoog in prijs.
Die prikkel bestaat thans niet meer; het feestvie
ren van vroeger komt nog slechts zemen voor en
nimmer meer op zoo'n groote schaal.
Daarbij komt het verspreid wonen van een goed
deel (Jer bevolking in do ladangs, hetgeen op de
algemeene behoeften nadeelig inwerkt.
Hierbij is nog iets te voegen, namelijk dat juist
door de Boegineesche handelaren, en wel naar mate
dat deze zien vrijer hebben kunnen bewegen onder
de Diyaksche bevolking, een kwaad is verspreid, dat
een ramp voor het land is geworden. Ik bedoel
het kaartspel (botor) en het houden van hanenge
vechten. De proporties, welke deze ondeugd heeft
aangenomen, zyn inderdaad ongelooflik. Bijna
geen handelstransactie toch wordt meer met Dajaks
aangegaan of eerst moeten de hanen vechten; gaat
een troepje Dajaks het bosch in om rotan of getab
te zoeken, de vechthaan wordt meegenomen, vaart
de Boeginees, zich noemende handelaar, dej groote
rivier op, bij elke kampong aanleggende en daar
korter of langer verbly vends, alleen zijn kapitaal
aan vechthanen en kaarter, is volgefourneerdzijn
handelsgoederen zijn dikwerf van luttele waarde, ja
het is zoo erg dat zelfs de zwervende Poenaos met
hun minimum van vervoerbare have geen vechthaan
meer kunnen missen.
En zooals men meestal ziet, is het ook by de
Dajaks gegaan, niet de mogelijkheid om veel te kun
nen wagen en dus ongehinderd te kunnen verliezen
is een prikkel tot het inzamelen van boschproducten
geworden, maar, wel heeft omgekeerd de kans om
gemakkelijk iets te verdienen dien prikkel uitge
doofd, daarbij, ingeval van verlies, den ongelukkige
aanzettende tot noodlottige berusting in zijn ar
moede óf wol tot nog kwadere practijken als roof
en oplichtery.
Postduiven ten dienste der zeemacht. De post-
duivenvereeniging »La For ter esse" te Toulon, neeft
aan boord van de kanonneerboot Saint Louiste
Salins d'Hyères, een duivenslag ingericht en daar
aan 12 jonge duiven gegeven, die zich zeer spoedig
aan haar drijvend verblijf en aan het kanongebulder
hebben gewend er worden wekelijks toch niet min
der dan 600 schoten gedaan. Men heeft ze zelfs
gewend om onder het varen uit haren slag te komen
en er weder in terug te keeren. De duiven vliegen
om het schip, begeven zich soms naar de Hyères-
eilanden en koeren weder in hare kajuit terug, zoo
wel op zee als op de ankerplaats.
Men is begonnen, zb op korte afstanden los te
laten en heeft deze langzamerhand vergroot met be
hulp van een atoombarkas. Onlangs werden de
duiven in eene mand medegegeven aan de Couronne
een grooter schip, dat by het aanbreken van den
dag onder stoom ging om oenige mijlen verder in
zee eene schietoefening te houden.
Om 7 u. 45 m. liet men met het eerste kanon
schot de duiven loszij vlogen eerst eenige oogen-
blikken rondom het schip, zonder eenige vrees te'
toonen voor het gebulder of den rook der schoten,
die inmiddels vrij sÜel qchter elkaar werden afge
geven.
Nadat zij zich georiënteerd hadden, verdwenen
zy pijlsnel in de richting van Salins d'Hyères, waar
de Saint Louis voor anker lag en waar zij om 8 uur
30 ifiinuten aankwamenslechts eene duif bleef tot
den middag achter op den mast van de Couronue,
doch vloog tegen den middag naar haar *fcok terug.
De proef wordt, volgens de Proges militaire als
goal geslaagd beschouwd,, zoodat het is te voorzien,
dat de vraag der dryvende postduiven-stations ten
dienste der marine, spoedig op bevredigende wyze
zal zijn opgelost.
Men meldt uit Naaldwijk
De asperge-verzending is thans in vollen gang.
Qualiteit zoowel als quantiteit laten niets te wenschen
over, doch 4e pryzen zijn laag. Voor de witte
besteedt men 15 a 20 cent per bos, terwijl men
voor de blauwkoppen sleohts 10 cent betaalt.
De vruchtboomon prijken fin bollen lentedos, en
wanneer geen nachtvorst haren nadeeligen invloed
doet gevoelen, zal er dit jaar fruit in overvloed zijn.
De aardappelen staan mooi op ry, doch groeien,
evenals hot koren, slecht, ten gevolge van het koude
schrale weder. Ook het gras vermindert sterk,
zoodat de koeien niet te veel gevenvoegt men
hierby de lage pryzen van boter en kaAs, dan kan
men zeer goed begrypen, dat de boeren alleszins
reden tot klagen hebben. De veestapel is gezond.
i
Op het erf Taoli, van den heer W. Koster, te
Leimuiden, doet zich het navolgende belangwekkende
geval voor. In een niet al te ruim hok van een
grooten kettinghond heeft zich vertrouwelijk een
kip te broeden gezet. Tusschen beide dieren schijnt
een goede verstandhouding te bestaan. Wanneer de
hen hot nest verlaat, om voeder te gebruiken, of
wanneer zij door den eigenaar om het curieuze van
het geval eraf gejaagd wordt, dekt de hond'de
eieren toe. Komt een oogenbHk daarna de hen
terug, dan stapt zij over den kop van den hond
heen naar het nest. Wordt de hond nit het hok
geroepen, of zal het dier er zich weer in neerleggen,
dan neemt het de uiterste voorzichtigheid in acht,
om zjjn gezellin niet te storen. Een paar kloine
honden, die tot heden den grooten in het hok
gezelschap hielden, bijt hij nu af.
Een kunstotukjo, even verrassend als eenvoudig
Men legt eenige afgesneden gras-madeliefjes op
een bord, met de stelen dicht bij elkander in het
midden van het bord, en de bloemen naar de bui
tenzijde gekeerd. Men vuit dan het bord met water
en legt op do uiteinden der stelen een tamelijk zwo
ren steen. Na verloop van eenige uren richten de
madeliefjes zich op rondom den steen en komen tot
elkaar, zoodat zij een bouquet vormen.
Buisvrouw
Het annoDceeren van" oude boeken in onze vak
bladen heeft zoo zijn eigenaardige bezwaren. Het
handschrift var. geleerden wil wel eens wat onduidelijk
zijn en als men dan zelf den titel niet kent, ontstaan
vaak koddige vergissingen. Zoo zocht in no. 108 van
het Biirsenhlatt iemand het werk van onzen Vossius
getiteld «Diluvium Noachi universale," maar maakte
er van „Delirium Noachi universale." Arme Noachi
Niet genoeg dat de eenige maal dat gjj u eens te
huiten ging en dat nog wel bij vergissing
voor eeuwig geboekstaafd is, maar nu gaat men van
uwen roes het universaal delirium tremens maken
(jm. v. d. B.)
Een oude vrouw, wonende in een der huisjes aan
de Stalleukazerne te Breda, was aan het ziekbed, dat
op den vloer lag uitgestrekt gekluisterd. De arme
vrouw had eenigen tijd geen huishuur kunnen be
talen, en nu besloot de eigenaar van het huisje, do
ramen en deuren weg te nomen, aan welk plan' hij
met hnlp van eenige knechts uitvoering gaf, de
vrouw aan haar lot overlatende. Toen echter de
maréchaussee zich met de zaak bemoeide, heeft de
eigenaar het huisje weer in den vorigen toestand
teruggebracht, hetgeenevenwel niet voorkwam dat
proces-verbaal tegen hem is opgemaakt.
Is er, vraagt „De Maasbode", niets te doen aan
het vloeken, dezen kanker bij het leger P Onbedorven
miliciens, gonoodzahkt om hun dienstplicht te vervul
len, worden by het geringste vergrijp stijf gevloekt.
De gedwongen dienst is voor menigeen al erg ge
noeg het legerbestuur dient daarom to meer te
waken, dat de kazerne en het exercitieveld geen ge
dwongen school worden voor het aanleeren van gods
lasteringen. Weet men bij het leger, dat in den Haag
de wind nit een anderen hoek waait en de Minister
er niet op gesteld is, dan nemen zich de superieu
ren in acht en zullen zich wel wachten, ten minste
in het openbaar, wanneer er burgers in de huurt
zijn, hun gemeene taal te doen hooren. En dat
zou reeds veel gewonnen zijn. Een aanschrijving
van den Minister zon het kwaad wel niet uitroeien,
jnaar temperen, en in elk geval •een stap zijn in
de goede richting.
De landbouwcommissie, ingesteld bij Koninklijk
besluit, van 18 September 1886, hééft aan zijne
Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid, een verslag uitgebracht, waaraan wij
het volgende ontleenen
Het is niet twijfelachtig dat aan liet landbouw
onderwijs hier te lande nog niet de uitbreiding is
gegeven, die billijkerwijze mag worden verwacht.
Door het toenemend wereldverkeer en de toene
mende concurrentie wordt het voor den landbouwer
meer en meer een levensquaestjp, om door kennis,
en Vaardigheid uit te munten boven zijn buiten-
landsohe mededingers.
En terwijl in naburige landen reeds sedert ge-
ruimen tijd krachtige maatregelen worden genomen,
om de landbouwers in staat tq stollen de wapenen,
die de wetenschap hun schenkt te gebruiken en
hun natuurlijke intelligentie te Aherpen en te ont
wikkelen, is hier van staatswege n'og slechts een
enkele schrede op dezen weg gezet Het is onmis
kenbaar dat daardoor aan het geheele vaderland
een onberekenbare schade is berokkend.
Men zal echter bij een betere regeling niet kun
nen volstaan met slechts na te doen, zooals het
buitenland ons is voorgedaan. Er moot bij die
verbetering rekening worden gehouden met Neder-
landsche toestanden, zeden en gewoonten onzer land
bouwers", met geheel onzen volksaard-
Ons landbouwonderwijs moet niet zijn een pUnt'
uit den vreemde hier overgepoot, .maar wij moeten
met het voorbeeld van anderen voor oogen de kie
men bij ons aanwezig tot ^ontwikkeling en wasdom
De school te Wageningen moge in sommige opzich
ten niet geheel aan aller verwachtingen hebben voldaan,
het is niettemin onmiskenbaar dat het middelbaar on-
dorwijs, daar gegeven, goede vruchten heeft gedragen.
Hare inrichting eischt wel is waar aanvulling en verbe
tering, maar over het algemeen kan zij de vergelijking
met dergelijke instellingen in het buitenland zeer
goed doorstaan. De school te Wageningen zal om
die reden bjj iedere practische organisatie van ons
landbouwonderwijs moeten behouden blijven en het
uitgangspunt moeten worden van de gewenschte her
vormingen.
Bovendien zullen scholen van meer eenvoudigen
aard, zoogenaamde winterscholen, moeten worden op
gericht om in de behoeften van technisch onderwijs te
voorzien voor hen, die een meer geregelde en volle
dige opleiding voor hunne kinderen niet kunnen
bekostigen. .jfc..
Doch met een behoorlijk#" inrichting van ons
middelbaar landbouw-onderwijs kan niet worden
volstaan. Aan den eenen kant is het noodig dat de
gelegenheid worde in hat leven geroepen om ook
hooger landbouwonderwijs te ontvangen, opdat hij
die zich ten vólle wetenschappelijk wenscht te vor
men, niet noodig hebbe tot het verkrijgen der ver-
eischte kundigheden buitonlandsche universiteiten,
waar hooger landbouwonderwijs wordt gegeven, te
bezoeken.
Aan den anderen kant ls het dringend noodig
dat ook voor de meer elementaire opleiding der
landbouwers worde zorg gedragen.
Om dat doel te beroikeu zullen verschillende maat
regelen noodig worden. Vooreerst zal op de herha
lingsscholen ten plattelands veel meer dan tot dusver
geschiedt en naar hetero methode onderwijs moeten
worden gegoven in de landbouwkunde.
Vervolgens zullen vakscholen moeten verrijzen,
waar de landbouwer op «envoudige wijze in de
proctijk van zijn vak wordt onderwezen, .terwijl
wintercursussen voor jongelieden en volwassenen, tot
aanvulling en herhaling van sommig? deelen der
theorie zullen dienst (loeD.
Een onmisbaar hulpmiddel by dit onderwijs zijn
de zoogenaamde proefvelden of demoustratiorelden,
waarop den laudbouwers aanschouwelijk" wordt voor-
gosteld, welke resultaten door eene behoorlijke be
handeling en bewerking, door het gebruik van de
beste zaden en jjoor het aanwenden van' de' beste
werktuigen, kunnen worden verkregen.
Indien het landbouwonderwijs hier te lande in
dier voege kon worden georganiseerd', zou eene in
richting worden Verkregen welke aan alle eischen
zou voldoen, met Nederfandsche toestanden rekening
zou houden en zonder groote geldelijke opoffering
zou kannen worden in het leven geroepen.
Uit Muntok wordt aan de locomotief dd. 7 April
het volgende geschreven
Wij hebben hier een opstootje gehad van de
Chineezen. Eens in het jaar wordt het tinerts ge
smolten, de tinsohuitjps worden dan naar de admi
nistrateurs gobracht en na afloop aan de arbeiders
werkgeld uitbetaald. Zoo was o. a. het smelten in
Merawang in het begin van Februari afgeloopen,
waarvan onmiddellijk, per missive van 7 Februari,
kennis werd gegeven aan den resident te Muntok»
die voor -het werkgeld een mandaat moest geven.
Dit stuk kwam echter maar niet, waarop do Chinee
zen begonnen temopperen, dat zij het hun toeko
mende loon niet op tijd ontvingen en brutaal werden
tegenover de Europeesche opzieners on den admini
strateur. Het, waohtwoord was eohter steeds „Wacht
tot de resident het geld zendt 1" Eindelijk en ten
laatste begon hun dit te verdrieten en op dan Sen
April jl. kwamen des morgens vroeg, gewapend met
knuppels, stokken en steenen, een aantal Chineezen
den administrateur van Xerawang, die- tevens hoofd
van het plaatselijk "beltuur is, op zijn bureau op
zoeken.
De administrateur, die hen het erf zag opkomen,
stoot spoedig de deur van zijn kantoor an trok zich
terug naar de aohtergalery van zjjn woning, daar
heen vergezeld van één kettingganger, terwijl de op-
passors en bet kampongvolk weg liepen. Onder een
oorverdoovend geschreeuw van „oewang, oewang 1"
begonnen de Chineezen in de galerij van j den admi
nistrateur filial kort en klein te slaanlampen,
spiegels, stoelen, servies, glaswerk, alles werd ver
nield en het is wel een wonder, dat zij den ndmi-
nistratenr niet hebben vermoord.
Spoedig kwamen daarop eenigo oppassers en be
dienden ter hulp, waarop een Chinbes werd doodge
schoten en verseheidenen van hen werden gewond.
Daarna trokken zijn in hun kampongs terug.
Eenige uren later kwam van Pangkal Pinang een
Europeesch onderofficier met twaalf minderen en een
militaire dokter om hulp te verleeneh. Negen ket
tingganger» waren verwond, waarbij enkelen zeer be
duidend.
Dien dag bieren de Chineezen met honderden
bijeen in de flichtstbij gelegen mijn, doch gedroegen
zich verder rustig.
Den volgenden morgen, 4 dezer, waren de Chi
neezen uit alle mijnen, zelf van 8oengeilia, weder
gewapend met knuppels en steenen. Zij waren meer
dan 1200 man sterk, zoodat het noodig werd ge
oordeeld de militairen naar de mijn te zenden. Om
verder bloedstorten te voorkomen liet de admini
strateur hun aanzeggen, dat, als zij kalm uiteengin
gen, ieder naar zjjn mijn, waar hij behoorde, en de
gewonde en belhamels uitleverden, zij het hun toe
komende loon onmiddelijk zouden ontvangen. Hier
aan gaven zij gehoor en ontvingen het geld, waarop
een gedekte der militairen weder naar het acht pnlen
verwijden» Pangkal Pinang terugkeerde.
Den volgenden dag was alles weder rustig en
gingen de Chineezen weder aan het werk. Van Mun
tok, dat 85 palen van hier is verwjjderd, werd
daarna nog een luitenant met 40 man gezonden, om
op alle eventualiteiten voiorbereid te zijn.
Gisteren 6 dezer, kwam de secretaris hier om
zoogenaamd de zaak te onderzoeken, doch eigenlijk
meer om alle schuld van den resident af te schuiven
en daar anderen voor op to laten opdraaien. De zoo
lang verwachte mandaten bracht hij mede, geteekend
door den resident, onder datum van 30 Maart. De
dagteekening zegt genoeg.
De „Volkstem" van Pretoria, schrijft, onder dag
teekening van 3 Mei jongsleden:
„De uitslag van de herkiezing van den Staatspre
sident is door ons medegedeeld. De heer Krüger
is herkozen met vier vjjfden der stemmen. Wij heb
ben die herkiezing aanbevolen en zijn dus met den
afloop zeer tevreden.
„Een der eerste werkzaamheden van den Volks
raad zal de plechtige beëediging van den heer Krii-
ger zijn. Er is iets hartverheffends in. Wat was
de .Republiek acht jaren geleden? Een wingewest
van Engeland! Tot dien lagen rang waren wij af
gedaald. Voor allen, die van 1876 tot 1881 hier
„Work/,aam waren, moet de herinnering aan die moeie-
lijke dagen, toen tot zelfs de hoop van herstel uit-
gebluscht was, overgeteljjk blijven. Met wat angstige
zorgen trokken wij, bijna ten einde raad, naar Paar-
denkraal op I In een soort van koortsachtige span
ning leefden wij door de overstelpende gebeurtenissen
van 8 December 1880 tot 28 Maart 1881. Het lij
den was geleden.
„De heer Krüger genoot en verdiende de eer om
onder meerderen, de eerste te zijn. Toen nu na den
vrede men weder denken kon aan de herstelling
van den geregelden staat van zaken, was eene der
voornaamste maatregelen do opheffing van het tijdelijk
aangestelde Driemansdhap. Die regeeringsvorm was
in strijd met het verleden der Republiek, en gaf zeer
vele bezwaren. Een der voornaamste was wel de
verdeelde verantwoordelijkheid. De heer P. Joubert
maakte zich-zelf tot zegsman van dit gevoelen, en
het zal 'Zekerlijk altijd een der beste herinneringen
voor hem blijven, dat hij den Volksraad schriftelijk
aanspoorde tot het grondwettig voorschrift wat den
Staatspresident betreft terug te keeren, Hij zelfwees
in dien brief den heer Krüger als Wkwenschelijken
resident aan.' In Mei 1883 aanvaardde deze den
em toevertrouwden zetel, en hij staat 'nu goreed
voor (le tweede maal een loopbaan, van vijfjaren
het hoofd van den Staat te wezen, te beginnen. On
twijfelbaar geniet hjj van de zijde des volks een zeer
groot vertrouwen. B(jna onbegrensd in zij populari
teit. Groot daarom ook zijne macht ten goede. Wat
anderen niet vermogen, kan hij.
j/De afgeloopen vijf jaren hebben' zieh door veel
goeds gekenmerkt. Vooreerst zageu wij de blijvende
verbetering van het rechtswezen door de handhaving
en uitbreidihg Van het Hooggerechtshof. Wij spre
ken uiot te sterk als wjj zeggen dat het Hof nu
ieders vertrouwen verdient en een steun is van het
land. Ook is het personeel van ambtenaren aan
merkelijk uitgebreid, een waarborg voor de toekomst
van eeno jbehoorlijke administratie. De grondsla
gen van een degelijk artilleriekorps en bereden po
litiemacht zijn gelegd. Ook is de groote quaostio
van de naturel]en-locaties aangepakt, en althans aan
vankelijk niet al to slecht geregeld. Het postverkeer
is verbeterd, de nieuwste toepassingen op dit gebied
briefkaart en postwissel, hebben hun weg in ons
land gevonden. Ook de telegraaf wei;kt;- het net
over de Republiek uitgespreid omvat reeds bijna al
dé hoofdpunten der samenloving.
„Veel van dit alles is geleidelijk tot stand geko
men, zonder Buitengewone oorzaken. En wanneer er
lof voor moet gegeven Worden, dan hebben wij er
met op tegen aan den heer Krüger, als den vertegen
woordiger van het land -en het volk lof toe te
zwaaien.
„Maar niet weinig van dit alles heeft steun ont-
leend aan buitengewone middelen, die wij voor heden
niet aanroeren.
„De twee voornaamste gebeurtenissen in de afge
loopen vijf jaren zijn geweest de zending van eene
deputatie naar Europa en de verwikkelingen aan de
westelijke grenzen.
„In beide zaken is de heer Kruger een hoofdfi
guur geweest. Wij hebben nooit voel vruchten ge
zien van de deputatie naar Europa. Reeds vóór de
leden vin Pretoria vertrokken was het hoofdwerk
gedaan, en de Britsohe Regeering geneigd tot oene
wijziging van de conventie. Anderen hadden (jit
werk voorbereid.
„De verwikkeling aan de westelijke grenzen heb
ben onzen Staat aan den rand van een tweeden
oorlog met Engeland gebracht. Het heeft den heer
Kruger, wjj houden ona daarvan diep overtuigd, bijna
ondragelijke smart gekost, de gevolgen af te keeren
van het in overmoed of onverstand genomen
besluit om Gosenland onder de protectie der Repu
bliek te brengen.
„De kwade gevolgen zijn afgekeerd.»
De algemeen erkende noodzakelijkheid om, ter
voorkoming van epidemiën, lijders aan besmettelijke
ziekten in afzonderlijke ziekenhuizen af te zonderen
en te verplegen, hoeft twee Pransche geleerden, de
geneeshoeren Dubrisay en Napiae, bewogen om een
onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop dit
thans in Europa geschiedt, speciaal in Dnitschland,
Zwitserland, Oostenrijk-Hongarije, België, Nederland,
Spanje, Griekenland, Italië, Rumenië, Servië, Rusland
.en Zweden en Noorwegen.
Van dit onderzoek ia in de jongste vergadering
der „Société de medicine publique» te Parjjs een uit
voerig rapport uitgebracht, dat in het onder dag
teekening van 20 Mei laatstleden verschenen num
mer van de Pransehe „Revue d'hygiène" in extenso
is opgenomen en waaraan de „Nieuwe Rotterdamse!»
Courant» het volgende ontleentOver Nederland
handelende, wordt daarin met veel lof gewaagd van
onze epidemiewet, vooral wat betreft de bevoegd
heid, die ingevolge deze aan Gedeputeerde Staten
der povincie verleend is om, waar zij het noodig
achten, den gemeentebesturen de verplichting op te
leggen, eene gelegenheid tot afzondering van lijders
aan besmettelijke ziekten in te richten.
Ook op ons ontsmettings-regnlatief, dat ip 1885
herzien is, wordt met waardeering gewezen. Van
de groote Europeosche steden, over welke in het
rapport gesproken wordt, zjjn Botterdam," Den Haag
en Amsterdam speciaal vermeld: Het oordeel over
de twee eersten is zeer gunstig. In 5 van de 7
Haagsche ziekenhuizen zijn namelijk afzonderlijke
lokalen ingericht tot opname van besmettelijke
lijders.' Van Rotterdam vermeldt het rapport dat,
buiten eene reserve-barak van 34 bedden, 4 pavil-
loenen met 44 bedden zjjn opgericht voor gewone
lijders aan infectieziekten, 1 barak met 60 bedden
voor cholera- en 1 dito met 23 bedden voor pok
lijders. Over Nederlands hoofdstad laten de verslag
gevers zich minder gunstig uit, behalve over de
Amsterdamsche hotelhouders, die zeer geprezen
worden voor het tot stand brengen va», een isoleer
huis, dat zij op onderlinge kosten heboun gesticht.
Van dezen maatregel wordt getuigd que tWe eet
dee meilleuree et vaudrait étre adoplfe par dee koteliere
de «os stations thermuU's et des plages les plas
frequeutées.
Keizer Frederik is weer in zoover hersteld, dat
hy. zijne eerste parade als keizer kon bywonen.
De kroonprins verscheen met twee regimenten
der garde op het slotplein te Charlottenburg en
voerde deze voorbij den keizer, die, in generaals^
uniform met een helm op, in oen open rytuig stond.
De keizer was zeer tevreden over de houding der
troepen en groette de oudere officieren, die hij
kende, bijzonder hartelijk. Duizenden menschen
waren weer tusschen Charlottenburg eu Berlijn op
de been en ontvingen den kroonprihs, toon hij met
zjjn soldaten naar Berlijn terugkeerde, met buitóti-
gewone geestdrift.
Bijna op denzelfden dag, waarop de Hongaarsche
minister Tisza den Europeoschen toestand als zoo onze
ker kenschetste, dat zelfs de deelneming aan de Parij-
sche tentoonstejjing moest ontraden worden, werd op
plechtige wijze het groote vredeswerk der Russen in
Centraal-Azië ingewijd. Hiervoor was de dag uitgeko
zen, waarop czaar Alexander te Moskou werd gekroond.
In den eersten trein, die het eindpunt van den greo-
ten spoorweg bereikte,zat generaal Annenkof, de
energieke aanlegger der gebeele lijn, met zyn staf,
benevens een groot aantal officieren, vertegenwoordi
gers van genootschappen, journalisten en vreemde
lingen, die allen getuigen wilden zijn van de plech
tigheid.
Ondanks den hoogen waterstand van de Amoer
Dnrje, waardoor groote overstroomingen zyn veroor
zaakt, bereikte de trein zonder ongeval Samarkand.
Generaal Rosenbach, de gouverneur van Turkestan,
wachtte met een gezantschap van den Emir van
Bokhara daar den feesttrein, die onder het donderen
der kanonnen stopte bij het graf van den veroveraar
Tamerlan.
De feestelijkheden bestonden uit eene kerkelijke
plechtigheden, een parade, een feestmaal en verlich
ting der stad. Aan feestdronken ontbrak het natuur
lijk niet. De gouverneur stelde een dronk op don
czaar en de senator Semenenoff, de voorzitter van
het Russische Aardrijkskundig Genootschap, bracht
hulde aan generaal Annenkoff, die het reuzenwerk
steeds leidde.
De Transkaspische spoorweg begint te Miklailovsk
aan de Kaspische zee en heeft tot Samarkand een
lengte van 900 mijlen. Tegelijk met de opening van
den spoorwog, is tevens de diréete telegrafische
verbinding tusschen Europa eu Samarkand openge
steld.
Chamberlain voerde het woord in een meeting
van Unionisten te Birmingham. Hij betoogde, dat
de Regeering geen Tory-Regeering, maar veeleer een
Unionistisch Kabinet was. Zij ging niet ver genoeg
voor hem, maar zy zou toch waarschynlijk be
langrijke en gewenschte hervormingen toestaan. De
aanstaande zitting zou een Engelsch-Schotsche zijn,
daar Ierland veel tyd had gekost en meer verkregen
had dan men vroeger durfde hopen. Intusschen gaf
Chamberlain toe, dat de Iersche quaestie was ge
bleven Gladstone moest nu met zyn plan voor den
dag komen, misschien dat het in vele opzichten de
goedkeuring van liberale en radicale Unionisten zou
verwerven. Regeling van de landquaestie moest her
vorming van het lokaal bestuur voorafgaan. Een
afzonderlyke nationaliteit in Ierland zou hij, Cham
berlain, nooit erkennen.
Bij een toespraak tot 3000 menschen te Hawarden
zei de Gladstone, dat, zoolang de Iersche quaestie
niet op bevredigende wijze was opgelost, het in
het Parlement niet rustig zou wezeu.
De Katholieke bisschop van Limerick heeft aan
den burgemeester dier stad een schrijven gezonden,
waarin hy zegt, dat de geostelijkheid aan de belegde
meeting om tegen de pauselijke circulaire te pro
testeeren natuurlijk niet mee zal doen; hij vertrouwt,
dat alle goede Katholieken zich daarvan evenzeer
zullen onthoudeneen verzet van de Ieren tegen het
gezag zou hij een hoogst betreurenswaardige zaak
achten.
De BURGEMEESTER Tan Gouda
Brengt ter algemeene kennis dat aanstaanden
Zondag den 3 Jnni 1888, des namiddags 12 uur,
op het Raadhuis niet alleen voor minvermogenden
maar voor ieder die zich daartoe aanmeldt, gelegenheid
zal bestaan om zich geheel kosteloos rechtstreeks
van het kalf te doen inenten of herinenten.
Gouda, den 31 Mei 1888.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN
MARKTBERICHTEN.
Gouda, 31 Mei 1888.
De aanvoer van granen was heden, wat Tarwe
betreft, ruim voldoende voor de behoefte. Van de
overige artikelen was de aanvoer „maar matig.
De handel was stil en de prijzen ongeveer onver
anderd.
Tarwe Zeeuwsche ƒ7.60 a 7.7$. Min'dere Zeeuw-
sche 7.35 a 7.40. Polder 7.— a 7.20.' Af
wijkende 6.40 4/6.50. Roode 6.30 a 6.40
Angel 7.30 a 7.35. Kanada f 6.25 a 6.40.
Zeeuwsche Rogge ƒ5.60 a 5.85. Polder 4,60
a 4.75. Buitenlandsche por 70 KG. f 3.90. a
4.40. Gerst. Winter 4.70 4 4.80. Zomer
f 4.50 4 4.60. Chevaliergerst 6.4 7.
Haver per Heet. 3.40 a 4.40 per 100 kilo
6.50 a 7.50. Hennepzaad: Inlandsch f 7.90
a 8.Buitenlandsche 5.30 4 5.60. Erwten:
Inla ds ho Blauwe Mesting 6.30 4 6.35. Buiten
landsche voererwten per 80 Kg. 5.80 a 5.80.
Kanariezaad: 8.25 4 8.75. Boonen Bruine
boonen IQ.50 4 ƒ11.25. Duivenboonen 6.50
4/6.75. Paardenboonen 5.40 a 6.70. Maïs
per 100 kilo: Amerikaansche Mixed 7.50 a 7.80.
Odessa (onfrisch) 6.40 4 6.50. Cinquantine
7.75 4 8.—.
De veemarkt met gewonen aanvoer, de handel
traag, vette varkens 18 a 20 et, varkens voor Londen
17 a 17'/j ct.magere varkens en biggen traag,
biggen 1.10 a 1.25 per week, schapen ge
woon 18.a 30.en lammeren 5.a
11.por stuk, handel traag.
Aangevoerd 69 partijen kaas, eerste qualiteit
24.4 26, tweede qualiteit ƒ20.4 23.
Noordhollandsche 22.4 25.
Goeboter l.jlO 4 1.25.
Weiboter Q.90 4 1.t.