Bad-Artifcelen:
SCIILDEMNECHT,
ADVERTENTIËN.
Terstond gevraagd
UEISJE,
PULP van Arnhem
Buitenlaodscb Overzicht.
A. v. OS Az. Kleiweg E. 73 en 73a.
INGEZONDEN.
Het Muziékale Gouda
Het geven aan Bedelaars.
Ct
Burgerlijke Stand-
Haastrecht
J. CAMPHUIJSEN
voorloopig1 niet meer TE KOOP.
W. DEN HERTOG.
dadiger volkomen koud laat, dook een ware marte
ling is voor hem, die sgn gevoel ran eer niet
rerloren heeft, en dat de korte gevangenisstraf dus
in omgekeerde reden staat tot de meerdere of
mindere doortraptheid van den veroordeelde, zwaar
der is naarmate het zedelijk gevoel van den schuldige
beter is ontwikkeld.
Twee voorwaarden zjju T00r de verzachting ge
steld: de veroordeelde mag geen vroeger vonnis,
crimineel of correctioneel, achter den rug hebben,
en de straf mag de zes maanden niet te boven gaan.
De wet geldt ook voor veroordeelingen tot boete.
De rij te betaalt en daarmede is alles gedaan,
maar de arme kan dit niet doen zonder of het
brood als 't ware uit den mond zijner kinderen
te nemen, of, zoo hij niet betalen kan, in de ge
vangenis te gaan zitten, waardoor hg onteerd en
zjjn huisgezin dikwijls in ellende gestort wordt.
Met de nu aangenomen wet kan de rechter aan het
vonnis het karakter eener bedreiging geven, waar
aan gevolg zal worden gegeven zoo de schuldige
opnieuw misdoet, maar die zondor kwade gevolgen
voorbjj zal gaan, als hij zorgt niet weder met de
justitie in aanraking te komen. Deze bedreiging
mag echter niet tot in het oneindige duren; de
wet stelt dus als maximum een tijdsverloop van
vijf jiren vast, te rekenen van den datum der ver-
oordefelingin dien tijd kan dus de veroordeelde,
zoo hij niet weder misdoet, zich zuiveren van zijn
vonnis.
In eene te Londen gehouden vergadering deelde
Huxley mede, dat in Januari en Februari 1886 de
kabeljauwen op de kusten van Noorwegen zoo tal-
rjjk waren, dat zij, opeengestapeld, eepe hoogte van
120 a 160 voet zouden gevormd hebben, bestaande
uit 120 millioen visschen op den vierkanten meter.
Veronderstellende dat elke kabeljauw slechts één
haring per dag eet, zouden al die kabeljauwen te
zamcn 840 millioen haringen 'per week nuttigen.
Aan al de visschers van Noorwegen is het nog nooit
gelukt 401) millioen te vangen. De gezamenlijke vis-
Bchers op de geheele aarde vangen nog geen vijf
procent van de visschen, op welke zjj jacht maken
kabeljauwen, makreelen, haringen, ssrdinen enz. Met
andere woorden: de rijkdom aan visschen van den
oceaan is onuitputtelijk.
Dit lezen wij in een blijkbaar eenigszins onvol
ledige mededeeling in La Nature van 10 Maart van
dit jaar, op pag. 238. Over de waarde der door
Huxley opgegeven eijfers kunuen wij geen oordeel
vellen. Maar wij mogen van iemand als Huxley niet
verwachten, dat ze uit de lucht gegrepen zullen zijn.
Trouwens de overgroote rijkdom aan visschen in
den oceaan is bekend genoeg. «De oceaan wemelt
van visschen" zeide reeds J. Mulder op bladz. 19
van z|jne in 1854 uitgogeven, indertijd veel bespro
kene brochure De voeding der Nederlandera. F,n
hjj bracht te recht dien rijkdom in verband met de
eischen der volksvoeding.
Bij alle wijzigingen, die de leer der voedingsstof
fen sedert Mulder's tijd heeft ondergaan, wordt de
waarheid nog algemeen aangenomen, dan het voed
sel, om goed to zijn, een zekere hoeveelheid stik—
stofhoudende stoffen moet bevatten, en dat deze,
wil men niet tevens eene overbodige hoeveelheid
Btikstofvrjje voedingsmiddelen in zich opnemen, het
meost geroedelgk uit voedsel van dierlijke afkomst
kunnen worden verkregen. En daar visch, in het
algemeen genomen, ten aanzien van het gehalte aan
stikstofhoudende stoffen met vleesch kan worden
gelgk gesteld, zoo is het feit, dat er bij lauge na
niet zooveel visch gevangen en in consumtie gebracht
wordt als kon gesohiédcn, voor de volksvoeding van
veel belang.
Te meer achtten wg het niet ondienstig daarop
te wijzen, daar in den laatsten tijd herhaaldelijk de
aandacht gevestigd werd op haring, als een uitmun
tend stikstofhoudend voedsel, dat ook in tijd van
oorlog aan de legers veel dienst zou kunnen bewijzen.
(Album der Natuur.)
Een boek, waarvan de bladen niet van papier,
maar van zijde, de letters niet gedrukt, maar gowo-
ven zijn, wordt door den fabrikant Roux, te Lyon.
uitgegeven. In 25 afleveringen, elk van twee bladen,
a 10 frank per aflevering, zal het boek oompleet
zijn; het is dus slechts 50 bladen groot; 15 afleve
ringen zijn reeds verschenen. Het boek bevat een
voudig de H. Mis en andere katholieke gebeden,
die op de witte zijden velletjes zeer duidelijk met
zwarte zijden draden in gothisch letterschrift gewe
ven zijn. Elke pagina is door een verschillenden
rand in middeleeuwschen stijl omgeven.
Men schrijft uit Limburg aan de N. Rott. Ct. .-
Onder de eigenaardigheden van het limburgsche
volksleven ten plattelands behoort de zoogenaamde
«bronk» of pronk". Onder deze benaming verslaat
men het optrekken der dorpsschutterij bij gelegen
heid der kermis, waarmede gewoonlijk het houden
eener prooessie gepaard gaat. Men moet zulk een
schutterij hebben gezien, om er een juist denkbeeld
van te hebben. Zij is samengesteld uit de meest
heterogene bestanddeelen en in de meest phantastische
kleeding uitgedost. Aan haar hoofd staat een generaal,
kenbaar aan zjjn «sohako plak" met pluim, zooals
men dit hoofddeksel hier noemt, aan zijn afhangende
franjes, kwasten, koorden, galons en hoog opstaande
bouquetten en vederen. De uniform der officieren en
schutters is niet minder bont en bestaat uit een don
kere jas, bezet met oude militaire koorden, epau
letten, bandelieren, strikken, sjerpen en uit alles wat
men heeft kunnen machtig worden om zich op te
dirken, voorts uit een zwart-witte en soms vuurroode
broek, en het geheel bekroond met een uniformpet
of hoed, die rondom met een krans van bouquetten
prgkt.
Bij den «pronk" trekt de tamboer-majoor voorop.
Hjj is gedekt met de traditioneele berenmuts en
zwaait in het volle besef zjjner waardigheid zijn
grooten kogelstaf over de tamboers, die, met bonte
mutsen en met strikken en met linten versierd hun
gevaarlijk geroffel doen hooren. Achter dezen komen
de bijlemannen. Zij dragen een soort strijdbijl op
langen stok, een groot schootsvel, nauwe witte broek,
eeu buis, waarin de schutter als geperst zit, een
berenmuts van zeehondenvel, ruim voorzien van
pluimen en papieren bloemen, somtijds ook een
hoofddeksel, dat men gerust tot de kleederdracht
van hot voor-historische tijdperk mag rekenen. Tus-
schen de bijlemannen in gaat «de pieper", een schut
ter, die op do maat der trom zijn eentonige deuntjes
blaast op een dwarsfluit. Bij sommige schutterjjeu
danst naast den pijper een boer in een narrepak ge-
Stoken, soms in een wollen deken gewikkeld, die
met schelletjes is bezet.
Deze schutterijen houden nu en dat onderlinge
wedstrijden, en tot hun eer moet gezegd worden, dat
zij door vaardigheid in de behandoling van vuurwa
penen uitblinken. Mocht het eens tot een regeling
van onze levende strijdkrachten komen, dan zouden
deze limburgsche schutterijen wel als een voorbeeld
kunnen dienen
Naar aanleiding van de opening der tentoon
stelling van Kunstnijverheid te 's Hage schrijft de
Haagsche oorrespondent der Zaanl. Ct.
«Ik ben naar het terrein geweest, maar ik
wensch u geen getrouw verslag te geven van deze
ceremonie, waarbij een 10 of 12-tal deftige jongelui,
van de eerste families,, dienst deden om het decorum
te bewaren door hun zwarte rokken en witte dassen,
witte handschoenen eli klaphoeden, maar waarbij 't
overigens vrij ongegeneerd toeging. Men liet de
genoodigden althans op een door bet brnudend
zonlicht gloeiend terrein een uur ongeveer staan,
"Wel-is-waar om keurige muziekstukken en schoone
zang aan te hooren, maar, aangezien men daar
voor niet gekomen was, en men deze goede gave
toch" onder de minst aangename voorwaarden moest
genieten, hadden velen ze het comité volgaarne
cadeau gedaan in ruil voor een stoel of bank bjj
de redevoeringen. Het hoofdmoment van de plech
tigheid Was immers de rede van den Voorzitter van
het uitvoerend comité, den heer dr. Louis Mulder,
die het er blijkbaar op gezet had om op dezen dag
nu h|j zijn doel vrijwel als bereikt en de teutoon-
steling als een voldongen feit beschouwen kon,
aan zjju ovorkropt gemoed lucht te geven. Hij
slingerde ten minsta aan rjjks- en gemeentelijke Re
geering eenige niet malsche verwijten van tegen
werking der nationalë onderneming, ja zelfs van
pogingen om haar te doen mislukken, naar het
hoofd. Hij deed dit niet zonder instemming te vinden
bij de meesteu zijner hoorders en hoorderessen, die
er over uit waren, dat deze man nu ten minste nog
eens de waarheid flink durft zeggen Doch or waren
ook lieden in 't auditorium, die het minstens «on
aardig» vonden, dat de feestredenaar zjjn gasten op
deze wijze tentoonstelde als gekramde pullen. Ik
voor mij had er ik beu een beetje van den
ironischen kant nog al schik in om baron Mackay,
don Minister van Binnenlandsche Zaken, den eenige
die als Kamerlid de aanvraag om de rgks-subsidie
(waarvoor don aanwezigen heer Heemskerk dank
werd gezegd in den vorm eener herinnering aan
de tierceeriug) bestreed, te hooren kapittelen wegens
de allerakeligste manier waarop «Financien" de
zaak heeft bemoeilijkt f' ik vond het ook vrij amu
sant om den Burgemeester, die van zijn minachting
had doen blijken door met eon grijs oveijasje,
bruine handschoenen en een parapluie in de hand
op 't zonnige feestterrein te verschijnen, duchtig
de ooren te hooren wasschen daor oen van de
mannen van de eerbiedvaardige Maatschappij van
Nijverheid, die ons Gemeentebestuur weigerde ter
gelegenheid van hot aanstaand Congres ten stadhuize
te ontvangen. Al vond ik 't echter dolprettig
ik zal 't niet ontkennen dat het niet geheel in den
haak was naar de regelen van de etiquetteuit dit
oogpunt had men de ceremoniemeesters eerder kun
ken missen en de hatelijkheden uit de openingspeech.
werden zelfs door hun aanwezigheid niet goedge
maakt. Doch pikant was het
Men leest in de Geneeehundige Ct.
Professor W. P. Ungerer merkt op in den Popular
Science Neut dat de geur van bloemen een heilza-
men invloed op het menscheljjk organisme oefent.
Iemand, die zijn leven in een geparfumeerde athmos-
pheer sleet, zou alle aandoeningen der longen ver
mijden en ontwikkeling van toring stuiten. Zeven,
porsonen, door bovengenoemden professor behandeld,
heretelden spoedig hun gezondheid door deze geurige
behandeling, hoewel zij vóór do proefneming een
parig veroordeeld waren.
Ter bevestiging van zijn thesis haalt Ungerer de
stad Grosse in Frankrijk aan, dien bloementuin van
Europa, waar de tering uiterst zeldzaam voorkomt.
Dit zou alleen te danken zjjn aan de geuren, die
zich uit do distelleerdergen ontwikkelen.
Puttkamer gevallenZiedaar hot grooto nieuws
eergisteren te Berlijn. De aanval van de vrijzin
nige partij op het systeem-Puttkamer in de laatste
zitting van den Pruisischen landdag is met het
schoonste resultaat bekroond. Het juiste woord op-
de juiste plaats heeft doel getroffen. Na de bokende
redevoeringen van Rickerf en Richter over don
dwang bij de verkiezingen van oflicieele zijde uit
geoefend richtte, zooals bekend is, keizer Frederik een
schrijven aan den minister Von Puttkamer, hem
uitnoodigend zich te rechtvaardigen tegenover de
beschuldiging, dat hg systematisch de vrije uitoefe
ning van het kiesrecht belemmerde. Het door den
minister ingediende antwoord werd door den keizer
ten eenemale onvoldoende geacht.
Ondanks alle voorstellingen van zeer invloedrijke
personen ten gunste van den minister Von Putt
kamer, volhardde de keizer bij zijn gevoelen, waar
van hij in een tweede eigenhandig schrijven den
minister kennis gaf. Na ontvangst van dezen keizer
lijken brief bleef den heer Von Puttkamer, hoe zeer
hjj ook natuurlijk louter uit vaderlandsliefde
aan zijn portefeuille gehecht is, geen andere kouze
dan zijn verzoek om ontslag in te dienen.
De heer Von Puttkamer heeft nog geeh opvolger.
De meest verschillende geruchten zijn in omloop,
maar mot zekerheid is nog niets gemeld. Volgens
de Berljjnache bladen heeft nu ook de minister van
financiën, de heer Von Scholtz, zjjn ontslag gevraagd.
En de Keizer maakt het volgens de oflicieele
berichten goed, de krachten zgn bevredigend, enz.
De andere berichten luiden minder gunstig; .zelfs
het weinige, dat de Keizer verricht van de Regeeriogs-
zaken, mat hem te veel af en de toestand gaat
eer achter- dan vooruit. In zulk een toestand
beslissing te nemen over verandering van Regeerings-
beginselen, mag bedenkelijk heeten.
Van een herziening der Fransche grondwet zat
vooreerst niets komen.
De commissie, door de Kamer met het onderzoek
der ingediende ontwerpen belast, heeft mef 5 tegen
4 stemmen besloten haar zittingen te verdagen tot
25 Oct. De meerderheid nam dit besluit naar aan
leiding van de verklaring van den heer Goblet, dat
hjj in het einde des jaars zelf een ontwerp hoopt
in te dienen, maar spreekt tevens den wensch uit,
dat de regeering dit werk zooveel mogelijk znl be
spoedigen.
In^België heeft de hitte van den verkiezingsstrijd
hflf ioppunt bereikt. De beslissingis echter op
handen, want heden moeten de kiezers naar de
stembus. In het geheele land moeten gekozen wor
den 36 leden van den Senaat en 70 leden der
Kamer.
De Oostenrjjksche en de Hongaarsche Delegatie
kwamen bjjeen de toespraken van de presidenten
en ook do woorden bij de ontvangst door den Keizer
gesproken, zijn het oude liedje de vrede zal door
de goede zorgen van den Keizer wel bewaard blijven,
dank zij het verbond met Duitschland, maar er moe
ten toch weer vele millioenen aan de oorlogszaken
ten koste gelegd worden. Het tekort op de bogroo-
ting is dan ook nog wat grooter dan anders, ruim
113 millioen.
In de Italiaansche Kamer zijn de protesten be
handeld, welke de bisschoppen togen het nieuwe
Strafwetboek indienden. Na een uitvoerige toelichting
van don Minister van Justitie, Zanardelli, betreffende
het misbruik, dat de geestelijkheid van haar invloed
maakte, waartegen het nieuwe Wetboek straf bepaalt,
vereenigde de Kamer zich met zjjn zienswijze en
keurde deze met 270 legon 6 stemmen goed. Ook
werd een motie aangonomen, waarin den Minister
hulde wordt gebracht voor de afschaffing der doodstraf.
De democraten in de Vereenigde Staten zijn zeer
tevreden over den uitslag der verkiezing te San
Louis. De algomeene instemming, waarmede de
heer Cleveland tot candidaat werd uitgeroepen, geeft
hun hoop op goeden uitslag van den verkiezings
strijd. De strijd zal dit jaar bijzonder heftig zijn,
want het is nu voor de eerste maal, dat de domo-
craten met de tariefhervorming in hun programma
optreden, terwijl de republikeinen zich ten stelligste
voor behoud der beschermende staatkunde ver
klaren.
Wien de republikeinen tot candidaat zullen kiezen,
is nog niet zeker. De keus staat tusschen den se
nator John Sherman en den heer Chancey Depew.
Sherman heeft reeds sedert 40 jaren deelgenomen
aan het politieke leven, is meer algemeen bekend en
heeft daarom reeds de meeste kans, maar daarbij is
de heer Depew betrokken bjj uitgebreide financieele
ondernemingen, heigeen door velen niet wensohelijk
wordt geacht voor den president der republiek.
Er zjjn menschen, die beweren dat er in Gouda
muziekaal leven heerscht en dat men daar iets
gevoelt voor schoone muziek, maar men zou dat
toch gaan betwijfelen als meu ziet dat als een
der beste muziekcorpsen van ons land hier een
concert komt geven, zooals Zondagavond het geval
was, het publiek wegblijft.
Maar heeft men dan geen gevoel voor het schoone
In zeer vele gemeenten van ons land snakt men
er naar om eens op een mooicn zomer-avond eene
goede uitvoering bjj te wonen en hier bljjft men
met zekere valsche voornaamheid, als er zoo'n uit
voering is, thuis. Zjjtt de Goudsche dames en hoeren
dan zoo blasé dat zij zelfs - voor het beroemde Haag
sche corps niet meer naar «Ons Genoegen" opgaan
Arrao menschen, die zich op die wjjze vrijwillig van
een groot genot bcrooven I
Elders belaalt men gaarne entree voor een goed
concert en hier, waar Ons Genoegen's leden gratie
zoo'n concert kunnen bijwonen, komen zij niet. «Ja
maar, het was nog al koel om buiten te zitten" hoort
men zeggen. Waarljjk Staat dan Uw demi-saison,
Goudsche m'nheer, of Uw omslag-doek, waarde dame,
in de lommerd Zoo niet, neem ze mei". Het was
Zondag bepaald leeg en dit strekt weinig tot eer
van het Goudsche publiek. Men zegt dat de «Lilli
putters" hier goede recettes maakten. Naar dergelijke
flauwiteiten stroomt men heen en het Haagsche keur
korps iaat men voor stoelen en tafels optredon. Hel
schijnt slecht gesteld met bet gevoel voor goede
muziek in deze stad 1
Ezn Lid van «Ons Genoegen."
Zoowel de Kamer van Navraag als de Werkin
richting tot tcering van bedelarij hebben indertijd
circulaires verzonden aan de ingezetenen dezer ge
meente met het verzoek aan bedelaars geen aalmoezen
te geren. Hier en daar is dat verzoek in goede
aarde gevallen. Er zgn werkelgk menschen, die na
ontvangst dier circulaires bedelaars weg sturen met
leege hand. Natuurlijk zjjn er anderen, die nog
steeds blijven goven. Verkeerd geplaatst medelijden
en gebrek aan nadenken doen nog vaak iu den zak
tasten en een gift uitreiken, die beter kon besteed
worden. Zoolang nog niet ieder overtuigd is van het
kwaad, dat zulk onverstandig geven in de hand werkt,
moet steeds op hetzelfde aanbeeld worden geslagen en
alle gelegenheden aangegrepen om de aandacht te
veBtigen op die zaak.
Zoo'n gelegenheid doet zich nu voor, nu het
Juni-nr. van het blaadje dor Rotterdamsche Vereeni-
giug tot verbetering van armverzorging een ingezonden
Btuk bevat, dat, met overtuiging goschreven, verdient
ook buiten Rotterdam gelezen te wordtn, speciaal
ook te Gouda, waar nog door velen, ook door win
keliers, op dwazo wijze geld wordt weggegooid. Het
zjj mg vergund het hier te doen volgen.
Mynheer de Redacteur
Horinnert gjj U de bedelaars bjj de woning van
pater Jansen in do WouTEs-geschiedenis P
«Er vertoonde zich 'n bedelaar voor 't raam waar
de hortensia prijkte. De man keek oven naar bin
nen, niet zoozeer als iemand die vraagt, maar als
'n verwachte persoon, die te kennen geeft dat-i er
is. Weldra werd hg door 'n tweede en derde ge
volgd, die alsmede blijk gaven, zich volkomen thuis
te gevoelen op 't binnenplaatsje dat den pater voor
antichambre schoen te dienen. Velen maakten 't zich
gemakkelijk en gingen op 't een of ander uitstek
zitten, dat aan huis of kerk te vinden was, als
wilden zij door n charade en action do waarheid
uitdrukten „het pauporismus 'n pestbuil van 't
geloof". r
Wouter hoorde, dat men zich onder dat zoodjen
onderhield over de afwezigheid van den huisheer,
en wel op 'n toon, dioyzokere ontevredenheid liet
doorschemeren. Wel zeker, de man had op z'n post
moeten zjjn 1
Maar de meid is er toch, riep 'n jongen, die
den kost won met lam-zgn, maar nu toch 't kozijn
vau een der lagere kerkvensters had weten te berei
ken, waar-i gargouUle speelde.
Ik wacht liever op den ouwe zei 'n blinde.
Houd jij je mond, je mag er niet eens wezen,
je bent 'n dinsdagger.
Wat gaat dat jou aan Jij—zelf mag je mond wel
houden, je hebt bjj 't uitgaan van de Jakobskerk
drie gestaan en je bent maar zeven.
Né, zes nou, want de oude Jonas is dood. Maar
jij bent 'n dinsdagger. Ga heen, zeg ik je 1
Je hebt op drie gestaan.
Jjj bent 'n dinsdagger, ga heen 1 Toe, allo,
jongens, dringt 'm de gang uit Hjj steelt ons 't
brood uit den mond.
Wat 'n dinsdagger riep'nu 't uitwas van
de kerk. Dat mag niet. Er uit met hem 1
En de lamme wist vrij vlug op den grond te ko
men om 't geschonden bedelaarsrecht te handhaven.
De man namelijk die tot de bedeelden van dinsdag
behoorde,mocht zich niet vertooneu onder 't gezel
schap, dat zich 's maandags om ondersteuning bjj
pater Jansen aanmeldde. En wat die andere beschul
diging aangaat «drie staan als zeven je plaats is"
ze doelde op 't overweldigen van 'n rangnummer.
Te na bij 't uitgaan van de kerk wordt voor onvoor-
deelig gehouden, daar de drukte het uithalen vau
beurs of portemonnaie belet. Ook schijnt ieder haast
te hebben in de eerste oogenblikken na 'n kerkdionst.
Maar 'n standplaats te ver van de deur is ook niet
goed, want do meeston loopen, na twee of drie
keeren iets aan 'n bedelaar gegeven te hebben, on
verschillig door. Zonder 't minste besef, dat ze te
veel deden, namelijks iets verkeerds meenen
ze toch genoeg verricht te hebben.
Maar ook de dinsdagger zelf had zich te verant
woorden, en wel bjj Stijntje, die op 't rumoer naar
buiten kwam. De man die zich 'n dag te vroeg aan-
melddo, verontschuldigde zich door de opmerking
dat-i op dinsdag «zoovéél huizen had" en dat-i «z'n
beenen uit het lijf moest loopen" om al z'n klanten
behoorijjk te bedienen, denk ik.
Stijntje gaf ieder wat, maar niemand scheen te
vreden. Er bleek dat de heeren aan drie duiten de
persoon geproon waren, en nu met twee werden af
gescheept. Maar de oude meid hield zich flink.
«Wie nog 'n woord spreekt, wordt van de ljjst ge
streken." zei ze. «Ik heb nog zes heele dagen van
Gods lieve week voor me, en 'n mensch moet toch
zorgen d-i toekomt, niet waar Voort, allemaal, de
plaats af en den gang uit, voort I 't Is, dunkt me
wèl zoo.»
Het gemeene troepje liet zich niet zonder moeite
bewegen heen te gaan en Woutï» hoorde met ver
ontwaardiging, hoe er door sommige gemord en ge
scholden \forA. Als 't weer gebeurde dat de-n-ouwe
niet thuis was, heette het, zouden ze liever wachten
tot-i weêrkwam, want zoo'n meid was toch maar 'n
«loontrekkende dienaar die niet, weet wat 'n mensch
toekomt.»
Ziedaar, M. de R., het toondel dat mjj in de ge
dachte kwam, toen ik dezer dageo des morgens in
een winkel was van een der hdÜtfdstraten onzer stad.
Daar defileerde een reeks bedelaars, manneljjke en
vrouwelijke nauwelijks was de een vertrokken of
de andere kwam binnen. En evenals de lammen
en blinden op de binnenplaats bjj de kerk ze deden
.allen als verwachte personen, die te kennen geven
dat ze er zjjn. As oude bekenden stapten ze naar
de toonbank, legden daarop een halven cent neder,
namen een cent in ontvangst en verdwenen sprake
loos, zooals ze gekomen waren. Ze hadden recht op
een halven cent en door deze ruiling behoefde de
winkelier niet voor halve centen te zorgen. Toen ik
met eenige verbazing naar deze komenden en gaanden
stond te kjjkon en wellicht iets uitte als:« al weer een"
zeide de winkelier»o meneer, dat houdt niet met
honderd op.»
M. de R., wist gij dat P Hebt gjj ze ooit gezien,
die serie haast schreef ik boeven ik bedoel
bedelaars met boevengezichten, een ouden school-
ta^ch om, een stok ill de hand, oen bril opdie
wg'ven met pakken op den rug, Shakespearsche kol
len, afzichtelijk, griezelig?
„Dat houdt niet met honderd op". Waar blgven
die vagebonden als ze hier hunne zaken hebben af
gedaan? Reizen ze gezamenlijk of afzonderlijk; hoe
ver strekken die reizen zich ,uit? Hoeveel bedelen
zjj op? Toen wjj nog met duiten rekenden, waar-
Van er vier gaan in twee en een halve cent, kreeg
de man twee, of bg goodgeefschen drie duiten.
Thans een halven cent, Is dat een vooruitgang
In het pas' verschenen verslag van het Bureau
van informatie leos ik, dat het niet onraogeljjk is
do bedelarij terug te brengen tot een euvel) van
geringen omvang, alleen door samenwerking. Mjj
dunkt, M. (je R., dat het de moeite waard zou zijn,
eens een begin te maken metdeze hóTmflfiUxan-
daggers en dinsdaggere. Of zjjn zjj doaisflffdie
«Were maatschappij ook de beste béhoort te
bezitten, de zelfkant van het laken P
Een andere wjjze van bestrijding dan door het
onthouden van giften, schijnt in onzen zoo zacht-
moedigen tjjd niet toe te passen. Zoo staat er in
hetzelfde verslag. Ik zou dan ook die menschen
niet willen doodschietenmaar er is m. i. niets
tegen, eens te beginnen met zachtmoedige middelen,
n.l. door onthouding van giften. Tientallen van
jaren achtereen het verhaal uit de Woutek-
geschieaenis bewijst het wordt er op geheel dezelfde
wijze 'zoogenaamd welgedqan. Er is niets aan ver
anderd. Is er niets aan te veranderen Ik houd
mjj, M. de R., aanbhvolen voor een enkel inlich
tend woord. X.
De Redactie antwoordt daarop het volgende
De geachte inzender legt den vinger op een wonde,
die wel te peilen maar niet te heelen is, zoolang
er een monsterverbond bestaat tusschen het eigen
belang van de winkeliers en dat van de bedelaars.
De winkeliers geven zeker geen aalmoezen aan
Dinsdaggere uit overtuiging of uit barmhartigheid.
Nu en dan hechten zij zich aan de oude sleur. In
zulk een geval kan een herinnering aan de Woutea-
geschiedenis ze wakker schudden. Maar gewoonljjk
geven zij ter,wille vau het groote publiek, dat niet
graag met hardvochtige menschen te doen heeft, of
juister gezegd, 'ter wille van hun negotie, die met
de bedelaars veel klanten zou verliezen.
Wil het publiek verstandig worden, wi! het zich
wapenen tegen de oogenblikkelijke emotie, door een
ziek been of een lammen arm opgewekt, wil het
begrijpen dat die bedelaars met hun kwalen niets
Zullen winnen bjj den halven of heelen cent van den
onverschilligen winkelbediende, dan zullen de winke
liers zeker volgen. Edoch, mag men hier afgaan op
den ontwikkelingsgang van het menschdom, dan zal
men op hun verstand langer dan tien jaar moeten
werken.
GEBOREN 10 Jooi. Huberts Petrooella, oaden 3. P.
Waltz en H. P. Pelt. 11. Willem Alexander, oudere 6.
L. Hammer en M. J. Hollander.
OVERLEDEN: 9 Jooi. J. J. Roepers, 61.j. 10 m. C.
Junk, wed. H. M. Pauhaijsen, 61 j. C. san Eijtdeo, 30
j.A. Leismond, 4 m. 10. A. C. Zegveld, bniesr. saa
J. Zeegers, 65 j. 12. A. M. Hoadfik, 12 m.
GEBOREN Adrian* Sophia, oodera D. Vergeer en 0;
Jansen. Lena, ouder» A. Boom en G. van Heitel.
OVBRLKDKN M. ran Ryiwyk, 22 j.
VliSt
GEBOREN Gerrit, ouders D. Prins en A. P. ran Kleg.
OVERLEDEN .- M. Ooms, 4 m.
Harteljjk dnnk san allen, die zoovele
blijken van belangstelling hebben getoond op
den 10 Jnni jl.
F. HERMAN d* GROOT
en Familie.
tot het verrichten van huiswerk een fatsoenlijk
P. G., van 9 tot 1 uur en ZATERDAGS den
geheelen dag. Men ver voege zich aan het
Bureau dezer Courant.
dadelijk gevraagd voor gernimen tijd werk, bp
te Waarder, bjj Woerden.