Bad-Artifcelen: SCIILDEMNECHT, ADVERTENTIËN. Terstond gevraagd UEISJE, PULP van Arnhem Buitenlaodscb Overzicht. A. v. OS Az. Kleiweg E. 73 en 73a. INGEZONDEN. Het Muziékale Gouda Het geven aan Bedelaars. Ct Burgerlijke Stand- Haastrecht J. CAMPHUIJSEN voorloopig1 niet meer TE KOOP. W. DEN HERTOG. dadiger volkomen koud laat, dook een ware marte ling is voor hem, die sgn gevoel ran eer niet rerloren heeft, en dat de korte gevangenisstraf dus in omgekeerde reden staat tot de meerdere of mindere doortraptheid van den veroordeelde, zwaar der is naarmate het zedelijk gevoel van den schuldige beter is ontwikkeld. Twee voorwaarden zjju T00r de verzachting ge steld: de veroordeelde mag geen vroeger vonnis, crimineel of correctioneel, achter den rug hebben, en de straf mag de zes maanden niet te boven gaan. De wet geldt ook voor veroordeelingen tot boete. De rij te betaalt en daarmede is alles gedaan, maar de arme kan dit niet doen zonder of het brood als 't ware uit den mond zijner kinderen te nemen, of, zoo hij niet betalen kan, in de ge vangenis te gaan zitten, waardoor hg onteerd en zjjn huisgezin dikwijls in ellende gestort wordt. Met de nu aangenomen wet kan de rechter aan het vonnis het karakter eener bedreiging geven, waar aan gevolg zal worden gegeven zoo de schuldige opnieuw misdoet, maar die zondor kwade gevolgen voorbjj zal gaan, als hij zorgt niet weder met de justitie in aanraking te komen. Deze bedreiging mag echter niet tot in het oneindige duren; de wet stelt dus als maximum een tijdsverloop van vijf jiren vast, te rekenen van den datum der ver- oordefelingin dien tijd kan dus de veroordeelde, zoo hij niet weder misdoet, zich zuiveren van zijn vonnis. In eene te Londen gehouden vergadering deelde Huxley mede, dat in Januari en Februari 1886 de kabeljauwen op de kusten van Noorwegen zoo tal- rjjk waren, dat zij, opeengestapeld, eepe hoogte van 120 a 160 voet zouden gevormd hebben, bestaande uit 120 millioen visschen op den vierkanten meter. Veronderstellende dat elke kabeljauw slechts één haring per dag eet, zouden al die kabeljauwen te zamcn 840 millioen haringen 'per week nuttigen. Aan al de visschers van Noorwegen is het nog nooit gelukt 401) millioen te vangen. De gezamenlijke vis- Bchers op de geheele aarde vangen nog geen vijf procent van de visschen, op welke zjj jacht maken kabeljauwen, makreelen, haringen, ssrdinen enz. Met andere woorden: de rijkdom aan visschen van den oceaan is onuitputtelijk. Dit lezen wij in een blijkbaar eenigszins onvol ledige mededeeling in La Nature van 10 Maart van dit jaar, op pag. 238. Over de waarde der door Huxley opgegeven eijfers kunuen wij geen oordeel vellen. Maar wij mogen van iemand als Huxley niet verwachten, dat ze uit de lucht gegrepen zullen zijn. Trouwens de overgroote rijkdom aan visschen in den oceaan is bekend genoeg. «De oceaan wemelt van visschen" zeide reeds J. Mulder op bladz. 19 van z|jne in 1854 uitgogeven, indertijd veel bespro kene brochure De voeding der Nederlandera. F,n hjj bracht te recht dien rijkdom in verband met de eischen der volksvoeding. Bij alle wijzigingen, die de leer der voedingsstof fen sedert Mulder's tijd heeft ondergaan, wordt de waarheid nog algemeen aangenomen, dan het voed sel, om goed to zijn, een zekere hoeveelheid stik— stofhoudende stoffen moet bevatten, en dat deze, wil men niet tevens eene overbodige hoeveelheid Btikstofvrjje voedingsmiddelen in zich opnemen, het meost geroedelgk uit voedsel van dierlijke afkomst kunnen worden verkregen. En daar visch, in het algemeen genomen, ten aanzien van het gehalte aan stikstofhoudende stoffen met vleesch kan worden gelgk gesteld, zoo is het feit, dat er bij lauge na niet zooveel visch gevangen en in consumtie gebracht wordt als kon gesohiédcn, voor de volksvoeding van veel belang. Te meer achtten wg het niet ondienstig daarop te wijzen, daar in den laatsten tijd herhaaldelijk de aandacht gevestigd werd op haring, als een uitmun tend stikstofhoudend voedsel, dat ook in tijd van oorlog aan de legers veel dienst zou kunnen bewijzen. (Album der Natuur.) Een boek, waarvan de bladen niet van papier, maar van zijde, de letters niet gedrukt, maar gowo- ven zijn, wordt door den fabrikant Roux, te Lyon. uitgegeven. In 25 afleveringen, elk van twee bladen, a 10 frank per aflevering, zal het boek oompleet zijn; het is dus slechts 50 bladen groot; 15 afleve ringen zijn reeds verschenen. Het boek bevat een voudig de H. Mis en andere katholieke gebeden, die op de witte zijden velletjes zeer duidelijk met zwarte zijden draden in gothisch letterschrift gewe ven zijn. Elke pagina is door een verschillenden rand in middeleeuwschen stijl omgeven. Men schrijft uit Limburg aan de N. Rott. Ct. .- Onder de eigenaardigheden van het limburgsche volksleven ten plattelands behoort de zoogenaamde «bronk» of pronk". Onder deze benaming verslaat men het optrekken der dorpsschutterij bij gelegen heid der kermis, waarmede gewoonlijk het houden eener prooessie gepaard gaat. Men moet zulk een schutterij hebben gezien, om er een juist denkbeeld van te hebben. Zij is samengesteld uit de meest heterogene bestanddeelen en in de meest phantastische kleeding uitgedost. Aan haar hoofd staat een generaal, kenbaar aan zjjn «sohako plak" met pluim, zooals men dit hoofddeksel hier noemt, aan zijn afhangende franjes, kwasten, koorden, galons en hoog opstaande bouquetten en vederen. De uniform der officieren en schutters is niet minder bont en bestaat uit een don kere jas, bezet met oude militaire koorden, epau letten, bandelieren, strikken, sjerpen en uit alles wat men heeft kunnen machtig worden om zich op te dirken, voorts uit een zwart-witte en soms vuurroode broek, en het geheel bekroond met een uniformpet of hoed, die rondom met een krans van bouquetten prgkt. Bij den «pronk" trekt de tamboer-majoor voorop. Hjj is gedekt met de traditioneele berenmuts en zwaait in het volle besef zjjner waardigheid zijn grooten kogelstaf over de tamboers, die, met bonte mutsen en met strikken en met linten versierd hun gevaarlijk geroffel doen hooren. Achter dezen komen de bijlemannen. Zij dragen een soort strijdbijl op langen stok, een groot schootsvel, nauwe witte broek, eeu buis, waarin de schutter als geperst zit, een berenmuts van zeehondenvel, ruim voorzien van pluimen en papieren bloemen, somtijds ook een hoofddeksel, dat men gerust tot de kleederdracht van hot voor-historische tijdperk mag rekenen. Tus- schen de bijlemannen in gaat «de pieper", een schut ter, die op do maat der trom zijn eentonige deuntjes blaast op een dwarsfluit. Bij sommige schutterjjeu danst naast den pijper een boer in een narrepak ge- Stoken, soms in een wollen deken gewikkeld, die met schelletjes is bezet. Deze schutterijen houden nu en dat onderlinge wedstrijden, en tot hun eer moet gezegd worden, dat zij door vaardigheid in de behandoling van vuurwa penen uitblinken. Mocht het eens tot een regeling van onze levende strijdkrachten komen, dan zouden deze limburgsche schutterijen wel als een voorbeeld kunnen dienen Naar aanleiding van de opening der tentoon stelling van Kunstnijverheid te 's Hage schrijft de Haagsche oorrespondent der Zaanl. Ct. «Ik ben naar het terrein geweest, maar ik wensch u geen getrouw verslag te geven van deze ceremonie, waarbij een 10 of 12-tal deftige jongelui, van de eerste families,, dienst deden om het decorum te bewaren door hun zwarte rokken en witte dassen, witte handschoenen eli klaphoeden, maar waarbij 't overigens vrij ongegeneerd toeging. Men liet de genoodigden althans op een door bet brnudend zonlicht gloeiend terrein een uur ongeveer staan, "Wel-is-waar om keurige muziekstukken en schoone zang aan te hooren, maar, aangezien men daar voor niet gekomen was, en men deze goede gave toch" onder de minst aangename voorwaarden moest genieten, hadden velen ze het comité volgaarne cadeau gedaan in ruil voor een stoel of bank bjj de redevoeringen. Het hoofdmoment van de plech tigheid Was immers de rede van den Voorzitter van het uitvoerend comité, den heer dr. Louis Mulder, die het er blijkbaar op gezet had om op dezen dag nu h|j zijn doel vrijwel als bereikt en de teutoon- steling als een voldongen feit beschouwen kon, aan zjju ovorkropt gemoed lucht te geven. Hij slingerde ten minsta aan rjjks- en gemeentelijke Re geering eenige niet malsche verwijten van tegen werking der nationalë onderneming, ja zelfs van pogingen om haar te doen mislukken, naar het hoofd. Hij deed dit niet zonder instemming te vinden bij de meesteu zijner hoorders en hoorderessen, die er over uit waren, dat deze man nu ten minste nog eens de waarheid flink durft zeggen Doch or waren ook lieden in 't auditorium, die het minstens «on aardig» vonden, dat de feestredenaar zjjn gasten op deze wijze tentoonstelde als gekramde pullen. Ik voor mij had er ik beu een beetje van den ironischen kant nog al schik in om baron Mackay, don Minister van Binnenlandsche Zaken, den eenige die als Kamerlid de aanvraag om de rgks-subsidie (waarvoor don aanwezigen heer Heemskerk dank werd gezegd in den vorm eener herinnering aan de tierceeriug) bestreed, te hooren kapittelen wegens de allerakeligste manier waarop «Financien" de zaak heeft bemoeilijkt f' ik vond het ook vrij amu sant om den Burgemeester, die van zijn minachting had doen blijken door met eon grijs oveijasje, bruine handschoenen en een parapluie in de hand op 't zonnige feestterrein te verschijnen, duchtig de ooren te hooren wasschen daor oen van de mannen van de eerbiedvaardige Maatschappij van Nijverheid, die ons Gemeentebestuur weigerde ter gelegenheid van hot aanstaand Congres ten stadhuize te ontvangen. Al vond ik 't echter dolprettig ik zal 't niet ontkennen dat het niet geheel in den haak was naar de regelen van de etiquetteuit dit oogpunt had men de ceremoniemeesters eerder kun ken missen en de hatelijkheden uit de openingspeech. werden zelfs door hun aanwezigheid niet goedge maakt. Doch pikant was het Men leest in de Geneeehundige Ct. Professor W. P. Ungerer merkt op in den Popular Science Neut dat de geur van bloemen een heilza- men invloed op het menscheljjk organisme oefent. Iemand, die zijn leven in een geparfumeerde athmos- pheer sleet, zou alle aandoeningen der longen ver mijden en ontwikkeling van toring stuiten. Zeven, porsonen, door bovengenoemden professor behandeld, heretelden spoedig hun gezondheid door deze geurige behandeling, hoewel zij vóór do proefneming een parig veroordeeld waren. Ter bevestiging van zijn thesis haalt Ungerer de stad Grosse in Frankrijk aan, dien bloementuin van Europa, waar de tering uiterst zeldzaam voorkomt. Dit zou alleen te danken zjjn aan de geuren, die zich uit do distelleerdergen ontwikkelen. Puttkamer gevallenZiedaar hot grooto nieuws eergisteren te Berlijn. De aanval van de vrijzin nige partij op het systeem-Puttkamer in de laatste zitting van den Pruisischen landdag is met het schoonste resultaat bekroond. Het juiste woord op- de juiste plaats heeft doel getroffen. Na de bokende redevoeringen van Rickerf en Richter over don dwang bij de verkiezingen van oflicieele zijde uit geoefend richtte, zooals bekend is, keizer Frederik een schrijven aan den minister Von Puttkamer, hem uitnoodigend zich te rechtvaardigen tegenover de beschuldiging, dat hg systematisch de vrije uitoefe ning van het kiesrecht belemmerde. Het door den minister ingediende antwoord werd door den keizer ten eenemale onvoldoende geacht. Ondanks alle voorstellingen van zeer invloedrijke personen ten gunste van den minister Von Putt kamer, volhardde de keizer bij zijn gevoelen, waar van hij in een tweede eigenhandig schrijven den minister kennis gaf. Na ontvangst van dezen keizer lijken brief bleef den heer Von Puttkamer, hoe zeer hjj ook natuurlijk louter uit vaderlandsliefde aan zijn portefeuille gehecht is, geen andere kouze dan zijn verzoek om ontslag in te dienen. De heer Von Puttkamer heeft nog geeh opvolger. De meest verschillende geruchten zijn in omloop, maar mot zekerheid is nog niets gemeld. Volgens de Berljjnache bladen heeft nu ook de minister van financiën, de heer Von Scholtz, zjjn ontslag gevraagd. En de Keizer maakt het volgens de oflicieele berichten goed, de krachten zgn bevredigend, enz. De andere berichten luiden minder gunstig; .zelfs het weinige, dat de Keizer verricht van de Regeeriogs- zaken, mat hem te veel af en de toestand gaat eer achter- dan vooruit. In zulk een toestand beslissing te nemen over verandering van Regeerings- beginselen, mag bedenkelijk heeten. Van een herziening der Fransche grondwet zat vooreerst niets komen. De commissie, door de Kamer met het onderzoek der ingediende ontwerpen belast, heeft mef 5 tegen 4 stemmen besloten haar zittingen te verdagen tot 25 Oct. De meerderheid nam dit besluit naar aan leiding van de verklaring van den heer Goblet, dat hjj in het einde des jaars zelf een ontwerp hoopt in te dienen, maar spreekt tevens den wensch uit, dat de regeering dit werk zooveel mogelijk znl be spoedigen. In^België heeft de hitte van den verkiezingsstrijd hflf ioppunt bereikt. De beslissingis echter op handen, want heden moeten de kiezers naar de stembus. In het geheele land moeten gekozen wor den 36 leden van den Senaat en 70 leden der Kamer. De Oostenrjjksche en de Hongaarsche Delegatie kwamen bjjeen de toespraken van de presidenten en ook do woorden bij de ontvangst door den Keizer gesproken, zijn het oude liedje de vrede zal door de goede zorgen van den Keizer wel bewaard blijven, dank zij het verbond met Duitschland, maar er moe ten toch weer vele millioenen aan de oorlogszaken ten koste gelegd worden. Het tekort op de bogroo- ting is dan ook nog wat grooter dan anders, ruim 113 millioen. In de Italiaansche Kamer zijn de protesten be handeld, welke de bisschoppen togen het nieuwe Strafwetboek indienden. Na een uitvoerige toelichting van don Minister van Justitie, Zanardelli, betreffende het misbruik, dat de geestelijkheid van haar invloed maakte, waartegen het nieuwe Wetboek straf bepaalt, vereenigde de Kamer zich met zjjn zienswijze en keurde deze met 270 legon 6 stemmen goed. Ook werd een motie aangonomen, waarin den Minister hulde wordt gebracht voor de afschaffing der doodstraf. De democraten in de Vereenigde Staten zijn zeer tevreden over den uitslag der verkiezing te San Louis. De algomeene instemming, waarmede de heer Cleveland tot candidaat werd uitgeroepen, geeft hun hoop op goeden uitslag van den verkiezings strijd. De strijd zal dit jaar bijzonder heftig zijn, want het is nu voor de eerste maal, dat de domo- craten met de tariefhervorming in hun programma optreden, terwijl de republikeinen zich ten stelligste voor behoud der beschermende staatkunde ver klaren. Wien de republikeinen tot candidaat zullen kiezen, is nog niet zeker. De keus staat tusschen den se nator John Sherman en den heer Chancey Depew. Sherman heeft reeds sedert 40 jaren deelgenomen aan het politieke leven, is meer algemeen bekend en heeft daarom reeds de meeste kans, maar daarbij is de heer Depew betrokken bjj uitgebreide financieele ondernemingen, heigeen door velen niet wensohelijk wordt geacht voor den president der republiek. Er zjjn menschen, die beweren dat er in Gouda muziekaal leven heerscht en dat men daar iets gevoelt voor schoone muziek, maar men zou dat toch gaan betwijfelen als meu ziet dat als een der beste muziekcorpsen van ons land hier een concert komt geven, zooals Zondagavond het geval was, het publiek wegblijft. Maar heeft men dan geen gevoel voor het schoone In zeer vele gemeenten van ons land snakt men er naar om eens op een mooicn zomer-avond eene goede uitvoering bjj te wonen en hier bljjft men met zekere valsche voornaamheid, als er zoo'n uit voering is, thuis. Zjjtt de Goudsche dames en hoeren dan zoo blasé dat zij zelfs - voor het beroemde Haag sche corps niet meer naar «Ons Genoegen" opgaan Arrao menschen, die zich op die wjjze vrijwillig van een groot genot bcrooven I Elders belaalt men gaarne entree voor een goed concert en hier, waar Ons Genoegen's leden gratie zoo'n concert kunnen bijwonen, komen zij niet. «Ja maar, het was nog al koel om buiten te zitten" hoort men zeggen. Waarljjk Staat dan Uw demi-saison, Goudsche m'nheer, of Uw omslag-doek, waarde dame, in de lommerd Zoo niet, neem ze mei". Het was Zondag bepaald leeg en dit strekt weinig tot eer van het Goudsche publiek. Men zegt dat de «Lilli putters" hier goede recettes maakten. Naar dergelijke flauwiteiten stroomt men heen en het Haagsche keur korps iaat men voor stoelen en tafels optredon. Hel schijnt slecht gesteld met bet gevoel voor goede muziek in deze stad 1 Ezn Lid van «Ons Genoegen." Zoowel de Kamer van Navraag als de Werkin richting tot tcering van bedelarij hebben indertijd circulaires verzonden aan de ingezetenen dezer ge meente met het verzoek aan bedelaars geen aalmoezen te geren. Hier en daar is dat verzoek in goede aarde gevallen. Er zgn werkelgk menschen, die na ontvangst dier circulaires bedelaars weg sturen met leege hand. Natuurlijk zjjn er anderen, die nog steeds blijven goven. Verkeerd geplaatst medelijden en gebrek aan nadenken doen nog vaak iu den zak tasten en een gift uitreiken, die beter kon besteed worden. Zoolang nog niet ieder overtuigd is van het kwaad, dat zulk onverstandig geven in de hand werkt, moet steeds op hetzelfde aanbeeld worden geslagen en alle gelegenheden aangegrepen om de aandacht te veBtigen op die zaak. Zoo'n gelegenheid doet zich nu voor, nu het Juni-nr. van het blaadje dor Rotterdamsche Vereeni- giug tot verbetering van armverzorging een ingezonden Btuk bevat, dat, met overtuiging goschreven, verdient ook buiten Rotterdam gelezen te wordtn, speciaal ook te Gouda, waar nog door velen, ook door win keliers, op dwazo wijze geld wordt weggegooid. Het zjj mg vergund het hier te doen volgen. Mynheer de Redacteur Horinnert gjj U de bedelaars bjj de woning van pater Jansen in do WouTEs-geschiedenis P «Er vertoonde zich 'n bedelaar voor 't raam waar de hortensia prijkte. De man keek oven naar bin nen, niet zoozeer als iemand die vraagt, maar als 'n verwachte persoon, die te kennen geeft dat-i er is. Weldra werd hg door 'n tweede en derde ge volgd, die alsmede blijk gaven, zich volkomen thuis te gevoelen op 't binnenplaatsje dat den pater voor antichambre schoen te dienen. Velen maakten 't zich gemakkelijk en gingen op 't een of ander uitstek zitten, dat aan huis of kerk te vinden was, als wilden zij door n charade en action do waarheid uitdrukten „het pauporismus 'n pestbuil van 't geloof". r Wouter hoorde, dat men zich onder dat zoodjen onderhield over de afwezigheid van den huisheer, en wel op 'n toon, dioyzokere ontevredenheid liet doorschemeren. Wel zeker, de man had op z'n post moeten zjjn 1 Maar de meid is er toch, riep 'n jongen, die den kost won met lam-zgn, maar nu toch 't kozijn vau een der lagere kerkvensters had weten te berei ken, waar-i gargouUle speelde. Ik wacht liever op den ouwe zei 'n blinde. Houd jij je mond, je mag er niet eens wezen, je bent 'n dinsdagger. Wat gaat dat jou aan Jij—zelf mag je mond wel houden, je hebt bjj 't uitgaan van de Jakobskerk drie gestaan en je bent maar zeven. Né, zes nou, want de oude Jonas is dood. Maar jij bent 'n dinsdagger. Ga heen, zeg ik je 1 Je hebt op drie gestaan. Jjj bent 'n dinsdagger, ga heen 1 Toe, allo, jongens, dringt 'm de gang uit Hjj steelt ons 't brood uit den mond. Wat 'n dinsdagger riep'nu 't uitwas van de kerk. Dat mag niet. Er uit met hem 1 En de lamme wist vrij vlug op den grond te ko men om 't geschonden bedelaarsrecht te handhaven. De man namelijk die tot de bedeelden van dinsdag behoorde,mocht zich niet vertooneu onder 't gezel schap, dat zich 's maandags om ondersteuning bjj pater Jansen aanmeldde. En wat die andere beschul diging aangaat «drie staan als zeven je plaats is" ze doelde op 't overweldigen van 'n rangnummer. Te na bij 't uitgaan van de kerk wordt voor onvoor- deelig gehouden, daar de drukte het uithalen vau beurs of portemonnaie belet. Ook schijnt ieder haast te hebben in de eerste oogenblikken na 'n kerkdionst. Maar 'n standplaats te ver van de deur is ook niet goed, want do meeston loopen, na twee of drie keeren iets aan 'n bedelaar gegeven te hebben, on verschillig door. Zonder 't minste besef, dat ze te veel deden, namelijks iets verkeerds meenen ze toch genoeg verricht te hebben. Maar ook de dinsdagger zelf had zich te verant woorden, en wel bjj Stijntje, die op 't rumoer naar buiten kwam. De man die zich 'n dag te vroeg aan- melddo, verontschuldigde zich door de opmerking dat-i op dinsdag «zoovéél huizen had" en dat-i «z'n beenen uit het lijf moest loopen" om al z'n klanten behoorijjk te bedienen, denk ik. Stijntje gaf ieder wat, maar niemand scheen te vreden. Er bleek dat de heeren aan drie duiten de persoon geproon waren, en nu met twee werden af gescheept. Maar de oude meid hield zich flink. «Wie nog 'n woord spreekt, wordt van de ljjst ge streken." zei ze. «Ik heb nog zes heele dagen van Gods lieve week voor me, en 'n mensch moet toch zorgen d-i toekomt, niet waar Voort, allemaal, de plaats af en den gang uit, voort I 't Is, dunkt me wèl zoo.» Het gemeene troepje liet zich niet zonder moeite bewegen heen te gaan en Woutï» hoorde met ver ontwaardiging, hoe er door sommige gemord en ge scholden \forA. Als 't weer gebeurde dat de-n-ouwe niet thuis was, heette het, zouden ze liever wachten tot-i weêrkwam, want zoo'n meid was toch maar 'n «loontrekkende dienaar die niet, weet wat 'n mensch toekomt.» Ziedaar, M. de R., het toondel dat mjj in de ge dachte kwam, toen ik dezer dageo des morgens in een winkel was van een der hdÜtfdstraten onzer stad. Daar defileerde een reeks bedelaars, manneljjke en vrouwelijke nauwelijks was de een vertrokken of de andere kwam binnen. En evenals de lammen en blinden op de binnenplaats bjj de kerk ze deden .allen als verwachte personen, die te kennen geven dat ze er zjjn. As oude bekenden stapten ze naar de toonbank, legden daarop een halven cent neder, namen een cent in ontvangst en verdwenen sprake loos, zooals ze gekomen waren. Ze hadden recht op een halven cent en door deze ruiling behoefde de winkelier niet voor halve centen te zorgen. Toen ik met eenige verbazing naar deze komenden en gaanden stond te kjjkon en wellicht iets uitte als:« al weer een" zeide de winkelier»o meneer, dat houdt niet met honderd op.» M. de R., wist gij dat P Hebt gjj ze ooit gezien, die serie haast schreef ik boeven ik bedoel bedelaars met boevengezichten, een ouden school- ta^ch om, een stok ill de hand, oen bril opdie wg'ven met pakken op den rug, Shakespearsche kol len, afzichtelijk, griezelig? „Dat houdt niet met honderd op". Waar blgven die vagebonden als ze hier hunne zaken hebben af gedaan? Reizen ze gezamenlijk of afzonderlijk; hoe ver strekken die reizen zich ,uit? Hoeveel bedelen zjj op? Toen wjj nog met duiten rekenden, waar- Van er vier gaan in twee en een halve cent, kreeg de man twee, of bg goodgeefschen drie duiten. Thans een halven cent, Is dat een vooruitgang In het pas' verschenen verslag van het Bureau van informatie leos ik, dat het niet onraogeljjk is do bedelarij terug te brengen tot een euvel) van geringen omvang, alleen door samenwerking. Mjj dunkt, M. (je R., dat het de moeite waard zou zijn, eens een begin te maken metdeze hóTmflfiUxan- daggers en dinsdaggere. Of zjjn zjj doaisflffdie «Were maatschappij ook de beste béhoort te bezitten, de zelfkant van het laken P Een andere wjjze van bestrijding dan door het onthouden van giften, schijnt in onzen zoo zacht- moedigen tjjd niet toe te passen. Zoo staat er in hetzelfde verslag. Ik zou dan ook die menschen niet willen doodschietenmaar er is m. i. niets tegen, eens te beginnen met zachtmoedige middelen, n.l. door onthouding van giften. Tientallen van jaren achtereen het verhaal uit de Woutek- geschieaenis bewijst het wordt er op geheel dezelfde wijze 'zoogenaamd welgedqan. Er is niets aan ver anderd. Is er niets aan te veranderen Ik houd mjj, M. de R., aanbhvolen voor een enkel inlich tend woord. X. De Redactie antwoordt daarop het volgende De geachte inzender legt den vinger op een wonde, die wel te peilen maar niet te heelen is, zoolang er een monsterverbond bestaat tusschen het eigen belang van de winkeliers en dat van de bedelaars. De winkeliers geven zeker geen aalmoezen aan Dinsdaggere uit overtuiging of uit barmhartigheid. Nu en dan hechten zij zich aan de oude sleur. In zulk een geval kan een herinnering aan de Woutea- geschiedenis ze wakker schudden. Maar gewoonljjk geven zij ter,wille vau het groote publiek, dat niet graag met hardvochtige menschen te doen heeft, of juister gezegd, 'ter wille van hun negotie, die met de bedelaars veel klanten zou verliezen. Wil het publiek verstandig worden, wi! het zich wapenen tegen de oogenblikkelijke emotie, door een ziek been of een lammen arm opgewekt, wil het begrijpen dat die bedelaars met hun kwalen niets Zullen winnen bjj den halven of heelen cent van den onverschilligen winkelbediende, dan zullen de winke liers zeker volgen. Edoch, mag men hier afgaan op den ontwikkelingsgang van het menschdom, dan zal men op hun verstand langer dan tien jaar moeten werken. GEBOREN 10 Jooi. Huberts Petrooella, oaden 3. P. Waltz en H. P. Pelt. 11. Willem Alexander, oudere 6. L. Hammer en M. J. Hollander. OVERLEDEN: 9 Jooi. J. J. Roepers, 61.j. 10 m. C. Junk, wed. H. M. Pauhaijsen, 61 j. C. san Eijtdeo, 30 j.A. Leismond, 4 m. 10. A. C. Zegveld, bniesr. saa J. Zeegers, 65 j. 12. A. M. Hoadfik, 12 m. GEBOREN Adrian* Sophia, oodera D. Vergeer en 0; Jansen. Lena, ouder» A. Boom en G. van Heitel. OVBRLKDKN M. ran Ryiwyk, 22 j. VliSt GEBOREN Gerrit, ouders D. Prins en A. P. ran Kleg. OVERLEDEN .- M. Ooms, 4 m. Harteljjk dnnk san allen, die zoovele blijken van belangstelling hebben getoond op den 10 Jnni jl. F. HERMAN d* GROOT en Familie. tot het verrichten van huiswerk een fatsoenlijk P. G., van 9 tot 1 uur en ZATERDAGS den geheelen dag. Men ver voege zich aan het Bureau dezer Courant. dadelijk gevraagd voor gernimen tijd werk, bp te Waarder, bjj Woerden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2