een WONING Bulteqlantlsch Overzicht. LOTERIJ te 's GRAVENHAGE Algemeene Tentoonstelling der HolL MaatschiJ. van Landbouw ADVERTENTIÉN. Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen MARKTBERICHTEN. Burgerl Ij ke Stand. van 12—17 SEPTEMBER 1888. pleitbezorgers en hartelijkste vrienden van de Bank, i laat ik er dadelijk bijvoegenvolstrekt belang- looze vrienden het amendement-Huber c. s. mede- onderteekenden of steunden, kan als bewijs gelden, dat de 20jarige verlenging eigenlek was voorgesteld, om de lOjarige door de 15jarige te doen afweren. Zoo gaat het in de politiek vooral in ons Land. Naar wij vernemen, is dezer dagen besloten tot geheele opheffing van het hoofdbureau der Staats spoorwegen, waarvan de werkzaamheden onder andere afdeelingen van het departement van Waterstaat moeten worden verdeeld. Omtrent de bureaux op de lijnen, die nog in aanleg ziju, zal de beslissing eerst later volgen. De bedoeling schijnt te zijn, het geheele personeel reeds zeer spoedig buiten dienst te stellen. Voor de betrokkenen is het te hopen, dat zij in elk geval tijdig worden verwittigd 4 van het lot, dat hen wacht, en dat zij niet zonder behoorlijke verzorging worden weggezonden. Wèl verklaarde de minister van Waterstaat reeds vroeger dat hij zich niet gebonden achtte door gunstige toe zeggingen van zijn voorgangers, maar het is schier niet denkbaar, dat men oudere ambtenaren, die 20 tot 30 dienstjaren tellen, zal wegzenden zonder eenige verzorging, en aan de jongeren geen behoor lijken tijd van voorbereiding zal schenken, om te trachten een andere betrokking te vorkrijgen. (N. Bott. Ct.) Dat de hier te lande bestaande telephoon-wet niet in alle gevallen bevorderlijk is aan het tot stand komen van dergelijke geleidingen, zou men kunnen opmakeq uit een geval, dat zich te Middel burg voordoet. ïCenigen tijd geleden verleende de Gemeenteraad aldaar zijne toestemming tot het aan leggen van een telephonische geleiding van het Raad huis naar het buitenverblijf van den burgemeester, dat aan den Koudekerkschen Weg op een kwartier afstand gelegen is. Op grond dat de geleiding niet binnen de gemeente beporkt blijft, moet de Regee ring nog haar toestemming geven, maa? verleent die niet dan tegen een vrij hoog door den burgemeester te betalen bedrag, „als een vergoeding voor mogelijk mindere telegraaf-ontvangsten. Nog vreemder klinkt het geval, als meu weet dat bedoelde buitenplaats onder den rook der stad ligt, en het dorp Koudekerke, dat een uur verder ligt, niet eens een telegraafkantoor bezit. Het is zeker niet onverklaarbaar, dat jhr. Schorer ongeuegen is die retributie te betalen, en aizoo van deze tele phonische geleiding niet veel zal komen. (N. v. d. D.) In eene Memorie van Antwoord over een begroo- tingsverhooging, deelt de Minister van Waterstaat mede, dat thans niet met zekerheid is te zeggen of, behalve de 125,000 op de begrooting van 1888 ec 15.000, welke voor dat doel op de begrooting van 1889 zullen worden aangevraagd, nog meer geld voor de samenstelling der nijverheidsstatistiek zal vereischt worden. Vermoedelijk zal het begon nen onderzoek van fabrieken en werkplaatsen dat door de daarmede belaste personen met kracht wordt voortgezet, in 1889 afloopen. Ten aanzion van do reeds verrichte werkzaamhe den wordt medegedeeld, dat op dit obgonblik zijn onderzocht de fabrieken en werkplaatsen in do pro vincie Groningen en gedeeltelijk van Friesland, als mede in de gemeenten Leiden, 's-Gravenhage en voor een deel in Gouda. Ook de Minister wenscht de vacante plaats van lid van den Raad vau Toezicht op de spoorweg diensten ingenomen te zien door iemand, vertrouwd met de eischen van eene goede exploitatie en van het verkeer. Er bestaat, naar de meening van den Minister van Waterstaat, geen reden om aan het welslagen van het in te14stellen onderzoek in gemeenten naar den toestand van den landbouw te twijfelen. Het ligt allerminst in de bedoeling van den'-Mi nister, om aan de Landbouwcommissie een perma nent karakter toe te kennen. Hy zou integendeel wenschon, dat zij hare vrijwillig aanvaarde taak zoo spoedig te» einde bracht als met een goede en vol ledige vervulling daarvan bestaanbaar is. Het in te stollen onderzoek zal ook dienstbaar worden gemaakt aan het leggen der grondslagen voor betere en meer vertrouwbare landbouwver- slageu. Op de vraag hoe de Indische pers den nieuw- benoemden Gouverneur-Generaal ontvangt, is nog niet veel antwoord te geven. Wat de laatst ont vangen Javabode schrijft komt hoofdzakelijk hierop neer: Het bericht der benoeming van een nieuwen gouverneur generaal kwam hier geheel onverwacht, zoo wat het feit zelf betreft als wat den persoon van den nieuwen laira voogd aangaat. Wél wist men, dat do heer Van Rees terstond na het optreden van het nieuwe Ministerie zijn ontslag had gevraagd, doch minder stellig was men op de hoogte van de omstandigheden, waaronder hem was verzocht nog aan het bewind te blijven, en de bekende vriend schappelijke verhouding tusschen Zijne Excell. en den heer Schaepman deed het zelfs niet onmogelijk achten, dat met eene vervanging zou zijn gewacht tot ommekomst van den vijfjarigen bestuurstermijn in April 1889. Maar tevens begreep men dat alleen zeor bijzondero belangen don heer van Rees zouden kunnen nopen aan het bestuur te blijven onder den heer Keuchenius als minister, en de laatste om den eerste op den troon te Buitenzorg te laten. In alle opzichten wordt dan ook het gevraagde ontslag na tuurlijk en rationeel gevonden. Maar aan den heer Pijnacker Hordijk als opvolger dachten slechts zeer enkelen. Van algemeene ingenomenheid of het tegendeel met zijne benoemiug kon geen sprake zijn bij de geheele onbekendheid met zijn persoon, zoo groot, dat een der hier verschijnende dagbladen hem voor een gewezen minister van financiën hield en dat nog wel in het ministerie Kappeijne. Wel acht de Javabode dat zijn bekwaamheden en zijn zelfstandig karakter den heer Pijnacker voor die betrekking geschikt maken, maar wij zijn tevens zegt het blad door de ondervinding geleerd, ver standig genoeg om niets meer van hem te hopen, dan dat hij zijne betrekking zal waarnemen zooals het een braaf en eerlijk gouverneur-generaal be- taatnt. Er is niet de minste reden dat, waar zoo weinig menschen hoog boven het gewone uitsteken, juist een landvoogd van Nederlandsch-Indie een feno- meaal man zou zijn, en men toch telkens bij een verwisseling van personen in die betrekking iets dergelijks verlangt, ligt voor een deel aan de voor ons land bijzonder hooge bezoldiging en voor een ander deel aan de eenmaal opgevatte meening, dat het be stuur over Indië niet maar eenvoudig gevoerd, doch geheel en al hervormd moet wordeu. Door den heer Jacob F. Klinkhamer, architect ingenieur te Amsterdam werd voor eetiigeu tijd in de algemeene vergadering van de „Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst," een voordracht gehou den waarin hij wees op de volkomen onvoldoende brood- en waterverzorging van Arasterdam in oor logstijd, terwijl hy meer bepaaldelijk stilstond by de noodzakelijkheid om weder stads- of rijks-koren- pakhuizen te bezitten, zooals vroeger elke stad kon aanwijzen, doch nu geheel ingericht volgens alle eischen des tijds, waardoor dit allerbelangrijkste aller voedingsmiddelen voor bederf door broeiing wordt beveiligd. Van verschillende zijden daartoe aangezocht heeft hij thans deze voordracht in het licht gegeven, doch hij heeft zich slechts bepaald bij een kort overzioht der voordracht, daar door den heer J. Reynvaan, directeur der stoommeel- fabriek „Do Weichsel" is aangetoond dat het vraag stuk door den heer Klinkhamer gesteld, zeer wel uitvoerbaar is zonde? te veel van land en stad te vergen. In het tweede en voornaamste deel der brochure is dan ook de- heer R. aan het woord en geeft hij oen handels- en financieel overzicht in verband met Rijks- en gemeentelijke belangen. Heeft de heer Klinkhamer de noodzake lijkheid van een Rijksgraanmagazijn aangetoond, in dit óvorzicht wijst de heer Reynvaan aan op welke men heeft te zorgen dat dit magazijn gevuld blijft. Dit laatste is toch bezwaarlijk aan het departement van oorlog op te dragen. Graan is geen oorlogs- materieel. De graanhandel zal daar dan ook voor zorgen, mits er te Amsterdam maar graanhandel zij en blijve, want de plodukten zoeken hun weg naar de handelsplaatsen en waar een markt is, van welk artikel ook, daar is ook een stapelplaats. En de voorwaarden waaronder deze graanhandel kan wor den bevorderd zijg: vrije vaart en goedkoope wijze van ontlossing, overlading en opslag der granen. Voor dit laatste is noodig een graan magazijn, zooals Antwerpen, Keulen, Frankfort a:/M. Odessa en andere plaatsen bezitten. De Amsterdamsche graan handel zou, eenmaal in het bezit daarvan, de con currentie met allo transitohavens kunnen doorstaan. Voor verdere by zonderheden zie men de over dit onderwerp bij den uitgever Bussy te Amsterdam verschenen brochure. In de tweede aflevering van Braun's Archiv füt soziale Gesetzgebung und Statistik, uitgegeven bij H. Laupp te Tübingen, komt een artikel voor van den bekenden Weener hygiënist Gruber, waarin deze het door de Oostenryksche regeering voorbereide wets ontwerp tot bestrijding der dronkenschap aan eene scherpe kritiek onderwerpt. Prof. Gruber gaat uit van het feit, dat met de quaestie van de dronkenschap velerlei maatschappe lijke en economische vraagstukken zyn verbonden. Het optreden van de tegenwoordige bezittende klas sen tegenover het veldwinnend alcoholisme kenmerkt zich door groote huichelarij. In Duitschland en Oostenryk (ook elderszyn reusachtige kapitalen belegd in de spiritusfabrikatie, voor welke een be langrijk deel der landbouw producten wordt gebruikt en bij welko tal van slyters, herbergiers en kroeg houders belang hebben. In al deze kringen zou men op ernstig verzet stuiten, indien men inderdaad be proefde het verbruik van sterken drauk te beperken. Ook rekent de staat byna overal op de opbrengst van de alcoholbolasting en zou die bron van zijne inkomsten niet gaarne minder rijkelijk tien vloeien. Aan den anderen kant is het niet te ontkennen.dat de alcohol de misdeelden, die onder 's levens zor gen en lasten gebukt gaan, voor enkele uren hun deerniswaardigen toestand kan doen vergeten, en dat voor deze lieden, wier woningen aan de eerste eischei van gezelligheid en bewoonbaarheid niet kunnen voldoen, de herberg of de kroeg een groote verlok king zijn. Daarenboven is de alcohol ontegenzegge lijk een voedingsmiddel. Zij heeft als zoodanig de meeste waarde voor de armen, die zich de weelde van een rationeel dieet, d. i. van eene physiologisch juist samengestelde voeding, niet kunneu veroorloven. Voor hen, die zich bijna zondor afwisseling met een zelfden, zwaar te vertéren, by geringe voedings waarde omvangrijken kost raoeteu vergeuoegen, is het eene verkwikking een deel daarvan te kunnen ver vangen door eene veel kleinere hoeveelheid van eene stof, die uiterst gemakkelijk in het organisme wordt opgenomen en daarenboven prikkelend en opwekkend werkt. Wie dag op dag 1000 gram roggenbrood of 2000 gram aardappels moet gebruikeu, zal ondervin den, dat het eene ware verlichting is, een tiende daarvan door een betrekkelijk geringe hoeveelheid alcohol te kunnen vervangen. Daarmede is echter niet gezegd, dat hot gebruik van alcohol nuttig is integendeel de schadelyke werking by ovennatig ge bruik wordt door den schrijver niet ontkend hij wil slechts de neiging tot het gebruik verklaren. Sterken drank te gebruiken is voor niemand eene volstrekte noodzakelijkheid, maar men begrijpt, waarom de meesten het doen en waarom de alcohol meer en meer een vast bestanddeel wordt van de volksvoeding. l)e geheele maatschappelyken toestand drijft den arme tot het noodlottig alcohol-misbruik. Een gevoel van welbehagen is tot zekere hoogte voor het leven on ontbeerlijk; kan men het niet op andere wijze ver krijgen, dan grijpt men naar den alcohol. De ideale goederen, die ook voor den armste bereikbaar zijn, mag raen zoo hoog aanslaan als men wil, maArmen zal het oog niet kunnen sluiten voor de waarheid, dat de alcohol een fondament is geworden van onze hedendaagsehe maatschappij, en dit zal blyven, zoo lang de staat niet ingrijpt op sociaal-politiek gebied; De slotsom is, dat men in deze quaestie niet eeuzij- dig en niet drakonisch moet te werk gaan. De staat moet ontegenzeggelijk den strijd tegen den alcohol, den vernietiger van al wat goed en flink is, openlyk en ernstig aanvaarden. Maar zijn eerste en noodigst» taak daarbij is de verbetering voor don maatschap- pelijken en econoraischen toestwid der niet-bezitters. Niet bestraffend, maar helpend ehateunend moet men in de quaestie van het drankraisBftik te werk gaan. De huisvrouw meldt: Tot de geschenken, die aan raej. A. Opzoomer, thans mevr. Von An tal, ter gelegenheid van haar huwelijk door een aantal Nederlandsche vrouwen werden aangeboden, behoort ook eene kist, bevat tende tafel- en dessertzilver, alsmede eene opdracht, te schilderen op eenen grooten tegel van Delftsch aardewerk, die gevat zal worden in eene breede eikenhouten lijst. Waarschijnlijk zal daarbij nog worden gevoegd eene portefeuille met eftsen van le vende Nederlandsche meesters. De gevierde schrijfster heeft wareu dank voor dit huldeblijk betuigd in een schrijven van den volgen den inhoud: „Diep getroffen zeg ik allon, die er toe bijdroegen mij een zoo schoon blyk van deelneming by mijn vertrek uit het vaderland te geven, rayu innigen dank. Maakt de ondervonden liefde mij het afscheid aan den eenen kant nog zwaarder, te schooner wordt daardoor de herinnering, die ik in het nieuwe land zal meenomen. „Gelooft, dat met warme dankbaarheid voor uwe in rayne oogen zoo onverdiende en mij beschamende, maar tevens toch zoo verhougende gave aan u zal denkon Uwe (w. g.) Adèle von Antal (Opzoomeh.) Utrecht5 Juli 1888. In een vijfde en laatste artikel in Het nieuws van- den Dag met het opschrift „Onderwijs voor den land bouw, schrijft dr. P. Sohuringa o.a. het volgende: „Wanneer men nu de zaak beschouwt in alle een voudigheid, zonder ophef en overdrijving, doch ook zonder vooroordeel en zonder traagheid, dan mag men toch vragen Is het goed, indien oen groot aantal boerenzoons van 14 tot 18 jaar den ganschen 0 a 29,Zwaare 30 a 32.tweede quali- teit 22.a 25.—. Noordholland8che 22.a 27. Goeboter 1.30 a 1.40. Weiboter 1.10 a 1.20. winter door hunne lange avonden doorbrengen met niets anders dan in den haard te zitten kijken, met niets tot afwisseling dan hetzy terloops afgedane verzorging van den stal, hetzy eenige andere (niet altijd onschadelijke) afleiding F Is dit te verantwoor den met het oog op hunne toekomst F Is het zulks op een leeftijd als het leeren nog zoo gemakkelijk valt en dubbel vruchtbaar moet zyn, omdat eensdeels de aanvankelyk opgedane kennis der practijk de studie to hulp komt en anderdeels de ontwakende levensernst den yver prikkelen moet F Is het zulks vooral thans, nu algemeen pn alom de behoefte aan meer ontwikkeling ook voor den landbouwer zich doet gevoelen F En heeft dan de landman minder behoefte aan kennis en onderwijs dan de aan staande ambachtsman, die gedurende eenige jaren eene Ambachts- en Burgeravondschool bezoektF Ziedaar de nuchtere wys, waarop ik zou wenschen, dat ieder be langhebbende de hier aanhangige vraag beschouwde. En in dat geval ook kan het antwoord op de vraag bezwaarlijk twijfelachtig zijn: onderwijs voor den aanstaanden landbouwer moet er komen, en wel onder het bereik van allen. Hiertoe nu is noodig: l» minko8tbaarheid, 2° algtemeeue verspreiding en 3° zorg dat de leertijd geene afbreuk doet aan der leerlingen practise lie werkzaamheid. Aan deze eischen kan alleen worden voldaan door de winter- school, en wel bepaaldelijk ais avondcursus. Onge twijfeld is de breedere opleiding, als die welke in Wageningen b. v. verkregen wordt, de betere, doch Ie mieux est l'enuemi du bien. Om verschillende redenen willen nu eenmaal verreweg de meeste land bouwers niet, dat de opleiding hunner zoons dezen voor kortoren of langeren tijd zal verwijderen van of onttrekken aan hunne eigen practyk, en deze denkwyze is een feit, waarmede de voorstanders van algemeen landbouw-onderwijs moeten rekenen." Op geheel overeenkomstige wijs als thans door en nevens vele Mioogere Burgerscholen voor den ambachtsstand Burgeravondscholen bestaau zou, meent do schryver, en met niet minder billyko reden, naast' elke Hoogere Burgerschool een winteravond- school voor den landbouw moeten opgericht worden. Intusschen, eene avondschool zou niet, gelijk de Duitsche winterschool (die als dagschool te beschou wen is), over 24 a 82 wokelijkschè leeruren hebben te beschikken, doch zich wel met de helft tevreden moeten stellen. Duurt alzoo in Pruisen de cursus in den regel twee winters, dan zal hier, om eeniger- mate hetzelfde reaultaaf te bereiken, de volle cursus wel ongeveer den dubbelen duur moeten hebben. Ook bij dit landbouwonderwijs zal, meent dr. 8., een voorbereidend en een toëpassend en voortzettend deel moeten bestaan. Op grond van een en ander zou de schrijver voor de wiuteravondschool als proeve in overweging willen geveu het volgend schetsje: A. Voorbereidende klasse; 1 a 2 winters, al naar de resultaten van hot lager onderwys, het aantal lesuren, enz. VakkenNederlandsche taal, rekenen met wat meetkunde, aardrijkskunde, beginselen van natuurkunde, scheikunde, plant- en dierkunde. B. Eigenlijke landbouwklasse: 2 winters. Vak ken kennis der grondsoorten, der teelt van gewas sen, der veeteelt (met inbegrip van hoefbeslag en gezondheidsleer), boekhouden en landbouwkunde, omvattende de toepassing van natuur-, schei-, plant en dierkunde op den landbouw, bemestings- en bedrijfsleer. Het onderwys zou in 10 a 15 wekelijksche lesuren moeten gegeven worden en eene uitmuntend practi- sche richting hebbenvoorts zou ieder leerling moeten verplicht zyn tot het volgen van den ge- hoelen drie- of vier- winterschen cursus. Zóó zou men eene niet hoogvliegende en m. i. toch doel treffende inrichting vorkrygen, die tevens, door partij te trekken van de krachten en hulpmiddelen der Hoogere Burgerscholen, vry voldoende, min kostbaar en voor allen bereikbaar was. „Een stap", zegt de schrijver ten slotte, „ligt inmiddels op den weg der verlichte voorstanders en in het bijzonder op dien der vooruitstrevende Land- bouwvereenigingen. Deze nainelykdat zy met talrijke adressen zich wonder, tot den minister van W., H. en Nijveiheid, ten einde do Regeering aan te sporen tot opvolgiug van do adviezen der land- bouw-coramissie, in zake algemeen onderwys voor den landbouw 1" De keizersbijeenkorat behoort weder tot de ge schiedenis. Omtrent de ontvangst, dien den Duitscheu keizer door de Russische bevolking is ten deel gevallen, is men het niet eens. De verslaggevers der Duitsche bladen seinden telkens, dat de bevolking van Peters- burg den Duitschen keizer met geestdrift toejuichte. Volgons de verslaggevers der Fransche en Belgisohe bladen was die geestdrift echter niet zoo bijzonder groot. „De Russen zegt dien der Independence Beige o. a. hebben den oorlog niet vergeten, dien zyn nabuur nauwelijks zes maanden geleden hun handel en nyverheid heeft aangedaan. „In Rusland, zooals overal elders, draagt men de beurs dicht bij 't hart en men kan het den Duit- schers niet licht vergeven, dat zy het Uussche kre diet zoo gevoelig hebben benadeeld. Weliswaar geeft de Russische regeering niet vetl om de openbare meening, maar het is vry duidelijk, dat indien het volk zijn afkeer zoo goed bewaard heeft en zich zoo weinig door do voorkomendheid van zijn vijand van gisteren om den tuin laat leiden, het Russische hof, dat in veel hooger mate gekwetst en veel minder dan de groote menigte veranderlijk en gedwee is, met niet minder wantrouwen en terughoudendheid Duitschland's handelingen zal gadeslaan". De geduchte nederlaag door generaal Boulanger in het departement de l'Ardèche geleden, zal wel licht nog meor bijdragen tot het behoud van den vrede dan de geheele reis van den jongen Duit schen keizer zou kunnen doen. De nederlaag is inderdaad treffend en niet ge ringer dan men eerst uit de voorloopige en on volledige cyfers meende te mogen opmaken. De uitslag is nl. dat op den candidaat der repu- blikeinsche partij, den heer Beaussier, 41,561 stem men en op dien der anti-republikeinsche partij, generaal Boulanger, slechts 24,793 stemmen werden uitgebracht. Naar alle waarschijnlijkheid hebben dus alleen de Bonapartisten, gesteund door eenige ontevreden republikeinen, voor den generaal gestemd; terwijl de Orleanisten zich onthouden hebben, en de radicale zoowel als de gematigde republikeinen ditmaal eens gezind zyn geweest. De republikeinsche bladen beschouwen hiermede de rol van Boulanger als afgespeeld. De Bépublique francaise rekent in een vlijmend scherp artikel, dat tot opschrift draagt: „Le chatiment" en tot ken spreuk: „La bëte vit, raais le venin est mort!" met den generaal af. „Wij hebben altijd gehoopt, dat Boulanger zou beter worden, want die soldaat, wien men zijn uniform moest afscheuren, omdat hij het onteerde, verdiende niet te sterven door een eerlijke» degenstoot. De dood zou geen straf zijn, en Btraf verdient hij." Op een andere plaats heet het: „Boulanger kan leven, maar hij zal leven, gelijk het behoort, in schande, geminacht door de republikeinen, veraf schuwd door alle patriotten, afgewezen door de monarchale partijen, die zich nutteloos gecompromit teerd hebben voor dezeu slethten burger, en ver laten en verraden door de zijnen." Uit Pieter Mauritzburg komt l%«t bericht dat een expeditionaire troepenmacht, aangevoerd door kolonel Mackau, opgerukt is om Dinizulu te bestrijden. De expeditie zou het eerst mareheeren naar Sanikeli, die een versterkt kamp bij St. Lucia heeft opge richt daarna zou de zoon van Cettawayo aangevallen worden. VEILING 23 JULI. Huis, Gouwe C 6» 1600.kr. J. Brokaar. VEILING 25 JULI. Huis en Erf, Spieringstraat F 27 900.k'. A. F. Lafeber. Drie Huizen en Erven, Turfsingel, V Nrs. 73, 74 en 75 2425.k'. W. F. C. van Essen qq. Huis en Erf, Lange Dwarstraat, H 143 700. k'. A. van der Heij. GOUda, 26 Juli 1888. Dezelfde reden als de vorige week, het ongunstige weder, was oorzaak dat hot aangevoerde vlug op ruimde tot hoogere prijzon. Tarwe Zeeuwsche 7.75 af 8.Mindere Zeeuw- sche 7.40 a 7.60. Polder 7.10 a 7.30. Af wijkende f 6.50 af 6.70. Kanada ƒ6.10 a 6.25. Zéeuwsche Kogge 5.90 a 6.25. Buitenlandsche por 70 KG. fs.eo a 3.75. Voergerst 4.— a 4.25. Chevaliergorsl f 5.75 a 6.50. Haver per Heet. 3.50 a 4.50, per 100 kilo ƒ6.75 a 7.50. Hennepzaad: Inlandsoh a 8.— a 8.25. ErwtenBuitenlandsche voererwten per 80 Kg. 5.50 a ƒ.5.80. Kanariezaad: ƒ8.25 a 9.—. Boonen: Schapenboonen 6.40 a 6.60. Mais per 100 kilo: Amerikaansche Mixed 6.35 a 6.40. Donau ƒ6.25 a f 6.30. Cinquantine 6.75 h 7.—. De veemarkt met weinig aanvoer, handel traag, vette varkens 19 a 20 et., varkens voor Londen 17'/, a 18»/, et.; magere varkens en biggen traag, biggen 0.75 a 1.10 per week, schapen 18 a 28.— por stuk. Aangovoerd 95 partijen kaas, eerste qualiteit ƒ26 GEBOREN 25 Joli. Johannes, ondera H. Blok en C. H. Bok. 26. Marinoa Jacobus, ondera S. Elshoot en J.de Quant. OVERLEDEN: 24 Joli. J. P. C. Zoom, *2 to. 25. A. W. Goaaeling, 10 m. GEHUWD: 25 Juli. LJansen en S. C. Konings. —20. W. van der Togt eu S. G. Wintert. Getrouwd W. van dm TOGT en S. G. WINTERS, die, ook namens wederzjjdsche Familie hnnnen harteljjken dank betnigen voor de menigvuldige bewijzen van belangstelling bjj ban Huweljjk ondervonden. Gouda, 26 Juli 1888. Het is mg eene behoefte des harten, hiermede ook namens mijne Kinderen, mjjne innige erkentelijkheid te betnigen aan allen, die tijdens de ziekte en bg het overlijden van mjjne geliefde Dochter JOHANNA ANDERS, door woord en daad hunne oprechte deelneming hebben betoond en in het bjjzonder zjj die dank gebracht aan de geheele familie vak dm END, die haar gedurende haar smarteljjk ziek bed bijgestaan hebben, alsof het hnnne eigene bloedverwante was. De Heere spare hen allen voor eene dergeljjke ziekte. Wed. C. MONTAGNE. Gouda, 26 Juli 1888. Eene DAME van gevorderden leeftjjd zoekt tegen AUGUSTUS, SEPTEMPER, OCTOBER of NOVEMBER voor haar en hare Meid, geen vrjje opgang. Franco brieven onder letter G. S. bjj de Boek handelaren A. KOK ft Comp., Gouda. bij gelegenheid van de Als PRIJZEN zijn reeds aangekocht 1. Een JACHTWAGEN (Utrechtsch wagentje) met PAARD en TUIG. 2. Een volledige verzameling WERKTUIGEN voor de kaasbereiding voor eene Zuid-Hol- landsche boerderij. 3. Een SMYTH'S Rjj- en Zaaiwerktuig. 4. Een HOOISCHÜDDER, «Boby». 5. Een PAARDENHOOIHARK, cRansomes». De LOTEN van een galden zjjn verkrijg baar bg de Heeren P F. L. WALDECK, Se«£ JW der Maat schappij te Loosduinen. M. M. COUVEE ty-Sj&boenhage. A. HOOGSTRATEN Zn. te MENSING VISSER te J. P. BOON te Purmerend. E. GRAAFSTAL te 11 Loten voor 10 gulden, 110 voor f 97,50. Aangifte van inzending op de Tentoonstel ling moet geschieden vóór of op 22 AUGUSTUS 1888 bg den Secretaris der Maatschappij P.F. L. WALDECK te Lootduinen. t

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2