Kennisgeving apvertentiEn. TLEBSGHHODVERU, Buitenlandsch Overzicht. Gouda. 30 Aug. 1888. Burgerlijke Stand. Stolwijk ReeuwSjk D. LEEFSMA, 2.75. Agent W. den HERTOG. J. H. KOK. E. H. VAN MILD, Fransche Stoomververij, Chemische Wasscherij. optiegen en in de Noordzee neerkwamen, hebben in groot lerensgevaar verkeerd. Toen rij door den luchtstroom naar zee gedreven waren, begon de balion te dalen. De drie mannen, die zeer kalm bieren, trachten door het uitwerpen van ballast hun luohtschip boven te houden. De ballon rees daardoor aanvankelijk weer. Eindelek zag men een visschersvaartuig, waarvan men hulp hoopte te krijgen. De klep werd nu opengezet, de ballon daalde, maar hot schip ging verder, zonder, naar het scheen, de luchtreizigers te hebbeu opgemerkt. Om nu weer te stijgen wierpen de luchtreizigers al den ballast en ook het anker weg zij ontdeden zich zelfs van het grootste gedeelte hunner kleederen. l)e ballon steeg nu weder tot op een hoogte van 2000 meter, maar de half ont- kleede luchtreizigers verkeerden in een deerniswaar- digen toestand. Een der officieren was, bij de laaiste daling, tot tweemaal toe byna geheel onder watéJr gedompeld. Op omstreeks 112 mylen afstands van Zierikzee zag men weer een vaartuig, een stoomboot. Nu werd een laatste kans gewaagd de "klep werd wijd opengezet en de ballon daalde snel. De stoomboot merkte de in nood verkeerenden op en zond een sloep met vier mannen uit om hen te halen. De mannen bereikten den ballon en bielden de touwen vast, terwijl de luchtreizigers in de boot sprongen. Daaraan was groot gevaar verbondeneen klei nigheid kon het lichte vaartuigje doen omslaan maar alles liep goed af, en de drie geredden kwamen behouden aan boord van de Warriorwelk schip hen te Duinkerken aan wal zette. 'Nieuws Te Yerseke is Zondag-middag op een kleine hoeve ruim een kwartier buiten het dorp, eene vrouw, wier huisgenooten naar de kerk waren, op eene afschuwelijke wijze vermoord. Zij werd door haar zoon in den stal van een jongen stier gevon den, zoodat men eerst in den waan verkeerde, dat zy door dit dier gedood was. Spoedig echter vond men eene spade met bloed bevlekt, terwijl een kast was opengebroken, waaruit ruim 70 in geld en andere voorwerpen vermist werden. Den volgenden morgen is de justitie van Middel burg naar Yerseke vertrokken, ten einde aldaar een onderzoek in te stellen naar den moord. Het hoofd der vrouw was gedeeltelijk verbrijzeld met eene spade en de neus plat getrapt, terwijl in buik en armen met een mestvork steken waren toegebracht. De heeren doctoren Bolle en Van Selms deden de lijkschouwing. Een zwager der vermoorde, zee ongunstig bekend, is gearresteerd. Onder kerktijd was hij door enkelen in den omtrek der hoeve gezientwee vrouwen hebben hem er in en uit zien gaan. Later was hij kwisting met zijn geld eu had nog 100 gulden. Hij heeft reeds bekend. In den laatsten tyd ia meermalen de vrees te kennen gegeven, dat de olie een concurrent zal wor den van de verlichting met koolgas niet alleen, maar ook van die met electriciteit. Deze vrees scbynt meer en meer gegrond. De veelvuldige ontdekkin gen van petroleumbronnen, de jongste verbeteringen voor het vervoer van olie door middel van kanali satie en reservoirschepen, alsmede de belangrijke wijzigingen aan lampen en andere toestellen hebben tot resultaat gehad, eensdeels om den prijs van dit verlichtingsmiddel aanmerkelijk te doen dalen, en ten anderen om het gebruik er van gevaarloos te maken. Bestaande petroleumlampen geven een lichtsterkte van 40 tot 100 normaalkaarsen. Zoo is bijv. door middel van petroleum verlicht het tentoonstellings gebouw te Glasgow gezamenlijke lichtsterkte 8000 normaalkaarsen. De stad Erith heeft oeno overeen komst gesloten voor de openbare verlichting met petroleumlampen, berekend tot den prijs van 60 franken 's jaars, voor een brander van 30 normaal kaarsen tegen 119 franken per jaar en por brander tot nog toe voor het gas besteed. Het «Graad Hótel" en het «Hotel Métropole" te Londeu, vroeger geheel electrisch verlicht, zijn thans ook voorzien ieder van 250 petroleumlampen. Is het gas in Engeland zeer goedkoop en treedt daar dus reeds de petroleum als concurrent op, dan is de tyd voor de electriciteit niet gunstig te achten, doch de olectrische xerlicbting heeft nog lang niet haar laatsto woord gezegd. {Stoompost.) Onder het oproer in Bantam schrijft de Tijd «De onlusten, welke onlangs te Tjilegon voor-» vielen, hebben blijkbaar in Indië een diepen indruk gemaakt, zoodat volgens de meening der Indische Regeering de paniek, welke thans heer&ht onder de Europeanen in de residentie Kedirie, nog een gevolg is van het voorgevallene in Bantam. «Het is daarom van zeer groot gewicht, de ware corzaak te leeren kennen van den op Java bestaanden onrustigen toestand. «Men weet dat inlaudors, als zij eenmaal in terzet komen, wreed eu hardvochtig zyn. Maar een dierlyke wreedheid, zooals zij onlangs te Tjilegon hebben betoond, ligt toch niet in bun aard, tenzij zij door wanhoop tot het uiterste gebraoht en op gruwelijke wijze gesard zijn. «Een andere eigenaardigheid van bet oproer in Bantam is, dat men hier te doen heeft met een volksopstand in den waren zin van het woord. De Europeesche noch de inlandsche ambtenaren waren met don stand van zaken bekend, niettegenstaande de samenzwering uiteraard geruimen tijd noodig had om te broeien en te rijpen. «Wij wenschen niet te spreken over tekortko mingen van enkele Europeesche ambtenaren, want, ofschoon wij van meening zyn dat in Bantam niets zou gebeurd zyn, indien het Europeesche bestuur het vertrouwen en de genegenheid der bevolking had weten te verwerven, kan men o. i. aan den anderen kant toch niet ontkennen, dat niet altijd en overal even geschikte en humane ambtenaren aanwezig kunnen zijn. «De vraag is slechts, of er ook algemeene oor zaken aanwezig waren, welke het uitbreken van het oproer mogelijk maakten. En die vraag moet, dukt ons, helaasin bevestigenden zin worden beantwoord. «Het is van algemeene bekendheid, dat de resi dentie Bantam eerst door de veepest en later door de ramp van Krakatau ontzettend geleden heeft, zoo zelfs, dat de bevolking aldaar in de laatste tien jaren met bijna de helft verminderd is, waar door tienduizenden bouws sawahs (rijstvelden) braak zijn komen te liggen. «Het lag, dunkt ons, voor de hand, dat onder dergelijke omstandigheden de landrente een ver mindering moest ondergaan van minstens ongeveer de helft, en wel in evenredigheid uiet de vermin dering van het bovolkings- en het productie-cijfer. «Toch heeft dit niet plaats gehad. Wèl heeft men speciaal in de laatste maanden, toen het blijkbaar te laat was de landrente eenigszins verminderd, eu wel met plus miuus 20 percent, doch dit was op verre na niet voldoende, daar de bevolking der bouw beplante sawah toch nog altijd veel meer moest betalou dan een jaar of tien gelo den, toen haar welvaart nog niet zoo'n geduchte» knak had gekregen en zij bovendien ook nog geen hoofdgeld had op te brengen. «Of de opdrijving van do landrente al dan niet de directe oorzaak Is geweest van het oproer, laten wij vooralsnog in hot midden, maar het kan, onzes inziens, niet tegengesproken worden, dat do landrente op de zoo verarmde bevolking van Bantam in de laatste jaren buitengewoon zwaar heeft gedrukt, en dat die druk wel aanleiding moest geven tot ontevredenheid. «Zooals bijna altijd, hebben ook bij de jongste gebeurtenissen do hadjies een voorname rol gespeeld. Dit kan geen verwonderiug baren, omdat de hoeda nigheid van hadjie zulks als het ware meebrengt een der gevangen gerornon hadjies verklaardo dau ook openlijk aan het bestuur, dat hij aan het oproer had meegedaan, omdat zijn godsdienst hem dit gebood. «Hoe fanatiek do hadjies in don regel ook wezen mogen, en hoe groot hun invloed op de bevolking vaak zij, toch zyn zij zooals de ondervinding voldoende geleerd heeft nooit in staat onlusten te verwekken, als het volk geen redenen heeft om ovor het bestuur ontevreden te z'jn. En daarom schijnt het ons te meer noodzakelijk, de ware oorzaak van het oproer niet te verzwygen, ten einde de herhaling van dergelijke zaken mis schien op ernstiger wijze elders op Java te kun nen voorkomen. «Indien de opdrijving of, juister gezegd, het niet in voldoende mate verminderen der landrente, de hoofdoorzaak van het gebeurde is, dan zal de be- kente daarvan mooielyk zijn zoowel voor de Indi sche Regeering, die de vermeerdering der landrente vooral in do laatste jaren zoo bijzonder gaarne zag, als voor den resident van Bantam, die op de voor stellen tot vermindering, van zijn ondergeschikte ambtenaren ontvangen, niet of althans niet in vol doende mate schijnt acht geslagen te hebben. «Yoor een duurzame verzekering der openbare orde en rust in Indië is de Hadjie-quaestie eveneens van zeer gróót belang. Zooals men weet, zijn hadjies personen, die zoowel om godsdienstige redenen als om het aanzien, waarin zij na hun terugkeer bij de bevolking staan, de bedevaart naar Mekka hebben gedaan. De schilderachtige Arabische kleeding der hadjies draagt er veel toe bij om hun prestige bij de bevolking te verhoogen. «Die kleeding behoort, strikt genomen, echter niet bij de waardigheid van hadjiezij is slechts één in Indië aangenomen 'gebruik, of liever mis bruik. In het streng Mohammedaansche Atjeh wordt zy niet gebezigd, en gedurende de jongste onlusten in Bantam heeft men kunnen opmerken, dat de hadjies zich kleedden als gewone inlanders, bevreesd als velen van hen waren, anders te worden opgepakt. «Ware het mogelyk, het gebruik maken van de Arabische kleeding aèn de hadjies in Indië te ver bieden, dan zou hun aantal al ras zeer verminderen en ook hun aanzien by de bevolking afnemen. «Daarom zou het ons in alle gevallen wenschelyk toeschijnen aan de hadjies, vooral op Java, bekend te doen maken, dat by herhaling van gebeurtenissen als onlangs te Tjelegon plaats hadden, eu waarby zij zich over het algemeen zeer gecompromiteerd hebben hun hot gebruik der Arabische kleeding, waarop zij zeer gesteld zyn, zal worden verboden. Tot een dergelijk verbod zou to eerder kunnen wor den overgegaan, omdat het niet in strijd is met den Mohamraedaanschen godsdienst en omdat de eigen lijke priesters voor zoover zy geen hadjies zijn dien maatregel zeker zoudon toejuichen nayverig als zijn op de hadjies." Het Hbl. vindt in het vertrek van den gouver neur-generaal rar. Pynacker Hordyk naar Indië, nog maals aanleiding tot het uitsprekeu van den wönsch, dat zyn bestuur tot zegen vau Indië moge strekken en zich door tal van heilzame maatregolen kenmer ken. Het voegt daaraan toe, dat inzonderheid de mannen van den handel en de nijverheid, die met Indië in betrekking staan, en vooral de Indische handelsfirma's zei ven, met de meeste belangstelling do daden van den nieuwen landvoogd zullon nagaan. Groote verliezen zijn in de laatste jaren op Java ge leden, verliezen samenhangende niet alleen met alge meene oorzaken, als de suiker-crisis, welker zetel meer in Europa dan daar buiten is te vinden, maar ook met eigenaardige Indische toestanden. Ontzaglijke sommen zijn verloren gegaan door wanbetalingen van Chineesche handelaars en andore vreemde Oosterlin gen. Het kredietwezen in Intlië is ook daardoor zeer goschokt. En de fout ligt grootendeels aan de gebreken, die de wetgeving daar te lande aankleven en die zeker wel een zeer voorname plaats verdie nen in te nemen in de aandacht van den niouwen gouverneur. Het is zeker niet ongepast, nu wellicht oen frisscbe geest over Indië zijn levenwekkooden invloed zal uitstorten, op do inderdaad dringende noodzakelijkheid van verbetering in het kredietwezen te wijzen. Aan eene geheele wijziging van de wet op de failli- semen ten bestaat, naar het Hblbetoogt, behoefte. Een eerste schrede op den goeden weg zou zyn eene gebiedende bepaling, dat koopmansboeken, zoowel van Chineezeu als andere Oosterlingen, in eene Eu ropeesche taal of in het Maleisch gehouden worden en met Latynsohe karakters. Dat is reeds iaren geleden met nadruk gevraagd, en 'tis nu wellicht het geschiktste oogenblik, om er nogmaals op aan te dringen, nu het vertrek van den gouverneur-ge neraal, zelf een uitstekend rechtsgeleerde, aanleiding geeft na te gaan, wat in Indië op verbetering en hervorming wacht. De enqucte-commissie uit het Britseho Parlement heeft rapport uitgebracht over den toestand der Engelsche gevangenissen, dat allerdroevigst is. Meestal wordt een groot aantal personen, die in voorloopige hechtenis zyn, vóór de behandeling van hunne zaak in een enkele cel opgesloten, zonder rekening te houden met het geploegde misdryf, waarvan zij zijn aangeklaagd. Deze cellen zyn on voldoende of in 't geheel niet verlicht; het zyn daarbij plaatsen, waar natuurlyk eeno taal wordt ge sproken zóó gemeen, dat zij voor het oor van be schaafde en onschuldige pereouen, die wellicht toe vallig of door een misverstand in hechtenis genomen werdon, even stuitend als beleedigeud zijn. Boven dien zijn deze cellen slecht of geheel niet verwarmd en geventileerd, zoodat alleen de opsluiting in deze holen voor fatsoenlijke of onschuldige personen reeds een zware straf is, die, wanneer ze op veroordeelde misdadigers werd toegepast, met recht een kreet van veroutwaardigiug zou doen opgaan, lrt West- Ham, een voorstad van Londen, worden bijv. in een col van 15 voot lengte en 12 voet breedte, gewoon lijk 8—12 gevangenen opgesloten. Hoe erg het er ook in dit opzicht in Londen moge uitzien, veel erger is het nog in de provinciesteden, vooral te Hull eu te Manchester, waar men zich om meusche- lijkheid in 't goheol niot schijnt te bekommeren. Te Huil bevinden zich de cellen onder den grond, zoodat het zonliéht er nooit in kan doordringen ofschoon ze verwamd zyn en verlicht, worden ze zoo slecht geventileerd, dat het hijna onmogelijk er in te leven. Even slecht is hot te Manchester gesteld. In de City-Court aldaar zyn slechts 2 cel len voor mannen en 2 voor vrouwende eersten zijn 21 voet lang en 15 voet breed, de laatsten hebben eene lengte van 15 en eene breedte van 14 voet. Toch worden or in de grootste 30 mannen en in de nndere 20 vrouwen opgesloten. Na het verhoor worden veroordeelde personen of zy, wier zaak nog niet geheel afgohaudeld is, in onderaardsche cellen gebracht, die volgens de verklaring van een inspec teur der gevangenissen op de getraliede kooien van de wilde beesten in den dierentuin gelijken, met dit onderscheid echter, dat die wilde beesten het veel beter hebben, daar zij ten minste ruimte hebben, tenvyl iu de gevangenissen dikwijls 4050 man nen en 20—30 vrouwen by elkander zijn opge sloten. I)e Pall Mall Gazette heeft in eene reeks vau ar tikelen de iurichting der verschillende spoorwegen van Europa besproken, vooral met het oog op de «nelheid en het aantal der treinen. Yoor ons land Valt die vergelijking zeer gunstig uit. Ofschoon België iu de lijst reeds eene eereplaats inneemt, is voor de Nederlandsche treinen de éxpree» mileage d. i. het aantal mijlen, dagelijks door «ai/treinen af gelegd, een zesde groot er, en, in verhouding van de bevolking, bijna tweemaal zoo groot als ton Zuiden van den Moerdijk. Hierbij dient in het oog te wor den gehouden, dat <le Pall Mall Gazette alle trei nen op het Europeesche vasteland, die meer dan 30 Engelsche mijlen dus meer dan 48.27 kilometer per uur afleggen, expres-treinen noemt. Het blad pryst ook hel betrekkelijk groote aantal van de sneltreinen vergeleken met het aantal van die, welke overal stoppen (op de lijn van den Rijnspoorweg 16 tegen 43op die van dqn Hollnndschen spoorweg 19 tegen 10). Yerder wordt als een unicum, en met grooten lof, bet feit vermeld, dat 80 perceut vau de sneltreinen ook passagiers derde klasse ver voeren. Dit alles is, volgens het Engelsche blad, dubbel te waardeereu, omdat Nederland een onge ëvenaard net van stoomtramwegen en eoen bijzon der uitgebrciden stoomuootdienat bezit. Ook de maildienst tusschen Queensborough en Ylissingen, welks booten 20 tot 24 E. mylen (ruim 32 tot byna 89 kilometer) per uur afleggen, wordt zeer ge roemd. Holland reekê with locoinot 'we energyzegt het blad. Op dit punt derhalve zullen de lezers van de Pall Mall Gazette ons niet langer voor de Chineezen van Europa houden. Drier dagen werd eene historische briefwisseling over Moltke's aftreden openbaar gemaakt. In een schrjjver: ran 3 dezer richtte Moltke tot den Keizer de mededeeling, dat hg wegens zgnen hoogen ouderdom niét meer te paard kan atggen, weshalve hij Z. M. verzocht hem als chef van den generaten ataf zgn ontslag te geven en hem toe te staan het overschot zijner dagen in landelijke rust te slgton. Met de hartelijkste wonschen voor 'sKei- zers roemrijke toekomst en dankbetuigingen voor genotene ouderscheidingen eindigde dit sehrgven. Zes dagen, gedurende weike hjj ongetwijfeld eerst prins Bismarck raadpleegde, zweeg hierop de Keizer, en eerst op den 9den antwoordde hij. Hg schreef, dat hij zich pijnlijk aangedaan voelde door de gedachte, eenen man zijnen post te zien verlaten, op welken hjj het leger tot de sohitterendste over winningen had geleid, die ooit eenen atrjjd bekroon den. Aan die gedachte kon noch hjj, noch het leger zieh gewennen. Doch aan den anderen kant mocht de maarschalk van zjjne kostbare gezondheid het onmogelijke niet vergen on viel zgn verzoek dus niet af te slaan. Om nu evenwel, volgens zijnon eigen weutch en dien des legers, dm grjjzen veld heer nog lot heil des vaderlands werkzaam te zien, bood de Keizer hem het ambt van voorzitter der commissie voor do landsverdediging aan, welk ambt sedert den dood van keizer Friedrich onvervuld ge- bleveu is. De Keizer kon dit ambt aan geene betere handen toevertrouwen, en verzocht daarom Moltke, ter wille van hemzelven, het vaderland en het leger, dit wel te willen aanvaarden, met den wensch, dat Moltke's kracht eu wjjsheid uog lang tot heil der natie door God gespaard mochten bljjven. Dit verzoek werd door Moltke, in een schrijven van den lOden, op de meest heusohe wijze inge willigd en de benoeming aangenomen iu afwachting van verdere hevelen Terstond, op denzelfden dag nog, sohreef de Kei- zor aan den grgzeri veldheer terug, o. a. het volgende: iiMag ik dan op uwen ingespannen dienst bij het leger niet langer aanspraak maken uwen raad kan ik, zoolang gjj leeft, niet ontberenen ik moet u behouden doen blijven voor het leger, dat met hot meest onbegrensde vertrouwen tot u zal blijven op zien, zoolang Godi wil dit gedoogt. Indien ik u volgens uw verzoek van het ambt van chef des generalen stafs bjj dezen onthef, zoo geschiedt dit onder toevoeging van den warmen wensch, en in do verwachting, dat gij ook verder nog in gewich tige aangelegenheden met den generalen staf in var- binding zult bljjven, en dat gg uwen opvolger dien ik benoemd heb zult veroorloven uwen raad over alle belangTjjke vraagstukken in te winnen. Bij uwe in zoo buitengewone mate bewaard geblevene frischheid van geest, zal het u mogelijk zgn, tevens het ambt waar to nemen van voorzitter der commis sie voor de landsverdediging, waarmede ik u bij dezen bekleed." Met toevoeging van het een en ander van meer materieelen aard, hoopte de Keizer aldus voor den grijzen maarschalk eene stelling te hebben ingeruimd, in welke hij nog langen tijd (naar allen hopen) heil rijk voor het vaderland zal kunnen werkzaam blijven. Nogmaala volgt dan eene leedbetuiging over Moltke's aftreden; doch (laat de Keizer er op volgen) „de macht des tfjds is sterker dan die der menscheu, en voor haar moet ook gij u buigen, die overal elders de overwinning in uwe hand hebt gehad." De Keizer verklaart voort», te moeteu afzion van eene bijzondere dankbetuiging wegens alles, wat Moltke als chef van den generalen staf heeft gedaau. Woorden ont breken hem op bet oogenblik daartoe. Hij kan slechts verwijzen naar do gescbiedboekun der jongst- verloopen 25 jaren. Eén ding is zeker: dat Moltke als chef van den generalen staf in de hoogste ver- eerende herinnering blijven zal zoolang er een Duitsch soldatenhart klopt en Duitsche burgers het beroep vau den soldaat eeren. Het slot der briefwisseling bestaat weder uit eene dankbetuiging van Moltke, met de verzekering dat het hem gelukkig maakt, Z. M. in eene nieuwe eervolle betrekking nog to mogen dienen, en dat 'a Keizers brieven in Moltke's familie als onschatbare gedenkstukken bewaard zullen bljjven. De opstand in Zoeloeland is feitelijk onderdrukt, eu de Engelsche troepen ontruimen hunne verschil lende stations. Edne afdeeling voetvolk blijft er echter te Coza. Omtrent Dinizoeloe ontbroken stellige berichtendoch men gelooft dat hij als gevangene in handen der Boeren of der Engelscheu is. Getrouwd CoRNELIS Gïeardus Hrkdrikus SPRUIT en Antonia Jacoba dcn HERTOG, die, mede namens wederzjjdsche familie, hnn- nen harteljjken dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling bjj hnn huweljjk on dervonden. Gouda, 29 Augustus 1888. Getrouwd ADOLPH WILHELM DIE8TELHORST en GEERTRUIDA JOHANNA van der MARK, die tevens hunnen dank betuigen voor de vele bljjken van belangstelling dezer dagen onder vonden. Leiden, 29 Augustus 1888. Heden overleed ons eenig geliefd Kindje, in den ouderdom van ruim 6 maanden. H. G. van GENT. J. A. van GENT— Gouda29 Aug1. 1888. van dïr Bk». MARKT A 156. GOUDA. aan mjjn geachte begunstigers dat mjjn Winkel a. s. DONDERDAG en VRIJDAG 6 en 7 MARKTBERICHTEN. Van het nieuwe gewas was aanvoer heden grootet dan de vorige weok. Bij gunstig weder verwachten wg volgende week ook nieuwe Tarwe. De prijzen waren ongeveer gelijk aan die van de vorige week. Tarwe Zeeuwsche 8.40 a 8.75. Mindere Zeeuw- sohe7.90 a 8.20. Polder 7.75 a 8.—. Af wijkende 7.a 7.25. Zeeuwsche Kogge /6.50 a 6.75. Zeeuwsche Nieuwe 5.25 a 5.50. Nieuwe Polder 5.a li.25. Buitenlandsche per 70 KG. ƒ4.50 a ƒ4.70. "Nieuwe Wintergerst 4.25 a 4.75. Voergerst 4.—a 4.25. Cheva- liergeral f 5.75 a 6.25. Haver per Heet. 3.75 a 4.50, per 100 kilo 7.a 8.Hennepzaad Inlandsen 8.25 a 8.50. Buitenlandsch 5.75. a 6.Ewten Buitenlandsche voererwten per 80 Kg. 6.a 6.20. Kanariezaad8.50 a 9.26. Koolzaad 9.a 9.75. Karweizaud 11.50 a 12.— per 50 Kg. Maie per 100 kiloAmerikaansche Miied 6.60 a 6.65. Odessa (onfrisch) 6.a 6.25. Cinqnantine 7.25 a 7.50. De veemarkt van geen beteekenis vette varkens 19 h 21 ct., varkens voor Londen 18 a 19 et.magere varkens en biggen ving, biggen 0.80 a 1.10 por week votte schapen vlug van 22.a 30. zuiglammeren vlug 12.a 18per stuk. Aangevoerd 107 partijen kaaa, handel redelijk, eer ste qualiteit 27.a 29.Zwaardere hooger in prgs, tweede qualiteit 23 if 26. Noordhollaudsche 22.— a 27. Goeboter 1.40 a 1.50. Weiboter f 1.20 a 1.30. GEBOREN 28 Aug. Wilktlinos, ouders H. vso der Heiden eu A. vsu der Drsajj. 29. Pistor Gersrdue, oudere T. IJuiUtijo eu A. de Werk. Pleuutje Johanna, oudera G. J. ven der Linden en 6. Jongenen!. OVERLEDEN 27 Aog. M. Goedel. 25 j. G. van Geut, 6 m. GEHUWD: 29 Aog. J. Boot eo L. van Willigen. J. D. Sendere eo II. J. Kelder. t\ G. H. Spruit en A. J. deo Hertog. OVERLEDEN1.. A. veo Lengeruud, 8 w. - E. Bonter, 8 <r. GEBOREN: Leouardui Adrian»», ouders D. Mourit» en E. L. de Jong. M»gd»len», ouder» k. van der Heyden en L. vau der Leeg. -- Cl«»in» Jacobn, ouder» W. Kersber gen en H. Bnnger. Trijntjr, ouder» J. van Pulken eu E. Plak. Voorspoedig bevallen van een Zoon, A. J. KARS8EN- Gouda, 29 Aug. 1888. Brblun. SEPTEMBER wegens Feestdagen is <?2S- SLOTEN. in Manufacturen. biedt ondergeteekende aan op den IJsel a Hiermede heb ik de eer het pn&liek kennis te geven dat ik de gevestigd ZEUGESTRAAT No. 86 alhier, op heden heb OVERGEDAAN aan den Heer E. H. van MILD. Dankbaar voor het genoten vertrouwen ver- bljjf ik, Uw Dw. Dienaar, Onder verwijzing naar bovenstaande adver tentie neem ik de vrjjheid mjj bjj het geachte pnbliek ten zeerste aan te bevelen, belovende door goede kwaliteit en eene prompte en nette bediening tujj Uw gonst waardig te maken. Uw Dw. Dienaar, Vleeschhonwerjj Zeugestraat No. 86. Gebreveteerd door Z. M. den Koning der Belgen. H. OPPENHEIMER Rotterdam. Specialiteit voor het stoomen en verven van alle Kleedingstnkken, Gordjjnen, Trjjpen, met nieuwe patronen geperst, Garnituren, Kanten, Veeren enz. Alle goederen knnnen in elkander bljjven, en worden onschadelijk voor de gezondheid bewerkt, en kunnen in 8 dagen afgeleverdworden. Depót voor Gouda en omstreken A. van OS Az. Kleiweg E 73 en 73a, Gouda

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2