ssen
'3en73‘.
DEN,
juden BOUW-
irigheden, met
[LAND enz.,
>t 18 fleet. 96
rjjk G. No. 58
t., beide in het
opmg.
ing.
ING.
BINNENLAND.
Parlementaire Zaken.
Zondag 30 September.
N? 3763.
1888.
Verkooping
iVieuws- en
iERVEN
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
K.
A.ND
38 bij inzet, ei
188 bij afslag,
our, van:
rkrygbare bil-
koop, te be-
Gouda.
Otaris.
>re vau ge-
L te Gouda.
'NTIJN, in het
an de Boom-
122-131 te
-2734.
n.
iór den ver-
4 unr mits
tiers aanmel-
4.L te Gouda
8 OCTOBEK
n het Hotel
>uda, publiek
goüdsche courant.
je heeft bjj
EL1SA-
eboren van
i Rotterdam,
lellante van
idissements-
30 January
wonende te
ie en gein-
jjj 1888 ge-
neld vonnis,
887 te Rot
enden ver-
le gevolgen,
ippellanle
LüiSCIUS.
ën.
it. uitmuntend
i Broekhuizen
GOUDA, 29 September 1888.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD.
Dinsdag den 2 October 1888, des namiddags ten
1 ure.
Aan de orde
Reclames in zake de Plaatselijke directe belasting
op de inkomsten, dienst 1888.
De benoeming van vier Leden in de Commissie
belast met het ontwerpen der Verordeningen, togen
welker overtreding straf is bedreigd.
Tot deskundigen bij de onderwijzers-examens in
Zuid-Holland zijn o. a. benoemd de heeren J. Gonda
on P. C. Schriek alhier.
op gerekend, dat bij geen onzer handelingen
een zweem hoe gering ook van eenzij
digheid, laat staan van partyschap zal dóór
schemeren en dus nog veel minder blyken.»
Dit is te veel gevergd van de menschelyke
natuur, zelfs waar het geldt een christen-
staatsman als Lohman of Keuchenius. Kort
daarna beklom de heer Beelaerts weder den
voorzitterszetel, doch zyne rede was niet by-
zonder gelukkig. Met de beste bedoelingen
vlocht hij daarin eene herinnering aan deEn-
gelsche eglorioue revolution» van het jaar 1688,
door den stadhouder Willem UI bewerkt ten
voordeele der protestantsche beginselen, doch
wekte daarmede de gevoeligheid op zijner
Katholieke partygenooten, die terecht aan
merkten, dat deze historische beschouwing voor
hen minder aangenaam en op die plaats en bij
die gelegenheid ongepast was. De «Tyd»
achtte noodig den voorzitter een scherpe terecht
wijzing toe te dienen, welke natuurlyk op haar
beurt weer andere protestanten ontstemde. Zoo
zegt de «Wageninger. van dit geval
«De heer Beelaerts'is derhalve gewaarschuwd.
Als hij ’t weer doet, dat wordt hij ’t volgend
jaar geen voorzitter, en staat zelfs over 3*/a
jaar zyn herkiezing als Kameilid op 't spel.
Het bondgenootschap met de Roomschen bindt
onze Ministers en Kamerleden handen en voeten.
Al hunne protestantsche ,aspiratiën kunnen ze
op nonactiviteit zetten. I
Dat komt er van, alshnen zich met Rome
verzwagert. Hare onderhoorigen zyn marionet
ten, die hunne geestelijke 1<
oogen moeten zien en in een keurslijf loopen.
En daartoe zullen zij nu ook op hun beurt
andersdenkenden willen dwingen».
Wy voor ons danken daarvoor. We moeten
er niets van hebben. Wij zyn, bij alle waar-
deering van ’t goede, dat in de R. kerk ge
vonden wordt, volbloed Protestanten, prat op
onze vryheid. En voor niets ter wereld laten
we ons afhouden van onzen duren plicht om
de groote daden der uitnemendsten van ons
voorgeslacht in dankbare en openlijke vereering
te houden.
Datzelfde vertrouwen we ook van den heer
Beelaerts, alhoewel hij, door mee als leider van
't monsterverbond op te treden, zich in een
moeielyk parket bevindt, en er voor hem heel
wat moed van noode is om zelfs ook niet zy-
delings Rome naar de oogen te zien.»
De zoogenaamde millioenenrede, waarmede
de begroeting jaarlijks door den minister van
financiën wordt aangeboden, zal wel een vreem
den indruk gemaakt hebben op diegenen der
anti-revolutionaire kiezers, welke nog eenig
zelfstandig oordeel behouden hebben en niet
blinde werktuigen zyn in de hand der leiders.
Er is in het begin dezes jaars, toen de schare
moest worden opgezweept tegen de linkerzijde,
zoo geschetterd van het liberale wanbestuur,
van de roekeloosheid waarmede jaren lang was
omgesprongen met 's lands gelden, dat de
goedgeloovige kiezers niet anders konden ver
wachten dan vreeselyke onthullingen te verne
men, nu eindelijk een hunner financieele speci
aliteiten achter de schermen kon zien en den
waren toestand der geldmiddelen zou blootleg
gen. Doch niets van dat alles is gebeurd. De
minister moest constateeren, dat de algemeene
toestand van ’s lands geldmiddelen niet onbe
vredigend is. De tekorten op de begrootingen
tot en met 1884 zyn aangezuiverd. En of
schoon de volgende diensten nog met na-
deelige saldo's sluiten en zelfs de tegen
woordige begroeting een tekort aanwyst, is
er zulk een ruimte van kasgeld, dat geen
buitengewone middelen noodig zyn om inden
dienst te voorzien. Telken jare klimt de op
brengst der gewone middelen, zoodat eerlang
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft
haar gewone werkzaamheden aangevangen met
de behandeling van het door de heeren Lohman
en Schaepman ontworpen reglement van orde.
Het is den voorstellers niet naar wensch ge
gaan, daar wel liet reglement tot stand zal
komen, maar zonder de bepalingen, welke zij
beschouwden als de hoofdpunten van hun stel
sel. De kamer zal niet hebben rapporteurs,
aangewezen door 20 leden al of niet in
de afdeelingen tegenwoordig; zy bljjft ver
schoond van eene vaste budgetcommissie, waar
over zooveel reeds geschreven is. Enkele leden
der rechterzijde waren niet te overtuigen, dat
deze bepalingen noodig waren voor den goeden
gang van zaken. Deze discussie echter boezemt
het buiten 't parlement staande publiek weinig
belangstelling inmen kan over het nut van
dergelyke huishoudelijke regelen niet oordeelen,
als men ze niet van nabij *n ^un werking
heeft gadeslagen. Vandaar dat wy ons niet
verder ih deze zaak zullen verdiepen, maar
liever nog een oogenblik stilstaan by de voor
vallen der eerste dagen dezer zitting, het op
treden der voorzitters en het aanbieden der
staatsbegrooting voor 1889.
de begrootingen met eon batig saldo zullen
sluiten, indien er althans geen onvoorziene
omstandigheden die goede vooruitzichten komen
verstoren. Het tekort wordt thans veroor
zaakt door de onder handen zynde groote
openbare werken, nl. spoorwegaanleg enMer-
wedekanaal. In het uiterste geval zal er eene
kleine leening noodig worden om deze buiten
gewone uitgaven te dekken: met een gerust
geweten zal men daartoe kunnen overgaan,
daar de nakomelingschap de vruchten er van
zal plukken en dus wel in de lasten mag
deelen. Deze resultaten zyn verkregen door
eenvoudig de voetstappen te drnkken der
voorafgaande liberale ministeriën. Van buiten
gewone zuinigheid en besparing, waarvan
gouden bergen beloofd werden in strooibil
jetten en manifesten geen spoor. Alleen wat
beknibbeling op onderwys en waterstaat om
een paar millioen te vinden voor nieuw ma
terieel der marine. De omstandigheden zyn
den minister van financiën gunstig, ziedaar
alles. De opbrengst der gewone middelen
stijgt, hetgeen zeker een verblydend teeken
is van vermeerderde welvaart, maar dit
heeft de heer Godin de Beaufort evenmin
in zyne hand als een liberaal minister. Als
men de slotsom trekt uit de beschouwingen
der millioenenrede, dan blykt eenvoudig dit.
Het tegenwoordige kabinet geeft niets van wat
de woordvoerders zyner party bel^rfd heb
ben geen noemenswaarde bezuiniging, geen
vermindering van den belastingdruk het laat
leidslieden naar de zich kalm wiegelen op den stijgenden stroom
der voorhanden middelen en vaart in het zog
der liberale wegbereiders.
Cela ne vaut pas la peine,
Non pas la peine assurément
De changer de gouvernement.
Gisteren middag had ten Raadhuize dezer Ge
meente de inschrijving plaats van
1. Het recht tot heffing van tolgeld op het Am-
sterdamsche en Goüdsche rijpad met het gebruik van
de Huizinge enz. aldaar. Ingeschreven werd door
R. Zaal te Alphen voor 900.J. G. Matse te
Boskoop voor 960.H. Heemskerk te Alke-
made voor 975.A. Zwijnenburg te Bodegra
ven voor 1206.
2. Het grasgewas van den Hoogen Schieland-
schen Zeedijk. Ingeschreven werd door C. Rietveld
te Gonda voor 171.A. Hoogenboom te
Moordrecht voor ƒ176.25.J. Harmons te Gouda
voor 210.
3. Het ophalen van het puin en de vuilnis,
alsmede het uitbaggeren van kanalen, zylen, kokers
en riolen. Inschrijver was C. Furrer te Gouda,
met toelage van 1200.
Gisteren word op de spoorbaan van de fijn
Gouda's Hage onder de gemeente Zevenhuizen
een kinderlijkje gevonden, gewikkeld in een grauw
papier. Men vermoedt dat het uit een voorbijgaande
trein is geworpen.
Woensdag avond omstreeks 7 uur brak in den
Zuidplaspoldpr, onder de gemeente Nieuwerkerk a/d
IJsel, oen felle brand uit in de boerenwoning van
H. van den Heuvel. Huis, schuur, stel en hooiberg
Zooals bekend is, zyn de bureelen der beide
kamers samengesteld als in dé vorige zitting.
De heor Schimmelpennink van der Oye aan
vaardde het voorzitterschap der Eerste Kamer
met eene rede, waarin eene zinsnede voorkwam,
die de aandacht trok. «De Eerste Kamer, met
de in Nederland bestaande toestanden bekend
en zich van hare eigenaardige roeping bewust,
zal ongetwyfeld hare taak tot heil van ons
volk in zyn geheel weten te vervullen.» Wat
beteekenden deze woorden Wilde de voorzit
ter daarmede te kennen geven, dat hij van zyn
liberale collega’s verwachtte, dat deze, wetende
dat de meerderheid in den anderen tak der ver
tegenwoordiging ten gevolge van de laatste ver
kiezingen verplaatst is, meer toenadering zouden
toonen voor de bovendrijvende party Of wel,
was het eene waarschuwing aan zijn eigen
geestverwanten om niet te hard van stal te
loopen, nu er nog eene liberale Eerste Kamer
is, die hnn plannen zou doen mislukken. Hoe
het zy, wy hopen dat de wensch des voorzit
ters zal worden vervuld. In de tegenwoordige
omstandigheden zal de Eerste Kamer zeker een
moeielyke taak te vervullen hebben, doch wy
mogen verwachten, dat zy haar eigenaardige
roeping, om als ramtoestel te dienen tegen een
volkswaan van den dag, niet uit het oog zal
verliezen. Wil de rechterzijde Nederland naar
haar geest inrichten en regeeren, dan moet zy
trachten de Eerste Kamer aan de liberalen
te ontrukken. Dat zal nog wel wat duren,
doch niet vóór dien tyd heeft zij recht te
beweren, dat de meerderheid des volks achter
baar staat; dan eerst is bewezen, dat de uit
slag der laatste verkiezingen meer is dan een
oogenblikkelyke gril van de kiezers.
De Tweede Kamer heeft steeds het voorreeht
twee presidenten te hooren, den tydeljjken, die
als oudste in jaren de eerste zitting leidt, en
den definitieven, door den Kouing op voordracht
der Kamer benoemd. Ditmaal was weder
generaal Van der Schrieok de nestor der ver
gadering. Hy deed zich in zyne toespraak
kennen als een gemoedeljjk en beminnelijk
grysaard. Door die hoedanigheden laat zich
dan ook zijne vermaning verklaren om geen
gehoor te leenen aan de stem der partijdigheid.
Doch wie kan in ernst gelooven aan zooveel
eendracht, als men de kamer gesplitst ziet in
twee elkander fel bestokende kampen «Ten
reehtmatigst wordt er door onze medeburgers