mi
JICST.
N9 3767.
1888.
SEN
;OSEL
BINNENLAND.
ONZE WEST.
Woensdag 10 October.
iodel.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken
van de
irkooping,
eraken),
)SMAN,
i dag, uur
overstaaff
R, Notaris
openbaar
J.
1
(26,210)
(24,844)
itvangen.
(19,240)
(19,947)
(27,131)
40,12
32,99
32,44
30,16
29,62
29,22
is, dan vindt
Paramaribo
Gouda
Breda
Delft
Jen MARS.
V, unr.
jjzen.
te Gouda.
f
den
DEBS.
G 25 OCTO-
iren, in «H«r
in:
BN
LAND,
WATER,
Reeuwyk,
ng en 'a Ora-
ENTIAREN.
>oppenningen
i ten kantore
LSTEDE te
RS te Zeven-
GOUDSCHE COURANT.
i aantal Kaar-
genomen zijn
nrmjjn tót 1N-
den 12en dezer,
k te steunen,
vervoegen bjj
nrfmarkt H 51
ECTIE.
LTERIJEN
tegen.”
'9-
ER 1888.
leelisten.
Onder de lagere zoowel als de
standen beerscbt ten onzent de
meening, dat het er schrikkelijk ongezond is,
goed als
Dit heeft
H
i Bösken,
fen in den
j ’tDorp,
er grootte
lijnde pol-
n met 19,
05 tot en
!t 116.
en MARS.
GOUDA, 9 October 1888.
Omtrent het schoons feest, Zondag jl. door den
ZeerEertv. Heer 1’. C. Th. Malingré gevierd, schrijft
men aan de Tijd het volgende
treinen aan het station Gouda den reizigers elkaar
de vraag hooren stellen«Wat is hier te doen Ter-
wjjl de geheele stad gevuld was met meuschen van
eiken leeftijd en uit alle standen der maatschappij,
zag men aller oogen gericht naar de bovenste ver
dieping van schier elke woning, waaruit de nationale
driekleur als een teeken van blijdschap reeds vroeg
in den ochtend ontplooid was, en kon men met een
enkelen blik op de vroolijke menigte, die zich in de
straten bewoog, zich overtuigen hoe weldadig de
indrok genoemd moot worden van zulk een feest
viering. „Wat is hier te doen Ga een oogen
blik, mijn waarde vriend, het kerkgebouw op den
Kleiweg binnen, en die luistervol versierde tempel,
govuld met oen dichte schaar van innig belang
stellende gelojjwigon, de volle tonen eener aangrij
pende en majestueuze kerkmuziek van den grooten
Palestrina, door talentolle mannen klankvol en vol
uitdrukking en gevoel(Jitgevoerd, maar vooral de
bjj wie in de West een kwaal zich openbaarde,
waaraan zjj zelven verklaarden dat verscheidene
huunpr familieleden in Holland gesneuveld of
nog lijdende warenarriveert men, na een
veelbewogen leven in Nederland en met een
geschokt zenuwgestel, of na in 't vaderland
reeds jaren met tering onder de leden te heb
ben rondgeloopen, en al deze gevallen heb
ben zich voorgedaan dat, is het volstrekt
geen kunst om, als dergelijke lieden in de
West sterven of weldra moeten repatrieeren,
te gaan schreeuwen over de ongezondheid van
de West; te zeggen: alweer een dood, ui weer
een dood!» en het klimaat verwoestend,'
moordend» te noemen. Maar dan is het veel
eer te verwonderen dat sommigen van die
lieden, die al heel of half verwoest waren vóór
ze aan Suriname dachten, bet daar nog vier,
vjjf, ja acht jaren hebben uitgehouden. Dat
bewjjst eer voor dan tegen het klimaat.
En in de tweede plaats hangt veel af van
de wjjze waarop men in de koloniën leeft,
vooral in het begin. Wie zich dan niet zoo
veel mogelijk wacht voor het loopen in de
brandende zon, of, als hij erin loopen moet,
eigenwijs zijn parasol onder zijn arm, in plaats
van boven zjjn hoofd houdt; wie zich spoedig
waagt aan jachtpartijen en vermoeiende tochten
in de bosschen, waarin dikwijls moerasdampen
hangen; wie zich niet flink voedt, door de
belachelijke vrees dat men ongeveer uit elk
artikel de lepra zal oploopenwie niet bjj
het overigens volstrekt niet verboden, integen
deel door bekwame medici aanbevolen, gebruik
van wjjn, bier, cognac, de matigheid in acht
neemt of zich aan uitspattingen van anderen
aard overgeeft, ja, dezulkep kunnen spoe
dig een hersenziekte en moeraskoortsen krjj-
gen, er weldra uitzien als een geraamte, beve
rig worden of tot delirium en allerlei' andere
akeligheden vervallen. Men moet zich wat
voegen naar 't klimaat.
De heer Steynis kan met vrjjmoedigheid in
dezeu zijne meening zeggen, omdat hij ihet de
zjjnen een ervaring heeft van ruim drie en
een half jaar, waarin geen een van de vjjf
personen, kleine ongesteldheden buiten reke
ning latende, door een ernstige ziekte werd
aangetast.
Onze kolonie Suriname of, zooals men ge
meenlek zegt, onze West is niet populair.
Als de landbouwer of ambachtsman door den
nood der tjjden gedwongen wordt het vader
land te verlaten om elders werk en brood te
zoeken, dan gaat hjj meestal naar Amerika cf
'Transvaal. Van emigratie naar de Oost is
tegenwoordig voor lieden, die over geen ander
kapitaal dan hun werkkracht kunnen beschik
ken, geen sprake meer. Zelfs in het groote
Amerika valt het steeds moeiljjker dadeljjk
werk te vinden, zoodat Zuid-Afrika nog
beschouwd wordt als de beste uitweg voor
ondernemende jonge meuschen, die door
handenarbeid vooruit willen komen. Aan
de West wordt zelden of nooit gedacht,
schoon daar voor een bekwamen ambachtsman
of een vljjtigen arbeider niet alleen het dage-
Ijjksch brood te verdienen maar zelfs wat over
te garen is, terwjjl het voor de ontwikkeling
dezer onder Nederlandsch bestuur staande ge
westen zeer gewenscht zou zjjn, indien dit
element versterkt werd. Wat mag dnarvan
de reden zjjn? Hoofdzakeljjk de slechte naam,
dien de West heeft wat den gezondheidstoe
stand betreft,
hoogere
zoodat iemand, die er heengaat, zoo
zjjn eigen doodvonnis onderteekent.
ten gevolge, dat voor de hooge ambtenaars
betrekkingen steeds weinig caudidaten zich aan
melden en dat de kolonie lijdt door gebrek aan
werkkrachten. Het eerste ia te overkomen,
want al is de keuze niet ruim, ten slotte
vindt men liefhebbers die het er op wagen
bet tweede ia te bejammeren zoowel voor
moederland en kolonie als voor de werkzoe
kenden zelven. Indien nu kan worden aan
getoond, dat deze algemeen verbreide meening
een vooroordeel ia, dat de gezondheidstoestand
in Suriname beter is dan de faam luidt, dan
zou wellicht de lust tot verhuizing naar die
gewesten kunnen worden opgewekt of aange-
wakkerd.
Deze overwegingen hebben den heer Dr. G.
C. Steynis, die sedert 31/, jaar predikant te
Paramaribo is, er toe gebracht om in de
Vragen des Tjjds dezer maand den strijd aan
te binden tegen dit volksvooroordeel, zooais
hjj het noemt. Hjj betoogt daarin, dat het
sterftecjjfer in de kolonie niet zoo verbazend
veel hooger is dan in Nederland en lang zoo
boog niet, dat men recht zou hebben de West
als bjjzonder ongezond als met een zwarte
kool te teekenen. Uit een in genoemd artikel
voorkomende tabel bljjkt dat in de elf tus-
schen 1877 en 1887 verloopen jaren, bjj eene
bevolking in ronde cjjfers opklimmende van
21,000 tot 27,500, het sterftepercent varieerde
tusschen 3 en 5. Hef gemiddelde sterftepercent
over die 11 jaren is 4.06. Ter beter beoor-
deeling dezer cjjfers stelt hjj er naast het
sterftecjjfer van eenige steden in Nederland,
die Paramaribo in zielental het meest nabjj-
komen. Neemt men b.v. hot jaar 1886, dut
voor de kolonie niet eens het gunstigste jaar
men als sterftecjjfer in
(26,008 inw.) 33,70 p. duizend
toestand waarin men aankomt,
nog betrekkeljjk jong, gezond en
zal het best gaan. D.
reeds verliederljjkt en
komt een verloopen jong mensch als blank
officier of soldaat aan; zjjn er soms.mannen
uitgekomen van meer dan vjjftigjarigen leef- I uitdrukking en gevoelWitgevoerd, iu««i ™uu uo
t jd (oude boomen moet men niet verplanten), I keruaohtige toespraak, waarin de groote vreugde
's Hertogenbosch (25,591 inw.) 30,99 p. duizend
Njjmegen (26,210) 30,16
Amersfoort (14,854)
Sclucdaiii i
Uit dit Ijjstje bljjkt dat behalve hier ter
stede, waar zjj belangrjjk hooger was, de
sterfte te Paramaribo web grooter was dan in
eene der genoemde andere steden, maar dat
dit verschil niet groot genoeg is om de on
gunstige reputatie van den gezondheidstoestand
in de WestOkk rechtvaardigen Over hetzelfde
jaar 1886 bedroeg in geheel Nederland de
sterfte per 1000 inwoners 23,77, dat ongeveer
met het gewone gemiddelde overeenkomt.
Voor Suriname was dit cjjfer 25,87, een ver
schil dus van weinig beteekenis. En wat
enkele provinciën van Ndflerland betreft, in
Zuid-Holland was in 1886 de sterfte per 1000
26,60, in Utrecht 26,53, in Noord-Brabant
25,67, in Noord-Hoiland 24,17, zoodat de
sterfte in de kolonie door twee provinciën
werd overtroffen en de beide andere haar zeer
nabjjkomen.
Uit de koloniale verslagen bljjkt ten over
vloede, dat besmetteljjke ziekten er weinig
voorkomen. Van ziektea als in andere tropi
sche gewesten (cholera, pokken, dysenterie)
wordt niets vernomen, wel van goedaardige
1 mazelen en kinkhoest. De zoo beruchte gele
1 koorts, waaraan de meuschen in de West,
wegens het Nederlandscbo volksgeloof »dood
1 gaan als muizen» heeft er zich sedert 1851
niet epidemisch, ea in- '54— ’56 slechte spora
disch vertoond. Uit dit alles trekt Dr. Stey
nis de conclusie, dat de slechte reputatie van
1 Suriname, wat den gezondheidstoestand be-
treft, vroeger verdiend moge geweest zjjn,
1 maar dat ze voor het tegenwoordige beschouwd
moet worden als een nawerking van vroegere
toestandenniemand, die zich, gezond, sterk
en in de kracht des levens, aldaar zou willen
vestigen, bdboeft zich een oogenblik te laten
terughouden door de vrees, dat men^eerder
zou ziek worden en sterven, dan overal elders
1 bet geval kan zjjn.
Natuurljjk heeft het leven in een geheel
andere luchtstreek zjjn eigenaardige bezwaren
en gevaren, vooral in den eersten tjjd. Dat
het langdurig verbljjf in een tropisch land ten
1 slotte min of meer afmattend werkt op dege-
1 nen, die nit koudere gewesten afkomstig zjjn,
1 ontkent de schrjjver niet. Vandaar de wjjze
1 maatregel dat ambtenaren, die ouder dan 30
i jaar in Suriname aankomen, reeds na acht
dienstjaren recht hebben op een verlof dat
twee jaren duren kan. Er wonen op dit
oogenblik in Nederland zeventig gepensio- |- Zondag kon men bij aankomst van verscheiden
neerde ambtenaren, die hooger en lager ge
plaatst zjjn geweest èn dus van allerlei levens-
conditie, wier geboortejaren verschillen van
1806 tot 1840 en van wie verscheidene, na
hun twintigjarigen diensttijd in Suriuame te
hebben vervuld, geschiktheid en lust genoeg
hebben overgehouden om in Nederland op
nieuw eene betrekking te aanvaarden.
Of men het in het tropische land zal uit
houden, hangt in de eerste plaats af van den
Is men dan
sterk, dan
Doch is men in Holland
verdier)jjkt misschien