GASBBANBEES.» LAMPEN, '4 OPROEPING. BESSEN SA P Paling in Gelei Saucijsen BROODJES, SUGG's gehweteerde ADVERTENTIËN. op Zaterdag 10 November 1888, SI o tem aker Co, P. SALERBIER. Appelbollen, Roomhorens, Aangesneden TAART, W. SCDALEKAMP Jr., RIJKS-ZEGELS Plalszegels A. BRINKMAN. 41 Medailles tn 25 jaren Agent: F. W. STÜTE, GEËN KIESPIJN MEER!! Kamermuziek-Soirée. ro't J. W. KNIPSCHEER Ju. Prijs 20 Ct. per FLESCH. Verschegoed gevulde Boterletters Best St. NICOLAAS, GALATINE DE VEAÜ, Gasbesparing 40 percent. die Ponderdag a. at. hier zijn 50 jarig jubilaenm herdenkt. Hij werd 3 December 1818 te Amsterdam geboren. Zijn vader, wiens namen hij draagt, wa9 een Fransch musicus, die met zijne oudere reeds als knaap in Holland was gekomen en op zijn 14de jaar voor het geheele gezin het brood verdiende. Morin's moeder, Johanna Clara Jelgerhuis, eene Friezin, was de tweede dochter van den beroemden acteur Johannes Jelger huis Rienkszooe, tevens een niet onverdienstelijk schilder en graveur, en schrijver van de nog dik wijls geraadpleegde„Theoretische lessen over Ges ticulatie en Mimiek." Dat Morin, van beide zyden dus uit eene kunstenaarsfamilie stammende en de tradition dezer geslachten zelf voortzettende, zijn grootvader hoog waardeert, zal wel niemand be vreemden. Diens levensgroot portret, door Portman geschilderd, is het meest in 't oog vallend sieraad van zijn ontvangkamer. Na den dood van zijn vader, die vroeg aan vrouw en kinderen ontviel, hortrouwdo zijn moedor met den acteur Lambert Simon Lambottemenig ouder tooneelbezoeker herinnert zich zeker nog wel //moe der Lambotte" te hebben zien spelen. Nog geen 16 jaar oud verliet Morin het ouder lijk huis, om eerst een engagement aan te gaan bij h'et ambulante gezelschap van juffr. Ottink, later bij dat van de tirma Weddelooper. Onder allerlei wederwaardigheden bereisde hij met deze directies gedurende ong. 5 jaar ons land, Aan weelde raakte hij daarbij niet gewend. Menigmaal moest hij, afge mat door zijne tochten en do vermoeienissen van zijn beroep, op zijn hongerigen leeftijd, zonder boterham zelfs, naar bed. Maar geleerd heeft hij toen ontegen zeggelijk hij moest van alles spelenzijn eerste rol was die van den grijsaard in „De Onechte Zoon" van Kotzebue. Beter tydon braken er echter vbor hem aan, toen hij na afloop van zijn tweede contract aan den Amsterdainschen Stadsschouwburg verbonden werd. Vanhier af rekont Morin het begiu zijner loopbaan. HH. Commissarissen zwaaiden er nog den schepter. Hij moest dus, voor hij kon aangenomen worden, de voorgeschreven drie debuten afleggen, waartoe hij achtereenvolgens optrad als Ahtony in „De Bloedverwanten" van Kotzebue als Von Cederstrom in //Armoede en Grootheid" van denzelfden en als Antony in „Do Jagers" van Ifliand. Morin bleef aan den Stadsschouwburg, toen de bekende zevenhoofdige acteursdirectie er do leiding van op zich nam. Maar wijl hij alleen bijrollen te vervullen kreeg, ging hij na eenige jaren wanho pende anders ooit vooruit te zullen komen over naar het //Theatre des Variétés" van Duport, in de Nes, waarbij Mevr. Kleine toen óók kwam. Hier heeft hij zijne eerste sporen verdiend en trok hij gaandeweg al meer en meer de opmerkzaamheid tot zich, zoodat toen Peters de directie van den Ko ninklijken Schouwburg te 's Gravenhage overnam, onder de goede krachten, welke hij meebracht, ook Morin behoorde. Nog roemt deze de waardeering, die het Haagsche publiek hem toen reeds schonk, maar vooral de goede behandeling van zijn nieuwen directeur. Mèt hem keerde hij dan ook naar den Stadsschouw burg te Amsterdam terug, toen Peters zijn directie er aan gaf. Ja zelfs vergezelde hij zijn vriend en beschermer naar Rotterdam, waar deze, na eenige jaren, opnieuw zich aan het hoofd van een tooneel- gezelschap plaatste. Tot Morin's groot leedwezen duurde die bewindvoering evenwel slechts kort. Wederom vertrok hy »daarop naar Arasterdam, dit maal naar den «Salon des Variétés" van Boas en Judels in de Amstelstraat, waar hij in samenspel met Suze Sablairollos veel schoons tot stand bracht, en bovendien een finantiëel voordeeligen tijd beleefde. Zijn naam was nu voor goed gevestigd, ofschoon hij het toppunt van zijn roem eerst later bereikte, sedert de oprichting van het «Nederlandsch tooneel." Alvorens echter hierbij zijne tegenwoordige positie te verkrijgen, trad hij nog in den Stadsschouwburg op onder Roobol, Tjasink en Peters, vervolgens onder Tjasink alleen. En toen door de voorgenomen verbouwing van dezen schouwburg laatstgenoemde zyne directie neerlei, zetten de gezamenlijke artisten eene welgeslaagde onderneming op touw in 't lokaal van Van Lier in de Amstelstraat. Daarop ontstond in 1876 de Vereeniging, zooeven genoemd, welke o. a. ook Morin dadelyk eene eervolle plaats onder hare geengagoerden aanbood. En die plaats verdiende hij ten volle en blééf hij zich tot heden toe ook volkomen waardig toonen. Want Morin is in den vollen zin des woords een goed acteur, toegerust met al die eigenschappen, welke don echten kunstenaar stempelen. Er zijn er zeker, die grooter genialiteit bezitten, nauwgezetter echter is geen een, en niemand heeft meer virtuosi teit betoond in het emplooi, dat hy, sinds zijne toe treding tot «het Nedorlandsch Tooneel", vervuld heeft. Men weet, hij is er de „raisonneur." Voor een doel ongetwijfeld door zijn Fransch bloed, maar I méér nog door de zorgvuldige studie, die hy van het genre gemaakt heeft, geeft hij deze eobt Fransche type zóó weer, dat zelfs een Fransch man er hem niet licht in zou overtreffen. Ja, men kan verkla ren, datMorin, ip»re hij een buitenlandsch artist, een grooten naam zou hebben en hij by ons niet minder lauweren zou inoogsten dan menige beroemd heid uit den vreemde, die thans voor oen buitenge woon talent wordt gehouden. Niet dat hij te klagen heeft over de waardeering hem van de zijde van zijn publiek ten deel gevallen doch het blijft helaas noch maar altijd waar, dat men een artist uit h'et buitenland moet zijn om in Holland bij de zoogenaamde „goede kringen" voor workelyk groot of méér nog door te gaan. Morin behoort niet tot dezulken, die, voor zij met eene nieuwe rol op de planken treden, „don god der onbeschaamdheid" behoeven aan te roepen, of alles van de „ingeving" van het oogenblik laten afhangen. Niets in zijn spel en dictie, of het is vooraf overwogen. Zijn tekst ook kent hij terdege hij leert dien letterlijk van buiten, zoodat hij den souffleur zelden slechts noodig heeft. Zijn sterk ge heugen speelt hem zelfs op zijn tegeuwoordigen loef- tijd weinig parten. In de nakoming van zijne verplichtingen is hij evenzeer consciëntieus. Hij laat zich nooit wachten, verzuimt geen „entrée" en is zolfs op tijd, wanneer een repetitie op een voor hèm misschien niet voor andoren buitengewoon vroeg uur wordt gesteld. Om Morin behoeft eene voorstelling nooit veranderd te worden. Gelukkig ook, dat hij door zijn sterk gestel on zijne regelmatige levenswijs zoo goed als nooit ziek is. En zelfs dan komt hij, als 't hem maar eenigs- zins mogelijk is, nog op zijn post. Toont Morin in ruime mate te beseffen wat hij aan het belang zyner directie zoowol als aan het publiek verschuldigd is, niet minder blijkt dit steeds uit de keurigheid en zorgvuldigheid van zijn toilet. Hij is altijd door een ringetje te halen daarbij hoogst beschaafd in toon en in manioren. En wat weet hij geestig te causeerenWie verstaat als hij de kunst een verhaal te doenwie beter dan hy eene phrase, een enkel woord soms te „lanceeren" gelijk men dat noemt. Misschien „souligneert" hij wel eens te véél, is hij wat zwaarwichtig maar deze „défauts de ses qualités" schaden niet merkbaar. Hij is en blijft een voortreffelijk acteurin die mate zelfs, dat, waar we aan zijn eigenaardig talent gewénd zijn geraakt, we $oms niet genoeg bespeuren, hoe goed hij appelt..^ Om te eindigen, dit nog. Toen hij bij Judels was had hij, als zooveel anderen gedaan hebben, zijn 25-jarig jubilé kunnen vieren. Hij heeft dit toen echter om bijzonder redenen niet gewild. Thans gaan dus zilveren en gouden feest als 't ware hand aan hand. Uit de belangstelling van het publiek zal ondubbelzinnig blijken, hoezeor het Morin waar deert en hoe hóóg het hem schat. De beste hulde komt hem rechtmatig toe. Men leest in de Arnh. Ct. Een merkwaardig voorbeold van hondentrouw kwam ons dezer dagen ter ooren, voor de waarheid waarvan onze zegsman volkomen instaat, terwijl hij desnoods de getuige» zou kunnen noemen. Eene familie te Velp heeft twee houden, een Newfoundlander en een kleinen krulhond. Deze dieren leven met elkaar in do grootste eendracht. Do kleine is eeu geweldig jager en speurt altijd in het kreupelhoutslaat hij aan, dan rent de grooto hond, die anders rustig by de familie blijft, naar zynen kleinen kameraad, en als hij ziet dat er geen kwaad by is, komt hij spoedig terug. Onlangs nu, toen zij met do familie waren mede- gegaan, hoorde deze wederom den kleinen hond aanslaan en verdween de groote, maar om niet meer teTug te komen. Roepen en fluiten hielp niet. De honden bleven zoek en keerdeu ook des nachts niet terug. Den anderon 'morgen werden zy door de politie in het kreupelhout by de Steenen Tafel ontdekt. De kleine was in een stroopersstrik gevangen. Wande laars vooral dames wilden het dier bevrijden maar de Newfoundlander gedoogde niet, dat iemand zijn kameraad aanraakte, bij wien hij bijna vier-en- twintig uur de wacht had gehouden. De politiewacht kwam op het denkbeeld om de familie te waar schuwen, n toen Sultan een der leden van het gezin herkende, legde hij uitbundige vreugde aan den dag en verzette zich toen niet langer tegen de bevrijding van Tommy. Waren de honden niet ont dekt, dan $50u hoogst waarschynlyk de groote den kleinen niet hebben verlaten en uit vriendschap den dood met hem hebben gedeeld. Het bestuur van den Algemöenen Nederlaudschen Politiebond heeft een adres gericht tot de Tweede Kamer, houdende het verzoek om betere en wettelijke regeling van het politiewezen in Nederland. De Bond spreekt de verwachting uit, dat de leden der Tweede Kamer zijn gevoelen zal deelen, dat de organisatie van het politiewezon in Nederland veel te wenschen overlaat, en het in het belang der inwoners van Nederland, die ïecht hebben op be scherming, van persoon en goederen, hoogst nood zakelijk is, dat eene wettelijke en daardoor betere regeling van het politiewezen eindelijk worde tot stand gebracht. Van zulk eene regeling verwacht adressant ook verbetering van de maatschappelijke positie der politie-ambtenaren en beambten. De vorige week werden 6 personen van het gezin van prof. dr. A. Mayer te Wageningen door eene hevige ongesteldheid aangetastmisselijkheid, braken, pijn in de ingewanden, diarrhee, gedeeltelijk ook duizeligheid en moeielijkbeid bij het slikken. Als oorzaak van de ongesteldheid vond hij het rogge brood, waarin bij onderzoek eene groote hoeveelheid bolderikzaadschillen door hem gevonden werden. Na van den bakker een monster rogge bekomen te hebben, vond dr. Mayer in ruim 1 ons van die rogge 41 boldeaikkorrels, wegende 0.5 gram, eene hoeveelheid groot genoeg om genoemde verschijnse len van vergiftiging te verklaren. In het belang van de openbare gezondheid heeft prof. Mayer van dit feit mededeeling gedaan. Het verslag der commissie voor do akte-examens in de Fransche taal, L. O., is opgenomen in de St.-Ct. No. 255. Aan het einde van dat verslag leest men do navolgende opmerkingen „Vergeleken met de in 't vorige jaar verkregen resultaten, is er bij de vrouwelijke candidaten eenige vooruitgang waar te nemen in de rubriek vormleer; en bij de mannelijke in de rubrieken vormleer, syn taxis, dicté en uitspraakdaarentegen levert de ver- talirfg in 't Fransch en vooral die in 't Hollandsch, zoo voor de vrouwelijke als voor de mannelijke can didaten, ongunstiger cijfers op dan vorledeu jaar. De raad, door vorige commissiën gegoven, om zich toch vooral toe te leggen op de vertaling in de moeder taal, schijnt door meer dan do helft der candidaten nog weinig ter harte te zijn genomen, zoodat het zeker niet overbodig is bij vernieuwing en mot aan drang te wijzen op het hooge belaug eener goede vertaling in 't Nederlandsoh. „De lichtvaardigheid, waarmede sommigen zich ook nu weder aan oen examen hebben gewaagd, waarvan zij zelfs de allereersto eischcn niet schenen te kennen, blijkt uit het vrij belangrijke cijfer dergenon, die in geene enkele rvbriek het praodicaat voldoende konden verkrijgen. Verder weuscht de commissie de aandacht van Uwe Excellentie te vestigen op het feit, dat ook ditmaal ongeveer een 60-tal candidaten, met of zon der voorafgaande kennisgeving, niet zijn opgekomen. Daar bij verreweg de meesten de reden daarvan gezocht moet worden in gemis aan de noodige voor bereiding, kan het nuttig zijn er op te wijzen, dat zij, door zich aan te geven, den duur der examens noodeloos 3 dagen hebben verlengd." Door een vry talrijke opkomst op gisteren in de zaal „Nut en Vermaak" bewees het Goudscho kunstminnend publiek, hoezeer de pogingen van een Comité, om door het doen houden van lezingen en concerten het intellektuoele leven in onze gemeente te verhoogen, op prijs worden gébteld. De yver van de Goudsche afdeeling vtyi het Nut van 't Algemeen of van de Goudsche Zangvereenigingen wordt daar mede niet miskend, evenmin het foit geloochend, dat die vereenigingen meer dan eens gelegenheid tot degelijk genot hebben geboden echter blijft het waar dat zij veel moeten nalaten, wut zij wel zouden wen schen te doen, en dat in allen geval van „des Outen zu vielvoorloopig bij ons nog geen sprake is. De Kamerrauziek-uitvoering van 2 Nov. mag goed geslaagd worden genoemd, in aanmerking genomen, dat zij een begin was, een eerste proeve. Alles viel wel niet te pryzen, maar op hoeveel concerten is dat het geval? Beginnen wij onze bespreking met dat wat ons het minst kon bevredigen het was het vokale ge deelte. De heer en mevrouw- Albers zongen gedeel telijk alleen, gedeeltelijk te samen eenige stukken uit Fransche Opera's, de heer A. daarenboven nog een lied van Rubinstein. Beide artisten zijn, vol gens ons, niet van stemmiddelen ontbloot, maar missen vooralsnog de noodzakelijke eigenschappen, om die middelen op de rechte wijze te gebruiken. Wij weten niet, hoe zij op het tooneel voldoen, zij behooren beide tot het personeel van de Hollandsche Opera maar maken zij daar een goeden indruk, dan hebben zij thans opnieuw be wezen, hoe een acteur zich op glad ijs waagt met als óoncertzanger op te treden. Het uitgalmen van het „Doute de la nature1' uit Thomas' „Hamlet", en meer van dien aard, wekte inderdaad meer verba zing dan bewondering. Deze soort van muziek, met haar theatraal en pron kend karakter, waaraan wellicht alleen eene uitvoe ring van Franschen recht kan doen wedervaren, schijnt mij ook wel de minst geschikte om tot een technisch geacheveerde en fyngevcfeldo voordracht te geraken. Gaat de Hollandsche Opera voort met, zooals thans, meen ik, het geval is, meestal werk te maken van Fransche muziek, da» vrees ik, dat zij vrij wat zangers zal bederven, en dientengevolge de smaak van het publiek. Het bleek ten overvloede uit <le voordracht van Rubinstein's „Chanson du Prisonniei." Dit is een Russisch lied zonder theatereffecten, maar vol echte hartstocht en warm gevoel, die dan ook iu den zang van don heer A. niet uitkwamen. Dit woord moest my van het hart, meer om tegen een in mijn oog gevaarlijke richting te protesteeren dan omdat ik de betrekkelijke verdiensten van deze artisten niet zou willen erkennen. De heer Bouman, cellist uit Utrecht, trad niet slechts als virtuoos, maar ook als componist op met een concert voor zijn instrument. Wij moeten erkennen voor dergelijke compositiën, waarin hot ten toon spreiden van waardigheid min of meer hoofd zaak is, weinig sympathie te gevoelen. Desniet tegenstaande konden wij ons met het adagio van het concert zeer goed vereenigen. De voordracht van het concert, dat ook met orkest zeker nog beter zal voldoen, was voortreffelijk, en deed menig goedge schreven détail uitkomen. Ook rekenen wij den heer Bouman de beknoptheid tot verdienste aan, die in zulke werken zoo dikwijls te wenschen over laat. De keuze van Chopin's Nocturne scheen ons minder gelukkig. Do breede toon van de cel scheen ons minder geschikt voor do gracieuso, zwevende melodie van den Poolschen meestor. De goede smaak van den heer Bouman belette hem in dit eenvoudige lied de menigvuldige passages aan te brongen, waarmee o. a. Sarasate zijn eigen kunst doet uitblinken, die van Chopin verminkt. Trouwens op de col zouden die nog minder op hun plaats zijn dan op de viool. Popper's Reigen mét zyn geestig motief, gaf zeer veel genoegen. Gezamenlijk met zijn broeder, onzen stadgenoot, voerde de heer B. nog Rubinstein's „Sonate" voor piano e» cel uit. Ons voorloopig oordeel o^er dat werk is veel warme, breede melodiën, een tendeele zeer schitterende pianopartij, maar ook veel niets zeggende passagos, en een celpartij, die zich aan de pianopartij niet altijd recht wil aansluiten. De heer M. Bouman verdient in alle opzichten onzen hartelijken dank vooreerst om de welwillend heid, waarmee hy een solopartij op zich had geno men, ofschoon hij tevens de aangewezen begeleider was, ten tweede voor zijne voortreffelijke voordrach ten, bovenal in de „Sonate" en in de karakteristieke ballade van Scharwenka. De kleine werkjes van de nog weinig bekende componisten Draeseke en Thomé maakten insgelijks aangenamen indruk. Wij zeggen dus het Comité dank voor dezen avond maar wenschen nog op twee dingen te wijzen. Ten eerste, op de wenschelijkheid om de tekst der zang stukken te doen afdrukken. Ten tweede, zouden wij nog gaarne zien, dat het Comité zocht te ver mijden programma's, waarop veel kleine stukkon voorkomen. Dat geeft, dunkt ons, eenigszins ver strooide indrukken. In dat opzicht is, naar ons idee, de grens Vrijdagavond nog niet overschreden, maar juist bereikt. Dat het Comité dit niet altijd in zyn hand heeft, is duidelyk. Een geschikt middel zou bijv. zyn nu qn dan eens een ensemble- spel te bevorderen, in meerdere mate nog dan nu het geval was, byv. door een sirijk-kwartet uit te noodigen, liefst niet het Haagsche, maar het Rot- terdamsche, Utrechtsche of Amsterdamsche, welk laatste het Leipzigsche, dat hier met zooveel ge noegen werd gehoord, volgens ons, nog overtreft. V Oen lldeD November a.s. hopen onze geliefde Ouders LEENDERT BROERE, J'. IN WIJNANDA MULDER, hunne 25- JARIGE ECHTVER ENIGING te herdenken. Hunne dankbare Kinderen. Gouda, 4 Nor. 1888. Gouda, Montfoori Ondertrouwd J. S. KAMPO, Wedr. no Q. DE Gbaaf, EN R. PEEL. 4 November 1888. V Bevallen van een Dochter M. A. F. HARDIJZER- Wesselb. Gouda, 2 Nov. 1888. V Tot mijne diepe droefheid overleed heden mjjne harteljjk geliefde Eehtgenoote CATHARINA MARIA van dee ROER in den ouderdom van 31 jaren, mjj nalatende 3 jeugdige kinderen. P. ENGELBREGT. Leiden, 31 Oct. 1888. Te Leiden overleed op den 31''" Oct. tot diepe droefheid van hare Ouders, Sehuwd- onders, Broeders en Zusters, onze zeer geliefde Behuwddochter CATHARINA MARIA van der ROER, in den ouderdom van 31 jaren. 'Uit aller naam, G. J. ENGELBREGT. Gouda, 3 Nov. 1888. Wegens aanstaand vertrek uit Gouda ver zoekt de ondergeteekende allen die iets van hem te vorderen hebben of aan hem verschul digd zjjn, daarvan liefst vóór 1° DECEMBER a. s., opgaaf of betaling te doen aan zijn adres Westhaven B. 203. Conform Artikel 1082, B. W. De 8chuldeischers van de, onder 't voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van den Heer JACOBUS HOOT, in leven Zaadhandelaar, gewoond hebbende te Wad dinxveen en aldaar overleden op den 3" Mei 1888, worden bij deze opgeroepen om te ver schijnen ten kantore van den ondergeteekenden Notaris te Waddinxveen des morgeus ten 11 Ure, ten einde aan te hooren de Rekening en Ver antwoording die alsdan door de beneficiaire erfgenamen ten overstaan van genoemden No taris zal worden afgelegd. Zullende ook alsdan, indien er geen verzet plaats heeft, direct worden overgegaan tot uit betaling der vorderingen voor zoover het be drag der nalatenschap toereikende zijn zal. Gemelde Rekening en Verantwoording zal ten gemelden kantore ter visie van belangheb benden aanwezig zjjn van den 5 November 1888 af. Namens benefic. erfgenamen voornoemd, MOLENAAR, Notaris. Waddinxveen, 1 November 1888. (EIGEN FABRIEK A AT), Diverse GEBAKJES, PATÉS, h'. HENRIJ, PALING in GELEI, VOORHANDEN bjj Confiseur-Cnisinier Gouda. zjjn te bekomen in den Boekhandel van voor welke nog niet overtroffen zjjn bij de vele vergeljjkende beschouwingen met andere Bran ders voor meer dan 20 jaren. Zjjn ale GOEDKOOPSTE en BESTE. W erktnigkundige. voor allen die het wereldberoemde echte K.K. Hof-Tandarts POPP'c Anatherln Ul. IVff - S Mondwater gebruikt hebben. Boven ieder ander Tand- water te verkiezen als voorbehoedmiddel tegen Tand- en Mondziekten. Bij gebruik van het Mondwater en Br. POPP's TANDPASTA of Tandpoeder behoudt men steeds gezonde en schoone Tanden, een eerste vereischte tot het behoud van eene gezonde maag. Dr. POPP's Tandplombeersel, om zelf holle kiezen te vullen. Dr. POPP 's Kruiden zeep, is met het grootste succes ingevoerd tegen iedero soort van Huiduitslag. POPP's Zonnebloem-Oliezeep, fijnste on beste Toilet-Zeep. WA ARSCHU WING. Alle bestaande namaaksels van Anatherin- Mflf Montwater zijn voor de Gezondheid schadelijk volgens analyse, daarom waarschuw ik hier- mede het geëerde publiek voor aankoop van zulke namaaksels. JDr Jt. G. POPP, KK. Hof-Tandarts en uitvinder der Anatherin-Preparaten te.Weenen. Depots van alleen echte Anatherin-Preparaten be vinden zich te Gouda bij de firma J. C.Zeldenrijk Co. Drogist, op de Marktte Rotterdam bij F. F. van Santen Kolffte 's Ilage by J. L. F. Snabilié, apoth. te Delft bij A. J. van Rijn te Schiedam bij C. Malta Gz.te Leiden bij E. Noordijk te Amsterdam bij F. van Windheim Co. en H. H. Uloth Co., apotheekte Utrecht by G. H. N. van Spanje idem Lobry Porton, Droogisten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2