GASBBANBEES.» LAMPEN,
'4
OPROEPING.
BESSEN SA P
Paling in Gelei
Saucijsen BROODJES,
SUGG's gehweteerde
ADVERTENTIËN.
op Zaterdag 10 November 1888,
SI o tem aker Co,
P. SALERBIER.
Appelbollen, Roomhorens,
Aangesneden TAART,
W. SCDALEKAMP Jr.,
RIJKS-ZEGELS
Plalszegels
A. BRINKMAN.
41 Medailles tn 25 jaren
Agent: F. W. STÜTE,
GEËN KIESPIJN MEER!!
Kamermuziek-Soirée.
ro't
J. W. KNIPSCHEER Ju.
Prijs 20 Ct. per FLESCH.
Verschegoed gevulde Boterletters
Best St. NICOLAAS,
GALATINE DE VEAÜ,
Gasbesparing 40 percent.
die Ponderdag a. at. hier zijn 50 jarig jubilaenm
herdenkt.
Hij werd 3 December 1818 te Amsterdam geboren.
Zijn vader, wiens namen hij draagt, wa9 een Fransch
musicus, die met zijne oudere reeds als knaap in
Holland was gekomen en op zijn 14de jaar voor het
geheele gezin het brood verdiende. Morin's moeder,
Johanna Clara Jelgerhuis, eene Friezin, was de tweede
dochter van den beroemden acteur Johannes Jelger
huis Rienkszooe, tevens een niet onverdienstelijk
schilder en graveur, en schrijver van de nog dik
wijls geraadpleegde„Theoretische lessen over Ges
ticulatie en Mimiek." Dat Morin, van beide zyden
dus uit eene kunstenaarsfamilie stammende en de
tradition dezer geslachten zelf voortzettende, zijn
grootvader hoog waardeert, zal wel niemand be
vreemden. Diens levensgroot portret, door Portman
geschilderd, is het meest in 't oog vallend sieraad
van zijn ontvangkamer.
Na den dood van zijn vader, die vroeg aan vrouw
en kinderen ontviel, hortrouwdo zijn moedor met
den acteur Lambert Simon Lambottemenig ouder
tooneelbezoeker herinnert zich zeker nog wel //moe
der Lambotte" te hebben zien spelen.
Nog geen 16 jaar oud verliet Morin het ouder
lijk huis, om eerst een engagement aan te gaan bij
h'et ambulante gezelschap van juffr. Ottink, later bij
dat van de tirma Weddelooper. Onder allerlei
wederwaardigheden bereisde hij met deze directies
gedurende ong. 5 jaar ons land, Aan weelde raakte
hij daarbij niet gewend. Menigmaal moest hij, afge
mat door zijne tochten en do vermoeienissen van zijn
beroep, op zijn hongerigen leeftijd, zonder boterham
zelfs, naar bed. Maar geleerd heeft hij toen ontegen
zeggelijk hij moest van alles spelenzijn eerste rol
was die van den grijsaard in „De Onechte Zoon"
van Kotzebue.
Beter tydon braken er echter vbor hem aan,
toen hij na afloop van zijn tweede contract aan den
Amsterdainschen Stadsschouwburg verbonden werd.
Vanhier af rekont Morin het begiu zijner loopbaan.
HH. Commissarissen zwaaiden er nog den schepter.
Hij moest dus, voor hij kon aangenomen worden,
de voorgeschreven drie debuten afleggen, waartoe
hij achtereenvolgens optrad als Ahtony in „De
Bloedverwanten" van Kotzebue als Von Cederstrom
in //Armoede en Grootheid" van denzelfden en als
Antony in „Do Jagers" van Ifliand.
Morin bleef aan den Stadsschouwburg, toen de
bekende zevenhoofdige acteursdirectie er do leiding
van op zich nam. Maar wijl hij alleen bijrollen te
vervullen kreeg, ging hij na eenige jaren wanho
pende anders ooit vooruit te zullen komen over
naar het //Theatre des Variétés" van Duport, in de
Nes, waarbij Mevr. Kleine toen óók kwam. Hier
heeft hij zijne eerste sporen verdiend en trok hij
gaandeweg al meer en meer de opmerkzaamheid tot
zich, zoodat toen Peters de directie van den Ko
ninklijken Schouwburg te 's Gravenhage overnam,
onder de goede krachten, welke hij meebracht, ook
Morin behoorde. Nog roemt deze de waardeering,
die het Haagsche publiek hem toen reeds schonk,
maar vooral de goede behandeling van zijn nieuwen
directeur.
Mèt hem keerde hij dan ook naar den Stadsschouw
burg te Amsterdam terug, toen Peters zijn directie
er aan gaf. Ja zelfs vergezelde hij zijn vriend en
beschermer naar Rotterdam, waar deze, na eenige
jaren, opnieuw zich aan het hoofd van een tooneel-
gezelschap plaatste. Tot Morin's groot leedwezen
duurde die bewindvoering evenwel slechts kort.
Wederom vertrok hy »daarop naar Arasterdam, dit
maal naar den «Salon des Variétés" van Boas en
Judels in de Amstelstraat, waar hij in samenspel
met Suze Sablairollos veel schoons tot stand bracht,
en bovendien een finantiëel voordeeligen tijd beleefde.
Zijn naam was nu voor goed gevestigd, ofschoon
hij het toppunt van zijn roem eerst later bereikte,
sedert de oprichting van het «Nederlandsch tooneel."
Alvorens echter hierbij zijne tegenwoordige positie
te verkrijgen, trad hij nog in den Stadsschouwburg
op onder Roobol, Tjasink en Peters, vervolgens
onder Tjasink alleen. En toen door de voorgenomen
verbouwing van dezen schouwburg laatstgenoemde
zyne directie neerlei, zetten de gezamenlijke artisten
eene welgeslaagde onderneming op touw in 't lokaal
van Van Lier in de Amstelstraat. Daarop ontstond
in 1876 de Vereeniging, zooeven genoemd, welke o.
a. ook Morin dadelyk eene eervolle plaats onder
hare geengagoerden aanbood.
En die plaats verdiende hij ten volle en blééf hij
zich tot heden toe ook volkomen waardig toonen.
Want Morin is in den vollen zin des woords een
goed acteur, toegerust met al die eigenschappen,
welke don echten kunstenaar stempelen. Er zijn er
zeker, die grooter genialiteit bezitten, nauwgezetter
echter is geen een, en niemand heeft meer virtuosi
teit betoond in het emplooi, dat hy, sinds zijne toe
treding tot «het Nedorlandsch Tooneel", vervuld
heeft. Men weet, hij is er de „raisonneur." Voor
een doel ongetwijfeld door zijn Fransch bloed, maar I
méér nog door de zorgvuldige studie, die hy van
het genre gemaakt heeft, geeft hij deze eobt Fransche
type zóó weer, dat zelfs een Fransch man er hem
niet licht in zou overtreffen. Ja, men kan verkla
ren, datMorin, ip»re hij een buitenlandsch artist,
een grooten naam zou hebben en hij by ons niet
minder lauweren zou inoogsten dan menige beroemd
heid uit den vreemde, die thans voor oen buitenge
woon talent wordt gehouden.
Niet dat hij te klagen heeft over de waardeering
hem van de zijde van zijn publiek ten deel gevallen
doch het blijft helaas noch maar altijd waar, dat
men een artist uit h'et buitenland moet zijn om in
Holland bij de zoogenaamde „goede kringen" voor
workelyk groot of méér nog door te gaan.
Morin behoort niet tot dezulken, die, voor zij
met eene nieuwe rol op de planken treden, „don
god der onbeschaamdheid" behoeven aan te roepen,
of alles van de „ingeving" van het oogenblik laten
afhangen. Niets in zijn spel en dictie, of het is
vooraf overwogen. Zijn tekst ook kent hij terdege
hij leert dien letterlijk van buiten, zoodat hij den
souffleur zelden slechts noodig heeft. Zijn sterk ge
heugen speelt hem zelfs op zijn tegeuwoordigen loef-
tijd weinig parten.
In de nakoming van zijne verplichtingen is hij
evenzeer consciëntieus. Hij laat zich nooit wachten,
verzuimt geen „entrée" en is zolfs op tijd, wanneer
een repetitie op een voor hèm misschien niet
voor andoren buitengewoon vroeg uur wordt
gesteld. Om Morin behoeft eene voorstelling nooit
veranderd te worden.
Gelukkig ook, dat hij door zijn sterk gestel on
zijne regelmatige levenswijs zoo goed als nooit ziek
is. En zelfs dan komt hij, als 't hem maar eenigs-
zins mogelijk is, nog op zijn post.
Toont Morin in ruime mate te beseffen wat hij
aan het belang zyner directie zoowol als aan het
publiek verschuldigd is, niet minder blijkt dit steeds
uit de keurigheid en zorgvuldigheid van zijn toilet.
Hij is altijd door een ringetje te halen daarbij hoogst
beschaafd in toon en in manioren. En wat weet
hij geestig te causeerenWie verstaat als hij de
kunst een verhaal te doenwie beter dan hy eene
phrase, een enkel woord soms te „lanceeren" gelijk
men dat noemt. Misschien „souligneert" hij wel
eens te véél, is hij wat zwaarwichtig maar deze
„défauts de ses qualités" schaden niet merkbaar.
Hij is en blijft een voortreffelijk acteurin die
mate zelfs, dat, waar we aan zijn eigenaardig talent
gewénd zijn geraakt, we $oms niet genoeg bespeuren,
hoe goed hij appelt..^
Om te eindigen, dit nog. Toen hij bij Judels
was had hij, als zooveel anderen gedaan hebben, zijn
25-jarig jubilé kunnen vieren. Hij heeft dit toen
echter om bijzonder redenen niet gewild. Thans
gaan dus zilveren en gouden feest als 't ware hand
aan hand. Uit de belangstelling van het publiek
zal ondubbelzinnig blijken, hoezeor het Morin waar
deert en hoe hóóg het hem schat. De beste hulde
komt hem rechtmatig toe.
Men leest in de Arnh. Ct.
Een merkwaardig voorbeold van hondentrouw
kwam ons dezer dagen ter ooren, voor de waarheid
waarvan onze zegsman volkomen instaat, terwijl hij
desnoods de getuige» zou kunnen noemen.
Eene familie te Velp heeft twee houden, een
Newfoundlander en een kleinen krulhond. Deze
dieren leven met elkaar in do grootste eendracht.
Do kleine is eeu geweldig jager en speurt altijd in
het kreupelhoutslaat hij aan, dan rent de grooto
hond, die anders rustig by de familie blijft, naar
zynen kleinen kameraad, en als hij ziet dat er geen
kwaad by is, komt hij spoedig terug.
Onlangs nu, toen zij met do familie waren mede-
gegaan, hoorde deze wederom den kleinen hond
aanslaan en verdween de groote, maar om niet
meer teTug te komen. Roepen en fluiten hielp niet.
De honden bleven zoek en keerdeu ook des nachts
niet terug.
Den anderon 'morgen werden zy door de politie
in het kreupelhout by de Steenen Tafel ontdekt. De
kleine was in een stroopersstrik gevangen. Wande
laars vooral dames wilden het dier bevrijden
maar de Newfoundlander gedoogde niet, dat iemand
zijn kameraad aanraakte, bij wien hij bijna vier-en-
twintig uur de wacht had gehouden. De politiewacht
kwam op het denkbeeld om de familie te waar
schuwen, n toen Sultan een der leden van het
gezin herkende, legde hij uitbundige vreugde aan
den dag en verzette zich toen niet langer tegen de
bevrijding van Tommy. Waren de honden niet ont
dekt, dan $50u hoogst waarschynlyk de groote den
kleinen niet hebben verlaten en uit vriendschap den
dood met hem hebben gedeeld.
Het bestuur van den Algemöenen Nederlaudschen
Politiebond heeft een adres gericht tot de Tweede
Kamer, houdende het verzoek om betere en wettelijke
regeling van het politiewezen in Nederland. De
Bond spreekt de verwachting uit, dat de leden der
Tweede Kamer zijn gevoelen zal deelen, dat de
organisatie van het politiewezon in Nederland veel
te wenschen overlaat, en het in het belang der
inwoners van Nederland, die ïecht hebben op be
scherming, van persoon en goederen, hoogst nood
zakelijk is, dat eene wettelijke en daardoor betere
regeling van het politiewezen eindelijk worde tot
stand gebracht. Van zulk eene regeling verwacht
adressant ook verbetering van de maatschappelijke
positie der politie-ambtenaren en beambten.
De vorige week werden 6 personen van het gezin
van prof. dr. A. Mayer te Wageningen door eene
hevige ongesteldheid aangetastmisselijkheid, braken,
pijn in de ingewanden, diarrhee, gedeeltelijk ook
duizeligheid en moeielijkbeid bij het slikken. Als
oorzaak van de ongesteldheid vond hij het rogge
brood, waarin bij onderzoek eene groote hoeveelheid
bolderikzaadschillen door hem gevonden werden.
Na van den bakker een monster rogge bekomen
te hebben, vond dr. Mayer in ruim 1 ons van die
rogge 41 boldeaikkorrels, wegende 0.5 gram, eene
hoeveelheid groot genoeg om genoemde verschijnse
len van vergiftiging te verklaren.
In het belang van de openbare gezondheid heeft
prof. Mayer van dit feit mededeeling gedaan.
Het verslag der commissie voor do akte-examens
in de Fransche taal, L. O., is opgenomen in de
St.-Ct. No. 255. Aan het einde van dat verslag
leest men do navolgende opmerkingen
„Vergeleken met de in 't vorige jaar verkregen
resultaten, is er bij de vrouwelijke candidaten eenige
vooruitgang waar te nemen in de rubriek vormleer;
en bij de mannelijke in de rubrieken vormleer, syn
taxis, dicté en uitspraakdaarentegen levert de ver-
talirfg in 't Fransch en vooral die in 't Hollandsch,
zoo voor de vrouwelijke als voor de mannelijke can
didaten, ongunstiger cijfers op dan vorledeu jaar. De
raad, door vorige commissiën gegoven, om zich toch
vooral toe te leggen op de vertaling in de moeder
taal, schijnt door meer dan do helft der candidaten
nog weinig ter harte te zijn genomen, zoodat het
zeker niet overbodig is bij vernieuwing en mot aan
drang te wijzen op het hooge belaug eener goede
vertaling in 't Nederlandsoh.
„De lichtvaardigheid, waarmede sommigen zich ook
nu weder aan oen examen hebben gewaagd, waarvan
zij zelfs de allereersto eischcn niet schenen te kennen,
blijkt uit het vrij belangrijke cijfer dergenon, die in
geene enkele rvbriek het praodicaat voldoende konden
verkrijgen. Verder weuscht de commissie de aandacht
van Uwe Excellentie te vestigen op het feit, dat ook
ditmaal ongeveer een 60-tal candidaten, met of zon
der voorafgaande kennisgeving, niet zijn opgekomen.
Daar bij verreweg de meesten de reden daarvan
gezocht moet worden in gemis aan de noodige voor
bereiding, kan het nuttig zijn er op te wijzen, dat
zij, door zich aan te geven, den duur der examens
noodeloos 3 dagen hebben verlengd."
Door een vry talrijke opkomst op gisteren in
de zaal „Nut en Vermaak" bewees het Goudscho
kunstminnend publiek, hoezeer de pogingen van een
Comité, om door het doen houden van lezingen en
concerten het intellektuoele leven in onze gemeente
te verhoogen, op prijs worden gébteld. De yver van
de Goudsche afdeeling vtyi het Nut van 't Algemeen
of van de Goudsche Zangvereenigingen wordt daar
mede niet miskend, evenmin het foit geloochend, dat
die vereenigingen meer dan eens gelegenheid tot
degelijk genot hebben geboden echter blijft het waar
dat zij veel moeten nalaten, wut zij wel zouden wen
schen te doen, en dat in allen geval van „des Outen
zu vielvoorloopig bij ons nog geen sprake is.
De Kamerrauziek-uitvoering van 2 Nov. mag goed
geslaagd worden genoemd, in aanmerking genomen,
dat zij een begin was, een eerste proeve. Alles
viel wel niet te pryzen, maar op hoeveel concerten
is dat het geval?
Beginnen wij onze bespreking met dat wat ons
het minst kon bevredigen het was het vokale ge
deelte. De heer en mevrouw- Albers zongen gedeel
telijk alleen, gedeeltelijk te samen eenige stukken
uit Fransche Opera's, de heer A. daarenboven nog
een lied van Rubinstein. Beide artisten zijn, vol
gens ons, niet van stemmiddelen ontbloot, maar
missen vooralsnog de noodzakelijke eigenschappen,
om die middelen op de rechte wijze te gebruiken.
Wij weten niet, hoe zij op het tooneel voldoen,
zij behooren beide tot het personeel van de
Hollandsche Opera maar maken zij daar een
goeden indruk, dan hebben zij thans opnieuw be
wezen, hoe een acteur zich op glad ijs waagt met
als óoncertzanger op te treden. Het uitgalmen van
het „Doute de la nature1' uit Thomas' „Hamlet", en
meer van dien aard, wekte inderdaad meer verba
zing dan bewondering.
Deze soort van muziek, met haar theatraal en pron
kend karakter, waaraan wellicht alleen eene uitvoe
ring van Franschen recht kan doen wedervaren,
schijnt mij ook wel de minst geschikte om tot een
technisch geacheveerde en fyngevcfeldo voordracht te
geraken. Gaat de Hollandsche Opera voort met,
zooals thans, meen ik, het geval is, meestal werk te
maken van Fransche muziek, da» vrees ik, dat zij
vrij wat zangers zal bederven, en dientengevolge de
smaak van het publiek.
Het bleek ten overvloede uit <le voordracht van
Rubinstein's „Chanson du Prisonniei." Dit is een
Russisch lied zonder theatereffecten, maar vol echte
hartstocht en warm gevoel, die dan ook iu den zang
van don heer A. niet uitkwamen. Dit woord moest
my van het hart, meer om tegen een in mijn oog
gevaarlijke richting te protesteeren dan omdat ik de
betrekkelijke verdiensten van deze artisten niet zou
willen erkennen.
De heer Bouman, cellist uit Utrecht, trad niet
slechts als virtuoos, maar ook als componist op
met een concert voor zijn instrument. Wij moeten
erkennen voor dergelijke compositiën, waarin hot ten
toon spreiden van waardigheid min of meer hoofd
zaak is, weinig sympathie te gevoelen. Desniet
tegenstaande konden wij ons met het adagio van het
concert zeer goed vereenigen. De voordracht van
het concert, dat ook met orkest zeker nog beter zal
voldoen, was voortreffelijk, en deed menig goedge
schreven détail uitkomen. Ook rekenen wij den
heer Bouman de beknoptheid tot verdienste aan,
die in zulke werken zoo dikwijls te wenschen over
laat. De keuze van Chopin's Nocturne scheen ons
minder gelukkig. Do breede toon van de cel
scheen ons minder geschikt voor do gracieuso,
zwevende melodie van den Poolschen meestor. De
goede smaak van den heer Bouman belette hem
in dit eenvoudige lied de menigvuldige passages
aan te brongen, waarmee o. a. Sarasate zijn eigen
kunst doet uitblinken, die van Chopin verminkt.
Trouwens op de col zouden die nog minder op
hun plaats zijn dan op de viool. Popper's Reigen
mét zyn geestig motief, gaf zeer veel genoegen.
Gezamenlijk met zijn broeder, onzen stadgenoot,
voerde de heer B. nog Rubinstein's „Sonate" voor
piano e» cel uit. Ons voorloopig oordeel o^er dat
werk is veel warme, breede melodiën, een tendeele
zeer schitterende pianopartij, maar ook veel niets
zeggende passagos, en een celpartij, die zich aan de
pianopartij niet altijd recht wil aansluiten.
De heer M. Bouman verdient in alle opzichten
onzen hartelijken dank vooreerst om de welwillend
heid, waarmee hy een solopartij op zich had geno
men, ofschoon hij tevens de aangewezen begeleider
was, ten tweede voor zijne voortreffelijke voordrach
ten, bovenal in de „Sonate" en in de karakteristieke
ballade van Scharwenka. De kleine werkjes van de
nog weinig bekende componisten Draeseke en Thomé
maakten insgelijks aangenamen indruk.
Wij zeggen dus het Comité dank voor dezen avond
maar wenschen nog op twee dingen te wijzen. Ten
eerste, op de wenschelijkheid om de tekst der zang
stukken te doen afdrukken. Ten tweede, zouden
wij nog gaarne zien, dat het Comité zocht te ver
mijden programma's, waarop veel kleine stukkon
voorkomen. Dat geeft, dunkt ons, eenigszins ver
strooide indrukken. In dat opzicht is, naar ons
idee, de grens Vrijdagavond nog niet overschreden,
maar juist bereikt. Dat het Comité dit niet altijd
in zyn hand heeft, is duidelyk. Een geschikt
middel zou bijv. zyn nu qn dan eens een ensemble-
spel te bevorderen, in meerdere mate nog dan nu
het geval was, byv. door een sirijk-kwartet uit te
noodigen, liefst niet het Haagsche, maar het Rot-
terdamsche, Utrechtsche of Amsterdamsche, welk
laatste het Leipzigsche, dat hier met zooveel ge
noegen werd gehoord, volgens ons, nog overtreft.
V Oen lldeD November a.s. hopen
onze geliefde Ouders
LEENDERT BROERE, J'.
IN
WIJNANDA MULDER,
hunne 25- JARIGE ECHTVER
ENIGING te herdenken.
Hunne dankbare Kinderen.
Gouda, 4 Nor. 1888.
Gouda,
Montfoori
Ondertrouwd
J. S. KAMPO,
Wedr. no Q. DE Gbaaf,
EN
R. PEEL.
4 November 1888.
V Bevallen van een Dochter
M. A. F. HARDIJZER-
Wesselb.
Gouda, 2 Nov. 1888.
V Tot mijne diepe droefheid overleed
heden mjjne harteljjk geliefde Eehtgenoote
CATHARINA MARIA van dee ROER in
den ouderdom van 31 jaren, mjj nalatende 3
jeugdige kinderen.
P. ENGELBREGT.
Leiden, 31 Oct. 1888.
Te Leiden overleed op den 31''" Oct.
tot diepe droefheid van hare Ouders, Sehuwd-
onders, Broeders en Zusters, onze zeer geliefde
Behuwddochter CATHARINA MARIA van der
ROER, in den ouderdom van 31 jaren.
'Uit aller naam,
G. J. ENGELBREGT.
Gouda, 3 Nov. 1888.
Wegens aanstaand vertrek uit Gouda ver
zoekt de ondergeteekende allen die iets van
hem te vorderen hebben of aan hem verschul
digd zjjn, daarvan liefst vóór 1° DECEMBER
a. s., opgaaf of betaling te doen aan zijn adres
Westhaven B. 203.
Conform Artikel 1082, B. W.
De 8chuldeischers van de, onder 't voorrecht
van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap
van den Heer JACOBUS HOOT, in leven
Zaadhandelaar, gewoond hebbende te Wad
dinxveen en aldaar overleden op den 3" Mei
1888, worden bij deze opgeroepen om te ver
schijnen ten kantore van den ondergeteekenden
Notaris te Waddinxveen
des morgeus ten 11 Ure,
ten einde aan te hooren de Rekening en Ver
antwoording die alsdan door de beneficiaire
erfgenamen ten overstaan van genoemden No
taris zal worden afgelegd.
Zullende ook alsdan, indien er geen verzet
plaats heeft, direct worden overgegaan tot uit
betaling der vorderingen voor zoover het be
drag der nalatenschap toereikende zijn zal.
Gemelde Rekening en Verantwoording zal
ten gemelden kantore ter visie van belangheb
benden aanwezig zjjn van den 5 November
1888 af.
Namens benefic. erfgenamen voornoemd,
MOLENAAR,
Notaris.
Waddinxveen, 1 November 1888.
(EIGEN FABRIEK A AT),
Diverse GEBAKJES,
PATÉS, h'. HENRIJ, PALING in GELEI,
VOORHANDEN bjj
Confiseur-Cnisinier Gouda.
zjjn te bekomen in den Boekhandel van
voor
welke nog niet overtroffen zjjn bij de vele
vergeljjkende beschouwingen met andere Bran
ders voor meer dan 20 jaren.
Zjjn ale GOEDKOOPSTE en BESTE.
W erktnigkundige.
voor allen die het wereldberoemde echte
K.K. Hof-Tandarts
POPP'c Anatherln
Ul. IVff - S Mondwater
gebruikt hebben. Boven ieder ander Tand-
water te verkiezen als voorbehoedmiddel
tegen Tand- en Mondziekten. Bij gebruik van
het Mondwater en
Br. POPP's TANDPASTA of Tandpoeder
behoudt men steeds gezonde en schoone
Tanden, een eerste vereischte tot het
behoud van eene gezonde maag.
Dr. POPP's Tandplombeersel,
om zelf holle kiezen te vullen.
Dr. POPP 's Kruiden zeep,
is met het grootste succes ingevoerd tegen iedero
soort van Huiduitslag.
POPP's Zonnebloem-Oliezeep,
fijnste on beste Toilet-Zeep.
WA ARSCHU WING.
Alle bestaande namaaksels van Anatherin-
Mflf Montwater zijn voor de Gezondheid schadelijk
volgens analyse, daarom waarschuw ik hier-
mede het geëerde publiek voor aankoop van
zulke namaaksels.
JDr Jt. G. POPP,
KK. Hof-Tandarts en uitvinder der
Anatherin-Preparaten te.Weenen.
Depots van alleen echte Anatherin-Preparaten be
vinden zich te Gouda bij de firma J. C.Zeldenrijk Co.
Drogist, op de Marktte Rotterdam bij F. F. van
Santen Kolffte 's Ilage by J. L. F. Snabilié, apoth.
te Delft bij A. J. van Rijn te Schiedam bij C.
Malta Gz.te Leiden bij E. Noordijk te Amsterdam
bij F. van Windheim Co. en H. H. Uloth Co.,
apotheekte Utrecht by G. H. N. van Spanje
idem Lobry Porton, Droogisten.