Echtscheiding Boitenlandsch Overzicht. ADVERTENTIËN. TWEEDE PLAATSING. De Gondsche Machinefabriek.v - De Onafhankelijkheidsfeesten te Gouda. Donderdag- 15 November e. k. j. Burgerlijke Stand. Gasmachines, Gaskachels, Gas- ovens, Gaslampen, enz. doch men ion kunnen Toorschrijren, dat de gunstige bepaling moet worden ingetrokken roor hem, die er misbruik ran maakt. In geen geral iou de persoon, ten wiens nadeele de raische rerklaring was afgelegd, zioh over de afgifte kunnen bekleen, daar hg die, door aan de oproeping gehoor te geven, had knnnen voorkomen. Wij vleien ons, dat Uwe Eicellen tie aan onze wenscben snit willen gehoor geven en een ongerief opheffen, dat lastig voor het algemeen, maar inzon derheid nadeelig voor den handelaar moet worden genoemd. De Kamer co» Koophandel ea Fabrieken te GO V DA, C. J. C. PEINCE. J. FORTUIJN DBOOGLEEVER. Dr. H. A. van der Meulen te Haastrecht heeft roor het beroep naar Krommenie bedankt. Te Edam werd Zaterdag ter aarde besteld, de heer A. Lafober, muziekdirecteur aldaar, wiens overigden er zeer wordt betreurd. De leden der collegiën waarvan de overledene directeur was, velgden de baar, en vele kransen werden op de groeve neergelegd. Door den predikant ds. Van Hoogstraten, en door den president-kerkvoogd, den beer D. F. Pont, werden toespraken gehouden diep bewogen dankte de oudste zoon voor de eer, den overledene bewezen. Naar wjj vernemen zal er te Bleiswgk ter viering van Neorlands 75 jarige onafhankelijkheid op 17 November a. s. een schoolfeest en een uitdeeling aan de argun plaats hebben. Gedurende de wintormaanden zal te Zevenhuizen een buitengewone politie-nachtdienst worden ge houden waarvoor de Gemeenteraad een flinke som hoeft toegestaan. Den ultramontanissimi gaat de heer Vermeulen in zjjn onderwjjs-nota nog niet ver genoeg. Dat bljjkt uit een artikel in „Het Huisgezin", dat wel door het opschrift „ingezonden» buiten verantwoordelijk heid der redactie wordt gesteld, maar waaraan toch een eereplaats aan 't hoofd van het blad wordt toe gekend. De schrijver betreurt het, dat de heer V. de verplichte staatsexamens voor onderwijzers en onder wijzeressen wil gehandhaafd zien. De heer V., boe goed Katholiek, is namelijk nog te wetenschappelijk man, om het onderwijs opzettelijk te doen verwilde ren. Zulke gemoedsbezwaren heeft deze schrijver niet. Hij acht zulk een bepaling een inbreuk op de vrijheid, op de persoonlijke rechten der burgers. Gelijk ieder zijn keukenmeid en kindermeid kiest, moet hg ook de onderwijzers voor zijn kinderen vrij kunnen kiezen. Ook zij die geen keuken- of kin dermeid hebben, moeten blijkbaar dezelfde vrijheid deelachtig zjjn. En de onderwijzers aan examens te onderwerpen is ngjdo tegenover hen zeiven gruwelijke tyrannie. Dit geldt vooral voor de geestelijke zus ters, die allerlei voor haar taak nutteloozd zaken moeten loeren. De staat heeft het recht niet dat te eischen; hg heeft slechts te zorgen voor zaken, die de burgers anders niet zouden kunnen bekofnen en die nochtans voor hun tijdelijke welvaart onontbeer lijk zijn. Onderwijs behoort daar, schijnt het, niet toe. Door zuivere vrijheidsmin gedreven, heeft een ul- tramontaan deze beschouwingen neergeschreven. Wij signaleeren zewederlegging is voor onze lezers wel overbodig. Maar de heer Vermeulen en zijn vrienden mogen wel toezien, waarheen zij sturen. (Fad.) Een Boheemsche arts heeft in zijne practjjk de' ervaring opgedaan, dat ook door den walm nit petroleumlampen vergiftigingen kunnen ontstaan. zijne hulp werd ingeroepei in een gezin, waar zoowel bjj den man als bij twee kinderen, een van dertien maanden en een van vijfjaar, zich ernstige verschijnselen van vergiftiging voordeden hoofdpijn, brakingen, kramp en daarop volgende bewusteloos heid terwijl zich ook bg de vroOw dergelijke ver schijnselen, hoewel in mindere mate, voorboden. Als eenige oorzaak vond hij eene walmende petr oleumlamp in een klein gesloten vertrek, laag van verdieping. Wel is waar zal het ernstige der verschijnselen van vergiftiging in dit geral wel toe te schrijven nadeeligê werking van petroleumwalm. Velen hebben de gewoonte om eene petroleum lamp als nachtlicht te gebruiken, waarbij dan de vlapi zeer laag wordt gehouden, hetgeen onvermijde lijk walm moet veroorzaken. Het kan daarom zijn nut hebben, op de ervaring van den Boheemschen arts opmerkzaam te maken. (Huisvrouw.) In zoideljjk Limburg zjjn de afsluitingen der weilanden met puntdraad in de laatste jaren in aantal zeer toegenomen. Omtrent het practische nut van deze beschuttende omheiningen bestaan versohillende gevoelens. Nadeel berokkenen deze kunstmatige heggen vooral aan melkvee, bijzonder daar waar melkkoeien en jongvee gezamenlijk in eene weide loopen, door verwondingen aan den uier, welke dikwjjls nadeelige gevolgen voor het melkgeven kunnen veroorzaken. Eveneens gebeurt het dikwijls, dat weiveulens een onuitwischbaar merkteeken door kneuzingen van den puntdraad blijven behouden, welke de marktwaarde zeer kan verminderen. Daarentegen vindt de puntdraad ook zijne goede toepassing door zijne grootere duurzaamheid en de geschikt heid om het aanleggen van jonge doornheggen te bevorderen en tegen kwaadwillige handen of de gulzigheid der weibeesten te beschermen. Dergelijke afsluitingen in steden, als beschut ting van publieke pleinen, zijn, met het oog op mogelijke ongevallen met kinderen enz., niet aan te bevelen. Het Sociaal Weekblad is van oordeel, dat de door de Regeering voorgestelde wet op den kinderarbeid zich binnen veel te enge grenzen beperkt. Geene ■leeftijd, wa verhooging van den minimum-l< waarop de arbeid van kinderen in alle werkplaatsen en fabrie ken een aanvang mag nemen. Geene beperking van den kinder-veldarbeid. Geene voorschriften in het belang van de veiligheid en de gezondheid der werk- lioden. Geene aanstelling van bijzondere ambtenaren, met de uitvoering en met het toezicht op de naleving der wet belast. Is het wonder, zegt het blad, dat bij kennisneming van dit wetsontwerp onze teleur stelling groot 'zou zjjn geweest, indien niet reeds loopende geruchten ons gewaarschuwd hadden, onze verwachting niet hoog te spannen Waar is het, dat de meerderheid der enquête-com missie niet heeft geadviseerd tot verhooging van den mininum-leêftjjd. Doeh zoo gaarne had het blad dezen minister, op het voetspoor zjjns voorgangers, zien handelen overeenkomstig het advies barer minderheid. Waar is het ook, dat de enquête-commissie bij haar onderzoek het terrein van den veldarbeid slechts terloops betreden had. Doch terecht was de vorige Regeering van oordeel^dat te dien aanzien in den loop van een vijftiental jaren genoeg is openbaar geworden wat tot rechtvaardiging en bouwstof kon dienen voor wetgevende tUsschenkomst. Waar is het eindelijk, dat de enquête-commissie in overweging heeft gegeven, het in het leven.roepen van een opzettelijk oppertoezicht, en in ferband daarmede het waken voor de gezondheids- en veilig heidsbelangen (%r, arbeiders, te regelen bij eene tweede afzonderlijke wet. Doch waarlijk niet omdat zij dit een en ander beschouwde als van minder ge wicht of als niet rjjp voor behandeling' door den igptgeverintegendeel uitsluitend „ter wille vao spoedige afdoening". l „Zoo zal dus", zegt het Soc. Weekblad ten slotte, „op den in 1874 ingeslagen weg ook thans nog wede^ worden voortgeschreden met een slakkengang tot vreugde van hen, die niets liever wenschen dan met reden en recht daarop te kunnen smalen. Of zal de Volksvertegenwoordiging bereid worden bevonden Om de leemten in het haar aangeboden werk aan te vullen en de Regeeriug tot aanvaarding van die aanvulling te bewegen? Hopen kan men het, maar veel bouwen qp die hoop durven wjj niet." Door bet bestuur der Maatschappij tot bevorde ring der bouwkunst is aan den minister van binnen- landsche zaken eeg adres gericht, waarin het groot belang van een wet op het ambachtsonderwjjs be toogd wordt. In afwachting' hiervan wordt tevens de aandacht des Ministers gevestigd op de behoefte, die er bestaat aan een wettelijke' regeling van het leerlingstelsel, en den Minister verzocht, een der gelijke regeling ter hand te nemén. De hoofdpun ten, die zulk een wet zou moeten bevatten, zijn door een bijzondere commissie ontworpen en bg het adres gevoegd. Het zijn de volgende Art. 1. Het leerlingsdontract is eene verbintenis, waarbij een patroon op zich neemt, een persoon in een bedrijf te onderwijzen, die zich van zijnen kant verplicht voor hem té werkenhet een en ander overeenkomstig de door beide partijen vastgestelde voorwaarden en voor een bepaalden tijd. Art. 2. Het leerlingscontract moet schriftelijk wtgjlen gesloten. Het" wordt; ingedUhraven ter secretarie der gemeente waar belcontract wordt gesloten, tegen voldoening tan een vast recht van 1, Het is vrij van zegel recht. „Art. 3. Het leerjingscontract moet behelzen st beroep len voogd gemach- het einde van den leertijd, i ziekte a. den naam, de voornamen, den leeftijd, het bedrijf en de woonplaats van den patroon den naam, de voornamen, den leeftijd en de woon plaats van den leerling den naam, da voornamen, den leeftijd, Ihet en de woonplaats van den vador, moeder, den of een door de ouders of den kantonrechter tigden peraoon 4. de dagteekening en den duur van het oontract c.'de voorwaarden botreffende woning, voeding, loon en alle overige bedingen, waaromtrent partgen zgn overeengekomen. Het moet onderteekend worden door den patroon en den vertegenwoordiger van den leerling. Art. 4. De leerling mag niet gebezigd worden voor diensten, welke buiten den kring van het be drijf z'jn gelegen. Hij is verplicht bjj den arbeid in te halen, welken hij wegens of andere rodenen gedurende langer dan 14 dagen heeft verzuimd. Art. 5. De patroon is verpliohh den leerling in de gelegenheid te stellen, ten minste tien uren per week van school- of huisonderwijs te genieten, on verminderd den tgd, aan godsdienstonderwijs te besteden. Art. 6. Ten minste de eerste maand en ten langste de drie eerste maanden van don leertijd worden als een proeftijd beschouwd, gedurende welken de verbintenis door de wilsverklaring van eene partij kan worden ontbonden. Wanneer het contract den duur van den proef tijd niet bepaalt, wordt deze geacht zich over eene maand uit te strekken. Art. 7. De verbintenis gaat te niet door het overlijden van den leerling. Bij het overlijden van den patroon wordt de jerbiutenis ontbonden wanneer eene van beide par tijen binnen vier weken na het overlijden zich in dien zin schriftelijk verklaart. Art. 8 De verbintenis kan worden ontbonden op verlangen van eene partjj, behoudens aanspraak op schadeloosstelling, zoover daartoe termen zijn wanneer de andere partij zioh gedraagt in strijd met de bepalingen van het contract of van art. 4 of 5 dezer wet; wjlgens mishandeling van den leerling door den patroon of door een of meer personen in zijnen dienst c. wegens wangedrag of djiideljjk gebleken onge schiktheid van den leerling Voor het bedrijf d. wegens veroordeeling van den patroon of den loerling tot langer dan eene maand gevangenisstraf e. wanneer de leerling voor de oerste maal tot den dienst bjj de nationale militie wordt geroepen wegens het huweljjk van den leerling ff. wanneer door den vertegenwoordiger van den leerling schriftelijk wordt verklaard, dat de laatste in een ander bedrijf of beroep zal worden geplaatst, is de verbintenis, zoover de leerling niet vroeger wordt ontslagen, na verloop van vier weken ontbon den. Binnen negen maanden na deze ontbinding mag de leerling niet zonder toestemming van denfroege- ren patroon door een andoren in hetzelfde bedrijf qrorden aangenomen. Art. 9. De leerling moet Voorzien zjjn van een boekje, waarin zijn naam, zijne voornamen, de (Wg van indiensttreding en de tijd waarvoor het conlraot is gesloten, alsmede na afloop oft ontbinding van het contract het ontslag, door zjjnen patroon worden ver meld, welke opgaven niede door den leerling worden onderteekend. Andere mededeelingen omtrent den persoon van den leerling mogen in het "boekje niet voorkomen. De wjjze waarop deze boekjes worden ingerioht en van overheidswege uitgereikt ^n gelegitimeerd, wordt door Ons geregeld bjj algemeenen maatregel van inwending bestuur. ,jh' Art. 10. Elke patroon werkman, die een leer ling aan zijn contract heeft onttrokken om hem als leerling of gezel te bezigen, wordt geheel of gedeeltelijk aansprakelijk gesteld voor de schade vergoeding, aan den verlaten patroon toe te kennen. Art. 11. De leerling, die zg'ne diensten verhuurt zonder het bij art. 9 vermelde boekje te toonen, wordt gestraft met eene boete van 25.subsi diair te vervaugon door eene gevangenisstraf van 1 tot 5 dagen. Het besluit van den Senaat betreffende de regeling der Parjjsche politie vindt natuurlijk instemming bjj dp ^opportunisten. De Rdpublique Frangaise prijst de krachtige houding van den Senaat en beschouwt deze neder laag van den heer Floquet als het begin'' van het einde van zjjn ministerie. Daarbij verheugt het blad er zich in, dat de hoer Floquet een tweede nederlaag leed in de herzieningscommissie, en wel van de voorstandors der herziening, die in strijd met de wenschen van dqn minister-president be- 'V. sloot dat de herziening moet geschieden door een constituante. De toorn der Justice togen den Senaat is daaren tegen door dit besluit nog vermeerderd. Het blad van den heer Clémenoeau beweert, dat de Senaat dit besluit alleen heeft genomen om den heer Floquet te treffen, omdat deze in zijn herzienings- ontwerp de macht van den 8enaat wil verkorten- Bij den Duitsohen Bondsraad is oen voorstel inge» diend tot regeling van den Zondagsarbeid, en wet bjj wijze van verordening, waartoe bjj den Rjjksdag machtiging zal worden aangevraagd. De inhqnd van dit voorstel komt hierop neder lo. Zooveel mo gelijke beperking van arbeid op Zgn- en feestdag. Zooveel mogelgke vermijding van ander dan huis houdelijk werk. 2o. Toelating van Zondagsarbeid voor zoover die volgens den aard van het bedrjjf om technisohe rodenen onvermijdelijk is, als van re- paratiewerk, zonder hetwelk de arbeid niet op den eerstvolgenden werkdag zou kunnen worden voort gezet voorts ook van werkzaamheden tot het schoon houden van machines en fabriekslokalen bjj de middelen van vrfvoer toelating van Zondagsarbeid, voor zoover als naar de eischen van den dienst op spoor- en waterwegen noodig is. 3o. Zondagswerk alleen ter vermeerdering van productie wordt ver boden. 4q. Wanneer belanghebbenden aanvraag doen om uitzondering op deze bepalingen, blijft de beslissing daaromtrent overgelaten aan de plaataoljjke politie. 5o. Als arbeid op Zon- en feestdag wordt beschouwd het werk, vallende binnen den tjjd van 's morgens 6 tot 's avonds 6 uur. De politieke gisting in Spanje duurt nog steeds voort. De beweging is gericht tegen den heer Canovas de Castillo en ging oorspronkelijk uit Van de studen ten, die aldus wilden protesteeren <tegeu den parle mentairen veldtocht, dien de leider der conservatieve oppositie tegen het liberale ministerie Sagasta onder nam. Hot rumoer begon te Saragossa, weldra volgdo Sevilla en bij zjjn terugkomst te Madrid wachtte den heer Canovas daar een even vijandige ontvangst. De studenten in de steden, welke niet door den conservatieven staatsman werden bezocht, moesten er zich toe bepalen openlijk van hun tevredenheid over deze vijandige betoogingen te doen blijken. Te Madrid ging het Zondag, toen de heer Cano vas in de hoofdstad terugkeerde, zeer onstuimig toe. De stadsoommandant liet den geheelen weg van hot station tot Canovas' woning dooi bereden politie agenten afzetten en vermaande persoonlijk de studen ten uiteen te gaan, doch zonder gevolg. Zoodra het rijtuig verscheen, weerklonk overal de kreet -. weg met Canovas I Van alle kanten drong men op hem aan en de prefect van Madrid moest zelf te voet naast het rijtuig wandelen, ten einde dat(te kunnen beschermen. De verbittering onder de conservatieven is zeer groot. Mtn verwacht daarom, dat zij den veldtocht, die hun leider tegen de liberale hervormingsplannen van den heer Sagasta heeft aangevangen onmiddellijk na de bijeenkomst der Cortes met nog grooter kracht zullen voortzetten. Gelukt het hun, het ministerie ten val te brengen, dan is het niet alleen uit met de zoo noodige her vormingen, maar kan men zich ook weer op een tijdperk van politieke beroering voorbereiden. Voor Spanje Is het daarom te hopen, dat de heer Sagasta niet voor den aanval bezwjjke. Bij de beraadslaging over de uitgaven voor het onderwijs heeft de vice-president van den raad van onderwijs "in het Engelsen Lagerhuis de Regeering te verstaan gegeven, dat elke poging om de sehoolre- geling van 1870 omver te werpen, tot noodlottige gevolgenaanleiding zou geven. De Regeering ver klaarde nog geen beslissing te hebben genomen ten aanzien van de vooratellen van den Raad van onder wijs, die pas vier maanden geleden waren gedaan. Niets natuurlijker dus dat Sir WiUiam Hart-Dyke nu ook vroeg "dat elke wijziging, door de Regeering voer té stellen, minstens zes weken in overweging zal bljjven. Dit stemde het Lagerhuis dan ook da delijk toe. Veor hot overige openbaren zioh in den schoolstrijd merkwaardige familietrekken met dien van ons land. Eenerzjjds wordt beweerd dat 't on derwijs schromelijk wordt overdreven, anderzijds dat nog niet half genoeg voor de opvoeding der jeugd wordt gedaande een beweert^dat 't godsdienstig elemont in de Boardsoholen wordt verwaarloosd, anderen bijv. Mundella betwisten dat krach tig en betoompn dat in elk geval de hoofdzaak moet zijn goed' elAentair onderwijs, als een recht voor iedereen. Men is nog pas aan het begin van den strgd. Het Engelsch Parlement kan er lang genot van hebben. De Russische Keizer lijdt nog altjjd aan de ge volgen van het spoorwegongeluk, dat zgn zenuw stelsel zeer geschokt schijnt te hebben. Men weet, dat'het ongeluk hoogstwaarschijnlijk ontstaan is door dat de Czaar bevel gaf harder te rijden dan de zaakkundigen mogelijk achtten. De buitengewone belangstelling van den Czaar in Het lot der gewonden en der nagelaten betrekkingen der dooden zou vooral daaruit verklaard moeten worden. Ook wordt de Keizer telkens herinnerd aan het ongeluk, omdat hg zijn grooten hond mist, die bg de ontsporing omkwam. INGEZONDEN. Aan de Redactie der Goudeché Courant. Mijnheer de Redacteur Van bevriende zjjde werd mij een ex. uwer cou rant toegezonden, waarin vermeld stond dat ik de compositie mjjner opera„Brinio» zou hebben ee- s taakt. Het tegendeel is waar, en ik stol er ptijs op te verklaren, dat vóór 1 Januari 1889het geheele werk zal zijn voltooid. U dankzeggende voor de verleende plaatsruimte^ noem ik mg Hoogachtend, Uw Dienw. dienaar S. van MILLIGEN. De bronwaaraan one bericht moe ontleend en die daarbij vermeld werd, is gewoonlijk nog al op de hoogte op kunstgebied. Vandaar dat mij meenden er op te kunnen vertrouwen. Uej doet ons echten genoe gen te vernemen, dat het onjuist is. Da Redactie. Volgens bericht van den Distriotsraad is de kunst matig aangelegde haven van Horta (eiland Fagal, Azoren) thans voor de scheepvaart geopend. Bg de wet van 2 Mei J885 zijn alle schepen' welke deze haven aandoen,'om kolen in te nemen, om zioh van proviand te voorzien, om averij té her stellen, alsmode walvischvaarders vrijgesteld van alle mogelijke rechten, hetzij tounen-quaranlaine of dok- gelden. Spoedig zullen de kaarten dezer haven ter bezich tiging en verkrijgbaar zijn bg de firma A. Hoogen- djjk Jz. te Vlaardingen. Mynheer dp Redacteur In het gratis „Advertentieblad" van de Gaudsche Courant van Maandag 12 dezer, komt een verzoek voor van eenige burgers om Zaterdag 17 November ter eere van het 75-jarig bestaan jgtizer onafhanke lijkheid en de terugkomst van Oranje en Nederland, te vlaggen en ons met oraijje te tooien. Nu is het bekend dat de Goutlsche Gymnastiek- Vereeniging „Excolsior» deze gewichtige gebeurtenis zal herdenken door het gevou van een Volksuiwoe- in de Sooieteit „Ons Genoegen" waarbij de werkende kinderen bovendien zullen worden onthaald. De Vereeniging heeft daarvoor echter niet Zater dag 17 November, doch Donderdag 15 November, den dag waarop de Franschen voor het eerst uit het Vaderland werden verjaagd, vastgesteld. Aangezien nu deze uitvoering al de foestec in houdt, die hier, ter eere van de herdenking der be vrijding van het Fransche juk worden gegeven, en aUe genoodigden tot genoemde uitvoering benevens alle leden der Vereeniging op_ Donderdag 16 No vember voornemens zgn te vlaggen, wensch ik mijne medeburgers in overweging te geven, reedB Donder dag door het uitateken der Nationale driekleur, zoo mogelijk met Oranjewimpel, en het dragen van Oranje, de blijken te geven, dat al worden hier niet zooals in Rotterdam, schitterende feesten gege ven, de burgerij met niet minder vreugde terugziet op de gebeurtenissen van 1818, die ons dierbaar Vaderland weder eene plaats in de onafhankelijke staten van Europa deden innemen." Wil men ook Vrijdag en Zaterdag vlaggnn, waar om niet, maar wil meo het volksfeest door de Ver eeniging „Excelsior» te geven, zooveel mogeljjk luister bijzetten, dan vlagge men algemeen en tooie men zich met Oranje op ssssssssssssasssss .'"i.1; „5== GEBOREN9 Nor. Hoibert Cornells, ouders C. M„ van Vlaardingen en B. Slegt. 10. Maria Gysberta, 0adert G. J. de Jong en G. de Jong. Johannes Michiel Habertos, ouders J. Mulder en A. Jt Schreven. *18. Cornelia, oodert A. Vogt en G. Okker. OVERLEDEN: 10 Oct. J. C. Compeer, 5 m. E. K. de Brain, 12 m. H. van den Berg, wed. C. Bakker, "71 j. 11. J. P. van Galen, wed. P. den Uyl, 68 j. V Heden overleed te Qouda Mevrouw JAOOMINA PETRONELLA van GALEN, Weduwe van den Heer Pikter dun Uijl. Gouda, 11 Nov. 1888. Geboren IZAaK Zoon van: J. G. ARENTZ en E. J. A. ARENTZ—Skazin. Gouda, 12 Nov. 1888. Eenige kennisgeving. Heden overleed te Rotterdam, tgdig voorzien van de H.H. Sacramenten der ster venden, onze geliefde Behuwddochter 'en Be- hnwdzuster Mejuffrouw ELISABETH JANSEN, Weduwe van den Heer Pietir Jasïers, mdeti ouderdom van ruim 61 jaren. Uit aller naam, L. JASPERS. Gouda10 November 1888. Aan allen, die mg op den negenden en eenige volgende dagen dezer maand, hunne belangstelling betbonden, mijnen dank. Ws J. FORTUIJN DROOGLEEVER. Gouda, 13 November 1888. Aan allen die bljjken gaven van hunne belangstelling bjj de geboorte van onze Doch ter, betuigen wjj onzen harteljjken dank. E. OOSTENRIJK. C. OOSTENRUK- Gouda, 13 Nov. 1888. Hoorns v./d. Berg. V De Fam. ENGELBREGT en Van der ROER te Gouda en te Leiden, betuigen baren harteljjken dank voor de vele bewjjzen van deelneming dezer dagen ondervonden. Het Geregtshof te 's Gravenhage beeft bjj arrest, tussthen de Hoog WelGeboren Vrouwe MARIA ELIZABETH van dsn BERCH van HEEMSTEDE, geboren GlEicbman, wonende te 's Gravenhage, oorspronkelijk eischeresse en appellante van een interlocutoir vonnis der ArrondisBements-Regtbank te 'e Gravenhage van den 26 Junjj 1888,' en den Hoog WelGeboren Heer Jh'. M'. EGBERT van den BERCH van HEEMSTEDE, woneode te 's Gravenhage, oor spronkelijk gedaagde en geintimeerde, bjj ver stek den 24 September 1888 gewezen, vernietiging van voormeld, vonnis, bet door partgen den 30 Jung 1869 te 's Gravenhage gesloten bnwelgk ontbonden verklaard door echtscheiding, met alle gevolgen, daaraan door de wet verbonden. De Procureur voor der appellante occuperende, A. M. van STIPRIAAN LUÏ8CIUS. De SCHUTTERSRAAD der dd. Schutterij te Gouda zal, 'onder nadere goedkeuring van Burgemeester en Wethouders dier gemeente, op DINSDAG den 20 NOVEMBER 1888, des avonds ten 7 ure in het openbaar bg inschrij ving aanbesteden, de levering van 208CHUT- TERSJASSEN, 20 PANTALONS, 12 SCHA- KO'S, 80 pareu SCHOUDERPASSANTEN en 60 HALSDASSEN. De voorwaarden van aanbesteding zullen jvan Woensdag 14 November tot Zaterdag 17 Ndvember 1888 van des morgens 10—12 ure ter lezing liggen bg den Concierge in bet gebouw «Arti Legu op de Markt te Gouda; alwaar de inschrjjvingsbiljetten op den dag der aanbesteding vóór des avonds half zeven ure moeten worden ingeleverd. (vroeger COSLJN Co), beveelt zich aan voor de LEVERING van Agentuur voor SIEMENS Lampen en SIEMENS Branders.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1888 | | pagina 2