Baltenlandsch Overzicht.
KENNISGEVING.
Nationale Militie.
INSCHRIJVING VOOR DE
Voor Ingezeten wordt gehouden
abt. 16. De inschrijving geschiedt
abt. 17. Voor de Militie wordt niet
ingeschreven
Generaal aaodig te hebben, kon zjj daarop rekenen,
evenals op de volle sympathie van 't vrijheidlievende
Nederlandsohe volk. (lnide toejuichingen.)
Bepliek werd o. a. geleverd door den heer Do
meis Nieuwenhuis, die de meening bestreed, dat hjj
hier niet mocht spreken van het privaateigendom.
Hjj wierp de beschuldiging verre van zich, dat de
soc.-dem. partij sohuldig sou ijjn aan de genoemde
Amsterdamache feiten.
De heer Lobman meende ook dat de wet niet
toestond brieven voor gevangenen te lezen, zonder
hunne toestemming.
De Minister bestreed dat en handhaafde zijne
meening omtrent Geel, alsmede over de socialisten,
welke rustte op officieele gegevens omtrent de werk
stakingen en hetgeen te Amsterdam gebeurde.
De algemeene beschouwingen zjjn gesloten, en
de behandeling der artikelen begon.
Maandag 31 Deo., met zonsondergang, wordt in
deze provincie de jacht op klein wild gesloten voor
de jacht op patrijzen is de sluiting vastgesteld op
Zaterdag 15 Deo. Het vangen van houtsnippen met
laat-, war- of valtouwen blijft toegelaten tot 31
Maart.
Blijkens het dezer dagen versohenen «Jaarboekje
voor hst Notarisambt", waren op 1 Nov. in Neder
land 815 notarissen (het maximum* is 844) en 1159
Candidas t-notarissen.
In de afgeloopen week heeft te Leeuwarden eene
eigenaardige soort van oplichterij''plaats gehad. Een
persoon van middelbaren leeftijd vervoegde zich op
een morgen aan het kantoor van den heer de H.,
kassier aldaar, wiens vader indertijd Notaris was.
Hij gaf te kennen landbouwer te zijn, Douwe fal
lings Beitsma te heeten, op Unema-State onder
Marssum te wonen, en vroeger wel zaken met den
heer de H. Sr. te hebben gedaan, zoodat hij nu,
wjjl hij voornemens was zijne boerderij san kant te
doen, den hoer de H. Jr., wilde opdragen /boel-
goed" voor hem te houden. Laatstgenoemde ant
woordde hierop, dat^jj daartoe behoorde te gaan
naar den notaris S., opvolger van den heer de H. Sr.
Aan dezen raad gevolg gevende, stapte onze vriend
vervolgens naar het bodoelde notariskantoor, alwaar
dezelfde mededeeling werd gedaan, nog geloofwaar
diger gemaakt door de bijvoeging, dat hjj op het
bovengenoemde kassierskantoor geweest was, en men
hem daar naar den heer S. verwezen had.
De uitkomst was dat het „boelgoed" in de luoht
aangegeven werd, en de persoon in quaestte, op zijn
verzoek, eene som van f 300 als voorsohot ontving,
waarmee hij het kantoor verliet, zonder dat men later
iets meer van hem heeft kunnen ontdekken. De zaak
zelve bleek al spoedig een verzinsel te zjjn.
Het signalement van den persoon moet als volgt
zijn i göed van lengte, vrij stevig gebouwd, grof
beenderig aangezicht, roode kleur, heldere blaauwe
oogen, groote neus, gekleed met donkere jas, bruine
pilow broek, zwart zijden pet, zwarte kousen en
-zwarte klompen.
Uit Den Haag wordt aan da Prov. Gron. Ct. ge
schreven
„De heer Nieuwenhuis, die van zijn collega
socialist Croll, de nauwkeurigste inlichtingen om-
- trent den werkkring der ambtenaren aan de depar
tementen van algemeen bestuur kan ontvangen, heeft
een schildering van die „heeren" gegeven, welke in
vele opzichten zeer gelijkend is. „Een klerk doet
het redactie-werk, een adjunct-commies ziet het na,
en een hoofdcommies pakt het inEen hoofd
commies, die handig in het „inpakken» is inpakken
in den uitgebreidsten zin opgevat) maakt zeker eene
goede carrière. Naarmate de ambtenaar hooger in
rang is, naar die evenredigheid komt hij later en
gaat vroeger heen. Ook dit is op velen toepas
selijk. Doch niet op allen! Men behoeft slechts
aan enkele .afdeelingen bij het ministerie van Fi
nanciën en Binnenlandsche Zaken, Oorlog en Jhstitie
te denken, om zich overtuigd te houden, dat de
chefs dier' afdeelingen zich niet, tegen half .elf
komende, achter een zalmkleurige revue des deux
monies verschuilen, maar wel degelijk om 9'/i ure
reed9 zich onmiddellijk met de oplossing van allerlei
ingewikkelde quaestiën bezighouden.
„Doch er zijn ook vele anderen, en zoo eens een
minister* deed wat Mr. Fock, als commissaris des
konings zoo flink ten uitvoer gelegd heefteen
klein personeel dat hard werkt, goed bezoldigen,
dan zoit men aan verscheiden departementen groote
sbmmen kunnen bezuinigen en bovendien beter
werk ontvangen. Maar waar is de onafhankelijke,
die den -Augiasstal aandurft 1 Elk minister brengt
er gewoonlijk een beschermeling in, soms een onbe-
teekenend product, en zoo zjjn de moeste departe
menten voor een deel verzamelingen van protégés,
erfstukken van -lang afgetreden Excellentiën, die,
even als kinderen in een tweede huwelijk meege
bracht, eer geduld dan met vreugde toegelaten
werden, en wier kwaliteiten voor het nieuwe milieu
weinig gesohikt zjjn.
«De heer Nieuwenhuis heeft in zjjn boetpreek
veel gezegd, dat behartiging verdient, maar ook
veel dat onbekookt is, hoUe groote zinnen, die de
meerderheid meeslepen, maar welke, ontleed, geen
liohaam blijken te hebben. Zjjn ambtenaarsdiatribe
was achter een Sinterklaas-surprise, die veel lachers,
maar ook veel zunrkjjkers deed ontstaan."
Terwijl in ons land de bereiding van oocao tot
chocolade in den laatston tijd zulk eene groote vlucht
heeft verkregen, schijnt men er zich in het buitenland
bijzonder op toe te leggen, allerlei surrogaten voor de
cacao te vinden. Zoo kende men reeds de eikel-cacao,
die hier te lande niet vreemd meer is en thans
vervaardigt een Oostenrjjksch fabrikant hazelnoot-
chocolaad, die hij nog wel annonceert als de beste
kook-, drink- en eet-ohocolade der wereld.
Huisvrouw
Processen zjjn altijd duur; maar het geding van
The Times tegen de Parnellisten kost al buitenge
woon veel geld. Het moet nl. Pst. 180 of 2100
per uur kosten, en, daar de zittingen wel vjjf uren
duren, iederen dag Pst. 900. Hiervan moet The
Times Pst. 500 betalen, de Parnellisten Pst. 200 en
de Staat de overige Pst. 200. De stenografen, die
er werken, kosten Pst. 40 per dag.
De leden van de rechtbank verdienen er een aar
dig sommetje mee. Het Openbaar Ministerie ont
vangt Pst. 100 per dag én de advocaten Pst. 75,
60, 40 en 30.
Tot dusver bedragen de onkosten, welke voor
rekening van The Times komen, reeds 75,000 a
f 80,000.
Wjj hebben op onzen weg eene nieuwe groente
soort ontmoet die nog slechts in kleine hoeveel
heden wordt gekweekt op de kweekerij Nippon
buiten de Zijlpoort te Leiden van den heer J. Mater
(firma Von Siebold.) Het is de stachijs tubifera of
Japansohe andoorn, in het Japansoh Choro Chi. Het
schjjnt nu de tjjd te zijn dat de eenigszins uitvor-
mige bolletje» gerooid worden. De smaak doet het
meest denken aan dien van de fijnste gedeelten van
de asperge. De geringe hoeveelheden waarin deze
groente nog slechts wordt gekweekt en de groote
zorg die bjj het kweeken vereischt wordt zullen nog
Wel redenen zijn dat deze lekkernjj voorloopig haar
weg npg slechts zal vinden tot de fijnste tafels. (L. O.)
Te Meiel bjj Asten (N.-Br.) is een oppassend
jongeling van 20 jaren, Linders genaamd, op gruwe
lijke wijze vermoord. Een ander jongeling had ver
keering met een meisje uit Helden. Dit hinderde
eenige jongelieden uit die gemeente zoozeer, dat zij
hem Zondag avond aan de Heldensche brug
opwachtten, ten einde hem te overvallen en duchtig
de los te lezen. Toen de ongelukkige Linders over
de brug kwam, schijnen zij zich door de duisternis
in den persoon vergist te hebben, en sloegen zij
dezen met knuppels dood, terwijl de persoon dien
zij zochten, en die hun toeleg vermoedde, een
anderen weg had gekozen en zich het kanaal liet
overzetten. De justitie heeft natuurlijk een onder
zoek ingesteld en reeds zijn eenige personen als ver
dacht in hechtenis genomen. (II. O.)
De Vereenigde Staten van Noord-Amerika zullen
weldra het voorbeeld, door Duitschland en Frankrijk
gegeven tot oprichting van een rijkslaboratorium tot
bet onderzoeken en bestrijden van besmettelijke
ziekten, volgen. Zooals Duitsohland thans een Kais.
Gesundheitsamt en Frankrjjk zjjn Instituut Pasteur
hoeft, zal vermoedelijk weldra te Washington een
American Pathóbiogicdl Laboratory worden opgericht.
Tot dat doel is thans f 1,250,000 aan de Volks
vertegenwoordiging gevraagd, als kosten van eerste
oprichting.
Voor de arrondissements-rechtbank te 'a Graven-
hage, stond dezer dagen terecht een man ter zake
dat hjj in den nacht van 12 op 13 October 1888,
terwijl hjj als conducteur de$ Nederl. posterjjen ter
begeleiding der verschillende expedition van deze
openbare instelling van verroer op de nachtpostkar
tusschen Botterdam en Amsterdam werkzaam was
en als zoodanig ten postkantore te Leiden in ont
vangst had genomen een dichtgebonden verzegelden
zak, waarin een bedrag van ongeveer f 83,19 met
vijf op dat bedrag betrekking hebbende postwissels,
alsmede ebn bedrag van ongeveer 147,06, bestemd
voor iemand te Sassenheim, een en ander in\ papier
gewikkeld en verzegeld, alsmede begeleid door een"
adresbrief en door de rechthebbenden aan de posterjj
ter verzending toevertrouwd, ten einde dien verze
gelden zak met inhoud ten postkantore te Sassen
heim af te geven, opzettelijk gedurende den tocht
per postkar tusschen Leiden en Sassenheim uit den
zak heeft weggenomen het vorengenoemde verzegeld»
pakket met papieren en geldswaarden, en zich dit
heeft, toegeëigend en voort» opzettelijk gedurende
den tooht met de postkar het pakket heeft openge
broken en de postwissels heeft verscheurd en onder
weg heeft weggeworpen mitsdien deze stukken
heeft vernietigd en weggemaakt, welk fait, volgens
het oordeel van het O. M., daarstelt het misdrijf
bedoeld bij art. 373 strafwetboek.
De feiten warden zooals ze bóven zjjn medegedeeld,
door den beklaagden erkend en nader door verschil
lende getuigen bevestigd.
Uit het getuigenverhoor echter bleek nader dat
beklaagde de verschillende gelden had in bewariag
gegeven aan eene vrouw te Amsterdam, te wier
woonhuize hjj vroeger commensaal was geweest
Toen nu in die woning naar het geld werd ge
zocht, werd dit gevonden in eene bedstee, terwijl
de vrouw nog even trachtte bet kistje waarin de
geldswaarden gesloten was, aan de aandacht der politie
te onttrekken.
De officier van justitie, mr. Ort, meende dat waar
de feiten vaststonden, ook omtrent de juridische
kwalificatie geen twjjfel kon bestaan. De posterjjen
is eene openbare instelling, die geld ontvangt ten
einde dat te verzenden. Het geld blijft toebehooren
aan den oorspronkeljjken eigenaar, zoolang tot het
wordt uitbetaald aan den geadresseerde. Het zjjn dus
stukken aan die openbare instelling toevertrouwd;
de post is nu dus defendor. Waar die stelling geldt,
als het postwissels betreft, daar geldt het ook waa
neer het betreft quitanties. Men vertrouwt aan de
post quitanties toe ter inning. Van die quitanties
ook wordt de post geen eigenaar evenmin als van
het daarop ontvangen geld. Men zou kunnen zeggen
dat de post handelde ex-mandatè, Hjj requireerde
een gevangenisstraf van drie jaar.
De verdediger mr. Kappeyne van de Copello was
een geheel andere leer toegedaan.
Hjj was het geheel eens met het O. M. wat de
feiten betreft; maar de juridische appreciatie moest
een geheel andere zjjn.
Volkomen zou de redeneering van het O. M.
opgaan, wanneer het geldt een aangeteekenden brief.
Dat stuk wordt aan de post toevertrouwd, ten einde
datzelfde stuk weer af te geven aan den geadresseerde.
Het geld in zulken brief gesloten bleef het eigen
dom van den afzender tot de geadresseerde het in
zjjn bezit had. Doch hier werd het een geheel andere
quaestie. Niet datzelfde geld, niet diezelfde stukken
die men aan de post toevertrouwt op een postwissel,
noch de door de post op een quitantie ontvangen
geldstukken of bankbiljetten moetan door de peet
worden teruggegeven.
Op het oogenblik waarop de post het geld ont
vangt wordt deze eigenaar van de ontvangen geld
stukken onder verplichting de waarde terug te gaven.
Hier is dus door geen derde een brief, briefkaart,
stuk of pakket aan de openbare instelling toever
trouwd, opdat dat toevertrouwde aan den geadres
seerde zou worden afgegeven. De instelling zelve,
zal hier sprake zjjn vau arj. 373, zou het zich zelf
dan hebben toevertrouwd, wat onzin zou zjjn.
De post heeft het gezonden aan de post en door
middel van een, zooals waarschijnlijk blijken zal,
oneerljjke beambte. De post heeft hier dus culpa
eligendo.
Welk misdrijf is hier nu gepleegd Geen ander
dan verduistering, en in hoeverre de rechtbank zou
kunnen meenen dat op een dagvaarding als deze een
veroordeeling wegens verduistering zou kunnen vol
gen, wilde de verdediger niet beslissen.
Na even to hebbon gewezen op het adagium ou
est la femme, en overigens zjjn cliënt in de clementie
der rechtbank te hebben aanbevolen, eindigde de
verdediger zjjn welsprekend pleidooi.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op
a. s. Maandag.
De Tijd bevat een artikel, getiteld „De Bevolu-
tie-Partij aan het werk.» Daarin wordt o. a. het
volgende gezegd.
Zooals niet anders te verwachten was, is nog de
geheels hoofdstad, ja zelfs een groot gedeelte van
het Land ouder den indruk van de jongste aanslagen
der partjj, die vrijheid en geljjkheid in haar vaandel
schrijft, maar bljjkbaar geen gelijk recht duldt en
alleen voor zicb-zelve vrijheid eischit, de vrijheid tot
het plegen van moord en 't oproermaken daaronder-
begrepén.
Het feit, dat laaghartige sohurken het weinigje
vernuft, waarover 'zjj te beschikken hebben, in het
wqjk stellen om helsche machines in elkander te
zetten en daarmede dood en vertlerf te versprgyi»
in geheele gezinnen, is in ons goede Land'iet^zéé
'ongehoords en zóó monsterachtigs, dat men onwille
keurig vraagtWaar gaan wij heen P
In drie achtenswaardige gezinnen warm op den
Sint-Niccfiaas-avond, geljjk schier overal in Neder
land, de gezamenlijke familieleden, mannen en vj;ou-
wen, ouders en kinderen, verzameldware de toeleg
der moordenaars gelukt, een ontploffing, niet ongelijk
aan het uiteenspringen van een granaat, zou in
elk dier kringen wie weet hoeveel personen onver
hoeds gedood of voor altjjd verminkt hebben. En
dit alleen omdat de vaders dier gezinnen .mannen
zijn, die, ieder in zjjn betrekking, hun plicht doen
en wet en orde, dopgevorderd, tegenover booswich
ten en oproermakers handhaven. De sluipmoorde
naar, die rijn persoonlijken of staatkundigen vjjand ver
raderlijk naar het leven staat, verdient onze voraehting;
maar wat te zeggen van mhüdenaars, die het niet
slechte op den persoon van hun vjjand-zelven voor
zien hebben, maar die het oogenblik berekenen,
waarop diens gansche gezin, vrouw, kinderen en
verdere huisgenooton, die hun nooit iets misdreven
hebben, in den huiseljjken kring vereenigd is, om
alleen tegeljjkertjjd te dooden of ongelukkig te
maken P
Hadden wjj hier te doen met een geheel op zich-
zelve staande misdaadkon men op redelijke gron
den aannemen, gelijk het geval is' bij de moorden
in de Engelsche hoofdstad, dat aan één enkel roof
dier in menscheljjke gedaante, dat wellicht aan één
enkelqn waanzinnige de gepleegde gruwelen zjjn toe
te sehrjjven, wij behoefden ons minder bezorgd te
maken. Doch de zaak is, helaas, een geheel andere.
Door een met den ijver en de consequentie, een
betore zaak waardig, doorgezet' stelsel van opruiing
tegen alle gezag, door het aankweeken van haat bij
de lagere standen tegen de hoogere, door aanhou
dend lasteren en oproer preeken hebben sommigen
het inderdaad zéé ver weten te brengen, dat bjj
velen, zeer velen onder de arbeidende klassen alle
begrippen van goed en kwaad, van geoorloofd en
ongeoorloofd zjjn verloren gegaan. In de vergader
zalen der socialisten en anarchisten is een geslacht
aangekweekt, dat in barbaarschheid en wreedaardig
heid voor geen onbeschaafde Boodhuiden of woeste
communards onderdoet. Door bladen, bjj duizenden
exemplaren onder de volksmassa hier en elders ver
spreid, worden de minbedecldea in de maatochappjj
formeel aangespaord tot moord en andere misdrijven.
Nog zeer onlangs bevatte Hecht voor Allen, onder
het opsohrift„Gedenkt uwe martelaren I» een niet
alleen opruiend, maar torens ergerlijk profaan arti
kel, waarin het volk in, Nederland werd opgeroepen
om de gedachtenis te vieren der „helden", die véér'
twee jaren te Chicago, in Noord-Amerika, werden
opgehangen. De „heldendaad" der gehangenen had
hierin bestaan, dat zjj dynamiet-bommen hadden ge
worpen onder een talrijke menigte, ton gevolge
waarvan een aantal politieagenten, maar obk veel om
standers, vrouwen en kinderen, in het geheel meer
dan honderd personen, gedood of zwaar gekwetst
werden. De dood van deze booswichten, welke iich
t°|Mfept 'natste oogenblik op hun misdaad bleven
beroemen onze pen weigert schier de vreeseljjke
profsnatie neder te sehrjjven werd door het soci
alistische blad vergeleken bij den kruisdood van
onzen Goddelijken Heiland, om tot de conclusie te
këmen, dat het de moordenaars van Chicago waren,
die op de edelste en waardigste wijze uit dit leven
gescheiden zjjn.
Is het te verwonderen, dat vooral in dagen,
waarin nood en ellende zwaar drukken op duizenden,
veel onwetende en onbeschaafde menschen, nadat zij
alle godsdienstig geloof en alle begrippen van zede
lijkheid verloren hebben, het spoor geheel bijster
geraken en aan wilde dieren geljjk worden
Da Fransche Kamer heeft do begrooting van
uitgaven aangenomen met een groote meerderheid,
898 tegen 115 stemmen. Nu komt de begroo
ting van inkomsten en daarmee de beide nieuwe
ontwerpen over inkomstenbelasting en sterkendrank-
belasting. 6e verwerping van het eerste ontwerp
is zeker, maar het bljjkt nog niet, of de Begeering
daarvan een kabinetsquaestie wil maken zij kan
den storm vermjjden op i versohillende wijzen zjj
kan bjjv. het ontwerp intrekken of den Minister
van Financiën alleen daarvoor de verantwoordeljjk-
heid laten. Alles hangt af van de omstandigheden.
Op 't oogenblik is de lucht iets kalmer, niét
omdat de opportunisten op weg zijn zich met
Floquet te verzoenen, maar omdat het zoo moeilijk
is te zeggen, wat er gebeuren moet, wanneer
Floquet weg is. V
De Fransche minister van .oorlog kan tevreden
zijn over de Kamer. Zelfs de monarchisten en Bona-
partisten, die tegen de begrooting van financiën pro
testeerden en daartegen stemden, hechtten hun goed
keuring aan het plan van den heer De Freycinet
om nog 770,000,000 francs tot verbetering der
strjjdkrachten te besteden. Yan de 554 leden, die
tegenwoordig waren, stemden slechts 9 tegen. Na
dit besluit werd voor het jaar 1889 138,000,000
frquos voor leger en vloot uitgetrokken.
Evenwel verzuimde de rechterzjjde niet, evenals
bij de behandeling der begrooting voor financiën,
weer haar wantrouwen te doen bljjken in het beheer
van den heer Pajrtral. De hear Lamarzelle deed
uitkomen, dét met meer dan 54,000,000 franoa
voorhanden te, ten einde deae 770,000,000 francs
te dekken, en stelde daarom voor de begrooting
voor onderwijs te verminderen en de. staatsspoor
wegen te verkoopen.
Dit voorstel vond eohter evenmin bjjval als de
andere wijzigingen, welke werden voorgesteld, zoodat
ten slotte de geheele buitengewone begrooting voor
oorlog zonder wjjziging werd goedgekeurd.
In de Kamer zitten nu twee gewezen commune-
mannen, want „generaal" Cluseret te door 18,000
van de 83,000 kiezers van het district Var tot lid
der Kamer gekozen en zal weldra naast zjjn
gewezen strjjdmakker Felix Pyat in de Kamer
verschijnen.
Cluseret is een man van 66 jaren. De titel van
generaal verwierf hij in den Amerikaanschen burger
oorlog, waar bij streed aan de zijde der Noorde-
ljjken, na eerst onder Garibaldi in Italië te hebben
gevochten. lp 1867 werd Cluseret in Engeland tor
dood veroordeeld wegens deelneming aan de samen
zwering der Fenians. Eerst in 1870, na Napoleons
val keerde hij te Parjjs terug, dooh zelfs Bochefort
wilde niet van hem weten.
De heftige revolutionair ging toen naar Lyon,
trachtte daar te vergeefs een bond tusschen de
zuideljjke provinciën op te richten en keerde in
Maart 1871 naar Parijs terug. Door het uitvoerend
comité met de leiding der krijgszaken belast, be-
kleede Cluseret dezen post slechts een paar weken,
want hij werd onmiddellijk afgezet en nhar Mazas
gebracht. Even voor den intocht der Fransche
troepen te Parijs wist Cluseret te ontsnappen. De
krijgsraad to Versailles veroordeelde hem ter dood,
doen na de amnestie keerde hjj naar Frankrijk terug.
Op grond van zjjn verleden heeft de heer
Cluseret dus ruimschoots de eer verdiend om naast
den heer Pyat op de banken der Fransche volks
vertegenwoordigers plaats te, nemen.
De heer Slgasta, de bekende liberale Spaansche
staatsman, is vrij snol gereed gekomen met zijn
nieuw ministerie.
Het ministerie is na deze wijziging aanmerkeljjk
verzwakt teruggekeerd. Vooreerst zijn de nieuwe
leden van het Kabinet, behalve de ministers van
buitenlandsche .zaken en financiën, geen van allen
staatslieden van den eersten rang en daarbij, zijn
de protectioniston, die onder aanvoering van den
heer Gamazo een zeventigtal afgevaardigdon in de
Cortez tellen, niet in het Kabinet vertegenwoordigd.
De nieuwe beweging naamrechts, welke de heer
Sagasta heeft gemaakt, kan dus niet als een afdoende
oplossing, maar uitsluitend als een verschuiving
dor groote crisis worden beschouwd.
De Duitsche Staatssecretaris Herbert Bismarck
heeft in de begrootiugscommissie moedeelingen ver
strekt over de Oost-Afrikaanscho zaken. Die mee-
deélingeh worden voorloopig niet gepubliceerd, maar
er is zooveel van uitgejekt, dat men 't waarschijnlijk
acht, dat de Duitsche fiegeering na het mislukken
der ondernemingen van de Duitsche Oost-Afrikaan-
sche Maatschappü de bezittingen der Maatschappij
opAfrika'8 oostkust wil handhavendaarvoor zou
de Begeering in vier kustplaatsen, waaronder Baga-
moyo en Daresalam, kleine garnizoenen vestigen van
aangeworven en uit kleurlingen bestaande troepen,
waaronder Chineezen, onder aanvoering vau Duitsche
officieren. De Bogeering zou echter niet voornemens
zijn zelf het initiatief daartoe te nemen, mqar wil
zich door de meerderheid in den Rijksdag tot deze
ondorneming laten uitnoodigen. Door de bestrijding
van den slavenhandel in dit program op te nemen,
hoopt men tevens het Centrum voor het plan te
winnen.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAB, SCHADE,
OF HINDEB KUNNEN VEEOOBZAKEN.
BUBGEMEESTEE en WETHOUDEES van Gouda;
Gelet op art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni
1875, Staatsblad No. 96.)
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd een verzoek; met bjjlagen, van
Alexander van Lom, om vergunning tot het uit
breiden zijner bierbrouwerij oen stoomwerktuig te
plaatsen in het perceel gelegen in de Molenwerf
Wijk B No. 26, Kadaster Sectie O Nos. 245 en 246.
Dat op Donderdag den 27 December 1888, des
namiddags ten 1 ure op het Baadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde-vergunning in
te brengen, en datgedurende drie dagen véér dien
dag op de SeoretsHe der Gemeente van de ter zake
ingekomen Sohrifturen kan worden kennis genomen.
Gouda, den 18 December 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOOEN.
De Secretaris,
BBOUWEB.
EERSTE KENNISGEVING
BUBGEMEESTEE en WETHOUDERS der Ge
meente Gouda,
Gezien art. 19 der wet van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad no. 72),
Herinneren alle belanghebbenden aan hunne ver
plichting tot het doen vuil aangifte ter insohrjjving
voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1889
en brengen ter hunner kennis de volgende bepalin
gen der genoemde Wet
ABT. 15. Jaarljjks worden voor de Militie inge
schreven alle mannelijke ingezetenen, die op deu
lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren in
getreden
1®. Hjj wiens vader, of, te deze overleden, wiens
moeder, of, zjjn beide overleden, wiens voogd in
gezeten is, volgens de Wet van den 28sten Juli
1860 (Staatsblad no. 44)
2°. Hjj die geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste aan het in de eerste zinsnede van
dit artikel vermelde tjjdstip voorafgaande achttien
maanden in Nederland verblijf hield
8°. Hjj, van wiens ouders de langstlevende ingeze
ten was, al is zijn voogd geeu ingezeten, mits hjj
binnen het Bijk verbljjf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling
behoorendo tot eene staat, waar de Nederlander
niet aan de verplichte krijgsdienst is onderworpen,
of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het be
ginsel van wederkeerigheid is aangenomen.
1°. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de
vader, of; is deze overleden, de moeder, of zijn
beiden overleden, de voogd wqont
2°. Van een gehuwde en van een weduwnaar, in
de Gemeente waar hjj woont
3". Van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is in de Gemeente
waar hij woont;
4°. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlander die ter zake van 's lands dienst in
een vreemd land woont, in de Gemeente waar zjjn
vader of voogd het laatst in Nederland, gewoond
llfipft
1°. De in een vreemd Bijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is
2°. De in een vreemd Bijk verbljjf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling *«1 is zjjn voogd
ingezeten
3°. De zoon van den Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
ART. 18. Elk die volgens, art. 15 behoort te wor
den ingeschreven, is verplicht zich daartoB bij
Burgemeester en Wethouders aan te geven tus
schen den lsten en den 31 Januari.
Bjj ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zijn
vader of is deze overleden, zijno moeder, of, zjjn
beiden overleden zijn voogd tot het doen van die
aangifte verplicht.
De wjjze, waarop van het doen van de aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
ABT. 20. Hij, die eerst na het intreden van zjjn
19e jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20ste,
ingezeten wordt, is verplioht zich, zoodra dit
plaats heeft, ter insohrjjving aan te geren bjj Bur
gemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbjj gelden de bepalingen der 2e en 3e zinsnede
van art. 18.
Zjjne inschrjjving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hjj volgens zjjnen leeftijd behoort
Burgemeester en Wethouders voornoemd, roepen dien
tengevolge op de ingezetenen, die hun 18de
jaar hebben bereikt, (dat zijn zü die in
het jaar 1870 Zijn geboren,) en overeen
komstig het vorenstaande in deze Gemeente tot
aangifte verplicht zjjn, 'om zich ojx-dn volgende
dagen ter Secretarie aan te malden van) des voor
middags 10 tot des namiddags 1 ure en zich in de
daarbij vermelde orde te doen inschrijven, te weten:
zij, wier geslachtsnaaln begint met de letter A. B.
C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. en M.,
tusschen den 2 en 15 Januari 1889 en
zjj, wier geslachtsnaam begint met de letter N. O.
P. Q. B. S. T. U. V. W. X. IJ. en Z.,
tusschen den 15 en 31 Januari 1889.
Voorts strekt tot informatie van 'de
belanghebbenden:,
dat het register van inschrjjving op den Sisten
Januati, des namiddags ten 4 ure, voorloopig wordt
gesloten en dat zij, die ajsdan verzuimd hebben, de
voorgeschreven aangifte te doen, ingevolge art. 185