1888.
N? 3796.
.CAO
beste.
AP
teer!!!
BINNENLAND.
sping
Zondag 16 December.
rPEit
ZEIST.
in
JMeuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
CHTING,
JWE.
ter.
:sch.
r Co.
abriek.
De begroeting in de Kamer,
i.
I
alm’s
ral voor
dings mid-
Koffie,
i,
RING ran
Is, Gas-
enz.
Bjj deze Courant behoort een Bijvoegsel. I optreden van
--- wjjk XVI
■j
Dageljjksch
GOUDSCHE COURANT.
tapen en
i.
MfDOH is
staande par-
ihaar binnen
verdwjjnen.
irjjk en zacht
85 cent per
son. Alleen
3. HUINCK
Turgot als minister ran
De algemeene beraadslagingen over de staats-
begrooting voor het volgende jaar heeft aan
de liberale partij gelegenheid geschonken om
rekenschap te geven van de houding, die zij
denkt aan te nemen tegenover de tegenwoor
dige regeering. Zij heeft dit gedaan op eene
■wjjze, die pleit voor bet gezond verstand der
leiders. Van oppositie quand même zal geen
sprake zijnde linkerzijde berust voorloopig
in de onbetwistbare nederlaag der hunnen bij
de stembus en zal met de regeering mede
werken om zooveel mogeljjk tot stand te
brengen, wat de belangen des lands vereischen.
De afgevaardigde voor Amsterdam, de heer de
Beaufort trad eenigermate op als woordvoer
der der partijalthans zjjne rede was de
degeljjkste, die over de algemeene politiek ge
houden werd. Terecht betoogde hg, dat de
rol der liberale partjj is die van beschouwer,
maar van belangstellend toeschouwer. Geen
speculatie op overwinningen, te behalen met
hulp van eventueele ontevreden leden der regee-
ringspartjj, maar handhaving harer beginse
len, waardoor zij tijdelijk nederlagen zal lijden
in het parlement, maar op den duur verwach
ten mag dat zjj in het land weder de over
winning zal behalen. Een dubbele taak wacht
haar aldus. Aan de eene zijde te streven
naar behoud van hetgeen sedert 1848 door
haar of met hare medewerking is tot stand
gebracht; aan den anderen kant te trachten
vooruit te komen, door hate medewerking te
verleenen aan al wat voorgesteld zal worden
in het belang van handel en nijverheid, van
hervorming der financiën en het onderwjjs,
voor zoo ver zjj dit doen kan volgens haar
beginselen. Mocht door Regeering inbreuk
worden gemaakt op de thans bestaande vrjj-
heid van handel, ran godsdienst of schade
toegebracht aan een welingelicht onderwjjs,
dan zal de liberale partij daartegen protest
aanteekenen en pal staan voor haar beginse
len. Aan dit programma van actie voor zjjne
partij, waarbjj zich zeker alle bezadigde geest
verwanten kunnen nederleggen, voegde de
heer de Beaufort nog töe eene kenschetsing
van het ministerie, die insgeljjks volkomen
juist was. Hij deed uitkomen, dat wjj weder
na vele jaren hebben een parlementair minis
terie, in dien zin dat het tegenwoordig kabinet
is voortgekomen uit en gestdbnd wordt door
eene meerderheid in de Kaïfier. Maar dit
verbljjdende feit verklaart ook tevens het
karakter der tegenwoordige Regeering. De
meerderheid in de Kamer is het resultaat
van een verkiezingsstrijd, waarvan de leus
niet anders was dan: geen liberaal. Het
hoofddoel was bljjkhaar om te verhinderen,
dat er in de Kamer eene liberale meerderheid
kwam en bij het stellen van candidaten heeft
men zich in bet algemeen slechts de vraag
gesteld of men ieinind steunde, van wien men
zeker was dat hjj ffiet tot de liberale partjj
zou behooren. Vandaar het negatief karakter
van het kabinethet zal wel verplicht zjjn te
handelen zooals het b jj de verkiezing tot -taak
kreeg het tegenovergestelde te doen van wat de
liberalen gedaan hebben. Dit doet denken
I0F
o
GOUDA,*15 December 1888.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD.
Dinsdag den 18 December 1888, des namiddags
ten 1 ure.
Aan de orde
Het voorstel betreffende eene wijziging der Ge-
meente-begrooting, dienst 1888.
De Ontwerp-Verordening regelende het politietoe
zicht op de huizen van ontucht en de publieke
vrouwen.
Woensdag werden door de Mcectie der Nederl.
Rhijnspoorweg-maatschappy -vwpacht de restauratiën
der stations Utrecht, Arnhem, Rotterdam en Gouda,
voor het tijdvak van 1 Mei 1889 tot 30 April 1892.
De hoogste inschrijvers waren*: voor Utrecht P.
Vernimmen te Arnhem, voor ƒ.20,160; voor Arn
hem J. W. L. Burgers te ’s-Gravenhage, voor
13,520 voor Rotterdam J. M. van Kuyken te
Amsterdanj, voor 6500, en voor pdhda A. Bosman
i 1888, des
Inis Wgk L
van
voorts een
K en WIN-
HANDKAR
t HOK enz.
g te zien.
taris G. C.
Gouda.
Lode-1 gematigd staatsman, maar ook een handig
i debater te zjjn, deze hulp van de hand. «Het
kan mjjns inziens nooit eene verontschuldiging
zjjn voor eene Regeering, te wjjzen op eene
fout door eene vorige Regeering begaan; integen
deel, dit had haar moeten leeren om dié fout te
ontgaan; maar ik meen dat er geen fout begaan
is.» Dit is de ware manier om zich te verdedigen
en erkend moet worden, dat de minister erin
slaagde aan te toonen, dat de Aandrang naar
eene onderwjjswet niet van oy^rjjving waa
vrij te pleiten en minstens vreemd was in den
mond der liberalen, die met de tegenwoordige
regeling tevreden zjjn. Die wet zal komen,
zeide hg, zjj is in bewerking. En bij deze
verzekering voegde hjj eene mededeeling, die
in eenigszins pikanten vorm een niet geheel
ongegrond verwjjt bevatten aan de liberale
partjj. «Wanneer die wet komen zal, vertrouw
ik dat daaruit zal bljjken dat er ook gelet is
op de rechten der minderheid. Waar men
met eenigen grond aan de liberale partjj mag
verwjjten, dat zij bij menige wet, maar speci
aal bij de onderwjjswet, niet in het oog heeft
gehouden, dat er ook eene minderheid in den
lande was, eene zeer krachtige minderheid, die
het grootste belang bjj dat onderwjjs had,
hoop ik dat verwjjt te ontgaan. Ik ben te
lang lid der minderheid geweest om niet te
weten wat eene m|0ferheid toekomt. Wan
neer de nieuwe wet wordt ingediend, zal het
blijken, dat ik niet nit het oog heb verloren,
dat hier te lande eene minderheid bestaat, die
ook hare rechten heeft.»
Ons bestek laat natuurljjk niet toe het get
heele debat op den voet te volgen. Wjj heb
ben er enkele grepen nit gedaan om den geest
te doen uitkomen, die thans op het Binnen
hof de verschillende partijen bezielt. Duideljjk
is gebleken te rechter- en te linkerzjjde
is het erkend dat het tegenwoordig minis
terie niet is een clericaal bewind. Het moge
zjjn ontstaan te danken hebben aan kerkelijke
hartstochten,, van deze is tot dus ver geen
spoor te ontdekken in de regeeringsdaden.
Conservatief wil het ook niet heeten, ondanks
zijne anti-liberale neigingen. Het veiligst gaat
men, als men het aanziet voor een coalitie
kabinet, dat de steun heeft der kerkeljjke par
tijen, omdat deze het beschouwen als den weg
bereider r) voor een zuivere Regeering van hare
kleur.
Je ne eau pae ce qu'il va faire
Maie bien qu'il fera le contraire
De ce qu'on fit juequ'b préeent.
Van dit negatief karakter der Regeering
draagt hetgeen zjj gedaan en vooral hetgeen
zij nagelaten heeft da duidelijke sporen.
Vooreerst het uitbig ren der beloofde herzie
ning van de wet op het lager onderwjjs; bij
de verkiezingen ia de druk der schoolwet
geving zoobreed nitgemeten, dat men geen
dag langer dan noodig was moest wachten
met het wegnemen van dien last. 'Dan de
aanwezigheid in het kabinet van den conser
vatieven minister van bnitenl. zaken, die in
derdaad er de jniste kleur van aangeeft.
Verder die zekere twijfelmoedigheid en onbe
slistheid, die men kan opmerken bjj al wat
van het ministerie uitgaat en vooral zich uit
in het uitstellen der hervormingen door het
benoemen van allerlei commissiën.
Het spreekt van zelf, dat de heer de Beau
fort niet de eenige spreker van liberale zjjde
geweest is, doch het kwam ons voor dat aan
diens rede de voorrang moest worden toege
kend, omdat hjj den algemeenen politieken
toestand voornamelijk behandelde. Andere
leden brachten meer bjjzondere punten in het
debat. Zoo wees de heer Lieftinck op de
jveinige homogeniteit dar «sinistersde heeren
Roëll en Gleicbman spraken over' de finan-
cieele plannen der regeering, de eerste meer
bijzonder over de moeilijkheden, waarin de
gemeenten verkeeren wat hun belastingen be
treft, de tweede gaf zjjne teleurstelling te ken
nen over de plannen vau den minister van
financiëtr, die hervorming van het belasting
stelsel niet schjjnt aan te durven.
óp deze opmerkingen aanvallen kan men
ze niet noemen, want daartoe was de toon te
welwillend en de bedoeling te weinig vjjandig
bleef de overzijde het antwoord niet schul
dig. Behalve de minister van binnenl. zaken
zelve, kwamen ook zjjne beide paranimfen, de
heeren Schaepman en Lohman in het vuur.
Te hunner eer moet gezegd worden, dat zjj
onmiddelljjk voegden in hun nieuwe rol van
verdedigers van <het kabinet, waarvan zjj de
peetvaders zjjn. De rede van den heer
Schaepman, die het eerst het woord voerde,
was niet bjjzonder gelukkig. Schering en
inslag van zjjne verdediging was een ver-
goeljjking van de beweerde tekortkomingen
van het kabinet, door te wjjzen op dergeljjke
feiten en antecedenten der liberale ministeriën.
Homogeniteit! Was dan het ministerie,Kap-
peyne-Gleicbman homogeen op het stuk der
grondwetsherziening? Het negatief karakter,
der politiek van de rechterzjjde Is vroeger i
bjj de liberalen zooveel positiviteit gebleken?
Het uitbljjven der onderwjjswet! Heeft Kap-
peyne ook niet een half jaar werk gehad in
’78 En daarbjj pleitte hjj allerlei verzach
tende omstandighedenhet wetten maken is
een ernstig en moeiljjk wprk, vooral voor
nieuwe mannen, die zich^erst in de zaken
moeten inwerken, terwjjl de regeeringspartij
uit twee verschillende bestanddeelen bestaat.
Een betoog, dat de opmerkingen der woord
voerders der linkerzjjde allen grond misten,
bleef achterwege. Terecht wees later ,de heer
Mackay zelve, die in de Kamer hoe langer
hoe meer
aan Voltaije’s versje bij gelegenheid van het