BINNENLAND. Buitenlandsch Overzicht. TOOFEEL. de advertentie dan is, des te verrassender is het slot. Wat *egt gy by voorbeeld van de volgende reclame DB LAATSTE WOORDEN VAK OROOTE MAKKEK. tBevelhebber van hel leger!» mompelde Napo leon de Groote op het oogenblik toen zyn reusachtige geest zich van de boeien van het lichaam bevrydde. tMeer licht!» zuehtte Goethe. tMijn Godontferm u over dit arme volk!» was de laatste bede van den grooten Zwjjger. t Omkranst mij met bloemen!» beval Mirabeau toen hy den geest gaf. tBegraaJ mij», zei Wirn Fjjnman op zyn sterfbed, tin een doodshemd van het magazijn DB vriend der STERVENDEN want zel/t in mijn kist toil ik er nog ale een heer uitzien.» GOUDA, 4 Januari 1889. De heereh A. J. Kriegor alhier en P. J. Hof man te Gouderak hebben hunne concessieaanvraag voor den lokaalspoorweg GoudaSchoonhoven inge trokken ten behoeve van het Comité voor dien weg. Onze stadgonooten herinneren zich ongetwijfeld nog met hoeveel succes de IJsclub tot ondersteuning van minvermogenden verleden jaar ern genotvollen feestdag bereidde aan kindoren der behoeftige klasse en tevens dat zij zich niet daartoe bepaalde, maar bovendien aan een groot aantal gezinnen een zeer ruime bedeeling deed van verschillende levensbe hoeften. Zij ging daarbij zeer oordeelkundig te werk eü slechts die gezinnen werden bedeeld, die het hoog noodig hadden. Zij werd tot een en ander in staat gesteld door ruime bijdragen van de Goudsche ingezetenen. De wjjze waarop de heeren, welke genoemde Club vormen, zich toon van de vrijwillig op zich genomen taak kweten, was uit muntend en ieder, dia het feest in „Ons Genoegen" met een bezoek vereerde, was vol lof over de tact volle wijze, waarop alles geregeld was. Bij menig een kwatn dan ook dezer dagen de wensch op, dat ook dit jaar zoo'n feest en uitdeeling zon plaats hebben. Het ia tooh een foit dat er in onze goede stad bij niet weinige gezinnen groote armoede heerschtj er ia gebrek aan werk en als onmiddoljjk gevolg: gebrek aan de noodigsto zaken I Daarom doet het ons veel genoegen te vernemen dat genoemde IJsclub opnieuw de handen aan het werk wil slaan on evenals het vorige jaar han delend optreden. Zij heeft daartoe den steun van de ingezetenen ndodig die haar echter, wij zjjn er zeker van, niet zal worden onthouden. Wij hopen, dat ook thans weder blijken zal dat de Goudsche ingezetenen gaarne bijdragen voor een nuttige zaak. In de op 2 Januari jl. te Oidewater gehouden raadsvergadering ontspon zich na het lezen der notulen eeno discussie tusschen den voorzitter en het raadslid D. Boer Jz., waarbij de laatste beweerde, dat hij in de vorige vergadering niet gezogd had, dat een plantsoen der gomeente veel geld kostte, maar wel dat bet geld kostto. De voorzitter pleitto voor de juistheid der notulen, waarop de heer D. Boer Jz. uitviel„Ik verwed er een vet varken onder voor de armen, dat ik gelijk heb, zet jij er maar een tegen:' waarop de voorzitter antwoordde: „Mag ik u er opmerkzaam op maken, dat vettevar- kenszaken hier niet behandeld worden 1" (N. B. Cl.) De perronkaartjes, die toegang geven tot het Hollandsche spoorstation in Den Haag, zjjn thans ook in abonnement verkrijgbaar. De abonnementen worden aangegaan voor een ge heel jaar, van 1 Januari tot 31 Deoember, of voor een half jaar van 1 Juli tot 81 December. De abonnementsprijs is 10 per jaar of 5- van 1 Juli af. Zouden die ook hier niet kunnen worden inge voerd, b. v. voor l. Men weet dat een kaartje daar 2ct. kost; hier gratis verkrijgbaar is. In do zitting van de rechtbank te Utrecht, civiele kamer, van eergisteren is door het Op. Min., bij monde van den officier van justitie, mr. 8. J. van Geuns, conclusie genomen in zake de vordering van den minister van binnenlandsche zaken tegen mevr. A. Hoog, huisvrouw A. M. B., betreffende de ver zameling brieven, schrifturen en diverse stukken, familie-papieren van do Gebroeders De Witt, waarvan de staat eigenaar is geworden voor */i» door het legaat van den heer J. Hoog van zijn aandeel in den eigen dom aan de koninklijke bibliotheek te 's-Gravenhage. De meening van het orgaan van het O. M. komt hierop neer, dat in casu de gedaagde aan den eischer toegang zal moeten verleenen tot de boekdoelen, ten einde die te kunnen inzien en desverkiezende er afschriften en uittreksels van te nemen. Meer zal de eischer niet kunnen vorderen, bepaaldelijk niet de verplaatsing van de boeken en stellig niet hunne Ver plaatsing naar de koninkl. bibliotheek. De eigenaar die aan den staat zjjn aandeel vermaakte, had ook geen andet recht dan dat van konnisnemen en inzien der boekenhij had niet het recht, de boeken te verplaatsen en aan het publiek ter inzage te verschaf fen. Wenscht de eischer meer, dan zal hy oen eisch tot scheiding en deoling moeten instellen, die kan leiden tot wijziging van de boeken aan den een en van eene som geld, vertegenwoordigende de getaxeerde waarde van zyr. aandeel, aan don ander. De con clusie luidt derhalve, dat -de eisch, zooals die is ge daan, zal worden ontzegd. Uitspraak over 4 weken. De rechtbank te Amsterdam deed gistoren uitspraak in de zaak van den bode eener begrafenismaatschappij, die in de vorige week terechtstond ter zake van valsch- heul in geschriften en oplichting, acht malen gepleegd. De bode genoot nl. zekere provisie van eiken klant, dien hij der maatscbappy' aanbracht. In een moeielijk oogenblik zijne vrouw en kinderen waren ziek en geld was er niet in huis zwichtte hij voor de verleidinghij gaf een paar namen op van men- schen die als nieuwe leden zouden zyn toegetreden, en ontving daarvoor het aanbrenggeldmet die ver dichte namen vulde hij zekere staten in, waaruit de directeur de polissen samenstelde.. Toen het echter op betaling van de premie aankwam, bleek het dat de nieuw geworven leden ten getale van acht niet bestonden. Voor de politie geroepen, bekende de bode onder een stortvloed van tranen zijne schuld, maar op de terechtzitting ontkende hy do feiten gepleegd te hebben. Het O. M., waarge nomen door den subst.-offi. van justitie mr. Schim- melpenninck, Achtto bekl.'s schuld wel bewezen en requireerde 9 maanden gevangenisstraf. De ver- Doch ook de vorm der advertentie vereischt zorg. Het stellen er van is eene kunst, die den meester loont. Die het vindingrijkst is in het bedenken van aankondigingen, welke de algemeene aandacht trekken, heeft de groot ste kans van slagen. Er zyn er in allerlei genre en toon, met en zonder illustration. Wanneer men daarover een aardig boek wil lezen, moet men nemen «De Courants (samen stelling en beheer) van R. van der Menlen, waaruit men tevens kan leeren, hoe men niet adverteeren moet. Leerzaam is de volgende anecdote, door hem medegedeeld In gezelschap ontkende iemand de waarde of de uitwerking van dagblad-advertenties. «Verleden Week, zei hij, werd my by het uitgaan van de Westerkerk mijne parapluie ontstolen. Welnu, ik besteedde meer dan het dubbele van wat zij waard was aan adver tenties en toch heb ik haar niet terugge kregen.» «Hoe was die advertentie gesteld?» vroeg een koopman. De twyfelaar reikte zijne ad vertentie over, die als volgt luidde: „„Verloren, in de vestibnle van de Wes terkerk, gepasseerden Zondagavond, eene zwart zyden parapluie, paarsch gevoerd. De heer, die haar bij vergissing1 heeft medegenomen, wordt beleefd verzocht haar in de Hoogstraat No. 6 terug te brengen, kunnende de bezorger op eene goede belooning rekenen."" «Welnu, sprak de koopman ik' adverteer veel en heb mij er altjjd goed bij bevonden. Maar het hangt af van de wijze waarop men eene advertentie inricht.j Laat het ons met uwe parapluie nog eens1 probeeren, doch op eene andere manier, en als gjj dan niet erkent, dat adverteeren wèl loonqnd is, krijgt gjj van mij eene nieuwe parapluie». Thans werd de advertentie aldus gesteld „„Als de man, die gezien werd toen hjj verleden Zondagavond de parapluie uit de ves tibule der Westerkerk meenam, geene onaan gename gevolgen daarvan wenscht te ondervin den, die een Bmet zouden werpen op zjjn Christelijken wandel, waarvoor hjj zoo gaarne bekend staat, dan zal hjj haar terstond doen terugbrengen in de Hoogstraat 6. Hy is stel ler dezes bekend."" «Den volgenden dag werd aan de woning van den verliezer zeker een- dozjjn parapluies in allerlei soorten bezorgd, sommigen met het schrifteljjk verzoek om van het geval nu maar geen verder gewag te maken.» Als het niet waar is, is het goed gevonden en in ieder geval bewijst dit verhaaltje, dat het succes eener advertentie zeer vaak alléén van het stellen afhangt. Enkele vindingrijke industrieelen bedenken soms allerlei fabelen en verhalen welke vaak zeer goed gevonden zjjn. Hoe samengestelder af en ziedaar het voorwerp van mijn verlangen. De sociëteit zag er uiterlijk goed uiteen ilinke gevel, oen viertal ramen, met groote spiegelruiten, yen roiale ingang, wa&boven oen helder brandende gaslantaarn, kortom het deed wel iets verwachten van het iuwendige. Daar men op de meeste socië teiten beleefd' genoeg is jegens fatsoenlijk gekleede vreemdelingen om hen op hun verlangen te intro- duceeren, was het mijn voornemen een der heeren, die er zou zijn, mijn kaartje te zenden met den be diende om hem die beleefdheid te vragen, maar nauwlijks was ik binnen getreden of ik zag dat dit zoowel onnoodig als onmogelijk was. Er was niemand Alleen zat op een dor gemakkelijke easy- chairs, die dit allergezelligste soeieteitje versierden, een bediende op zjjn gemak een dutje te doen. Hoe nu, dacht ik, ben ik dan gedoemd overal teleur gesteld te worden Waar ik hedenavond kom, overal grijnst de eenzaamheid mij tegen. Intussehen zag het er hier vrij wat aardiger uit dan in de Kroon en ik besloot dus mij van mijn jas te ontdoen en te gaan zitten. Op dat oogenblik werd de slapende wakker, sprong verschrikt op en stamelde tot exenus „Pardon meneer 1" waarop 'hij mij van jas en hoed ontlastte. „Is het hier altijd zoo druk P» „Meestal komen er op dit uur nogal heeren, maar U begrijpt't is oudejaarsavond en dien brengt ieder liefst thuis door." O ja, dat begreep ik uitstekend iederliefst thuis 1 en ik ver van de mijnen en met een zucht zette ik mij aan de leestafel, bestelde een toddy en sloeg een illustratie open, waarin h6t eerste wat ik zag waseen allergezelligste voorstelling van een huisgezin op Kerstavond, waarop men een, vader en moeder omringd zag door hun lieftallig kroost bij den kerstboomAlles scheen opzettelijk mede te werken om mij te doen voelen wat ik miste en min of meer ontstemd sloeg ik het boek dioht. Ik keek op en zag den bediende die mjj zeker har telijk verwenschte, daar ik hem in zijn rust had ge stoord bij het buffet staan en zich bezig houden met de Almanakjes te tellen, die den volgenden dag aan de sooieteitsleden zonden wordèn aangeboden. In gedachte berekende hjj zeker hoeveel gulden hem die in den zak zouden brengen. „Zijn er hier veel leden P» vroeg ik. „Een goede honderd, mijnheer, maar daaronder zijn er veel, dio je nodit ziet. Geregelde bezoekers zijn er een stuk of twintig. Zaterdagavond en Zon dagmiddag echter komen or veel meer.» „En heb je hier een goede betrekkingP» „Ik heb niet te klagen Goddank I ik ben hier morgen al vijf jaar en ,jk hoop hier te bljjven. Al die verandering is ook maar gekheid.» De man seheen nogal lust te - hebben in een praatje, oordeelde zeker "dat ik daarvan in mjjn een zaamheid niet afkeerig zou zijn en onthaalde mij daarom op zijn geschiedenis en familie-relaties een vronw met vier kinderen en een op de komst, vroeger in Aionat geweest, toen agent van politie voorts kellnor in een Amsterdamsch hofcol en nu hier in de sociëteit. Ik luisterde in myne positie zeer geduldig naar het omstandig verhaal, doch daar mjjne lezers, naar ik hoop, in een aangena mer toestand vorkeeren en dus minder geduldig zouden luisteren, spaar ik hun die bijzonderheden. Toen mjjn glas leeg was, had ik genoeg van de sociëteit, bedankte in gedachte do leden voor de mij verleende hospitaliteit en vertrok natunrlyk naar de Kroon! De gelagkamer Was er niet vrooljjker op geworden. Snoek en Wattier stonden nog in dezelfde houding, als zjj reeds zoo menigen Oudejaarsdag hadden ge daan. De schutters zagen met hetzelfde blijmoedige gezicht dat zij jaar in jaar uit vertoonden, ook dit nieuwe jaar te gemoet. Mijn reisgezel was uitgegaan. Ik gebruikte een eenvoudig avondmaal, las bet Handelsblad dat juist was aangekomen en roeds zyn eerste artikel aan de geschiedenis van het afgeloopen jaar wijdde, stak een sigaar op, drentelde het ver trek op en neêr tot het mjj begon te vervelen en ik mjj verbeeldde slaap te krijgen. Ik vroeg aan Jan mjj licht te geven, mij morgenoch tend tjjdig te wekken en mjj mijn kamer te wjjzen; steeg de krakende trappen op en kwam door een langen en smallen overloop met de bekende geelbruine kleur, voorgelicht door een walmende en wapperende kaars, die onze schaduwon tegen de beschotten vanden corridor deed dansen, op mijn slaapkamer. (Slot volgt.) dediger, mr. J. P. A. N. Caroli, oordeelde dat de bode niet kon veroordeeld worden wegen» valachheid in geschriften, daar bjj de dagvaarding niet gesteld was dat de staten bestemd waren om tot bewijs van eenig feit te dienen, en derhalve een niet strafbaar feit was ten laste gelegdevenmin was er hier z. i. oplichting, daar het indienen van de valsche staten geen listige kudstgrepen, maar slechts leugens waren. PI. concludeerde dus tot algeheele vrijspraak. Bjj haar vonnis van gisteren vereenigde de rechtbank zich met deze beschouwing en sprak zjj den beklaagde geheel vrij. Hot is nader gebleken, dat de brand in den Alcazar te 's-Hage vermoedelijk is ontstaan door het springen van eene petroleumlamp of het vlam vatten der gordijnen door het in aaniakiag komen met de gas verlichting. Door de brandweer werd met 12 stralen een groote massa water aangeroerd, waardoor de brand tot het perceel beperkt bleef. De belendende huizen leden riechts waterschade. Ook werden krachtige waterstralen gezonden uit do ramen van hot aangrenzende gebouw van het kantongerecht, met de slangen, die op de gangen aan de brandkranen der waterleiding bevestigd zjjn. Het aantal geabonneerden der Nederlandsche Bell- Telephoon-maatschappij te Amsterdam ia in bet jaar 1888 met 94 toegenomen en bedroeg op het einde van dat jaar 1431, waarvan 1399 aan de centrale bureau's zijn aangeslotendaaronder 49 posten voor gemeentelijken dienst. Het aantal verbindingen bedroeg gemiddeld ruim 5000 per dag terwjjl het aantal bohandelde tele grammen in het jaar 1338 het cijfer 38,884 bereikte tegen 32,708 in bel janr 1887. Men meldt uit Ammerstol Van Zondag op Maandag is op de zalmzegen- visscherij Renstcoude niets gevangen. Dit ia nu de (lerde Veek, dat men aldaar te vergeefs vischt. In/ Dnitschland waar het kegelspel ia hooge eer wordt gehondeu en, evenals te Amsterdam, vooral ook in bouwkundige kringen druk beoefend wordt, heeft men zich in den laatsten tijd bezig gehou den met de vraag, welke stof als de meest gesehikte moet beschouwd worden ter bekleeding van de baan. Onder meer werd ook eene linoleum-bekleeding aan bevolen, en wel voornamelijk omdat hiermede hot geruiach nagenoeg geheel gedempt werd. Een inzender in de Deutsche Bauzeitung echter, die blykbaar met kennis van zaken oordeelt, keurt deze nieuwigheid af omdat, volgens hemde ballen op deze bedekking traag loopeu en het, trots de grootste krachtsinspanning, onmogelijk is eene frizche fröh- liche kugel te maken, zooals men dit op zteenen, houten of aspbaltbanen gewoon is. De kegelbaan van de Askanische Hof, zoo' verhaalt hjj verder, werd onlangs met een linoleum-bekleeding voorzien, doch de leden der kogelclub, voor he: grootste deel uit professoren der technische hooge- school bestaande, en dus wel doorkneed in vraag stukken van elasticiteit en materialenkennis, meenden te bemerken, dat de nieuwe bedekking de kraobt en de zekerheid van de worpen benadeelde, welke meening versterkt werd door het feit, dat bjj iederen worp, op de plaats waar do bal de baan raakte, eene kleine kuil zichtbaar bleef. Een andere club, die dezelfde baan bespeelde, deed dezelfde onder vinding op. Het is echter o. i. de vraag, of niet voornameljjk het mindere spektakel de oorzaak Was, dat de wor-' pen den heeren professoren minder frisck en frfklick toeschenen. De schrjjver vermeldt ten slotte dat het linoleum weder voor hout heeft plaats gemaakt en sedert gekt die Sacke tcundersckön. (Opmerker.) De Haagtche correspondent van de Delftscke Ofmerker wjjst in korte trekken de vooratanders 'An het algemeen stemrecht op 4» werking daar van in het buitenland. Hjj vraagt Weten de heeren Domela Nieuwenhuis en Bruinsma niet, dat in Frankrjjk en in het Duitsche Bjjk, waar het algemeen stemrecht heersoht, de belastin gen voor de minst bemiddelde klassen der bevolking veel hooger en de broodprjjzen veel duurder zjjn dan hier Weten zjj niet dat in beide landen de verbruiks belastingen in verhouding zeer aanmerkelijk meer bjjdragen tot de inkomsten der schatkist dan hier P Weten zjj niet wat het recht betreft dat vervolgingen zooals de socialist Singer en anderen te Berljjn ondervonden, en schandalen zooala te Parijs met Wilson en zijne bende voorvielen, hier onge kende dingen zjjnP Eindeljjk „geluk voor allen» is van het algemeen stemrecht te wachten. Jammer dat de practjjk, ook op dit punt zoo traag ia, zieh naar de uitspraken van die heeren te voegen. Het mag betwijfeld worden of onder onze Duit- ache naburen velen worden aangetroffen die zich in de achttien jaren gedurende welke zij het algemeen stemrecht bezitten veel, zelfs iets nader gebracht voelen tot dien algemeenen heilstaat, die geluk voor allen heet. Integendeel. Vrij algemeen zullen zij zeggen dat zij er even ver van verwjjderd zijn als ooit te vorenen ongelijk hebben zij daarin niet. Welk een onsehatbaren zegen Frankrijk van het algemeen stemrecht ondervindt, is zonneklaar. Het politieke leven ia er zoo opgewekt en zoo gezond, dat bjj eene van de laatste verkiezingen 88,123 van de 83,962 kiezen thuis bleven en dat de commune-held Cluseret naar de Kamer gezonden wordt met 14,776 stemmen. De orde in de financiën ia er zoo voorbeeldig, dat tekorten op tekorten en leeningen op leeningen ge stapeld wordon en dat belastingbiljetten in sleedt ruimer schakeering en tot steeds hooger bedrag den goeden lieden in 't verschiet toelachen. Er zijn weinig oorspronkelijke stukken hier te lande opgevoerd, die zooveel pennen in beweging hebben gebracht als dat, hetwelk wij gisteren-avond zagen JonoiT Harten van Marcellus Emants. Niet alleen dat men er over gestreden heeft of het een aanwinst dan wel een onverschillige zaak was voor ona looueel, dat het voor het voetlicht kwam, dat is meer gezien 1 maar men beeft zelfs met animo de vraag behandekl of de première al dan niet succes luid. De een zeide 't had een onbetwist en harteljjk succeseen ander meende dat dit. bestond in de verbeelding van enkele vrienden des schrijvers; een derde zei weêr wat anders, totdat eindelijk een zeer bevoegd beoordeelaar zich beriep op het oordeel van de ingezetenen liet van residentie of hoofdstad maar van die der provinciesteden. Hun oordeel zon in deze den doorslag moeten geren. Het ge beurt niet dikwjjla dat hun zoo'n eer ovorkomt. Ge woonlijk haalt men in hoofd- en hofstad de schouders op over die arme provincialen, die al blij mogen zjjn als ze eens een paar maal in het seizoen een goede voorstelling te zien krijgen en wier oordeel weinig wordt geleld. Intnsseheu, dituiaal dacht men beter over hen en derhalve wekt de vraag Hoe beviel het stuk in Gouda ook meer belangstelling dan gewoonlijk. Wjj gelooven, zonder vrees voor tegenspraak, te mogen beweren ilat het publiek zich uitstekend daar mede amuseerde, en dat het over 't algemeen zéér in den smaak viel. Het was een aardig denkbeeld om een jong meiaje, een waar natuurkind, te plaateen in een omgeving, waar zij twee oude heeren en één jongmensch het hoofd op hol bracht, zonder dit zelf te willen of te weten. Dat ons bovendien een dame van leeftijd weid voorgesteld, die op haar beurt toonde ook nog een jong hart te hebben, maakte het geheel nog aardiger. Verscheidene aardige, ja geestige tooneelljos is het stuk rjjk. Dat aan de whisttafel, waar de heeren hunne oogen niet van Het meisje konden afhouden en allo attentie voor het •pel verloren, was b. v. uitmuntend, terwjjl in het volgende bedrjjf, dat waar de verschillende ver liefde heeren met een bloem werden versierd, ook veel succes had. De taal waario het stak geschre ven is, liet niets to wentohen over, zooals men trou wens van den sohrjjver een onzer beste letter kundigen kon verwachten. Wanneer men weet dat zijn eerste stuk jammorljjk gevallen ia (het be leefde slechts ééne opvoering) en dat het gisteren opgevoerde reeda jaron geleden geschreven werd, dan is er alle reden om de hoop te uiten dat hjj opnieuw een poging wage, die zeker nog meer kans van sla gen heeft. Het spel der artisten was wederom Uit stekend. De hh. Faassen en Haspels benevens Mevr. Burlage handhaafden ban ouden roem. Mej. Beers- mans hadden wjj hier nog nimmer een rol zien ver vullen van zooveel beteekenis. Zjj bracht hot er goed af. In plaats van Henri de Vries hadden sommigen liever Jan O. de Vos gezien in de rol van Oscar, en het moet erkend, dat deze waarschijn lijk in het laatsta. bedrjjf meer zeggingskracht zou gehad hebben en het succes verhoogd zou zijn, maar over 't algemeen gaf ook zjjn spel reden tot tevre denheid. Behalve het genoemde blijspel kregen wjj er nog een tweetal te zien Vonken onder de asck van Stobitzer en De Gouvernante, van von Moser. Hot eerste was vrjj wat gèestiger dan het laatste. In beide stukken speelde Mej. Morie Vink de hoofdrol, wat natuurljjk ieder stuk ten goede komt, terwjjl de heer de Vries daarin de weinig benij denswaardige rol had te vervullen van „den man, die uitgelachen wordt.» Hij had zich als Baron Bretten uitstekend gegrimeerd en speelde zoowol in deze rol als in die van Strehlen zeer aardig. Wjj eindigen met de mededeeling dat het nieuwe stuk van den heer Hosier Faassen „ket Bultje» Zondag a. st. voor het eerst te Botterdam wordt opgevoerd. Wij hopen voor den geachten auteur, en het gezelschap, waartoe hjj behoort, dat het een rijk sneces moge hebben 1 De nieuwjaars-recepties der Europeesche vorsten en ministers kunnen slechts tot bevestiging strekken der vredelievende verwachtingen, waarmede het jaar 1888 zijn intrede heeft gedaan. Overal werd ver zekerd, dat in dit jaar, evenmin als in het vorige, verstoring van den Europeeschen vrede te wachten is. Niet alleen de Vorsten, maar ook de premiers van de triple-alliantie hebben met Nieuwjaar elkan der per telegraaf gecomplimenteerd. Crispi zond niet alleen een telegram aan den onden, maar ook aan den jongen Bismarck, beide in de allerhartelijkste bewoordingen en met vredesontboezemingen. Zelfs «keizer Boulanger I" is niet achterwege ge bleven. De Franscbe pretendent hield op nieuwjaars dag eveneens een receptie, welke zeer druk werd bezocht. De heer Paal Déroulède verscheen aan het hoofd van honderd leden der Ligue den patrioten en hield een toespraak, waarin hij Boulanger den be vrijder noemde, van wien men de vestiging der Fransche republiek verwachtte. Boulanger was zeer aangedaan over deze woorden en verzekerde, dat het Fransche volk niet tevergeefs op hem zou rekenen. Weldra zou ook Parijs door zijne verkiezing toonen, welk een afkeer ook de hoofdstad heeft van de tegenwoordige regeering. Ten einde zijne echt-nationale gevoelens te toonen besloot de generaal zijne rede mot een hartelijken kus op de blozende wangen van een mooi meisje uit den Elzas, die in baar uationaal costuum bij de ontvangst tegenwoordig was. Het is nog zeer de vraag, of Boulangers verwach tingen zullen vervuld worden. De verschillende re- pnblikeinsche groepen erkennen werkelijk het gevaar, dat aan een verkiezing van Bonlanger te Parijs ver bonden is en toonen inderdaad eenige neiging hun onderlinge grieven voor een oogenblik te vergeten. Indien dit werkelijk geschiedt en alle republikeinen op één candidaat stemmen, staan de kansen voor den pretendent niet gunstig. Over 't geheel schijnt men van meening te zjjn, dat het in Frankrijk in '89 een haspelen en scharre len zal blijvrn, daar al de partijen althans zooveel water in hun wjju zullen doen, dat zij '90 halen, daar anders de tentoonstelling in 't water zou vallen. En de tentoonstelling geeft gelegenheid wat extra te verdienen en d&t gaat toch nog boven de politiek. Volgens de Berlijnsche bladen is den gewezen Pruisischen minister van Binnenlandsche zaken, Von Puttkamer, een groote onderscheiding ten deel ge vallen. Keizer Wtlhelm heeft den heer Von Putt kamer op nieuwjaarsdag verrast-met den Zwarten Adelaar, de hoogste Pruisische ridderorde, welke, met uitzondering van vorsten en prinsen, slechts aan dertig Duitschers mag verleend worden. Dit getal was reeds in 1889 bereikt, maar in bui tengewone gevallen heeft de koning het recht het vastgestelde cijfer te overschrjjden. Keizer Frederik deed dit reeds ter wille van de ministers Von May- bach eu Friedberg en den voorzitter van het Reichn- gerxekt dr. Simson. Keizer Wilhelm II heeft nu het zelfde gedaan ten behoeve van den heer Von Putt kamer, dio in Juni door zjjn liberalen vader ontslagen werd en sedert in stille afzondering op zijn landgoed in Pommeren leefde. De Engelschen bljjven bij hun plan om de troe pen die Osman Digna verdreven hebben, terug te trekken zoodra de forten gereed zjjn, die thans rond om Souakin aan de landzijde worden opgeworpen, met zwaar geschut bewapend en door negertroepen bezet zullen worden. De koning van Servië beeft, bij bet sluiten der groote Skupnchtina, herinnerd (lat hij zijne regeering wijdt aan de vervulling der plichten, door het trac- taat van Berlijn opgelegdde nienwe vrjjheden, bjj de grondwet erkend, in het licht gesteld, en de ver klaring afgelegd, dat hjj in het vervolg als constitu tioneel vorst regeereo zou. Do koning toekende daarop de constitutie en hief de zitting op. Met het Te Deunt in de St. Pieter, met Kersttoe spraken en encyclieken, overvloeiende van bittere klachten over onrecht en verongelijking, heeft paus Leo XIII het jaar 1888 geëindigd. Hoewel Europa langzamerhand jegens de pauseljjke klaagrodenen, zoo dikwjjls herhaald, een veelzeggende onverschillig heid aan den dag begint te leggen, zal niemand ernstig willen beweren, dat in onze dagen de eigen lijke quintessens van de pauselijke klachten, nl. de zoogenaamde Romeinsche quaestie, niet nog een vraagstuk is, dat als van weinig belang beschouwd mag worden. Tegenover do jongste jeremiaden van Leo XIII over de beperking zijner vrjjheid in zjjn eigen stad

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2