Boitenlandsch Overzicht.
KEXMSGEEEMG,
De rivier en alle beken in de buurt liepen over en
«11e keiden en gangen van de buizen in het lagero
gedeelte der stad vol. Het spoorwegverkeer is ver
broken; te Cette is de spoorwegdjjk over een vrij
aanzienlijke lengte weggeslagen. To Besiers beeft het
48 uren aaneen hard geregend en op vencheidene
andere plaatsen zijn geheele velden overstroomd zoo-
als bijv. te Argèles-sur-Mer, waar een aantal huizen
een eiland in een meer vormen.
De meeste straten en hnizen van Perpignan staan
onder water, en de bewoners zijn in hun eigen
woningen gevangen.
Mishandeling en beleediging gedurende de gods
dienstoefening in de synagoge der Israelietische ge
meente te Dordrecht.
Wegens deze feiten veroordeelde de rechtbank te
Dordrecht een 5 7-jarigen koopman in antiquiteiten
aldaar tot eene boete van 100 gulden. Deze per
soon zou op 21 September jl,, toen hij zijn zitplaats
in do synagoge verlaten moest om zich naar den
voorzanger te begeven, ton einde een kerkelijken
plicht te vervullen, zijn buurman in de bank moed
willig oen hevigen stomp in den rug hebben toege
bracht, waardoor dqze uit de bank tuimeldfi, waarbij
hij hem beleedigende woorden zou hebben toege
voegd. Tusschen bekl. en den persoon dio uit de
back tuimelde bestond geschil, ten gevolge van het
meebrengen door bekl. van zijn zoontje, dat lastig
was en waarvoor geen plaats was in de bank.
Tegen de uitspraak der Dordreohtsohe rechtbank
kwam de veroordeelde in beroep bij het gerechtshof
te 's-Hage, welk college zich gisteren met de be
handeling der zaak bezig hield. Er werden vjjf ge
tuigen gehoord, dio hoofdzakelijk verklaarden dat
zij den buurman van app. uit de bank hadden zien
vallen en scheldwoorden hadden hooren spreken.
Voor appelant trad op mr. J. van Gigch, die be
weerde dat van moedwil geen sprake icon zijn,
evenmin als van beleediging, en concludeerde tot
vernieting van het vonnis, en vrijspraak van appelant.
Adv.-gen. mr. Teldors vorderde bevestiging van
het vonnis.
De uitspraak is bepaald op 24 dezer.
In het laatst van het jaar 1887 werd, gelijk ge
woonlijk, door den staat publiek aanbesteed de leve
ring van vleesch' en vet voor de menage der te
's-Gravenhage zich bevindende militairen.
Aannemer werd de hoer Van Praagh, vleeschhöu-
wer te Scheveningen. In het begin scheen alles
goed te zullen gaan. Aanmerkingen noch van de
eene noch van de andere zijde werdon gehoord.
Doch langzamerhand ontstond er oneenigheid tusschen
den leverancier en de voedingscommissie, die ten
slotte zóó hoog liep, dat de aannemer Van Praagh
heeft gemeend den staat te moeten doen dagvaarden-
tot ontbinding van het contract met schadevergoe
ding.
Voor den eischer trad op mr. Bergsma en voor
den staat mr. Thorbecke. De quaestie schijnt opper
vlakkig zeer eenvoudig. Bij de aanbesteding was
bepaaldelijk op twee veranderingen in de gewone
voorwaarden gewezen, En wel, dat het slachten als
ook bet bewaren en uitdeelen van het vleesch moest
geschieden in de daarvoor bestemde en goedgekeurde
lokalenen dat vervallen was de bepaling, dat de
aannemer een derde van den gekeurden voorraad
„Het ziet er hier vreemd uit," zeide zij op
augstigen toon.
„Ja, inderdaad, Melanie," antwoordde de kleine
heer, en zich tot den waard wendende„Hebt gij
geen geschikter kamer, voor ons?»
„Mijn huiskamer
„Welnu, geef ons die.»
„Wanneer mjjn vrouw het goed vindt dan
„En waarom zou zjj het niet goed vinden
Weet gij wel, vriend, met wien gij spreekt Ik
ben de kolonel Dagobert Joyin uit Lyon.»
Bonhomet maakte een diepe buiging.
„Ik zal U goed betalen, geef ons de mooie
kamer, en van alles het besté wat gij hebt.»
„Tot uwe orders, mijnheer.»
De kleine heer, de schoone jonge dame en de
waard verlieten de gelagkamer.
De jonge dame had op Jean een overweldigenden
indruk gemaakt en in zijn koetje mompelde hij .-
„Parbleu dat is het mooiste meisje, dat ik ooit
zag. Zij heeft een voorkomen als een prinses I En
een zucht slakende, verzonk _hij in een diep na
denken, en werd eerst na langen tjjd gestoord door
den waard, die met een fiesch wijn binnen kwam.
„Nu? Wat beteekeut dat alles?" vroeg Pe-
lissier; „waarom neemt een zoo voornaam heer zijn
intrek in een armzalige boschherberg?»
„Dat is dood-eenvoudig. De as van zijn
rjjtnig is gebroken en moet hersteld worden, en er
woont hier in de buurt geen wagenmaker. Zijn
vleeeoh er uit mocht houden. Nu meende de eischer
dat hij van den gekeurden voorraad vleesch mooht
behouden wat hij goedrond, terwijl de voedingscom
missie meende gerechtigd te zijn zoo noodig den ge-
heelen voorraad mede te nemen, betzij iu geheele,
halve of kwart stukken van de geslachte beesten, of
klein gehakt. Volgens het systeem van eischer was
hjj gerechtigd desnoods van zooveel beesten hij wilde
dat vleesch te geven dat hjj wilde missen en de rest
te verkoopao aan anderen.
Ten slotte beriep de gedaagde zich, daar eigen
lijk de geheele quaestie neerkwam op de wijze
waarop sommige artikelen van het contract moésten
wordén uitgelegd, op art. 18 van het contract,
waarbj de beslissing- van dergelijke geschillen wordt
opgedragen aan Z.Ëx. den minister van oorlog, die
in deze, blijkens voorgelezen beslissing, den eischer
in het ongelijk had gesteld.
De conclusie van het O. M. is bepaald op 25
Januari.
De Amsterdamsohe briefschrijver der I'rov. Qrcm.
Ct. zegt, dat de heer C. V. Gerritsen, hot radicale
lid van den Amsterdamschen gemeenteraad, slechts
eigenaar in naam is van de Amsterdammer; feitelijk
is hij beheerder vhn de subsidiën, die men zich voor
eenigen tijd schijnt te hebben verzekerd. Bijna acht
ton 800,000) is in dit blad verloren, en nog is
de toestand zoo, dat bijdragen van vrienden noodig
zijn om het te handhaven.
Uit het thans verschenen Nieum Kerkelijk Hand
boek over 1889 blijkt, dat het aantal vacante ge
meenten bij de Ned. herv. kerk op 1 Januari jl.
858 bedraagt. In Gelderland waren 35 plaatsen
vacant, Zuid-Holland 63, Noord-Holland 40, Zeeland
40, Utrecht 20, Friesland 70, Overijsel 19, Gronin
gen 32, Noord-Brabant 18, Limburg 2 en Drente
19. Voor al deze vacaturen zijn nog twee candidaten,
die verleden jaar tot. de evangeliebediening zijn toe
gelaten, besohikbaar, die zich echter vooreerst nog
niet beroepbaar stellen.
Omtrent den Internationalen ijswedstrijd te Am
sterdam meldt het Handelsblad het volgende
Donderdagochtend tegen zeven uur was het be
stuur der Amsterdamsohe Sportclub weder op de
ijsbaan achter het rijksmuseum present. Enkele
rijders komen vroeg, a. a. Von Panschin, en gaan
zich op de baan oefenen. Déze is nog iets harder
dan gisteren en dus zeer goed borijdbaar, hoewel
geheel overdekt door eeue dunne laag water. Enkele
volbloed-belangstellenden, waarbij zich dames bevin
den, zijn eveneens aanwezig. Als de dag is aange
broken is er reeds ,vry wat beweging op het ijs.
Intusschen regent hèt nog nu en dan, gelijk het
gisteravond en vannacht heeft geregend. Gelukkig
klaart het weder allengs wat op en ook de regen
if»lt niet meer, zoodat men veel moed heeft op
het welslagen van'dozen belangrijken wedstrijd.
De baan is nu circa 2 Engelsche mijlen (3218
Meters of Vier rondten.)
De meeste aandacht was gevestigd op den be
slissingswedstrijd, die het laatst volgde. De strijd is
tusschen Jurqens en Pander en tusschen Von
Panschin en Donoghuo.
Eerst komen de Hollanders. Jurrjens (6 min.
49 sec.) en Pander (6 min. 50 sec.) gaan mooi
af. Jurrjens heeft eerst de buitenbaan. Zij blij
ven vrjj wol bij elkaar. Pander, binnenbaan, is
knecht, een forsch gebouwde, sterke kerel, een
Duitscher of Elzasser, is een duizendkunstenaar,
en heeft van mij verschillende gereedschappen ge
leend, om de as weder in orde te maken.»
„Blijven de vreemdelingen hier overnachten?»
vroeg Jean.
„Als het mogelijk is, willen zij tegen drie of
vier uur vertrekken.»
-* „Dan is het nog zeer stil op den straatweg,
niet waar?»
Jean zweeg een oogenblik en vervolgde toen
„Waarom nemen de reizigers den zijweg, in plaais
van den grooten weg op te rijden
„Omdat (ItW)rug onbegaanbaar is en hersteld
moet worden; ikjkrnam dit van den koetsier. Hij
vertelde mij ook, dat zijn heer in zijn beide jas
zakken groole geldsommen heeft.»
De oogen van Pelissier begonnen van begeerte
te fonkelen.
„En waar is zijn jas nu
„De oude houdt als een draak de wacht bjj
zyn schat.»
„Weet je zeker dat hy er goud in heeft?»
„Ja, die domkop van een koetsier heeft my
alles haarfijn verteld, toen wij de paarden in den
stal brachten. De kerel is een lafaard, en bang in
het bosch. Ik heb hem natuurlijk gerustgesteld.
De som, die het heerschap bjj zich heeft, zal onge
veer honderdvijftig a honderdtachtigduizend livres be
dragen. Het is klaarblijkelijk dat hy het geld te
iet* voor, doch wordt kort op de hielen gezeten
door Jurrjens. Pander bljjft toch iets voor. Jurr
jens haalt in. Het is een hevige strjjd. Beide
mededingers geven elkaar niets toe. Pander blijft
voor en wordt krachtig toegejuicht. Over de helft
valt Pander, doch hij staat weer dadelyk op, onder
de stohnachtige toejuichingen der toeschouwers.
Junjons haalt hem daardoor iets in, doch Pander
is oogenblikkelijk weer op slag en blijft toch nog
altijd iets voor. Als Jurijens echter de binnen
baan heeft gekregen loopt deze iets voor, daar hjj
prachtig aanzet. Pander doet weer een misstap,
docht loopt toch door. Jurriens is voor. Zijn tyd
is 6 min. 43'/, sec. Pander's tyd 6 min. 464/5 sec.
Als Pander niet gevallen was, had hy het waar.
schijnlijk gewonnen. Beide kampioenen werden
daverend toegejuieht. Ieder en ook Jurrjens vindt
het jammer, dat Pander gevallen is.
De belangstelling is op het strakst gespannen voor
de race tusschen Panschin (6 min. 31"/6 sec.) en
Donoghue (6 min. 34 sec.). Beiden gaan goed af. -
Zij rijden eorst rustig, maar als de Bus vooruitloopt,
zet ook Donoghue aan. Donoghue (binnenbaan) is
iets voor. Veel scheelt het niet, want de Bus haalt
krachtig op. De Amerikaan rjjdt zeer kalm, Pan
schin rijdt onrustiger. Als Panschin de binnenbaan
heeft haalt hy in, doch Donoghue kruist de banen
toch het eerst. Dan rjjden zij te gelyk de streep
over van den tijdopnemer, maar straks is Donoghue
weer voor en schijnt de Bus te verliezen. Men be
wondert het kalme rijden van Donoghue, die krach
tig wordt aangemoedigd. De Bus blijft achter, doch
dan haalt hij weer in, echter niet genoeg. Op het
laatste oogenblik begint de Buste „klauwen», maar
hy kan zijn tegenparty niet inhalen, zoodat Donoghue
overwinnaar is op de tweemijlsbaan in 6 min. 24 sec.
(10 seconden minder dan straks). Panschin komt
aan in 6 minuten 31 seconden sec. minder dan
straks).
De toejuichingen voor Donoghue zijn inderdaad
stormachtig.
Het meesterschap der wereld is dus niet gewon
nen door Yon Panschin, die daartoe ook in dezen
strijd overwinnaar had moeten blijven.
Onder de toejuichingen der menigte, welke iu-
tussohen zeer talryk is geworden, wordt de Amori-
kaansohe vlag geheschen ed speelt de muziek het
„Yankee doodle.»
Telkens stijgen nog toojuichingen voor Donoghue op.
Bij de prysuitdeeling, waarby de heer baron De
Sallis de winners gelukwenschte, werd door hem
gewezen op het groote belang dezer wedstrijden,
welke, al is het „meesterschap der wereld» niet
gewonnen, |door de groote snelheid, waarmede door
allen en niet het minst door de vaderlandsche
medeburgers is gereden, inderdaad op dit meester
schap neerkwamen.
De heer De Salis wees er ook nog op, hoe den
vorigen dag gebleken is, dat de liefhebber-schaatsen
rijders de baan in korter tijd hebben afgelegd dan
de twee Engelsche beroepsrijders en daarbij herin
nerde hij ook aan het prachtig record dat door den
heer Von Panschin is gemaakt. Ook Donoghue's
overwinning werd hoogelyk geroemd en de overwin
naar met geestdrift toegejuicht.
Donoghue heeft de gouden medaille gewonnen.
Von Panschin de zilveren medaille.
Jurijens en Pander, die de eerste en tweede bron
zen medaille verwierven en beter bleken te rjjden
Auxerre gehaald heeft en het zal waareohjjnljjk
bestemd zyn voor den bouw van eene kazerne.»
„Alle duivels, dat zou een goede vangst zyn!»
„Dat geloof ik waarachtig ook
Na eenig nadenken zei Pelissier later:
„Welnu, laten wjj hedennacht deze zaak te
zamen
„Sst! Hier in huis?»
„Ja, natuurlykl»
„Daar is geen denken aan, mjjn vrouw laat
het niet toe."
„Het is waar, arme Bou hornet, je zit danig
onder de pantoffel."
„Ja, leefde myn eerste vrouw nog maarZij
was niet zoo heilig en vroom, maar deze wil niets
van zulke zaken weten.»
„Het was dan wel zeer dom van je om zulk
een vrouw te huwen.»
„Ja, dat heb ik bij nader inzien ook bemerkt.
Helaas I het berouw komt gewoonlijk te laat
„Luister! Laten wij ver van hier in een hinderlaag
gaan liggen, dan zullen wij het rjjtuig opwachten.»
„Ik kan onmogelyk, Jean, mijn vrouw zou het
bemerken, en in staat zijn my aan te klagen. Wan
neer gij het wagen wilt, probeer het dan alleen. Maar
niet in de nabijheid van mijn herberg. De kleine heer
is zeer zwak, de koetsier is een laffe kerel en een dom
kop, je zult alleen met den Duitschen bediende te doen
hebben stil, ik geloof dat myn vrouw roept.»
Wordt vervolgd.)
dan de Friesche beroepsryders, werden eveneens, en
niet- het minst door de Amerikaansche mededingers,
met geestdrift toegejuicht.
Josef F. Donoghue vafr Newburgh in de Ver-
eenigde Staten is nog gven schttien jaren, daar hy
eerst 11 Februari a s. dien leeftijd bereikt, Hy is
een Hink gebouwde jonge man, van donker nitzicht,
eenigszina mager, en eer klein dan groot. Hy rydt
op zeer lange schaatsen, nl. 46centimeters, met
zeer regelmatigen slag, het lichaam eenigszins voor
over gebogen en gewoonlijk met de handen op den
rug, waardoor hij by7 hak ryden het leelyke gezwaai
tnet de armen vermijdt.Hy heeft de eigenaardig
heid om bij ~het rijden zich voortdurend den neus" te
snuiten en dat wel met den meest primitieven zak
doek.
By het ryden is hy gekleed in blauw tricot-bui»,
het insigne der Amsterdamsche IJsclub, in rood
geborduurdop de borst, en Itorte broek. Hij draagt
gewoonlijk een witte muts, met kwast, die wel
iets heeft van een Hollandsche slaapmuts. Dpnoghue
stamt af van eene achaatsenryders-familie. Zijn
vader, broeders en drie zusters zyn, evenals hij,
echte ijskunstenaars. Voor zijn landgenooten is hy
een even gevreesd mededinger als voor vreemden.
Alexander von Panschin, een Petersburger, is
ouder dan Donoghue (men schat hem op 25- a 26
jarigen leeftyd.) Van beroep ingenienr, weet hij
echter genoeg tijd af te zonderen om zich te trainen
tot een der beste schaatsenrijders van Europa, wat
trouwens de groote verzameling gouden medailles en
insignes bewijst, welke hij, niet zonder eenige recht
matige fierheid, gewoonlyk op de borst draagt. Hy
staat op eene bjjna evenlange, doch hooge en sier
lijker gevormde schaats, als Donoghue en rijdt in
een marine blauw Jaeger-costuum.
Von Panschin is ongeveer even groot als zijn
Amerikaansche mededinger, doch blond en krachtig
gebouwd. Hy zwaait onder het rjjdon met de armen
en rydt ook minder rast dan Donoghue, daarbij
houdt hy voortdurend onder het rijden den mond
open, doch stopt sr ongeveer op de helft der baan,
ter afsnijding vsn de buitenlucht, een doekje in.
Hier vandaan gaat bjj nqar Weenen, om naar het
„meesterschap van Oostenryk» Ie dingen. De Oos
tenrijkers zullen dus een gevaarlijken mededinger
hebben.
George Hendrik Jurijens ia een geboren Am-
sterdammer en ongeveer drie-en-twintig jaren oud.
Hy is" van middelbare grootte, hoeft een flink, aan
genaam uiterljjk en,-zonder bepaald krachtig ont
wikkeld te zyn, een paar voortreffelijke longen, zoodat
hjj hut lang kan uithouden.
Behalve een voortreffelijk schaatsenrijder ia hjj te
vreezen „hardlooper en krachtig in het voetbal.»
Bij het hardloopen heeft hy verscheidene prijzen
gewonnen, o. a. ook in België en zjjn hardloopen
Dewyst hem groote diensten bjj het schaatsenrij
den, Den 2n Januari van het vorige jaar won
hjj zjjn eerste echaatsenrjjdersprijs over den afstand
van 1609 meter. Zjjn record was 3 min. 58*/, sec.
terwjjl dat van don tweoden aankomende 4 min. 9
sec. bedroeg. Later won' hy het „meesterschap
van Amsterdam» (3218 meter in 7 min. 164/, sec.
heden denzelfden afstand in 6 min. 43'/, sec.) On
gelukkig werd hjj kort daarna ernstig ziek. Hjj
herstelde evenwel en had nog tjjd genoeg om zich
voor dezen wedstrijd te oefenen. Men weet met
welk gelukkig gevolg'.
Klaas Pander Jz. is geboren te Haarlem en
eenigszins jonger dan Jnrrjens. 'V7jj kunnen jammOT
genoeg van hem niets anders mededeelen, dan dat
hij een stevig gebouwde jonge man is, droog maar
taai, met een levenslustig en open uiterlyk. Hij
rijdt met fflooien gelijken slag, altijd stevig door.
Den 27 Februari van het vorige jaar behaalde hjj
zyne eerste groote overwinning, nl. de gouden
medaille voor de baan van 1609 meter, die hy
aflegde in 3 min. 45'/, sec.
Jurijens en Pander belovenveel voor de toe
komst.
Gisteren heeft de Duitsche Bjjksdag den arbeid
hervat met het voortzetten van de behandeling der
begrooting.
Vooral do begrooting van marine zal, naar men
vermoedt, aanleiding gevon tot uitvoerige bespre
kingen, in de eerste plaats wegens de kredieten,
welke de regeering tot uitbreiding der zeemacht
aanvraagt, en vervolgens wegens de gevechten op
de Samoa-edaDden, die zeker ook ter sprake zullen
worden gebracht.
Het zal dus nog wel de volgende week worden,
voordat er gelegenheid komt voor de behandeling
der koloniale aangelegenheden. De regeering is
gereed met haar ontwerp tot regeling van den toe
stand in Ooét-Afrika en zal dit dezer dagen bjj den
Kyksdag indienen. Of prins Bismarck zelf deel zal
nemen aan de discussie, wordt nu weer in twjjfel
getrokken. De kanselier is gisterenavond te Berljjn
aangekomen.
De Pruisische Landdag wordt den 14den Januari
geopend. Keizer Wilhelm zal dit zelf doen met
het uitspreken eener troonrede, van welke de
officieuze bladen nn reeds mededeelen dat zjj zeer
belangrijk zal wezen.
Over Geffcken wordt niet veel meer gesproken in
de Duitsche kranten. De vrijzinnige bladen hebben
de vrijspraak van het Hooggerechtshof voorgesteld
ids een nederlaag van Bismarck, waarby zij zonder
twjjfel, zooals doorgaans in hun polemiek tegen den
Bijkskanselier, hun doel voorbijliepen; het Hoogge
rechtshof heeft Gaffokeu wel vrijgesproken, maar
toch schuldig verklaard. Buitendien was het hier
niet zoozeer te doen om een veroordeeling als wel
te Weten, hoe het dagboek van Friedrich in andere,
en joosls bleek, in verkeerde handen gekomen was.
Men hoeft vroeger ook den Badenschen baron Bog-
genbaoh, een der- meest Vertrouwden .van Keize* Friè-
drich, verdacht, omdat er huiszoeking was geschied
op zjjn buitenverblijf; het is gebleken, dat bij ér
geen deel aan had en in een thans gepublieoerden
brief verklaart Boggenbach, dat hjj de publiceering
van het dagboek uit een moreel, juridisch en poli
tiek oogpnnt zeer stork afkeurt. Hoe Geffcken aan
het dagboek gekomen ia, of hjj dit werkelijk van
Keizer Friedrich heeft ontvangen ter inzage, wordt
niet gemeld.
Er wordt te Berlijn veel gesproken over de op
handen zjjnde verloving van Prinses Alix van Hessen
met den Bussiscben Kroonprins. De Prinses is 6
Juni 1672, de Kroonprins 18 Mei 1868 geboren.
Of dit huweljjk echter op de politiek van Busiand
zooveel invloed zal hebben, valt te betwijfelen, maar
in een tjjd van gebrek aan nieuws kan men er ligt
wat over praten.
Gisteren is te Brussel eene brochure verschenen
over de koloniale, militaire en handelsaangelegen
heden van België. Het is zeker, dat koning Leopold
het volkomen eens is met de denkbeelden, welke
daarin worden ontwikkeld; maar de bewering, dat
de koning zelf aan dit geschrift heeft medegewerkt,
wordt van bevoegde zijde onjuist verklaard.
De ministerieele crisis in 8ervië zal nog eenigen
eenigen tjjd slepende bljjven. De heeren Bisstics
en Grnitch schijnen het nog niet oens te kannen
worden over de verdeeling der portefeuilles. Daarom
heeft koning Milan het ontslag geweigerd van het
mjnisteric-Christics, dat nn voorloopig op denzelf
den voet aan het bewind «al blijven.
De BUBGEMEE8TKB en WETHOUDEBS van
Gonda, doen te weten/ dat door den Baad dier
Gemeente inzyne vergadering van den 18 Decem
ber 1888 is vastgssteld Be volgende
VEBOBDENING regelende het Politietoezicht
op de huizen van ontucht en de publieke
vrouwen.
Artikel 1. De huizen van ontucht en de publieke
vrouwen staan onder toezicht der politie.
Onder huizen van ontucht worden begrepen zoo
wel de bordeelen als de zooogenaamde rendezvons
huizen.
Onder publieke vrouwen worden begrepen alle
vrouwen, die, hetzjj op zichzelve, hetzij gemeen
schappelijk met andere zich aan prostitutie overgeven.
Art. 2. Geen huis van ontucht mag opgericht of
verplaatst worden zonder vergunning van den Bnr-
gemoeater.
Deze vergunning is ten allen tjjde opzegbaar.
In de hnizen van ontucht mogen geene geheime
of bjj de politie onbekende nit- of toegangen zjjn.
Art. 3. Iedere publieke vrouw ie verplicht zich
als zoodanig aan het Bureau van politie aante-
geven en de ter inschrijving vereisohte verklaring
te doen.
Deze bepaling en die welke in de volgende
artikelen betrekkelijk publieke vrouwen voorkomen,
zjjn ook toepasselijk op vronweljjke dienstboden in
publieke huizen of bjj publieke vronwen in dienst
zjjnde.
Van publieke vrouwen, die zich niet aangeven,
kan do inschrijving ambtshalve: door den Burge
meester bevolen worden.
Art. 4. Wie zich ,als publieke vrouw Aangeeft,
wordt even als -zjj, wier insohryving ambtshalve
plaats heeft, terstond in een doorloopend, afzonder
lijk register, op dag en volgnummer ingeschreven,
met vermelding van haren naam, ouderdom, geboor
teplaats, wjjk en nummer van woning of verblijf en
signalement. Deze inschrijving wordt door haar
onderteekend.
Iedere publieke vrouw ontvangt een boekje, waarin
hetzelfde als in hel register, wordt vermeldt, met
dagteekening en ondertoekgning door den Commis
saris van Politie, en tevefcs een uittreksel uit het
politie-reglement, bevattende de bepalingen omtrent
de publieke vrouwen.
Van elke verandering van woning of verbljjf, is
zij verplicht, aan het Bureau van politie, op den
dag zelf, kennis te geven.
Hiervan wordt door den Commissaris van Politie
inschrijving gedAan in het register en ia het zak
boekje.
Art. 5. Iedere publieke vronw is verplicht, haar
boekje steeds hy zich te dragen en aan eenen
politiebeambte op zijne aanvrage te vertoonen.
Zij is ook - verplicht haar boekje te vertoonen op
aanvrage, aan de houders of houdsters der bordeelen,
en aan de manspersdnen, die zij bjj zich ontvangt.
Bij verlies van dit boekje is zij verplicht, dadelyk
een ander te vragen.
Art. 6, Geene publieke vrouw mag zich i,u eene
bordeel bevinden of zich aan prostitutie overgeven
dan na vooraf door een van gemeentewege aan-
gestelden deskundige geneeskundig te zijn onder
zocht, en daarvan eene verklaring te hebben ont
vangen.
Deze verklaring wordt in meergemeld boekje
geschreven, gedagteekend en door een - deskundige
geteekend.
Art. 7. Alle publieke vrthtwen meeten zich zoo
dikwijls .als de mets hettoezicht belaste geneeskun
dige iif de Commissaris van Politie het noodig acht,
en minstens eenmaal in de week voor het genees
kundig onderzoek aanmelden op den daarvoor be
stemden tijd en plaats, die ter harer, kennis worden
gebracht.
Aan dit oadÉrSöeï: zijn ook do hondstere van
bordeelen beneden den leeftijd van 50 jaren onder
worpen, echter niet de dochters, die zich niet aan
prostitutie overgeven.
De aan dit onderzoek onderworpen vronwen, die
zich niet ten bepaalden tijd daartoe aanmelden,
kunnen, op last van den' Commissaris van Politie,
naar de daartoe bestemde plaats worden gebracht.
Art. 8. De bordeelhouders en houdsters zyn ver
plicht te zorgen, dat hnnne publieke vronwen zich
steeds ter visitatie aanmelden.
Art. 9. De van gemeentewege aangestelde ge
neeskundige kan de visitatiën der publieke vrouwen
op haar verzoek elders doen plaats hebben, indien
de lokaliteit aldaar van dien aard is, dat het onder
zoek op geschikte wjjze kan geschieden.
•Het oordeel over de geschiktheid der lokaliteit,
verbljjf uitsluitend aan den geneeskundige.
Art. 10. Het geneeskundig onderzoekop de
plsato bij art. 7 bedoeld, geschiedt kosteloos.
Art. 11. Telkens, wanneer de publieke vrouw hjj
het geneeskundig onderzoek gezond is bevonden,
wordt eene verklaring als gemeld is, in het boekje
bijgeschreven.
Art. 12. Iedere pnblieke vronw, die bij het
onderzoek bevonden wordt mot venerische of eenige
andere besmettelijke ziekte aangedaan te zijn of wier
gezondheidstoestand twijfelachtig is, wordt zoo spoe
dig mogeljjk in het Gasthuis opgenomen.
De geneeskuudige doet van zjjne bevinding on
verwijld mededeeling aan den Commissaris van
Politie, met overlegging van het boekje der besmette
vrouw.
De publieke vrouw, die weigort zioh in het
thuis te laten opnemen, wórdt op last van den
mmissaris van Politie derwaarts overgebracht.
Die weigering is bovendien strafbaar.
Art. 13. De pablieke vrouw, die in genoemd
gesticht is geplaatst, zal hetzelve onder geenerlei
voorwendsel mogen verlaten, dan na eene schriftelijke
verklaring van den geneeskundige ontvangen te
hebben, houdendo, dat zjj volkomen hersteld is.
Hjj geeft daarvan ton zelfden dage kennis aan
den Commissaris van Politie.
De Commissaris van Politie teekent znlks op het
boekje der herstelde pablieke vrouw, met dag en
naamteekening aan, met de woorden „kersteld, ont
slagen,11 en doot het hoekje aan de publieke vrouw
teruggegeven.
Art. 14. Wanneer de gezondheidstoestand van eene
publieke vrouw zoozeer is achteruitgegaan dat zij
byna voortdurend in het gasthuis moet verpleegd
worden, of wanneer zjj door eenig gebrek, gerekend
moet worden ongeschikt te zyn tot de verdere uit
oefening van haar bedrijf, zal de geneeskundige hier
omtrent een gemotiveerd voorstel aan den Burge
meester inzenden, die aan zoodanige vrouw de verdere
uitoefening van haar bedrijf kan ontzeggen.
Hij doet haar daarvan schriftelijk kennis geven.
Haar naam wordt op het register doorgehaald
de reden der doorhaling wordt daarnevens vermeld.
Art. 15. De bordeelhouders of hondstere zjjn ver
plicht, éénmaal 's weeks, dés voormiddags aan het
Bureau van politie te komen opgeven, hoeveele pu
blieke vrouwen in hunne woning gehuisvest zijn.
Onder de inwonende pablieke vrouwen is de houd
ster van het bordeel, zoo zjj ongetrouwd is, mede
gaathi
Comn
Art. 16. De in het voorgaande artikel bedoelds