Baltenlandsch Overzicht.
als feet uwe.» her-
3ala?s jui#t w°Wel
BELGIË in 1888.
In hét Handelsblad loost
IJK Katwijk ward «na dezer dagen bericht, dat
de visschersbevolkiftg ietwat onrustig was, daar de
agent van eene buitenlandsche firma, die aldaar
eenige schuiten bezat, weigerde het achterstallige
loon te betalen, wijl zjjne firma hem geen |«ld'
daarvoor had doen toekomen. Den II Jantteri werd
daarop het bericht ontvangen dat de bedoelde tena,
Mackenbroek en*Co. gaheetan, woonachtig te Brunei,
aldaar waa failliet verklaard. SSjj ontving 'dit «ar
ongeveer 45,000 de besomming haiwr zet schuiten.
Ongeveer 16 a f 18,000 besteedde zij daarvan
voor uitrusting dor bommen,
"Ruim 29,000 ging in dhdere handen over, déch'
de hoofden van ongeveer 60 gezinnen, die in( haar
dienst stonden, ontvingen niets ofschoon huh een
bedrag van ongeveer 10,000 toekwam.
Het geduld der bevolking is ten slotte ver
dwenen. Zij omsingelde de woning van den gevol
machtigde der finha, den heer Van Duyn. Men
eischte geld en brood en wilde met hem spreken.
De man kwam echter niet voor den dag eü ten
ig het,huis
gevecht tusschen de aanvallers en Van
Duyn en zjjne vrienden ontstond daarop en de rust
keerde eerst weer, totdat de burgemeester, de heer
De Bidder, met den wethouder, den heer Van der
Plas, verschenen was en had beloofd, dat 5000
uitbetaald zou worden.
Later meldt men uiit Katwijk, dat de visscheri
lieden dwhett van hun loon uitbetaald hebben ont-
vangen.
hek plan tot rijp
chting warden
■m Ct. of het
overwSgmg
slotte trapte men zijn deur in en drong
binnen. Hen
Dit Groningen wordt als een bewijs vsn opgewekt
politiek leven medegedeeld, dat de kaarten voor de
te Groningen gehouden bijeenkomst, waarin de heeren
Van Höuteö en Veegens als sprekers zouden op
treden, binnen een kwartier waren verkócht, waarna
ze tegen 1.50 en 1.76 van de hand werden
gedaan, torwijl ze oorspronkelijk slechts dén dub
beltje kostten.
«Professor» C. W. Oldrieve heeft den gevaartijken
toer ondernomen, op watersohoenen over de Rapids
van den Niagaraval te wandelen. De schoenen
waren rechthoekige houten doósen van 4 voet lengte,
die van zwaarden en zijstukken vooralen waren,
om het omslaan te voorkomen.
Do «professor» liet zich door den stroom mede-
Voeren. Toen hij de Rapids bij Hunt's Falls be
reikte, pakte hem de maalstroom, die, door den
regea gezwollen, woest over klippen en rotsen
bruiste. Tevergeefs traohtte hjj overeind te bljjven:
de stroom daaide hem met verbazende snelheid in
de rondte waardoor hij meer dan eens het evenwicht
verloor en voorover boog met de handen op zijn
schoenen. Gelukkig viel hij niet achterover of op
zjj, daar hij dan onvermijdelijk zou zijn omgekomen.
Toen hjj ten laatste de kom tusschen de Rapids
bereikte was hij veilig, maar door en door uitgepnt.
Hij rustte een oogenblik en maakte zich toen
baan naar den oever waar de toeschouwers hem met
luid gejuich ontvingen.
De Landbouw Ct. betuigt hare instemming meti
het denkbeeld der Utreehtsche commissie ter vieriag
van 's Konings veertigjarige regeering (wij beginnen
nn daarop wéér hoop te krijgen) om tot blijvende
"taf kleine boerderij,
opwerpt tegen het kamer-
gedachtenis vgn dit feest eene vaderlandsohe stich
ting tot stand te brengen in den vorm van een
tehuis voor bekwame 1 jongelingen, die de landbouw
school te Wageningen wenschen te bezoeken, dooh
i. fcojtju foajren
en tot eene
de Land-
daarvoor den vorm te kiezen eeusr volledige en «iet
Menigeen,' die nu bezwaren
>f internaat-leven van
igena, zou zieh op dien grood niet meer
ageuingen verzetten, als voer allen, betalen-
den en niet betalenden, het verblijf in het internaat
met dat in de boerderij- "kon afwisselen. Ook als
uitbreiding dof leermiddelen zon de boerderij zeker
voor de school geen onwelkom goaetiéftk zijn.
«Met Hl wat wel denkt in Nederland hopen wij,
dat onfe geëerbiedigde Koning met zjjn volk het
veertigjarig feest Zijner regeering zal mogen vieren.
Zou tergedachtenis aan (dit heugelijk feit werden
besloten tot de ppriohting eener koningshoeve, dan
zou de Nederlabtjsohe landbouw deze zeker ten
zeerste waardeneet), als een bljjP van groote belang
stelling, en het geschenk danspaar aanvaarde* en
beschouwen als pen prikkel te
wikkeling te etteren naar
als een bëwjjs dfit het hooge
bóa*- voor het algemeen welzijn
een schitterende) daad, «en da
en zijn volk.»
-r om 'door ont-
litgung, doch ook,
ng van deiil' land-1
rdt erkeat| door
Naar
onlangs
het Sociaal Weekblad wordt geraéjd, is
de oliefabriek te l#ft, onder
van de hhj van Marken pn Tutein Noltlieniu»; de
betrekking an peksbaas op ongewone wijze
Dp direetib maakto een lijst op van zes candicfaten,
die naar haar oordeel, op grond van geschiktheid in
vqrband met anciënniteit, ongeveer gelijke aanspraken
kienden doen golden. En daarop werd hot persbneel
dér werkplaats opgeroepen, om uit dit zestal bij
lerheid van stemmen een keuze te doen.
redactie voegt -aan deze mededeeling het vol-
too:
«In een groote indnstriëele onderneming belcleedeh
de bazen een eigenaardige plaats. Zij spelen er een
belangrqke, doch tevena zeer moeilijke rol. Zij heb
ben het gezag hoog te houden, ma»r behooren tegelijk
bet vertrouwen te bezitten van ondergesohikten. De
belangen van den werkgever hebben rij evenzeer te
behartigen als die dqr arbeiders. Vaak zijn rij de
wrijfpaal van de eerste, vaker wellicht worden zij
door de laatsten verdacht van willekeur.
«Als zonder schade voor den gang der zaken
deze verdenking kan worden bestreden, door den
werklieden zeiven invloed te gunnen op de aanstel
ling van den man, onder wien zij te arbeiden heb
ben, zullen alle partijen er wel bij raren.»
Th. de Woerd, oud 87 jaren, geboren te Harlingen,
gedetineerd in de bijzondere strafgevangenis (het
tuchthuis) te Leeuwarden, heeft terecht gestaan voor
de rechtbank aldaar, terzake dat hq in den nacht
van 28 op 29 Augustus 1888, in cel no. 17 van
die gevangenis opzettelijk eene bos gevlochten stroo
in brand gestoken en tegen de celdeur gelegd heeft,
waardoor die deur in brand is geraakt, en dat hjj
een andere bos stroo reeds in brand gestoken en fa
het vensterraam geworpen heeft, waardoor ook dit
in brand is geraakt en eenige ruiten gebreken zijn,
zoodat er levensgevaar ontetond voor de bewaarders,
den directeur der gevangmis en zjjn gezin, de mede-
ge rttmdtoenwn de inwónMEen.
'l Naèhta omstreeks Sjpur hoorde ie bewaarder
Hwart, Atlie de wacht hadhffeen gebons tegenf de deur
vsn'eel nat-17,hen vroeg.Wat er was. De gevangene,
•Do Weertl, di&in deze jjél was, begott te Wfcheldeu
nc Swtet beid» om hulp van dé wacht,
en ta razen.' I
waarop de bewaarder
haalde, ep toen men de
er nit, de eel was vol
des daags had ta ver
de deur en viel brandi
het in de vensterbank
brand werd geblnreht,
het cachot gebracht, éi
verbaal opgemaakt.
Bekl., die geboeid
rich in zjjn spreken
verklaarde, dat hq alt
in het ander;
geven ze hem
niets ta lijden
zegt(hjj, dan bljjft mq
overeen met fiet
altoos hebben, j
■- het'strop in
het niet.
er leff nd
windt
den sleutel der" cel
iur oponda, ilqegde.vlaai
k, hét stroe.'hetwelk bekl.
(Jen, lag opgestapeld voor
hen tegemoetook lag
istapeld te branden. De
beklaagde dadelijk in
i een èn ander proces-
rechtbank waal gebracht,
n meer opwindende,
'n ding zit vqn het
id défii h(j ïiete kan,
oen, waarthn fiat li.
Mnloét bèrk hél
Het Icomt^i
die ^rild|n<f
;qn zin
heen en kan men niets
weet zéér goed wat hij
zaal is, dan is hjj
niemand mag hem
bljjft kn*r»6n.
de heer
en zenuwachtig im
slaat hjj door all J
beginnen, maarhq'
doet. IWanneer hjj op da
lastig voor Ie medegevangenen,
ljjden omdat hjj zoo lastig ia.
Gebruikt men zachte middelen door hem op de
ziekenzaal te plaatsen, waar hjj goed eten en een'
zacht bed heeft, dan heeft men geen laat mot hem.
Toen hij vernam dat hij weer moest verschijnen,
heeft men weer last met hem gehad. Hjj wil niet
werken. Hjj heeft wel beperkte vermogens, doch
weet zeer goed wat hjj doet, en hjj wist dat de sur
veillance zoo goed is dat de brand spoedig moest
uitkomen. Bekl. heeft aan getuige gevraagd, of hjj
niet in een krankzinnigengesticht kon komen.
Getuige houdt evenwel de daad aan bekl. wel toe
rekenbaar, hjj windt zich slechts kunstmatig op, doch
dan is hü op het laatst zoo ver, dot hjj niet meer
weet wat hq doet. Als men hem krachtig aanpakt,
dan is hjj spoedig bedaard.
De 8ubst.-officier van justitie mr. J. P. van Oato-
ren, stelt voorop, dat voor de rechtbank verschenen
is een gevangene nit de bijzondere gevangenis voor
mannen, tot voor korten tqd het tuchthuis genaamd,
waarin de zwaarst gestraften worden opgenomen,
personen, dis een ernstig misdrjjf hebben gepleegd
en waarin thans bepaaldelijk zjj opgesloten worden,
die vjjf jaren in do oenzaamheid hebben doorgebracht
en meer straf hebben te ondesgaan. Wanneer dan
belangwekkend karakter, hoewel zij juist niet aan
al de vereischten van eene romanheldin" voldeed.
Nimmer zal ik de uitdrukking vergeten, die haar
gelaat bij deze gelegenheid vertoonde, nadat rij den
groet van Ellsworth en Graves beantwoord had.
Het was eene uitdrukking van dien aard, dat
onwillekeurig de vraag bij mij opkwam: «Wien
zon het gelden?» Maar alle spoor daarvan verdween
oogenblikkelqk, toen zjj mjjne buiging beantwoordde
en in zegepraal haar weg vervolgde.
De uitwerking, die deze ontmoeting op de twéé
jongelui had, was treffendwant beiden verzonken
in volslagen stilzwijgen, dat niet werd afgebroken,
voordat zjj aan Madison Square gekomen waren,
waar zjj, naar 't scheen, zouden scheiden. Hier ble
ven tij staan. «Havry» zeide Graves tot Ellsworth,
«hebt gjj twintig dollars bij u?» Harry aarzelde.
Hij scheen bjj riohzelf te overwegen of bij ja dan
neen zou zeggen. Eenigszins met weerzin haalde
hij een rol papieren geld uit zqn zak en telde
Graves twintig dollars in de hand.
De laatstgenoemde nam die som aan, met een
onverschilligen blik van dankbetuiging en stak het
papieren geld in zijn vestzak.
Dit ergerde den ander.
«Charley,» zeide hij, „vergeet, alB 't n belieft
niet dat het nu twee honderd is, en dat ik het geld
niet goed missen kan.»
„Gekheid, Harry,» antwoordde Graves laohend.
„Gij hebt geld genoeg, dat weet ik wel.»
nam Ellsworth, zeer ernstig.
„Wat heeft salaris er meê te maken hernam
Graves. „Alsof een van ons beiden daarvan kon
leven 1 Ik weet niet hoe het komt,» ging hjj
voort, „maar gij hebt er den'slag van om geld te
winnen, en ik niet. Bovendien zijn uwe patroons
zeer gelukkig in hunne zaken.'
„Gjj denkt toch met dat ik voor mijn eigen
rekening speculeer?» zeide Ellsworth.
„Houd U maar zoo niet,» sprak de ander, „of
ik zal denken dat gjj den ohef van uw achtens
waardig kantoor tot model hebt genomen,» en
Charley Graves begon op zeer plechtigen toon dien
persoon na te bootsen en sprak daarbjj zoo zalvend
door den neus, dat Ellsworth ondanks zichzelven
laobte. Daarop gingen de jongelieden van elkander.
Gravos liep door naar Madison Avenue, terwijl
Ellsworth Broadway vervolgde.
Dat wil zeggen, zooals zjj elkander wilden doen
gelooven. Maar na eenige schreden gedaan te
hebben, hield Graves stU, leunde een oogenblik
tegen het, hekwerk, dat het Square omringt, keerde
naar Broadway terug en liep, zelfs nog sneller dan
te voren, denzelfden weg op, dien hij afgekomen was.
Intusschen trad Ellsworth, in plaats van naar
huis te gaan, een koffiehuis in, waar hij een stoel
bjj het venster nam, en omstreeks tien minuten lang
naaT de voorbijgangers zat te zien. Toen stond hij
op, verliet het koffiehuis en stapte weder snel
de hqpfdstraat door, in dezelfderichting al*
Graves.
Keeren wq» tot'. William Hol» tereg, dien wjj
verlaten 'hïbbéh, terwijl1 hij zijn Weg 'ain debver-
zjjde van de straat vervolgde, verbitterd door de
ontmoeting met fitte oude bekanden. Hij liep met
gebaldé vuisten, hm. lichaam Voorovér gebogèn, ter-
wjjl zijn hoed met stappen, breeden rand bjjna ge
heel over zjjne oogen wss getrek kon-;,éls om zjjne
scheelheid te verbergen.
_y/Ik zou mjj er niet aan storen,' mompelde hjj
bjj zichzelf, „als moeder niet soheel zag. Maar
als zij mij bijnamen geven, denk ik aan haar, en
ik ben verd als ik het verdraag. Laat hen
maar oppassen.» Hq richtte rioh op, schoof zjjn
hoed achterover en zag uitdagend om zieh heen.
Daar kreeg hjj Virginia Bandal aan de andore
zjjde van de straat in 't oog. De uitwerking waa
als een tooverslag. Het waa merkwaardig de plot
selinge verandering van zjjn gelast te zien. Alle
sporen van booze drift, die het even te voren
misvormd hadden, verdwenen. Het klaarde niet
alleen op, maar was werkeljjk knap te noemen.
Virginia zag hem natuurlijk. Zq bezat de gave,
aan 'de meeste meisjes eigen, van altijd te weten
wanneer er een bewonderaar in de aabjjheid is. Dus
toen William Holt eerbiedig zjjn hoed afnam, werf
die groet beantwoord door een onverschillig knikje
en een glimlachje, maar niettemin lag er eene zekere
beteekenis in. Wordt vervolgd.)
ziexeuzaai, een u
is gestraft. imm
ii wangedrag, en
vangenbewaarcrefs
de gevangen!
ken, dat het
immer disciplinair wordt gestraft
Vbór niets terugdeinst. Aan
bewezen is, wat aan bekl. tan laste ia gelegd, dan
dient er eene zware «tref toegepast te worden.
Aan de mededeelingen van den heer Plet is het
te danken, dat de rechtbank volkomen overtuigd kan
zjjn van de toerekenbaarheid. De Weerd is een der
gevaarlijkste gevangenen met een bijzonder slecht
~:ter, dis nu beweert te willen werken, maar het
ifst verpleegd wordt als een zieke met ziekenkost
in de ziekenzaal, een man, die meer dan ééns erimi-
wegens
in dien hecht is het te dan-
tuchthuis niet is afgebrand, want daar-
bestond alle kans. Men stelle zich eens voor,
dat de bijzondere gevangenis was afgebrand, waarin
250 gedetineerden en de directeur met zjjn gezin
wonen, waar verschillende suppoosten aanwezig zjjn;
voor hen allen was levensgevaar te duchten door
die brandstichting, torwjjl er ook gevaar was voos
da omwonenden.
Wat ware er ta duchten goweest van het eventu
eel ontsnappen van eenige tuchtelingen? Eén dag
gevangenisstraf minder dan drie jaren gevangenisstraf
zou eene straf zjjn te gering en niet evenri
den aard van het misdrjjf. Spreker is overtuigd, dat
de rechtbank geheel en al zjjn denkbeeld zal zjjn
toegedaan en dat rij niet minder dan drie
straf zal en mag opleggen, en pos vordert spreker
do veroordi
De rechl
Gisteren' omstreeks
treoht in een kolenschuur
en mag opleggen, en pos vordert spreker
deeling van bekl. tot 3 jaren gevangenisstraf,
hfbank heeft hem daartoe veroordeelt.
brak er te Haas-
toebehooreade aan
Waterschap den Hoogen' ^oezem achter Haaa-
it een binnenbrand nit welke echter spoedig
eenige manschappen werd geblusobt en waarop
alle, steenkolen nit de schuur verwerkt werden.
Near aanleiding van het gerucht, 't welk onlangs
te Soerabaia liep, dat een Europeaan aan de ge-
vblgen van ach vergiftigiag zou overleden zjjn, wijdt
het Bat. Nieuwsblad een beschouwing aan de rol,
die het vergif in de Indische maatschappij speelt,
niet het vergif, dat men in apotheken aantreft, maar
de plantaardige vergiften, die da hoogere inlandsche
an de lagere indo-europeesche bevolking kont. Daarin
wordt handel gedreven. Het ie echter niet gemak
kelijk,^ eea goede verumeliag machtig te worden,
toch zqn er personen, die niet geringe verzamelingen
bezitten. Bjj den dood van een oude dame, die
stierf ais weduwe van vier mannen, alien achtereen
volgen in de kracht hut levens overleden, vond
men oen ha talrijk» takken verdeelde doos, waarin
verschillende soorten indischo plantaardige vergiften;
bovenop in elk vak lag een papiertje, vermeldende
in het Maleieeh de namen en de wjjae waarop de
vergiffen werden vervaardigd.
„Wij hebben,' zegt het blad, „destjjds zrlf de doos
gezien, en ofsohoon wij nu volstrekt niet beweren
dat de vrouw haar vier mannen door middel van
den inhoud dier doos naar de andere wereld heeft
geholpen, bekroop ons toch een hoogst onaangenaam
gevoel bjj de gedachte aan het een en het ander en
het gevaar, dat eventueel kon voortvloeien uit de
omstandigheid, dat znlk een doos als 'u soort tan
poesaka „in de familio bleef.»
„Veel misdaad bljjft intnsaehen op dit gebied
ongestraft. De geneesheeren constateeren een ont
steking of iets dergeljjks,1 maar da Oorzaak erran ligt
in het duister.
„Terwijl men weet dat dese of gene onder be-
paalde levensopstandigheden het gevaar van utr-
giftiging loopt, ziet men hem, die tot nog toe kern
gezond wa», plotseling bleek, zwak, vermagerd, riek,
met een «poofioertlficaat naar Europa vertrekken, of
wel men volgt zqn Hjk naar de laatste rustplaats,
met de wetenschap, als wars het, van de oorzaak
van zijn dood en de kennis van den persoon, die
hem veroorzaakt heeft. Maar hjj is gestorven, zoo
verneemt iedereen offioieel, aan acuts buikziekte.
En bij de inlanders, met wier leven en sterven
men zieh veel- minder ophoudt, vindt het vergif
ongetwijfeld oneindig veel meer toepassing.
Het bedenkelqkste van dien toestand is, dat de misda
diger ongestraft blijft. De oorzaak; van den dood wordt
gefluisterd, ja hardop verteld, maar daarbij blijft het.
Er is veel, dat daartoe brengt. Gewoonlijk is
door een geneesheer, op grond der verschijnselen,
een vermoedelijke ziekte opgegeven, waaraan de
ly! (1° 1]JclOTe9 is gestorven. Het zou onmen-
schelqk zqn, aan te nemen dat hjj er pleiner in
vinden kon, door een nader onderzoek een ddmenU
to ontvangen; zulk een onderzoek zon dan ook in de
eerste plaats moeten gehouden worden door offici-
eele deskundigen op het gewoonlijk reeds begraren
lichaamdat is reeds een hoogst onaangename taak
waarbq echter het ergste is, dat men gaat zoeken
naar iets, dat men, als het er is, waarschijnlijk niet
eens zal kunnen onderkennen in zjjn geaardheid en
in zqn uitwerking, omdat men van het een noch van
liet ander voldoende op de hoogte is.
En ook het onderzoek van justitie en politie zal,
behalve bjj een niet te voorziene, onverwachte, rrjj-
willigs bekentenis, bjjna altijd zonder gevolgen blijven.
Toch aeht het Bat. Hand. een ondersoek 'bij der
gelijke geruchten als waarop het zinspeelt hoog ge-
weuacht. Beter dat twintigmaal een omslachtig on
derzoek bewijst dat geen misdaad bestond, dan dat
één geval van vergiftiging ongestraft bljjft.
De monarohisten te Parijs hebben ten slotte toch
besloten een manifest nit te vaardigen. De Voor
zitter van het comité in het departement der Seine,
de heer Duval, deelt mede, dat het bestuur geen
oandidaat wil stellen en den kiezen aanbeveelt rioh
onzijdig te houden.
De meeste monarchistische bladen keuren deze
houding af en ontzeggen den heer Dnval het recht
namens da monarchisten te spreken. In allen ge
valle zal het manifest toch weinig invloed hebben,
want de meeste royalisten stemmen toch op gene
raal Boulanger.
Naar aanleiding dezer verkiezing geeft een
Parijsch blad, interessante opgaven over de kosten
der verkiezing van afgevaardigden sedert de invoe
ring van de lijstatemming. Parijs telt 480,000
kiezers; reeds het jaarlijkse!»' nazien der kiezerslijsten
maakt op de begrooting der stad een vaste post
van 85,000 frea. noodig. Dan komen de werkeljjke
kosten der verkiezing. De algemeens verkiezing in
1885 kostte aan de stad 770,156 fres. Toen in
1886 Gautier verkozen werd in plaats vanBochefort
beliepen de kosten voor de stad 94,795 fres. De
verkiezing van Metureur kwam haar op 105,000 fir.
te staan. Het hooge bedrag dier kosten verklaart
zich als volgt. De namen der kiezers moeten op
drie ljjsten worden ingeschrevon, voor dat aan elk hun
ner een kieskaart wordt overhandigd. Ala schrijf
loon staat daarvoor 6 centimes per kiezer; dat ver
menigvuldigd met het getal kiezers geeft eene som
van 27,000 fres. Op den dag der verkiezing wordt er
in 260 kiealokalen gestemd. Het personeel vsn ieder
lokaal kost 40 fres. Verder kosten voor sorteeriug der
kieslijsten en de verdeeling der stembiljetten, dan
aanplakbiljetten, drukloonen, bureaukosten, enz.
alt men dat alles optelt, komt men tot 65,000 fres.
voor personeel en 80,000 fres. voor materieel. Deze
getallen gelden alleen voor ééne verkiezing; is er
herstemming noodig, dan stijgen de kosten nog
aanzienlijk. Dat alles betreft slechts de stedelijke
administratie, maar hoeveel wordt, nog aan weers
zijden besteed door kieccomit'éa, da candidates
zeiven, enz.?
Volgens de beriohten nit Panama, zqn de
Begeeringen der Midden-Amerikaansche republieken
niet ingenomen met het besluit van den Ameri-
kaauschen Senaat om bq het graven van het Panama-
kanaal elke bemoeiing der Frantche Begeering te
weren. Men beschouwt daar hot besluit van den
Senaat als een inbreuk op de rechten der repu
blieken, welke volkomen onafhankelijk zjjn en zelf
over haar eigen zaken willen beslissen.
Een commissie van Fransche rechtsgeleerden heeft
verklaard, dat er geen twjjfel mogelijk is omtrent
het burgerlijk kirakter der Panama-Maatschappq.
Intusschen zal de nienwe Maatschappij het kanaal
roltooien en de oude Maatschappij zal harer opvolg
ster niet alleen de kanselwerken maar bovendien
al haar rechten orerdragen, het recht tot het
uitgeven van loten inbegrepen.
Generaal Harrison ie na werkeljjk tot President
der Vereenigde Staten gekozen. De kiescolleges, die
in Norember werden gekozen, kwamen in de hoofd
steden der verschillende staten bjjeen, om overeen
komstig hnn mandaten een President der Bepubliek
te beademen. Ofsohoon de uitslag dezer veritieaing
nog niet bekend is, weet men reeds vooruit, dat do
candidaat der republikeinen de meerderheid zal
behalen.
Het lot der legerwet in het Hongaarsche Huis
van Afgevaardigden is nog niet beslist.
l)e minister van oorlog, generaal Fqjervary, die
naar Weenen was gegaan, hield na zjjn terugkeer
een tweede redevoering voor de tret, welke hjj als
een „onveranderlijk compromis» tnsschen Hongarije
en Oostenrijk besohouwde. Een tweede rede in
denzelfden geest werd gehouden door den heer
Stephen Tisza, den zoon van den minister-presi
dent, die bjj deze gelegenheid zjjne eerste rede
voering in de Kamer hield.
De regeering ia bereid, zooveel mogeljjk den
bezwaren der Hongaren te gemoet te kernen, maar
zij bljjft vasthouden aan de bekende bepalingen
betreffende de Duitsohe taal en de «eenjarigen»,
daar deze voor de eenheid van het Ooatonrjjksch-
Hongaarsoh leger onmisbaar zjjn.
De in den Reichsanseiger openbaar gemaakte akte
van beschuldiging in de zaak-Geffken bevat in wer
kelijkheid niet veel nieuws, want dat prof. Geffken
tot de openbaarmaking van het dagboek niet ge
machtigd was, en dat hjj tot dien ataD overwin»
U" fkeS^ed,krdige bew8egr<Klenen en ter voltwnkg
vqpihet beeld van keizer Frederik. wist men racS.
----- uouorn, WI8L men raad*.
Evenzeer iade beschuldiging bekend, dat prof. Geff
ken handelde uit vijandschap jegens den rijkskanae-
lier en om dezen omver te werpen
Het grootste deel der akte van 'besehuldiging ia
gewqd aan het betoog, dat enkele plaatsen uit het
dagboek geschikt zqn om de betrekkingen van Prui
sen tot hot rqk, zoomede die van het rqk tot de
buitenlandsche regeenngen te beoadeelen Dit is.
volgens de akte van beschuldiging, o. a. het geval
met hetgeen de toenmalige kroonprins op 26 Febru
ari in zqn dagboek schreef: „Thiers wilde niet toe-
goren aan Bismarck's verzoek om ons Luxemburg
te verschaffen», waarop toen het alternatief Metz of
Belfort werd gestold. Daarover wordt in de akte
van beschuldiging gezegd: „Deze mededeeling had
tegenover de Luxemburgsche en Fransche regeerin
gen in het belang ,an het Duitsche rqk geheim moe-
ten gehouden worden, want zjj is geschikt om de
mogendheden, die de onzijdigheid van Luxemburg
gewaarborgd, hebben, en de groothertogelijke regee-
ring zelve, met wantrouwen te vervollen omtrent da
oprechtheid der Duitsche politiek.
Van belang is nog dat prof. Geffken, zooal. in de
akte van beschuldiging wordt aangeroerd, de schrij
ver ia van de twee proclamation, welke bn de
treonsbestqging van keizer Frederik rijn uitgevaar
digd en tot opschrift hebben „Aan mijn volk» en
•Aan der. rijkskanselier».
Voor de vijandschap van prof. Geffken t4en
prins Bismarck getuigt dit in elk geval niet.
Bismarck ontvangt voortdurend specialiteiten en
de invloedrijkste leden der partijen om met hen
te spreken over het Oost-Afrikaansehe ontwerp. Het
moeuqkate punt is, naar men wil, het karakter dat
men geven zal aan het zoogenaamde koloniale of
politie-korpsmen wil vermijden, dat dit korps tot
de Bqkstroepen wordt gerekend.
In de begrodtings-commissie van den Kjjksdag
heeft de Minister van Financiën, Maltzahn verklaard
dat hjj nog niet stellig zeggen kon, of de international
suikerconventie tot stand komen zon; de Duitsehe
Begeering bereidde zich op dat geval voor, maai
zon haar tootreding alleen dan volhouden, wanneer
zij overtuigd was, dat do overeenkomst door alle
partijen eerlijk zon worden nagekomen.
Vervólg en slot.
Welke daden heeft nu de partjj
volbracht? Zjj nam de regeering over in een ti'd
datde verantwoordelij beid groot was. Met uitzondering
der opperste tien duizend, die de Belgische koek
ondar elkander verdoelen, heerscht in alle kringen
groote ontevredenheid. De arbeidende klassen, ge
drukt door materiëeleu nood, weerloos prjje gegeven
aan de exploitatie der werkgevers, zonder de
politieke rechten, zelfs zonder de weldaad dei
elementaire ontwikkeling, beginnen zieh te v®r»j
tegen een stelsel, dat alleen zorgt voor het weizqu
der rijke bourgeois. De kleine burgerstand, die be
schikt over eenig bezit en, dank zjj den liberalen
gemeentebesturen, over eenige geestesontwikkeling,
wordt het eveneens moede, in den staat beschouwd
te worden als het onmondige kind, dat in staatszaken
niet mode mag spreken. En in de hoogere bour-
goiaie zelve, in -den boezem dier 116,000 kiezers
wordt het rechtsgevoel wakker, dat niet langer ver
draagt, dat aan het geld alle recht en aan het ver
stand in 't geheel geen recht toebedeeld wordt. De
Belgisohe radicale partq bestaat uit burgers en kie
zers, die volstrekt er niet op uit zjjn om den staat
om te keeren, want zjj begrijpen te goed dat hun
eigen bezit daarmede nauw samenhaigt. Zjj wil
veeleer door het verleenen van rechten aan de staat
kundig van alle recht verstokenen die staatsomkeering
roorkomen. Zoo grjjpt de heersehende ontevreden
heid van onderen op steeds meer om zieh heen
naar boven toe onder de massa's. De regeering rust
echter eenvoudig op hare lauweren nit. Zjj houdt,
wat zq den kiezers beloofd heeft, nameljjk niet te
laten raken aan hun privilegiën. Derhalve is haar
programma zuiver negatief: geen verplicht volks-
sohoolonderwqs, geen sociale hervorming. Wat zq
sedert 1884 voor positiefs geleverd heeft, kan men
zelfs met het sterkste vergrootglas niet ontdekken.
De kiezers verlangen dan ook volstrekt geen posi
tieve maatregelen en rergenoegen zioh met het ant
woord, dat wijlen de minister Malou gaf op de vraag,
wat hjj eigenlijk gedurende zqn 7jarig ministerschap
had uitgevoerd: Nous avotts ve'cu
Terwql het ministerie Malou met eenig gevolg
zjjngeheele zorg kon wjjden aan het ééne doel, een
lang, zjj 't ook werkeloos bostaan te hebben, bevindt
zich het ministerie Beernaert niet meer in de aan
gename positie, alleen te leven voor de genietingen
van het ministerschap. Bq de beide bestaande staat-