Bnltenlandsch Overzicht. orcretzottden: ENGELAND in het jaar 1888. Een eigenaardige plechtigheid had heden middag in het bijzijn van het geheele dagpolitie-personeel, aan het bureau van politie alhier, plaats. De Com missaris van politie, de heer J. W. Tuinenburg, reikte n.l. namens den Algeraeenen Nederlandschen Politiebond de in de vorige Algemeene Vergadering vastgestelde dienstinedailles uit; aan de agenten van politie le klasse J. P. Zitwing de zilveren en J. P. Delchambre de bronzen medaille. Met gepaste toe spraak schetste Z.Ed. Gestr. de wording van den Bond en het goede reeds door denzelve tot stand gebracht, en uitte den wensch dat nog meer leden dan tot dusverre zouden toetreden. Ofschobn de Bond reeds een zes honderdtal leden en plus minus vier 'honderd donateurs en begunstigers telt, is algemeene samenwerking van het Nederlandsche politie-personeel zeer gewenscht ora de leuzeEendracht maakt macht,,/ in het vaandel van den Bond geschreven, tot wer kelijkheid te doen worden. De dienstmedailles, ge leverd door den heer W. Begeer alhier, zijn net uitgevoerd. Aan de eene zijde prijkt het symbool van den Bond: een kraaiende haan, waaronder de woorden: „altijd waakzaam", benevens een schild waarop: „jaar trouwe dienst." Aan de keerzijde staan de woorden: „Algemeene Nedorlandsche Politiebond." De medaille wordt gedragen aan een lint bestaande uit de Nederlandsche kleuren met oranje omzoomd. Bij de medaille behoort nog een brevet. De verslaggever van het Handelsblad schrijft o. a. over den schaatsenwedstrijd te Hamburg: Over de ontvangst zijn onze landgenooten niet bijzonder tevreden. De Nederlandsche vlag ontbrak geheel, zoodat uw correspondent die op eigen kosten moest laten halen. De muziek speelde alles behalve het Wien Neerlandsch bloed, en geen enkele keer werd eene fanfare gehoord, als een onzer rijders won. Het publiek reed gedurig op de baan, hetgeen zoo wel voor de rijders als voor de jury zeer lastig was. De mooie uitslag wordt daardoor niet minder. Eere het wakker drietal, dat de eer van ons vaderland zoo goed handhaafde. Omtrent den toestand des Konings geeft de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. een uit voerig bericht, waaraan wij het volgende ontleenen: „Verleden Vrydagarond werd Z. M. gelijk uit alle berichten duidelijk is gebleken, door een aan val van beroerte getroffen. Men vreesde dien nacht, waarin de hooge lijder als roerloos bleef, dat hij zachtkens zou insluimeren; tot S uur in den nacht verliet H. M. de Koningin het ziekbed niet; toen zij zich verwijderde, gaf zij uitdrukkelijk last om, zoo de fatale slag dreigde te vallen, haar tijdig te waarschuwen. Tegen den morgen echter keerde het bewustzijn by Z. M. terug. Het bleek toen al dadelijk, dat de kleine hersenen niet hadden geleden; ,van verlamfning was geen spoor te ontdekken; doch daarentegen schenen de groote hersenen te zijn aangedaan en een verweeking daarvan kwam al spoedig aan het licht. Sedert is de hooge lijder, naar mij van alle zijden wordt ver zekerd, lichamelijk weder iets bijgekomen; ondanks het gebruik van slechts weinig voedsel (wat topioca- bouillon en fleur d'orange) heeft Z. M. in de eerste dagen ongeveer niets genuttigd en niettemin namen de "krachten nog zichtbaar toe. Daarentegen zijn de moreele krachten, althans in de laatste dagen niet versterkt. Het is helaas te vreezen, dat de Koning in dat opzicht niet weder geheel zal herstellen. trekken, hetzij zij, evenals oudtijds de zonen Gods, die de dochteren der menachen zagen dat zij schoon waren, bozwyken voor de verzoekingen, die hun eenmaal zoo schandelijk toeschenen, 9 in ieder geval hebben zy aanspraak op de sympathie van elk eerlijk hart. Het plotseling stilhouden van het rijtuig aan de pont over den Hudson wekte Clara uit haar wakenden droom en Castleton uit den zijnen, en maakte oen einde aan alle verdere bespiegeling van beide zijden. „Zijn wij er vroeg de jonge dame. „Nog niet. Wij zijn aan de pont." Toen de pont omstreeks in het midden van de rivier was gekomen, zagen beidon verlangend naar het stoomschip uit. Zy waren teleurgesteld. Onder de talrijke vaartuigen van allerlei soort, die men in de baai kon zien aankomen, was het on mogelijk de „Azië* te onderscheiden, als dit schip werkelijk zichtbaar was. Eindelijk kwam het rijtuig aan de de Cunard-haven, waar Castleton vernam dat hot nog wel een half uur zou duren voordat de „Azië" binnen liep. Een poos bleven zij beiden in hun rijtuig, en wisselden slechts enkele woorden. De zon was onder gegaan, maar in hare plaats scheen er eene prachtige volle maan aan het heldere, blauwe uitspansel, en de schaduwen teekenden zich zoo scherp af, dat het scheen alsof zij tastbare ge daanten waren. Vandaar, dat men reeds aan de Begeering het plan toeschreef om een tijdelijk Regentschap aan de ver- eenigde Staten-Generaal voor te stellen. Toch is dit nog niet in ernstige overweging genomen, omdat de geneesheeren den toestand des hoogen lijders niet van dien aard beschouwen, dat hij volslagen buiten staat geacht kan worden de Regoering te blijven waarnemen. Ook prof.. Rosenstein moet, met het oog op de naaste toekomst, op verlangen der Regeering den Koning gisteren andermaal hebben bezocht. Het zeer voorzichtig gestelde bulletin, daarna uitgegeven, doet duidelijk zien, dat men uitsluitend van de toe neming der lichamelijke krachten en van niet sterken achteruitgang ten aanzien van de chronische kwaal sprekende, de ernstigste zijde van 't lijden geheel buiten bespreking laat. Misschien bestaat daartoe thans eene goede reden. Sedert een paaf dagen was Z. M. bij' tusschenpoozen weder op en bij machte om althans eenige spoedeischende besluiten te onder teekenen* De wijze, waarop die onderteekening plaats had, bewijst evenwel, dat de toestand nog alles be halve bevredigend is. „Zooveel is zeker dat de hooge lijder in de paar laatste dagen rustiger is geworden; aanvankelijk wekte zijn opgewondenheid, waarvan ik kiesheids halve geen bijzonderheden zal meedeelen, de grootste zorg; langzamerhand is echter verandering daarin gekomen en in de laatste dagen is de toestand meer die van apathie. „De Koning is zich ten volle van zijne positie bewust in de heldere oogenblikkenverschillende bevelen, door hem gegeven doen dit zien. Ik heb ook uit de beste bron vernomen, dat de komst van den vice-admiraal van Cappellen op 't Loo geen andere beteekenis had dan dat Z. M. zijn einde voorziende, dezen vertrouwden vriend wilde vaarwel zeggen. Geen staats- of marinebelangen zijn in die samenkomst besproken; Z. M. wilde alleen afscheid van zijn adjudant-generaal nemen. „Dat men in de hofkringen overtuigd is van den spoedigen afloop der crisis, behoef ik niet te ont veinzen. Reeds het feit, dat de bekende Parijsche modiste, mad. Beckers, herwaarts is gekomen om zich op een algemeenen en langdurigen rouw voor te bereiden, is een veeg teeken, al behoeft men daarom niet met den specialen correspondent van Figaromr. Brasseur, die poolshoogte kwam nemen, als vaststaande aan te nemen, dat het einde nog deze of in het begin der volgende week zal naderen. „Dergelijke gewaagde voorspellingen laat ik aan anderen over. Hoewel het misschien voor den vor- stelijken lijder te wenschen ware, dat hij niet al de phaseseener ziekte hebbe te doorleven, is d® mo gelijkheid geenszins uitgesloten, dat Z. M. nog eönige maanden, althans weken behouden blijft.,, Men schrijft uit Maastricht: Toen gisteren het vijfdaagsche traktement aan de muzikanten van de stafmuziek zou worden uit betaald, bleek het dat het daartoe bestemd» geld, ten bedrage van 150, dat daags te voren in een goed gesloten kistje in eene der kasten van de hoofdwacht was geborgen, verdwenen was. Tot hiertoe is het niet mogen gelukken den dader op te sporen. In het laatstverschenen nummer van het Soc. Weékbl. wijdt mr. Goeman Borgesius een pleidooi aan de aanstelling van fabrieksinspecteurs. Hij wijst er op dat, juist met het oog op de verschillende toestanden I Eindelijk hoorden zij roepen dat de „Azië" iu de nabijheid was. Dadelijk stappen beide uit om het schip te zien binnenloopen. Buiten het hek stond het vol kruiers en huurkoetsiers, commissionairs, en leêgloopers. Binnen' hot hek wachtten degenen, die gekomen waren om vrienden te verwelkomen, of die zaken met het schip uitstaande hadden. Op eenigen afstand zag men het stoomschip aankomen duidelijk hoorde men het geluid van de langzaam omwentelende raderen, en Clara tuurde totdat haar hart hoorbaar klopte. Op dit oogenblik was een boeier in groot gevaar van overzeild te worden. „Een vaartuig vlak voor den boeg," riep een van de bemanning, die op den uitkijk stond, den loods toe. Het scheen dat de waarschuwing te laat kwam, of de loods durfde zoo 8tfcbt aan wal zijn koers niet veranderen. Eene uitbarsting van vloeken waarmede eene dreigende botsing altijd gepaard gaat begroette den ongelukkigen boeier. Maar op hetzelfde oogenblik dat iedereen niet anders dacht of het kleine vaartuig zou door de golven verzwolgen worden, wendde het eensklaps bij den wind, en schoot over n anderen boeg voort. Een krachtige verwenschim: werd den boeier toe- gebulderd, toen hij aan de ljj weder te voorschijn kwam als eene schaduw, die over de golven zweefde. „Pas jij maar op je eigen schuit en ik zal w t en gebruiken bij de nijverheid, het opnemen van al gemeene verbodsbepalingen niet wenschelijk is. Volle dige kennis van bijzonderheden is noodig en juist daarom is de benoeming van inspecteurs wenschelijk. Er zal ook bij de inrichting van fabrieken en bij het nemen van maatregelen tegen ongelukken veel aan het beleid der fabrieksinspecteurs moeten worden overgelaten. Weten zij het vertrouwen der indus- trieelen te winnen, dan zullen zij in zeer vele ge vallen verbeteringen kunnen bewerken, zonder dat het noodig wezen zal den steun 'der wet in te roepen. Inspecteurs, die hun roeping begrijpen, zullen niet alleen de adviseurs der Regeering worden, maar ook de raadgevers en voorlichters der ny verheid. En dat dit geen droombeeld is, leert de ervaring, o. a. in Engeland en Zwitserland opgedaan. Daar worden de inspecteurs telkens en telkens geraadpleegd, en van oppositie tegen deze, in vroegeren tijd door de nij verheid bestreden instelling is in het geheel geen sprake meer. Dat er alleen in ons land voor deze betrekking geen geschikte personen te vinden zouden zijn, is niet aan te nemen. Verkeerd zou het intusschen zijn, de keuze der Regeering tot deze of gene categorie van ambtenaren of technici te beperken. Waar een geschikt persoon te vinden i?, moet zij de hand op hem kunnen leg gen, zonder te vragen, tot welt gild hij behoort. Een particulier zonder eenig diploma of eenigen titel zou voor dit ambt zeer wei de voorkeur kunnen verdienen boven ieder ander. Trouwens, de tegen woordige minister van justitie heeft zich, door per soonlijk onderzoek en door ijverige studie van het onderwerp, oo\ te goed op de hoogte gesteld om niet te weten, aan welke eischen een fabrieks-inspec- teur moet voldoen, en niet te beseffen welke groote belangen bij een omzichtige keuze gemoeid zyn. En dat de Minister zelf fabrieksinspecteurs wenscht, heeft hij getoond als lid der enquête-commissie, welke eenstemmig in dien zin heeft geadviseerd. Waarschijnlijk achtte hij bij de indiening van zyn ontwerp den tijd nog niet gekomen om definitieve inspecteurs aan te stellen, omdat hij, blijkens zijne verklaring in de Kamer, de hh. Struve en Bekaar reeds eenigermate als tijdelijke inspecteurs beschouwt. Nu echter weder enkele maanden zijn verloopen, ge durende welke de bovengenoemde verdienstelijke amb tenaren nog een paar provinciën hebben doorgereisd en onderzocht, nu is het te verwachten, dat de Mi nister niet alleen geen bezwaar zal hebben om aan het algemeen geuite verlangen der Tweede Kamer gevolg te geven, maar zelfs gretig deze gelegenheid zal aangrijpen r om zyn eigen wensch te verwezen lijken. Aan de Tweede Kamer is een adres gericht door de Vereeniging van Nederlandsche steenfabrikanten ter zake het ontwerp van wet tot het tegengaan van overmatigen arbeid van jeugdige personen en vrouwen. Zij waardeert zeer de moerdere staatszorg op het gebied van den arbeid van jeugdige personen en vrouwen, en is ook van de noodzakelijkheid er van overtuigd. Waar echter in dit ontwerp van wet in artikel 1 sub 1 werkzaamheden in ae open lucht, in of voor de bedrijren van landbouw, tuinbouw, veehoudery of veenderij worden aangemerkt als waarop deze wet niet van toepassing is, vermeent zy, dat dit met niet minder recht gezegd kan wor- I den van de steenbakkeryen. De werkzaamheden op do myne passen," riep de man, die aan het roer van den boeier zat. Een luid gelach volgde hierop, daf op het sohip herhaald werd, on waar mede men aan wal instemde. Intusschen kwam het stoomschip allengs op zijne ligplaats, maar het duurde nog een poos eer het zoo dicht aan den wal was, dat de loopplank gelegd kon worden. Het bovendek stond vol passagiers en Castleton en Clara spanden hunne oogen in om du Barry te ontdek ken onder de menigte hoofden, die verlangend of nieuwsgierig naar wal gekeerd waren. Geen wonder dat onze vrienden hem niet her kennen. Daar staat hij evenwol, al hebben beiden herhaaldelijk naar hem gezien en zijn beiden tot het besluit gekomen, dat hy het niet is. Ja, ik zie hem duiddelyk; maar ik zal hem niet aanwyzen. Laat hen maar zoeken. Daar wil ik het myne van hebben. Eindelijk werd de loopplank gelegd, en de pas sagiers begonnen aan wal te stappen. Castleton stond by het hek, terwyl Clara genoodzaakt was zyn arm te nemen om niet weggedrongen te worden. Elk gelaat ,werd aan een streng onderzoek onderworpen. Onze vrienden begonnen reeds te vreezen dat hy zou voorbyglippen zonder dat zij hem herkenden, toen een rijzig persoon van een voornaam voorko men langzaam kwam aanstappen. Castleton ont moette zijn blik. In de uitdrukking daarvan was iets, dat hem den adem deed inhouden. {Wordt vervolgd.) toch op de steenbakkerijen, die door jeugdige per sonen 00 vrouwen geschieden, hebben geheel in de open lucht plaats. Die arbeid wordt alleen ver richt van het laatst van April tot medio September; gedurende dien werktijd, die in ongeveer 20 wefken afloopt, kan er alleen bij droog weder gewerkt worden, waardoor er niet aanhoudend maar met tusschenpoozen gewerkt wordt. Van de 120 werk dagen waarop gowerkt kan worden, wordt feitelijk slechts gedurende 80 dagen arbeid verricht, omdat de overige dagen wegens regen weder geheel afvallen. Er blijft dus een derde van den tijyi over, waarin volstrekt geen arbeid van jeugdige personen en vrouwen gevergd wordt, evenmin als in de overige 7 maanden van het jaar. De jeugdige personen en vrouwen op de steen bakkerijen, die hun werk geheel in de open lucht verrichten, en door wie, over een vol jaar gerekend, slechts gedurende 80 dagen gewerkt wordt, zien er over het geheel genomen zeer gezond en welvarend uit. De arbeid, die van hen govergd wordt, gaat vootal na de invoering der machines, hunne krach ten volstrekt niet te boven: hij is vooral niet meer voor jeugdige personen en vrouwen dan de veld arbeid en de arbeid in de veendcryen. Bij buiten gewone hitte in den zomer worden do werkzaamheden op het midden van den dag op bijna alle fabrieken gedurende 2 a 3 uren gestaakt, hetgeen bij den veldarbeid volstrekt niet het geval is, vooral niet in den hooityd. Op. de dagen, waarop het weder toe laat te werken, duurt die arbeid onder aftrek der schafttyden voor jeugdige personen hoogstens 10 uren, voor vrouwen veel korter. De Vereeniging geeft in overweging, het ontwerp niet op de steenbakkerijen van toepassing te doen zijn, maar die onder de bedryven, in artikel 1 sub 1 vermeld, op te nemen. De Engelsche, althans do Londenscho provinciale Staten, de County-council, in het leren geroepen door de Local gouvernment reform, bestaan sedert Vrijdag. Men weet nog niet in welke richting dat nieuwe college de materieele belangen, dié aan zy'ue zorg zijn toevertrouwd, zal besturen, noch in welke mate het bestemd is om de omwenteling te bewerken, die door Lord Roseberry in het gemeenteleven Toorspeld is. De stemming is echter in meer dan één opzicht merkwaardig. De hoofdstad van het Vereenigd-Koninkrjjk, die bij zuiver politieke ver kiezingen een der aterksto vesten is der conservatieve partij, heeft in de provinciale vertegenwoordiging de meerderheid gegeven aan de liberalen. Van de 118 plaatsen zijn 70 aan de liberalen ten deel gevallen, terwyl ook meer dan één stoutmoedig hervormer, meer dan een radicaal verkozen is. John Burns, de welbekende soaialist, wiens werkzame rol in de betoogingen der worklooze arbeiders op Tra- falgar-squaro nog niet vergeten is, behoort onder die candidaten welke de meeste stemmeu verkregen. De heeren Osborn en Eneas Smith, ultra-radicalenj zyn in het district Chelsea verkozen. Verscheiden gladstoniaansche liberalen, die als zoodanig zich ver kiesbaar gesteld hadden, hebben een zetelgewonnen. •Lord Roseberry en Sir John Lubbock werden door de City benoemd. Van drie dames, die eandidaat waren met zeer geavanceerde programma's zijn er twee verkozenLady Sandhurst en miss Jane Cob- den, de dochter van don bekenden apostel van den vrijen handel. Haar verkiezing zal de quaestie der verkiesbaarheid der vrouwen weder aan de orde brengen. De wet kent der vrouw stemrecht toe bij met-politieke verkiezingen, maar eene andere vraag is of zij zitting kunnen nemen in een lichaam als onze provinoialo Staten. De raad zelve zal daarover moeten oorileelén, Eene andere interessante zijde der verkiezing is geweest de bijna volledige uitsluiting van de aftra pende leden der commissie voor openbare werken. Men weet dat deze verdwynt, terwyl hare bevoegd- neid overgaat op den nieuwen Council. De meeste e en dongen naar het lidmaatschap, maar zonder gevolg. Zy werden verdacht, zoo niet van verduis- tenng en konkolary, dan toch van iets dat er zeer naby komt. De kiezers hebben aan liberalen en radicalen, wier eerlykheid boven alle verdenking ver- heven is, de voorkeur gegeven boven conservatieven, wier rechtschapenheid niet onverdacht was. Het kan zyn, dat de politieke kleur der gekozenen dienten gevolge toevallig is: het is mogelyk, dat de kiezers eenvoudig hebben omgezien naar een raad, bestaande r-r», die in de eerste plaats een eervolle reputa- ïe hadden, die zykozen ondanks hunpolitiekemeening en met jnist daarom. Hoe het zy, de groote macht, oie tot dus ver berustte by oorporatiën, d. i. bij de gehl-arisiocraten, gaat nu over op een groot, op vrye verkiezingen berustend lichaam. Zal dit zioh op den duur houden binnen de by de wet gestelde rf-'\ zooals de „Times» vreest, een politioke rol willen spelen Dit moet de tyd leeren doch geheel Engeland gevoelt, dat men staat aan het begin eener belangwekkende proef. Te Berlyn zet de streng-eonservatieve Krrnz- Zeitung den stryd tegen prins Bismarck voort. Het orgaan der militaire party veroordeelt ten heftigste de openbaarmaking van de akte van be schuldiging tegen professor Geffken en verklaart, dat door deze handelwijze do lünspreuk', waardoor Pruisen groot is geworden„Met ,,God voor koning en vaderland», ten diepsto gekrenkt is. De National Zeitung noemt deze beschuldiging der Kreuz-Zeitung een pronunciamimto, waardoor prins Bismarck openlijk de handschoen wordt toegeworpen. Prins Alexander van Bottenberg, de gewezen vorst van Bulgarije, die te Weenen vertoeft ten einde Keizer Frans Jozef de ridderorden van zijn overleden vader, prins Alexander van Hessen, terug te brengen, wordt overal mot de grootste onderscheiding bejegend. Niet alleen wordt de Prins door don Keizer en de Aartshertogen met beleefdheden overladen, maar ook in het openbaar wordt hij door de bevolking met levendige toe juichingen begroet. De diplomatieke betrekkingen tusschen de Ver- eenigde Slaten en Engeland zijn nog niet geheel hersteld. Lord Salisbury, niet«ten onrechte gekrenkt over de wijze, waarop lord SackviUe te Washington werd bejegend, haast zich niet een opvolger te benoemen. De regeering der Vereenigde Staten heeft daarom nu ook haar gezant te Londen, den heer Phelps, met onbepaald verlof naar Washington ontboden. De gewono bezighede# aan beide legaten worden nu voorloopig door de secretarissen waar genomen. Mijnheer de Redacteur 1 Gaarne zou ilc eenige inlichtingen ontvangen omtrent eene kwestie die zich voor mij heeft op gedaan en hoewel niet direct, dan toch door Uw tusschenkomst, is ontstaan. Immers, had ik de Goudeehe Courant niet gelezen, (en wie kan dat nalaten) dan had ik nooit ge weten dat er een prinses van Oranje bestond, wel eene prinses Wilhelmina. Daar ik echter meermalen in (Jw blad las var. de prinses van Oranje en wei aldus getituleerd door personen die het naar mijn inzien weten konden, werd ik er zoo in gesterkt dat ik het voor waar aannam en gisteren in gezelschap zijnde, waar het eerst betwijfeld -en later bepaald tegen esproken werd, er stout eene fyne flesch tegen urfde zetten. Dit werd direct aangenomen en wei onder vroolijk gelach, maar ik dacht bij mij zelf, wacht maar vrienden, wy zullen eens zien, wie het laatst lacht. Ik kom dan ook van daag triomfantelijk aandragen met twee Goudsche Couranten en wys op de na volgende berichten: Raadsverslag 24 Aug. Prinses van Oranje, aldus genoemd door het corps officieren der d.d. Schutterij. Telegram 81 Aug. Prinses van Oranje, aldus ge noemd door den Gemeenteraad. Asjeblief zei ik, verder nog te twijfelen, zeker niet? Geef dus de flesch maar en schenk eens in. Maar ja wel, daar kwam niets van. Eerst dit maar eens gelezen zei er één: „de „oudste van des Konings zonen voert den titel van „Prins van Oraiye." Met deze woorden uit de grondwet voelde ik de flesch my ontglippen; doch ae ontdekking dat het geen uitgaaf van de nieuwe grondwet was, gaf mij weder eenige hoop. Ik waagde het dan ook dit in het midden te brengen, daar het kon wezen dat men de zoon in een dochter veranderd had. Lees dit dan maar was het antwoord en men lag my de wet voor van 14 Sept. tot regeling der voogdy over H. K. H. Wilhelmina Prinses der Nederlanden. Onder ons gezegd, ik geloof bepaald dat ik het kind van de rekening ben. Of is er iemand die voor mij de kans doet keeren? Hij kan er van overtuigd zyn, dat hy op de dankbaarheid kan rekenen van - JOCHEM Juniob. {Vervolg en slot.) Steeds duidelijker komt het streven der Regee ring uit, eindelijk niet slechts de verleiden, maar de veel strafwaardiger verleiders rekenschap te vra gen, getuige de tegen sommige der meest beruchte Iersche afgevaardigden ingestelde strafvervolging en de in twee gevallen reeds gevolgde veroordeeling tot lange gu^wagenstraf met dwangarbeid. De Times heeft ontegenzeggelijk uitstekende diensten bewezen door de werkelijk schuldigen aan de uitspattingen en het schrikbewind in Ierland ter verantwoording te roepen; niet bevreesd voor de mogelijkheid van ont- zettend hooge schadevergoeding en gerechtskosten iu geval zij een proces wegens laster verloor, heeft zij deu leider der geheele beweging, Mr. Parnell, op de vmnigste wijze aangevallen en tentoongesteld. De „ongekroonde Koning" van Ierland vermeed echter den weg van rechten en riep het blad niet voor eene rechtbank van gezworenen, maar eischte door zijne Engelsche bondgenooten, dat de uitgever en de hoofdredacteur der Times zouden worden gedaagd voor de balie van het Huis der gemeenten, om daar ex cuses te maken voor eene beleediging, een lid van het Hub aangedaan, en daarna de verdiende straf te ontvangen in den toren van het Parlement. De Regeering weigerde evenwel tot deze wel rechtens bestaande, maar verouderde handelwijze over te gaan en bracht den heeren Gladstone en Parnell onder het oog, dat hot er voor den leider der Iersche partij minder op aan kwam de Times te straffen, dan wel zijn eigen karakter te zuiveren van de tegen hem ingebrachte zware beschuldigingen, waartoe .de re geering bereid was alle mogelijke medewerking te verleenen. Dit leek Mr. Parnell en den Ieren minder, maar zij waren door den stand der zaak genoodzaakt een goed gezicht te zetten bij een slecht spel en zoo kwam het, dat er een college van drie rech ters werd ingesteld, de Parnell-comuibsie, waarvoor nu bet geheele drijven van het Iersche schrikbewind wordt uiteengezet en die nu zal hebben uit te maken of de beschuldiging van de Times, dat Mr. Parnell en andere voorname leiders de eigenlijke aanleggers zijn van de moorden in het Phoenixpark te Dublin en andere agrarische gruwelen, gegrond is of niet. De commissie heeft dus slechts een moreele scheids rechterlijke uitspraak te doen, zonder verdere straf rechterlijke gevolgen. Maar het gewicht van dit platonisch scheidsgerecht b klaar, daar op grond daarvan of Parnell spoedig voor het strafgerechtshof zal gedaagd worden, of hem de gelegenheid wordt gegeven tegen de Times een aanklacht wegens laster en eerroof in te dienen, in welk geval, ab de on gegrondheid der beschuldigingen door de commbsie b erkend, eene Britsche jury niet nalaten kan aan Mr. Parnell een schadevergoeding toe te kennen, die waarschijnlijk niet minder dan 100 duizend pond sterling zal bedragen. Het voorbeeld van letland en het succes, dat de agrarische beweging aldaar gehad heeft door verla ging der pachten en de voor de pachters gunstige landswetten, is niet zonder uitwerking gebleven op de stamverwante Keltische bevolking in het hoogland van Schotland en Wales, waar'evenzeer landliga's, gedeeltelijk door Mr. Davitt en andere Iersche on ruststokers, gesticht werden.' Herhaaldelijk kwam het tot ernstige ongeregeldheden, die door militairen moesten bedwongen worden, waardoor de agitatie wel onderdrukt, maar niet gestild werd. Andere onlusten 'waren er nog te Londen, waar tengevolge van oproerige bewegingen onder het ge peupel in West-End, de volksvergaderingen op Tra falgar-square verboden werden. Dit was bepaald nood lij k voor de veiligheid der stad. De politie ging daarbij wat al te „liberaal" te werk met haar stok ken, zoodat dit tot zulke opgewonden demonstraties in de pers en het parlement aanleiding gaf, dat het hoofd der Londensche politie, Sir Charles Warren, ten slotte zijn ontslag nam en voor een minder mili tair man plaats maakte. Voor arbeidersoproeren en groote werkstakingen bleef daarentegen het land gespaard. Handel en verkeer verbeterden, zij 't ook langzaam en matig, maar toch voortdurend en gestadig; de oogst was insgelijks bevredigend en op elk gebied heerschte goede vraag naar arbeid bij handhaving, ja, voor uitgang der bestaande loonen. Over het algemeen was er dus geen reden tot klagen; in enkele takken der nijverheid heerschte desniettemin ontevredenheid, omdat de buitenlandsche concurrentie en de mede dinging van vreemde werklieden op Engelschen bo dem zich duidelijk laat waarnemen. De met zooveel drukte in 't vooijaar op het getouw gezette beweging om in de bakermat van den vrijen handel de invoering van beschermende rechten te verkrijgen, loopt op niets niets uit, daar de bevolking in geen geval wil hooren. van het duurder maken der eerste levens behoeften; dientengevolge komen de booze buien meer op het hoofd der vreemde arbeiders, welke door grooter vlijt en grooter bekwaamheid, en daarenboven ook door het aannemen van geringer loon, de in- heemsche werklieden verdringen en den prijs van den arbeid doen dalen. Dit is inzonderheid merkbaar te Londen, waar eenige bedrijven om die redenen zoo half en half den Engelschen uit de handen ge nomen zijn, hetgeen geleid heeft tot eene verbitterde stemming jegens vreemdelingen, vooral jegens de Duitschere. Verschillende vergeefsche plannen, echte doodgeboren vruchten, werden ontworpen, om den toevloed te keeren; daar deze echter weinig kans hebben om verwezenlijkt te worden, heeft men naar krachtiger middelen uitgezien, om den werkeloozen in Engeland in staat te stellen hun levensonderhoud te verdienen. Niet alleen behoort hiertoe de gesub sidieerde landverhuizing 'naar de Britsche koloniën,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2