Bnltenlandsch Overzicht.
orcretzottden:
ENGELAND in het jaar 1888.
Een eigenaardige plechtigheid had heden middag
in het bijzijn van het geheele dagpolitie-personeel,
aan het bureau van politie alhier, plaats. De Com
missaris van politie, de heer J. W. Tuinenburg,
reikte n.l. namens den Algeraeenen Nederlandschen
Politiebond de in de vorige Algemeene Vergadering
vastgestelde dienstinedailles uit; aan de agenten van
politie le klasse J. P. Zitwing de zilveren en J. P.
Delchambre de bronzen medaille. Met gepaste toe
spraak schetste Z.Ed. Gestr. de wording van den
Bond en het goede reeds door denzelve tot stand
gebracht, en uitte den wensch dat nog meer leden
dan tot dusverre zouden toetreden. Ofschobn de Bond
reeds een zes honderdtal leden en plus minus vier
'honderd donateurs en begunstigers telt, is algemeene
samenwerking van het Nederlandsche politie-personeel
zeer gewenscht ora de leuzeEendracht maakt macht,,/
in het vaandel van den Bond geschreven, tot wer
kelijkheid te doen worden. De dienstmedailles, ge
leverd door den heer W. Begeer alhier, zijn net
uitgevoerd. Aan de eene zijde prijkt het symbool
van den Bond: een kraaiende haan, waaronder de
woorden: „altijd waakzaam", benevens een schild
waarop: „jaar trouwe dienst." Aan de keerzijde staan
de woorden: „Algemeene Nedorlandsche Politiebond."
De medaille wordt gedragen aan een lint bestaande
uit de Nederlandsche kleuren met oranje omzoomd.
Bij de medaille behoort nog een brevet.
De verslaggever van het Handelsblad schrijft o. a.
over den schaatsenwedstrijd te Hamburg:
Over de ontvangst zijn onze landgenooten niet
bijzonder tevreden. De Nederlandsche vlag ontbrak
geheel, zoodat uw correspondent die op eigen kosten
moest laten halen. De muziek speelde alles behalve
het Wien Neerlandsch bloed, en geen enkele keer
werd eene fanfare gehoord, als een onzer rijders won.
Het publiek reed gedurig op de baan, hetgeen zoo
wel voor de rijders als voor de jury zeer lastig was.
De mooie uitslag wordt daardoor niet minder. Eere
het wakker drietal, dat de eer van ons vaderland
zoo goed handhaafde.
Omtrent den toestand des Konings geeft de
Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. een uit
voerig bericht, waaraan wij het volgende ontleenen:
„Verleden Vrydagarond werd Z. M. gelijk uit
alle berichten duidelijk is gebleken, door een aan
val van beroerte getroffen. Men vreesde dien
nacht, waarin de hooge lijder als roerloos bleef,
dat hij zachtkens zou insluimeren; tot S uur in
den nacht verliet H. M. de Koningin het ziekbed
niet; toen zij zich verwijderde, gaf zij uitdrukkelijk
last om, zoo de fatale slag dreigde te vallen,
haar tijdig te waarschuwen. Tegen den morgen
echter keerde het bewustzijn by Z. M. terug. Het
bleek toen al dadelijk, dat de kleine hersenen
niet hadden geleden; ,van verlamfning was geen
spoor te ontdekken; doch daarentegen schenen de
groote hersenen te zijn aangedaan en een verweeking
daarvan kwam al spoedig aan het licht. Sedert is
de hooge lijder, naar mij van alle zijden wordt ver
zekerd, lichamelijk weder iets bijgekomen; ondanks
het gebruik van slechts weinig voedsel (wat topioca-
bouillon en fleur d'orange) heeft Z. M. in de eerste
dagen ongeveer niets genuttigd en niettemin namen
de "krachten nog zichtbaar toe. Daarentegen zijn de
moreele krachten, althans in de laatste dagen niet
versterkt. Het is helaas te vreezen, dat de Koning
in dat opzicht niet weder geheel zal herstellen.
trekken, hetzij zij, evenals oudtijds de zonen Gods,
die de dochteren der menachen zagen dat zij
schoon waren, bozwyken voor de verzoekingen, die
hun eenmaal zoo schandelijk toeschenen, 9 in ieder
geval hebben zy aanspraak op de sympathie van
elk eerlijk hart.
Het plotseling stilhouden van het rijtuig aan
de pont over den Hudson wekte Clara uit haar
wakenden droom en Castleton uit den zijnen, en
maakte oen einde aan alle verdere bespiegeling van
beide zijden.
„Zijn wij er vroeg de jonge dame.
„Nog niet. Wij zijn aan de pont."
Toen de pont omstreeks in het midden van de
rivier was gekomen, zagen beidon verlangend naar
het stoomschip uit. Zy waren teleurgesteld.
Onder de talrijke vaartuigen van allerlei soort,
die men in de baai kon zien aankomen, was het on
mogelijk de „Azië* te onderscheiden, als dit schip
werkelijk zichtbaar was.
Eindelijk kwam het rijtuig aan de de Cunard-haven,
waar Castleton vernam dat hot nog wel een half uur
zou duren voordat de „Azië" binnen liep.
Een poos bleven zij beiden in hun rijtuig, en
wisselden slechts enkele woorden.
De zon was onder gegaan, maar in hare plaats
scheen er eene prachtige volle maan aan het heldere,
blauwe uitspansel, en de schaduwen teekenden zich
zoo scherp af, dat het scheen alsof zij tastbare ge
daanten waren.
Vandaar, dat men reeds aan de Begeering het plan
toeschreef om een tijdelijk Regentschap aan de ver-
eenigde Staten-Generaal voor te stellen. Toch is dit
nog niet in ernstige overweging genomen, omdat de
geneesheeren den toestand des hoogen lijders niet
van dien aard beschouwen, dat hij volslagen buiten
staat geacht kan worden de Regoering te blijven
waarnemen. Ook prof.. Rosenstein moet, met het oog
op de naaste toekomst, op verlangen der Regeering
den Koning gisteren andermaal hebben bezocht. Het
zeer voorzichtig gestelde bulletin, daarna uitgegeven,
doet duidelijk zien, dat men uitsluitend van de toe
neming der lichamelijke krachten en van niet sterken
achteruitgang ten aanzien van de chronische kwaal
sprekende, de ernstigste zijde van 't lijden geheel
buiten bespreking laat. Misschien bestaat daartoe
thans eene goede reden. Sedert een paaf dagen was
Z. M. bij' tusschenpoozen weder op en bij machte
om althans eenige spoedeischende besluiten te onder
teekenen* De wijze, waarop die onderteekening plaats
had, bewijst evenwel, dat de toestand nog alles be
halve bevredigend is.
„Zooveel is zeker dat de hooge lijder in de paar
laatste dagen rustiger is geworden; aanvankelijk
wekte zijn opgewondenheid, waarvan ik kiesheids
halve geen bijzonderheden zal meedeelen, de grootste
zorg; langzamerhand is echter verandering daarin
gekomen en in de laatste dagen is de toestand meer
die van apathie.
„De Koning is zich ten volle van zijne positie
bewust in de heldere oogenblikkenverschillende
bevelen, door hem gegeven doen dit zien. Ik heb
ook uit de beste bron vernomen, dat de komst van
den vice-admiraal van Cappellen op 't Loo geen
andere beteekenis had dan dat Z. M. zijn einde
voorziende, dezen vertrouwden vriend wilde vaarwel
zeggen. Geen staats- of marinebelangen zijn in die
samenkomst besproken; Z. M. wilde alleen afscheid
van zijn adjudant-generaal nemen.
„Dat men in de hofkringen overtuigd is van den
spoedigen afloop der crisis, behoef ik niet te ont
veinzen. Reeds het feit, dat de bekende Parijsche
modiste, mad. Beckers, herwaarts is gekomen om
zich op een algemeenen en langdurigen rouw voor
te bereiden, is een veeg teeken, al behoeft men
daarom niet met den specialen correspondent van
Figaromr. Brasseur, die poolshoogte kwam nemen,
als vaststaande aan te nemen, dat het einde nog deze
of in het begin der volgende week zal naderen.
„Dergelijke gewaagde voorspellingen laat ik aan
anderen over. Hoewel het misschien voor den vor-
stelijken lijder te wenschen ware, dat hij niet al de
phaseseener ziekte hebbe te doorleven, is d® mo
gelijkheid geenszins uitgesloten, dat Z. M. nog eönige
maanden, althans weken behouden blijft.,,
Men schrijft uit Maastricht:
Toen gisteren het vijfdaagsche traktement aan
de muzikanten van de stafmuziek zou worden uit
betaald, bleek het dat het daartoe bestemd» geld,
ten bedrage van 150, dat daags te voren in een
goed gesloten kistje in eene der kasten van de
hoofdwacht was geborgen, verdwenen was. Tot
hiertoe is het niet mogen gelukken den dader op
te sporen.
In het laatstverschenen nummer van het Soc. Weékbl.
wijdt mr. Goeman Borgesius een pleidooi aan de
aanstelling van fabrieksinspecteurs. Hij wijst er op
dat, juist met het oog op de verschillende toestanden I
Eindelijk hoorden zij roepen dat de „Azië" iu de
nabijheid was. Dadelijk stappen beide uit om het
schip te zien binnenloopen. Buiten het hek stond
het vol kruiers en huurkoetsiers, commissionairs,
en leêgloopers. Binnen' hot hek wachtten degenen,
die gekomen waren om vrienden te verwelkomen, of
die zaken met het schip uitstaande hadden. Op
eenigen afstand zag men het stoomschip aankomen
duidelijk hoorde men het geluid van de langzaam
omwentelende raderen, en Clara tuurde totdat haar
hart hoorbaar klopte.
Op dit oogenblik was een boeier in groot gevaar
van overzeild te worden.
„Een vaartuig vlak voor den boeg," riep een
van de bemanning, die op den uitkijk stond, den
loods toe.
Het scheen dat de waarschuwing te laat kwam,
of de loods durfde zoo 8tfcbt aan wal zijn koers
niet veranderen. Eene uitbarsting van vloeken
waarmede eene dreigende botsing altijd gepaard
gaat begroette den ongelukkigen boeier. Maar
op hetzelfde oogenblik dat iedereen niet anders
dacht of het kleine vaartuig zou door de golven
verzwolgen worden, wendde het eensklaps bij den
wind, en schoot over n anderen boeg voort.
Een krachtige verwenschim: werd den boeier toe-
gebulderd, toen hij aan de ljj weder te voorschijn
kwam als eene schaduw, die over de golven
zweefde.
„Pas jij maar op je eigen schuit en ik zal w t
en gebruiken bij de nijverheid, het opnemen van al
gemeene verbodsbepalingen niet wenschelijk is. Volle
dige kennis van bijzonderheden is noodig en juist
daarom is de benoeming van inspecteurs wenschelijk.
Er zal ook bij de inrichting van fabrieken en bij
het nemen van maatregelen tegen ongelukken veel
aan het beleid der fabrieksinspecteurs moeten worden
overgelaten. Weten zij het vertrouwen der indus-
trieelen te winnen, dan zullen zij in zeer vele ge
vallen verbeteringen kunnen bewerken, zonder dat
het noodig wezen zal den steun 'der wet in te roepen.
Inspecteurs, die hun roeping begrijpen, zullen niet
alleen de adviseurs der Regeering worden, maar ook
de raadgevers en voorlichters der ny verheid. En dat
dit geen droombeeld is, leert de ervaring, o. a. in
Engeland en Zwitserland opgedaan. Daar worden de
inspecteurs telkens en telkens geraadpleegd, en van
oppositie tegen deze, in vroegeren tijd door de nij
verheid bestreden instelling is in het geheel geen
sprake meer.
Dat er alleen in ons land voor deze betrekking
geen geschikte personen te vinden zouden zijn, is niet
aan te nemen.
Verkeerd zou het intusschen zijn, de keuze der
Regeering tot deze of gene categorie van ambtenaren
of technici te beperken. Waar een geschikt persoon
te vinden i?, moet zij de hand op hem kunnen leg
gen, zonder te vragen, tot welt gild hij behoort.
Een particulier zonder eenig diploma of eenigen titel
zou voor dit ambt zeer wei de voorkeur kunnen
verdienen boven ieder ander. Trouwens, de tegen
woordige minister van justitie heeft zich, door per
soonlijk onderzoek en door ijverige studie van het
onderwerp, oo\ te goed op de hoogte gesteld om
niet te weten, aan welke eischen een fabrieks-inspec-
teur moet voldoen, en niet te beseffen welke groote
belangen bij een omzichtige keuze gemoeid zyn.
En dat de Minister zelf fabrieksinspecteurs wenscht,
heeft hij getoond als lid der enquête-commissie,
welke eenstemmig in dien zin heeft geadviseerd.
Waarschijnlijk achtte hij bij de indiening van zyn
ontwerp den tijd nog niet gekomen om definitieve
inspecteurs aan te stellen, omdat hij, blijkens zijne
verklaring in de Kamer, de hh. Struve en Bekaar
reeds eenigermate als tijdelijke inspecteurs beschouwt.
Nu echter weder enkele maanden zijn verloopen, ge
durende welke de bovengenoemde verdienstelijke amb
tenaren nog een paar provinciën hebben doorgereisd
en onderzocht, nu is het te verwachten, dat de Mi
nister niet alleen geen bezwaar zal hebben om aan
het algemeen geuite verlangen der Tweede Kamer
gevolg te geven, maar zelfs gretig deze gelegenheid
zal aangrijpen r om zyn eigen wensch te verwezen
lijken.
Aan de Tweede Kamer is een adres gericht door
de Vereeniging van Nederlandsche steenfabrikanten
ter zake het ontwerp van wet tot het tegengaan
van overmatigen arbeid van jeugdige personen en
vrouwen.
Zij waardeert zeer de moerdere staatszorg op het
gebied van den arbeid van jeugdige personen en
vrouwen, en is ook van de noodzakelijkheid er van
overtuigd. Waar echter in dit ontwerp van wet in
artikel 1 sub 1 werkzaamheden in ae open lucht,
in of voor de bedrijren van landbouw, tuinbouw,
veehoudery of veenderij worden aangemerkt als
waarop deze wet niet van toepassing is, vermeent
zy, dat dit met niet minder recht gezegd kan wor-
I den van de steenbakkeryen. De werkzaamheden
op do myne passen," riep de man, die aan het
roer van den boeier zat. Een luid gelach volgde
hierop, daf op het sohip herhaald werd, on waar
mede men aan wal instemde. Intusschen kwam
het stoomschip allengs op zijne ligplaats, maar het
duurde nog een poos eer het zoo dicht aan den wal
was, dat de loopplank gelegd kon worden. Het
bovendek stond vol passagiers en Castleton en Clara
spanden hunne oogen in om du Barry te ontdek
ken onder de menigte hoofden, die verlangend of
nieuwsgierig naar wal gekeerd waren.
Geen wonder dat onze vrienden hem niet her
kennen. Daar staat hij evenwol, al hebben beiden
herhaaldelijk naar hem gezien en zijn beiden tot het
besluit gekomen, dat hy het niet is. Ja, ik zie
hem duiddelyk; maar ik zal hem niet aanwyzen.
Laat hen maar zoeken. Daar wil ik het myne
van hebben.
Eindelijk werd de loopplank gelegd, en de pas
sagiers begonnen aan wal te stappen. Castleton stond
by het hek, terwyl Clara genoodzaakt was zyn arm
te nemen om niet weggedrongen te worden. Elk
gelaat ,werd aan een streng onderzoek onderworpen.
Onze vrienden begonnen reeds te vreezen dat hy
zou voorbyglippen zonder dat zij hem herkenden,
toen een rijzig persoon van een voornaam voorko
men langzaam kwam aanstappen. Castleton ont
moette zijn blik. In de uitdrukking daarvan was
iets, dat hem den adem deed inhouden.
{Wordt vervolgd.)
toch op de steenbakkerijen, die door jeugdige per
sonen 00 vrouwen geschieden, hebben geheel in de
open lucht plaats. Die arbeid wordt alleen ver
richt van het laatst van April tot medio September;
gedurende dien werktijd, die in ongeveer 20 wefken
afloopt, kan er alleen bij droog weder gewerkt
worden, waardoor er niet aanhoudend maar met
tusschenpoozen gewerkt wordt. Van de 120 werk
dagen waarop gowerkt kan worden, wordt feitelijk
slechts gedurende 80 dagen arbeid verricht, omdat
de overige dagen wegens regen weder geheel afvallen.
Er blijft dus een derde van den tijyi over, waarin
volstrekt geen arbeid van jeugdige personen en
vrouwen gevergd wordt, evenmin als in de overige
7 maanden van het jaar.
De jeugdige personen en vrouwen op de steen
bakkerijen, die hun werk geheel in de open lucht
verrichten, en door wie, over een vol jaar gerekend,
slechts gedurende 80 dagen gewerkt wordt, zien er
over het geheel genomen zeer gezond en welvarend
uit. De arbeid, die van hen govergd wordt, gaat
vootal na de invoering der machines, hunne krach
ten volstrekt niet te boven: hij is vooral niet meer
voor jeugdige personen en vrouwen dan de veld
arbeid en de arbeid in de veendcryen. Bij buiten
gewone hitte in den zomer worden do werkzaamheden
op het midden van den dag op bijna alle fabrieken
gedurende 2 a 3 uren gestaakt, hetgeen bij den
veldarbeid volstrekt niet het geval is, vooral niet in
den hooityd. Op. de dagen, waarop het weder toe
laat te werken, duurt die arbeid onder aftrek der
schafttyden voor jeugdige personen hoogstens 10
uren, voor vrouwen veel korter.
De Vereeniging geeft in overweging, het ontwerp
niet op de steenbakkerijen van toepassing te doen
zijn, maar die onder de bedryven, in artikel 1 sub
1 vermeld, op te nemen.
De Engelsche, althans do Londenscho provinciale
Staten, de County-council, in het leren geroepen door
de Local gouvernment reform, bestaan sedert Vrijdag.
Men weet nog niet in welke richting dat nieuwe
college de materieele belangen, dié aan zy'ue zorg
zijn toevertrouwd, zal besturen, noch in welke mate
het bestemd is om de omwenteling te bewerken,
die door Lord Roseberry in het gemeenteleven
Toorspeld is. De stemming is echter in meer dan
één opzicht merkwaardig. De hoofdstad van het
Vereenigd-Koninkrjjk, die bij zuiver politieke ver
kiezingen een der aterksto vesten is der conservatieve
partij, heeft in de provinciale vertegenwoordiging
de meerderheid gegeven aan de liberalen. Van de
118 plaatsen zijn 70 aan de liberalen ten deel
gevallen, terwyl ook meer dan één stoutmoedig
hervormer, meer dan een radicaal verkozen is. John
Burns, de welbekende soaialist, wiens werkzame rol
in de betoogingen der worklooze arbeiders op Tra-
falgar-squaro nog niet vergeten is, behoort onder
die candidaten welke de meeste stemmeu verkregen.
De heeren Osborn en Eneas Smith, ultra-radicalenj
zyn in het district Chelsea verkozen. Verscheiden
gladstoniaansche liberalen, die als zoodanig zich ver
kiesbaar gesteld hadden, hebben een zetelgewonnen.
•Lord Roseberry en Sir John Lubbock werden door
de City benoemd. Van drie dames, die eandidaat
waren met zeer geavanceerde programma's zijn er
twee verkozenLady Sandhurst en miss Jane Cob-
den, de dochter van don bekenden apostel van den
vrijen handel. Haar verkiezing zal de quaestie der
verkiesbaarheid der vrouwen weder aan de orde
brengen. De wet kent der vrouw stemrecht toe bij
met-politieke verkiezingen, maar eene andere vraag
is of zij zitting kunnen nemen in een lichaam als
onze provinoialo Staten. De raad zelve zal daarover
moeten oorileelén,
Eene andere interessante zijde der verkiezing is
geweest de bijna volledige uitsluiting van de aftra
pende leden der commissie voor openbare werken.
Men weet dat deze verdwynt, terwyl hare bevoegd-
neid overgaat op den nieuwen Council. De meeste
e en dongen naar het lidmaatschap, maar zonder
gevolg. Zy werden verdacht, zoo niet van verduis-
tenng en konkolary, dan toch van iets dat er zeer
naby komt. De kiezers hebben aan liberalen en
radicalen, wier eerlykheid boven alle verdenking ver-
heven is, de voorkeur gegeven boven conservatieven,
wier rechtschapenheid niet onverdacht was. Het kan
zyn, dat de politieke kleur der gekozenen dienten
gevolge toevallig is: het is mogelyk, dat de kiezers
eenvoudig hebben omgezien naar een raad, bestaande
r-r», die in de eerste plaats een eervolle reputa-
ïe hadden, die zykozen ondanks hunpolitiekemeening
en met jnist daarom. Hoe het zy, de groote macht,
oie tot dus ver berustte by oorporatiën, d. i. bij de
gehl-arisiocraten, gaat nu over op een groot, op
vrye verkiezingen berustend lichaam. Zal dit zioh
op den duur houden binnen de by de wet gestelde
rf-'\ zooals de „Times» vreest, een
politioke rol willen spelen Dit moet de tyd leeren
doch geheel Engeland gevoelt, dat men staat aan
het begin eener belangwekkende proef.
Te Berlyn zet de streng-eonservatieve Krrnz-
Zeitung den stryd tegen prins Bismarck voort.
Het orgaan der militaire party veroordeelt ten
heftigste de openbaarmaking van de akte van be
schuldiging tegen professor Geffken en verklaart,
dat door deze handelwijze do lünspreuk', waardoor
Pruisen groot is geworden„Met ,,God voor koning
en vaderland», ten diepsto gekrenkt is.
De National Zeitung noemt deze beschuldiging
der Kreuz-Zeitung een pronunciamimto, waardoor
prins Bismarck openlijk de handschoen wordt
toegeworpen.
Prins Alexander van Bottenberg, de gewezen
vorst van Bulgarije, die te Weenen vertoeft ten
einde Keizer Frans Jozef de ridderorden van zijn
overleden vader, prins Alexander van Hessen,
terug te brengen, wordt overal mot de grootste
onderscheiding bejegend. Niet alleen wordt de
Prins door don Keizer en de Aartshertogen met
beleefdheden overladen, maar ook in het openbaar
wordt hij door de bevolking met levendige toe
juichingen begroet.
De diplomatieke betrekkingen tusschen de Ver-
eenigde Slaten en Engeland zijn nog niet geheel
hersteld.
Lord Salisbury, niet«ten onrechte gekrenkt over
de wijze, waarop lord SackviUe te Washington
werd bejegend, haast zich niet een opvolger te
benoemen. De regeering der Vereenigde Staten
heeft daarom nu ook haar gezant te Londen, den
heer Phelps, met onbepaald verlof naar Washington
ontboden. De gewono bezighede# aan beide legaten
worden nu voorloopig door de secretarissen waar
genomen.
Mijnheer de Redacteur 1
Gaarne zou ilc eenige inlichtingen ontvangen
omtrent eene kwestie die zich voor mij heeft op
gedaan en hoewel niet direct, dan toch door Uw
tusschenkomst, is ontstaan.
Immers, had ik de Goudeehe Courant niet gelezen,
(en wie kan dat nalaten) dan had ik nooit ge
weten dat er een prinses van Oranje bestond, wel
eene prinses Wilhelmina.
Daar ik echter meermalen in (Jw blad las var.
de prinses van Oranje en wei aldus getituleerd
door personen die het naar mijn inzien weten
konden, werd ik er zoo in gesterkt dat ik het
voor waar aannam en gisteren in gezelschap zijnde,
waar het eerst betwijfeld -en later bepaald tegen
esproken werd, er stout eene fyne flesch tegen
urfde zetten.
Dit werd direct aangenomen en wei onder vroolijk
gelach, maar ik dacht bij mij zelf, wacht maar
vrienden, wy zullen eens zien, wie het laatst lacht.
Ik kom dan ook van daag triomfantelijk aandragen
met twee Goudsche Couranten en wys op de na
volgende berichten:
Raadsverslag 24 Aug. Prinses van Oranje, aldus
genoemd door het corps officieren der d.d. Schutterij.
Telegram 81 Aug. Prinses van Oranje, aldus ge
noemd door den Gemeenteraad.
Asjeblief zei ik, verder nog te twijfelen, zeker
niet? Geef dus de flesch maar en schenk eens in.
Maar ja wel, daar kwam niets van.
Eerst dit maar eens gelezen zei er één: „de
„oudste van des Konings zonen voert den titel van
„Prins van Oraiye."
Met deze woorden uit de grondwet voelde ik de
flesch my ontglippen; doch ae ontdekking dat het
geen uitgaaf van de nieuwe grondwet was, gaf mij
weder eenige hoop.
Ik waagde het dan ook dit in het midden te
brengen, daar het kon wezen dat men de zoon in
een dochter veranderd had.
Lees dit dan maar was het antwoord en men lag
my de wet voor van 14 Sept. tot regeling der voogdy
over H. K. H. Wilhelmina Prinses der Nederlanden.
Onder ons gezegd, ik geloof bepaald dat ik het
kind van de rekening ben. Of is er iemand die voor
mij de kans doet keeren? Hij kan er van overtuigd
zyn, dat hy op de dankbaarheid kan rekenen van
- JOCHEM Juniob.
{Vervolg en slot.)
Steeds duidelijker komt het streven der Regee
ring uit, eindelijk niet slechts de verleiden, maar
de veel strafwaardiger verleiders rekenschap te vra
gen, getuige de tegen sommige der meest beruchte
Iersche afgevaardigden ingestelde strafvervolging en
de in twee gevallen reeds gevolgde veroordeeling
tot lange gu^wagenstraf met dwangarbeid. De Times
heeft ontegenzeggelijk uitstekende diensten bewezen
door de werkelijk schuldigen aan de uitspattingen
en het schrikbewind in Ierland ter verantwoording
te roepen; niet bevreesd voor de mogelijkheid van ont-
zettend hooge schadevergoeding en gerechtskosten iu
geval zij een proces wegens laster verloor, heeft zij deu
leider der geheele beweging, Mr. Parnell, op de
vmnigste wijze aangevallen en tentoongesteld. De
„ongekroonde Koning" van Ierland vermeed echter
den weg van rechten en riep het blad niet voor eene
rechtbank van gezworenen, maar eischte door zijne
Engelsche bondgenooten, dat de uitgever en de
hoofdredacteur der Times zouden worden gedaagd voor
de balie van het Huis der gemeenten, om daar ex
cuses te maken voor eene beleediging, een lid van
het Hub aangedaan, en daarna de verdiende straf
te ontvangen in den toren van het Parlement. De
Regeering weigerde evenwel tot deze wel rechtens
bestaande, maar verouderde handelwijze over te gaan
en bracht den heeren Gladstone en Parnell onder
het oog, dat hot er voor den leider der Iersche
partij minder op aan kwam de Times te straffen, dan
wel zijn eigen karakter te zuiveren van de tegen hem
ingebrachte zware beschuldigingen, waartoe .de re
geering bereid was alle mogelijke medewerking te
verleenen. Dit leek Mr. Parnell en den Ieren minder,
maar zij waren door den stand der zaak genoodzaakt
een goed gezicht te zetten bij een slecht spel
en zoo kwam het, dat er een college van drie rech
ters werd ingesteld, de Parnell-comuibsie, waarvoor
nu bet geheele drijven van het Iersche schrikbewind
wordt uiteengezet en die nu zal hebben uit te maken
of de beschuldiging van de Times, dat Mr. Parnell
en andere voorname leiders de eigenlijke aanleggers
zijn van de moorden in het Phoenixpark te Dublin
en andere agrarische gruwelen, gegrond is of niet.
De commissie heeft dus slechts een moreele scheids
rechterlijke uitspraak te doen, zonder verdere straf
rechterlijke gevolgen. Maar het gewicht van dit
platonisch scheidsgerecht b klaar, daar op grond
daarvan of Parnell spoedig voor het strafgerechtshof
zal gedaagd worden, of hem de gelegenheid wordt
gegeven tegen de Times een aanklacht wegens laster
en eerroof in te dienen, in welk geval, ab de on
gegrondheid der beschuldigingen door de commbsie
b erkend, eene Britsche jury niet nalaten kan aan
Mr. Parnell een schadevergoeding toe te kennen,
die waarschijnlijk niet minder dan 100 duizend pond
sterling zal bedragen.
Het voorbeeld van letland en het succes, dat de
agrarische beweging aldaar gehad heeft door verla
ging der pachten en de voor de pachters gunstige
landswetten, is niet zonder uitwerking gebleven op de
stamverwante Keltische bevolking in het hoogland
van Schotland en Wales, waar'evenzeer landliga's,
gedeeltelijk door Mr. Davitt en andere Iersche on
ruststokers, gesticht werden.' Herhaaldelijk kwam
het tot ernstige ongeregeldheden, die door militairen
moesten bedwongen worden, waardoor de agitatie
wel onderdrukt, maar niet gestild werd.
Andere onlusten 'waren er nog te Londen, waar
tengevolge van oproerige bewegingen onder het ge
peupel in West-End, de volksvergaderingen op Tra
falgar-square verboden werden. Dit was bepaald nood
lij k voor de veiligheid der stad. De politie ging
daarbij wat al te „liberaal" te werk met haar stok
ken, zoodat dit tot zulke opgewonden demonstraties
in de pers en het parlement aanleiding gaf, dat het
hoofd der Londensche politie, Sir Charles Warren,
ten slotte zijn ontslag nam en voor een minder mili
tair man plaats maakte.
Voor arbeidersoproeren en groote werkstakingen
bleef daarentegen het land gespaard. Handel en
verkeer verbeterden, zij 't ook langzaam en matig,
maar toch voortdurend en gestadig; de oogst was
insgelijks bevredigend en op elk gebied heerschte
goede vraag naar arbeid bij handhaving, ja, voor
uitgang der bestaande loonen. Over het algemeen
was er dus geen reden tot klagen; in enkele takken
der nijverheid heerschte desniettemin ontevredenheid,
omdat de buitenlandsche concurrentie en de mede
dinging van vreemde werklieden op Engelschen bo
dem zich duidelijk laat waarnemen. De met zooveel
drukte in 't vooijaar op het getouw gezette beweging om
in de bakermat van den vrijen handel de invoering
van beschermende rechten te verkrijgen, loopt op
niets niets uit, daar de bevolking in geen geval wil
hooren. van het duurder maken der eerste levens
behoeften; dientengevolge komen de booze buien meer
op het hoofd der vreemde arbeiders, welke door
grooter vlijt en grooter bekwaamheid, en daarenboven
ook door het aannemen van geringer loon, de in-
heemsche werklieden verdringen en den prijs van
den arbeid doen dalen. Dit is inzonderheid merkbaar
te Londen, waar eenige bedrijven om die redenen
zoo half en half den Engelschen uit de handen ge
nomen zijn, hetgeen geleid heeft tot eene verbitterde
stemming jegens vreemdelingen, vooral jegens de
Duitschere. Verschillende vergeefsche plannen, echte
doodgeboren vruchten, werden ontworpen, om den
toevloed te keeren; daar deze echter weinig kans
hebben om verwezenlijkt te worden, heeft men naar
krachtiger middelen uitgezien, om den werkeloozen
in Engeland in staat te stellen hun levensonderhoud
te verdienen. Niet alleen behoort hiertoe de gesub
sidieerde landverhuizing 'naar de Britsche koloniën,