ADVERTENTIE!^
Stoombootdicnst „ALIDA"
VERGADERING
F. van UTRECHT.
onderofficieren, ward bij onmiddellijk geholpen en
a%evaaashaahet geatolde bloed werd uit den mond
verwijderd, doch die diensten waren reeds een doode
bewezen. In het hospitaal, werwaarts de verslagene
werd overgebracht, bleek den officier van gezondheid
dr. Sasse, die inmiddels geroepen en aangekomen
was, dat de ongelukkige overleden was, tengevolge
van doodslag, door verwonding van den linker
caroti». Na het plegen van de daad, heeft de ver*
dachte korporaal zich te bed begeven. Toen men een
onderzoek bij hem kwam instellon hield bij zich
alsof hjj sliep en niet begreep waarom men hem
wekte. Zelf was hij met bloed bevlekt, en door
den sergeant Van R. werd het met bloed bevlekte
mes onder zijne krib weggehaald. Op grond dat
de schildwacht achter de kazerne den korporaal F.
met Stavast op hot tijdstip van den moord om de
kazerne heeft zien loopen in de richting van de
cantine, met het oog op den twist daaraan vooraf
gaande op de kamer, het onder zijne krib gevonden
met bloed bevlekte mos en meer andere aanwijzin
gen heeft men den korporaal F. als den vermoede-
lijken dader in strenge bewaking gesteld.
Naar men verneemt, moet eene kleine oorzaak,
namelijk dat Stavast geweigerd had dien avond met
F. mee uit te gaan, aanleiding tot den twist heb
ben gegeven, die zoo noodlottig eindigde.
De genie-soldaat was een oppassend jongmenscb.
van
Belanghebbenden bij den Kleinhandel tot oprichting
van, eene Afdeeling van den Nederlandschen
Bond «Maatschappelijk Belang»
op
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1889.
Een groot aantal Goudsche ingezetenen, belang
hebbenden bij en belangstellenden in den kleinhandel
was gisterenavond vereenigd in de bovenzaal van het
oafc «Het Schaakbord» in gevolge oproeping der
Rh. H. W. M. Steevens, J. Breebaart Lzn., J. J.
van der Sanden, T. Crebas, J. J. Grootendorst en
M. Peetera Jzn.
De heer J. Breebaart Lzn. praesideerde deze ver
gadering en opende haar met een woord van wel
kom aan de aanwezigen. Dat zoo velen aan de roep
stem van op te komen gehoor hadden gegeven was
'een verblijdend teeken van belangstelling, dat op
prijs moest worden gesteld. Daarop gaf hij het
woord aan den heer J. J. Grootendorst, die op zich
genomen had de hier aan de orde zijnde zaak toe
te lichten.
De heer Grootendorst hield daarop de volgende
rede
Geachte Vergadering
Het reglement en programma van den Nederland
schen Bond «Maatschappelijk Belang» luiden als volgt
Artikel 1.
De Nederlandsche Bond «Maatschappelijk Belang"
is gevestigd te Delft en stelt zich ten doel:
De belangen van handel en nijverheid in het
algemeen en van den winkelstand in het bijzonder
te bevorderen, en de verkeerde toepassing van het
coöperatieve stelsel te bestrijden, door alle gepaste
en doeltreffende middelen.
Art. 2.
De Bond tracht dat doel te bereiken door:
plunje en tabak; voor grog had ik aan boord niet
te zorgen. Vaarwel. Ik zal later wel eens weerkomen
om mijn neefjes en nichtjes te zien."
Hij verdween om den hoek, zette zijn weg voort
door de laan, en liet den predikant in een onbe
schrijfelijke gemoedstoestand staan.
«Wie is die ruwe vent, met wien Croton zoo lang
gesproken heeft I» vroeg een van de dames Mar
linspike aan zijne vrouw.
«Dat weet ik waarlijk niet."
Op dit oogenblik kwam Croton binnen. Hjj was
bleek en ontroerd. De vraag werd herhaald.
«Och, het was maar een zeeman, een zeer belang
wekkend man, die veel te .vertellen had. Hij is on
langs van de Sandwich-Eilanden teruggekomen."
«Wij wisten al niet hoe gij u zoo lang ophield
om met zulk een. gemeenen kerel te spreken," zeide
de andere juffrouw Marlinspike.
«Hjj vloekte zoo schrikkelijk tegen pa," zeide een
van de kleine Ellsworths, die in de nabijheid aan
het hoepelen was.
«O, gij vergist u, mijn jongen.»
«Neen, ik vergis mij niet. Ik hoorde hem duidelijk
zeggen
«Stil, gij zijt te klein om dat te begrijpen.»
Op dit oogenblik werd aangekondigd dat de thee
gereed is.
Inmiddels liep de zeeman langzaam voort, totdat
hij tegenover de woning van Barnabas Low kwam.
Hier hield hij stil, en riep driemaal zoo luid als hij
a. Het uitgeven van geschriften.
i. Het uitschrijven van prijsvragen.
e. Hèt doen houden van voordrachten.
d. Alle andere wettige middelen, die aan zijn
doel bevorderljjk kunnen zijn.
Art 8.
De Bond wordt aangegaan voor den tjjd van 29
jaar en 11 maanden, in te gaan op den dagteekening
der op deze statuten verkregen Koninklijke goedkeu
ring. Hjj wordt in zijn geheel vertegenwoordigd
door het hoofdbestuur.
De,zorg voor plaatselijke behoeften en belangen
is inzonderheid opgedragen aan de afdeelingen en
correspondenten,
Art. 4.
Leden van den Bond zjjn alle, mannen en vrouwen,
die tot bovenstaand doel willen medewerken.
Het Bondsjaar loopt van 1 November tot 81 October.
Men kan lid van den Bond zijn, zonder tot eene
bepaalde vereeniging te behooren.
Art. 8.
Waar twaalf leden zich veraenigen, kan een
afdeeling worden opgericht.
In dezelfde plaats kan niet meer dan ée'ne afdeeling
bestaan, tenzij met goedvinden van het Hoofdbestuur.
De afdeelingen zijn vrij in de wijze van hare
inrichting en in de regeling van hsro wèrkzaam-
-heden, mits die niet in strijd zijn met de bepalingen
van dit Reglement. Waar geene afdeding bestaat
kan het Hoofdbestuur correspondenten van den
Bond aanstellen.
Art. 6.
Leden van den Bond, geen leden van eene afdee
ling, betalen jaarlijks één gulden aan de Bondskas.
Zij, die jaarlijks minstens 8,-*■ aan den Bond
betalen worden begunstigende leden genoemd.
De afdeolingsbestnren storten jaarlijks vóór den
len November bjj hot Hoofdbestuur minstens ƒ0.80
voor elk lid.
De correspondenten maken de geheele contributie
van de leden, na aftrek der onvermijdelijke onkosten,
over aan het Hoofdbestuur.
Art. 7.
Het Hoofdbestuur bestaat uit negen leden, die
door de Algemeene Vergadering gekozen worden
voor vijf jaren. Het kiest nit zijn midden een Voor
zitter, een tweede Voorzitter, een Secretaris, een
tweede Secretaris en een Penningmeester.
Jaarlijks treden twee leden van het Hoofdbestuur
af; doch zijn weder herkiesbaar.
Art. 8.
De Algemeene Verandering wordt jaarlijks gehou
den op eene plaats door de leden in de vorige Al
gemeene Vergadering aan te wijzen, de dag wordt
door het Hoofdbestuur vastgesteld.
In deze vergadering hebben de leden van het
Hoofdbestuur, de afgevaardigden der afdeelingen en
de correspondenten zitting en stem, mits voorzien
van een geloofsbrief, afgegoveu door het bestuur
hunner afdeeling voor wat de afgevaardigden betreft.
De afdeelingen hebben het recht, zich voor elk
twaalftal leden door één afgevaardigde te doen ver
tegenwoordigen.
Het getal afgevaardigden van eene afdeeling mag
echter dat van vijftien niet te boven gaan.
Overigens staat de toegang tot deze vergadering
voor alle leden van den Bond open.
Op vorlangen van de besturen van drie afdeelingen
moet eene Algemeene Vergadering belegd worden.
kon: »Ship ahoy!" ja, zoo luid, dat de predikant,
die het duidelijk hoorde, vreesde dat de missionair-
zeeman van de Sandwich-Eilanden daardoor de
aandacht van do dames Marlinspike zou trekken.
De ketellapper was juist bezig de laatste hand te
leggen aan een grooten ketel, die eene belangrijke
reparatie onderging, maar toed hij het aanroepen
hoorde, wierp hij den ketel neêr en spoedde zich
naar de deur.
«Ship ahoy!" riep hij op zijne beurt. «Wat voor
schip is 't?»
«Een oud baksmaat op een kruistocht"," was het
antwoord.
Zonder verdere complimenten, kwamen die twee
bij elkander en omhelsden elkander hartelijk op zee
manswijze. De vrouw moest een flesch whiskey en
wat extra's voor het avondeten halen. Kortom, het
onthaal kostte ruim zooveel als de ketellapper in
eene week verdiende. Het ging luidruchtig toe. Ik
twijfel niet of de kerels maakten juist des te groóter
rumoer omdat zij zoo dicht bij de pastorie waren.
Croton hoorde hen, en beefde van angst dat zijn
broeder later in den avond zou komen aanzwaaien
om binnengelaten te worden.
Nooit hadden vroolijker klanten een vroolijker
avond gehad. De vrouw van Barnabas Low ging
vroeg naar bed, en liet hen aan hun pret over. Zij
was geene feeks en Barnabas Low was over't geheel
een goed echtgenoot. Dus toonde zij geen kwade
luim en liet hen maar begaan.
Deze vergadering zal binnen eene maand, nadat
de aanvrage (mot opgave van de te behandelen zaken)
bjj het Hoofdbestuur is ingekomen, plaats hebben-
Art. 9.
Zij, die binnen veertien dagen nadat hun de kwi
tantie is aangeboden, die niet hebben betaald, worden
dooiUkn Penningmeester herinnerd en bjj niet vol-
dori^Hbiniien eene maand daarna van het lidmaat-
schl^^%rvallen verklaard.
Art. 10.
De Bond wordt ontbonden wanneer het ledental
tot een minimum van vijftig is gedaald.
Art. 11.
Ingeval van ontbinding van den Bond worden,
met inachtneming der bepalingen van Art. 1702
Burgerlijk Wetboek, de bezittingen vermaakt aan
eene door de vergadering aan te wijzen inriohting
van liefdadigheid.
Art. 12.
Omtrent voorkomonde gevallen, waarin bij dit Re
glement niet is voorzien, verbljjft de regeling aan
het bestuur.
Art. 13.
In dit Reglement kunnen geene veranderingen ge
maakt worden, dan in eene Algemeene Vergadering.
Geen voorstel daartoe kan worden behandeld, indien
het niet vermeld is op den beschrijvingsbrief.
Aan de prudentie van het bestuur wordt overge
laten de urgentie te bepalen, van een of ander, tij
dens de vergadering ingekomen voorstel.
Tot wjjziging van een of meer artikelen in dit
Reglement worden van de uitgebrachte stemmen
vereisebt.
Alles onder voorbehoud der nadero Koninklijke
goedkeuring.
Aldus vastgesteld in de Algemeene Vergadering
gehouden te Utrecht den 30en October 1888.
De Bond stelt zich, onder moer, ten doel:
lo. Bestrijding verkeerde toepassing Coöperatie.
2o. Trachten wettelijke regeling, betere waar
borgen te erlangen voor den verkooper bij faillisse
menten.
3o. Prijsvraag naar goede oplossing Vrijhandel
of Protectie.
4o. Voorlichting aan de Kamers van Koophandel
in zake de kleinhandel betreffende.
Bo. Het bestuur is centraal bureau tot het indie
nen van klachten over bestaande verkeerdheden
waarop de Regeering kan gewezen wordeu.
Mag ik eenige oogenblikken uwe welwillende aan
dacht vragen voor eene beknopte toelichting van
de wijze, waarop de Bond zich voorstelt werkzaam
te zjjn.
"Zooals U gehoord hebt, komt daarvoor in de eerste
plaats in aanmerking bestrijding van verkeerd toege
paste coöperatie. Onder verkeerd toegepaste coöpe
ratie verstaan wij coöperatie, die eigen belang zoekt
boven het algemeen belang. Meer in 't bijzonder heb
ben wij hierbij op 'toog do winkelvereenigingen, die in
de laatste jaren onder den naam van «Eigen Hulp" in
bijua alle plaatsen van eenige beteekenis zijn opge
richt. Het zal U ongetwijfeld bekend zijn dat de
heer Hermann Schulze-Delitsch den eersten stoot
gegeven hoeft tot de oprichting van dergelijke ver-
eenigingen met het zeer zeker lofwaardig, maar zui
ver philantropisch doel om het lot van den werkman
te verzaohten en zijn leven te veraangenamen door
hem in de gelegenheid Ie stellen, zich de noodzake-
Eindelijk was de pret gedaan. Reuben viel op
het schamele bed neêr met bevel aan den denk-
beeldigen matroos op wacht om hem ten vier ure
te roepen, 't Was waarschijnlijk de kracht der ge
woonte dat hij op dit uur opstond. Zooveel is echter
zeker dat hjj het deed.
Na zijne toevlucht tot de pomp genomen te heb
ben voer eene extra opfrissching, verliet hij het huis
en zette zijn koers zuidwaarts voort.
Croton Ellsworth deed dien nacht geen oog dicht.
Hij was ongerust. Hij kon het rumoer van het
nachtelijk feestgelach hooren en vreesde hij wist
zelf niet wat.
Waarom was Zijn WelEerwnarde zoo bedrukt te
moede? Omdat hij niets wat echt was in zijn ka
rakter had. Zijn leven hing van bedrog aan elkaar
en hij vreesde dat daar iets van zou uitlekken. Dat
hij een ruwen matroos of misschien een dronken
matroos, tot broeder had, was het niet wat hem
kwelde en verontrustte; maar wat die matroos van
hem wist en wat die misschien zeggen zou, dat was het.
Tegenover Reubon was hij "Crete," niets anders
dan «Crote.» Reuben verachtte hem en stak dit niet
onder stoelen of banken. Als hij eens zijn intrek bij
den ketellapper nam! Welk een schandaal! Wat was
er tegen te doen? Soms dacht hij er over Reuben
als een bedrieger aan te klagen, maar hij vreesde
dat dit hem misschien slecht zou bekomen.
{Wordt vervolgd.)
lijkt levensbehoeften van goede kwaliteit aan te schaf
fen voor den geringst mogelijken prijs. Is Duiteehe
fabrieksplaatsen, welker bevolking voor verreweg het
grootste deel uit fabrieksarbeiders bestaat, hebben
deze verbruilu-vereenigingeu veel opgang gemaakt en
ongetwijfeld veel nut gedaan. De vereeniging «Eigen
Hulp" is een sprnit van dezen stam, maar zooals we
zien zullen is het oorspronkelijk edole doel geheel
uit 't oog verloren. Heeds het doel, waarmee «Eigen
Hulp» werd in 't leven geroepen, verschilt tenjeenen-
male van hetgeen Schultze-Delitsch zich voorstelde.
Het laat zich hoofdzakelijk samenvatten in twee
punten
lo. Zich te vrpwaren voor vervalschte levens
middelen.
2o. Door het in groote hoeveelheden opdoen
van verschillende waren, te trachten deze goedkooper
te krijgen dan bij een' winkelier.
Wat het eerste aangaat merken We op, dat vol
gens het oordeel van deskundigen het geroep over
vervalsching, enkele artikelen zooals boter uitgezon
derd, wel erger is dan de daad, dat verscheidene
artikelen in 't geheel niet vervalscht kunnen worden,
dat de meeste vervalschingen geschieden in de
eerste hand, waaraan «Eigen Hulp» dus evenzeer
blootstaat als de winkeliers en dat eindelijk «Eigen
Hulp» nog minder waarborg heeft tegen vervalsching
dan een gewoon handelsman, die, meestal van jongsaf
tot den handel opgeleid, geacht kan worden met meer
kennis van zaken zijne inkoopen te doen dan officie
ren, leeraars enz., die zich met de fnnctiên van
directeurs en commissarissen van hunne winkelver-
eeniging belasten of magazijnmeesters en winkelhou
ders, dio veelal al evenmin op de hoogte zijn. Daarbij
komt nog, dat hjj, die zich even de moeite wil ge
troosten eene prijscourant ter hand te nemen van
«Eigen Hulp" zeer zeker tot de overtuiging zal
komen, dat de onvervalschbare artikelen daarin
minstens even ruim vertegenwoordigd zjjn als de
andere; immers (om paar een enkel staaltje te noe
men) bjj kinderboeken, scheurkalenders, steenkolen,
meubelen, bedden, orgels, manufacturen, handschoe
nen, moffen, Bchoenen en laarzen, banketbammetjes,
sigaren en guttapercha regenmantels kan van verval
sching wel geen sprake zijn.
Kan dus de vrees voor vervalsching do oprich
ting van verbrniks-vereeqigingen niet wettigen,
evenmin beantwoorden ze onzes inziens aan hot
doel om goedkooper te zjjn dan anderen. Alle
verbruiksvereenjgingeB stellen zich ten taak te rer-
koopen met winst en wanneer we nu lezen, dat
in Utrecht na aftrek van alle onkosten l'S'/j pCt.
winst werd gemaakt, dan ligt het voor de hand,
dat een gewoon winkelier voor dezelfde prjjzen kan
leveren, in aanmerking genomen dat het salaris van
den magazjjuhouder het bestaan van den winkelier
vertegenwoordigt. Het is dan ook een feit, dat de
meeste, om niet te zeggen alle artikelen van even
goede kwaliteit voor dezelfde of zelfs lagere prjjzen
bij winkeliers te verkrijgen zijn als bjj Eigen
Hulp. Vrees, dat door een soort monopolie van de win
keliers de prjjzen noodeloos opgeroerd zullen worden
behoeft daarbjj niet te bestaande onderlinge con
currentie levert daarvoor voldoenden waarborg op.
De twee strjjdleuzen var. E. H. blijken dus op
deels ralschen, deels zeer lossen grondslag te steunen.
Maar, zeggen de voorstanders van E. H.," wanneer
wo bjj E. H. koopen, en er wordt winst gemaakt,
dan komt die ons zeiven ten goede en niet in den
zak van winkeliers. Om te beginnen antwoorden
wij met de vraag: Is men uit zucht naar voordeel
gerechtigd, door het samenbrengen van een flink
kapitaal, de winkeliers te doen verdwjjnen? Wjj
noemen dat imdToreel. Voor het gold, waarmee de
ambtenaren worden betaald, dragen toch de hande
laren, in den vorm vau allerlei belastingen, wel het
leeuwenaandeel bjj. In de coöperatieve winkelver-
eeniging van E. H. in den Haag werd over 1888
700000 omgezet, een kapitaal, waarvan 88 huis
gezinnen van winkeliers konden bestaan, die over
t algemeen met een omzet van 20000 tevreden
moeten zjjn. Er worden dus door dien winkel 38
winkels overbodig gemaakt, 't geen nadeelig werkt
op de opbrengst der belastingen. De omzet van de
vereeniging E. H. te Utrecht over 1888 bedroeg
oirca 110000, waarvan in 't geheel 294 belas
ting werd betaald. Als curiositeit, deol ik hier nog
mede, dat terwjjl in het reglement van E. H. te
Utrecht gespoken wordt van de levering van levens-
benoodigdheden, daaronder onder meer volgens de
prijscourant gerekend schijnen te moeten worden:
naaimachines, hoendorvoedeel, gember, champagne,
wijnen en gedistilleerd, zelfs speelkaarten en kinder
speelgoed
Om lot ons onderwerp van daareven terug te kee-
ren, merken we op, dat ook het voordeel van in
koopen te doen bjj E. H. vrij denkbeeldig is. Im
mers de achteruitgang van den handelsstand, die zeker
het grootste deel van het belasting-botalendo Neder
land uitmaakt, heeft groote vermindering van de
opbrengst der belastingen rechtstreeks ten gevolge
en dan zullen de leden van E. H. hun dividend
mogen gebruiken om dat tekort te helpen aanvullen.
Een der laatste-argumenten, door de voorstanders
van E. H. gebruikt om huu standpunt te rerdedigen
is, dat E. H, ontstaan is uit den natuurljjken ont
wikkelingsgang van maatschappelijke toestanden, dien
men niet ongestraft kan tegengaan. De natuurljjke
ontwikkelingsgang der maatschappelijke toestanden
kan niet meebrengen, dat staatsambtenaren fungee-
ren als kruideniers, sohoenmakers, spekslagers, enz.,
maar die gang brengt mede, dat die ambtenaren zich
wjjden aan hunne betrekking, zooals een handelaar
het aan zijn vak moet doen dat zjj door het leve
ren van een voldoend quantum werk zich de bezol
diging, die zjj ontvangen, waardig maken, die ont
wikkelingsgang brengt ook mee, dat de millionair
niet op koopjes loopt, maar leeft overeenkomstig
zjjne middelen.
Nog ernstiger grieven hebben wjj tegen E. H.,
daar waar deze vereeniging onrechtvaardig voorge
trokken wordt boven particulieren, waarvan ik U
een officieel voorbeeld wil meedeelen, dat niet op
zich zeiven staat, maar met velen te vermeerde
ren is.
Bij de publieke aanbesteding van vleesch voor
het garnizoen te Bergen op Zoom, werd door den
laatsten leverancier ingeschreven voor 82 cents. Ook
een andere slager, die jaren lang het vleesch en het
spek geleverd had en aan wien voor het volgend
jaar ook weer het spek gegund is, bewijs genoeg,
dat op zijn leverantie niets aan te merken is, schreef
in voor hetzelfde bedrag. Toch werd de leverantie
gegund aan den slager van Eigen Hulp, die 1 cent
duurder was, hetgeen voor een geheel jaar toch een
aardig bedrag uitmaakt. Ik hoop met het vooraf
gaande het optreden van den bond tegen verkeerde
coöperatie voldoende gemotiveerd te hebben.
Het verkrijgen van betere waarborgen voor den
verkooper bij faillissementen is zeker ook eene zaak
van groot algemeen belang. Wanneer men de han
delsstatistieken nagaat, komt men tot de treurige
ervaring, dat zoowel het aantal faillissementen als
dat der insolvent-verklaringen ontzettend toeneemt,
terwjjl tevens blijkt, dat het getal percenten door
gefailleerden uitgekeerd, hoe langer hoe geringer
wordt. Terwjjl vroeger de koopman aan veel groo-
ter risico bloot stond dan tegenwoordig, denk aan
het vergaan of buitmaken van schepen, het plun
deren van karavanen, enz., gold toen een faillisse
ment voor eene groote maatschappelijke schande,
terwjjl het tegenwoordig, althans in do grootere
plaatsen, ternauwernood wordt opgemerkt, ja voor
velen het meest gezochte middel is om er weer
boven op te komen ten koste van de verkoopers,
die met een gering deel van hunne vordering
genoegeu moeten nemen en wat zjj te min ont
vangen, behoudens eene enkele uitzondering,
gerust op hunue verliesrekening kunnen schrijven.
Wel heeft de wetgever in het nieuwe wetboek van
strafrecht bepalingen opgenomen, die de schuld-
eischers zooveel doenljjk tegen kwade practijken
van hunne debiteuren moeten beschermen, maar toch
zijn er nog tal van gevallen, dat de schuldeischer
geheel machteloos staat tegenover afnemers die, of
schoon Hjnrecht handelend tegen alle beginselen van
eerlijkheid, toch de strafwet weten te ontduiken en
daardoor hunnen leveranciers groot nadeel berokke
nen. Daarbjj zijn de kosten van een faillissement,
uit den faillieten boedel verschuldigd, vaak zeer
aanzienlijk in verhouding tot het actief.
Waar het zeer groote faillissementen geldt, daar
zullen deze onkosten niet zoo buitengewoon zwaar
gevoeld worden; zoodra het echter kleine faillisse
menten betreft, heeft men met de uitgaven voor den
curator, de rechtbank enz. wel degelijk rekening te
houden, omdat daardoor aan den boedel geen gering
bedrag wordt onttrokken.
Afkeurenswaardig is het ook in onze oogen, dat
een schuldenaar, die met gijzeling bedreigd wordt,
zich door faillietgeving daaraan kan onttrekken.
Veelal is gijzeling het eenige wapen in de hand van
den verkooper, om een onwilligen schuldenaar tot
betaling te dwingen, omdat vrees voor berooving der
persoonlijke vrjjheid de moeste menscben alle krach
ten zal doen inspannen om dat lot te ontgaan. Wel
wordt vaak het rooht van gjjzelen een te vreeselijk
wapen genoemd in de hand van een' wraakzuchtige,
maar waar iedere aanvraag tot gijzeling in handen
van den rechter wordt gesteld, kan aan dezen gerust
het oordeel worden gelaten over het al of niet
wenschelijke van de inwilliging, bjj welke beoor
deeling de goede of kwade trouw van den schulde
naar natuurljjk de voornaamste faotor moet zjjn.
Zonder in bijzonderheden te treden aangaande de
wjjzigingen in de wet, die wjj wenscheljjk zouden
achten, zou naar onze meening veel gewonnon zjjn,
wanneer de regeling van failliete boedels rechtstreeks
door belanghebbenden geschiedde, daar toch de cu
rator natuurljjk wel volgens de wet handelt, maar
het in den regel ook daarbjj laat. Al voelt hjj wel
licht persoonlijke sympathie voor des chuldeischers,
Zijn persoonlek belang brengt mee de zaak zoo spoe
dig mogelijk te beëindigen. Daarom wordt in den
regel weinig moeite gedaan om min of meer twij
felachtige uitstaande posten te innen, de curator
haast zich de schuldeischera tot een accoord over
te halen en daarmee is de zaak uit. Belangstelling
kam men van den ourator niet verwachten, veel
minder cisohen en plichtsbetrachting zonder belang
stelling werkt al tjjd werktuigelijk. Vooral by kleine
faillissementen zou dunkt ons de regeling doorgaans
gemakkeljjk en met veel minder kosten tot stand
te brengen zijn zonder rechterlijke tusschenkomst,
terwjjl die, bleek het noodig, toch altjjd nog inge
roepen zou kunnen worden. Dikwjjls zou dan ook
de verkooper betere waarborgen kunnen bedingen
voor de toekomst. Veelal immers weet de gefail
leerde door allerlei fraaie beloften van latere aanzui
vering zjjne schttldeiachers te bewegen een acooord
aan te nemen, terwijl de homologatie hun alle rech
ten doet verliezen en de fraaie beloften vergeten zijn
en blijven.
De schade, die bij faillissementen geleden wordt,
komt niet alleen ten laste van de verkoopers, maar
vaak zijn de concurrenten van den gefailleerde in
dezelfde, of zelfs in meerdere mate de dupe.
De failliet heeft immers dikwijls geleefd op een
voet, dien zjjne inkomsten hem niet veroorloofden,
of verkocht tot prijzen, waarmee de eerlijke winke
lier, die op tijd zjjne leveranciers betalen wil, niet
mee kan gaan, waarvan het natuurlijk gevolg is,
dat deze laatste, die duurder moet zijn, zijn debiet
ziet verloopen. Het voortbestaan van dergelijke
toestanden acht ik onbillijk en onzedelijk tevens en
door ieder eerlijk koopman wordt reikhalzend uitge
zien naar eene wet, die betere waarborgen geeft
bij ter goeder trouw gedane zaken. Slaagt de
Nederl. Bond M. B. er in de gewenschte verbetering
tot stand te brengen, dan heeft hij, dunkt ons, reeds
genoeg gedaan om zijn bestaan te- wettigen.
De verschillende stroomingen op handelsgebied
vinden iéder voor zich tal van aanhangers. Dezen
zijn voor vrjjhandel, gene voor bescherming in den
ruimsten zin van het woord; anderen weerwenschen
gedeeltelijke bescherming. Allen voeren argumenten
aan, waarmee zij pogen te bewijzen, dat zij het bij
het juiste einde hebben, allen voorspellen dat, wan
neer zij hun zin niet krjjgen, de welvaart van ons
land weldra geheel vernietigd zal zijn. Wij zullen
hier niet in beschouwingen treden, wie al dan niet
gelijk hebben, al zouden wij, waar wij den vrijhandel
boven alle andere stelsels verkiezen, omdat wij over
do uitkomsten van dat stelsel bij ondervinding kunnen
oordeelen, ons kunnen beroepen op de Frankforter
Zeitung, die beweert, dat met de invoerrechten op
granen, het brood duurder en de armoede grooter
geworden is, maar daar het ons hier niet te doen
is, om een oordeel in deze kwestie uit te spreken,
bepalen wij er ons toe er op te wijzen', dat M- B.
ook zijne bemoeiingen wenscht dienstbaar te maken
aan eene gezonde oplossing van de vraag, wat het
beste stelsel is.
(S'et slot van dit verslag ie opgenomen in het bijvoegsel.)
CORRESPONDENTIE.
De plaatsing van den Brief oit Botterdam en van den
Brief nit de Hoofdstad moet worden uitgesteld tot een
volgend nr. na Redactie.
Voor de vele bewijzen van deelneming
ondervonden bg hèt overlijden van onze ge
liefde Moeder en fiehuwdmoeder JACOBA
BLOM, Weduwe van Theodobus Slangen, be
tuigen wjj onzen hartehjken dank.
M. SLANGEN.
J. SLANGEN—Bisschop.
A. A. BISSCHOP.
Gouda9 Februari 1889.
Wegens onvoldoenden steun en gebrek aan
belangstelling bg het handeldrijvend publiek en
wegens voortdurende tegenwerking en achter
stelling van die zijde, van welke te recht ge
lijke bescherming als aan concurreerende zaken
ten deel valt mocht worden verwacht, heeft de
ondergeteekende besloten den
te STAKEN.
Allen, die hem begunstigden en steunden,
zegt hij bjj deze harteljjk dank.
Gouda, 9 Februari 1889.
NB. De Boot is TE KOOP of TE HUUR.