Buitenlandsch Overzicht. BRIEVEN UIT ROTTERDAM. pi Uit Scheveningen schrijft men: Tegen 4 uur gisterennacht werd door een nacht- waoht opgemerkt, dat op de kast af stakelvuren werden ontstoken. Toen de dag aanbrak werd be merkt, dat een driemastbarkschip om de noord op ongeveer 2000 M. afstand van het artilloriopark op de tweede bank sat. Onmiddelyk word door de politie van het posthuis aan het Kurhaus bericht naar Scheveningen gezonden om de reddingsboot en de andere reddingstoestellen waarop tegen 7 uur het vuurpijltoestel aankwam. Voor dien tijd had de gestrande bark getracht verbinding met den wal te krijgen door het afzenden van 2 man in een klein schuitje die van 't schip een lijn medenamen. Die lijn brak echter onderweg, soodat de manschap niet meer naar het schip kon terugkeeren en inmiddels herbergzaamheid vond bij de gisteravond gelande Katwijker bomschuit no. 15. De beambte van het vuurpijlstelsel, Pieter Thomas, had inmidd&s een pijl opgezet, waarmede hij een meesterlijk schot deed, dat onmiddellijk doel trof. De reddingboot, die tusschentijds was aangekomen, in gereedheid gebracht en in zee was gegaan, kon nu gemakkelijker langs die lijn naar 't schip komen, waarop de verbinding met den wal versterkt werd door van af het schip, langs do reddingslijn, een kabel naar het strand te brengen. De reddingboot bemand door Jacob van Duyn, kapitein, L. Spaans, Joh. v. Duyn, W. Visser, J. de Niet, J. A. en J. Bal, G. de Lange, J. Verburg, J. de Vrindt, P. de Jong en J. P. Groen, had het bij het schip hard te verantwoorden, door de bran- - ding, het wassend water en de groote moeilijkheid om de lieden van boord te krijgen, wegens de hooge ligging van het schip. In vier partijen werd de bemanning, bestaande uit 22 man, bohalve den kapitein, terwijl de 2e stuurman den vorigen dag over boord was geslagen, in de beste orde naar 't strand geroeid. De kapitein en de le stuurman het laatst. De Katwijksche reddingboot, met den burgemoes- ter De Ridder, die uit waren gegaan om een in ge vaar vorkeerende Ostendensche kotter bij te staan, hetgeen evenwel niet noodig bleekj, daar de beman ning zelf naar wal kwam, heeft ook goede diensten bij de redding bewezen. Aan 't strand was aanwezig: de commissaris van politie te Scheveningen, de heer Vernée, die onder bijstand van den directeur-generaal van het Zeebad Scheveningen, de schipbreukelingen naar 't Kurhaus deed vervoeren, waar deze liefderijk werden ver pleegd en van 't noodige voorzien. Het stalen schip is genaamd Benavon, reeders Wetson Brothers, kapitein James Broek, vdn Hamburg naar Sydney, met een lading stukgoederen bestemd. Het had te Cuxhaven gelegen en was 4 dagen geleden van Hamburg vertrokken. Het had een Hamburgschen loods aan boord, die, wegens gelijke nis van het licht van den Scheveningschen vuurto ren mot den Engelschen vuurtoren te Kentishknock dacht aan de Engelsche kust te zijn. Daardoor heeft hij het schip naar het Z.Z.W. gestuurd, waardoor 't hier op strand is geloopen. De bemanning bestaat uit Denen, Noren, Ieren, Duitschers en l Hollander, genaamd Berend Kleine, geb. te Zwolle, oud 28 jaar, wiens moeder te Zutfen woont. De doctoren Van der Mandele en De Vries, waren aan 't Kurhaus aanwezig om dienst te verleenen, 't geen niet noodig was, daal de bemanning volmaakt gezond was. De scheepspapieren zijn gered. Bij 't verlaten van het schip was daarin een lek gekomen, waardoor er 15 voet water in stond. Twee van de eigen booten waren gisteren over boord geslagen en het marszeil was weg. De Engelsche gezant, gewaarschuwd, kwam tegen half 12 te Scheveningen aan 't Kurhaus waar hij in de kamer van den directeur-*gen. een onderhoud had met den kapitein, met den hoofdcommissaris van politie, die evenoens reeds spoedig naar Scheveningen kwam, de heoren Vernée eu Reiss, die hem de ge- wensohte inlichtingen gaven. De bemanning blijft vo^rioopig op het Kurhaus, terwijl dè kapitein van moenir.g is, dat het schip wegens 't lek en 't daardoor.-ingekomen water niet meer naar zee zal kunnen getrokken worden. Te Madrid is den 8sten februari, even na midder nacht, een hevige^brand i»jtgebroken«in het mili taire hospitaal. Hiet^oor ontstond een verschrikkelijke paniek onder de 500 patiënten welke in het hospitaal werden verpleegd. Wie nog köfc loopen nam de vlucht, doch zij, die daartoe niét meer in staat waren, moesten worden weggedragen, hetgeen, dank zij der tijdige hulp, nog even bytyds gelukte. Het grootste gedeelte van het gebouw is echter vernield. De koningin-regentes bezocht den volgenden dag met den minister van oorlog de zieke soldaten, die in verschillende andere ziekenhuizen zijn overge bracht. In de vele stadjes in het zuiden en westen der Vereenigde Staten, vooral in den staat Illinois, die staan onder de afschaffiagswet, heeft zich een zonder linge handelstak ontwikkeld. In deze steden mogen alcoholische dranken, wijn, bier en whiskey, alloen voor medicinale doeleinden, dus alleen met voor kennis van den dokter, verkocht worden en de be woners van die plaatsen en de doorreizende vreem delingen zijn dus veroordeeld, koffie en niets dau koffie te drinken. Ten behoeve van dezo reizigers nu, van wie men geen verraad behoeft to vreezen, is de nieuwe handeUtak in 't leven geroepen. Aan stations, op de schepen, aan de havor., op de markt, kortom, overal waar een druk verkeer is, loopen negers rond, die met luider stom hun «mooie warme koffie 5 cent het glas!" aanprijzen. De vreemde ling wordt bovendien door een listigon oogwenk van den verkooper aangelokt het eens te probeeren. Neemt hij, misschien slechts uit nieuwsgierigheid, een glas, dan vraagt de neger, of hij koffie met melk, of «klaar" wil lebben. Is hot antwoord «met," dan krijgt de vreemdeling een kop echte, reeds mot molk gemengde koffie; luidt het daarentogen «zon der", dan bijt de verkooper zijn klant in 't oor «De klare kost 15 cent meer, afschaffingskoffie you know" De «klare" wordt voor den dng gehaald, en uit oen afzonderlijke kan vloeit een stof, die op alles, behalve koffie gelijkt. Ze is zoet, scherp, bijt een weinigin één woord, ze smaakt als klare whiskey. Een ieder die de voorliefde van de araeri- kaansche heerenwereld voor dezen drank kent, zal wel begrijpon dat met de «klare" koffie in die stro ken alleraardigste zaken gedaan worden. Onder vegetariërs verstaat men menschen, die nagenoeg uitsluitend plantaardig voedsel tot zich nemen. Onder de verschillende argumenten, die voor die leer werden aangevoerd, is zeker dat van Rousseau wel het vermakelijkst; Rousseau beweerde namelijk, dat planten ons eigenaardig voedsel zijn, omdat wij twee borsten hebben evenals de plant- etende zoogdieren. De leer der plantenetors is evenwel in tegenspraak met de duidelijke aanwijzin gen, die onze lichaamsbouw oplevert. De bouw van onze tanden en van ons spijskanaal wijst op een gemengd diëet van vleesch en plantaardige spijs. Talrijke voorbeelden bestaan er, die aantoonen hoe noodzakelijk dierlijk voedsel is voor hen, die veel hunne spieren gebruiken. Eransche aannemers en fabrikanten, die genoodzaakt waren Engelsche spoorwegarbeiders en werklieden in dienst te nemen, omdat de Eranscho werklieden niet de noodige kracht bezaten, besloten ten laatste de uitwerking te be proeven van een meer rijkelijk vleeschdiëet, endoor den Eranschman een even ruim rantsoen vleesch te geven als de Engelschman eet, werd het verschil spoedig tot nul teruggebracht. Vooral na het jaar 1848 heelt de leer van het vegetarisme den vorm van een wetenschappelijk systeem aangenomen. De «apostelen" schoten als paddestoelen uit den grond, zoodat een Parijsch feuilletonnist uit dien tjjd zeide: «On ne peut ouvrir sa fenêtre sans cracher sur un apötre". Een van de vermakelijkste en onschuldigste van al de apostelen uit dien tijd was Jupille de Vegeta riër. Hij was een leerling van Gleïzés. En dat deze met hart en ziel vegetariër was, toonde hij door van zijne vrouw, die van vleesch hield, te scheiden. En Jupille deed zijn leermeester geen oneer aan. Hij bedekte in dien tijd de hoeken der straten van Parijs met aanplakbiljetten en overstroomde de tafels der boek- verkoopers met brochures, waarin hij zijn leer uit eenzette. Daarin beweerde hij o. a., dat de ver schillende plantendeelen de symbolen waren van de lichaamsdeelen, en dat daarom de planten zeer goed tot opbouw van het lichaam konden dienen. Zoo was bijv. de ui het symbool van het oog, en daarom, beweerde Jupille, tranen nog onze oogen door ver wantschap als wij een ui schillen. En die verwant schap blijkt volgens hem ook daaruit, dat, evenals rondom het ,oog verschillende lagen aanwezig zijn, zoo ook de ui uit verschillende rokken bestaat, en dat, evenals er oogen zijn van verschillende kleuren, men ook uien van verschillende kleuren vindt. Jupille's brochures eindigden doorgaans met een uitnoodiging aan de lezers om zijn groenteuwinkel te komen be zoeken, waar hij een prachtige uitstalling had, en ook van tijd tot tijd vegetarische diners gaf aan uitverkorenen. Aan de toenmalige regeering diende Jupille een request in, waarbij hij verzocht belast te mogen worden ujet de voeding 'der leeuwen en tijgers uit den Jardin des Plantos, en beweerde dan spoedig te zullen aantoonen, dat hunne kwade ge woonten alleen veroorzaakt werden door hun vleesch diëet, daar hij ze spoedig door plantenkost zoo zacht zou maken als lammeren. Zelfs ging Jupille zoo ver van te beweren, dat de vischvrouwen alleen daarom kwaadaardiger en kijfzieker waren en meer overvroegen dan de groentenvrouwen, omdat zo visch aten, terwijl de groentevrouwen met haar plantaar dig diëet voor zachtere aandoeningen vatbaar bleven! {Zondagsblad Een onderaardsche brand. In de kolenmijnen van Dux in Bohemen woedde sedert weken een hevige onderaardsche brand' Nu eenige dagen geleden kortom alles wat de wereld kan opleveren om menschelijke ijdèlheid voedsel te geven en alle ge dachten aan iets hiernamaals te verzetten, was binnen de wanden van dezen nieuwen tempel vereenigd. Hij was nu niet meer bevreesd voor' Reuben. Laat hem maar komen! De politie zou haar plicht doen, on de bedrieger zou zonder complimenten! achter slot gezet worden. En zijne moeder? XIII. Eindelijk was voor Tom en Alf de tijd gekomen om de voorbereidende hoogere school te verlaten. Zij zouden vier weken vacantie hebben en daarna hunne Academische studiën beginnen. Doctor Castleton had te Dartmouth zijn graad verkregen en natuurlijk zou Tom daarheen gaan. De heer Eerrjs, Alfs voogd, volgde gaarno den wenk van den doctor op; en sedert lang was het beslist dat de jonge vrienden niet gescheiden zouden worden als zij de school verlieten. De gewichtige dag kwam. Het was de zesde September. Tom vergat dien datum nimmer. Alle toebereidselen waren gemaakt, en 's morgens ten acht ure stapten de twee jongelingen op den trein, die voorbij New-haven door het dal van de Con- necticut-rivier loopt; het bekoorlijkste dal op de wereld, geloof ik; althans het bekoorlijkste, dat ik ooit aanschouwd heb. Het was de gelukkigste dag van hun leven. Jong en gezond, in al het gevoel hunner toenemende geest ontwikkeling, zonder oene enkele zorg, èene enkele schaduw over hun verleden, gingen zij hunne toe komst vroolijk en vol hoop te gemoet. En beiden koesterden in hun hart het beeld van Clara Digby, heimelijk en diep verborgen als eene teedqre herinnering, die de ruwe kanten van leven dige jongelingen verzacht, zonder het mannelijk ka rakter in hen te onderdrukken of te benadeelen. Het was zonsondergang eer de trein aan het sta tion te Dartmouth aankwam. Welk eene drukte en beweging! Wel honderd jongelingen stroomden de waggons uit, en namen alle soorten van voertuigen in beslag, om koffers en valiezen en allerlei bagage de stad in te brengen. Welk een tooneel op zich zelf! Wat schenen die studenten daar thuis te zijn, en hoe vrij en onafhankelijk zagen zij er uit! De groenen van het vorige jaar, die nu als academie burgers terugkwamen, zagen met trotschheid en het volle gevoel hunner waardigheid neer op de be schroomde candidaten voor de klasse, welke zij pas verlaten hadden. Onze vrienden bleven bij elkander, en weerstonden het verzoek van een ondeugend jong student om hem te volgen, ten einde door zijn invloed bij een der professoren, met wien hij bijzonder bekend was, hun nog dienzelfden avqnd hun examen te laten afnemen en hun alzoo een dag van onaangename onzekerheid te besparen. Wij, die in het geheim zijn, weten dat die student hun een poets wilde spelen en dat het een examen bij pseudo-professoren was, die het hun zoo lastig zouden maken, dat zij van. verdriet wel dadelijk weder zouden willen heengaan. Den Volgenden dag stonden Tom en Alf vroeg op, en om alle vergissingen te voorkomen, gingen zij bij den president de noodige inlichtingen vragen. Ten drie ure van dienzelfden dag hadden zij hun examen met glans ondergaan, en waren «groenen" Nu moesten zij voor een kamer en een kosthuis zorgen. Na veel zoeken, kozen zij een gemeubileerde kamer, waar zij een heerlijk gezicht op het Ascut- ney-göbergte hadden. Als zij wilden, konden zij daar in huis ook in den kost zijn. Daartoe besloten zij; ten minste voor den eersten tijd. Na zich aldus tot hun genoegen gedomicilieerd te hebben, namen zij het Academie-gebouw in oogen- schouw en sloegen het doen en laten der studenten gade. Vervolgens gingen zij naar het station, om den trein te zien aankomen, die weer nieuwe stu denten aanbracht. Nu zij zelf er door waren, konden zij met bedaardheid op htinne beurt de andere aan- gekomenen monsteren. Zij lieten zich in eene der sociëteiten voorhangen door een vriendelijk student, die. h,en op hunnen terugweg aansprak. ,v {Wordt vervolgd.) -• T' sloegen uit eene verlaten schacht de vlammen naar buiten en hulden den geheelen omtrek in een ver- stikkenden rook. Van nabij en van verre kwam de brandweer aanrukken, wyl men dacht, dat er een hevige brand boven den grond was uitgebarsten. Na enkele dagen had er evenwel zulk een geweldi ge instorting plaats van den door het vuur onder mijnden bodem, dat de vlammen uitbrakende schachten als met puin gevuld schenen. Nochtans is men voortdurend in de weer, om door nieuwen aanvoer van steen en aarde de toetreding der lucht tot het onderaardsche vuur te beletten. Evenals thans in de bruinkolenmijnen van Dux, zoo woedde eens in de ontzaglijke steenkolenmijnen in de omstreken van Zwickau en brand, die reeds voor vier eeuwen begonnen, eerst gebluscht, later weer door een troep soldaten tijdens den 30j. oorlog aangestoken werd, en eerst in onzen tijd voorgoed eindigde. Daar heeft het vuur eene steenkoollaag van 66 M. dikte, 300 M. lengte en 60 M. breedte vernield. Sedert het jaar 1887 gebruikte men de warmte, welke de bodem te Planitz zomer en winter uitstraalt, voor broeikassen, waar men de schoonste ananassen aankweekte. Sedert eenige jaren schijnt de daar heerschende brand door ontginning der kolenlagen en door afdammingen geheel onderdrukt te zijn. De Eransche Kamer van Afgevaardigden heeft met 808 tegen 243 stemmen bepaald, dat de beraad slaging over het wetsontwerp tot wederinvoering van den scrutin d'arrondissement heden zal gehouden worden en met 504 tegen 9 stemmen, dat het wets ontwerp op de grondwetsherziening aanstaanden Donderdag zul behandeld worden. De Ttmps meldt dat de heer De Lesseps heden het volgende ter openbaro kennis heeft gebracht «Daar de wet voorschrijft, dat voor de vestiging éener maatschappij de storting van een vierde van het kapitaal op het gebeele bedrag der uitgegeven aandeelen vereisebt wordt en deze voorwaarde niet is vervuld voor de uitgifte van 2 Febr., ben ik niet in staat thaus de nieuwe maatschappij op te richten, welke zicb de voltooiing van het Panama-kanaal zou ten doel stellen. Dionvolgens worden de gestorte sommen weder ter beschikking der inschrijvers ge steld." Het Pruisische Hnis van Afgevaardigden heeft do kroondotafcie zonder belangrijk debat bij tweede lezing aangenomen. By de behandeling der telegraaf begrooting in den Duitsohen rykidag heeft de staatssecretaris dr. Stephan medegedeeld, dat by eene overeenkomst met Engeland van 4 Jauuari 11., in het vervolg de grond- taxe van 40 pfennige voor een telegram vervalt en het woord tarief van 20 op 15 pfennigo verlaagd wordt. Nu de directe verbinding tot stand gekomen is, staan 14 lijnen ter beschikking. Ook met Neder land en België worden er in dezelfde richting onder handelingen gevoerd. Het plan bestaat eene directe telegraphisohe verbinding tusschen Hamburg en Liverpool tot jtond te brengen. Na de goedkeuring der geheele begrooting is de ryksdag voor onbopaalden tyd uiteengegaan. Dat de pogingen der bimetalisten om het Duitsche muntstelsel te veranderen en Ëngelands medewer king te zoeken tot herstel van den zilveren standaard, mislukte, is reeds gemeld, De minister van financiën do boer Voö Maltzhuhn-Gulst deelde den conserva tieven heeren Von Mirbach en Von Kardorff, de leiders der beweging mede, dat de Dnitsche regeering piet het minste plan heeft van muntstelsel te veran deren. De National Zeitung betuigt haar ingenomenheid met dit besluit, hetwelk trouwens ook door den heer Von Benningsen werd toegejuicht, on wyst er op, dat Puitschland nog in het bezit is van een aan merkelijke hoeveelheid zilver. Een prijsverhooging van het zilver kan dus voor Duitschland nooit na- doeiig zijn, indien mon althans niet wordt gedwon gen den voorraad door een verandering van derf standaard van de hand te doen. Do betoogingen der werkeloozen te Rome hebben zich herhaald en tot verstoring der rust aanleiding gegevetf. Eon aantal arbeiders zondor werk, die by het Castello vergaderd waren, geraakten in botsing met de overheid, tengevolge waarvan zy naar het midden der stad vluchtten, waar in verscheidene •traten de vensters van winkels vernield werden. Dp verschillende punten der stad ontstonden onge regeldheden, waartegen de politie met kracht optrad en waarby zij een aantal personen in hechtenis nam. Dientengevolge heerschte er groote opgewondenheid m de stad. In de kamer zyn er interpellaties tot de regoering geschied, om haar te vragen welke maatregelen •y denkt te nemen om eene herhaling van zulke on geregeldheden te voorkomon. De Minister Grispi verklaarde dat do regeering, die de uitspattingen ten zeerste betreurt, maatregelen heeft genomen om eene herhaling daarvan te voorko men. Alle openbare vergaderingen, zelfs die welke eeti vredelievend karakter dragen, zullen verboden worden. Hy beschuldigde de vereeniging der zoo genaamde «vrienden van den vrede", slechts één doel na te jagen, nl. het verwekken van ongeregeldheden. Het aantal personen, tot Vrijdag in hechtenis ge nomen, wasw 163. De regeering wachtte met ver trouwen het oordeel der Kamer af. De heer Bonghi stelde dê volgende motie voor: De Kamer, betreurende het voorgevallene, doch ver trouwende in de geestkracht der Regeering tot onder drukking der wanordelijkheden, gaat over tot de orde van den dag. Over deze motie zal aanstaanden Donderdag worden beraadslaagd. De voorzitter van het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden, Smolka, deed in de zitting verslag van do audiëntie bij den Keizer. Veel opgemerkt en door al de Weener bladen met voorliefde besproken wordt hetgeen de Keizer gezegd heeft over de Keizerin. Do Keizer zeide, volgens de mededeeling van Smolka: «Wat ik in deze droeve dagen te danken heb gehad aan mij» geliefde echtgenoot, de Keizerin, en welk een groote steun zy mij is geweest, kan ik niet beschrij ven. Ik kan den hemel niet genoeg danken, dat mij zulk een levensgezellin is gegeven. Vertel dit verder. Hoe meer het bekend wordt, hoe aangena mer het mij zal zijn." Deze hulde aan de Keizerin valt in te beter aarde, omdat de Weeners in de laatste dagen weinig ge boord en gelezen hebben, om den mensch of het menschelijke te verheffen. l)e Koning en de Koningin van België zijn weer naar Brussel teruggekeerd. Op uitdrukkelijk ver langen van Koning Leopold werd hem door geen der leden van het Keizerlijk huis uitgeleide gedaan. Kroonprinses Stephanie is niet meegegaan. De we duwe van den Kroonprins blijft te Weenen en zal als beschermvrouw van het werk «Oostenrijk in woord en beeld", voortaan in plaats van den Kroon prins de vergaderingen der redactie presideertn. V. De voorstolling door den tenor van Dyck hier ter stede gegeven is met goeden uitslag bekroond. Aanvankdyk een weinig onvast, herstelde by zich en behaalde als Lohengrin ten slotte een oubewist succes. Indien ik op die voorstelling terugkom, dan is het omdat de vermelding van het voren omschreven feit noodzakelijk was om hetgeen ik in mijnen vori gen schreef te completeren en dok om te kunnen berichten dat de recette dien avond omstreeks drie duizend gulden heeft bedragen. My dnnkt dat dit laatste tot nadenken moet stemmen. Kent ge, waarde lezer, het verhaal van den man met de zenuwachtige vrouw? Misschien niet. In elk geval, het is van dien aard dat het nog wel eens U in herinnering mag worden geroepen. Er was dan eens oen ryk man, die in liefde ontbranddo voor een arm, maar bevallig en deugd zaam meisje. Dat gebeurt wol meer, maar dat er in dit geval in alle eer en deugd een huwelijk op volgde, behoort onder dergelijke omstandigheden reeds dermate tot de zeldzaamheden, dat het ver haal daardoor alleen reeds recht van bestaan heeft. Het echtpaar leefde in den beginne recht gelukkig, want de vrouw had haren echtgenoot even lief als hij haar. Op zekeren nacht evenwel werd hij door haar uit zijn diepen slaap gewekthy voelde hoe haar hand zioh op zijnen .mond legde en hoorde dat zy hem in radeloozen angst in het oor fluis terde:. «daar is iemand onder het ledikant." Hij, die officier van de schuttery en gevolgelijk held haftig was, sprong uit bed, greep zyn sabel, die in een hoek van het vertrek rustig stond te roes ten, bukte zich en zag dat zich niets en niemand onder het ledikant bevond. Hij stelde zijn lief vrouwtje gerust en lag kort daarna weder in diepen slaap. Doch het was voortaan met zyn huiselijk geluk gedaan. Elke nacht, soms twee of driemaal in den nacht, werd hy door zyne vrouw gewekt, die maar altyd in doodelyke benauwdheid beweerde dat zich iemand onder het ledikant had verscholen. Ten laatste werd het leven hem zóó onverdragelyk, dat hy, geen lust gevoelende het voorbeeld van zekeren Oostenrykschen prins te vol gen, een rechtsgeleerde ging opzoeken, ten einde van hem te weten te komen of er wettige re den tot echtscheiding bestond. De jurist liet zich alles tot in de kleinste bijzonderheden vertellen en vernam daardoor onder meer dat het ledikant, waarin de echtelieden sliepen, niet van yzer maar van hout was, staande op vier vormloozo pooter.. «Weet ge wat ge doet" aldus luidde het advies van den grijzen rechtsgeleerde«laat die vier pooten van het ledikant afzagen en kom dan over veertien dagen eens terug.De man volgde dien raad. Het ledikant kwam zoo doende pal op den grond te staan. De vrouw, ziende dat het nu feitelyk onmogelijk was dat zich iemand onder het ledikant kon verbergen, werd van zelf van hare zenuwachtige gejjaagdheid genezen, liet haren man voortaan gerust slapen, en geluk en vrede waren in het huishouden teruggekeerd. Dit, geachte lezer, is een zeer leerzaam verhaal, omdat het bewijst dat er in het leven veel tegen spoed en jammer zouden kunnen worden verholpen, indien men maar het gezond verstand bezat tydig het juiste middel toe te passen en hier kom ik als van zelf tot de Hoogduitsche Opera terug. Reeds toch hèt feit, dat het tot de mogelijkheid behoort op ééneij» avond eene recette van drie dui zend gulden te maken, bewijst dat de onderneming als zoodanig levensvatbaarheid bezit. Het Rotter- damsch publiek [s een huiselijk slag van menschen, doch bij dat al houdt het hartstochtelijk veel van de Opera, meer nog van haar dan van Hollandsch Tooneel en andere openbare vermakelijkheden. De beslommeringen yan het dagelijksche leven zijn zeer grootde arbeid vordert rustelooze en geweldige inspanning; gepéste uitspanning wordt te midden van dien struggle on life door de meesten sterk ge zocht; maat aan den anderen kant blijft men in zijn zin voor huiselijkheid liever met vronw en kin deren in de gezellige huiskamer, dan dat men open bare vermakolijkheden bezoekt die niet ten volle bevrediging schenken. De opera-directie nu klaagt over het publiek dat op den duur niet trouw ge noeg opkomt. Kfram zij bij mij om advies, ik zou met den grijzen rechtsgeleerde, van wien ik hier boven gewag maakte, zeggen: «zaag de pooten van «uw ledikant af! Met andere woorden: geef ont- «slag aau al de leden van uw personeel die niet «voor hun taak geschikt zijn. Werf artisten aan «die den toehoorder in het gemoed weten te grij- «pen en die hem tot geestdrift stemmen. Kom «daarna aan het slot van hei volgende seizoen eens «bij mij terug enl ik ben er zeker van dat gij dan, «al moet gij hoogère gages betalen, over de finan- «tieele uitkomsten! tevreden zult zijn." En werkelijk zeju dit het geval wezen. Maar of nu de Opera-directiën zoo verstandig zullen zijn als dc man met de zenuwachtige vrouw, zie, dat zal te bezien staan. Evenzoo is het aan twijfel onderhevig of het op de vergadering, die Maandag 11 Februari wordt ge houden zal blijken dat het vereischte bedrag aan subsidie is volteekend. Dertig jaren achtereen stond de Hoogduitsche opera elk jaar op het punt om te vallen en toch werd zij ten laatste telkens daarvoor behoed. Ware het anders, ik zou inderdaad be vreesd zyn, dat zij de crisis van 1889 niet te boven zal komen. In mijnen vorigen heb ik voorspeld dat de voor stellen van Burgemeester en Wethouders tot handha ving van het spoelstolsel te Rotterdam, zouden worden aangenomen. Dit is ook werkelijk het geval geweest, en wel met de verpletterende meer derheid van 31 tegeri 6 stemmen. Men ziet der halve dat ook nu weder mijne voorspelling goed is uitgekomen. Ligt dat dit veïtrouwen inboezemt Wil de lezer mij dan ook eens raadplegen over de vraag welk weder het (eoo al op een bepaalden dag zou kunneh zijn, of wil de lieve, nog ongehuwde lezeres te weten komen hoe haar aanstaande gemaal er zoo al zou kuunen uitzien, ik ben volgaarne be reid van myne profetische gavo opnieuw blijk te geven. Wat nu het vraagstuk van den afvoer van fae- caliën aanbelangt dat door den Gemeenteraad is beslist ten gunste van hot spoelstelsel, het mag een opmerkolyk feit genoemd wordeu dat zelfs van de 6 leden dio togen de toorstellen van Burgemeester en Wethouders stemden, geen enkel zich verklaard heeft ten gunste van het Liernurstelsel. Hun verzet was meer uitsluitend gegrond op de omstandigheid dat, naar hun oordeel, in de officieele stukken geen voldoend licht over de zaak in haren geheelen om- vartg werd verspreid, vooral niet over de verschil lende stelsels, die plaats nemen tusschen het Lier- nur- en het Spoelstelsel. Een der Raadsleden, de heer E. van Rijckevorfiel, heeft van die tusschen- stelsels op eigen hand eene grondige studie gemaakt. Hij is iu den Raad daaromtrent in eene ontwik keling getreden, die hem meer dan twee volle uren aan het woord deed zyn. De vele reizen en kosten en tegelyk de omvangrijke arbeid, dien hy zich voor dat onderzoek getroost heeft, verdienen onbeperkte waardoeriog en hadden een beter lot verdiend. Doch wat wil men Het was eene verloren zaak die hy kwam bepleiten. In de korte uiteenzetting, die ik vroeger gaf van de drie hoofdstelsels v$n afvoer van faecaliër., heb ik er op gewezen dat hejt groote nadeel, dat aan het Liernur-stelsel kleeft, hierin gelegen ligt, dat men wel de faecaliën langs j pneumatisch en weg uit de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2