Buitenlandsch Overzicht.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
pi
Uit Scheveningen schrijft men:
Tegen 4 uur gisterennacht werd door een nacht-
waoht opgemerkt, dat op de kast af stakelvuren
werden ontstoken. Toen de dag aanbrak werd be
merkt, dat een driemastbarkschip om de noord op
ongeveer 2000 M. afstand van het artilloriopark op
de tweede bank sat. Onmiddelyk word door de
politie van het posthuis aan het Kurhaus bericht
naar Scheveningen gezonden om de reddingsboot en
de andere reddingstoestellen waarop tegen 7 uur het
vuurpijltoestel aankwam.
Voor dien tijd had de gestrande bark getracht
verbinding met den wal te krijgen door het afzenden
van 2 man in een klein schuitje die van 't schip
een lijn medenamen. Die lijn brak echter onderweg,
soodat de manschap niet meer naar het schip kon
terugkeeren en inmiddels herbergzaamheid vond bij
de gisteravond gelande Katwijker bomschuit no. 15.
De beambte van het vuurpijlstelsel, Pieter Thomas,
had inmidd&s een pijl opgezet, waarmede hij een
meesterlijk schot deed, dat onmiddellijk doel trof.
De reddingboot, die tusschentijds was aangekomen,
in gereedheid gebracht en in zee was gegaan, kon
nu gemakkelijker langs die lijn naar 't schip komen,
waarop de verbinding met den wal versterkt werd
door van af het schip, langs do reddingslijn, een
kabel naar het strand te brengen.
De reddingboot bemand door Jacob van Duyn,
kapitein, L. Spaans, Joh. v. Duyn, W. Visser, J. de
Niet, J. A. en J. Bal, G. de Lange, J. Verburg, J.
de Vrindt, P. de Jong en J. P. Groen, had het
bij het schip hard te verantwoorden, door de bran-
- ding, het wassend water en de groote moeilijkheid
om de lieden van boord te krijgen, wegens de hooge
ligging van het schip.
In vier partijen werd de bemanning, bestaande uit
22 man, bohalve den kapitein, terwijl de 2e stuurman
den vorigen dag over boord was geslagen, in de beste
orde naar 't strand geroeid. De kapitein en de le
stuurman het laatst.
De Katwijksche reddingboot, met den burgemoes-
ter De Ridder, die uit waren gegaan om een in ge
vaar vorkeerende Ostendensche kotter bij te staan,
hetgeen evenwel niet noodig bleekj, daar de beman
ning zelf naar wal kwam, heeft ook goede diensten
bij de redding bewezen.
Aan 't strand was aanwezig: de commissaris van
politie te Scheveningen, de heer Vernée, die onder
bijstand van den directeur-generaal van het Zeebad
Scheveningen, de schipbreukelingen naar 't Kurhaus
deed vervoeren, waar deze liefderijk werden ver
pleegd en van 't noodige voorzien.
Het stalen schip is genaamd Benavon, reeders
Wetson Brothers, kapitein James Broek, vdn Hamburg
naar Sydney, met een lading stukgoederen bestemd.
Het had te Cuxhaven gelegen en was 4 dagen
geleden van Hamburg vertrokken. Het had een
Hamburgschen loods aan boord, die, wegens gelijke
nis van het licht van den Scheveningschen vuurto
ren mot den Engelschen vuurtoren te Kentishknock
dacht aan de Engelsche kust te zijn. Daardoor heeft
hij het schip naar het Z.Z.W. gestuurd, waardoor 't
hier op strand is geloopen.
De bemanning bestaat uit Denen, Noren, Ieren,
Duitschers en l Hollander, genaamd Berend Kleine,
geb. te Zwolle, oud 28 jaar, wiens moeder te Zutfen
woont.
De doctoren Van der Mandele en De Vries, waren
aan 't Kurhaus aanwezig om dienst te verleenen, 't
geen niet noodig was, daal de bemanning volmaakt
gezond was.
De scheepspapieren zijn gered. Bij 't verlaten van
het schip was daarin een lek gekomen, waardoor
er 15 voet water in stond.
Twee van de eigen booten waren gisteren over
boord geslagen en het marszeil was weg.
De Engelsche gezant, gewaarschuwd, kwam tegen
half 12 te Scheveningen aan 't Kurhaus waar hij in
de kamer van den directeur-*gen. een onderhoud had
met den kapitein, met den hoofdcommissaris van
politie, die evenoens reeds spoedig naar Scheveningen
kwam, de heoren Vernée eu Reiss, die hem de ge-
wensohte inlichtingen gaven.
De bemanning blijft vo^rioopig op het Kurhaus,
terwijl dè kapitein van moenir.g is, dat het schip
wegens 't lek en 't daardoor.-ingekomen water niet
meer naar zee zal kunnen getrokken worden.
Te Madrid is den 8sten februari, even na midder
nacht, een hevige^brand i»jtgebroken«in het mili
taire hospitaal. Hiet^oor ontstond een verschrikkelijke
paniek onder de 500 patiënten welke in het hospitaal
werden verpleegd. Wie nog köfc loopen nam de vlucht,
doch zij, die daartoe niét meer in staat waren,
moesten worden weggedragen, hetgeen, dank zij
der tijdige hulp, nog even bytyds gelukte. Het
grootste gedeelte van het gebouw is echter vernield.
De koningin-regentes bezocht den volgenden dag
met den minister van oorlog de zieke soldaten,
die in verschillende andere ziekenhuizen zijn overge
bracht.
In de vele stadjes in het zuiden en westen der
Vereenigde Staten, vooral in den staat Illinois, die
staan onder de afschaffiagswet, heeft zich een zonder
linge handelstak ontwikkeld. In deze steden mogen
alcoholische dranken, wijn, bier en whiskey, alloen
voor medicinale doeleinden, dus alleen met voor
kennis van den dokter, verkocht worden en de be
woners van die plaatsen en de doorreizende vreem
delingen zijn dus veroordeeld, koffie en niets dau
koffie te drinken. Ten behoeve van dezo reizigers
nu, van wie men geen verraad behoeft to vreezen,
is de nieuwe handeUtak in 't leven geroepen. Aan
stations, op de schepen, aan de havor., op de markt,
kortom, overal waar een druk verkeer is, loopen
negers rond, die met luider stom hun «mooie warme
koffie 5 cent het glas!" aanprijzen. De vreemde
ling wordt bovendien door een listigon oogwenk van
den verkooper aangelokt het eens te probeeren.
Neemt hij, misschien slechts uit nieuwsgierigheid,
een glas, dan vraagt de neger, of hij koffie met
melk, of «klaar" wil lebben. Is hot antwoord «met,"
dan krijgt de vreemdeling een kop echte, reeds mot
molk gemengde koffie; luidt het daarentogen «zon
der", dan bijt de verkooper zijn klant in 't oor
«De klare kost 15 cent meer, afschaffingskoffie
you know" De «klare" wordt voor den dng gehaald,
en uit oen afzonderlijke kan vloeit een stof, die op
alles, behalve koffie gelijkt. Ze is zoet, scherp, bijt
een weinigin één woord, ze smaakt als klare
whiskey. Een ieder die de voorliefde van de araeri-
kaansche heerenwereld voor dezen drank kent, zal
wel begrijpon dat met de «klare" koffie in die stro
ken alleraardigste zaken gedaan worden.
Onder vegetariërs verstaat men menschen, die
nagenoeg uitsluitend plantaardig voedsel tot zich
nemen. Onder de verschillende argumenten, die
voor die leer werden aangevoerd, is zeker dat van
Rousseau wel het vermakelijkst; Rousseau beweerde
namelijk, dat planten ons eigenaardig voedsel zijn,
omdat wij twee borsten hebben evenals de plant-
etende zoogdieren. De leer der plantenetors is
evenwel in tegenspraak met de duidelijke aanwijzin
gen, die onze lichaamsbouw oplevert. De bouw
van onze tanden en van ons spijskanaal wijst op een
gemengd diëet van vleesch en plantaardige spijs.
Talrijke voorbeelden bestaan er, die aantoonen
hoe noodzakelijk dierlijk voedsel is voor hen, die
veel hunne spieren gebruiken. Eransche aannemers
en fabrikanten, die genoodzaakt waren Engelsche
spoorwegarbeiders en werklieden in dienst te nemen,
omdat de Eranscho werklieden niet de noodige kracht
bezaten, besloten ten laatste de uitwerking te be
proeven van een meer rijkelijk vleeschdiëet, endoor
den Eranschman een even ruim rantsoen vleesch te
geven als de Engelschman eet, werd het verschil
spoedig tot nul teruggebracht. Vooral na het jaar
1848 heelt de leer van het vegetarisme den vorm
van een wetenschappelijk systeem aangenomen. De
«apostelen" schoten als paddestoelen uit den grond,
zoodat een Parijsch feuilletonnist uit dien tjjd zeide:
«On ne peut ouvrir sa fenêtre sans cracher sur un
apötre". Een van de vermakelijkste en onschuldigste
van al de apostelen uit dien tijd was Jupille de Vegeta
riër. Hij was een leerling van Gleïzés. En dat deze met
hart en ziel vegetariër was, toonde hij door van zijne
vrouw, die van vleesch hield, te scheiden. En Jupille
deed zijn leermeester geen oneer aan. Hij bedekte
in dien tijd de hoeken der straten van Parijs met
aanplakbiljetten en overstroomde de tafels der boek-
verkoopers met brochures, waarin hij zijn leer uit
eenzette. Daarin beweerde hij o. a., dat de ver
schillende plantendeelen de symbolen waren van de
lichaamsdeelen, en dat daarom de planten zeer goed
tot opbouw van het lichaam konden dienen. Zoo was
bijv. de ui het symbool van het oog, en daarom,
beweerde Jupille, tranen nog onze oogen door ver
wantschap als wij een ui schillen. En die verwant
schap blijkt volgens hem ook daaruit, dat, evenals
rondom het ,oog verschillende lagen aanwezig zijn, zoo
ook de ui uit verschillende rokken bestaat, en dat,
evenals er oogen zijn van verschillende kleuren, men
ook uien van verschillende kleuren vindt. Jupille's
brochures eindigden doorgaans met een uitnoodiging
aan de lezers om zijn groenteuwinkel te komen be
zoeken, waar hij een prachtige uitstalling had, en
ook van tijd tot tijd vegetarische diners gaf aan
uitverkorenen. Aan de toenmalige regeering diende
Jupille een request in, waarbij hij verzocht belast
te mogen worden ujet de voeding 'der leeuwen en
tijgers uit den Jardin des Plantos, en beweerde dan
spoedig te zullen aantoonen, dat hunne kwade ge
woonten alleen veroorzaakt werden door hun vleesch
diëet, daar hij ze spoedig door plantenkost zoo zacht
zou maken als lammeren. Zelfs ging Jupille zoo
ver van te beweren, dat de vischvrouwen alleen
daarom kwaadaardiger en kijfzieker waren en meer
overvroegen dan de groentenvrouwen, omdat zo visch
aten, terwijl de groentevrouwen met haar plantaar
dig diëet voor zachtere aandoeningen vatbaar bleven!
{Zondagsblad
Een onderaardsche brand. In de kolenmijnen van
Dux in Bohemen woedde sedert weken een hevige
onderaardsche brand' Nu eenige dagen geleden
kortom alles wat de wereld kan opleveren om
menschelijke ijdèlheid voedsel te geven en alle ge
dachten aan iets hiernamaals te verzetten, was binnen
de wanden van dezen nieuwen tempel vereenigd.
Hij was nu niet meer bevreesd voor' Reuben.
Laat hem maar komen! De politie zou haar plicht
doen, on de bedrieger zou zonder complimenten!
achter slot gezet worden.
En zijne moeder?
XIII.
Eindelijk was voor Tom en Alf de tijd gekomen
om de voorbereidende hoogere school te verlaten.
Zij zouden vier weken vacantie hebben en daarna
hunne Academische studiën beginnen.
Doctor Castleton had te Dartmouth zijn graad
verkregen en natuurlijk zou Tom daarheen gaan.
De heer Eerrjs, Alfs voogd, volgde gaarno den
wenk van den doctor op; en sedert lang was het
beslist dat de jonge vrienden niet gescheiden zouden
worden als zij de school verlieten.
De gewichtige dag kwam. Het was de zesde
September. Tom vergat dien datum nimmer. Alle
toebereidselen waren gemaakt, en 's morgens ten
acht ure stapten de twee jongelingen op den trein,
die voorbij New-haven door het dal van de Con-
necticut-rivier loopt; het bekoorlijkste dal op de
wereld, geloof ik; althans het bekoorlijkste, dat ik
ooit aanschouwd heb.
Het was de gelukkigste dag van hun leven. Jong
en gezond, in al het gevoel hunner toenemende geest
ontwikkeling, zonder oene enkele zorg, èene enkele
schaduw over hun verleden, gingen zij hunne toe
komst vroolijk en vol hoop te gemoet.
En beiden koesterden in hun hart het beeld van
Clara Digby, heimelijk en diep verborgen als eene
teedqre herinnering, die de ruwe kanten van leven
dige jongelingen verzacht, zonder het mannelijk ka
rakter in hen te onderdrukken of te benadeelen.
Het was zonsondergang eer de trein aan het sta
tion te Dartmouth aankwam. Welk eene drukte en
beweging! Wel honderd jongelingen stroomden de
waggons uit, en namen alle soorten van voertuigen
in beslag, om koffers en valiezen en allerlei bagage
de stad in te brengen. Welk een tooneel op zich
zelf! Wat schenen die studenten daar thuis te zijn,
en hoe vrij en onafhankelijk zagen zij er uit! De
groenen van het vorige jaar, die nu als academie
burgers terugkwamen, zagen met trotschheid en het
volle gevoel hunner waardigheid neer op de be
schroomde candidaten voor de klasse, welke zij pas
verlaten hadden.
Onze vrienden bleven bij elkander, en weerstonden
het verzoek van een ondeugend jong student om
hem te volgen, ten einde door zijn invloed bij een
der professoren, met wien hij bijzonder bekend was,
hun nog dienzelfden avqnd hun examen te laten
afnemen en hun alzoo een dag van onaangename
onzekerheid te besparen.
Wij, die in het geheim zijn, weten dat die student
hun een poets wilde spelen en dat het een examen
bij pseudo-professoren was, die het hun zoo lastig
zouden maken, dat zij van. verdriet wel dadelijk
weder zouden willen heengaan.
Den Volgenden dag stonden Tom en Alf vroeg op,
en om alle vergissingen te voorkomen, gingen zij
bij den president de noodige inlichtingen vragen.
Ten drie ure van dienzelfden dag hadden zij hun
examen met glans ondergaan, en waren «groenen"
Nu moesten zij voor een kamer en een kosthuis
zorgen. Na veel zoeken, kozen zij een gemeubileerde
kamer, waar zij een heerlijk gezicht op het Ascut-
ney-göbergte hadden. Als zij wilden, konden zij
daar in huis ook in den kost zijn. Daartoe besloten
zij; ten minste voor den eersten tijd.
Na zich aldus tot hun genoegen gedomicilieerd
te hebben, namen zij het Academie-gebouw in oogen-
schouw en sloegen het doen en laten der studenten
gade. Vervolgens gingen zij naar het station, om
den trein te zien aankomen, die weer nieuwe stu
denten aanbracht. Nu zij zelf er door waren, konden
zij met bedaardheid op htinne beurt de andere aan-
gekomenen monsteren.
Zij lieten zich in eene der sociëteiten voorhangen
door een vriendelijk student, die. h,en op hunnen
terugweg aansprak. ,v
{Wordt vervolgd.)
-• T'
sloegen uit eene verlaten schacht de vlammen naar
buiten en hulden den geheelen omtrek in een ver-
stikkenden rook. Van nabij en van verre kwam
de brandweer aanrukken, wyl men dacht, dat er een
hevige brand boven den grond was uitgebarsten.
Na enkele dagen had er evenwel zulk een geweldi
ge instorting plaats van den door het vuur onder
mijnden bodem, dat de vlammen uitbrakende schachten
als met puin gevuld schenen. Nochtans is men
voortdurend in de weer, om door nieuwen aanvoer
van steen en aarde de toetreding der lucht tot het
onderaardsche vuur te beletten.
Evenals thans in de bruinkolenmijnen van Dux,
zoo woedde eens in de ontzaglijke steenkolenmijnen
in de omstreken van Zwickau en brand, die reeds
voor vier eeuwen begonnen, eerst gebluscht, later
weer door een troep soldaten tijdens den 30j. oorlog
aangestoken werd, en eerst in onzen tijd voorgoed
eindigde. Daar heeft het vuur eene steenkoollaag
van 66 M. dikte, 300 M. lengte en 60 M. breedte
vernield. Sedert het jaar 1887 gebruikte men de
warmte, welke de bodem te Planitz zomer en winter
uitstraalt, voor broeikassen, waar men de schoonste
ananassen aankweekte. Sedert eenige jaren schijnt
de daar heerschende brand door ontginning der
kolenlagen en door afdammingen geheel onderdrukt
te zijn.
De Eransche Kamer van Afgevaardigden heeft
met 808 tegen 243 stemmen bepaald, dat de beraad
slaging over het wetsontwerp tot wederinvoering
van den scrutin d'arrondissement heden zal gehouden
worden en met 504 tegen 9 stemmen, dat het wets
ontwerp op de grondwetsherziening aanstaanden
Donderdag zul behandeld worden.
De Ttmps meldt dat de heer De Lesseps heden
het volgende ter openbaro kennis heeft gebracht
«Daar de wet voorschrijft, dat voor de vestiging
éener maatschappij de storting van een vierde van
het kapitaal op het gebeele bedrag der uitgegeven
aandeelen vereisebt wordt en deze voorwaarde niet
is vervuld voor de uitgifte van 2 Febr., ben ik niet
in staat thaus de nieuwe maatschappij op te richten,
welke zicb de voltooiing van het Panama-kanaal zou
ten doel stellen. Dionvolgens worden de gestorte
sommen weder ter beschikking der inschrijvers ge
steld."
Het Pruisische Hnis van Afgevaardigden heeft
do kroondotafcie zonder belangrijk debat bij tweede
lezing aangenomen.
By de behandeling der telegraaf begrooting in
den Duitsohen rykidag heeft de staatssecretaris dr.
Stephan medegedeeld, dat by eene overeenkomst met
Engeland van 4 Jauuari 11., in het vervolg de grond-
taxe van 40 pfennige voor een telegram vervalt en
het woord tarief van 20 op 15 pfennigo verlaagd
wordt. Nu de directe verbinding tot stand gekomen
is, staan 14 lijnen ter beschikking. Ook met Neder
land en België worden er in dezelfde richting onder
handelingen gevoerd. Het plan bestaat eene directe
telegraphisohe verbinding tusschen Hamburg en
Liverpool tot jtond te brengen.
Na de goedkeuring der geheele begrooting is de
ryksdag voor onbopaalden tyd uiteengegaan.
Dat de pogingen der bimetalisten om het Duitsche
muntstelsel te veranderen en Ëngelands medewer
king te zoeken tot herstel van den zilveren standaard,
mislukte, is reeds gemeld, De minister van financiën
do boer Voö Maltzhuhn-Gulst deelde den conserva
tieven heeren Von Mirbach en Von Kardorff, de
leiders der beweging mede, dat de Dnitsche regeering
piet het minste plan heeft van muntstelsel te veran
deren.
De National Zeitung betuigt haar ingenomenheid
met dit besluit, hetwelk trouwens ook door den heer
Von Benningsen werd toegejuicht, on wyst er op,
dat Puitschland nog in het bezit is van een aan
merkelijke hoeveelheid zilver. Een prijsverhooging
van het zilver kan dus voor Duitschland nooit na-
doeiig zijn, indien mon althans niet wordt gedwon
gen den voorraad door een verandering van derf
standaard van de hand te doen.
Do betoogingen der werkeloozen te Rome hebben
zich herhaald en tot verstoring der rust aanleiding
gegevetf.
Eon aantal arbeiders zondor werk, die by
het Castello vergaderd waren, geraakten in botsing
met de overheid, tengevolge waarvan zy naar het
midden der stad vluchtten, waar in verscheidene
•traten de vensters van winkels vernield werden.
Dp verschillende punten der stad ontstonden onge
regeldheden, waartegen de politie met kracht optrad
en waarby zij een aantal personen in hechtenis nam.
Dientengevolge heerschte er groote opgewondenheid
m de stad.
In de kamer zyn er interpellaties tot de regoering
geschied, om haar te vragen welke maatregelen
•y denkt te nemen om eene herhaling van zulke on
geregeldheden te voorkomon.
De Minister Grispi verklaarde dat do regeering,
die de uitspattingen ten zeerste betreurt, maatregelen
heeft genomen om eene herhaling daarvan te voorko
men. Alle openbare vergaderingen, zelfs die welke
eeti vredelievend karakter dragen, zullen verboden
worden. Hy beschuldigde de vereeniging der zoo
genaamde «vrienden van den vrede", slechts één doel
na te jagen, nl. het verwekken van ongeregeldheden.
Het aantal personen, tot Vrijdag in hechtenis ge
nomen, wasw 163. De regeering wachtte met ver
trouwen het oordeel der Kamer af.
De heer Bonghi stelde dê volgende motie voor:
De Kamer, betreurende het voorgevallene, doch ver
trouwende in de geestkracht der Regeering tot onder
drukking der wanordelijkheden, gaat over tot de
orde van den dag.
Over deze motie zal aanstaanden Donderdag
worden beraadslaagd.
De voorzitter van het Oostenrijksche Huis van
Afgevaardigden, Smolka, deed in de zitting verslag
van do audiëntie bij den Keizer. Veel opgemerkt en
door al de Weener bladen met voorliefde besproken
wordt hetgeen de Keizer gezegd heeft over de Keizerin.
Do Keizer zeide, volgens de mededeeling van Smolka:
«Wat ik in deze droeve dagen te danken heb gehad aan
mij» geliefde echtgenoot, de Keizerin, en welk een
groote steun zy mij is geweest, kan ik niet beschrij
ven. Ik kan den hemel niet genoeg danken, dat
mij zulk een levensgezellin is gegeven. Vertel dit
verder. Hoe meer het bekend wordt, hoe aangena
mer het mij zal zijn."
Deze hulde aan de Keizerin valt in te beter aarde,
omdat de Weeners in de laatste dagen weinig ge
boord en gelezen hebben, om den mensch of het
menschelijke te verheffen.
l)e Koning en de Koningin van België zijn weer
naar Brussel teruggekeerd. Op uitdrukkelijk ver
langen van Koning Leopold werd hem door geen
der leden van het Keizerlijk huis uitgeleide gedaan.
Kroonprinses Stephanie is niet meegegaan. De we
duwe van den Kroonprins blijft te Weenen en zal
als beschermvrouw van het werk «Oostenrijk in
woord en beeld", voortaan in plaats van den Kroon
prins de vergaderingen der redactie presideertn.
V.
De voorstolling door den tenor van Dyck hier
ter stede gegeven is met goeden uitslag bekroond.
Aanvankdyk een weinig onvast, herstelde by zich
en behaalde als Lohengrin ten slotte een oubewist
succes.
Indien ik op die voorstelling terugkom, dan is
het omdat de vermelding van het voren omschreven
feit noodzakelijk was om hetgeen ik in mijnen vori
gen schreef te completeren en dok om te kunnen
berichten dat de recette dien avond omstreeks drie
duizend gulden heeft bedragen. My dnnkt dat dit
laatste tot nadenken moet stemmen.
Kent ge, waarde lezer, het verhaal van den man
met de zenuwachtige vrouw? Misschien niet. In
elk geval, het is van dien aard dat het nog wel
eens U in herinnering mag worden geroepen.
Er was dan eens oen ryk man, die in liefde
ontbranddo voor een arm, maar bevallig en deugd
zaam meisje. Dat gebeurt wol meer, maar dat er
in dit geval in alle eer en deugd een huwelijk
op volgde, behoort onder dergelijke omstandigheden
reeds dermate tot de zeldzaamheden, dat het ver
haal daardoor alleen reeds recht van bestaan heeft.
Het echtpaar leefde in den beginne recht gelukkig,
want de vrouw had haren echtgenoot even lief
als hij haar. Op zekeren nacht evenwel werd hij
door haar uit zijn diepen slaap gewekthy voelde
hoe haar hand zioh op zijnen .mond legde en hoorde
dat zy hem in radeloozen angst in het oor fluis
terde:. «daar is iemand onder het ledikant." Hij,
die officier van de schuttery en gevolgelijk held
haftig was, sprong uit bed, greep zyn sabel, die
in een hoek van het vertrek rustig stond te roes
ten, bukte zich en zag dat zich niets en
niemand onder het ledikant bevond. Hij stelde
zijn lief vrouwtje gerust en lag kort daarna weder
in diepen slaap. Doch het was voortaan met zyn
huiselijk geluk gedaan. Elke nacht, soms twee of
driemaal in den nacht, werd hy door zyne vrouw
gewekt, die maar altyd in doodelyke benauwdheid
beweerde dat zich iemand onder het ledikant had
verscholen. Ten laatste werd het leven hem zóó
onverdragelyk, dat hy, geen lust gevoelende het
voorbeeld van zekeren Oostenrykschen prins te vol
gen, een rechtsgeleerde ging opzoeken, ten einde
van hem te weten te komen of er wettige re
den tot echtscheiding bestond. De jurist liet zich
alles tot in de kleinste bijzonderheden vertellen en
vernam daardoor onder meer dat het ledikant,
waarin de echtelieden sliepen, niet van yzer maar
van hout was, staande op vier vormloozo pooter..
«Weet ge wat ge doet" aldus luidde het advies
van den grijzen rechtsgeleerde«laat die vier
pooten van het ledikant afzagen en kom dan over
veertien dagen eens terug.De man volgde dien
raad. Het ledikant kwam zoo doende pal op den
grond te staan. De vrouw, ziende dat het nu
feitelyk onmogelijk was dat zich iemand onder het
ledikant kon verbergen, werd van zelf van hare
zenuwachtige gejjaagdheid genezen, liet haren man
voortaan gerust slapen, en geluk en vrede waren
in het huishouden teruggekeerd.
Dit, geachte lezer, is een zeer leerzaam verhaal,
omdat het bewijst dat er in het leven veel tegen
spoed en jammer zouden kunnen worden verholpen,
indien men maar het gezond verstand bezat tydig
het juiste middel toe te passen en hier kom ik als
van zelf tot de Hoogduitsche Opera terug.
Reeds toch hèt feit, dat het tot de mogelijkheid
behoort op ééneij» avond eene recette van drie dui
zend gulden te maken, bewijst dat de onderneming
als zoodanig levensvatbaarheid bezit. Het Rotter-
damsch publiek [s een huiselijk slag van menschen,
doch bij dat al houdt het hartstochtelijk veel van
de Opera, meer nog van haar dan van Hollandsch
Tooneel en andere openbare vermakelijkheden. De
beslommeringen yan het dagelijksche leven zijn zeer
grootde arbeid vordert rustelooze en geweldige
inspanning; gepéste uitspanning wordt te midden
van dien struggle on life door de meesten sterk ge
zocht; maat aan den anderen kant blijft men in
zijn zin voor huiselijkheid liever met vronw en kin
deren in de gezellige huiskamer, dan dat men open
bare vermakolijkheden bezoekt die niet ten volle
bevrediging schenken. De opera-directie nu klaagt
over het publiek dat op den duur niet trouw ge
noeg opkomt. Kfram zij bij mij om advies, ik zou
met den grijzen rechtsgeleerde, van wien ik hier
boven gewag maakte, zeggen: «zaag de pooten van
«uw ledikant af! Met andere woorden: geef ont-
«slag aau al de leden van uw personeel die niet
«voor hun taak geschikt zijn. Werf artisten aan
«die den toehoorder in het gemoed weten te grij-
«pen en die hem tot geestdrift stemmen. Kom
«daarna aan het slot van hei volgende seizoen eens
«bij mij terug enl ik ben er zeker van dat gij dan,
«al moet gij hoogère gages betalen, over de finan-
«tieele uitkomsten! tevreden zult zijn."
En werkelijk zeju dit het geval wezen. Maar of
nu de Opera-directiën zoo verstandig zullen zijn
als dc man met de zenuwachtige vrouw, zie, dat
zal te bezien staan.
Evenzoo is het aan twijfel onderhevig of het op
de vergadering, die Maandag 11 Februari wordt ge
houden zal blijken dat het vereischte bedrag aan
subsidie is volteekend. Dertig jaren achtereen stond
de Hoogduitsche opera elk jaar op het punt om te
vallen en toch werd zij ten laatste telkens daarvoor
behoed. Ware het anders, ik zou inderdaad be
vreesd zyn, dat zij de crisis van 1889 niet te
boven zal komen.
In mijnen vorigen heb ik voorspeld dat de voor
stellen van Burgemeester en Wethouders tot handha
ving van het spoelstolsel te Rotterdam, zouden
worden aangenomen. Dit is ook werkelijk het
geval geweest, en wel met de verpletterende meer
derheid van 31 tegeri 6 stemmen. Men ziet der
halve dat ook nu weder mijne voorspelling goed is
uitgekomen. Ligt dat dit veïtrouwen inboezemt
Wil de lezer mij dan ook eens raadplegen over de
vraag welk weder het (eoo al op een bepaalden dag
zou kunneh zijn, of wil de lieve, nog ongehuwde
lezeres te weten komen hoe haar aanstaande gemaal
er zoo al zou kuunen uitzien, ik ben volgaarne be
reid van myne profetische gavo opnieuw blijk te
geven.
Wat nu het vraagstuk van den afvoer van fae-
caliën aanbelangt dat door den Gemeenteraad is
beslist ten gunste van hot spoelstelsel, het mag een
opmerkolyk feit genoemd wordeu dat zelfs van de
6 leden dio togen de toorstellen van Burgemeester
en Wethouders stemden, geen enkel zich verklaard
heeft ten gunste van het Liernurstelsel. Hun verzet
was meer uitsluitend gegrond op de omstandigheid
dat, naar hun oordeel, in de officieele stukken geen
voldoend licht over de zaak in haren geheelen om-
vartg werd verspreid, vooral niet over de verschil
lende stelsels, die plaats nemen tusschen het Lier-
nur- en het Spoelstelsel. Een der Raadsleden, de
heer E. van Rijckevorfiel, heeft van die tusschen-
stelsels op eigen hand eene grondige studie gemaakt.
Hij is iu den Raad daaromtrent in eene ontwik
keling getreden, die hem meer dan twee volle uren
aan het woord deed zyn. De vele reizen en kosten
en tegelyk de omvangrijke arbeid, dien hy zich voor
dat onderzoek getroost heeft, verdienen onbeperkte
waardoeriog en hadden een beter lot verdiend. Doch
wat wil men Het was eene verloren zaak die hy
kwam bepleiten.
In de korte uiteenzetting, die ik vroeger gaf van
de drie hoofdstelsels v$n afvoer van faecaliër., heb
ik er op gewezen dat hejt groote nadeel, dat aan het
Liernur-stelsel kleeft, hierin gelegen ligt, dat men
wel de faecaliën langs j pneumatisch en weg uit de