DOOVEN
Buitenlandsch Overzicht.
Brieven uit de Hoofdstad.
de Spanjaards prijkte deze boom reeds in zijne schil
derij.
Bjj den storm van 9 Febr. jl. is nu do boom van
onderen tot boven gespleten, en nu staat hij daar
met touwen geboeid tot dat hy binnen enkele dagen
wordt omgehakt.
Van Stormpolder (gemeente Krimpen a/d IJsel)
wordt gemeld:
Als er sprake is van hooge watervloeden en ge
teisterd land, de ingezeten van Stormpolder kan ge
rust zeggen: „vreet hiervan eenig mensch, ik weet
er van te spreken." Evenals voor 12 jaren is de
geheele polder, groot 60 HA., overstroomd. Aan de
eene zijde van de Nieuwe Maas zijn 4 gaten in den
dijk geslagen, en de IJseldijk bezweek over eene
breedte van 25 a 30 meter, zoodat het opgezweepte
water met donderend geweld den polder vulde.
Waar Zaterdag morgen het winterkoren nog veel
belovend te velde stond, was in den middag slechts
een woeste, uitgebreide en diepe waterplas te zien,
waarin de folie storm de golven zweepte tegen de
zwakke dijken en huizen. Schuren en getimmerten
waren in een oogwenk verdwenen, en de beneden
huizen met water gevuld. De bewoners der bedreigde
panden vonden dra berging voor zich zeiven en voor
have en goed. Menschenlevens zijn niet te betreuren,
en ook het vee en de paarden zijn gered.
De plaats des onheils bezoekende, wordt men ge
troffen door den aanblik dien //dit hoekje, waar de
slagen zoo telkens vallen", biedt. De Stormpolder kan
zijn afkomst en naam maar niet verloochonenEene
massa hout en riet, van schuren en hokken afkomstig,
drijft aan de boorden, en booten worden heden go-
roéid over den stroom, alsof deze in plaats van enkele
uren geleden reeds voor jaren bedding vond in het
geen Vrijdag nog vredig bouwland was.
Uit Leiden wordt een adros aan de Tweede Ka
mer aangeboden, om art. 2 van het wetsontwerp
tegen de knoeierijen in den natuurboterhandel uit te
breiden. Do bedoeling van het adres is, dat de
zoogenaamde boeren met hunne potjes kunstboter
ook onder de termen van art. 2 zullen vallen, daar
de handelaars en winkeliers hooge belasting en hoogo
patenten moeten betalen, en zij door die zoogenaamde
boeren veel schade lijden. {L. D.)
Een knecht van don heer Zuurloo te Uitgeest was
.Zaterdag met een zijner kennisson naar IJmuiden
gegaan om de zee eens te zien bij den hovigen
storm. Om dit iets beter te kunnen doen, waagden
zij zich op een pier, toen er plotseling eene stortzee
kwam, die beiden er afsloeg, en in zee wierp. Eene
tweede stortzee wierp laatstbedoelde wedor op de
pier en hij had de tegenwoordigheid van geest zich
toon stevig vast te klemmen, zoodat hij eenige
oogenblikken later met groote moeite het strand kon
bereiken. Zijn metgezel kwam echter in de golven om.
De New-York Herald meldt, dat do gezant der
Veroenigde Staten te 's Gravenhage namens zijne
regeering satisfactie verlangt, en eene schadevergoe
ding van 1.200.000 voor den heer Oscar Hatfield,
gewezen Amerikaansch consul te Batavia, wegens
onrechtmatige gevangenzetting en benadeeling van
zijn goeden naam door toedoen der Nederlandsch-
Indische regeering.
Tot toelichting diene, dat de heer Hatfield als
handelsbediende werkzaam was bij de firma J. Daen-
i/Stellig", antwoordde Alf met nadruk, terwijl hij
Tom's handdruk beantwoordde en den waggon
insprong.
De trein vertrok. Tom zag hem na, en wisselde
groeten met Alf, die uit het portierraam leunde
en met zijn zakdoek wisselde, totdat een bocht van
den weg den trein aan het gezicht van zijn vriend
onttrok.
Tom wist niet wat hij doen zou. Eindelijk viel
Aet hom in naar de collegiezaal te gaan, hoo laat
het ook was, om daar onder de anderen zyne
plaats in te nemen. Dat zou minder vreemd
staan, en dus deed hij het. Aller oogen waren
op hem gevestigd toen hij binnen kwam, en het
vereischste moed om de geheelo lengte van de
zaal door te loopen. Hij was echter blijde dat
hij er gekomen was, en hij maakte met verscheidene
der studenten kennis.
De volgende ochtend brak aan, de dag verliep
allengs het werd laat op den middag nog
geen telegram!
Des avonds ging Tom naar het bureau om
onderzoek te doen. Er was geen telegram voor
hem gekomen.
Don volgenden dag kwam de New-Yorksche post
van den vorigen avond aan. Geen brief! Wat bo-
teekende dat? Wat kon hot beteekenenP
Eene week verliep, en er kwam geen woord van
Alf, Ybm ontving brieven van huis, maar er werd niet
op gezinspeeld dat hij te New-York zou terugkomen.
dels en Co. te Batavia, toon de heer Alting du
Cloux, een van de chefs der firma, onder besohul-
diging van valschheid in geschriften van koophandel,
strafrechtelijk vervolgd en in hechtenis genomen
werd. Gelijke vervolging word, wegens medeplichtig
heid, tegen den heer Hatfield ingesteld, die echter
alle verantwoordelijkheid afwees op grond der onder
geschikte betrekking, waarin hij tot zijnon chef stond.
Tegen hem werd vyf jaren gevangenistraf geëischt,
doch hij werd, na ruim negen maanden preventief
to hebben gezeten, vrijgesproken.
Men zal zich herinneren, dat ook de heer Du
Cloux, na door den Baad van justitie bij vonnis van
29 Mei te zijn veroordeeld, door het Hoog Gerechts
hof van N. I. bij arrest van 8 Augustus is vrijge
sproken.
Gisteren is te Rottórdam een vergadering gehou
den der Provinciale Vereeniging van Burgemeesters
en Seoretarissen in Zuid-Holland.
Aan de orde was een voorstel van het bestuur
tot afzending aan den Koning van een adres,
waarin de Vereeniging te kennen geeft: «dat zij
met instemming vernomen heeft, dat eerlang eone
nadere regeling van het gemeentelijk belastingstelsel
door de Rogeering zal worden overwogen j"
«dat zij daarin eene ongezochte aanleiding meent
te vinden om met het oog op do hoogero eischen,
die in den tegenwoordigen tijd aan de gemeente
besturen worden gesteld, en op den vooral ook
daaruit voortgevloeiden minder gunstigen staat dor
financien van vele gemeenten, te wijzen op do
wenscholijkheid dat:
z/lo. meer dan thans het geval is, worde toogo-
laten in de gemeenschappelijke lasten te doen
deelen hen, die, hoewel zij niet in de gemeente
hun hoofdverblijf of verblijf gevestigd hebben, toch
van de velerlei voordeelen der gemeentelijke instel
lingen, verkoers-nfiddelen en dergelijke, voor zich,
hunne inrichtingen of eigendommen gebruik maken;
z/2o. in het algemeen do bevoegdheid der gemeen
tebesturen tot belastingheffing, ook met het oog op
het verschil van locale belangen, worde uitgebreid;
z/3o. niet steeds ten laste der gemeonte uitgaven
voor het Rijk behooron te worden gedragen."
Do vergadering heeft na langdurige beraadslagin
gen met 15 tegon 5 stemmen tot afzending van
het adres besloten. De tegenstemmers achtten het
adres te vaag en ontijdig.
Een Haarlemmer schrijft het volgende aan het
Haarl. Dagblad
Eergisteren (Zaterdag) moest ik voor zaken te
Rotterdam zijn met een Franschman, die vroeger
nooit in Holland was geweest. Na een zeer storm
achtige reis per spoor van Amsterdam, die natuurlijk
allesbehalvo aangenaam was, kwamen we eindelijk te
Rotterdam.
Velen der klanten die wij bezooken zouden, en
hun kantoor in een sousterrain houden, hebben wij
niet kunnen spreken omdat het hoogo water hen ge
noodzaakt had hunne bureaux te sluiten. Sommigen
hadden hun onderhuis afgedamd. In het laagsto ge
deelte der stad stond het water zoo hoog op de
straat, dat van loopon geen sprake was, wij huurden
dus een schuitje en gingen daar in zitten, terwijl 2
mannen, met waterlaarzen tot hun midden, hot voort
duwden. De Franschman zat diep in zijn jas gedoken
te rillen van kou en riep: Mon Dieu, quel pays! an
paradis pour les canardsVoor de ramen waar wij
voorbijvoeren zagen wij tal van gezichten, die laohend
op onzen zonderlingen gondeltocht neerzagen.
Natuurlijk loonde het onder deze omstandigheden
de moeite niet, lang in dit nieuw-Venetië te ver
toeven.
Wy voeren dus naar ons hotel, maar daarin stond
het water zoo hoog, dat een onzer gondeliers mij
op zijn rug naar binnen dragen moest. Daar zette
hij mij op een tafeltje neer en kon ik van deze ver
heven plaats afrekenen met den kellner, wiens, zoo
als altijd, keurig gescheiden en gepommadeerd haar
en witte das, 'een lachwekkend contrast maakte met
do groote waterlaarzen welke hij droeg. Een knecht,
ook al in laarzen (het artikel deed opgeld) ging mijn
bagage halen. Toen mijn drager met mij op zijn rug
do deur uitging, struikelde hij en liet mij vallen,
zoodat ik in het schuitje gekomen, met mijn armen
Franschman om het hardst aan het rillen ging en
wij beiden er niet rouwig om waren, toen wij in een
drooggebleven café* weer op ons verhaal konden
komen.
In eenige bladen doet het berichtje de ronde, dat
een inwoner van Doesburg, bewerende een zwarte
roos gekweekt te hebben, aan Generaal Boulanger
gevraagd heeft zijn naam aan deze nieuwe soort te
njogen geven. Aangezien de generaal met erkentelijk
heid het verzoek toestond, is hij nu het voorwerp
van spot van den Doesburger en zijne vrienden.
Dit jammerlijk staaltje van Hollandsche geestigheid
begint nu al de ronde in buitenlandsche bladen
te doen. {Nieuws.)
Voor een toestel, waardoor op schepen het ondiepe
vaarwater automatisch wordt aangeduid, is door twee
Mexicanen patent genomen. Het bestaat uit een
metalen cylinder, waarin eone half met kwik gevulde
glazen buis besloten is. In het binnenste van de
beide uiteinden der glazen buis komen geleiddraden
uit, welke door een kabel in verbinding staat men
eene batterij en eene electrische schel op het schip.
Zoolang nu de ipetalen cylinder onder het schip
verticaal hangt, vult het kwik slechts de onderste
helft van de glazen buis, en is dit dus alleen met
den ondersten geleiddraad in verbinding. Zoodra
echter de metalen buis op eene ondiepte stoot,
meent zij een schuinen stand aan, waardoor hot
kwik ook den bovensten geleiddraad raakt. De
stroom wordt dan gosloten en brengt de electrische
schel in werking.
Do grafkeldor in do Capucijnerkerk te Weenon
is opnieuw voor het publiek geopend.
De menigte, die voor 't laatst de lijkkist van don
kroonprins kwam zien, was zoo groot, dat do politie
grooto moeite had om de ordo te handhaven en do
menschen slechts bij troepjes van twintig binnenliet.
Do lijkkist staat tijdelijk ir. eene nis, waarvan zij
later naar hare blijvende rustplaats zal worden ver
voerd.
Een bedwelmötde geur van de 800, nu ver
welkte, kransen vmlt de gewelven, waar thans 130
lijkkisten staan, waaronder die van bijna alle leden
van het Ilalsburgsche huis sedert Keizor Matthias.
Alleen het lijk van keizer Ferdinand II ontbreekt.
Volgens oen oud gebruik moeten do loden der
keizerlijke familie in houten kisten begraven worden,
ofschoon de buitenbekleeding van metaal mag zijn.
Plr zijn kleine teleurstellingen, die, hoe onbe
duidend schijnbaar ook, als wij jong zijn diep in
het hart grijpen en op de eene of andore wijze
een blijvende invloed nalaten.
Zulk een schijnbare veronachtzaming van zijn
intiemsten vriend to ondervinden, trof Tom zoo
zwaar, dat ik niet overdrijf als ik zeg dat het hem
letterlijk ziek maakte. Te vergeefs trachtte hij in
die ongelukkige week behoorlyke oplettendheid aan
zijne studiën te wijden, 't Was Hem onmogelijk.
Hij had voor 't eerst aan de vriendschap getwij
feld, en dat gaf hem een walg van alles.
XIV.
Terwijl Tom aldus verdriet heeft, keer ik tot
Alf terug; of liever, ik zak nog een stap verder
teruggaan on eene verklaring geven van het tele
gram, dat zooveel to weeg bracht en mijne
geschiedenis afgebroken heeft, misschien juist intijds
om haar van eentonigheid vrij te spreken.
Ten einde den lezer des te beter in dezen kleinen
sensatie-valstrik te vangen, beken ik dat ik opzette
lijk verzuimd heb, toen ik een verslag van do familie
du Barry gaf, te vermelden dat du Barry eene
zuster had, twee jaar ouder dan hij, met wie hij
in onmin leefde, omdat zij hem de administratie
over haar vermogen, omstroeks tien duizend dollars,
die hare grootmoeder haar vermaakt had, niet wilde
toevertrouwen. Deze daad van onafhankelijkheid
was de oorzaak dat alle omgang tusschen haar en
haars broeders familie werd afgebroken.
De tijd verliep, en de dame bleof ongehuwd.
Eenige jaren voor het tegenwoordige tijdperk onzer
geschiedenis hacfczij een paar vrienden vergezeld,
die naar Europa gingen om hunne kinderen eone
buitenlandsche opvoeding te laten geven, en zich
met hen gevestigd in een stil stadje in Zuid-Duitsch-
land, waar uitmuntende scholen waren en waar zij
van haar klein inkomen ruimer kon leven' dan
vroeger. Daar stierf zij.
De tijding van het overlijden van juffrouw du
Barry kwam eenige weken voordat Alf naar de
hoogeschool vertrok te New-York aan. Daar hij
zijne tante nauwlijks ooit gezien had, trof dit bo-
richt hem niet bijzonder. Nu kwam er echter
een appendix bij, die hem wol degelijk aanging.
Juffrouw du Barry had oen testament nagelaten,
dat in den behoorlijken rechtsvorm ten uitvoer
werd gebraoht. Nu was er een afschrift van dat
testnraent gekomen. Het was aan den heer Ferris
gezonden. Zooals al zulke stukken gewoonlijk zijn,
was het zeer wijdloopig gesteldmaar ik zal er den
hoofdinhoud van modedeelen.
Na over eenige kleine legaten beschikt te hebben,
hield de testatrice een betoog, dat er in Duitsch-
land zooveel beter gelegenheid tot opvoeding was
dan elders, en dat de scholen van dat land die van
de Vereenigde Staten verro overtroffen.
{Wordt vervolgd.)
De kisten van keizers en koizerinnon zyn met zwart
fluweel en goud overdekt, die der verwante aarts
hertogen en aartshertoginnen met rood fluweel en
zilver.
Het meest in 't oog loopt de groote sarcophaag,
die Maria Theresia liet maken voor haar, haren
eohtgenoot en hare kinderen. Eenige van de oudere
kisten zijn prachtige kunstwerken mot rijke ver
sieringen, doch nadat Jozef II bevolen had, dat de
eenige versiering, die er op mocht worden aange
bracht, een kruis en een opschrift waren, werden
zij zeer eenvoudig, totdat in 1872 weder eenige
versieringen werden aangetroffen.
In 1782 bracht paus Pius VI aan den grafkelder
een bezoek. Ook Napoleon I ging er eens heen
en was zoo getroffen door het schouwspel, dat hij
zou hebben nitgoroepen: //IJdelheid dor ijdelheden,
alles is ijdelheiduitgenomen de kracht!"
De heer M. J. E. Kriens maakt in de Echo de
opmerking dat, terwijl door de ministers van Kolo
niën, Oorlog en Waterstaat maatregelen zijn genomen
om de Zondagsrust te bevorderen, bij de begrooting
van Marine daarover geen woord is gewisseld. Toch
bestaat voor de bevordering dier rust aan boord alle
aanleiding. Behalve ettelijke voorbeelden van, vol
gens den schrijver, onnoodige Zondagsdiensten, geeft
hij dtT volgende schets van een Zondag aan boord
Nadat den geheelen Zaterdag met schrobben, schu
ren en poetsen is doorgebracht, begint Zondagsmor
gens het lieve leven weder van voren af aan.
Na het morgeoschaften, begint het dekspoelen,
poetsen, aankleeden, kleine inspectie voor den len
officier, daarna groote parade voor den bevelhebber
(binnensgaats te 9.30 of 10 uur, buitensgaats, als
men den tijd heeft 10 of 10.30 uur.
Die parade duurt sóms een vol uur, al naarmate
de inspecteerende officier een goeden luim, of den
•jijd heeft.
Vele kommandanten, die zich de geheele week
niet met hun schip bemoeien en zich slechts enkele
malen, bijv. met vlaggenparade en om te straffen,
aan hun volk vertoonen, houden zoo'n Zondags- of
groote parade voor hun //uitgaansdag" en hebben
dan volstrekt geen haast met de inspectie van het
schip.
De equipage staat in dien tusschentijd op het dek,
onder tenten waarop de zon met kracht brandt, te
wachten en menigeen wordt //flauw gevallen" weg
gedragen. Na do inspectie volgt wkerk houden",
waarbij ieder schepeling, hetzij Christen, Israëliet of
Mnhomedaan, gedwongen wordt naar een stichtelijke
preek te luisteren, die de officier van piket voor
leest. Daarna worden eenmaal in de maand
de krijgsartikelen gelezen. Men begrijpt, dat dit een
slot is, dat niet erg pakt en op den kerkganger
weinig verkwikkelijk werkt. Eerst op zalvende wijze
Gods woord te hooren verklaren en daarna ongeveer
een half uur te staan luisteren naar de verschillende
straffen, als: hangen, doodstraf, militaire detentie en
provoost, waaraan hij, bij vergrijp, blootstaat, dat
klopt niet best.
Na do krijgsartikelen, kerk of parade, is het on
geveer 11 of 11.30 ure geworden en wordt er ge-
kommandeerd: //zakken uit," waarop ieder raatroos
zijn pluujezak kan halen, want des middags na half
2 ure (in de tropen een half uur later) wordt hem
gelast zijn beschadigde kloedingstukkon te repa-
reoren.
Dan is het geheele schip in de weer, en vooral
°P e(?n .8(ri"P» wanr officieren rechte dienstdoeners
zijn, is janmaat gedwongen achter zijn plunjozak te
gaan zitten en te doen of hij het erg druk heeft
met het verstellen zijnor plunje. Op enkele schepen,
waar men minder nauwkeurig surveilleert, blijft deze
of gene wel eens achter zijn zak een dutje doen.
Intu8schen wordt er gekommandeerdzeuntjes
watermannen" en wordt or in de kombuis en daar,
waar het drinkwater noodig is, door een 20 a 30
personen met putsen (houten emmers), water aange
voerd. Vervolgens worden de manschappen, die mo
gen passagioren, mot sloepen naar den wal gezonden,
of wel, mogen in enkele gevallen hun kameraden op
een ander schip bezoeken. Hierdoor is de rest van
de bemanning alweer in de weer.
Veelal, vooral in station op oen gezellig plaatsje
m O.-I. vertoevende, krijgen de officieren des Zon
dags bezoeken van particuliere dames en heeren.
In plaats, dat dio bezoeken met eigen of gehuurde
bootjes plaats hebben, worden er sloepen* gestreken
(later weder gelieschen) en bemand en de dames en
heeren afgehaald.
Iemand, die door een eenvoudig middel van S3
jarige doofheid en van geroisoh in de ooren genezen
is zal de beschrijving van dat middel in het
flollandsch gratis een ioder op aanvraag toezenden
II- Nicholson, 4, rue Drouot, Parijn,
Het begint in de Fransche kamer ernst te worden.
Twee kabinetsquaesties in één week is wel wat ge
vaarlijk, temeer daar de Regeering telkens moot ge
steund worden door eene vorschillendo meerderheid.
De rechterzijde en de Boulangisten willen de
arrondissement88ternming niet, waarop de republikei
nen van alle schakeoringen hun hart gezet hebben,
terwijl de gematigde republikeinen niet willen weten
van herziening der constitutie, waarvoor de rechter
zijde, do Boulangisten en de radicalen stemmen zul
len. Althans zoo luiden de berichten. Met kracht
heeft Floquet deze orde van behandeling verdedigd.
In do eerste plaats betoogde de minister
heeft Frankrijk een wapen noodig tot bestrijding
van samenzweerders, die do republiek bedreigen.
Onmiddellijk na de kieswet zou de regeering
echter de herziening ter tafel brengen en bij beide
quaesties zal het ministerie de kabinets-quaestie
stollen. Ten slotte deed de minister-president
oen beroep op zijno politieke vrienden, en verzocht
hun hem krachtig te steunen, opdat hij deze beide
ontworpen ook door den Senaat kon doen aannemen.
De meerderheid 297 republikeinen tegen 170
leden der reohterzijde, 17 Boulangisten en 46
radicalen willigde dit verlangen in, maar ondanks
deze overwinning zegt oen der bladen zag
de heer Floquet er zeef ernstig uit* toen hij het
Palais Bourbon verliet.
Het eerste bedrijf is gisteren reeds afgespeeld. Na
eene redevoering van den minister Floquet ter gunste
van den scrutin d'arrondissement, besloot do Kamer
met 290 tegen 266 stemmen tot de behandeling der
artikelen over te gaan.
Het wetsontwerp werd daarop in zijn geheel met
268 togen 222 stemmen aangenomen.
De Minister van oorlog Freycinet heeft aan de
militaire Gouverneurs van Parijs en Lyon en de
generaal-bevelhebbers der legerkorpsen de volgende,
door het //Journal Officiel" openbaar gemaakte cir
culaire gericht: //Generaal! Ik verzoek u den mili
tairen onder uwe bevelen in herinnering te brengen,
dat politieke manifestatiën van welken aard ook,
uitdrukkelijk verboden zijn. Wanneer de chefs mon
deling of schriftelijk hot woord tot hun troepen
richten, moeten zij zich onthouden van elke zinspe
ling op de binnenlandsche ot buitenlandsche politiek.
Enkele afwijkingen heb ik reeds te keer gegaan en
nog strenger zal ik die tegengaan, welke nog moch
ten voorkomen. Ik reken op den goeden geest van
allen, opdat mij maatregelen gespaard blijven, die ik
met leedwezen, maar zonder aarzelen nemen zou."
Het voorstel tot verhooging der dotatie aan de
Kroon is bij hot Pruisische Huis van afgevaar
digden in tweede lezing behandeld. Na hetgeen
uit de beraadslagingen der commissie van rappor
teurs reeds was gemeld, heeft het debat niets
anders dan eene herhaling der bekende redenen
voor en tegen opgeleverd. Art. 1 (do vorhooging)
werd met overgrooto meerderheid van stemmen
aangenomen. Tegen stemden acht vrijzinnigen,
twee leden der centrumpartij en de vertegenwoor
diger der Deensehe partij, terwijl één der vrijzin
nigen, prof. Virchow, zich van stemming onthield.
Art. 2. (beschikbaarstelling van het kasteel te Kiel
ten gebruike des Konings) werd met algemeene
stemmen goedgekeurd. Heden derde lezing.
De Italiaansche Kamer van Afgevaardigden heeft,
op voorstel van den minister Crispi, met zeer
groote meerderheid besloten, niet in overweging te
nomen het voorstel van den heer Bonghi tot be
noeming eener commissie, welke onderzoek zou
doen naar den economischen toestand des rijks.
Te Rome is het thans rustig en do ontsteltenis
heeft plaats gemaakt voor eene kalme stemming.
Vole winkels zijn intusschen nog gesloten. Afdeelin-
gen troepen zyn hier en daar in de stad gestationeerd
on in de arbeiderswijken wordt patrouille-dienst
verricht door cavalerie.
De syndicus heeft eene kennisgeving laten aan
plakken om de bevolking gerust te stellen.
Amsterdam, 7 Februari.
Den lof te ringen der Liefdadigheid, te zingen
als Faure, met zijn smeltend
„Ce que l'on donne aux paurres sur la terre,
Au ciel un jour par Dieu sera rendu 1»
of min berekenend te zingen in proza met den
secretaris van een liefdadigheidsgenootsohap, is zoo
heel moeilijk niet. Doch wat een der moeilijkste
vraagstukken heeten mag, het is haar toe te passen
op eene wijze, welke nut sticht in plants van nadeel
teweeg te brengen.
Laat mij even ophelderen, hoe ik zoo op eenmaal
bij dit sociale vraagstuk ben aangeland.
Dit nu valt lieht te doen. Wie niet buiten de
werkelijkheid om leeft en ook niet te hoog zioh
gevoelt óm zich te bekommeren om het lot zijner
minder bedeefde medemenschen, weet, in onze
hoofdstad, dat er op dit oogenblik ontzaglijk veel
armoede geleden wordt. Wie zich ook moge diets
maken, dat we het eind der crisis naderen, de feiten
zijn bereid hem aanstonds te logenstraffen. Wel
verre van af te nemen, stijgt de werkeloosheid met
den dag; een gevolg juist van den langen duur der
crisis, die de koopkracht der massa ten slotte geheel
heeft uitgeput. En het is in eene stad als de onze
met haar afzonderlijk gelegen buurten der kleine
burgerij kwartieren, elk van een eigenaardig
karakter een opmerkelijk verschijnsel dat een
groot deel der kleine burgerij niet onmiddellijk haar
voedsel trekt uit de uitgaven en verteringen der
rijken, doch op zijn beurt afhankelijk is van huns-
gelqjcen. Dit geldt voornamelijk den kleinen
neringdoenden, wier aantal steeds grooter is geworden
al naar mate de verdiensten van het handwerk ge
ringer werden. Behalve nu dat aldus, ook de onder
linge concurrentie grooter werd, verminderde het
aantal van hen, die hun loon trekkend uit de voort
brenging van goederen, eenvoudig koopers bleven en
met op hun beurt heil bij den handel behoefden te
zoeken. Een ontslagen werkman of arbeider, die niet
elders eene plaatsing vinden kan, ziet toch alleen
uitkomst in de negotie, waarmee hij ten slotte -
bij gemis aan voldoend kapitaal zich zelden een
voldoende en in elk geval hoogstens een afwisselend
onzeker inkomen kan verschaffen. En wanneer de
verdiensteu niet hooger stijgen dan de noodzakelijke
behoefte voor huisvesting en voedsel, moet een der
gelijk werkman met zijn gezin wel gaandeweg armer
worden en alle koopkracht verliezen.
Wanneer dus nu op dit oogenblik de armoede
door deze omstandigheden toeneemt, dan ziet men
terstond hoe noodig de hulp der liefdadigheid voor
velen wordt, en tevens op wat wijze die kan worden
verleend. Wat onder gedane omstandigheden onge
twijfeld het beste is: het verschaffen van kapitaal
tot uitbreiding of vestiging van handels- of industri-
eele ondernemingen, valt nu met veel minder kans
op blijvende uitwerking toe te passen. Zet men iemand
in een zaakje, of geeft hem materiaal tot verwerking,
het zal weinig baten zoolang de koopkracht der
menigte niet grooter is. Er blijft dus niets over dan
het verstrekken van meer tijdelijke hulp, ter voorko
ming van verder verval of tot behoud van het wei-
nige, wat werd verkregen. Maar wien ontgaat het,
dat de dusbetoonde hulp het karakter aanneemt van
eene, zij het dan ook tijdelijke, bedeeling; eene be
deeling voor den minvermogende ongetwijfeld minder
nuttig en aangenaam dan de hulp, welke hij door
eigen arbeid zich ten nutte moet maken; eene be
deeling, die kapitaal opteert en voortdurend grooter
offers van de meervermogenden vergt?
Wil men het bewijs voor de juistheid van mijne
schildering, ik kan het leveren met cijfers, welke
te vinden zijn in het jongste jaarverslag van het
grootste alhier bestaande liefdadigheidsgenootschap,
//Liefdadigheid naar Vermogen". Wel is waar strek
ken die cijfers zich nog pas over'87 uit, het ver
slag over '88 is nog in bewerking maar ook
deze zijn reeds welsprekend genoeg. Alvorens die
cijfers te geven, moet ik even de werkzaamheid van
dit genootschap beschrijven. Het beschikte in het
jaar '87 over een inkomen van/ 75000of eigen
lijk van 58000, daar de 17000 aan legaten
ontvangen niet onder het kasgeld kunnen gebracht
worden. Dit geld besteedde het ouder gewoonte
op vier verschillende wijzen. Allereerst door het
verstrekken van rentelooze voorschotten van ten
hoogste 200 onder borgtocht, zoodat het eigenlijk
geleend en niet weggegeven werd. Ten tweede aan
tijdelijke of geregelde wekelijksche ondersteuning
aan gezinnen, die niet meer te helpen zijn dan door
leniging van een blijvenden nood; een wijze van
hulpbetopn, welke aanvult den onvoldoenden bijstand
van de zijde der armbesturen.
Tusschen deze beide in staan nu de losse giften
elk van ten hoogste 25, verstrekt in gevaUtphvan
tijdelijken nood of wel als voorschot voor deWiken
die geen borg kunnen vinden en toch wel wat kun
nen en willen afbetalen. Voor zoover dit laatste
betreft, is het aan die losse giften besteed geld
geenszins altijd a1^ yerloren te beschouwen, ook al
wordt het (h^y^fbaat zoo geboekt. En in de 4e
plaats kontt|«M$ ^£»sdusgenoerade winterbedeeling,
welke in bons voor brandstof, levens
middelen, do^gfeip^fieeren in natura aanvult, wat
de ondersteuning ~£n de Losse giften n^g ongedaan
Keten. Die winterbedeeling biedt uit den aard der
zaak ook slechts tijdelijke hulp, maar is toch voor
menig gezin eene ware uitkomst, daar zij voorziet in
de //slijtage", welke door het gebrek aan koopkracht
niet zelf bestreden kan worden.
Keeren wij thans tot onze cijfers, dan vinden wij
in den vergelijkenden staat van uitgaven over de
jaren '85, '86 en '87 dat de rentelooze voorschotten
van 20.000 slechts stegen tot 25.000. Doch
de Ondersteuning rees van 6500 tot 20,000;