HfcBultenlandsch Overzicht. Brieven uit de Hoofdstad. tokoonrfjden werden door prachtig weder begunstigd en door Tele belangstellenden bijgewoond. De uitslag was aldus: Wedstrijd roor dames. Eerste prijs (een gouden sieraad) mevr. F ra riek, uit Finland; tweede prijs (id.) mej. Weibugl, van Grothenburg. Amateurs. Eerste prijs zilveren bokaal en gou den medaille) de heer Sundgren, uit Finland; tweede prijs (id. en silTeren medaille) de heer Hult, Tan Stockholm; derde prijs de heer Catani, uit Finland; Tierde prijs de heer Larsen, uit Noorwegen. Professionals: de heer Sundström, uit Zweden, Toor gecombineerd schoonrjjden. Honneursprijsde „London Skatingchib», leden de heeren W. Adams en Douglas Adams. De kroonprins deelde de prijzen uit. Door het departement Tan waterstaat, handel en nijverheid is uitgegeven de statisiiek van het Tervoer op de spoorwegen en tramwegen in Neder land, over het jaar 1887. Daaruit blijkt, betreffende de 14 binnen de grenzen des rijks geëxploiteerde spoorwegen, het volgende i De lengte in meters was op 31 Dec. 2.546.940. Het getal stations en halten was 623, dat der wagen- loodsen 49, dat der goederenloodsen 291, dat der locomotiefloodsen 125, dat der veehellingen 317. De lengte der telegrnafgeleidingen 3,704,773 kilo meter. Op het einde des jaars waren voorhanden 885 locomotieven, waarondor tenderlocomotieven, en 676 tenders. De eigen en vreemde locomotieven hebben in eigen exploitatie afgelegd 21,029,635 trein-kilometers. Er waren 2107 eigen personen wagens met 91,317 plaatsen. De eigen en vreemde personenwagens hebben in eigen exploitatie door- loopen 142,409,662 as-kilometers. Het getal jeigen gesloten goederen- en veewagons was 4359, dat der open dito 11,259. Het getal vervoerde reizigers (met inbegrip van die, op retourbiljetten vervoerd), was le klasse 1,855,611, 2o klasse 4,537,023, 3e klasse 16,328,760, tegen verlaagde vrachtprijzen (militairen enz.) 2,117.047, te zamen 23,840,384. De1 op brengst van reizigers was: (mot inbegrip 'van retour biljetten): le klasse 2,237,925,23, 2o klasse 5,018,478.491/,. De gezamenlijke lengte van de in exploitatie zijnde tramondernemingon was 849,976.70 kilometer. Er werden vervoerd 27,128,495 reizigers (alleen door de Amsterdamsche Omnibus-Maatsohappij 14,281,398, dpor de Kotterdamache Tramwegm. 6,317,049), hieronder niet begrepen die van Old- ambt-Pekela, do Haagsche, de Gooische en de AkenMaastrichtsche maatschappijen, daar de op gaven daaromtrent ontbreken. De opbrengst be droeg van de reizigers 3,835,486,62'/,, van de goederen f 274,041.631/,, te zamen, met inbegrip van diverse ontvangsten, 3,637,466.341/,. - De Engelscho bladen bevatten thans de officieelo mededeeling, dat de dames, die door ziekte, lichaams gebreken of hoogen leeftijd, op de recepties der Koningin, het gebruikelijke hofcostuum niet kunnen dragen, na verlof van den opperkamerheer, in een hooge japon mogen verschijnen. Ter wille onzer lozerossen laten wij hieronder de bench rij ving van het V vormig lijf volgen. De Koningin en de dameJ, die H. M. raadpleegde OTer de bepaling en omtrent het hooge hofcostuum, mogen er roem op dragen, dat het nieuwe lijf die gij billijkerwijze van hem mopgt koesteren. In plaats daarvan, maakt hdj misschien verkeerde spron gen. Denkr Croton, aan uwe eigen kindeijaren, aan uwe moeder, die u uwe gebeden leerde opzeggen, en die nog altijd voortgaat met u in haar ootmoedig gebëü God aan te bevelen, in de meening dat gij een arm predikant rijt, te arm om de onkosten van de heen- en terugreis te betalen, als zij u uit hare nederige woning wilde komen bezoeken. Waarom lloud ik u dit voor? Weet ik dan niet dat het tot niets dient? Weet ik dan niet dat uw hart zoo hard is als een molensteen? Harry Ellsworth was achttien jaar oud, toen zijn leercursus te Poughkeepsie volbracht was. Toen kwam hij. op het groote effectenkantoor van Jacob Hlingswoiln 8c Co. Het was niet gemakkelijk daar geplaatst te worden, want de oude compagnon hield een scherp oog op ieder, did in zijne dienst was, en onderwierp eiken sollicitant aan een streng onderzoek. De WelEerwaarde Croton Ellsworth zag er evenwel volstrekt gdën bezwaar in om een zoo knap jongeling als Harry, hij een zijner gemeenteleden aan te be velen. Hij ging echter niet rechtstreeks op Zijn doel af. Hij hield altijd meer van omwegen. Hij nam mevrouw ülingsworth in den arm, die er dadelijk met haar echtgenoot over sprak, en deze bepaalde terstond een dag, waarop hij Harry wilde zien. De' uitslag Tan het onderhoud bleek voldoende te beantwoordt aan de regelen der gezondsleer en der kunst. Alle geneesheeren toch zijn het eens, dat het hoogst gevaarlijk is de achterzijde der schouders aan koude of tocht bloot te stellen. Verstandige menschen, die kou hebben gevat, trachten daarom onmiddellijk, door wrijving, de nadeelige gevolgen daarvan te voorkomen. Anderen syn nog verstandi ger en houden de schouders steeds bedekt. De achterzijden der armen, van denelboog tot aan den schouder, behooren tot de lichaamsdeelen die het gevoeligst zijn voor den invloed der koude. Het hooge lijf, dat nu door den lord kamerheer wordt voorgeschreven, bedekt schouders on armen volkomen en heeft een hooge kraag. Iedere dame, die nu een open gesneden ljjf in den vorm »an een V heeft gedragen, weet dat niets gemakkelijker is, dan het ontbloote gedeelte van data hals met een kanten zakdoek te bedekken, dien men elk oogenblik kan wegnemen. Op deze wijze kan dit opengesno- den ljjf des verkiezende zoo goed als geheel gesloten worden gemaakt. Uit het oogpunt van smaak laat het model niets te wenschen. Het hooge ljjf doet het bovenlichaam langer schijnen en geefi iets waar digs aan de gestalte. De kanten, die het open ge deelte bedekken, verhoogen den glans eener blanke en satijnachtige huid en vergoeden, wat zij aan deze eigenschappen te kort mocht komen. -De lange, nederhangende, geplooide kanten aan den elboog verhoogen de schoonheid van den welgevormdon en verbergon de scherpe lijnen van den raageren en hockigen arm.. Het fichu van platte plooien, dat men ter weerszijden over het lijf moet dragen, is welbe kend uit de portretten van sir Josuah Reynolds, in de Gro.wenor Gallery. Angelica Kauffmauji werd met zulk oen fichu geschilderd, waarvan de mode zich volstrekt met tot de achttiende eeuw beperkt. In den aanvang der regeering van koniugin Victoria werd dit fichu veel gedragen, maar het onderscheidde zich minder door de pMte plooien, die nu eon vor- eischte zijn. Destijds was het gegarneerd met een plooisol van dezelfde stof of met fijnen kant om zoomd. Hot platte fichu, dat onder een achttionde- eeuwscho ceintuur door gaat, staat een fraai figuurtje heel goed, daar het 'fiohu door de cointuur wordt bijeen gehouden. Het tweode model van een hoog lijf, dat in do instructie van den ópper-kamerheer vermeld staat, past beter bij jeugd en schoonheid, dat bij de be koorlijkheden van den rijperen leeftijd en voor hen, die tussohen de regels weten te lezen, was dit ook de bedoeling der koningin. Het eerite model is meer bijzonder bestemd «m gedragen te worden door de oudere dames, en het tweede voor haar, die nog jeugdig en schoon zijn. Dit klein-gala kleed heeft een lijf, dat op */s fier hoogte rond is uitgesneden. 'Eenjge jaren geleden werd het veel gedragen en sedert is het nooit geheel verdwenen. Gewoonlijk wordt de uitgesneden hals gegarneerd met liggend kanten plooisel. Het is een aardig model van lijf voor een meisje, wijl hot zoo zodig de bekoorlijke lijnen van den hals doet uitkomen. Jammor is het daarom, dat op hoog bevel de w.oorden: „het front moet hartvormig zijn», er aan zijn toegevoegd. Daar het in de rondte op */4 hoögte is uitgesneden, is dit voldoende en beschuttend genoeg. Bij dit ljjf mag men doorschijnende mouwen dragen, maar dit is geen rereischte. Aan de dames wordt do keus gelaten tusschen deze en zijden, satijnen of fluwee- len mouwen, maat altoos van dezelfde kleur als het ljjf. Wat ook de stoffage zij, steeds moeten zjj tot aan den elboog rijken en afgezet worden met een zwaar kanten plooisel. De naaisters en dameskleedermakers mogen deze bijzonderheden wel Tan buiten leeren. De Koningin is zeer op den vorm gesteld en ziet in een oog wenk de geringste afwijking ran het Toorgeschreven hofcostuum. Niettegenstaande haar liefde Toor een afgozonderd leren, heeft zeker nooit een vorst of vorstin koningin Viotoria in het stipt vasthouden aan de etiquette overtroffen. Jaren lang heeft de koningin de bepaling in stand gehouden, dat op de recepties, die om 3 uur in den namiddag gehouden worden, de dames in laag uitgesneden Weeding moeten verschijnen, een brpaling die gold voor jongen en ouden, zoowel als roor haar die zwak van gestel of ongesteld zijn. De ongelukkige dames, die op een dergelijke plech tigheid tegenwoordig willen wezen, zijn daarom ge dwongen, reeds minstens om 9 uur, in den ochtend met haar toilet te beginnenen in rjjtuigen, waarin het op een koudon wintermorgen is, alsof men in de lucht zit, soms vier of vijf uren lang te wachten tot de lange queue zoo zeer is ingekrompen, dat men eindelijk de stoep van het paleis bereikt heeft. On der dergelijke omstandigheden is hot niet te verwon deren, als bjj eene receptie nu "en dan eene dame bezwijmt of ineenzijgt. Toch heeft do opperkamer heer tot nu de regelen der etiquette eer moeten Ter- scherpen dan verminderen. Het beeft daarom alge meen voldoening gewekt, dat de koningin ten laatste besloten heeft, deze gestrenge bepalingen eenigszins dragelijker te maken. Deze maand zullen twee recepties ten hove ge houden worden. Algemeen hoopt men natuurlijk, dat hierbij geen der dames zich eene ongesteld heid op den hals zal balon- doch het gevaar daarvoor is niet volkomen weggenomen door de be paling, dat mon zich wegens bejaardheid zal kunnen reroutschuldigen. De koningin wist wel wat zij deed, toen zjj de bepaling maikte dat hot hooge lijf alleen mocht gedragen worden door dames, wier" zwakke gezondheid of gevorderde leeftijd dit eischte. Het is de vraag of er vele dames zullen gevonden worden, dio om laatstgenoomdo reden van de uit zonderende bepaling gebruik willen maken I De Volkutem van den I7en Januari j. L deelt haren lezers den hoofdinhoud medn van het prospectus voor de (naar men weet reeds tot stand gekomen) Maatschappij voor nijverheid en land-exploitatie in Transvaal, te Amsterdam. Het blad voegt daarbij verschillende inlichtingen, welke wij hier in hoofd zaak laten volgen. Wat de concessie voor het vervaardigen van aarde werk en porselein voor de geheele Transvaal betreft, die, naar men weet, door den heer G. R. Ockerse in de maatschappij is ingebracht, maakt het blad de opmerking, dat de oorspronkelijke „het uitsluitend recht tot het vervaardigen van baksteenen entegels, hetwelk het eenige gedeelte van de concessie is dat voorloopig met succës kan geëxploiteerd worden, en dat alreeds aan andereu verkocht heeft, wijselijk aan zich.» Verder wordt over de ingebrachte „twee huizen, en erf in Pretoria, thans verhuurd voor/1225 's jaars", het volgende gezegd: „Voor iemand, die op de hoogte is van de Trans- vaalscho' toestanden, is de huurprijs alreeds voldoend» zijn; h(j werd althans onmiddelijk in functie gesteld, oene functie, die, als zij getrouw werd vervuld, recht streeks tot bevordering leidde. Het voorbeeld van een zoo vroom man als de WelEerwaarde Croton Ellsworth volgende, had Graves, ■de steenkolenkoopman te Westchester, van wien wij reeds melding hebben gemaakt, Charley met Harry naar Poughkeepsie gezonden, waar zij makkers en vrienden waren, 't Was dus zeer natuurlijk dat hij voor zijn zoon een dergelijkon werkkring als die van Harry zou kiezen. Wel kon hjj hem geene, betrek king op zulk een voornaam kantoor als dat van ülingsworth bezorg™, maar hqt gelukte hem Charley bij de firma Flint eSSlolles te plaatsen,die, zoo al niet een der meest soliede, toch eene van de ijverigste en meest ondernemende handelshuizen in Wnllstreet was. Deze firma durfde veel wagen en was in den laatsten tijd zeer gelukkig geweest zoodat zij, op het tijdstip dat Charley er zijne intrede deed, den naam had van rijk te zijn en belangrijke zaken te doen. Hier zieh wij onze twee jongelingen, die zeker een beter lot verdienen geplaatst: Hier zullen zij leeren koopen en verkoopen wat onophoudelijk van de eene hand in de andere overgaat, maar waarvan de voorraad nooit is uitgeput; wat de lucht van Wallstreet verpest, raadselachtig en onbegrijpelijk voor de oningewijden; iets wat iederen dag en ieder uur terugkomt, tot blijdschap of kwelling van allen, die er op vertrouwen meestal tot kwelling, dik wijls om te vernederen en ten ondergang te brengen; een handel, waarbij mislukken een geluk geacht mag worden als het bijtijds komt om het slachtoffer een anderen weg te doen inslaan, en waarbij welslagen zedelijke .vernieling is. Harry Ellsworth bezat al het verstand van zijn vader en veel van diens zelfzuchtige geaardheid. Maar er was een zachtere trek in zijn karakter, dien ik vooronderstel dat hij van zijne moeder had geërfd. Zijne gehechtheid aan Charley Graves was oprecht, ofschoon de laatste voel deed om die op de proef te stellen. Charley was een van die klanten, gul, rond en aangenaam in den omgang, die den naam hebben van goedhartig en edelmoedig, te wezen, terwijl rij in werkelijkheid onverschillig en zelfzuchtig zijn. Misschien zult gij u een klein voorval uit hunne kinderjaren herinneren, toen Charley Virginia Randall aan den1 voet van den heuvel liet staan en wegliep om te gaan eten, omdat hij naar zijn zin lang genoeg gespeeld had. Dat gééft eenige aanwijzing van zijn karakter. Niemand schijnt dit opgemerkt te hebben, en niemand noemde Charley zelfzuchtig, omdat hij zoo vrjj"en ongedwongen in zijne manieren was pn men el niets berekenends in kon zien. Dit is de onaan- genaataste soort van zelftucht, omdat zij zich open baart wanneer men 't juist het'minst verwaqht; des te grooterteleurstelling als men ooit op zulk een karakter vertrouwd heeft. In een of ander opzicht had Harry Ellsworth veel Tan zijn vriend te verdragen Harry was ordelijk en geregeld; Charley juist het tegenovergestelde. Wordt tervolgd). bewijs, dat de twee huizen, waarvan met zooveel ophef vermeld wordt dat zij Toor 1224 per jaar verhuurd zijn, niet Teel bijzonders kunnen wezen. Voor 51 per jaar of 4.5 s. per maand kan men hier onmogelijk iets anders krijgen dan wat men in Holland eene fatsoenlijke arbeiderswoning zou noe men. De huizen van den heer Ockerse zijn dan ook niets anders; zij zijn gelegen naast de leerlooierij en de fabriek van de heeren De Lange Co., niet eens aan de straat, doch geheel achteraf. De waarde van het geheele perceel zal ongeveer 500 a 600 zijn." Ten aanzien van de 6 „landbezittingen", ter ge zamenlijke grootte van ongeveer 45,000 Transvaalsche morgen of ongeveer 12,750 hectaren, welke verder volgens hot prospectus door den heer Ockerse zijn ingebracht, doet de Volktetem opmerken, dat al de 6 bedoelde plaatsen gelegen zijn in Waterberg, waarvan iedereen te Pretoria weet „dat eene plaat» in Water berg eene vrij onzekere bezitting is; er liggen soms in Waterberg tien plaatsan op elkaar. De verwarring die in, en tevens in de onbewoonde gedeelten van enkele andere districten, heerscht, heeft dan ook den Volksraad genoopt eene bijzondere wet te passeeren, waarbij het grondbezit in die afgelegen oorden ge regeld zal worden. Dat daarbij de helft van de thans slechts in naam bestaande plaatsen zal vervallen, lijdt niet den minsten twijfel. Het blad. spreekt dan ook als zijne meening uit, dat de heer Ockerse „waarschijnlijk wel zorg gedragen zal hebben om alleen de rechten, die hij had, te verkoopen en niet in te staan voor de levering van den grond." Ten slotte tracht het blad aan te toonen, dat de verwachtingen, door het prospectus opgewekt ten aanzien van de mogelijkheid dat op de ingebrachte plaats „Elandsfontein" goud zou kunnen gevonden worden, en dat de bezittingen vermoedelijk dienstig kunnen worden voor mogelijke emigratie, op weinig degelijke gronden borusten. Wat de emigratie be treft, zegt het blad o. a,: u Wil men hier emigratie-mdntsohappijen oprichten, dan drage men in de eerste plaats zorg, plaatsbn aan te koopen in de nabijheid der groote steden, want andors loopt men gevaar al de producten zelf te moeten opeten." De slotsom der Volkutcm is, dat de som van ƒ176,000 van het aandeelen-kapitaal, groot 300,000 in het geheel, welke de heer- Ockerse, gedeeltelijk in geld, gedeeltelijk in aandeelen, Toor zijne inbreng heeft ontvangen, veel te hoog ia, omdat de werkelijke waarde van dien inbreng op niet meer dan 4000 kan worden gestdd. De ministerieele crisis in 'Frankrijk duurt nog voort. Men zegt, dat Miline de voorzitter der kamer, na lange aarzeling besloten heeft de taak om een kabinet te vormen aanvaard heoft. Men verwacht daarom, dat in de eorste plaats de heer Bouvier deel van het nieuwe Kabinet zal uitmaken. Daarbij wordon ook de heeren Lonbet en Caaimir> Périer als leden van het aanstaande ministerie genoemd. De radicalen verhelen hun ontevredenheid niet over het feit, dat de president voornemens is een ministerie uit de gematigde republikeinen te doen optreden. Bij voorbaat deelen zij reeds mede, dat zij een dergelijk Kabinet in geen geval zullen steu nen. De rechterzijde heeft eveneens besloten ter stond elk ministerie te doen vallen, hetwelk niet begint met de ontbinding der Kamer in zijn pro- hramma op te nemen. De vooruitzichten voor een opportunistisch Kabinet zijn dus niet zeer schitterend. Indien de heer Méline of een van de andere leidert der gematigde republikeinen niet slaagt, blijft den president niets over, dan eèn ministerie te benoemen, dat de Kamers zal ontbinden, zoodra de begrooting is Aangenomen. De uitorste linkerzijtje heeft een manifost uitge vaardigd tot de kiezers, waarin zij do 122 gematigde republikeinen, die tegen de herziening stemden, ver antwoordelijk stelt vóór de gevolgen der cri^s en betoogt, dat alleen herziening der grondwet en in grijpende hervormingen het land voor een dictatuur kunnen behoeden. De radicale linkerzijde weigerde echter zich by dit manifest aan te sluiten. De uiter ste linkerzyde vaardigde dit manifest uit tegen den zin van den heer Clémenceau, die zich kraohtig tegen1 een dergelijke nuttelooze manifestatie verzette. By de beraadslaging in de Italiaansohe Kamer over het oproer van den 8sten dezer en over de moties, die er het gevolg van waren, hebben vooral de heeren Beccarini, Bonghi en Nicotera het beleid der regeering aangevallen. Eerstge noemde verklaarde dat hy zijn vertrouwen niet kon schenken aan een persoon, die alle staatkun- «ge macht in zich Toreenigt; ook keurde hjj de Ti ïnde der r08eering tan opzichte Tan Afrika af. De heer Bonghi, die vroeger minister van onderwijs was, gaf te kennen dat, zoo hy van den minister president niet hoorde, dat hij terugkwam tot de politiek die hij vroeger volgde, de politiek namelijk van spreker, hy zich van hem zou afscheiden. De heer Nicotera zeide, dat hij in langen tyd geen deel had genomen aan het parlementaire leven. Wel heeft het hem verwonderd, dat de heer Crispi inder tijd als minister is gaan zitten naast den heer De- pretis, wiens staatkunde hij altijd krachtig had be streden. Thans is hij, spieker, genoopt, zich los te maken van den minister-president, die dezelfde as- piratiën heeft gehad als hy. Hij betreurde het dat de heer Crispi de oorzaak van de plaats gehad hebbende rustverstoring heeft toegeschreven aan //de vrienden des vredes." De rustverstoring is enkel het gevolg van den heilloozen economischen toestand, waaraan dringend een einde behoort gemaakt te worden. Hij maande hem verder aan terug te komen tot zijne vroegere beginselen en eene radicale economi sche hervorming door te zetten. De heer Chiaves gaf het verlangen te kennen, dat de minister-president ophield drie portefeuilles in zijn bezit te hebben (die van minister-president, van binnen- en van buitenlandsehe zaken.) Zoo iets is geen regelmatige constitutioneele toestand. De heer Crispi verklaarde in zijn antwoord aan de vorschillende sprekers der oppositie, dat de onlusten van 8 Februari van weinig beteekenis warenT vergeleken bij die van 1886 te Londen en bij die van 1884 te Turijn. Welke andere ge beurtenissen hebben er plaats gehad, om er aan leiding in te vinden, hem onbekwaam tot de regeeringstaak te verklaren? Hij herinnerde aan den grooten pelgrimstocht dor katholieken te ftome en het bezoek van keizer Wilhelm. Die beide groote gebeurtenissen hebben tot niet de minste rustverstoring geleid. Er zijn omstandigheden in het leven eener natie, die liet een staatsman, aan het hoofd der regeering, onmogelijk maken zekere plichten, hoe smartelijk die ook zyn mogen, te ontgaan (zooals het voorloopig verbod tot het houden van staatkundige vergaderin gen). Aan de Kamer zij het ovorgelateu uitspraak te doen over zijn beleid. Valt, die ongunstig uit, dau zal, hij weten'wat hem te doen staat. De motie van vertrouwen in de regeoring is met groote meerderheid aangenomen. Te Berlijn hecht men weinig waarde aan de jongste berichten uit Afghanistan. Van officieuze zijde wordt er op gewezen, dat deze niet veel meer zijn dan de nawerking van vroegere geschillen, waardoor «och de vrede in Azië, noch die itt Europa in gevaar zal worden gebracht. De kiesvereeniging Burgerplicht alhier heeft gisteravond eene openbare vergadering gehouden, welke in menig opzicht de aandacht verdiende. Allereerst wel om. de openbaarheid er aan ge geven. Het bestuur had toch aan oen aantal niet- leden, bestuurders van werklieden-vereenigingen uitnoodigingen tot hot bijwonen der byeenkomst gezonden. En die toenadering tusschen Burgerplicht en de werklieden werd begrypelykerwijze niet onopgemerkt voorby gegaan. Fortuijn, die natuurlijk tegenwoordig was het moet van de socialistische leiders erkend worden dat zy nooit ergens ont breken waar de gelegenhoid bestaat om zich te toonen en reclame te maken voor hun partij Fortuyn releveerde als een feit, 't welk hij met gonoegen waarnam; een bewijs dat men de open baarheid enhet volk niet schuwde. De spreker, die er optrad/ was mr. A^Kerdyk en het door hem behandelde onderwerp heette Arbeids- en Verzoeningsraden. Deze beide scheidde de spreker nadrukkelijk af van de lichamen, welke moesten dienen om, als permanente enquête-com missie, de regeering regelmatig op de hoogte' te houden van den toestand der nijverheid. En terwyl hij deed uitkomen dat hij dergelijke lichamen lièfst zag als onderafdeelingen van de kamers van koophandel (en nijverheid, gelijk ze dan nog ei bij zouden moeten heeten) en zo wilde gevormd zien door het opnemen van werklieden onder de leden, zette de spreker in den breede uiteen, welke ver schillende werkkringen den Arbeids- en den Ver zoeningsraden zouden ten deel moeten vallen. De taak der eerste zou zyn om by hangende geschillen deze ten spoedigste uit te maken en te beslechten, die der tweede om meer in het algemeen de verzoening tusschen werkgevers en arbeiders te bewerken, "\jpor beide achtte de spreker eene samenstelling uu de twee genoemde groepen drin gend noodig, daar anders nooit het vertrouwen der beide partijen kon worden gewonnen. Kwamen dergelijke reden tot stand dan betwijfelde spr. niet of zy zouden de meeéte werkstakingen helpen voor komen, en in ieder geval den langen duur daarvan belemmeren. Zoo zou de sqciale vrede in de tookomst beter gewaarborgd zijn dan thans nu er van eene wettelijke verbintenis tusschen werklieden en werk gevers geen sprake is en er tusschen beiden geen band bestaat, waardoor willekeur van de eenen als van de anderen voorkomen wordt. Al moge de tegenwoordige toestanden den werkgever ook by- kans alle macht in handen geven, spr. waarschuwde er voor, dat djj eenmaal zou omkeeren en als de fabrikanten dan niet gezorgd hadden voor het treffen eener behoorlijke regeling konden zy in den strijd wel eens de kinderen der rekening worden. Bij deze slotperoratie wreef Fortuyn zich in de handen. Daar heb je het nu, daar gaat nu zelfs een man als mr. Kerdijk de naderende revolutie voorspellen. Dat had ik eens moeten doen, dan zou je* het Handelsblad hebben hooren aangaan over op roerkraaiers, maar, zoo ging hij voort, wat de heer Kerdijk wil vind ik op zich zelf zoo kwaad niet hoe denkt hij nu evenwel die raden hier ingevoerd te krijgen, onder ons parlementaire stelsel waarbij het stemrecht het volk van allen invloed uitsluit. „En er volgde een toost op het algemeen stemrecht, het eenig universeel middel, 't arcanum voor de ziekten onzer maatschappy dat alle kwalen heelt." En er werden ten slotte de gewone wenschen uitgesproken naarnormalen arbeidsdag, bepaling van het mini mum loon, enz. zonder welke die mooie instel ling der volksraden toch al weer niets gaf. Het antwoord van mr. Kerdijk bracht voor For tuijn eene teleurstelling, de inleider had immers aan geen sociale revolutie*aïieen aan een indus- trieelen strijd gedacht. En hij sprak zijne bepaalde overtuiging uit dat die heerlyke revolutie zou uit blijven hetzelfde wat nog dezer dagen de veel radicaler Voorzitter der Unie, de heer F. v. d. Goes in die vergadering betoogde, toen hij er tevens bij voegde dat de geschiedenis hem geleerd had, hoe de revoluties alleen de r:actie als gevolg na zich sleepen en voor de onderdrukte partij nooit de gewenschte voordeelen had gebracht. Maat om nog even op den heer Kerdijk en zijn antwoord terug te komen deze spreker ontveinsde ook nu weer niet dat voor hem het algemeen stemrecht nog altijd geen grooter aantrekkelijkheid heeft dan die van een noodzakelijk kwaadterwijl hij eindelijk, zonder zich ongeneigd te toonen om met den socialisten samen te gaan voor zoover hem dit mogelijk was, toch nog eens de sociaal-democratische alheerschappij van den staat boven het individu ten sterkste bestreed. Wat mij persoonlijk betreft, ik geloof dat een man als Fortuijn zelf zich in een dergelijke staat-gevangenis al heel woinig thuis zou gevoelen, tenzij hij er cipier of opzichter was. Zyn eigen persoonlijkheid is veel te krachtig* ontwikkeld, om zich eenigen andei; dwang te kunnen voegen; en ik kan nfój^zeker niet begrij pen hoe de socialistische leiders meenen kunnen door hun voortdurend opwekken van de zelf standigheid des volks, dit rijp te maken voor den sociaal-democratischen staat. Trouwens, de jongste geschiedenis in Frankryk leert weer, wat de //vrij heid" beteekent voor de mannen van het -gezag de beproefde onderdrukking met kracht van het staatsgevaarlijke Boulangisme Heek inderdaad machtig veel op de methode welke Napoleon op de repu blikeinen toepaste. En wie kennis neemt van het geen ten onzent in het miniatuurstaatje der sociaal democratische party voorvalt, weet dat ook daar het gezag hoog jen de kas gesloten wordt gehouden. Dit kan natuurlijk niet anders; maar het behoedt ons voor het geloof slaan aan de verwezenlijking van droombeelden. Het opmerkelijkste verschijnsel van onzen tyd blijft intusschen dat de vrye ontwik keling der persoonlijkheid er gepaard gaat met de voorliefde voor staatsbemoeiing. Dezo week heeft ons ook al op een stryd tiisschen beide onthaald, ton minste wanneer ik de gemeente een kleinen staat mag noemen, 't Is U waarschijnlijk niet onbekend, dat het Woensdagnacht geijzeld, ge sneeuwd en gestormd heeft ik weet uit eigen ervaring dat het -echt „spook" weer was. En zie, Donderdagochtend, daar wordt ik gewekt door een heerlyke lekkage: al de sneeuw was bezig weg te smelten tot water. De stadsreiniging kon dus de handen aan het werk slpan en maakte van extra-hulp gebruik. Maar zóó spoedig de snOtmw overal op ruimen dat tfij de stad konden doorwandelen zonder al te natte en beslikte voeten te halen, was natuur lijk ook aldus nog niot mogeiyk, zelfs niet met behulp van een twaalftal machines. Daarom besloot het gemeentebestuur de bewoners persoonlijk te doen helpen en liet aan de huizen aanzeggen dat elk verplicht was de sneeuw vanvoor zyne woning te doen wegruimen. En de mannen en vrouwen uit onze volksbuurten, die dien Donderdag ochtend met stokken en schoppen waren uitgetogen om hun diehsten aan te bieden tot «hét wegruimen der sneeuw, lieten zich goed betalen: 't was de in- dustrieele oorlog in het klein, als de heer Kerdyk des avonds schilderen aou. Voor onze werkeloozen was die sneeuwval 'ten minste een buitenkansjemaar 'een pruttelig Amsterdammer, die gisteravond uit zijn

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2