brieven ïïit Rotterdam! Buiteolandsch Overzicht. kennisgeving. Kennisgeving. lende prijzen uit, en voegde iedeien prijswinner een wsardeerend en aanmoedigend woordje toe, dat telken» door de|aanwezigen met een daverend gejuich werd begroet. De heer Hart hoorn (die otschoon den gansohen tegenwoordig zelf aan den wedstrijd geen deel genomen) nam den prjjs voor den heer Bloemen, die atwezig was, in ontvangat en sprak daarbij een woord vol lof over de uitstekende organisatie van dezen wedstrijd, waarover hij het bestuur derGoud- sche Zwemclub en de jury dank betuigde. Na afloop bleven de zwemmers nog geruimen tijd gezellig bijeen, en maakten zoo een prettig einde aan een gezellig feest. Van de door den Ned. Rhjjnspooweg aangeboden gelegenheid om des Zondags voor verminderd tarief naar den Haag te kunnen reizen, maakten Zondag 11. 297 personen gebruik. De ex-koningin Isabelle van Spanje, die Zaterdag avond het Kurhaus te Scheveningen en gisteren Delft bezocht is heden via Botterdam naar Amsterdam vertrokken. Bij de begrafenis van den oud-inspecteur van het loodswezen Jhr. Do Kook, die heden plaats had, waren tegenwoordig de Secretaris-generaal en vele ambtenaren van het departement van Marine, de oud- ministers Gericke en Taalman Kip, generaal Ver- spijck en vele andere hooggeplaatsten. Namens het personeel van het loodswezen herdacht de Schout bjj nacht Spanjaard de loopbaan en de verdiensten van den overledene. Aan den Minister van Financiën werd door het bestuur der „Veroeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier een adres gericht om afsohafllng van de belasting op het zont. Het zal wel niet noodig zijn, zegt het adres, Uwe Excellentie uitvoerig aan te toonen, hoe zwaar deze belasting drukt op een product, dat voor mensch en dier onmisbaar is dat evenmin door den rijke als door den arme kan worden ontbeerd, maar dat bjj een heffing van 9 cents voor het kilogram of bijna */t van don prijs, vooral voor den laatste zeer veel duurdor is gemaakt, dan anders hot geval zou wezen. Ook voor den landbouwenden en veehoudenden stand is deze belasting zeer drukkend, omdat bij eene oordeelkundige voedering van het vee het zout even min kan worden gemist als voor den mensch zeiven, en het voedsel door het vee, als het met andere stoffen wordt vermengd, niet altoos zoo gaarne wordt gebruikt als met zoutmaar vooral ook om de groote hoeveelheid, die de kaas- en boterhereidors voor het maken van hunne producten moeten gebrui ken en waarvun de productiekosten door deze be lasting niet weinig worden verzwaardeene omstan digheid, die vooral hierom zoo schadelijk is, omdat de Nederlandsche zuivelproduoten hoofdzakelijk niar Duitschland gaan en daar de concurrentie met uit- beemsche artikelen hebben door te staan. Bij den kwijnenden toestand van den landbouw, in den uitgebreidsten zin genomen, mag voorzeker iedere maatregel, die strekken kan om dezen uit den tegenwoordigen staat van verval op te heffen en daaraan den strijd om het bestaan althans zooveel mogelijk dragelijk te maken, worden toegejuicht, en Zoo gevoelde die nederige schoolmeester, die het vijftigtal van zijnen oom geërfde boeken over ge schiedenis, waaruit hij geleerd had, om meer aan het lijden van Italië dan aan het zijne te denken, bijna zoo lief had als zijne eigene dochter, zoo ge voelde ook hij nu reeds al de kwellingen van zoovele edele zielen, die de beide grootste gaven, welke God den mensch schonk: het geweten en de vrijheid, willen behouden. Terwijl Davide zoo in zichzelven redeneerde, was de tafel, daar er niets meer op was, afgenomen. Laodice dien naam had de meester haar, vijftien jaren geleden, doen geven, ondanks de verbaasde uitroepen van de doopgetuigen; en met veel zelfvol doening had hij, aan wie er nieuwsgierig naar wa ren, gezegd, dat die naam van het Grieksch was afgeleid en beteekende: ugerechtigheid de» volks" Laodice had vlug alles op zijne plaats teruggebracht, en liep nu bevallig en vriendelijk om hem heen, en wilde hem overhalen om eens in de open lucht te gaan. «Dat zijn nu al vijftien jaren sedert rij het licht aanschouwde voor mij is haar gezicht het licht en de troost mijn leven! Haar geen woord kunnen zeggen, niets dan haar aanzien, en alles voor mij zeiven houden Wat helpt het mij, of ik al studeer, en nu al twintig jaar lang, al de jongens van het dorp lezen leer, al» ik dat kind niet kan leeren om óóne lettergreep te begrijpen? Ach Heer! het is eene groote bezoeking voor mij. Met San Martino is het al dertien jaar, dat ik hier geacht worden te zijn genomen in het belang van 't gansche vaderland,' daar zeker door niemand zal worden tegengesproken, dat de landbouw en de vee teelt hoofdbronnen zijn van 't Nederlandsche volksbo- staan. En naar de bescheiden meening van den adres sant, mag met des te meer vrijmoedigheid op de afschaffing eener zoo schadelijke belasting worden aangedrongen, als men let op het feit, dat aan zoo menig ander bedrijf, bij verschillende koninklijke be sluiten, vrijdom is verleend, waardoor dus zoo menig bedrijf Tan deze drukkende belasting ontheven is. Waar zij een zwaar offer vraagt, ook van den armsten ingezetenewaar totnogtoe het landbouwbedrijf slechts eene gedeeltelijke ontheffing geniet, die voor de zuivelbereiding niet het minste voordeel geeft, daar meent het bestuur, met allen eerbied, maar ook met vrijmoedigheid, bij Uwe Excellentie temo gen aandringen op de afschaffing der zoutbelasting, waardoor voorzeker een weldaad aan het gansche volk zou worden bewezen. Met het oog op do groote revue, die bij Spithead ter eere van don Du#»qhen keizer zal worden ge- honden, wordt thans de Engelacho vloot gemobiliseerd. De proefneming heeft een verrassend aantal fouten en zwakheden aan het licht gebracht. Het advies jacht Fik heeft een lichtsohip aan den mond van de Theems in den grond geboord en is daarbij 100 zwaar beschadigd, dat men voor de herstellingskosten een geheel nieuw schip kan laten bouwen. De snel varende kruiser Medea, die op den proeftocht naar Gibraltar zeer slecht heeft voldaan, is geteisterd door een gasontploffing in het kolenruim. De Galatea die nog steeds geen eigen geschut heeft, ofschoon zij vier jareu geleden van stapel liep, heeft kanonnen van een ander schip geleend. Onderweg naar Spit head zijn de stalen banden van de stoomketels rood gloeiend geworden, en toen een snuggere machinist ze met koud water bespoot, in stukken gesprongen. De reparatie zal veel tgd kosten. De Aurora, wier pantsergordel het schip beneden en boven de water lijn moest besehermen, is gebleken zoo zwaar te zijn, dat de gordel geheel onder water blijft en dat het water het schip binnen dringt. Ditzelfde is het geval bij den Imperial en andere schepen van deze klasse. De Collinpsoood verloor bij de aankomst te Spithead een anker, hetgeen bij zeelieden als een slecht voorteeken geldt, zoodat de bevelvoerende admiraal zich een ander vlaggeschip heeft gekozen. De Neptune geraakte op een zandbank, maar werd bij vloed weder afgebracht. De Medusa eindelijk moest naar de haven terugkeeren om haar stoom- pinas te laten repareeren. Het is te voorzien, dat deze lijst gedurende de volgende week nog heel wat langer zal worden. In de Zutf. Ct. komen eenige zeer lezenswaardige beschouwingen voor over vacantie en vacantie-kolo- nies. Dat meten en wegen der kinderen moge wel is waar een spottende glimlach uitlokken, toch acht het blad in het denkbeeld der vacantie-kolonies een gezonde kern aanwezig en is het van meening dat het gesteund en vesspreid moet worden. Doch een niet minder ernstige vraag is deze: kan er voor de jongens van onze eenvoudige burgerklasse niet wat meer worden gedaan om de vacantiën, meer dan tot hiertoe het geval is, aan haar doel te doen beant woorden. Gaat de beweging voor de vacantie-kolo nies door, dan wordt er voor twee groote groepen met haar alleen ben dat hare arme moeder voor altijd is heengegaan! Misschien heeft de Voorzienigheid haar die smart willen besparen!" Hij was opgestaan, en, zonder te weten waarom, volgde hij zijne dochter. Zij gingen samen de deur uit, die op de esplanade uitkwam, waar nu niemand te zien was. Maar Laodice liep vroolijk, zooals zij iederen dag deed, naar den hoek van het huis waartegen een jasmijn groeide, waardoor zich eene passiebloem ge strengeld had; doch zij zag de latten, waaraan de teedere planten gebonden Waren, losgorukt, de takken gebroken, den grond vertrapt, en overal in het rond met weggeworpen bloemen bedekt. Het was niet de eerste maal, dat de schoolkinderen, met dien lust tot vernielen, die als aangeboren is, haar dat verdriet aandeden; zij waren het arme stomme meisje niet ongenegen, maar zjj hadden zich laten verleiden door eon vlinder of kever, die om de bloemen zweefde; en toen zij de verwoesting zagen, waren de onbe zonnen jongens op den loop gegaan. Maar Laodiee was er wanhopig over; zij stampte met den voet, weende van smart, en, zich tot haar vader wendende, hield rij niet op met naar de afgebroken bloemen te wijzen, of haar voorhoofd en hart aan te raken, met zulke diepe zuchten, dat men er medelijden mede kreeg. En de vader mankte allerlei dreigende gebaren, en beloofde, dat hij de schuldigen stellig geducht straffen zou; intusschen deed hij zijne best om de takken op te beuren en vast te binden, en van kinderen vrij wat gedaan: voor de zoontjes en dochtertjes onzer bemiddelde, zoowel als voor die der minder bevoorrechte standen; maar de flinke gezinnen van den kleineren ambtenaar, van den neringdoenden burgerman zitten met hunne kinderen in Se vacan tiën dikwijls verlegen. Zou het niet mogeljjk zijn, vraagt de Zutf. Ct., dat de bewoners van het plat teland in ons goede vaderland, dat zooveel schoone en herbergzame streken heeft, hunne eenvoudige wonin gen tegen zeer matige vergoeding open stelden voor de kinderen der van natuur en finssche lucht wel eens een beetje misdeelde stedelingen? Het is voor onze jongens en meisjes niet wensche- lyk, dat rij stil zitten of doelloos straatslenteren; het best vermaken zich onze kinderen als zij eens wat anders zien dan de gewone omgeving, als zij eens ietwat anders kunnen doen of maken dan gewoonlijk. Men neme eens de proef met het denkbeeld om onze jongens eens naar een boer, een tuinier, een bloemist, een hoenderparkhouder en onze meisjes naar een flinke, heldere boerin, een vacantie-kolonie (tot hnlp in de huishouding) te zenden om daar de oogen flink rondom zich heen te slaan en de handen uit de mouwen te leeren steken. Zou op die manier eene vacantie voor menig gezin en voor vele kinderen niet iets geheel anders worden dan wat rij nu dikwijls is: eene periode van tijdverknoeiing en schadelijke rust? En nu late men niet het initiatief over aan de eene of andere vereeniging; de betrokken ouders moeten zelf de zaak aanvatten. Zij zelf knnnen beoordeelen, waaruit hunne kinderen het meeste nut kunnen trekken, en aan welke menschen zij hunne kinderen het best kunnen toevertrouwen. Generaal Boulanger is met zyn 80 candidaten voor de departementale raden zoo goed als gereed gekomen. Ten minste reeds 73 plaatsen, waar Boulanger candidaat is gesteld, zijn bekend, en deze zyn verdeeld over 44 departementen. De meeste dezer zetels zijn nu in het bezit van republikeinen, die generaal Boulanger hoopt te rerdrjjven. De Cornells Gendrauz hebben ongeveer 2900 leden, die in een geljjk aantal kantons voor 4 jaren worden gekozen. Om de twee jaren treedt de helft af, maar zoo, dat er geen departement is, waarin niet een of meer nieuwe leden moeten gekozen worden. Nu moetou 1429 ledon worden gekozen, wadrvan 13 tor vervanging van overleden raadsleden en 4 voor de nienw gevormde kantons in de depar tementen du Nord en Tarn. Tan de aftredende leden behoorden 971 tot de republikeinsche party en 464 monarchisten en Bonapartisten. Dezen waren zoo verdeeld dat de anti-republikeinen in niet meer dan 12 van de 90 raden de meerderheid hadden. In hoever deze verhouding zal worden gewijzigd, zal morgen blijken. Labouchere's amendment, dat met verpletterende meerderheid in het Engelsohe Lagerhuis verworpen werd, sloeg op het verzoek der Koningin om toe lagen uit de sohatkiat voor prins Albert Victor vau Wales en prinses Louiso van Wales, en strekto om te verklaren, dat: »de fondsen, thans ter beschikking van Hare Majesteit en van andere leden der koninklijke familie, toereikend zyn om, zonder verder beroep op de belastingschuldigen, de Koningin in staat te stellen tot het voorzien in het onderhoud van hare klein- wees aan Laodice, dat zij met den gieter moest komen, om de arme bloemen, daar zjj zoo veel van hield, wat op te frisschen. Terwjjl zy zoo bezig waren, hoorde de meester eene stem, die hem toeriep: „Signor Davide, zijt gij thuis?" Deze gaf een teeken aan zijne dochter, die heenging, en spoedig met Gabrio en zyne zuster terugkwam. «O Signorina Paolina, o Gabrio!" zeide de meester. «Dat is niet zooals 't behoort, ik had my meer moe ten haasten om mjjne verplichting na te komen en ik had het beloofd ook; ik was juist van plan om mij met myne dochter op weg te begeven, toen wij kijlc eens hier die verwoesting hebben opgemerkt en hy wees naar de losse takken „Zy zullen er van hooren, die dat gedaan hebben Het spijt mij zoo voor Laodice, maar zy zullen er voor hebben! Maar toch, als dat het ergste kwaad was Het meisje had alles begrepen, en hare levendige oogen zagen nu haar vader, dan de nieuw aangeko- menen aan; Gabrio wist haar niets te zeggen, maar Paolina wendde zich tot haar, greep hare hand met veel lieftalligheid, en die beweging en de blik, die dezelve begeleidden waren zóó welsprekend dat het meisje de armen naar haar uitstrekte, alsof zy zeg gen wilde: Wat zjjt gij lief! Wordt vervolgd.) kinderen; terwyl overigens, desgewenscht, het tot dat onderhond benoodigde zou kunnen gevonden worden uit besparingen op de civiele lijst der Koningin: besparingen, welke mogeljjk zouden zijn zonder afbreuk aan dé eer en de waardigheid der Kroon en zonder ongerief voor Hare Majesteit zelve." Labouchere zocht zijn amendement te rechtvaar digen, vooreerst, met een terugwijzen op de civiele lyst van Willem IV, die ook voor koningin Victoria geldig was gebleven, en die spreker kensohetste als van den beginno af onnoodig, ja, buitensporig hoog; ten tweede, met de algemeen bekende omstandig heid, dat de Koningin, wier inkomsten nog belangrijk zijn gestegen, en die zelfs niet de haar voor hare private beurs uitgekeerde som verteert, een zeer aanzienlijk bedrag heeft overgespaarden ten derde, met de gevolgtrekking, dat Hare Majesteit, aldus by machte zjjnde tot het onderhouden van hare kleinkinderen dit rechtens ook behoort te doen. Dit betoog vond by val by radicalen als Morley en Storey, welke laatste met het zonderlinge argument voor den dag kwam, dat de gelden, door de Koningin overgespaard op de civiele lyst, aan hel land toe behoorden zoodat ejgenljjk de Koningin zon achter staan bij den geringsten rijksambtenaar, op wiens spaarpenningen immers niemand ten behoeve van 's ryks schatkist weder beslag meent te mogen leggen! Aan den anderen kant vond het amendement eene krachtige en doeltreffende bestrijding bij Sir W. Barttlelot, Sir S. Northeote, Sir J. Gorst, en bovenal by Gladstone. In eene flinke redevoering, zynen besten tijd waardig, toonde de op sommige punten zoo veel prijsgevende, op andere weder zoo behouds gezinde staatsman aan, dat het door de Koningin bespaarde vermogen niet toereikend zou zyn tot het onderhouden van al hare kleinkinderen, terwijl even min van den Prins van Wales te vergen is, dat hy in aanmerking genomen de betrekkelijke gering heid zijner jaarwedde en den steeds toenemenden omvang zjjner onvermijdelijke uitgaven uit eigen, middelen zyne kinderen zou onderhouden in de stelling en op den voet, welke aan hunnen rang toekomt. Misschien échter school Gladstone's krachtigst werkend argument ten gunste der toelagen in zyne ernstige bedenking tegeh een afbreuk doen aan den reohtmatigen luister der Kroon, in welken hy eenen der machtigste factoren erkende tot het verheffen van den toon der samenleving. Tegenover deze breede opvatting van de monarchale idee moesten de knibbelaryen van eenen Labouchere en geestverwanten wel den indruk maken van echt radicale schrielheid. De Zwitsersohe Begeering is na het geschil met Duitschland wat strenger geworden ten opzichte van de socialisten. Onder de verdreven Fransche socia listen behoort het oud lid der Commune Perrare hij werd met anderen het land uitgezet, omdat zij deelgenomen hadden aan een te rumoerige verga dering van Fransche deserteurs. Eenige Nihilisten zyn bij voorbaat vertrokken, omdat zy wel weten, dat zy straks toch verdreven worden. Voor den onlangs ingestelden post van procureur-generaal van het Eedgenootschap wordt genoemd de officier van justitie en lid van den kantonnalen raad van Thur- gau, Albert Soherb. Men roemt hem als iemand van groote scherpzinnigheid, wetenschap en onpar tijdigheid. De Kamer van Koophandel te München heeft een adres gezonden aan Bismarck, waarin deze wordt verzocht zijn invloed aan te wenden tot het treffen van een internationale overeenkomst betreffende den handel in koffie, suiker en andere koloniale waren, opdat het speculeeren in 'deze artikelen worde tegengegaan. De Berlijnsche correspondent van de „Standard", die dit mededeelt, voegt er bjj dat vermoedelijk aan de „Internationale Suiker-bank», welke men wil oprichten, geen'vergunning zal wor den verleend in Duitschland kantoren te vestigen. XXI. Rotterdam 26 Juli. Daar zijn vraagstukken, die, telkens tot eene be slissing gebracht, de neiging behouden om telkens weder den kop op te steken. Zjj zyn het best bjj epidemiën te vergelijken, die, na haar ontstaan, met steeds toenemende verwoedheid om zich heen grypen, om ten laatste een hoogtepunt te bereiken en dan zachtkens aan in kracht af te nemen, tot dat men er weinig of niets meer van hoort, zonder dat evenwel van algeheel versterf de rede is. Aldus, te Botterdam althans, het vraagstuk van de makelaardij hare verhouding tot. den Ge meenteraad. Aan dio epidemie zou voor goed een einde zyn te maken daar wjjziging van het Wetboek van Koophandel, in dien zin, dat de gemeentebe sturen worden ontheven van do verplichting om makelaars te benoemen, eene verplichting die thans op hen rust indien zich tegen de personen als zoo danig geen bezwaren verheffen. Doch telkens is van wijziging van dat Wetboek in den loop der jaren sprake geweest en zyn zelfs door betrokken ministers wets ontwerpen bjj do wetgevende macht aanhangig ge maakt, doch het is tot dusverre niet tot eene be slissing gekomen. Toch is «y >n meer dan één opzicht gewenscht, o. a. met het oog op het onder werp dat mjj heden bezig houdt, nl. de makelaardij. Het Wetboek van Koophandel, de benoeming van makelaars aan de gemeenteraden opdragende, heeft, naar het oordeel van bijna alle deskundigen, een verwerpeljjken toestand in het leven geroepen. Hoe immers is het denkbaar, dat een gemeente raad, die, geljjk de Botterdamsche, uit 39 leden is 8aamgesteld, een onderzoek instelle naar de soliditeit, de bekwaamheid en de onkreukbare eer lijkheid van hen die zich aanmelden om te worden benoemd tot makelaars in de meest uiteenloopende rakken? De benoeming hooft dan ook plaats zonder voorafgaand onderzoek. Sints onheugelijke jaren steil de Botterdamsche Gemeenteraad al wat los en vast is tot makelaar aan. Slechts in een hoogst zeldzaam geval wordt de aanvraag van de hand ge wezen, nl. dan, wanneer den Baad iets, dat bewezen kan worden, tegen de honoTèbiliteit van den adres sant wordt kenbaar gemaakt. Eh wat is nu van die manier van doen het gevolg Dit: dat de officieels aanstelling aan het publiek een vertrouwen i»oo5' zemt dat op geenerlei grondslag steunt. De offi cieels aanstelling geeft geen waarborg van bekwaam heid en eerlijkheid. Toch zijn de meesten van oor deel dat wie door den Baad is aangesteld tot makelaar, de noodige kennis en loyauteit moet bezitten daar hy anders niet benoemd zou zjjn geworden; en in dat goede vertrouwen loopt het publiek er in, km er althans inloopec. Wil men mjj soms tegenwerpen dat het publiek, d. i. in casu de winkelier, grossier, handelaar en speculant, wel zal weten wien het orders geeft en vertrouwen schenkt, dan antwoord ik, dat men dan tot de logische gevolgtrekking komt om de make laardij geheel vrjj te laten. Als men van oordeel is dat belanghebbenden wel zullen weten te onder scheiden welken makelaar zjj moeten bezigen en welken anderen zij aan zjjn lot moeten overlaten, laat dan ioder als makelaar optreden die er lust toe heeft. Eene officieele aanstelling zal overbodig wezen; maar indien gij van oordeel zjjt, dat in die offi cieele benoeming eenigen waarborg ligt voor het publiek, dan ook zal men moeten toestemmen dat de tegenwoordige wijze van benoemen vrij wel eene ongerijmdheid vertegenwoordigt. Elders heeft men getraeht uit het dilemma te ge raken door het advies in te roepen van de in de gemeente gevestigde Kamer van Koophandel. Te Botterdam geschiedde hef nooit. De Kamer van Koophandel heeft evenwel in haar jaarverslag over 1888 daarover ten langen leste hare bevreemding te' kennen gegeven. Burgemeester en Wethouders hebben de gegrondheid dier opmerking ingezien en het gevolg daarvan is geweest dat nu voor het eerst, en wel sedert de vorige maand, aanvragen om als makelaar te worden aangesteld, om advies wdkden verzonden naar de Kamer van Koophandel. De eerste verzending van dien aard, had betrekking op twee aanvragen om te worden aangesteld tot makelaar in raste góederen, een onderdeel van het hoofdvraagstuk, waarop ik aanstonds terug kom. Vooraf zjj mjj de opmerking veroorloofd dat men, met het vragen van advies aan de Kamer van Koop handel, zoo heel veel verder niet komt. Zeker, de Kamer is, meer nog dan de' Gemeenteraad, saam- gesteld uit kooplieden, reoders, cargadoors en expe diteurs in activen dienst, en tot zekere hoogte is daardoor de Kamer beter dan de Gemeenteraad bjj machte over het gehalte van de sollicitanten naar de betrekking van makelaar te oordeelen. Zij is het officieel orgaan van handel, scheepvaart en nij verheid en is derhalve uit den aard van haar wezen niet onbevoegd om in deze en dergeljjke quaestiën oeu woord mede te spreken. Maar aan den anderen kant moet men hier onderscheiden tuaschen sakeen personen. Kr is hier geen sprake van het geven van advies over het een of ander zakeljjk handelsbelang, waarmede de Gemeenteraad naar eigen inzicht rekening houdt, het advies vol gende of om de uit het openbaar debat blijkende retleneu daarvan afwijkende of daarmede lijnrecht in strjjd handelende de finantiën werpen hierbij veeltijds haar zwaard in de schaal maar er is hier uitsluitend sprake van de behoaamheid en kono- rabiliteit van personen. De zaak wordt dan wel een weinig bedenkelijk. Eensdeels worden de moti- ven waarop een ongunstig advies der Kamer berust, in govallen, waarbjj het uitsluitend personen geldt, ge heim gehouden. En indien die motiven in den Gemeen teraad aanleiding tot debat geven, dan geschiedt dat in den regel in eene zitting met gesloten deuren. De be trokken persoon is derhalve builen maohto zich te ver dedigen. Dit bezwaar kleeft echter ook aan de benoe ming door den Gemeenteraadzo/ufervoorafgaandadvios der Kamer van Koophandel. Van meer gewicht is dan ook, in mjjn oog, de bedanking datdebenoe ming, door het Wetboek van Koophandel aan de Gemeenteraden opgedragen, op de voorgestelde wijze feitelijk op de Kamer van Koophandel overgaat. Het zal ongetwijfeld de Gemeenteraad blijven die het werktuigelijk gedeelte van de benoeming verricht, maar in het wezen der dingen zal de Kamer de beslissende stem hebben. Het is toch niet aan te nemen dat, indien de Kamer zich verklaart tegen de aanstelling van een bepaald persoon als make laar, dat de Gemeenteraad hem toch tot makelaar benoemen zal. De Baad kan het doen maar hjj zal het niet doen. Zoo zal dan de verantwoordelijkheid van den Gemeenteraad op de Kamer van Koophan del worden overgebracht en zal zij in de werke lijkheid, de Baad slechts in schjjn, over het al dan niet aanstellen van makelaars béschikken. Wanneer zal eindelijk de wijziging van het Wet boek van Koophandel tot stand komen, die aan dien chaotischen toestand een eind maakt door de Ge meenteraden van het benoemen van makelaars te ont heffen? Epidemisch ir nu weder een onderdeel van het vraagstuk bij onzen Gemeenteraad aan de orde,' nl. de benoeming van makelaars in vaste goederen. Ik zeg epidemisck, omdat de quaestie zich hier regel matig om de 10 of 20 jaren voordoet. Het Wetboek van Koophandel kent slechts waren koopmansartikelen, roerende goederen, geen vaste of onroerende goederen. Gevolgelijk is de Gemeente raad onbevoegd makelaars in vaste goederen aan te stellen. In elk geval, het W. v. K. legt hem niet de verplichting op dergelijke makelaars aan te stellen en kan hij, die slechts nood gedrongen tot de be noeming van makelaars overgaat, zich aan de benoe ming van makelaars in vaste goederen onttrekken. (Men leze daaromtrent in hun onderling verband de artikelen 2, 3, 4, 69, 62, 64, 65 en 72 W. v. K. Zie ook Foorduin VIII). Beeds in 1861 werd in den Botterdamschen Ge meenteraad het rechtsbeginsel door het toenmalig lid Van Reesema flink op de pooten gezet en met alge- meene stemmen tot afwijzing besloten van de destijds aanhangige adressen om te worden aangesteld als makelaar in vaste goederen. Dat belette niet dat in 1870 wederom nieuwe aanvragen inkwamen, die eveneens van de hand werden gewezen. Thans zijn er alweder twee heeren (G. L. van Ejjk en A. van Someren) die hun geluk komen beproeven. In zijne zitting van 13 dezer heeft de Baad daarover beraad slaagd, zonder tot eene beslissing te komen. Men scheen het algemeen eens te zijn dat van de vroe gere gedragslijn niet behoorde te worden afgeweken, doch kon het niet eens worden over den vorm waarin de afwijzende beschikking zou worden geno men. In de eerstvolgende zitting komt de zaak op nieuw aan de orde en ik vind er niets gewaagds in te voorspellen dat de verzoekschriften ook nu weder van de hand zullen gewezen worden, te meer, daar ook de Kamer van Koophandel in dien zin heeft geadviseerd, niet om de personen, maar omdat ook zij van oordeel is dat het Wetboek van Koophandel geen aanleiding geeft tot het aanstellen van makelaars in vaste goederen. NEMO. INBICHTINGEN WELKE GEVAAB, SCHADE OF NADEEL KUNNEN VEBOOKZAKEN. V BUBGEMEE8TEB en WETHOUDEBS van Gouda Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad No. 96.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van W. Bokhoven om vergunning tot het oprichten eener Smederij in het perceel gelegen aan den Rotter- damschen djjk Wjjk P. No. 3 Kadaster Sectie E. No. 736. Dat op Zaterdag, den 10 Augustus 1889, des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente, van de ter zake ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. GOUDA, den 27 Juli 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. G. KONING, 1. B. De Secretaris, BROUWER. INRICHTINGEN WELKE GEVAAB, SCHADE OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN» BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; Gelet op Art. 6 «n. 7 der Wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad No. 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van J. H. Crebas om vergunning tot het oprichten eener*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 4