BINNENLAND. Buitenlandsch Overzicht. i L INGEZONDEN. Tallige keuzen. Onder de republiek ran 1848 ging men tot de lijststemming over in de ver onderstelling, dat groote districten een beter arbeidsveld opleverden voor volksleiders en dos radicaler afgevaardigden zouden zenden. Napo leon III liet de boeren weer bewerken in kleine districten. De tegenwoordige republiek is reeds herhaaldelijk van stelsel veranderd al naar de conservatieve of radicale strooming tjjdeljjk de overhand badin de laatste dagen is weer besloten tot enkelvoudige districten en wel met het bepaalde doel de verkiezing van Boulanger door vele duizenden kiezers zooveel mogeljjk te voorkomen. Daar is dus de kwaal want dergeljjke verkiezingsma noeuvres zijn een kwaal chronisch ge worden. Bij ons te lande is dit spel nog niet vertoond. Noch bij de kieswet, die na 1848 de nieuwe orde van zaken regelde, noch bjj de additioneele bepalingen van de laatste grondwet, kon een der partpen op goeden grond de uitkomst berekenen de tabel van de provinciale kieswet ia het werk der Prov. Staten zeiven, die voornamelijk te rade gingen met het gewestelijk belang. Aan de tegenwoordige Regeering was het voorbehou den, deze op ongezonden bodem tierende woe kerplant uit den vreemde over te brengen, althans daartoe de eerste stappen te doen. Want dit is het, wat haar met grond kan worden verweten. Inconsequentie on dit gebied is geen ondeugd, wel gebrek aan onpartijdig heid. Voor ieder, die de kunst verstaat van tusschen de regels te lezen, was het onmid dellijk by het bekend worden der regeerings- voorstellen duidelijk, dat de omzetting der Eerste Kamer beoogd werd. Dit is zoo in het oog ioopend, dat de organen der rechter zijde er thans openlijk voor uitkomen, dat de voorgestelde indeeling der provinciën is een geoorloofd wapen in den politieken strijd, daar op deze wjjze alleen spoedig homegeuiteit ver kregen kan worden in de beide Kamers. Eene Nederlandsch ministerie had zich, naar onze meening, niet aan de verdenking mogen bloot stellen dat het kieswetten en tabellen voor draagt, alleen om zijn eigen partij te paard te helpen. En hier is meer dan een vermoe den. De districtsverdeeling voor de Tweede Kamer is gebleken in de practijk voordeelig te zjjn voor de verbonden rechterzijde althans zjj heeft er de meerderheid door behaald. En juist deze districten wil zjj gebruiken voor de Provinciale Staten. Is er duidelijker bewijs noodig, welke gedachte heeft voorgezeten bjj het ontwerpen dier plannen? Naar onze meening doet het er weinig toe, welk stelsel bjj eene districtsindeeling gevolgd wordt, indien bjj de kiezers duidelijk de een of andere strooming der openbare meening de overhand heeft. Dan zal de geest der natie dio daar toevallig juist op dit oogenblik tegenwoordig was en zich wel genoodzaakt zag aan de pret deel te nemen. Met de bruid scheen zij echter goed be kend te zijn, want zij hield dikwijls stil om een woordje met haar te wisselen en hernam dan weder hare plaats onder de dansenden. Deze kleine omstandigheden had Alf opgemerkt terwjjl hij daar stond en den onverschilligen toe schouwer speelde. De bevallige blondine, die niet ouder dan zestien of zeventien jaar kon zijn, had van haar kant niet alleen de tegenwoordigheid van Alf opgemerkt, maar zjj begon eene bijzondere belangstelling voor den onbekende te gevoelen. En geen wonder. De plot selinge verschijning van onzen held op het tooneel, zijn reizigersvoorkomen, zijn elegante, hoewel achte- looze kleeding, zijn onverschilligheid voor hetgeen er voorviel, dit een en ander was zeker wel geschikt om ieder meisje, dat hem gadesloeg, aan te trekken en te boeien. Bovendien was de bevallige blondine een weinig geraakt dat Alf juist haar niet scheen opgemerkt te hebben. Men ziet hoe behendig hij zij no waarnemingen had gemaakt, en hoe goed hij op de uitwerking van zijne krijgslist gerekend had. Alf nam deel aan den dans (een soort van wals, die lang onder de Beijersche boeren in zwang was geweest en die hij in de perfectie geleerd had) en had tot danseres eene kloeke deerne met roode wangen een meisje dat onder de dorpsjongens als eene groote schoonheid bekend stond, en dat zich doen kenneD, spijt alle kunstmatige voor zorgen of belemmeringen. Maar waar, zooahs bij ons te lande, twee richtingen ongeveer tegen elkander opwegen, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de een of ander vernuftig bedachte combinatie kunstmatig aan ééne der partgen het overwicht geeft. Waar geen meer derheid is, wordt er dan een gemaakt. Elk voorstel, dat maar eenigszins den stempel draagt van partjjgeknutsel, behoort onverbid delijk te worden gewraakt, omdat zuiverheid der verkiezingen de grondslag ia van den par lementairen regeeringsvorm. Het algemeen belang moet daarbjj uitsluitend de maatstaf zijn. GOUDA, 4 Maart 1889. Bn do Rijkspostspaarbank is aan het postkantoor Gouaa en de daaroider ressorteerende hulpkantoren gedurende de maand Februari ingelegd J 3672.551/» en terugbetaald 935.32. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 1682. Hot Departement Gouda" der Maatschappy tot Nut ran 't Algemeen heeft den heerr W. J. Fortuyn Droogieever, di& gedurende 49 jaar als penuing- meester aan dat Departement zijne diensten verleende tot „Eerelid" benoemd en hem daarvan een diploma overhandigd, dat uit een calligraphisch oogpunt allen lof verdient. Het is vervaardigd door den heer Antonie Grevenstuk te Amsterdamdie zijn reputatie als bekwaam calligraaf en per.teekenaar door dit stuk handhaaft. Zondagmiddag zijn te Stol wij kersluis twee 16-jarige jongens, welke van het veldijs over een sloot naar den dijk wilden gaan, doordien een der jongens viel, door het ijs gezakt. Met veel moeite zijn zij gered. Uit 's-Grarenhage wordt vaa gisteren gemeld: Na eene korto ongesteldheid is in don afgeloopen nacht alhier overleden de heer mr. 0. W. Hubrecht, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en sedert een aantal jaren vertegenwoordiger van het hoofdkiesdistrict Leiderdorp in de vergadering der Pro7. Staten. Vroeger te Leiden woonachtig, was de overledene aldaar geruimèn tijd raadslid en wethouder, totdat hij in 1872 tot lid van Gedop. Staten word gekozen, uit welk ambt hij kort geleden den ln Juli van het vorig jaar ontslag nam, na alzoo zestien jaren met toewijding en nauwgezetheid zijn betrekking te hebben vervuld en de aan hem toevertrouwde belangen te hebben behartigd. Zgn verlies zal in uitgebreiden kring worden gevoeld. De overledene had den leef- tjjd van 68 jaren bereikt. Door de heeren J. Geluk (Dinteloord) en H. de Raaf (Den Bosch) is onder heeren onderwijzers en verdere belangstellenden bij het onderwijs eene cir culaire verspreid, waarin zy allen oproepen tot het vormen eener vereeniging van onderwijzers, welke zich uitsluitend ten doel stelt de bevordering van de studio der paedogogiek. Waarom zij zoodanige zeer verlangend scheen haar danser te behagen. Zij vertelde hem ongevraagd van de bruiloft. Zij vestigde zijne aandacht op de gewichtigste personen daarbij tegenwoordig, inzonderheid op den voornaamsten veehouder, den vader vaa den bruid, en was edel moedig genoeg om "hem de aardigste meisjes aan te w$zen, en in 't breede utt te weiden over ieders hoedanigheden. Men kan er echter verzekerd van zijn dat Alf ze alle reeds had opgemerkt. Van het het blonde meisje werd evenwel geen melding ge maakt. Was het boerinnetje jaloersch op haar? En was het daarom dat zij haar in hare optelling over sloeg? Alf .verwachtte zeker dat zy hem over haar gesproken zou hebben, en was zeer teleurgesteld dat het niet deed. Maar eindelijk, bespeurende dat er geene kans was om op eene andere wijze iets tan haar te vernemen, maakte hij rechtstreeks eene toespeling op hare tegenwoordigheid. Zij is hier gisteren pas gekomen. Zij is eene verre bloedverwante van de bruid. Zij komt uit Neurenburg." Dat was alles wat zij hem wist te zeggen. Zij stonden dicht bij de blondine, en Alf deed zijn best, door den anderen kant op te zien, om geen vermoeden by haar te wekken dat hij over haar sprak. Intusschen begon de „vrijer" van Alf's danseres onrustig te worden. Zij was van h®m afge- lokt en den knappen vreemdeling toegewezen tot zgn groot misnoegen, en bij merkte op dat zij meer en meer vertrouwelijk met elkander werden. Alf Vereeniging willen? lo. Omdat zij van de waarheid overtuigd ziju, dat eene heldere paedagogiache kennis de onmisbare grond is eener degelijke practische werkzaamheid. 2o. Omdat zij het in het belang van het onderwijs hoogst wenschelijk achten, dat er door nauwe aaneensluiting voor dit wetenschappelijk doel meer eenheid kome in het onderwijs en de zedelijke vorming der jeugd op onze scholen. 3o. Omdat door de regeering voor eenigen tijd een maatregel geno men is, welke de studie der paedagogiek op den achtergrond heeft gedrongen, teer ten nadeele der school, nl. de afschaffing van het examen in de paedagogiek bij candidatcn voor de akte van hoofd, onderwijzer. 4o. Omdat pogingen aangewend worden ter afschaffing van de vergelijkende examenswelk® pogingen, indien zij slagen, de beoefening onzer be roepswetenschap zullen schaden, zoo er geen streven aIs wij bedoelen, tegenover staat. 5o. Omdat blijkens de ervaring, elders opgedaan, zoodanige vereeniging gunstig werkt op de theoretische en practische vor ming der onderwijzers. Om dit doel nu te bereiken, willen de twee bovenbedoelde beoren doeltreffende geschriften verspreiden. Om lid der Vereeniging te worden, behoeft men geene contributie te betalen, doch zich te verbinden voor een jaar tot een abon nement op de uitgegeven geschriften en tot versprei ding van deze waar dit kan. Het Geïllustreerd Politie-Nieuws behelst hel vol gende: „Op wiens last, met wiens toestemming is het Koninklijk Paleis op don Dam tot hulpbureau van politie bestemd. Zooals o ziet, mijnheer de Burgemeester, zijn wy goed op de hoogte van hetgeen uwe politie alzoo goed vindt te doen. En daarom aarzelen wg niet ti te verklaren, dat wij verbaasd waren over het feit dat hot Paleis gebezigd wordt om een Neder landsch burger door rechercheurs te laten bespieden. Sedert eenige weken toch schijnt uwa^Dolitie goed te vinden den den heerW. E. Willink Kqpjp te bespieden en te volgen. Zelfs tot in de Reaidontie ëh te Leiden ge- uoot hij eenfgo malen de eer van te worden nagereisd door Amsterdamsche rechercheurs. Over dag zaten de heeron in het paleis, des nachts schilderden zjj op straat. Na de ruwe nachten van sneeuw en storm is de surveillance bg nacht gestaakt, en wordt ge noemde heer slechts van 6 uur 's ochtends tot avonds 10 uur bespied. Wg kennen den heer Willink Ketjen volstrekt niet, hebben hem, voor zoover wjj weten, nooit gezien, maar ons dunkt, dat er voor de recherche wel een ander veld is, veel dankbaarder om af te jagen, dan het natoopöff vtfn een oud-ofïioier, die zeker niet geacht kan worden hgevaarlijk te zijn voor de maatschappelijke veilig- heid De rechercheurs, bg toerbeurten voor dezen dienst aangewezen, worden van geld voorzien. Wie betaalt die reiskosten? Op wiens last gaan zij uit? Ziet mijnheer de Burgemeester, met groote bescheiden heid wagen wg het u to verzoeken over deze feiten eenig licht te doen opgaan, want inderdaad, als dit niet gebeurde, zouden wij zelf een onderzoek moe ten instellen en dit weten wij zeker dat heeft men liever niet. Waar de groote Pers zoo dikwijls zwijgt, in plaats van door wry ving van gedachten de waarheid uit te lokken, hebben wij het onzen plicht geacht de pen t® voeren, overtuigd er mannen zgn, die den moed zocht zich aangenaam te maken, en wat meer ia, slaagde er zeer spoedig in. Weldra werd er weder met de bruid gefluisterd; toen werd het blonde meisje mede in den raad ge roepen; zij scheen zich te verzetten tegen iets wat haar gezegd werd, want zij schudde het hoofd, doch niet beslissend. Do uitslag was dat dezelfde linksche jongen, die ongetwijfeld een soort van ceremonie- mèester was, oj> Alf toetrad en aanbood hem aan een ander meisje voor te stellen. Dit nam Alf met gepaste waardigheid aan, tot groot leedwezen, geloof ik, van zijne danseres. Hij nam met vriendelijken glimlach en een teederon blik afscheid van haar, en werd bij de bevallige blondine gebracht. Toen Alf met haar in gesprek kwam, werd hij meer en meer bevestigd in do meening, dat hij zich van haar gevormd had. Zij was geen boerin, maar een welopgevoed, beschaafd jong meisje. Zij beant woordde zijne begroeting zeer beleefd, doch met eenige teruggetrokkenheid. Zij had inderdaad zoo geheel de manieren van eene dame, dat Alf het noodig achtte haar te zeggen wie hij was en welk toeval hem hier bracht. Dit gaf aanleiding tot weder- keerige vertrouwelijkheid van den kant der blondine. Haar paam was Charlotte Maijer. Zjj kwam, zooa|$ Alf reeds wist, uit Neurenburg. Zij was echter niet aan de bruid verwant. Als kind had zij een geruimen tijd in de vallei doorgebracht, waar zij door haar vader voor hare gezondheid besteed was ten huize van den vader der tegenwoordige bruid. Wordt ^vervolgd) bezitten, in den Raad deze viagen te herhalen, opdat de burgerjj wete hoe het, in de hoofdstad althans, met de zoo hoog geroemde vrijheid is gesteld." De heer Willink Ketjen heeft onderstaand adres aan den gemeenteraad gericht. Amsterdam, Maart 1889. Jan den Gemeenteraad van Amsterdam. Geeft met verschuldigden eerbied te keunen, Wil link Ketjen, Willem, JÈverhard, woonachtig te Am sterdam, dat hij in den laatsten tijd verschillende brieven ontving, zoowel onderteekende als anonyme, waarbij hem werd kennisgegeven, dat hij aanhoudend bespied en achtervolgd werd door rechercheur» der politie. Dat adressant hiervan voor eenige dagen kennis gaf aan den Minister v«n Justitie, ter informatie dat nu in het Politienieuwsdd. gisteren, de open bare bevestiging dezer geruchten gegeven werd, zoo dat thans hare waarschijnlijkheid te groot wordt, om ook niet uwen Raad hiorvan kennis te geven en tegen deze onwettige handeling te protesteeren. Adressant merkt daarom eorbiedig op, dat derge lijke maatregel alleen na gerechtelijk vonnis mag ge nomen worden en dat het stedelijk bestuur van Am sterdam niet schijnt overwogen te hebben, de ge volgen, welke hieruit kunnen voortvloeien. Wanneer toch, om een enkel voorbeeld te noemen, die re chercheurs in weer en wind voor adressauts woning motten schilderen, met staats- of gemeentegeld in hun zak om hem te volgen zooals het Politienieuws beweert dan kon bjj enkele althans de verzoe king te groot worden, om, ofider hot voorwendsel adressant gevolgd te hebben, een uitstapje te maken naar de eon of andero „publieke" plaats bijv. Leiden of elders ten einde mot dit voorwendsel het geld te verantwoorden, dat hem werd voor geschoten. Redenen waarom adressant Uwen Raad eerbiedig verzoekt te toogen vernemen, waarom en op wiens last hjy door politie gevolgd wordt, waarbij de wet geschonden en zijn naam in opspraak gebracht wordt. 't Weid doende, W. E. Willink Kbven. De Fransche Kamer ran Afgeraardijden beraad slaagde ovor de interpellatie van den heer Laguorre betreffende de Ligue des Patriotct. De heer Lsguerro vroeg inlichting omtrent de redenen, welke tot de ontbinding der Ligue hebben geleid. Tevens wonsohte bij te weten, waarom geen goreehtel|jke vervolging tegen hem «elven was inge steld. De minister-president, Tiiard, verdedigde den maatregel der regeering en verklaarde dat dezo nim mer zal ta kort schieten waar het do bestrijding van de vijanden der republiek betreft. De minister van justitie, Thdvenet, noemde de Ligue eene huichelachtige vereeniging, die zich tot taak stolt zeker persoon tot het gezag te verheffen. W&t den heer Laguerre betreft, deze zal verrolgd worden op het tijdstip dat het gerecht dienstig acht. Do Kamer nam ten slotte met 318 tegen 220 stemmen oene motie aan van den heer Mérillon, waarin het vertrouwen wordt uitgedrukt in de geest kracht der regeering, om de wet te doen eerbie digen. De prefecten hebben bevel ontvangen, de bijeen komst van oomitós der Ligue dn Patriotn te ver- hiuderen en ze desnoods met geweld uiteen te drijven. De falaaris Pigott, die de brieven van de Times vervaardigde, heeft zich te Madrid van het leren be roofd, toen de politie hem wilde arresteeren. Het amendement op het Kngelsohe adres van ant woord op do troonredo, voorgesteld door Morley en strekkende tot afkeuring der regeeringapolitiek tegen over Ierland, i, met eene meerderheid van 78 stem men (260 vóór en 338 tegen) verworpen. Buiten het Parlement verslagen en ontmoedigd, zegt de Daily Newt, kunnen de ministerieelen in het Lagerhuis met een nog b|jna onverzwakt aantal zich verklaren vóór hun stelsel van geweld in Ierland. De gehouden redevoeringen waren zeer belangrijk. De heer Gladstone opende de beraadslaging met eene hoogst welsprekende rede. Zelden was hij scherper en krachtiger. Hij scheen geheel verjongd. Zelfs zijne stem scheen hare oude buigzaamheid en kracht, en haren muzikalen toon te hebben her wonnen. Z|jné peroratie was indrukwekkend. Op de meest afdoende wijze stelde h|j in het licht dat de conservatieve partij alleen de macht in handen kan houden met behulp van de liberale Unionisten, die haar in staat stellen «verraders van 's lands zaak, en ministers tegelijkertijd» te z|jn. Scherp wraakte Gladstone de behandeling der om politieke redenen in de kerker geworpen Ieren. Hij verweet de regeering, hare beloften niet te hebben vervuld. Geen home Rule, noch het Dwangsteleel, maar een ander plan om het Iersche vraagstuk op te lossen. Dat beloofde zij bij haar optreden. Maar zulk een plan is nimmer van haar uitgegaan. Niet omdat, zoo als Chamberlain beweerd heeft, de Iersche Nationalisten onwillig z|jn geweest; maar omdat de regeering zelve het geen oogenblik in ernst gewild heeft. Dat maakte het Iersche »veldtochtplan" met zijnen nasleep onvermijdelijk. Aan wie anders de schuld, dan aan de regeering? Na Gladstone sprak de minister Goschen. Zijne verdediging bepaalde zich tot de oude argumenten: het is de taak der Tories de Ünie te bewaren, en de Iersche volksdrijvers leiden willens en wetens het land ten afgrond. Slechts in één opzicht bevatte zjjne rede eene opmerkelijke uiting: „Wij als con servatieven", zeide de gewezen liberaal. Toen, na eenige andere redevoeringen, te klokke elf Parnell opstond om het woord te voeren, viel hem eene ovatie ten deel, bjjna zonder voorbeeld, voor iemand die geen ministerszetel bekleedt of be kleed beeft. Zij kon hem ten bewijze dienen, hoe het liberale deel van EngManjs volksvertegenwoor diging denkt over de bandeloze van de Timet en de regeering. Wat nog verder zal gebeuMp, is onbekend, doch voor hot oogenblik kan men met gerustheid verze- koren dat Parnell thans naast Gladstone de popu lairste man in Engeland is, en wanneer het oogen blik is aaugebrolfen, dat Ierland H>me Rule erlangt, dan kunnen de nationale Ieren, zonder tegenspraak te behoeven te vreezen, getuigen: dat de Timet hnn voornaamste bondgenoot is geveest. De Hongaarsrbe Kamer is eindelijk begonnen met de beraadslaging over de veelbesproken paragrafen 24 en 25 der nieuwe legcrwet De heer Tisza traohtte de bepaling te verdedigen, maar kon zich niet verstaanbaar maken wegens het rumoer, hetwelk de leden der oppositie maakten. Eerst, toen de minister de larcaatische opmerking maakte, dat z|jn tegenstanders de waarheid wel zeer schenen te vreezen, daar zij deze niet wilden hooren, keerde de kalmte eenigszins terug, maar toch werd Tisza stëeds in de rede gesallen en zog de voorzit ter zich eindelijk genoodzaakt de zitting te sluiten. Het ontslag van den heer Crispi, den vriend van Duitschland en Oostenrijk, geeft noch te Berlijn noeh te Weenen eenige reden tot ongerustheid. De hecht heid van het drievoudig verbond zal er niet door l|jden, want waarschijnlijk zal de hoer Criepi spoedig weer een ander ministerie bijeen hebben. Dit Kabinet bezweek trouwens alleen voor de ne telige finaüïieele quaestie. Öe staatkunde van den heer Crispi, zoowel wat het buitenland als wat de binnenlandsche aangelegenheden betreft, werd nog onlangs in de Kamer door een groote meerderheid goedgekeurd, zoodat er geen twijfel bestaat, of deze politiek zal ongewijzigd worden voortgezet. De Fans heeft op het adres van den kardinaal Monaco La Valotta het volgende geantwoord. „Nu ik mijn 80ste levensjaar intreed, gevoel ik meer dan ooit behoefte aan den bijstand van het Opporwezen. Het kerkelijk beheer wordt moeilijker in de tegen woordige hachelijke omstandigheden; de toestand van de wereld, van Europa, is schrikbarend onzeker, en dit drukt meer bijzonder op het pausdom, dat van zijn werkelijk gezag is beroofd. Onderworpen aan een vreemde macht, moet het noodwendig de terugwerking ondervinden van de bestaande onzeker heid, en de gevaren, waaraan Italië zoowel van binnen als naar buiten is blootgesteld, doen in de geheele katholieke wereld ongerustheid ontstaan." De Pens beklaagt zich verder, dat de Kerk in Italië van alle vrijheid is beroofd; hij brengt in herinnering de moeielijkheden bij het aanwerven van geestelijken; de verdwijning van geestelijke orden; de verbeurdverklaring van een groot deel der geeste lijke goederen; de verfoeilijke bepalingen van het strafwetboek; en de aanslagen op katholieke instel lingen. Ten slotte zegt de Fans: „Het is eene dwaasheid te hopen, dat Italië voorspoed zal kunnen genieten, dat het ooit den vrede en de veiligheid deelachtig zal worden, zoolang de botsing met het pausdom bl|jft bestaan, en zoolang aan den Paus het werkelijk gezag wordt ontzegd. Mijnheer Redacteur! Innig medelijden heb ik met de ongelukkige Mathilde B., die in Uw laatste nummer haar nood geklaagd heeft. In haar belang en misschien in dat van andere vrouwtjes, die in dergelijke omstandig heden verkeeren, doe ik daarom hen beroep op de ga&vrijheid van Uw geacht blad. Ik meen als vrouw van jéjen, die reeds het geluk smaakt grootmoeder te zijn, gerarAitigd te zijn een woordje moe te spreken. Heeft Uw correspondente welosens zich afgevraagd of de schuld niet bootózatpójjf ligt bij haar zelf en of zij wel handelt zooals eene vera^ndige Hollandsche huismoeder, die drie kinderen op te voeden heeft betaamt? Met mijn ouderwetsche principes strookt het volstrekt niet, dat mama vier dagen achtereen uit zwieren gaat en haar huishonden d Vabandon laat. Als Mathilde, natuurlijk met haar man, naar comedie of concert gaat, laat zij haar kinderen maar avond aan avond aan anderen over; misschien wel is haar löjarige zoon, als de twee jongste naar bed zijn, alleen met de meiden. Ziet ge, dat vind ik niet goed. Ik zou liever één avond uitgekozen en dan den oudsten meegenomen hebben om hem wat ont spanning te geven en als ik dan toch Vondel wilde steunen, zou ik een kaartje genomen hebben voor een der meiden, die ook wel eens graag uitgaan en dnt verdienen als zij overigens goed voor haar werk zijn. In alle geval niemand dwingt ons meê te doen aan die dolle jacht naar vermaak en uithuizigheid. Dat is goed voor eenloopentle heeren en menschen zonder kinderen, die geen andere plichten te ver vullen hebben. Zoo is het ook met de vergaderingen van Mathilde's man. Hij moest als man en vader verstandiger zijn. Al» ik uw correspondente persoonlijk kende, dan zou ik het haar misschien niet zoo in 't gezicht durven zeggen, maar nu ik niet weet wie zij is, zeg ik maar ronduit mijn meening. Mathilde B. en haar man zijn aan elkaar gewaagd; het besef van hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding hunner lie velingen zit er niet diep. Als zij daarin hij haar man met een zoet lijntje wat verandering bracht, zou de zenuwachtigheid vanzelf wel wat bedaren. Toen ik met mijn man trouwde, was hij gewoon alle avonden uit te gaan,, maar ik zei tot mij zelve ik zal mijn best doen hem dat af te leeren. Ik maakte het thuis zoo gezellig, dat hij nergens liever was. Wij lazen en musiceerden samen, ik leerde zelfs schaken omdat hij daarvan zoo'n liefhebber was; later speelde hij wat met onze kleinen en toen zij grooter werden, hielp hij ze voort aan hun werk of hield ze aangenaam bezig en verder op den avond zat hij zijn boeken of correspondentie bij te houden en ik aan een handwerkje of wij maakten een par tijtje whist met een paar kennissen. Een enkel maal wijdden wij onzen avond aan kunstgenot buitenshuis, maar toch zeer spaarzaam, zoolang onze kinderen toezicht behoefden. Vergaderingen woonde mijn man alleen bij, als hooger plichten dat noodzakelijk maakten. Het belang mijner kinderen en van mijn gezin gaat boven het algemeen belang, zei mijn man; er zgn genoeg vrijgezellen en onde heeren, die in commissies en colleges de zaken even goed en beter doen dan ik. Eén avond in de week ging hij gere geld naar de sociëteit om niet geheel vreemd te worden aan de samenleving, en dien avond gebruikte ik om damesprié te hebben of voor kransjes van mijn kinderen. Nu wij als grijze oudjes tegen elkander over zitten, hebben wij geen berouw zoo gedaan te hebben, onze kinde^pn zijn goede menschen geworden en dragen ons op de handen. Nu wyden wij ons aan de kleinkinderen. Mijn man heeft nu meer tijdvoor het algemeen belang disponibel; ik ga dan naar mijn kinderen, die mij den avond zeer gezellig maken. Ziet ge, mynheer de redacteur, op die manier heb ik nooit tijd gehad om zenuwachtig te worden. En dan die couranten met de zes feuilletonsToen mijn kinderen nog niet groot waren, had ik niet zooveel tijd daarvoor. Maar die moderne vrouwen weten liever wat er in de stad en in de wereld omgaat dan wat er in hun huis gebeurt. Zes feuille- ons te gelijk! 't Is om te gillen Zouden Mathilde's hersens soms aangedaan zgn, zoodat haar zenuw achtigheid maar een symptoom is eener erger kwaal? Ik lees uit principe geen feuilletons. Eén hapje roman lectuur per dag, waarbij de intrigue iu gelijke mootjes wordt gesneden als zoo'n paling, dat kan mij niet bekoren. Ik prefereer een boek uit ons leesgezelschap, dat ik achtereen uit kan lezen; overigens bewaar ik de geleten couranten en als ik van mijn kennissen hoor, dat een verhaal mooi geweest is, lees ik het in één stuk af. Voor Uw briefschrijfster hoop ik, dat haar zoon gelukkig door ziju examen mag komen. Als haar man na den eten geregeld eens een uurtje met hem ging wandelen, dan zou hij althans wat frissche lucht happen. Overigens is dat examenspook blijkens mijn ervaring zoo vreeselijk niet. Mgn kleinzoons en de jon gens van mijn kennis werken wel, maar doen ook veel aan lichaamsoefening; zij hebben tijd voor cricket, foot ball, velocipede sport zeggen ze tegenwoordig, in mgn jeugd kende ik alleen de sport van een ladder, daarom zegt mijn kleinzoon, die op de burgerschool is, dat men spoort moet zeggen.) En toch doen ze allemaal op hun tijd hun examens. En al doet een enkele er een jaartje langer over, dat is geen reden om zenuwachtig te worden; hij is dan een jaaT langeT jong geweest. Och, Tilctfe lief! laat uw zoon niet te veel blokkenvraag zijn meesters is of hij wel in de wieg gelegd is om examens te doen. Is dat het geval niet, kies dan een ander vak voor hem. Zonder examen kan men toch wel een nuttig lid der maatschappij worden. Daar hebt gij b. v. mijn man

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2