Bnllenlandsch Overzicht. Nationale Militie. PETR0LEUM-N0TEERINGEN Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. Hst carnaval Sn blosmsnfssst 'te Nina is voor- treffelijk geslaagd. Des namiddags was list evenals de vorige dagsn zeer fraai weder en de optooht, die vol aardige figuren was, wekte groote belang stelling en bewondering. Vooral trok de aandacht een groote wagen, die met al wat er opstond ter hoogte van de vierde verdieping der huizen reikte en door zes paarden getrokken werd. Deze voorstelling heette «De geleerde kikvorschen*, en bevatte een potsenmaker, te midden van een aquarium van kikkermenschen. In de linkerband hield de reus een bak waarin een kikker-orkest-directeur een trdep muzikanten, ge kleed in den styl van Lodewyk Xl, dirigeerde. Een andere vereeniging bad getracht de bekende varkensslachterij en pakkery van den heer Armour te Chicago in beeld te brengen. Het heette „Mechino en Avant, Machine en Arrièrc", en men zag een 16 voet hoogon slager, die een varken bij een der pooten greep, en in de machine wierp. Zijne helpers begonnen daarop aan het wiel te draaien, waarop de hammen en worst naar beneden vielen. Vervol gens draaiden zij den anderen kant op, waarop het varken geheel levend te voorschijn kwam en een buiging voor de toeschouwers maakte. Des avonds was c|e avenue de la Gare schitterend verlicht met duizenden Chineesche lantarens en eleotrische lampen, terwijl optochten met toortslicht, muzikanten on vuurwerk, de stad in een vroolijk feestpaleis hersohiepen. - De oorzaak van het sleehte weder van den laatsten tjjd is eindelijk ontdektDe eer van deze ontdek king komt toe aan een snuggeren correspondent van een amerikaansch blad. Wat is eenvoudiger, zegt hij, dan het toe te schrij ven aan de massa's stoom, die de duizenden loco motieven, welke op de wereld in gebruik zyn, dage lijks omboog werpen In Noord-Amerika zijn meer dan 30,000 locomotieven, die wekolijks ruim 63,000,000,000 kubieke yards stoom in de lucht iBnden, welke in den vorm van regen weder naar benedon komt. Deze stoom omstreeks 7,000,000 kubieke yards per dag zou voldoende zijn om elke 24 uur een regenbui te veroorzaken. Indien men het aantal andere inachiues zonder condensor op acht maal dat van de locomotieven schat, be draagt de geheele hoeveelheid stoom, die wekelijks de lucht ingaat, meer dan 470,000,000,000 kubieke yards. „Is dit niet voldoende voor een zondvloed vraagt by. Behoeft men te vragen, waarom onze stormen zoo verwoestend zijn In de „St.-Ct." no. 62 komt het begin voor van een bolangwekkend rapport van den Neder- landscben gczantschaps-secretaris jh. mr. H. C. J. Testa te Weenen, over de Oostenrijksche wet ter verzekering van werklieden tegen ongelukken, hun bij den arbeid overkomen, hetwelk vermoedelijk niet met opzet vrij ironisch begint met de op merking, dat men, „zooals in andere Staten," ook in Oostenrijk er op uit geweest is, den toestand van den arbeider te verbeteren, „en wel in de eerste plaats door te trachten uitbreiding te geven aan de verantwoordelijkheid der ondernemers wegens in hun bedrijf voorgekomen ongevallen. Met uitzondering van de wet van 6 Maart 1869, waarbij de spoorweg-ondernemingen zijn verantwoor-. zonder een ander woord te spreken dan van beleefde dankbetuiging en een vriendelijk vaarwel. Het was eene verademing 'voor haar toen het be slist was dat Alf blijken zou. Hy zou gast zijn onder hetzelfde*» dak met haar. Echter deed haar fnaagdclijke fierheid zich gelden. Onmerkbaar nam zij een anderen toon jegens Alf aan. De genotrijke avond bij maneschijn, dien hij zich had voorgesteld, werd hem ontzegd. Charlotte wees eene wandeling af. Zij was< vermoeid. Alf moest aan het algemeen gesprek deelnemen, hetgeen hem volstrekt niet be viel. Charlotte was stil. Eindelijk werd het tijd om naar huis te gaan. „Ik wil haar zóó niet verlaten, als ik eon voor wendsel kan vinden om nog een dag te blijven," zeide Alf bij zich zelf. Hij sliep goed, stond met zonsopgang op, en liep naar buiten, om het prachtige landschap, dat hem omringde in oogenschouw te nemen. Charlotte zag hem uit haar venster. Zy had zeer weinig geslapen. Haar geest was vervuld van allerlei verwarde beelden, sommige smartelijk, andere verruk kelijk schoon. Versohijnselen van liefde waren haar nieuw, en zij begreep niet wat de reden kon zijn van zooveel ontroering. Zij zat aan het venstor en zag naar Alf toed hij voortliep; zij zag hem na, bij eiken stap, dien bij deed en'zij zag hem terugkeeren met een gevoel van blijdschap, dat zy niet- kon qnderdt-ukken. Hjj hield stil en zette zich neder op de rots, waar delyk gesteld wegens op deu spoorweg voorgekomen ongevallen, kon overigens tot heden de werkman daar te lande, in geval van een ongeluk bij den arbeid hem overkomen, geen andere wettelijke be palingen doen gelden dan die van het Burgerlijk Wetboek, welke hierop neerkomen, dat de onder nemer slechts dan wegens in zijn bedryf voorge vallen ongelukken tot schadevergoeding kan worden aangesproken, wanneer die ondernemer, zelf door „dolus" of „culpa lata" het ongeluk had veroorzaakt: hij staat ook niëfin voor de sohuld ven do door hem aangestelde personen, tenzij hem een schuld in de aanstelling kan worden ten laste gelegd («culpa in eligendo"). „Het behoeft geen nader betoog, voegt de heer Testa hier, wederom als sprak hij ironisch, bij, dat zoodanige bepalingen, volgens welke de be nadeelde werkman steeds het boos opzet of de grove nalatigheid van den ondernemer had te be wijzen, allerminst voldoende waren om het te be reiken doel te verwezenlijken. Het bewijs is uiterst moeilijk en de meeste ongelukken worden door samenloop van omstandigheden veroorzaakt. Zelfs al zou het beginsel der evenvermelde wet op de spoorwegen waarnaar eene presumtie ten nadeele der ondernemers wordt aangenomen en dus de be- -wyslast op dezen wordt overgebracht op alle met gevaren verbonden bedrij ven worden toegepast, dan zou nog steeds de deur voor talrijke en lang durige processen geopend blijven en het bestaan van eenige schuld, van den werkman dikwijls ge makkelijk te bewijzen zijn. Dergelijke gedingen zouden sleohts strekken om de verbittering tusschen ondernemers-sn werklieden aan'te kwoeken. Mocht ook de benadeelde na lang tijdsverloop erin slagen zijn proces te winnen, ondertusschen blijft de ver minkte arbeider san ellende overgegeven en van alle hulp verstoken. „Men ktatm derhalve lot het inzicht, dat de werkman eerst dan op afdoende wijze zou zijn ge holpen, waüheer hij bij alle in het bedryf voor komende ongelukken, ten gevolge waarvan hij buiten staat werd gesteld om te arbeiden, op onmiddelijken bijstand kon rekonen. Alleen wanneer het onheil door boos opzet van den arbeider was teweeggebracht, behoorde* aan den schuldige de weldaad der wet te worden onthouden». In dien geest kwam na een overweging van vier jaren de wet van Deoeraber 1887 tot stand; „maar, zonderling genoeg, i9 men bij deze aan het begrip van oen uitbreking der verantwoordelijkheid van den ondernemer blyven vasthouden, ofschoon de wet begin selen aanneemt, welke onmogelijk met eenige verant woordelijkheid in verband kunnen worden gebracht. De wet is gedeeltelijk ontleend aan de Engelsche „Trade Unions". Veel is daarbij uit de ervaringen der particuliere verzekeringsmaatschappijen, rpaar' het meest uit do Duitsche verzekeringswet overge nomen. Nochtans verschillen de Oostenrijksche be palingen op zeer gewichtige punten van de Duit sche wet. Verzekerd naar deze wet zyn de arbeidyrs (daar onder ook leerlingen, volontairs e. d. begrepen); werkzaam: lo. in fabrieken, smelteryen, en mijnen, op -wer ven en stapels, in groeven, alsmede bij alle tot deze bedrijvende behoorende inrichtingen 2o. by bedrijven, welke de uitvoering Van bouw werken ten doel hebben, met uitzondering van zij den vorigen dag tezamen hadden gdzeten. Char lotte kon de verzoeking niet weerstaan om aan de deur te kdmon. Alf zag baar en trad haastig naar haar toe. Ongemerkt richtten zij hunne schreden weder naar de rots. Kort daarop zaten zij weêr naast elkander even als de vorigen dag. In eene gemoedsgesteldheid yls de hunne, heeft men geen gebrek aan stof tot gesprek1 Terwijl zij daar nog zaten, werd zij aan het ontbijt geroepen. Alf moest op weg naar Neurenburg, Charlotte zou den volgenden dag naar huis terugkeeren. Zij gaf hem het adres van haar vader op, en toen zij opstond om naar huis te gaan, wist zij dat zij elkander zouden wederzien en dat wel spoedig. Het was een prachtige dag. De vallei lag vreed zaam en stil tusschen bergen, klippen, en rotsachtige steilten; een zinnebeeld van een onschuldig gemoed, vry vaif eerzucht, onreine hartstochten en den strijd der wereld. Over rotsen en. langs den hollen weg, begon Alf zijn tocht. Was hy op het tooneel ver schenen als een vriend, die het geluk in een on schuldig en tèeder hart bracht, of was hij gekomen als de wolf, die op het onsohuldige lam loert en hoopt het tè verslinden? XXIX. Clara Digby had, dank zij de trouwe zorg van Mehe- tabel PettefigiU, een zeer goede en geacheveerde opvoe- werklieden, welke, zonder zoodanig bedryf uit te oefenen, alleen voor enkele hers tellingen worden gebezigd, on arbeiders ten plattelande, die worden aangewend tot oprichting hetzjj van gelijkvloors- gebouwen hetzij van andere gebonwen, waarbij alleen de bouwheer, zyne buisgenooten of andere personen, welke het bouwbedrijf als zoodanig niet uitoefenen, werkzaam zyn; 3o. bij bedrijven waar ontplofbare stoffen worden geproduceerd of verwerkt: 4o. bij de nijverheids-, landbouw- of boschbedrij- ven, waar stoomketels of zoodanige drijfwerken wor den aangewend, welke door elementaire kracht (wind, water, stoom, gas, warme lucht, elektriciteit enz.) of door dieren in beweging worden gebracht (met eenig voorbehoud); 6o. bij spoorweg-ondernemingen in dienst zijnde personen, voorzoover deze niet onder de spoorweg wet van 1869 vallen, en overigens de werklieden, werkzaam bij spoorweg- en binnenscheepvnartbe- drijven, indien deze laatste, als integreerend deel van een vorzekeringsplichtig bedryf, uitsluitend voor dit bedrijf bestemd zijn. Behalve op de scheepvaart, welke aan de veewet ten is onderworpen, is deze wet evenmin van toe passing op bedrijven van den Staat, van land, een gemeente of een publiek fonds, wanneer de daarbij aangestelde werklieden, in geval van een hun over komen ongeluk, aanspraak hebben op een pensioen, hetwelk het bedrag der naar deze wet verzekerde rente bereikt of overtreft. De Minister van Biunenlaudsche Zaken is daar enboven bevoegd om onder de wet vallende bedrij ven, wegens het ontbreken vsn ongeluksgevaar, vsn den verzekeringspiicht te ontheffen, alsmede om andere niet-verzekeringsplichtige bedrijven, in 't bij zonder die mot brandgevaar verbonden, aan de ver zekeringswet te onderwerpen. Zooals men uit het vorenstaande oqtwaart, zijn slechts de gevaarlijkste bedryven iq de wet opge nomen. De kleine industrie en de landbouw vallen er vrijwel buiten. Eeu officier van- l)et O. I. leger moest dezer dagen naar Indië vertrekken, doch zaal vooraf in bet huwelijksbootje stappen Alles was voor de groote reis geraed( de passage voor de jonge cchtgenooten op een stoomschip besproken; bet eenige dat ontbrak, was 's Konings toestemming voor bet huwelijk, die om de p&e of andere rede werd vereisebt. Het ontwerp-besluit was opgemaakt, maar van „het* Leo" kwam het niet terug, en onze officier moest eindigen rtet ongetrouwd alleen heen te gaan en zijn aanstaand vrouwtje en haar passage-geld in den steek te' laten. Bit geval is dén uit honderden. Want sinds eenige weken teekent Z. M. de Koning geen stuk meer. Beeds eeu zeshonderdtal besluiten liggen, naar wij vernemen, op afdoening te wachten. Zr. Ms. ministers gaan natuurlijk niet licht tot zulke maatregelen over. Maar zou 't toch niet meer dan tijd worden, art. 38 en volgg. der Grondwet toe te passen: „Het Koninklijk gezag wordt mede aan eenen Regent opgedragen, ingeval de Koning buiten staat geraakt do regeering waar te nemen," enz. (haagacke Courant Aan wijlen ds. J. H. Gunning, die op 87 jarigen ding genoten. Noch verstandelijke beschaving noch godsdienstig onderricht had er aan ontbroken. Alles was gedaan om Clara de volmaaktheid' zooveel mogelijk nabij te brengen. Wij hebben gezien, met hoeveel lust de onderwijzeres een nanvang maakte met deze taak en boe bet haar eene vergoeding scheen te zijn voor vroegere teleurstellingen. Zij slaagde folkomen. In het leeren muntte er geen boven Clara uit; in muziek waren er weinigen met haar op gelijke hoogtè zij leerde gemakkelijk vreemde talen aan, zij was zeer beschaafd en daarby uiterst nauwgezet. Echter zegt gij mij dat gij niet tevreden zijt met deze verklaring. Zij is duidelijk genoeg, maar zij geeft u geen denkbeeld welk soort meisje Claiw Digby eigenlijk is. Wat ik zeg, zijn maar holle klanken. Als Clara Digby de volmaaktheid bereikt heeft, welnu, laat haar daar dan maar bij blijven. Wij behoeven niets meer yau haar te hooren. Wij hebben met baar afgedaan. Laat haar met rust. Wij hebben liever dat gij ons iets verhaalt van Vir ginia Randall, of van juffrouw Ferris, of zelfs van die beginsellooze schoone, die op Tom Oastlaton ver liefd is. Zy hebben gebreken, misschien nog erger dan gebreken. Zulke menschen zijn belangwekkend# Dat weet ik. Ik stem het toe. Als alles altijd effen met ons ging, zonder smet of blaam, zou het al zeor vervelend, zyn. Wat zouden er vele zaken te niet gaan 1 Wat zouden er vele winkels gesloten en te huur zijnHoeveel menschen buiten betrekking 1 (Wordt vervolgd.) leeftijd te Amsterdam overleed, wjjdt het Hbl. een kort herinneringswoord. Het schrijft ran den over ledene „Met hem gaat een beminnelijk, kundig man van ons weg een man van de oude schooi ttit die pre dikantenwereld van weleer, waaraan ons volk zoo groote verplichtingen heeft. Hy was predikant te Olst, Vlaardingeu, Hoorn en Leeuwarden. Leerling van van der Palm, onderscheid de deze hem wegens zyn ervarenheid, zijn degelijke kennis van het Hebreeuwsch. Wij hebben vaak van hem en van zijn invloed ten goede hooren spreken. Die invloed was te danken aan de hoofdtrekken van zijn karakter innige liefde en nederigheid. Hy heeft zich zeiven altijd achter gesteld. Zijn kinderen ging hij met woord en daad voor, on drie zijner zonen, allen hoogleeraren, allen mannen waarop wij te recht fier zijn, mochten hem hier in Amsterdam zijne laatste levensdagen zacht en goed maken. Een nieuwe ondergrondsche spoorwegverbinding is te Londen in uitvoering. Zy bestaat uit een stelsel van twee tunnels, die dan eens parallel, dan weder de een boven den ar.der loopeu en waarvan de wanden uit gegoten ijzer bestaan. Zij zijn «eetiee- gewijze aangelegd naar gelang de werkzaamheden vorderen. De tunnels hebben een diameter van 8 2 M. De lijn is 5 km. laug, loopt onder de Theems door, en ral de City verbinden met de volkrijke voorstad Clapham, terwijl zij, door middel van vier tusscbenstations, de plaatsen Elephant and Castle, Kennington, Newington enz. zal bedienen. In de Rijks-concessie was bepaald, dat de tractie door middel ren kabels zou plaat* hebban, doch naar aanleiding van de gunstige resultaten op de kleine spoorweglijn BessbcookNewry (Ierland) ver kregen, heeft de maatschappij besloten de electri- sche tractie of de nieuwe ondergrondsche verbinding in toepassing te hrengei. Het materieel, dat reeds bes(e)d is, zal bestaan nit 14 electrische locomotieven, wélke ieder in staat zijn 100 paardekrachten te ontwikkelen, en dus een trein bestaande nit vjjf wagens met 100 paarde- krachten en eene snelheid van 40 km. per uur te doen loopeu. De stoomketels en motoren, die aan het einde der rerbindiug te Clapham zyn opgesteld,, zullen 1000 paardekrnchten kennen ontwikkelen, en de eleotrische energie zal worden voortgebracht door 3 dynamotoestellon van Edison-Hopkinson. De gelei ding zal bovengronds zijn, d. w, z. dat zij boven in den tunnol wordt opgehangen, na van een looden omhulsel te zyn voorzien. Eene afzonderlijke geleiding zal dienen voor de 'electrische verlichting van de stations en de rijtuigen. De treinen zullen iedere drie minuten afrijden. (Stoompost.) De Arnk. Ct. ontvangt van een stadgenoot den volgenden brief ter inzage: Rosario, den 30 Jan. 1889. Waarde Zuster! Het wordt boog tjjd dat ik eens het een en atider van onze lotgevallen mededeel, en toch moet ik nog aarzelen er aan te beginnen. Met korte woorden moet ik L melden dat wjj diep ongelukkig en laaghartig bedrogen zijn. Op de reis bobben wij goed weer, maar slecht voedsel en sleohte behande ling gehad, tengevolge waarvan ouzo drie jonaste kinderen ziek zyn geworden, waarvan de twee jongsto reeds zyn overleden en ik zelf lyd aan een soort van cholerine, waardoor het mij onmogelijk is te werken. In Buenoa-Ayres was het .onmogelijk werk te krijgen, omdat men de taal niet verstaat en al had ik ook werk\ gekregen, had ik er toch goene woning kunnen krygen, want daar moet men meer verwonen dan men verdient. Toen zjjn wij naar hier vertrokken en ik heb hier werk gekregen by een Duitsoheu patroon voor 2 dollar 60 centablcs per dag, maar wij zitten in een hok zonder kast, zonder haard, zonder stoel of tafel, zonder iets, 't is een waar varkenshok en dat bost 9 dollar per maandalles is even duur behalve vleesch; boter is hsast niet te krygen, melk is peperduur, brood is duur, eieren zijn duur, aardappelen oneetbaar, men weet niet wat te eten behalve ryst en soep. De rijst is goed, maar duurkoffie is duur, thee haast niet te be talen on zoo gaat het een na het ander.. Kon ik nu maar werken, maar ik ben ziek. Daarbij moet ik tot de knieën door het water als het regent en dat doet hpt bjjna eiken dag, en als het dan weer iets droger is, blyft men in de klei steken. Wat er nog van ons groeien moet, mag de lieve' God weten, maar zóó beroerd als nu heb ik er nog nooit ingezeten. Vele van onze roisgenooten zyn naar Bellafesta gegaan om landbouwer te worden, maar daar is het zoo heet en daar heerschen kwade koortsen, zöodat het te bezien staat of een van hen - er het leven af zsl brengen. Anderen zijn naar Rojo gegaan om maïs te plukken, 'maar wat zal dat geven voor een timmerman of draaier of sohoenmaker? Ik ben op een meubelfabriek aangeland, die pas begint; als ik nu maar werken kan, dan is daar werk genoeg on al zijn dan de verdiensten niet dadelijk zoo hoog, ik sta dan toch altijd op bet droge en behoef om den regen niet te verzuimen. Moge er na dezen tijd van beproo- ving eeu betere voor ons opdsgen, want zooals wy thans hier zitten is het bedroevend om te zien. Ieder Nederlander zij intussohen gewaarschuwd niet naar hier te komon, waat 't is een bedriegery op groote schaal en rooven en stelen, zelfs moorden is hier aan de orde vkft den dag. Uit St. George, Ontario, komt het bericht van een der vreeeelijkste onheilen, welke Canada ooit hebben geteisterd. De ramp greep Woensdagavond, omstreeks te zes uur, plaats. Een sneltrein viel door een brug, v welke niet ver ten oosten van het dorp, over de Grand Rivier is geslagen. De brug is zestig voet hoog eu telt drie spanningen; ze is van ijzer ge bouwd en rust op sterke steenen pijlers. Even voor dat de brug bereikt was brak eeu wiel van de locomotief. De trein ontspoorde; de locomo tief en de tender kwamen veilig en wel over de brug, maar het gebroken wiel beschadigde den weg zoo zeer, dat een zware „Pullman car," die volgde, van de rails geraakte en door de brug in de rivier stortte. Een „dining car" en een gewone passagiers- waggon volgden. De laatste wagens van den trein bleven op de brug. Zoo groot was de snelheid van den trein, dat de „Pullman car" bet eerst tegen den pijler aansloeg, terug sprong en onderste boven door de brug plofte. Deze waggon bevatte het grootste aantal passagiers. De eetwaggon bleef op een kant tegen den pijler staan. Er waren behalve leden van het personeel, zeven personen in. De waggon viel op óén der uiteinden en de passagiers werden op dën bodem geworpen te midden van gebroken tafels en banken. Het kookfomuis was pp het oogenblik van de ramp aan, maar het gevaar van brand, werd voorkomen. Tien van de passagiers werden onmiddelijk gedood, dertig anderen bekwamen levensgevaarlijke verwon dingen. De slachtoffers zijn nagenoeg allyn Cana- deezeo. Slechts vijf Amerikanen waren onder de pas sagiers. De lyken zyn zoo misvormd, dat zij niet zijn te herkennen. De mare van het onheil verspreidde zich als een loopend vuur door het dorp en spoedig waren vele ingezetenen van de noodige geneeskundige hulpmiddelen voorzien ter plaatse. De dooden en gewonden werden met veel moeite en bij het licht van groote vuren, uit het puin der waggons te voor schijn gehaald. De „Pullihan car" was in een zestig roet diepe ravijn gestort. Met raderbaren werden de gekwets ten en de lijken naar dq hotels en de gasthuizen ge bracht. De machinist, die op zijn post bleef, is er on gedeerd afgekomen; maar de stoker, die nit den wagen sprong, heeft het met den dood moeten bekoopen. De heer ïirard kan tevreden zijn. In antwoord op de interpellatie van den heer Laguerre in de Fransche Kamer verleende de republikeinsche meer derheid aan het ministerie een motie van vertrouwen, waarvoor zelfs. de heeren Clémenceau en Pelletan stemden. Trouwens de Justice, welke het opportu nistisch Kabinet zoo hevig heeft aangevallen, is nu tevreden en geeft den heer Tirard een pluimpje over zyn krachtig optreden, hetwelk wel der vermelding waard is. #De regeering" zegt het blad van den heer Clémenceau' „heeft besloten zich te doen 'gelden. Zij wilde onze goede betrekkingen met een anderen staat niet laten storen door niets ontziende partij gangers; zij heeft getoond dat zij de wet, en de eheele wet, wil toepassen tegen slechte burgers, ie haar overtreden*zij heeft goed gehandeld." De goede indruk, dien het krachtig optreden.der regeering maakt, geeft den opportunisten nieuwen moed. De supplementaire Duitsche begrooting, voor- n*melyk strekkende tot ver meerdering van de artillerie, is thans iu bijzonderheden bekend; het totaal-cijfer bedraagt 21.882.670 M., waarvan 4.611.172 vaste en 4779.090 voor éénmaal op de gewone begrooting en 12.492.304 M. uitgaven voor éénmaal op de buitengewone begrooting voor komen. Van het totaal bedrag wordt 9.390.266 M. gedekt door bijdragen van de Bondsstaten, en 12.298.064 M. door een Ryksleening, terwijl er nog 194.250 M. eveneens door leening zal worden gevonden, waaraan echter Beieren geen deel zal hebben. Tevens wordt by de overlegging van deze stukken medegedeeld', dat by het opperbevel over de marine een centraalpunt voor de bevelvoering over schepen en manschappen wordt in bet leven geroepen, terwyl het administratief bestupr van de .Rijksmarine onder de verantwoordelijkheid *van den Rijkskanselier wordt geplaatst. Verder wordt 24.000 M. aangevraagd voor het Keizerlijk paleis te Straats burg; 1.200.000 M. voor maatregelen tegen den slavenhandel100.000 M. voor de uitloving van pryzen voor het ontwerpen van een gedenkteeken voor Keizer Wilhelm I. De Duitsche consul Knappe js van Samoa terug geroepen, omdat hy niet beantwoordt aan Bismarcks voorzichtige inzichten. Hij zal aldaar vervangen worden door den voormaligen consul-generaal Stöbel, die vroeger Duitschland aldaar heeft vertegenwoordigd. Gisteren trad de heer Grover Cleveland af als president der Vereenigde Staten en deed generaal Harrison zijn intrede in het Witte Huis te Washington. Het republikeinsche ministerie is nog niet geheel gereed. Toch zijn van de acht ministers reeds vijf aangewezen, nl. de heeren Blaine, Windom, Wana- maker, Redfield Proctor en John Noble. De drie eerstgenoemde heeren zullen de portefeuille van bui- tenlandsche zaken, financiën en posterijen op zich nemen. Het Huis van Afgevaardigden heeft zich veree- nigd met het voorstel der commissie voor buiten- landsche aangelegenheden en den wensch uitgespro ken, dat een tolverbond tusschen de Vereenigde Staten en Canada tot stand kome. LIJST van brieven geadresseerd aan onbekenden, door bemiddeling van het postkantoor terug te be komen. J. Goedewagen, 's Gravenhage; A. van Lidt, 's Gra- venhageC. Blanken, Vreeswijk. Van MOERKAPELLE J. van Dantzig, Gouda. BELGIË: J. Dantz, Brussel. FRANKRIJK: Hartman, Parijs. De Directeur van het Postkantoor, W. VORSTER. KENNISGEVING. EERSTE ZITTING van den Militieraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de EERSTE ZITTING van den MILITIERAAD, be doeld bij art. 86 der wet van den 19den Augustus 1861 Staatsblad No. 72), zal plaats hebben op het Raadhuis DINSDAG den 19n MAART 1889 des namiddags ten l1/, ure voor hen die bij de loting getrokken hebben No. 1 tot en met 75, en WOENSDAG den 20n MAART daaraanvolgende, des namiddags ten 1 ure voor de hoogere nummers. In deze zitting 'moeten verschijnen de Vry willigere voor de Militie en de Lotelingen, die vrijstelling verlangen^ wegens ziekelijke gesteldheid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte, terwijl -/daarin tevens uitspraak wordt gedaan omtrent hen die redenen van vrijstelling hebben ingediend en omtrent alle andere Lotelingen. Voorts wordt den Lo teling, die zijn bewijzen tot vrijstelling nog niet heeft ingeleverd, herinnerd dat om vrijstelling te erlangen wegens BROEDER- DIENST, de volgens art. 2l van het Koninklijk besluit van den 8n Mei 1862 {Staatsblad No. 46), vereischte bewysstukken uiterlijk tien dagen voor den dag, waarop oo Eerste Zitting van den Militieraad wordt geopend, by den Burgemeester moeten wor den ingeleverd, en dat hy, die voor bovengenoemden Militieraad niet is verschenen gehouden wordt geene redenen tot vrijstelling te hebben en voor den dienst wordt aafigewezen, terwyl het niet ontvangen van eene bijzondere kennisgeving of van een oproepingsbiljet niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad of tot het indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling gevorderde be wijsstukken. Gouda, den 4 Maart 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZKNDOORN. De Secretaris, BROUWER. ran de Makelaars De markt was hedeo vast. 1mx> Tankfust 8.Maart-levering 7.85, April-levering 7.70, Mei-levering f 7.65, September-, October-, November- en December- levering 8.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2