BINNENLAND. Brieven nit de Hoofdstad. Buitenlandsch overzicht. maken in hun eigen taal. Misschien geeft het programma der eindexamens aanleiding tot deze eischen, maar indien dit zoo is, dan behoorde dat in overeenstemming gebracht te worden met bet bereikbare. Dat het voorbereidend hooger onderwjjs niet volmaakt is, zal ieder deskundige dadelijk toe geven, maar men kan op de gebreken wgzen zonder de betrekkelijke waarde van het be staande geheel nit het oog te verliezen. Alge meen wordt erkend, dat de wet van 1878 ons van een onhoudbareu toestand verlost heeft en een stap in de goede richting ge weest is. Wat er verkeerds in is, zal gaan deweg aan het licht komen en langzamerhand worden verbeterd. Wij menschen streven steeds naar een ideaal, dat ons voor oogen zweeft en dat wij nooit bereiken. Ontevreden heid met de toestanden op het gebied van het onderwjjs is dus een' gewoon verschijnselzij is de voortdurende spoorslag tot verbetering. Doch op zich zelf bewijst die onvoldaanheid nog niet, dat het bestaande niet overeenkomt met hetgeen wat de voorhanden middelen en in de gegeven omstandigheden verkrijgbaar is. (Jri- tiek te oefenen is ook op dit gebied veel ge makkelijker dan hervormingen in te voeren. Belanghebbende niet-deskundigen doen wijs, indien zij artikelen als dat van Dr. Naber niet al te letterlijk opvattenvoor de zaak van het onderwijs ware het wellicht gewenseht, indien dergeljjke krasse en gewaagde oordeel vellingen niet genit werden in algemeen gelezen tijdschriften, maar in vakbladen, wier lezers er met kennis van zaken over kunnen oordeelen. Ons dunkt dat vaders met een gerust hart kunnen voortgaan hun kinderen naar hoogere en middelbare scholen te zenden, al wordt ook telkens, dikwijls niet zonder grond, beweerd, dat er veel op valt af te dingen. Zjj kunnen zich overtuigd houden, dat do stads- en landsre- geering niet zoude voortgaan zulke aanzien lijke uitgaven te doen, indien dit geld niet goed besteed ware. Hoe onvolmaakt ook, deze inrichtingen vervullen in op loffelijke wijze eene onmiskenbare behoefte en worden, naar de voorhanden middelen, gehouden op de hoogte van den tijd De lezer meene nu niet, dat wij van critiek op onderwijsgebied afkeerig zijn. Integendeel. Maar wij stellen er prjjs op, dat men met de practjjk te rade ga en niet het bestaande af- breke ter wille van nieuwe ideeën, waarvan de wenscheljjkheid en de uitvoerbaarheid nog te bewijzen is. Ons bevalt b.v. de critiek van Dr. Vermeulen, die het middelbaar onderwijs wil verbeteren door de meeste hoogere burger scholen op te heffen, evenmin als die van Dr. Naber, welke een vernietigend oordeel over de gymnasia uitspreekt, ten einde zijn geneesmiddel meer ingang te doen vinden. gevoeligheid aan den dag legde. Zij gedroeg zich in alle opzichten zeer natuurlijk. Zij stolde niet voor om haar echtgenoot over zijn testament te spreken voordat zijne gezondheid beter was, maar daar zij niet laten kon er over te denken, wilde zij hem gaarne raadplegen. Zoo ging alles zijn gang. Delaine kwam van zijn zomerverblijf terug, voorzeker niet erger. Zijne ge zondheid scheen over 't algemeen werkelijk beter. Hij kon echter nog geen toespeling op zijn testament verdragen. Te vergeefs trachtte mevrouw Delaine Pulsifer te overreden om er een op te stollen. Hij wilde het niet doen zonder nog eenmaal met Delaine gesproken te hebben, en zij zag in dat het niet raadzaam zou zijn hem te dwingen. Het New-ïoiVsche seizoen was weêr op handen, 't Was hard het er aan te geven, maar het zou nog harder zijn Delaine's vermogen te verliezen. Zij zag dus van de gezelschapswereld af en wijdde zich met allen ijver aan haar echtgenoot. Natuurlijk verloor zij hare positie als toongeefster. De wereld kon niet wachten en dus werd hare plaats dadelijk vervangen. Nu begon Augusta Delaine de ongunstige zijde van haar karakter te vertoonen. Zij droeg zorg dat de wereld wist hoezeer zij zich aan haar lijdende echtgenoot wijdde. In den laatsten tijd was zij zeer bevriend geworden met den Wel Herwaarden Croton Ellsworth. Meer kunnen wg ons vereenigen met de mapier van Dr. Van Oven, die in de Vragen des Tgds van deze maand aan de hervorming van het middelbaar en hooger onderwgg een artikel wijdt. Den inhoud daarvan laten wg in het midden, daarover verblgve het oordeel aan deskundigenmanr de geest, waarin het geschreven is, voldoet ons meer. De heer Van Oven- komt terug op het reeds vroeger door hem ontwikkelde stelsel van scholen, waarin de leerstof beter over de leerjaren ver deeld wordtnaar zijne meening is het hoofdgebrek van hooger en middelbaar onder wgs, dat er te veel vakken te gelijk Onder wezen worden. Dit gebrek, dat volgens hem iedereen voelt, weg te nemen, is het doel van zijn voorstel, waarop wij de aandacht onzer lezers vestigen. Deze schrijver geeft blijk, dat hjj een practisch man is, daar hjj niet de waarde van het bestaande verkleint om zjjn denkbeeld op een voetstuk te zettenindien niet aanstonds zijn iedeaal verwezenlijkt worden kan, toont hjj zich bereid het mindere dank baar te aanvaarden, mits het werkeljjk verbe tering aanbrengt. GOUDA, 12 Maart 1889. Mej. J. A. Kramers alhier deed met gunstigen uitslag te 's Gravenhttge het examen voor nuttige handwerken. Het maken van een schutsluis in de Bingvaart van den Zuidplaspolder, met eluiswachterswoning, onder de gemeente Zevenhuizen is door het Bestuur vau genoemden polder gegund aan den laagsten inschrijver W. Bokhoven te Gouda voor 7111. Naar men aan de Stp. verzekert, is het tjjdstip niet ver af, waarop de Tweede Kamer zich zal heb ben bezig te houden met een ontwerp van de wet op de telephonie, waarvoor de noodigo bouwstoffen bij het departemeut van waterstaat verzameld worden. Mot een enkel woord werd in ons vorig nr. melding gemaakt van de feestviering bij gelegenheid van het BO jarig feest der firma G. B. van Goor Zonen. Het wae niet önse bedoeling een uitvoerig verslag daarvan te geveh, wat niet wegneemt dat, nu ons op een paar punten aanvulling van het gisteren medegedeelde wordt verzocht, wij nog wil len mededeelen dat de heer van Dantzig de ver melde toespraak hield uit naam van den heer C. Vorloojj Sr. opzichter ter drukkerjj, die uithoofde van zijn gezondheidstoestand zich niet in staat ge voelde zulks zelf te doen. Genoemde heer Vorlooij is bjjna 50 jaar aan de zaak der hh. van Goor verbonden. Zes leden van het personeel, dio het feest medevierden, waren ook bij het 25 jarig jubilé tegenwoordig, Ten slotte vermelden wij dat Mevrouw Noothoven van Goor een bouquet werd aangeboden. Met feest laat in alle opzichten de meest aangename herinneringen achter. Heden morgen ten ongeveer lO'/j ure is eene vigelante met paard van den stalhouder B. in do Ik heb vergeten u te zeggen dat zjj en haar echtgenoot, sedert hunne terugkomst in Amerika, de kerk der „Wonderdadige Tegenwoordigheid* getrouw bezochten. Zjjn WelEerwaarde nam, gedurende de ziekte van Delaine, zijne herderljjke plichten getrouw waar, door dikwijls zijn gemeentelid in hare droef heid te komen bezoeken, meestal omstreeks den tijd van het luncheon, en dan gebruikte hjj een glas Feuve Cliguot, eene der soorten, die Delaine zelf had medegebracht. Na verloop van tijd werden de bezoeken van Croton Ellsworth menigvuldiger. Meermalen had hij een vertrouwelijk gesprek met Augusta, waarvan de uitslag was dat beide partijen elkander volkomen schonen te verstaan. Het duurde niet lang of op aanbeveling van Croton Ellsworth werd de raad van een ander rechtsgeleerde ingeroepen. Deze was reeds een oud man, natuurlijk hoog achtenswaardig, vroeger zeer gezien in zijn beroep, maar nn gedeeltelijk uit de praktijk. Ik kan al de omstandigheden niet mededeelen, hoewel die ongetwijfeld zeer belangwekkend waren. Ik wet iet welk gesprek er plaats had tusschen Croton iworth en Delaine vóór zekeren datum (30 Maart), toen, zooals later in het gereohtshof bleek, Delaine zeker papier onderteekende en ver zegelde, dat hjj in tegenwoordigheid van den predi kant en den achtenswaardigen rechtsgeleerde ver klaarde zijn uiterste wil en testament te zijn. 't Is bekend dat Delaine na deze gebeurtenis erger werd Wijdslraat omver gevalles, doordien de voerman zijn draai te kort nam. Ongelukken |zijn er niet van te betreuren. Gisteren kwamen de Staten van Friesland weder bijeen ter behendeling van het rapport der epmmiiaie (de heeren M. Kingma Hz., mr, T. van Hettinga Tromp, algemeen rapporteur, mr. U. H. Huber, mr. H. Binnerts en M. H. Tromp) over hot ontwerp tot verdeeliog van de provincie in andere kieadistric- ten voor de verkiezing van leden der I'rov. Staten. Het rapport (25 bladz. 8o.) was Zaterdag den leden gedrukt toegezonden geworden. De bij meerderheid van stemmen vastgestelde conclusie strekte, aan den minister ran binnenlandsche zaken als het gevoelen der vergadering mede te deeleu i lo. dat zjj het ongeraden aeht, dat het getal leden der Staten voor Friesland worde vermeerderd 2o. dat zjj, hetzij dat getal wordt vermaorderd of niet, wijziging in de bestaande vordeeling der provincie in 5 kiesdistricten voor de verkiezing van leden der Frov. Staten meent te moetou ontraden; So. dat zij in elk geval met bescheidenheid als haar oordeel uitspreekt, dat de ontworpen tabel niet beantwoordt aan den eiseh eener doelmatige verdee- ling van de provincie in kiesdistricten, met het oog op de provinciale belangen; 4o. .dat, zoo al door de Kamers der Staten- Generaal, op voordracht van de rogeering, tot wijzi ging der bestaande kiesdistricten mocht worden be sloten, de vergadering voor dat geval de vernieuwing verzoekt van het bepaalde in artt. 4 on 5 der wet van 5 Nov. 1852 (Staatsblad no. 197), houdende de tegenwoordige regeling. Gisteren is de discussie over deze eonclusiebegonnen en deze wordt in de zitting van heden voortgezet. Maandag-avond kwamen per Oosterspoor te Am sterdam aan een man, vrouw en 4 kinderen, 't oudste 14 en 't jongste 1'/, jaar. Op het voorplein van het station stelde de vader den kinderen voor, hier manr te wachten, want grootmoeder zou hen komen haten, terwijl hij zeide, nog even terug te moeten gaan met moeder. De kinderen gehoorzaamden en zouden op den Korten Singel op de komst van hun grootmoeder of op de terugkomst der ouders wach ten. Al Bpoedig verveelde dit den kinderen en zij begonnen te schreien. De politie merkte de kleinen op. Een rechercheur stelde een ouderzoek in asn het station, en kwam daar tot de ontdekking, dat vader en moeder een kaartje hadden genomen naar. Botterdam, met het doel om Dinsdagmorgen mot de vandaar vertrekkende boot naar Argentinië te gaan. Na korte beraadslaging vertrok de rechercheur roet den eeretrertrekkenden trein met de kinderen naar Botterdam om hun ouders op te zoeken. Men meldt, dat het dea rechercheur niet is gelakt de ouders te vinden, zoadat de kindoren voorloopig verpleegd worden in het 8tadshestedelingeahuis. Door don Sociaal-Democratischen Bond was gister avond te 's-Gravenhage een groote volksmeeting saamgeroepen ter bespreking van het vraagstuk van den vrouwen- en kinderarbeid. De groote zaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen was reeds te 8 unr half negen was de meeting aan gekondigd geheel gevuld door een groote menigte vrouwen en mannen, voor het meerendeel behoorende tot den arbeidersstand. Op het tooneel, vóór het neergelaten doek, waren de banieren opgesteld van ijn geschokt zenuwgestel hnd er waarschijnlijk te veel onder geleden. Sommige oude vrienden, die gewoon waren hem nu en dan te komen bezoeken, werden niet meer bij hem toegelaten; „hij was te zwak om menschen te zien,* heette het. Eindelijk werden ook zjjne kinderen afgewezen. Dien zomer giugen Delaine en zijne vrouw naar dezelfde plaats als het vorige jaar. Maar de vrouw kwam alleen terug. De arme, verzwakte oude man was dezer wereld overleden en had haar in het volle bezit van zjjn uitgestrekt vermogen gelaten I Dit was Augusta's misslag. Zij was al te begeerig geweest. Indien het testament opgesteld was geworden volgens de aanteekepingen, door Pulsifer gemaakt, dan houd ik mij verzekerd dat de kinderen van Delaine er in berust zonden hebben. Maar zijne vrouw was al te stoutmoedig. Zij had den geneesheer, den rechtsge leerde en den predikant op hare zijde; wat kon zjj te vreezen hebben? Zij nam de zwaarste rouw aan. Al hare dienst boden moesten in den rouw. De deftige maitre d'hótel en zjjne ernstige, statige zuster de femme ie charge, zagen er deftiger, ernstiger en statiger uit dan ooit. Croton Ellsworth bezocht haar dikwijls, om haar troost toe te spreken. Hij hield een preek over den plicht der berusting, bepaald ter eere van de weduwe. Wordt vervolgd.) t een aantal arbeidersverenigingen, die afgevaardigden hadden gezonden, voornamelijk werkliedenvereeni- gingen en afdeelingen van Algemeen Stemrecht uit Amsterdam, Botterdam, Hoorn, Schoterland en 'z-Gravenhage. De eerste rijen in de zaal waren opengehouden voor genoodigden. O. n. hadden de heeren Holdt, Borgesius, Kerdjjk en Gildemeester daar plaata genomen. Toen de heer Domela Nieuwenhuis de zaal binnen trad, werd hij levendig toegejuicht. De voorzitter der Haagsche afdeeling, de heer Baije, verklaarde dat de meeting alleen atrekte om hst wetsontwerp op den kinder- en vrouwenarbeid te bespreken. De heer Helzdingen, uit Botterdam, zeide, dat bedoeld ontwerp aan de verwachtingen van de ar beiders den bodem heeft ingeslagen. Het zal de bestaande grieven slechts in een wettelijken vorm gioten en verder alles laten gelijk het is. Het gaat niet ver genoeg en bestendigt het euvel, dat kin deren boven 12 jaar in fabrieken worden toegelaten. De schafttijd van éón unr ia veel te gering. De in stelling van inspecteurs is goed, maar dat de politie toezicht mag oefenen, acht hjj ongeraden. De heer Bennink, uit Twente, kwam op tegen de bewering, dat de toestand in Twente zoo gunstig zou zijn. Integendeel, aan de kinderen wordt daar geen rust gegund, en de vrouwen hebben geen tijd om hare kindoren te verzorgen. De openbare mee ning wordt misleid door sommige organen der pers, dio onware voorstellingen geven omtrent de Twent- sche toestanden. Hij verwachtte niets van de wet of de Begeering, niets van het toezicht der inspecteurs. De heer Sinderback, uit Schoterland, schetste dea toestand in zjjn district, waar achteruitgang heerscht in de kleermakers- ea schoenmakersvakken door de oprichting van fabrieken en vooral door den toestand in de veenderijen, waar de vrouwen met aanhoudenden zwaren arbeid niet meer dan 3 per week ep de mannen niet meer dan 4 per week kunnen ver dienen. Ook de kinderen moeten zwaar werken en de school verzuimen. De vrouwen kunnen onmogeljjk voor hun hnishouden zorgen en zijn bovendien de dopes van de anderbazen, die er winkelneringen op na honden. Die onderbazen krjjgen een gering loon, nl. 200 's jaars, maar worden rjjk door hun winkelnering. Spr. voorspelde dat er spoedig weër een werkstaking in de venen zal uitbreken. Eindeljjk beklom de heer Vlieger uit 's-Gravenhage het spreekgestoelte. Hjj wees o. a. op den toestand in sommige boekdrukkerijen, voornamelijk te Amster dam, die in zeer ongeschikte lokalen gevestigd zijn en waar kinderen te lang moeten werken. Het aangeboden wetsontwerp zal geen verbetering aan brengen. Er ontbreekt een bepaling in, die over- matigen arbeid tegenhoudt. Zonder een wet op den leerplicht ia op arbeideragebied niets tot stand te brengen. Nadat de heer Kredo, uit Amsterdam, had be toogd dat de bestaande regeerders het volk niet kennen, en de heer Bas had uiteengezet dat de man verantwoordelijk is dat vrouw en kinderen niet be hoeven te arbeiden, hield de heer Baije eenige slotbeschouwingen, bracht hulde aan den heer Domela Nieuwenhuis voor de vervulling zijner moeiljjke taak in de Kamer en beval hem.aan de eischen en grieven des volks voor te staan. Een motie werd niet voorgesteld. De meeting liep in de beste orde af. We zullen dan toch onze drie-j aarlij ksche schil derijententoonstelling krijgen Gelijk onze lezers, die in de schilderkunst belang stellen, allen weten, wil het gebruik dat Den Haag, Botterdam eu Amsterdam elk by beurte de jaar lyksche tentoonstelling van schilderyen binnen hare muren krijgen. Voor ons Amsterdammers, hoe we er ook prijs op stellen de kunst alle mogelijke gast- vryheid té bewijzen, blijft dit intusschen altijd een dure zaak. Immers onze stad is geen gebouw ryk, geschikt en in staat om zulk een groot getal schil derstukken, als daar bij die groote tentoonstellingen worden ingezonden, behoorlijk te herbergen. De zaaltjes van Arti et Amicitiae op het Bokin zijn bij de gewone jaarlyksche tentoonstellingen, welke van dit genootschap uitgaan, nauwelijks voldoende meer. Er moet dus, willen wij de gasten ontvangen, telken drie jaar eene gelegenheid gemaakt worden, d. w. z. er moet eene loods worden opgericht, waar de schil derijen eene plaats vinden. Doch dit is eeno kost bare zaak; eene geschiedenis van db 15000 a 20000 gld. En nu er zooveel van onze gemeentekas ge vergd wordt, en er naar nieuwe bronnen van in komsten voortdurend moet worden omgezien, spreekt bet van zelf dat men zich tweemaal bedenkt, alvo rens tot zulk eene uitgaaf over te gaan. Daarbij bad de gemeenteraad nu drie jaren geleden hot voorstel van' het dagelijksch bestuur tot het oprichten van een loods verworpen en nu meenden B. ea W. daaruit te moeten opmaken dat zy dit jaar veilig het doen van een dusdanig voorstel konden nalaten. Om nu toch iets te doen, stelden zy den Baad voor 3000 te bestemmen als koopsom voor schil derijen op de aanstaande jaarlyksche winter-ten- toonstelling van Arti en Amicitiae. Maar daar had men de poppen aan h$t dansen! Nu moet ik eerst vertellen, dat het bestuur van deze eonjrèrie eerst kortelings het besluit genomen had, om, met het oog op de beperkte zaalruimte, anders niet dan inzendingen van leden ter plaatsing aan te nemen Een besluit, oogeuschijnlijk volko men door een ieder te billyken. Maar onder ons gezegd en gezwegen school daar eon adder onder het gras! Hoeveel talenten er ook tot hot ledental behooren, de geheimzinnige letters G. L. (Gewoon Lid) achter den naam van menig inzender waar borgden u allerminst een kunstgenot bij de aan schouwing hunner werken. M'n goeie hemel! wat een pruilen kunnen veel van die ouwe paaien met alle respect gesproken inzenden! en hoe dikwyls komt men er niet toe, in te stemmen met den calembour, die van te G. X. «Gemeen Zeel ijk!" maakt! Daarentegen zijn er onder de niet-leden verschillende jongeren van talent, belofte, zelf standigheid, wier werken, ofschoon dan ook wel eens buitensporig en gezocht, de aandacht trekken en van zich doep spreken, 't Is een verdeeling als we in de letterkunde zien, met die uitzondering dat volgens onze jongere litteratoren onze letterkunde eerst met hèn begint, terwijl de jongere schilders wel zoo vriendelijk zijn Israels, den Marissen, Mes dag hun roem te laten. Maar veel vau die G. L. staan ia het zwarte boek en terecht; eene beoor- deeling, die deze nu hebben willen beloonen door de uitsluiting dier jongeren. Onder die omstandigheden werd het voorstel van B. en W. tot bet besteden van ƒ3000 ter aanstaan de tentoonstelling van Arti eene bedenkelijke zaak, eene soort van premie op de uitsluitelykheid der oudere heeren. En al komt my de vrees van een onzer gemeenteraadsleden, dat wellicht die som daar niet goed te bestedon ware, wat overdreven voor in iedor geval zou dat aankoopen van ge meentewege iets krijgen van officieel© kunstbescher ming. En dat uiet, dan liever de lucht in!' zooals wijlen van Speylc zei, roemrnchter nagedach tenis. Maar daar was vooral een groot bezwaar tegen het voorstel van B. en W. en dat was, dat 't.eene schande zoude zyn voor de hoofdstad indien uit geldgebrek die tentoonstelling hier dit jaar niet kon worden gehouden. Nu moei ik eerlyk bekennen, heel veel heil zie ik in die grooto (entoonstelliugen niet. Kunstgenot mogen enkele inzendingen schenken, wat helpt dit als er regelmatig zooveel is wat u ergert of hindort, zeker onverschillig laat. Van de db 300 nummers, hier jaarlijks in Arti ingezonden, kyk ik zelden meer dan een vijftigtal met meer dan een vluchtigen blik aan, en de werken die eene studie loonen, zijn bij weinigen te tellen. Maar neem nu zulk eene mas sale tentoonstelling, waar zooveel wordt uitgestald, uw oog is moe van het turen op de prullen, voor dat ge de bezienswaardige stukken nog maar hebt uitgezocht. Daarenboven bevordert die gelegenheid om zyn kunst te toonon slechts hot kunstenaarspro- letariaat. En dat is ook hier in Amsterdam niet gering. Daar zyn zelfs onder de talentvolle jongeren velen die moeite hebben om aan den kost te komenlaat staan dus wat er van ben moet wor den, wier arbeid alle aantrekkelijkheid voor.den kunstkenuer mist, tenzij ze als byv. Taanman, de Fan Maurik der schilderkunst, werken in den geest van den bon bourgeois en onder dezen vaste «afnemers" voor hun fabrikaat weten te vinden. Zoo werken die groote tentoonstellingen dio niet «groot" kunnen worden zonder het aannemen van allerlei prullen, wyl de regelmatige voortbrenging van uitstekende stukkon uit den aard der zaak beperkt is de middelmatigheid in de hand en helpen het talent of het genie weinig. Onze jon gere schilders zorgen zelf wol dat hun licht niet onder de korenmaat wordt gezet en zy geen miskeude genieën worden. Doch de eer van Amsterdam was in het spel en daar zijn genoeg mannen die er offers voor veil heb ben om deze te handhaven. Zy richtten dus een adres aan den Baad met verzoek, dat de gemeente alsnog 6000.voor de tentoonstelling zoude beschikbaar stellen, terwyl zy zeiven dan de nog ontbrekende 5300 zouden verschaffen. Naar hun berekening konden, met de toegangsgelden, aldus de kosten ge dekt worden; terwyl twee leden van den Baad, de heeren van Eeghen en Sillem die mede tot de adressanten behoorden, er bijvoegden dat zij zoo de kosten hooger mochten zijn ook dit hoogero wilden waarborborgen. Tegenover een dergelijk heusch aanbod kon de Baad kwalijk den vrek spelen, en onze burgemeester, aan wiens kunstzin wel me~ mand twijfelt, haastte zich niet alleen het voorstel van B. en W. in te trekken en dat der adressanten te steünen, maar hy ging tfèlfs verder en gaf in overweging dan maar 7000 uit te trekken omdat de medailles er toch bok moesten zijn. En zoo ge schiedde het! Ja, die gemeente-huishouding is anders een raar ding. Men weet waarachtig niet waar het geld blijft. Dat komt*» omdat het met den Baad gesteld is als met een van myn boste vrienden. De man is te royaal en te goedhartig om «neente kunnen zeggen, als men bij hem komt om zijne ondersteu ning te vragen voor het een of andere doel, 't zij van liefdadigen of artistiefeen aard. Vindt hy dat dit doel nuttig is, dat het bevorderd moet worden, dan wordt die steun voor hem tot een plicht en hij verleent dien. Tot hij van tijd tot tijd de ontdek king doet dat zijn beurs meer rekbaar is als zijn goede wil en zij een duidelijk zichtbare bodem heeft. Aldus nu ook met onzeu Baad, in het geval van Prof. van 't Hoff. Deze heeft verloden jaar afgezien van de hem aangeboden plaats aan een der eerste Duit8cho Universiteiten en beloofd hier te blyven, onder wederkeerigo toezegging van onze gemeente dat hem een nieuw Laboratorium zou worden ge bouwd, 't welk hij voor zyn onderricht in de Schei kunde dringend noodig achtte. Nu staat genoemde hoogleeraar bij onze studiosi in hoog aanzièn, niet alleen om zijn groote kenuis eu kunde maar ook om de ougemeene helderheid van zijne verklaringen der verschijnselen, welke hij bespreekt. Een derge lijk hoogleeraar te behouden werd terecht een offer waard gekeurd cn met groote meerderheid nam onze Baad het voorstel aan, om een dergelijk nieuw Labo ratorium te doen bouwen. Doch nu kwam het er deze week op aan den wissel te betalen, de plaata te bestemmen voor het nieuwe lokaal en de noodige gelden te voteeren. Het govorderd bodrag, 2 ton gouds, was zeker niet gering. Doch ging het aan, thans nog te reageeren tegen het vroegere be sluit en te wijzen op de toeneming van het aantal medici, tot er ook ten onzent een wetenschappelijk proletariaat zou gevormd worden als in Duitschland? Ging het aan, andere argumenten te berde te bren gen? De heeren, die beweerden dat men zich hier te kwyton had van eene eereschuld, hadden onge twijfeld gelijk. Maar o die eereschulden! We ge voelen ze later in den zak: ik betaal dit jaar ruim driemaal meer belasting dan in het vorige, en nog ben ik geen kiezer, omdat ik in'88 verhuisd ben! De toestand onzer gemeentelijke geldmiddelen is inderdaad niet zeer rooskleurig. Dat komt omdat wy gelijk deze week onze ex-aansiaande wet houder van Finantiën mr. F. S. van Nierop'her innerde omdat wij sints 1874 zijn gaan meêdoen cn alles grootscheeps hebben willen aanleggen. De sterk toenemende bevolking van 284.000 zielen in 1874 tot 400.000 ia 1889, bracht eene uitbreiding der stad teweeg, die voor den dienst; bestrating, reiniging, politie en brandweer grooter offers vergde. We hebben onze brandweer gereorganiseerd en betalen 10-maal zooveel als vroeger per jaar (350.000 gld. tegen 35.000) zonder nog de rente* dor reorgani satiekosten te berekenen. Voor de politie betalen wy nu 600.000 tegen de helft in 1874; en de kosten der straatreiniging stegen met 4 ton. Daarbij de waterverversching, de rioleering, verbeterde toe stand dor gasthuizen, toenemende eischen voor het onderwijs wat wonder dat dit alles schatten verslond eu verslindt en de vaak vergeten lusten dezer verbeteringen door hooger lasten werden ge volgd. Men verlangt altijd veel van den staat of de gemeonte, moppert om verwaarloozing harer plichten en om hot betalen van de sommen, welke het vervullen der wenschen kost. Het groot onge rief ligt intusschen hierin, dat vele gegoeden in den laatsten tijd hun woonplaatsen naar de omstre ken der hoofdstad overbrengen en aldus, hun zaken bier dryvond, zich onttrekken aan de werking *der inkomstenbelasting, terwyl zy feitelijk al de voor- deelen dor hoofdstad blyven genieten. Dit is een kwaad, alleen te verhelpen door eene verandering in de gemeentewet, die moet toelaten dat deze dag bewoners ook door de belastingen getroffen worden. Nu neemt het cijfer der bevolking toe, dat van het belastbaar inkomen echter af, daar de groote kapi talen zich naar buiten verplaatsen. Helpt de wet ons eenmaal over deze moeilijkheid heen, dan zullen wy mettertyd wel op dreef komen. Ghijsbr. van Aemstel. De intrekking van het verba- ngsbesluit betref fende den hertog d'Aumale heeft in de gematigde kringen in Frankryk den besten indruk gemaakt. Beeds meermalen is er sprake van geweest, ook on der het vorig ministerie, doch herhaaldelijk traden politieke beletselen tusschenbeide. Deze prins is geen pretendent, maar drie jaar geleden verwijderd,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2