Buiteiilaiidsch Overzicht. BRIEVEN UIT ROTTERDAM. PETROLKUM-MTEERI.VGEN xi. Cantzliar Schalkwijk, te Rotterdam. De Hollandsere natie is, volgens onzen schrijver, gekenmerkt door eene puriteinsche gestrengheid van zeden, huldigt den eenvoud, den eerbied voor den huiselijken haard en den afkeer voor wangedrag, die het voorrecht is van sterke, zuivere en gezonde rassen. Tu8sohen die natie en de ter verdere opvolging aangewezen buitenlandsche prinsen staat thans slechts het broze leven der jonge prinses Wilhelmina. Met bezorgdheid zien de Nederlanders het achtjarig meisje aan. Wel is met een volk, dat zich zelf zoo meester is, en door een langdurigen leertijd zoo voorbereid tot een mannelijk gebruik der vrijheid, geen gevaar te duchten, maar het zal toch een datum van beteekenis in de geschiedenis zijn, de dag waarop ook in naam de heerschappij van den laatsten mannelijken afstam meling der Oranjes zal verdwijnen. Het is een groot verleden dat verdwijnt, het einde van een geslacht, dat zijn naam nauw heeft weten te ver binden aan de groote zaak der burgerlijke en kerke lijke vrijheid, en dat aan de wereld de onvergelijke lijke types heeft geschonken van Willem III en Willem den Zwijger. Daarenboven, koningin Emma is eene Duitsche. Men weet wat de invloed van een prins-gemaal is, en reeds noemt men preten denten voor de hand der kleine Wilhelmina. O. a. Ioachim Albert van Pruisen, thans twaalf jaren oud, dien men te Amsterdam zou willen opvoeden. Met een zwaar hart vragen de goede Hollanders zich af, of werkelijk hunne onafhankelijkheid deel zal moeten uitmaken van den bruidschat, dien hun toekomstige koningin .haren gemaal zal brengen en of een Hohenzolern een prins-gemaal kan zijn, die vermag zich binnen de grenzen eener niet gemakkelijke posi tie te houden. Zij voorzien, dat het nieuwe tijdperk, niet als het vorige, een periode van vrede, vrijheid en onafhankelijkheid zal zijn. Het uitsterven van de mannelijke linie der Oranje's is, in den tegen- woordigen toestand van Europa een ramp voor dit kleine volk, dat zoo waardig, is de rechten te be houden, die het heeft weten te verwerven. Twee ingenieurs te Parijs hebben den «Theatro- phoon" uitgevonden, een instrument, dat voor het publiek het aanhooren van de uitvoeringen in de verschillende schouwburgen gemakkelijk zal maken. Men schuift vijftig centimes in de bus, houdt de buis aan het oor en luistert. Op de wijzerplaat voor aan het telefoonkastje waaraan menjluistert, be gint intusschen een wijzer te draaien en zoodra drie minuten verloopen zijn hoort men niets meer. Er moeten dan weer vijftig centimes in de bus gewor pen worden om de rest te hooren. Een opera komt op die wijze op 10 francs per uur, wel wat duur, maar men is ook terstond, zoodra de opera verveelt, door een andere buis te grypen, in een anderen schouwburg. Op de Tentoonstelling zal een theatrophoon geïn stalleerd worden. Parachutes. Toestellen als dat, waarmede de lucht reiziger Grair Zaterdag in de hoofdstad naar beneden komt door velen ten onrechte als eene uitvinding van den nieuweren tijd beschouwd bestaan ®ven lang als de luchtballon zelf. In 1783, 't jaar dat de gebr. Montgolfier den eersten luchtballon lieten op stijgen, werd ook reeds 't denkbeeld van een val scherm in praktijk gebracht door den hoogleeraar Hij ging naar zijne kamer terug om er over na te denken. Hij riep zich het rustige, onbezorgde leven, dat hij in die oude Duitsche stad had geleid, woder voor den geesthij herinnerde het zich nu met een zeker vertroostend genoegen. Andere beelden rezen onmerkbaar bij hem opandere tooneelen in ver band met de stille, rustige grootheid van zijn Euro- pesche dmgeving met een bekoorlijk jong wezen, dat hem üooit moeite of zorg veroorzaakt had, en dat tevreden was met het geluk te smaken van hem te beminnen en bij hem te zijn. Den volgenden dag had hij' zijn besluit genomen. Hij had natuurlijk zijne afspraak met Charlotte tot het ruilen der brieven niet gehouden. Nu begaf hij zich naar de drukkerij. Opzettelijk koos hij het middaguur, eu zocht haar bij de letterkast. Zij kwam er juist van daan. Het was haar onmogelijk een zeker geuoegen over zijne komst te verbergen, hoewel zij er haar best toe deed. „Ik heb uwe brieven meegebracht," zeide zij, «maar gij zijt zo niet komen halen. Ik heb ze nog bij mij." En ik heb de uwe, Charlotte, maar ik kom ze niet terug geven." Niet?" „Neen. Ik heb ze woord voor woord nagelezen. Ik kan ze niet missen. Gij hebt zeker gehoord dat ik trouwen ging?" Ik weet het." «Gedeeltelijk hebt gij gelijk. Dat stem ik toe. Lenormand, die, met in elke hand een geopende paraplu, zich met succes uit de eerste verdieping van een huis te Montpellier naar beneden liet. De proef werd herhaald; dy gedachte, die er aan ten grondslag lag, nader uitgewerkt. Het valscherm, dat van zware zijde of sterke taf vervaardigd, den vorm van een paraplu en een middellijn van 14 voet ontving, vertraagde den val, dank zij den weer stand der lucht, inderdaad in voldoende mate. Maar de eerste toostellen veroorzaakten ongevallen, daar men vergeten had in de bovenzijde een kleine opening aan te brengen, waardoor de anders te zeer samen geperste lucht kon ontsnappen. Robetoin, die meende het valscherm te geven, waarvan 't eene zich naar boven, 't andere zich naar beneden opende, verloor, ten gevolge zijner dwaling het leven. Hetzelfde lot trof Cocking, die, gedachtig aan het feit, dat elk vallend regenscherm onmiddellijk omkantelt, aan zijne parachute den vorm van oen omgekeerd regenscherm gaf. In 1836 steeg hij met Green, trots tal van waarschuwingen, in den Vauxhall te Londen op. Na een hoogte van 3500 te hebben bereikt, sneed Coc king, die zich in de korf zijner parachute bevond, 't touw door, dat hem aan de ballon verbond. Met groote snelheid viel de waaghals naar beneden, zoo dat hij in 1 Va minuut den afstand van 3500 voet, in de laatste seconde 60 voet aflegde. Men vond hem verpletterd op den bodem. Mevrouw Jaide herdacht Zatordag te Rotterdam den dag waarop zij tien jaren geleden aan do Rot- terdamsche Opra werd verbonden en dit frest had zeer velen naar den schouwburg gelokt die dan ook zeer goed bezet was. De voorstelling was tevens ten voordeele van de zangeres, die van lief en leed aan deze kunstinrichting ruimschoots haar deel heeft gehad. Zij trad op als Eglantine in „Euryanthe" van We ber, waarin zij de gaven, haar als zangeres en tooneelspeelster zoo ruimschoots geschonken, waar schijnlijk voor de laatste maal aldaar, tentoon kon spreiden en tevens de geledenheid bood van eon der meesterwerken van Weber, dat in langen tijd niet voor het voetlicht was geweest te genieten. Dat men mevrouw Jaide als kunstenares op prijs stelt, bleek nu ook weer uit den overvloed van bloemen, die haar in verschillenden vorm werden geschonken, terwijl haar nog namens verschillende kunstvrienden bij monde van den heer Matt hes met eenige hartelijke bewoordingen een geschenk van meer blijvende waarde werd aangeboden. Mevrouw Gross, die als Euryanthe optrad, was voortreffelijk bij stem, terwijl ook de heeren Waltber en Von Bongardt goede oogenblikken hadden, zoo dat deze voorstelling met recht een der beste mag genoemd worden van dit seizoen. Men schryft uit Eindhoven aan het Handelsblad dd. 14 April: Nadat gisteren alles rustig was ge bleven, kwam gisteravond te 9 uur ongeveer een bende werkstakers uit Gestel, waarbij zich een troep andere werklieden, die met de werkstaking niets te maken hadden, had aangesloten. Klaarblijkelijk waren zij opgehitst. Te Gestel hadden zij bij eenige ingezetenen de ruiten verbrijzeld en kwamen waar schijnlijk met hetzelfde doel naar hier. De politie was echter van hun voornemen verwittigd en had de straten, die toegang verschaffen, afgesloten. Toen de bende na herhaalde aanmaning om rustig uiteen te gaan toch bleef doordringen, was de politie ge- Ik zal niets bewimpelen. Maar gij zijt verkeerd ingelicht. Ik kom om U te zeggen dat ik de uwe ben, de uwe alleen, dat is te zeggen als gij mij vergeven wilt, Charlotte." Hij zag haar teeder aan. «Het is hier de plaats niet tot eenigerlei verkla" ring" ging hij voort. «Waar woont gij?" «Bij eene oude Neurenburgsche familie, die mij in gelukkiger dagen gekend heeft." «Hoe kwaamt gij er toe in zulk een zonderlinge betrekking te gaan?" «Om afleiding te zoeken. Ik heb U dikwijls ge zegd, hoe gaarne ik, voordat ik U kende, toen vader nog leefde, met hem naar zijne drukkerij medeging, en daar aan eeno kleine letterkast, die hij voor mij ge maakt had, het letterzetten leerde, alleen voor tijd verdrijf. En ik beken, Alfred, dat ik hier gekomen ben, omdat ik ontdekt had dat hetgeen gij schreef hier gedrukt werd. Nu kent gij do zwakheid van mijn hart en gij kunt zelf oordeelen of ik U ver giffenis heb geschonken of niet." Charlotte verliet de drukkerij met du Barry. Zij kwam er nimmer terug. De verklaring, die hij be dacht had, voldeed haar liefhebbend hart. Binnen een week na dien dag waren zij op weg naar de oude wereld. Het kleine vermogen, dat Charlotte's vader haar had nagelaten, stond gelijk met de som, die du Barry zelf bezat. Te zamen maakte het een aardig geheel uit, dat is te zeggen om op een stillen voet ergens noodzaakt van de blanke sabel gebruik te maken» Er werd een charge gemaakt, die ten gevolge had, dat de hoop uiteen werd gedreven. Verschillende personen ontvingen letsel of verwonding; het is jammer dat een kind, hetwelk waarschijnlijk tusschen het gedrang was geraakt, een sabelhouw ontving, waardoor het ernstig gekwetst werd. De werkstakers zyn van plan te blijven volharden en hebben* de meisjes gedreigd, haar van de fabriek te zullen halen, indien ze Maandag weer gaan werken voordat het loon weer op den ouden voet is gezet; de vermindering van het loon komt voornamelijk ten nadeele der doosjesvullers. Deze ontvingen voor een plaat, dat is 200 doosjes, 6 cent en nu slechts 5 cent voor de 205 doosjes, dit moet een aanzien lijke vermindering van 't weekloon voor hen zijn. De werkstakers hebben eenigen hunner naar Apeldoorn gezonden (na onderling het reisgeld bij elkander te hebben gebracht) om te onderzoeken hoe het daar gesteld is; daar kwamen zij tot de ontdekking, dat de werklieden voor het oude loon mogen doorwerken, terwijl ze hier verplicht zijn voor het verlaagde tarief te werken. Hierover waren zij het meest verbitterd en dit moet dan ook de voornaamste reden der werkstaking zijn. In de villa van een der fabrikanten bleef geen enkele ruit heel en ook bij anderen hebben zij deerlijk huis gehouden. Men verwacht hedenavond weer ongeregeldheden. Terwijl de Fransche kamer van afgevaardigden ten genoegen van velen en ter veraangenaming van de regeering voor een maand is uiteengegaan, heeft de senaat een aanvang gemaakt met zijn werkzaamheden als hooggerechtshof. Voor hèt Luxembourg hadden zich slechts weinige nieuwsgierigen verzameld, daar entegen waren de tribunes gehool bezet. Vele afge vaardigden, o. a. Jules Ferry, waren tegenwoordig om bewijs te geven van hun belangstelling in het werk der beschreven vaderen. Dezen zelf droegen voor het meerendeel als blijk van hun hoogst ge wichtig ambt dtn zwarten rok. Even twee uur werd de zitting door den voorzitter Le Royer met voorlezing van het besluit van den president, waarbij het hooggerechtshof geconstitueerd wordt, geopend. De procureur-generaal en zijn ge- volg, allen in de roede toga gekleed, traden daarop binnen en namen plaats op de ministerabank. In het requisitoir, dóór den procureur-generaal voorgelezen, worden Boulanger, «graaf" Dillon en Rochefort beschuldigd van een aanslag op de vei ligheid van den staat. Hierna verliet het openbaar ministerie weder de zaal, terwijl de senaat zich in raadkamer vereenigdo ter behandeling van hot vraagstuk betrekkelijk d* de compotenti»' van het hooggerechtshof, opgeworpen door leden van de rechterzijde. Daar het senaatsge bouw geen andere zaal groot genoeg om in raadka- mor te verga-leren, deed de president te voren de tribunes ontruimen Omtrent de geheime zitting, waar het. zeer rumoe rig moet toegegaan zijn, meldt men dat in de eerste plaats do brieven werden voorgelezen, by welke ver scheidene senaatsleden zich verontschuldigen wegeus het niet bijwonen der zitting. Deze verontschuldigden zijn echter niet aangenomen. Door den heer Oscar de Valide werd overlegging gevraagd van de stukkeu, te wonen, waar de eischen van de wereld of de mode er geene aanvallen op deden. Zoo eindigde deze zonderlinge zaak. Charlotte bleef altijd gelooven dat zijne liefde voor haar de overhhnd had behouden. Zij heeft nooit de ware reden van du Barry's terugkomst geweten. LIV. Toen Castleton, evenals ieder ander, het nieuws vernam dat het huwelijk tusschen Du Barry en Clara Digby was*afgesprongen, dat de eerstgenoemde onder zeil was naar Europa en de laatste New-York had verlaten, maakte dit bericht niet zooveel indruk op hem als mijne lezers wellicht veronderstellen. Hij had zich zoo goed hij kon in het geval ge schikt. Na een zwaren strijd, was zijn gemoed tot bedaren gekomen. Hij had zijne liefde niet uitge roeid of gosmoord, maar hij had zijn gevoel weten te beheer8chen. Toen hij het buitengewone nieuws vernam, was zijne eerste aandoening, na verwondering, medelijden mot Clara. Hij kende haar genoeg om oveHuigd te zijn dat er iets zeer ernstigs aan den dag moest zijn gekomen om het engagement te verbreken. Hij wist hoezeer haar gevoel gewond, hoe hare trotschheid door dien slag gekwetst moest zijn, en om harent wil speet het hem. Wordt vervolgd.) opdat de Senaat zou kunnen beslissen over het vraag stuk der competentie. Dit verzoek werd bestreden door den heer Noël, die aanvoerde dat alleen het parket met eene openbare aanklacht het begin kan maken. De heer Béranger sprak ten gunste van de competentie. Ten slotte heeft do rechterzijde ver zocht dat er geen besluit zou worden genomen nopens het openen der instructie, alvorens de stukken zou den zijn overgelegd, omdat die mededeeling wellicht zou kunnen leiden tot het stellen van do exeptie van incompetentie. Feitelijk, zoo werd van de rechterzijde aangevoerd, heeft men te maken met een complot, maar niet met een aanslag op de veiligheid van den staat. Guibourg en Luizinais, beide leden vah de rech terzijde, dienden hierop het volgende voorstel in: Aangezien het requisitoir zich er toe bepaalt, te ver zekeren dat er een aanslag zou zijn gepleegd op de veiligheid van den staat, zonder een enkel feit aan te voeren hetwelk hot hoog gerechtshof in staat zou stellen dien aanslag nader te leeren kennen, verklaart de senaat dat er geen reden bestaat om eene instruc tie te bevelen. Dit voorstel werd verworpen met 209 tegen 55 stemmen. Nadat te zes uren de geheime zitting in eene open bare was overgegaan, las president Le Royer het ar rest van het hoog gerechtshof, in raadkamer vastge steld, voor, waarbij het hoog gerechtshof gelast dat de senaat overga tot eene instructie door middel van eene daartoe benoemde commissie. De zitting werd daarna opgeheven. Do Duitsche Rijksdag heeft zijn zitting tot 7 Mei moeten uitstellen, zonder de beraadslaging over de verzekeringswet geëindigd te hebben. De laatste zit ting, welke véor Paschen werd gehouden, was gewijd aan de vaststelling van het bedrag der uitkeeringen en bijdragen. De sociaal-democraat Bebel wilde dat de Staat elk pensioen met een bijdrage van 90 Mk. zou verhoogen, en tevens de bijdragen zou overnemen van alle werk lieden, die een inkomen hebben van minder dan 550 Mark. Een beslissing werd echter niet genomen, evenmin als over een voorstel dgr liberalen, die de beslissing over het ontwerp tot het najaar wilden uitstellen. Het nieuwe Rumeensche ministerie is bij zijn op treden in de Kamer zeer koel ontvangen. Toen de minister-president Catargi verklaarde, dat hij een onzijdige buitenlandsche staatkunde zou volgen, waardoor Rumenië goede vrienden zou blijven met al zijn buren, werd terstond een motie van vertrou wen in het kabinet voorgesteld. Deze motie werd met 76 togen 69 stemmen verworpen, wel een be wijs, dat het Russisch-gezinde ministerie op geen groote meerderheid in de Kamer kan rekenen. De heitog van Nassau ontvangt bij voortduring telegrammen van, gelukwensching. De czaar uit de hoop, dat de hertog steeds moge slagen in de ver vulling zijnor gewichtige taak. De koning der Bel gen betuigt in de eerste plaats zijne innige droefheid over de ziokte van den Koning-Groothertog, en geeft daarna zijn levendige begeerte te kennen, met den hertog goede betrekkingen van nabuurschap te onder houden, terwyl hij tevens aan het groothertogdom allen voorspoed toewenscht. Ook de groothertog en de groothertogin van (Saxen-Weimar zonden eene dépcohe. In den goeden ouden tjjd ik bedoel werkelijk den goeden ouden tijd, toen er nog was onschuld in het gemoed van het kind, den burger en den landman; toen allen do vrijzinnige beginselen waren toegedaan met uitzondering van de conservatieven, die echter met de liberalen in hoofdzaak slechts verschilden op staathuishoudkundig gebied; toen er' alzoo nog geen kerkelijke partijen waren, doleerenden en ultramontanen, die den Godsdienst ontheiligden door hem uit het gezin en uit de kerk over te brengen op het gebied van den Staat, met het ge volg dat zij, wel verre van de liefde te bevorderen, niets anders blijken to stichten dan verdeeldheid, haat en onverdraagzaamheid in den tijd alzoo, waarin men vroom was in huis en in de kerk, en zooveel mogelijk er verder naar streefde om in het raaatschappelyk leven den vrede te be waren met zijn gewetenin den tijd, waarin men nog had kinderlijke kinderen en onschuldige land lieden, terwyl toch heden ten dage de kinderen veeltyds schrikbarend suel èn vroeg in verstandelij ken zin ontwikkeld zijn of worden, en aan den anderen kant de eenvoudige landman overtuigd is het in^ slimheid van don stedeling te winnen, om toch zich zelf op hetzelfde oogenblik bij den neus te laten rondvoeren door den eersten den besten die tot bevrediging van eigen bedoeling op de god vrucht dor landbevolking boosaardiglijk komt spe- culeerenin dien goéden ouden tijd, waarin de reëele handel en de gezonde ondernemingsgeest den doorslag gaven en beursspel met termijnhandel on bekend was, althans tot de groote uitzonderingen behoorde in den tijd toen huiselijkheid regel was en uitgaan tot de zeldzaamheden behoorde en toen om eindelijk na dezen ellenlangen zin tot mijn uitgangspunt terug te keereqtoen, zeg ik, vooral het kind en het boertje nog van eene betame lijke mate van naïveteit blijk gaven, zéo dat men hen met kans op goed gevolg wel eens wat op de mouw kon spelden (ik bedoel iets op maatschappe lijk gebied en niet iets op kerkelijk—politiek terrein, waarop, ik herhaal het, zoo velen zich ook heden ten dage nog altijd zand in de oogen laten strooiën) in dien goeden ouden tijd nu, was te Rotterdam een 8prookie in zwang, en wel in die mate, dat het aan elkeen in de Maasstad en aan duizenden daarbuiten, volkomen bekend was. Op de Groote Markt verheft zich het metalen standbeeld van Desiderius Erasmus, het geleerde boek opengeslagen iö de handen dragende. Aan de kleine kinderen en aan den eenvoudigen land man, die het beeld stond aan te gapen, werd ver teld, dat dit beeld kunstig was gemachineerd, zoo, dat Erasmus ieder uur, waarop de groote kerkklok sloeg, een blad van zijn boek omkeerdo. Hoe dat in elkander zat?vroeg het kind en vroeg het boertje en dan sprak men zeer geheimzinnig en in de meest vage bewoordingen van het onmogelijke, namelijk van eene voor het oog onzichtbare gemeen schap tusschen het uurwerk der groote kerkklok, dat zich boven in den reusachtigen toren bevindt, en het boek van Erasmus. En de kinderen en de onschuldige landbouwer peinsden er over. Dat too versprookje had althans het voordeel dat het, hunnen geest met het wonderbaarlijke vervullende, tot nadenken stemde en zoodoende het verstand scherpte. Dat heeft zoo een paar eenwen voortgeduurd ende er waren zelfs mannen van groot vernuft, die zich door het sprookje lieten beetnemen. Ik wijs o. a. op Alexander Dumas (de vader), op den werkelijk grooten Duraas, wat de geleerde wereld daartegen ook in het midden heeft te voeren. Mannen als Sue, Duftias, Souillé, Balzac, en zelfs als Ponson du Terrail, hebben van een zeldzaam en schitterend talent blijk gegeven, al ware het reeds alléén door het reusachtige van hunne concepties. Men denke maar eens aan eene conceptie als die van de Mystères de Paris, Memoires (Pun médicin, Juif ErrantDrames de Paris, enz. Om zulk eect weefsel op net getouw te zetten, daartoe behoort inderdaad eene zekere mate van genie. En nu weet ik wel dat de kamergeleerde, in zijne behoefte om van tijd tot tijd wat lichaamsbeweging te maken, gewoon is in de eene hand een ouden Griek en in de andere hand een ouden Romein te nemen om dan daarmede op de moderne romantiek en het moderne drama los te beuken. Eu ik weet ook wel dat er ande ren zyn, die scbarmoefeningen houden met behulp van Shakespeare, Schiller, Göthe, Lessing, en die dan gelooven aan Sue, Duraas en huns gelijken den doodsteek te hebben gegeven; manr, zoo vraag ik, heeft dat alles kunnen beletten dat Fleur de Marie en de Maitre (Técole, Balsamo en Gilbertd' Artagnan en MiladyRocambole en Sir Williams, Djahna en Dagobert, en hoe zij verder heten mogen, de reis om de uereld maakten en nog altijd in de ver beelding voortleven? Zoker neen! Ik spreek der hal vo, n'en déplaise de Hoeren met do pruiken (ik draag er ook een!) van den grooten Dumas en ik blijf er van spreken, niettegenstaande het mij bekend is, dat niet alles, wot onder zijnen naam is verschenen, ook door hem zelf is ge schreven. Het tegendeel is indertijd uit het proces Naquet gebleken. Duraas-père nu, heeft eene halve eeuw geleden aan Nederland een bezoek gebracht en van zijne bevinding verslag gegeven in een boek, dat, bedriegt mijn geheugen my niet, ten titel draagt Contes et voyages. Welnu, wat denkt men wel dat het meest zijne verbazing heeft gaande gemaakt Men raadt het in neen duizend jaar! Het waren de Friesche wafel kramen, de spelonken der bestialiteit, die sedert ge lukkig van onze kermissen zijn verdwenen. Dumas vond dat zulke opmerkelyk$ dingen dat hij er in zijne reisbeschrijving een nauwkeurig relaas van geeft, dat wordt opgehelderd door een platten grond van zulk een kraamHet tweed»' wat hi} zoo hoogst opmerkelyk vond, was het standbeeld van Erasmus, omdat het door een kunstig, maar onzichtbaar me chaniek, aan het Uurwerk Van den grooten kerktoren is verbonden, zoo, dat Desiderius ieder uur een blad van zyn boek omslaat! Dat heefi men tot zelfs aan een Dumas op de mouw gespeld; hy heeft het in vollen ernst geloofd en te verwonderen is het niet, want de oude Dumas is tot aan zijn dood een groot kind geweest en ge bleven. Zyne levensgeschiedenis, waarby ik in deze van den hak op den tak springende Causerie niet wensch stil te staan, bewijst dit voldingend. Dat het beeld van Erasmus bewerktuigd zou zyn, was een tooversprookje, dat, zoo meende men destijds, het volstrekt onmogelijke mogelijk maakte. Wat zou de vindingrijke man, die het verzon, beden ten dage versteld staan, als hij er getuige van kon wezen hoe de vrucht van zijne verbeeldingskracht werkelijkheid geworden is, zij het dan in tegenoverstelden zin! In de onmiddelijke nabijheid toch van het stand beeld, in een der woonhuizen, is een toestel ge plaatst, dat zijne draden heeft gebracht langs Groote Markt, Hoogstraat en Kerkplein en dat die dra den vervolgens heeft doen opkruipen tot aan de wijzers van het uurwerk, boven in don grooten kerk toren, en nu wordt het uurwerk, schier op onzicht bare wijze, regelmatig en zonder afwyking in bewe ging gehouden, door middel van het bedoelde toe stel naast het standbeeld van Erasmus 1 En wifde men het omgekeerde, men zou Desiderius slechts een ander soort boek in de handen behoeven te geven, om hem workelijk ieder uur een blad te doen omslaan Het zotste van het geval kis, dat elkeen zdo gewoon is geraakt aan het denkbeeld van hèt tooversprookje, dat niemand zich verbaast over het vreemde verschijnsel en dat elkeen op zijn beurt naar de groote torenklok kijkt om te zien hoe laat het is, zonder te bedenken dat het uurwerk tot stilstand is gedoemd en dat de wijzers worden voortbewogen met behulp van het toestel op de Groote Markt. Hetzelfde verschijnsel dqgt zich voor in een aantal stadsgedeelten, waar men thans eene eenvoudige wij zerplaat aangebracht ziet aan het een of andere ge bouw, dan wel boven op eene paal, die er uitziet als eene gewone lantaarnpaal. Ook die wijzerplaten, ver stoken van al wat naar een uurwerk zweemt, geven met de meeste nauwkeurigheid het uur aan. De voorbijganger doet er zijn voordeel mede, doch gaat voor het overige meestendeels onverschillig verder, zonder te bedenken, dat op stuk van zaken deelec- trische klokken eene der wonderen vertegenwoordigen, door de vorderingen der wetenschap tot stand ge* bracht. Een wonder is het ook, waarde lezer, hoo in den* regel mijne voorspellingen worden bewaarheid. Ik heb daar reeds bij eene vorige gelegenheid op gesnoefd en ben er niet weinig trotsch op heden in herinnering te mogen brengen dat ik een paar maandon geleden heb voorspeld dat Rotterdam aan de aanhechting van Delfshaven niet genoeg had en zeer spoedig de an- nexeerende hand verder om zich uit zou moeten slaan. Welnu, de vorige week heeft den Gemeente raad een voorstel bereikt om aan het Hooger Be stuur te verzoeken toestemming ie verleenen tot eene wijziging der Gemeentegrens aan de zijde van Char- loia, IJsselmonde en Overschie. Dit verzoek neemt zeer beschei«lon verhoudingen aan, waaronf' het dan ook, zooals men heeft kunnen zien, den toorn van de Nieuwe Rotterdamche Courant heeft opgewekt, die verlangt dat ten opzichte vooral van Charlois, een stap verder zal worden gedaan. Maar de daaraan verbonden bezwaren, waarop B. en W. in hun voorstel zinspelen, zullen wel van dien aard wezen, dat verder ingrypen op dit oogen blik wel tot de onmogelijkheden zal behooren. Het ligt voor de hand, duukt mij, dat B. en W. het anders wel zouden hebben gedaan. Kralingen wordt nog voor eene wijl buiten spel gelaten, doch het spreekt van zelf dat ook die gemeente weldra een stuk van haar grondgebied aan Rotterdam zal moeten afstaan. Het is toch, om slechts iets te noemen, een onhoudbare toestand, dat de Drinkwa terleiding en de groote Gasfabriek van Rotterdam, gelegen zijn op het grondgebied der gemeente Kralingen. Dat is op den duur evenmin houd baar, als dat havens, kaden en handelsinrich tingen van Rotterdam aan den Linker Maas oever, gelegen zyn of k »men te liggen op het grondgebied der gemeente Charlois. Eene steeds verdere uitbreiding van het territoir van Rotterdam kan niet uitblijven. Petit bonhomme demendra grand l Oef! Ik leg voor heden de pen neder. Mocht dit schrijven den lezer een weinig inconbe- rent toeschijnen, hij gelieve te bedenken, dat d ze brief is Numero Elf, een cijfer waaraan inden regel eene bijzondere beteekenis wordt gegeven. NEMO. van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust 8.a 7.95, Geïmporteerd fust 8.September-, October-, November- en De cember-levering 8.85.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2