BultenlandSGlk Overzicht. de regeeringsvoordracht nauwkeurig te overwegen en de gevolgen van aanneming of verwerping met de meeste zorg na te gaan." In een vergadering der liberale kiesvereeniging De Grondwet te Amersfoort, heeft de heer H. Smeenge, lid der Tweede Kamer voor Meppel, Dinsdag een rode gehouden over den politieken toestands des lands. Als inleiding gaf de spreker een overzicht van hetgeen door de Grondwetsherziening was gewonnen. Die herziening is voor een groot deel te danken aan de liberale partij, die haar wist door te zetten. Zy heeft haar echter ook in de minderheid gebracht. Bij de Kamerverkiezingen, die teu gevolge van de Grondwetsherziening moosten plaats hebben, werd de meerderheid van links naar rechts verplaatst en een ministerie uit de rechterzijde trad dientenge volge op. De oorzaken dezer verandering moesten in de eerste plaats in de slechte economische toestanden van dien tijd gezocht worden, waardoor iedere ver andering door velen als eene verbetoring werd be schouwd. Aan beloften by de stembus ontbrak het niet. De verbonden partijen waren niet spaarzaam in hunne beloften en nog minder in hunne beschul digingen tegen de liberale partij. Spreker toonde uitvoerig aan, dat van de bewoerde slechte administratie dier party reeds twee maanden later niet meer gerept werd; daarentegen reeds in Novoraber van de groene tafel werd verkondigd, dat, hij een eenigszins spaarzaam beheer, van verzwaring der lasten geen sprake behoefde te zijn. Van de bij do stembus gedane beloften is nog, ofschoon het nieuwe ministerie reeds een jaar aan het roer is, nagenoeg geen enkele vervuld. Van de schoolwet ontving spreker eerst Dinsdag morgen kennis, zoodat hij zijn oordeel daarover tot later wenscht op te schorten. Alleen wilde hij nu reeds constateeren dat, behalve een vermindering van het gehalte der openbare lagere scholen, dit voorstel volgens berekening van de Regeering den lande drie-en-een-halve-ton gouds meer zal kosten, ongerekend do veel grootere lasten voor fle ge meenten. Hieruit blijkt, dat de liberale partij niet slecht had gezion, toen door haar op groote finan- cieele bezwaren by eene regeling dezer zaak ge wezen werd. Van bezuinigingen, met zooveel ophef aangekondigd, kan dan ook geen sprake zijn. Verbetering der belastingen, als zeer aanstaande voorgesteld, bleef geheel achterwege niet alleen, maar het uitzicht daarop is voor geruimen tijd ver schoven. Een belasting op het roerend vermogen werd bestreden zoolang geen andere controle dan die door het opleggen des eeds mogelijk was. Spreker vroeg of dit bezwaar eerst na de verkie zingen opgekomen was, en zoo niet, of het dan wel eerlyk was, met die wetenschap veel te beloven en weinig te geven. Het heffen van beschermende rechten, als zeer noodzakelijk aangeprezen, laat niet alleen op zich wachten, maar de premier heeft zelf verklaard, dat van hem geen heffing van graanrechten te ver wachten is. Tegen eene mogelijke invoering van den per soonlijken dienstplicht is reeds zulk een heftige oppositie gevoerd, dat het tot stand komen dier verbetering nog wel. lang op zich zal laten wachten. Voor de door do Tweede Kamer aangenomen een schandelijke rol als een der getuigen gespeeld hebben) maar de dame zou toch nog rijk geweest rijn. Verhaal wat er van haar geworden is." «Na het proces, waarin vele achtenswaardige per sonen schandelijk betrokken waren, verdween Augusta Delaine. Zij had de regeling van hare zaken geheel aan Horace Pulsifer overgelaten, en nooit heeft men in de gezelschapswereld weder van haar gehoord. Een jaar geleden, toen Castleton en zijne vrouw hunne Europesche reis deden, brachten zij verschei dene weken te Parijs door. Bij zekere gelegenheid uit de kerk komende, voelde Castleton zich aan zijne mouw trekken. Hij keerde zich om en zag eene der zusters van Barmhartigheid, eene vereeniging van engelachtige vrouwen, wier toewijding aan be- hoeftigen en lijdenden, zieken en stervenden, haar naam over de gansche wereld met eerbied doet noemen hij zag een van deze, die hem een wei nig ter zijde wenkte. Hij voldeed aan haar verzoek. De «zuster" lichtte haar sluier op en tot zijne ver baring zag hij de gelaatstrekken van Augusta De laine. Zy was bleek; het was eene bleekheid, die nit een hevigen strijd met sterke hartstochten ont staat, maar alle spoor van deze was verdwenen. Zij zag hem een poos opmerkzaam aan, zonder te spreken. Een licht rood kleurde voor een oogenblik hare wangen, maar het was spoedig verdwenen. «Ik hoorde toevallig," zeide hij, «dat gij te Pa rijs waart en ik wilde u gaarne zien. Ik verlangde u te zeggen dat ik zielevrede gevonden heb, den arbeidswet bracht de beer Smeenge gaarne hulde aan den minister vau justitie. Die wet is intnsschen een voortzetting van het streven der liberalen en huldigt dezelfde beginselen als do wet Van Houten. De voorgestelde pensioenregeling achtte de beer Smeengo zeer aannemelyk. Indien ze wordt goedge keurd door de Kamers, zij het ook eenigtins gewij zigd, dan heeft de Regeering recht op den dank van duizenden. Met het grondbeginsel er van, dat de beschikbare gelden besteed worden om een doel zoo dicht mogelijk aan dat der stortingen nabijkomend, stemde hy geheel in. Wegens den beperkten tyd werd geen gelegen heid tot gedachtenwisseling gegeven; met een woord van dank aan den spreker sloot de Voorzitter de vergadering. -Jl* Dit eene vergelijking tussohen Londen en Parys ten opzichte van den prijs der middelen tot levens onderhoud blijkt, dat vroeger en tot het raidden van onze eeuw het leven te Londen duurder was dan te Parijs. Dit is sedert veranderd en tegenwoordig is, volgens de verklaring van een aantal Engelschen die geruimen tijd te Parijs wonen, en van Franschen die zich lang te Londen ophielden, het leven te Parijs omstreeks 30 °/0 duurder dan in de Engelsche hoofdstad. Mevrouw. Goede hemel, wat ziet de keuken er uit! Alle potten en pannen zijn vuil, de tafel ziet er uit als van een kaarsenmakerswinkel. Je kunt den heolen f1 \g wel aan den gang blijven om het weer een beetje in orde te brengen. Wat heb je toch uitgevoerd Koukonmeid. Och mevrouw, de jongedames heb ben mij even gewezen, hoü op de kookschool een aardappel wordt gebakken. De Parysche Gemeenteraad heeft het program ma voor de feesten bij de opening der tentoonstel ling vastgosteld. Maandag 6 Mei om 2 uur 's mid dags kondigen kanonschoten het oogenblik aan, waarop de president der republiek zich aan *t hoofd van don officieelen optocht over de Jenabrug naar het Champ d° Mars begeeft om de voornaamste af- deelingen der tentoonstelling in oogenschouw te ne men. Alle openbare gebouwen en gedenkteekenen, het hoofd plein, bruggen en kaden der Seine zullen met groen en vlaggen versierd zijn. Des avonds is er algomeene verlichting, gondeloptocht met militaire muziek, waarbij voor do eigenaars van schepen en bootjes, die het fraaist versierd en verlicht zijn, ge denkpenningen zijn uitgeloofd. Op den Pont Neuf, het Tuilerieënterras en het eiland Grenelle zullen vuurwerken worden afgestoken, zoodat de Champ de Mars en Trocadëro zich in een zee van licht zullen baden en een electriscbe lamp zal van den Eiffel- toren hare stralen uitschieten over het feestvierend Parijs. De Amerikaansche luchtreiziger Leroux volbracht dezer dagen met gelukkig gevolg op het Tempelhofer Feld te Berlijn eene daling uit een ballon. De parachuut was zoo ingericht, dat de heer Leroux haar met een touw kon openen, terwijl hij zich nog op den ring ouder aan den luchtballon bevond. Het weer wa» zeer ongunstig. Het sneeuwde en hagelde en er woei zulk een hevige wind dat de ballon na stijging plotseling tot eene hoogte van eenigen waren troost, door mij aan de ongelukkigen te wijden. Gij zijt gelukkig met de vrouw uwer keus, maar niet zoo gelukkig als ik ben. God ze- gene u beiden." Zij verdween in eene kleine kapel en Castleton kwam bij zijne vrouw terug, die een weinig verwon derd op hem stond te wachten, niet wetende waar hij bleef. «Deelde hij zijne vrouw het onderhoud mede?" «Dat heb ik niet te weten kunnen komen." «Dus had deze lichtzinnige vrouw van de wereld met al hare zwakheden, toch nog eer duurzaraen vrede gevonden dan de bedaarde Castleton!" «Dat schijnt zoo!" «Wat is er van Croton Ellsworth geworden?" «Hij staat aan het hoofd van de «deftigste ge meente in New-York." «En zijn goddelooze broeder, de zeeman?" «Is wêer voor drie jaar op een nieuwen kruis tocht, terwijl hij van zijne gage ondertusschen de «oude vrouw" zijne moeder, onderhoudt." «En Jacob Illingsworth!" «Werd op zekeren avond uit zijn club t'huis ge bracht met «de beenen vooruit" zooals zijn knecht het zeer aandoenlijk uitdrukte, en te bed gelegd. Hij was door een beroerte getroffen en kon niet spreken maar als zijne ontstelde vrouw aan zijn bed stond, beproefde hij haar te zien en ontmoetten hunne blikken elkander. Beiden dachten aan de gelukkigen eerste dagen van hun huwelyk, met een 2000 voet in plaats van, zooals do bedoeling was geweest, 1000 voet, werd opgevoerd. Plotseling zag men den heer Leroux, die op een afstand niet grooter scheen dan een pop, uit den ballon stappen en terwijl deze in de wolken ver dween, met zulk eene snelheid vallen, dat ieder het ergsto vreesde. Nadat hy omstreeks 100 meter gevallen was, ging de daling zeer langzaam en geleidelyk, ofschoon de koorden van het valscherm door don wind in elkaar verward waren en het zich dus niet geheel kon ont plooien. De wind voerdo den luchtreiziger een eind van de plaats waaï hij was gestegen en ten laatste be reikte hij veilig den grond. Graaf Waldersee, de gouverneur van Berlyn graaf Von Schliefen en vele officieren waren by deze be- langryke proefneming tegenwoordig. De honderd-en-derde algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen wordt te Amsterdam gehouden in het lokaal Stroucken, op Woensdag 12 Juni a. s. onder voorzitterschap van mr. G. A. van Hamel* De volgende voorstellen van het hoofdbestuur komen o, a. aan de orde: lo. adat het onderzoek naar den toestand en de werking van begrafenis- en ziekenfondsen hier te lande worde voortgezet en een beoordeelend verslag be treffende dit tweeërlei onderzoek worde samengesteld b. dat deze verslagen ter kennis vari de departe menten worden gebracht en voor belangstellenden tegen matigen prijs verkrijgbaar gesteld. c. dat, tot dekking van de kosten door het hoofd bestuur worde beschikt, gedurende het dienstjaar 1888/90, over een bedrag van ten hoogste 1500. 2o. Dat de algemeene vergadering het hoofdbe stuur machtige: a. om, met overlegging van een afdruk van het verslag der in het vorig jaar te dier zake benoemde commissie, by de besturen van die gemeenten, welke daarvoor eenigszins in aanmerking kunnen komen, er op aan te dringen dat het oprichten van bureaux voor chemische onderzoekingen, hetzij ten behoeve van hunne gemeente alleen, hetzij in samenwerking met andere naburige gemeenten, door hen worde bevor derd, als zijnde dit van het hoogste belang voor volksgezondheid en volkswelvaart; b. om, mot een begeleidend schrijven, genoemd vor- slag ook te zenden aan de Regeering, de Gede puteerde Staten der Provinciën, de geneeskundige raden, do openbare gezondheidscomraissiën en de Vereenigingen voor Volksgezondheid, opdat deze, hetzij door het verleenen van financieelen steun, hetzij door het betuigen van instemming met het streven der Maatschappij te dezen opzichte, hetzij door beide, het beoogde doel mogen bevorderen; c. om het verslag voor het publiek verkrijgbaar te stellen. 3o. Telken jare eene som van ƒ2250 op de be grooting te brengen voor het doen houden van voor drachten onder de voorwaarden, gelijk deze door de algemeene vorgadering van het vorige jaar zijn vast gesteld en zooals deze zijn opgenomen sub VI der «reglementen en voorwaarden." 4o. Voor het jaar 1880/90 een bedrag van ƒ3000 ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen ter uitkeering, op aanvrage van een departement, tot bet doel, gelijk dit in het besluit der algemeene ver- sraart, die niet gelenigd kan worden. Hij stierf dienzelfden nacht. Harry Ellsworth volgde hem op. «Heeft William Holt zijne vrouw ooit het geheim van de boerderij in de prairie medegedeeld?" «Niet voordat er twee of drie jaren verloopen waren." «Bleef hij de Methodisten-godsdienstoefening bij wonen?" «Geregeld, met zijn vrouw." «En Du Barry?" «Deze voelt zich recht gelukkig in het bezit van een lieve vrouw en verscheidene aardige kinderen." De hoofdpersonen uit myn verhaal kwamen dus ten slotte goed terecht - wat, naar ik hoop, eenmaal van al mijn lezers zal kunnen gezegd worden! ndering van 1881 betreffende de bevordering van kaïist-iüdustrieel onderwys is omschreven. 5o. a. op de begrooting van behoeften zal jaar lijks een bedrag van 500 ter beschikking van het hoofdbestuur worden gesteld; die post zal worden omschreven als subsidien van algemeenen aard en be stemd zijn voor de voorziening in die behoeften der departementen, welke in de andere begrotings posten hare omschrijving niet vinden; b. het hoofdbestuur zal over het verleenen dier snbsidiën vrijelijk beslissen, doch in haar jaarverslag met name vermelden, in hoever en tot welko doel einden het van dat crediet heeft gebruik gemaakt. 6o. In het dienstjaar 1889/00 ter beschikking te stellen van het Nederlandsch Schoolmuseum te Arasterdam, voor de uitbreiding der verzamelingen ran dio instelling, eene som van 500. Het Departement Hindeloopen stelt voor De algemeene vergadering, overwegende, dat de tegenwoordige Regeering eene herziening der wet op het lager onderwijs zal aan bieden, en daarby in aanmerking nomende het ver leden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, hetwelk zich doorloopend kenmerkte door een onop houdelijk streven tot voorlichting van regeering en volk ter zake de algemeene volksontwikkeling, noodigt het bestuur uit: 1. zoodra mogelijk kennis te nemen van de be doelingen der Regeoring ten aanzien van de boven genoemde herziening, en 2o. voor zooverre deze in strijd mochten zijn met de richting, door de Maatschappij steeds voorgestaan en bevorderd en ook nedergelegd in de tegenwoordige wet op het lager onderwijs, daartegen bij de Verte genwoordiging een krachtig protest te doen hooren en, desgevorderd, te dezer zake en ten bekwamen tijd gebruik te maken van zijne bevoegdheid, hem by de eerste alinea van art. 38 van de wet der Maatschappij verleend. Het departement Rotterdam stelt voor: dat de Maatschappij gedurende vier jaren aan de Industrieschool voor meisjes te Rotterdam een jaar- lijksch subsidie verleene van 1000. Hot departement Arum c. a. stelt voor: 1. Het hoofdbostuur uit te noodigen bij de -Re- geering aan te dringen op de invoering van eene wet op het voorbereidend onderwijs." 2. hot hoofdbestuur uit te noodigen bij de booge Regeoring krachtig aan te dringen op een spoedige invoering van leerplicht, Het Departement Winschoten wenscht eveneens het sub 2 voorgestelde. Aan de punten van beschryving is toegevoegd, het rapport van de commissie voor de bureaux voor het onderzoeken vaü levensmiddelen enz. Te Riga beeft een voorval plaats gehad, datbyna dezelfde noodlottige gevolgen had als een gelijksoor tig ongeval, dat verleden jaar te Munchen geschiedde. Acht afgerichte olifanten van het Salamonski-circus werden tijdens eene voorstelling plotseling oproerig. Op een teeken van een hunner, den belhamel, naar 't scheen, die zijn snuit in de lucht stak, begonnen do olifanten naar den uitgang te dringen. Een der stalmeesters sloot de deur doch de voorste olifant drukte ze zonder moeite in. Een dame, die trachtte te vluchten en hem voor de voeten liep, pakte het dier met zijn snuit bij haar middel en zette ze veilig weer op hare zitplaats, maar intusschen drongen de olifanten naar het plaats bureau. Dit wekte hunne nieuwsgierigheid en zij onderzochten het zorgvuldig. Daarna begaven zy zich naar een kleine binnenplaats en begonnen een ge- regelden krijgsdans onder 't uiten van vreeselijke kreten. Daar werden ze overrompeld en nnar de stallen teruggevoerd. Twee echter ontsnapten opnieuw en draafden naar het circus. Dat was ul. de bedoeling. Ze verdwaalden echter en kwamen in oen naburigen tuin terecht, tot grooten schrik van de bewoners van het huis, die door den aanval der olifanten uit hunne slaap gewekt werden. Verscheidene uren had men noodig om de vluchtelingen allen te grijpen en naar huis terug te breugen. In een brief aan den beer Browne, redacteur van een te New-York verschijnend blad, heeft sir Lyon Playfair eenige zonderlinge opmerkingeh aangaande de vrees voor den dood medegedeeld. Tot de voor naamste Engelsche geneesbeereh had de heer Plavfair de vraag gericht, of zij ooit een verpleegde geiend hadden, die bevreesd was te stervenen allen hadden die vraag, op twee uitzonderingen na, ontkennend beantwoord. Zelf had hij drie vrienden gekend, die gedeeltelijk door wilde dieren verscheurd waren, onder oogenschijnlijk hopelooze gelegenheid tot ont komen. Een ervan was de beroemde Afrikareiziger dr. Livingstone, die eens was aangevallen door een leeuw, welke daarop zijn arm begon te verscheuren. Livingstone verzekerde, dat hij geen vrees of pijn gevoelde en dat zijn eenig gevoel dat was van groote nieuwsgierigheid, welk deel van zijn lichaam de leeuw thans zou onder handen (beter nog onder tanden) nemen. Een ander geval wat dat van Rustew Pacha, thans Turksch gezant te Londen. Een beer viel hem aan en scheurde hem een deel van zijn arm af. Hij verklaarde later dat bij noch vrees, noch pijn ge voelde maar wel geducht nijdig was omdat de beer zich met blijkbaar zooveel welgevallen er toe zette, hem te verorberen. Iets dergelijks viel met sir Ed ward Bradfort, een Indisch officier voor. Inderdaad merkwaardige voorvallen! De «American Druggist" verhaalt van eon paard, dat een bril draagt. De eigenaar bemerkte uit ver schillende dingen, dat het dier wat bijziende was, en begaf zich naar een oogheelkundige om zijn paard een bril te laten aanmeten. Het voorwerp werd ste vig aan het hoofdstel vastgemaakt, zoodat het hem niet van den neus kan glijden. In 't begin begreep het paard niets van deze nieuwigheid en vond het half pleizierig. Spoedig echter rankte het dier er zoo aan gewend dat hij er niet meer buiten kon. «Ik had hem", vertelde de eigenaar, «in 'tland gebracht, maar hij bleef voor het hek staan en hin nikte zoo hartroerend, dat ik hem zijn hoofdstel en bril aandeed, waarop hij uit blijdschap en dankbaar heid zijn neus tegen myne schouders wreef. Daarop keerde het dier om en huppelde vroolijk de wei in. Hy kon nu zien wat hij at. De heer A. M. Battye, de machinist van de «Gulf of Trinidad," die Zondag van Barbados te Plymouth aankwam, verhaalt het volgende ongewone avontuur. De boot had zwaar weder op reis van Inquiqne naar Europa. Op zekeren nacht even over twaalven, werd Battye over boord geslagen. Men zag het on geval, wierp onmiddellijk een reddingsboei over boord en de boot stopte. Battye zonk onmiddellijk in ue diepte, maar toen hij boven kwam sloeg hij armen en beenen uit en zwom naar de reddingsboei. De gang, waarin de boot was, verwijderde haar een heel eind en ofschoon dadelijk een sloep werd uitgezet, had men schier geen hoop hem des nachts en bij zulk weder te vinden. Battye verloor spoedig het schip uit het oog en toen het daagde zag hij zich alleen in de reddings boei; een honderd (Eng.) mijlen van alle menschelijke hulp. Den geheelen dag bleef hij drijven, ofschoon de hitte der zon schier ondraaglijk was. Den volgenden nacht leed hij vreeselyk door den honger en dorst en was nu en dan in gevaaf door de haaien ver slonden te worden. Hij hield het met de grootste inspanning nog een dag vol; zijn lichamelijk lijden en zielsangst waren onbeschrijfelijk. Den daaropvolgenden nacht gevoelde hij geen hon ger meer, maar werd door den dorst gekweld. De 3e dag brak aan en vond hem in denzelfden toe stand. Aan den avond van dien dag vond hem een Noor- weegsche bark, zij ging dicht langs hem voorby en de stuurman zag, dat er een man boven water uit stak. De bark draaide bij, men liet een boot in zee en spoedig vond men de reddingsboei met Battye, die er zich aan vastklemde, maar die zijn bewust zijn verloor, toen hij aan boord werd gebracht. De Noorweegsche zeelieden verpleegdÜi hem met de grootste zorg. Een schip dat naar Engeland ging, nam hem op en zoo kwam hij te Plymouth, waar hij zijn merkwaardig avontuur mededeelde. Hij is een knap jong mensch van 23 jaar. De Noorweegsche kapitein behield de reddings boei tot aandenken. Nader bericht men omtrent het vonnis der Haag- sche rechtbank in de zaak Verstege-De Rochemont; De rechtbank nam aan de verdediging van bekl., dat en hoe hij gekomen was tot het schrijven zijner brochure en publiceeren daarvan zonder bepaald oog merk om den heer De Rochemont persoonlijk te grieven en te beleedigen. Zij nam daarbij in aan merking, dat het boek Loudon en Atjoh" reeds lang te voren een onderwerp van heftigen strijd was geweest, en velen dat boek als eenzijdig en partijdig hadden aang-evallen, en openlijk hadden betoogd, dat de feiten en officieele stukken daarin niet naar waarheid waren teruggegeven. Vele onderteekenaars van 't adres tot instelling der beri-beri-commissie hadden bovendien buiten bekl. om op intrekking van de benoeming van den heer De Rochemont als secre taris dier commissie aangedrongen en onder deze omstandigheden is het aan te nemen, dat bekl., de goede vruchten van het werk der commissie, door zijn initiatief in 't leven geroepen, bedreigd achtende, door de benoeming van den fieer de Rochemont, to goqder trouw meende daartegen in het algemeen belang te moeten opkomen. De rechtbank heeft niet de overtuiging verkregen dat bekl. bepaald opzet had den heer De R. te be leedigen en te smaden. Daarvan is bekl. dus vrij gesproken. Maar daardoor zijn niet gerechtvaardigd de vele beleedigende uitdrukkingen, in de brochure vervat, welke niet verklaard kunnen worden dan dopr de bepaalde bedoeling om den heer De Róchemont te beleedigen en diens eer en goeden naam aan te randen. Wegens eenvoudige beleediging is de heer Verstege veroordeeld tot 200 boete. Te Woking in Engeland heeft dezer dagen eene lijkverbranding plaats gehad. Het stoffelijk overschot van den markies van Ely was nit Nizza, waar hij was overleden, naar Engeland vervoerd om volgens uitersten wil van den gestorvenen te worden verbrand. Het deksel der kist werd weggenomen en het in wit gewaad gewikkeld lijk op een slede gelegd en met een rolwagentje in den oven gereden. Op het lijk lag een krans welriekende Napólitaansche viool tjes, het laatste liefdeblijk der weduwe en een kruis van fraaie witte bloemen. Daarop werd de deur ge sloten. In de drie uren was al wat zich in de oven be vond tot asch vergaan. Deze werd in een urn ver zameld, die in een gepolijst eikenhouten kastje ge plaatst werd, waarop, behalve het gewone opschrift, vermeld stond, dat het lijk van den markies ver brand was. Men schrijft uit Soerabaja aan de Javabode «Een overvloed van bedrog in een en hetzelfde geval, zooals mij dezer dagen w d medegedeeld, zon ik eerder in de misdadige annalen van Frank- rijks hoofdstad gezocht dan op een binnenplaatsje van Java gezocht hebben. Ziehier de toedracht, zooals ik die te hooren kreeg. Een stationschef, die, in betrekking by de Oosterlijnen, reeds wegens zijn ondeugende streken gedegradeerd werd (alge meen bevreemddo het, dat hij toen niet finaal werd ontslagen) on een station van minder gewicht onder zich kreeg, bestal den comptabelen beambte van dat zelfde station door middel van valsche sleutels voor een som van 300. Toen die ongelukkige dat tekort bespeurde, ging hij naar zijne grootmoeder te Soerabaja, die eenig vermogen heelt maar hem op dat oogenblik niet kon helpen en naar andere familieleden, die dit ook niet konden, een paar dagen later ging de stationschef, tevens dief, naar Soerabaja en stelde grootmama zooveel verschrikkelijks voor van hetgeen haren lieveling te wachten stond, dat zij het bedrag bij mekaar bracht en den man, die zich zoo edelmoedig al dio moeite gaf, ter hand stelde. Weer op het station liet hij den reken- plichtige bij zich komen. A. Jy hebt een tekort in kas, ja? B. Ja, dat ié waar. En ik zit vreeselijk in de verlegenheid. A. De eene mensch moet den ander helpen en ik zal jou dezen keer ook bijstaan. Hooveel heb je noodig? B. Drie honderd gulden. A. Nu, ik zal jou dat gold loenen. Geef mij maar eene acceptatie en bepaal daarin de intrest, op 2 pCt. 's maands. Zoo bestal deze humane man eerst hem, dien hij bijstond; leende toen voor hem om die bres te vul len en dat geleende geld-gaf hy hem voor zekeren tyd tegen 24 pCt. 's jaars. Als dat geen «comble* is, weöt ik het niet. Het spreekt van zelf, dat grootmama aau klein zoon schreef, waarom hij niets liet hooren van hetgeen hy door tusschenkomst van den stations chef ontvangen had en dat toen de bom ging bar sten. Zwart op wit zal nu dienen bewezen te wor den en dit is mogelijk, werd mij verzekerd dat laatstgenoemde de drie honderd gulden heeft getoucheerd en daarna op gezegde wijze heeft vrucht baar gemaakt. Moeilijker zal hot bewijzen der oor spronkelijke ontfutseling zijn, doch als het eerste op schrift staat, zal ook de diefstal wal waarheid wezon. Eene omstandigheid, die mij verwondert, is de domheid waarmede de speculatie is op touw ge zet. Zoodra de zaak in 's rechters handen is en dezen openlijk daarvan de bijzaken heeft kenbaar gemaakt, zal ik u nadere bijzonderheden mededeelen. Voorloopig laat ik het hierbij, want zelfs met zulke Herrschaften moet men de noodigo voor zichtigheid in acht nemen. De commissie ran instructie uit den Franschen Senaat zet de vervolging van generaal Boulanger voort. Volgens l' Autorité heeft de heer Merlin, voorzitter der commissie van instructie in het proces tegen Boulanger c. s., thans ook huiszoekingen gelast bij goneraal Dnbarail, voorzitter van het Bonapartistiseh .(Victoriaanse!)) comité en een tijdlang minister van oorlog opdor het bestnar van Mac. Mahon, en bij Panl de Cassagnao.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2