BuitenlaiuM Overzicht.
Kantongerecht te Gouda.
PETR0LEUM-N0TEERINGEN
BEU RSBERICHT.
AD VERTENT IÈN.
Cantzla&r Schalkwijk, te Rotterdam.
Afloop van Openbare Verkoopingen
van Onroerende Goederen.
De le loit. kwartiermeester G. F. Frerel wordt
den In October op den intendance-cursus der krijgs
school toegelaten.
Het Haudelebiad en het Nieuw v. den Dag be
vatten zeer waardeerende beschouwingen over van
Milligen's Opera Bkinio. In het laatstgenoemde blad
begint de - heer Dan. de Lange zijn beschouwing
met de volgende inleiding:
In de eerste plaats past een woord van dank aan
allen, die èn het werk èn da uitvoering er van moge
lijk maakten. Wanneer men weet wat noodig is om
een dramatisch werk voort te brengen, wanneer men
weet wat er noodig is om de uitvoering er van tot
stand te brengen, dan sou men alleen het belangrijke
feit willen consteteeren en daarna zwijgen.
Ik huiver bg de gedachte, over zulk een werk het
woord te moeten voeren. Wat wordt er niet een mate
van begaafdheid, van bekwaamheid, van algemeene
kennis, van toewijding, van zelfverloochening, van
zelfvertrouwen vereischt om zulk een werk te ver
vaardigen; en wie kan zeggen wat de uitkomst zal
zjjnf Daarover nadenkend moet men tot de slotsom
'komen, dat een kunstenaar of wel een halve god of
wel een gek is.
Wel bestaan er op het gebied der kunst middel
mannen (op welk gebied vindt men ze niet?), die
zioh tevreden stellen met hetgeen hun 't leven
brengt: brave menschen, noch warm, noch koud.
Maar wie gelooft in zulke menschen, wie gelooft in
zulke kunstenaars? Niemand, Goddank. Zij kunnen
wel gedurende een tijd de menschen verheugen door
hun grappen, zij kunnen wel zoogenaamd geachte
burgers zijn, maar zij zullen ondergaan en niemand
zal meer weten waar hunne plaats was.
Met hen behoeft men zioh niet bezig te houden:
zij zjjn het niet waard. De werken der gekken, die
zelf meenen halve goden te zijn, kunnen somtijds bij
het publiek invloed uitoefenen. Veel hangt daarbij
af van de persoonlijkheid en van de omstandigheden
waarin zjj verkeeren. Menigmaal duurt het eenigen
tjjd alvorens de oogen der omstanders geopend wor
den. Tooh behoeft men ziph over den invloed dezer
verschijningen niet ter verontrusten; ook hun werken
en hun invloed zullen spoedig verdwijnen.
Slechts zij, die werkelijk den stempel van het
ideaal op het voorhoofd dragen, zij zullen voortbe
staan. De een zal slechts enkele schreden kunnen
doen op den- weg/die naar het hoogste voert, de
ander zal het hoogste punt kunnen bereiken, toch
zullen alle uitverkorenen eene plaats innemen en
behouden: niemand kan hun die ontnemen.
Waartoe al dit gepraat,-zal de lezer vragen?
Ik wilde alleen doen gevoelen, dat een kunstenaar
eigenlijk een held, misschien wel een geloofsheld is.
Hij werkt, hij streeft, hij deelt zijn diepste geheimen
in een of anderen vorm mede, onbekommerd of zijn
werken en streven gewaardeerd wordt of niet, onbe
kommerd of zijn denkbeelden worden verstaan; hij
leeft en handelt zoo, omdat hij gedwongen wordt
het te doen, omdat hij niet andors kan. Ik geloof
niet aan de vrijheid van een werkelijk groot man.
Wanneer nu een persoon een werk van moer dan
gowoon belang, van meer dan gewonen omvang tot
stand heeft gebracht, dan begin ik altoos met te
gelooven, dat hij gedwongen hiertoe is overgegaan.
Welke oorzaak bestond er b. v. voor den Heer Van
Milligen om een zeer gemoedeljjko en achtbare plaats
te Gouda vaarwel to zeggen en zich metterwoon te
Parijs te gaah vestigen; opdat hjj een Hollabdsche
opera zou kunnen voltooien? Was het eerzucht? Ik kan
het niet geloovente Parijs is zeer moeilijk eer te
behalen, vooral met eene Hollandsche opera. Wat
het zucht naar verandering? Ik kan het evenmin
gelooven, want sedert zeer vele jaren had de Heer
Van Milligen met het grootste geduld al het aan
gename van eene plaats van muziekdirecteur in eene
kleine stad in Nederland gedragen. En de genoegens,
aan zulk eene plaats verbondon, zijn niet gering.
Wat drong dezen kunstenaar dan zich onverwaoht
terug te trekken uit zijn werkkring en voor zichzelf
te gaan werken? Men kan alleen aannemen, dat de
behoefte om uit te spreken wat in zijn binnenste
leefde hem er toe gebracht heeft, alles op te offeren
aan het eene denkbeeld. Als zoodanig heb ik ach
ting voor den componist; hij heeft daardoor bewezen
een ernstig mensch te zijn.
Een onzer Zuiderzeekapiteins verhaalt, dat zich
verleden week twee Priesche boeren aan boord be
vonden, die nog nooit eene zeereis hadden gemaakt.
Menhad hun als middel tegen zeeziekte verteld, dat
zoo lang z(j land roken, zg geen last van zeeziekte
zonden hebben; vandaar dat onze boertjes, toen zij
aan boord waren, hunne reistasch openden en daar
uit ieder eene groote graszode te voorschijn haalden
om daaraan af en toe te ruiken. Dat dit voor de
andere passagiers een bespottelijk gezicht was en er
hartelijk om gelachen werd, toen beiden al spoedig
hun offer aan de zee brachten, valt licht te begrijpen.
(N. Spt.)
Door het gerechtshof van Baltimore zijn een aantal
scheepskapiteins gestraft geworden wegens mishande
ling van emigranten, die zij voor de oestervangst in
de Chesapeake baai gehuurd hadden. Heeds voor
ruim een jaar kwamen er klachten in wegens on-
mpnschelijke behandeling op deze oestersehepen. De
plaatselijke autoriteit zbnd met politieagenten bemande
booten in zee, maar dezen waren of niet in staat,
of het was hun geen ernst om aan dit misbruik een
einde te maken. Toen kwam de New-Yorker „World"
op den inval, voor eigen rekening een kleine stoom
boot in zee te zenden, zich een bevel tot inhechte
nisneming tegen de onmenschelijke oestervangers te
verschaffen, en den sheriff uit te zenden om de aan
geklaagden in hechtenis te nemen. Op deze wijze
gelukte het een aantal van dezen in hechtenis te
nemen, en voor het gereoht te brengen. De meesten
van hen werden door de gezworenen schuldig bevonden
en door de rechtbank veroordeeld. Bij de veroor
deeling zei de reohter: «De personen, waaraan de
kapiteins zioh vergrepen hebben, waren mannen of
knapen, die vroeger nooit op schepen, ter oestervangst
bestemd, gediend hadden. Deze ongelukkigen lieten
zich op een werfbureau te New-York of Philadel
phia engageeren, zonder te vermoeden, welk treurig
lot hun wachtte, en werden dan bij troepen van
dertig of meer hierheen gevoerd, de meesten slechts
knapen naar lichaamsbouw en leeftijd, geheel onge
schikt voor den harden arbeid, die van hen gevor
derd werd. Zij werden ijlings op schepen gebracht,
waar zij contracten onderteekenden, met wier inhoud
zij onbekend waren. De kosten aan hunne uitrusting
besteed en wat den wervers uitbetaald werd, wogen
gewoonlijk wel op tegen het karige loon van de
eerste twee maanden. Dan voeren zij met de booten
I uit de baai en kwamen eerst na 4 of 5 maanden aan
den wal terug. Onbekend met de taal van den ka
pitein en van de bemanning der schepen, niet ver
trouwd met het matrozeuwerk, waren deze ongeluk
kigen den geheelen tijd aan den zwaarsten arbeid en
aan grove mishandelingen blootgesteld. Velen van
hen zochten te vluchten of zich te verdrinken; velen
kwamen met bevroren ledematen of kreupel terug.
Zoo iets is eene schande voor onze maatschappij."
De straffen waren gering, 30 dagen gevangenis en
60 dollars boete. Opmerkelijk is het, dat verschei
den der hardvochtigste kapiteins trouwe kerkgangers
zijn en aan den wal den vrome spelen. Kerkgenooten
verschenen voor 't gereoht, om in 't belang hunner
vrijlating te getuigen.
In Noord-Amerika, waar, gelijk onzen lezers be
kend is, de doodstraf door middel van electriciteit is
ingevoerd, en eene terechtstelling op die wijze reeds
heeft plaats gehad, heeft men zich in den laatsten
tjjd bezig gehouden met de keuze van een woord,
om aan te duiden, dat een doodvonnis onder toe
passing van electriciteit voltrokken is. Onder de
vele uitdrukkingen, welke door rechtsgeleerden en
electro-technische ingenieurs in overweging zijn ge
geven sohijnt aan de samenstelling van twee Grieksche
woorden, „Electrolithe", tot nog toe de voorkeur ge
geven te worden. Van een ter dood gebrachten per
soon zou men dus kunnen zeggen, dat hij „electro-
lithed" is, terwijl aan den voltrekker van het vonnis
den euphonischen titel van „Electrolither" zou kunnen
worden gegeven I
Ook op de woorden „Electrocute" en „Electrocide"
is gereflecteerd.
Over de internationale postzegeltentoonstelling te
Amsterdam, van wege de Nederlandsche Yereeaiging
van Postzegelverzamelaars gehouden, deelt het „Han
delsblad" mede:
Pe drie millioen postzegels, waarvan een millioen
bij hoeveelheden van honderd netjes in lijsten is
opgehangen, een tweede millioen tot een Eiffeltoren
is gebouwd, een derde millioen botweg in eene kist
ligt, gaan wij stilzwijgend voorbij. Indien zij eenig
belang hebben, dan is het om het reusachtige cijfer,
en te allen tjjde heeft de massa minder gegolden
dan de hoedanigheid van enkelen, lntusschen een
millioen is een oerbiedwokkend cijfer, en een millioen
postzegels te verzamelen vereischt heel wat geduld.
Van moer belang is echter de verzameling des hoeren
J. H ProvóKluit te 's-Gravenhage.
Ook hij heeft eene groote hoeveelheid. (13,000)
postzegels bijeengebracht, doch zij hebben stuk
voor stuk belang en het is dus geen wonder, dat
hot „postzegelalbum" van dezen „phylatelist", even
als dat van den heer Ferrari te Parijs, zoon van de
pas ovorleden hertogin Van Gallierra, den omvang
van geheele kamers beslaat. Laat ons er bijvoegen,
dat de verzameling van den heer Provo-Kluit nog
niet zoo belangrijk is als die des heeren Ferrari, al
kan zij het misschien worden, en dat de hoer Fer
rari niet op deze tentoonstelling heeft ingezonden
en er ook niet wordt gemist. De Magdeburgeche
Perein für Briefmarkenkunde heeft eene volledige
verzameling van Eoropeesche zegels. Zij is dus
van zeer veel belang ter vergelijking in de verschil
lende landen onderling.
De heer mr. P. Kloss te Dresden is een bekend
schrijver op het gebied der postzegelleer. Zijne Per-
zeichnis und Beschrtibung aller Poetkarten mit aufge-
Een schrijfster ben ik! liet ze zioh in eens
ontvallen.
W»tf
Ik Moet er onbeschrijflijk gek uitgezien hebben
met mijn verbluft en half ingezeept gezicht.
Jij een schrijfster riep ik ten laatste lachend
uit.
En ik heb mijn honorarium al binnen ook!
Drommels, heb je soms je dagboek van het
zeebad openbaar gemaakt?
Zij luisterde niet naar mijn vraag en hield mij
stralend van vreugde tusschen duim en wijsvinger
van haar fijn handje een tienstuiverstukje voor.
Een heel tienstuiverstukje! Op welk gebied
der letterkunde hebt gij u zulk een vermogen ver
worven?
Zij biechtte tronw op.
Goddank, zij had geen novelle op haar geweten
en evenmin een gedicht gemaakt. Zij had enkel een
recept medegedeeld, hoe men pruimen dient in te
leggen.
Ik was nu gerust en schoor, innig verblijd over
het welslagen der eerste letterkundige proeve mijner
vrouw, ook de andere helft van mijn gezicht. Ach!
hielden alle vrouwen zich maar aan dat veld der
letterkunde I
Met uitzonderingen heb ik vrede.
Nu naderde de gewichtige dag; nooit zal ik dien
vergeten!
Er ontbrak een knoopje aan mijn hemd. Op mijn
lessenaar, in alle laadjes zocht ik vergeefs naar het
doosje stalen pennen. Die beide gevallen waren iets
geheel nieuws in mijn geregeld bestaan. Zoolang ik mij
herinneren kon, had ik tijdens mijn veeljarig huwelijk
nog nooit aan eenig kleedingstuk een knoop gemist.
Mijn vrouw kreeg een kleur. Zij begreep niet,
hoe zij zoo iets over het hoofd had kunnen zien.
Ijlings herstelde zij de fout en ging de linnenkast
stuk voor stuk nazien.
Haar oprechte verlegenheid over zulk een onbe
duidend iets trof mij. Ik gaf haar een zoen en
plaagde haar met haar overdreven netheid.
Het pennendoosje werd op Joh's schrijftafel terug
gevonden.
Eenige dagen later was de soep aangebrand.
Mijn vrouw was troosteloos.
Zeker een nieuw recept? plaagde ik.
Je ben verfoeilijk! zei ze geërgerd en de tranen
sprongen haar in de oogen.
Ik at egu dubbele portie van de soep, om haar
weer tot Wdaren te brengen, en verzweeg dat het
mij vreemd voorkwam waafiom zij nog in haar och
tendjapon aan den middagdisch was verschenen.
Er moest met mijn vrouw iets gaande zijn, dat
merkte ik wel. Zij was geheel anders dan gewoonlijk,
erg verstoord en dikwijls in gepeins verzonken. Dat
was ik niet van haar gewoon.
's Avonds nam ik haar in 't verhoor.
Zeg eens Joh, zoo begon ik ik geloof dat
je- weer - een valsohen tand hebt!
Zij keek mij verbluft aan.
Wat bedoel je? vroeg zij.
Je hebt iets op je hart, kindlief!
Volstrekt niet! Hoe kom je daaraan?
Je ben zoo veranderd, zoo
- Maar, wat maak je jezelf toch wijs, manlief;
er scheelt me niet het geringste.
Ik geloof 't tooh wel
Maar man, je doet al heel vreemd.
Daar heb je 'tal, nu zou 'tnog aan mij liggen.
Ik betoogde dat ik in elk opzicht de oude was.
Zij bleef het antwoord niet schuldig en het eind van
de twist was een jokkornij en een kus.
Toch kon ik die nacht niet rustig slapen en werd
gekweld doo» allerlei gedachten over ïoh.'s toestand.
Zij zag er werkelijk bleek en ontdaan uit.
Die bezorgdheid bleef me bij ook in mijne
zaken.
Soheelt er iets aan, manlief? Bij die vraag
streek zij met haar poezelig handje over mijn voor
hoofd om er de rimpels van weg te vagen.
Natuurlijk was ik zoo gezond als; een vmbjije in
het water. a w
Heb je zdrgen? vroeg zij vereférjBrliezon
in zaken? O, jij verzwijgt me zeker heir een of
ander
Ik had juist een voordeeligen koop gesloten.
Dat stelde haar gerust.
Wordt vervolgd.)
drukte» WerOutempel; zijne Couverten der Per. St.
ton Nordamerica; zijne GeecAickte der Potheertk'
zeicken dee Königreujh Sacheen, worden door alle ver
zamelaars geraadpleegd. Voot deze tentoonstelling
heeft hij zijne verzameling van over de 700 Ameri-
kaansche briefomslagen gezonden, in alle hunne
variëteiten van grootte, snit, papiersoort en kleur.
De heer A. H. Wilson to Londen heeft zich hoofd
zakelijk bepaald bjj postzegels van Nieuw-Zuid-
Wales; de heer C. Joris te Munchen bij Beierache
postzegels; de heer O. Pfenniger te Sint-Gallen bij
Zwitsersche zegelsde heer K. George te 's-Graven
hage bij postzegels van Portugal en zijne koloniën;
de heer K. M. Richter te Leipzig bg Spanje en
zgne koloniën. Uitgebreider dan deze laatste inzen
dingen is die van den heer J. Lindau te Heidelberg,
die met succes eene verzameling van Europeescbe
zegels heeft aangelegd; terwijl het den heer K. Manus
alhier gelukt is, eene vrij talrijke collectie zeldzame
postzegels bijeen te brengen.
Te gelijk verdienen genoemd te worden de collec
ties A. E. Glarenwald te Gössnitz (Saksische en
Grieksche zegels); A. H. van den Berg te Utrecht
(Nederland en koloniën) en Ernst Keiler te Tnest
(Sardinische Couverten).
Wij hebben slechts de voornaamste verzamelingen
genoemd, doch er zijn nog vele andere, die belang
rijk zijn. i
Hoogst belangwekkend is de collectie afbeeldingen
van brievenbestellers van alle landen en verschillende
postkantoren, en van groot historisch belang de ver
zameling ballonpostbrieven van het beleg van Parijs,
toen de menschen hunne brieven schreven op kleine
krantjes, waarop eene zijde onbedrukt was gebleven,
die dan kon dienen voor dén brief. Ook vindt men
er eene belangrijke collectie van hoogst zeldzame
zegels, en dat niet bij een of twee te gelijk, maar
in tal van variëteiten, o. a. een geheel blad met zegels
uit Nieuw-Caledonië, dat, uit de hand geteekend,
het borstbeeld van Napoleon III telkens anders aan
geeft. De heer Wilson te Londen is er de gelukkige
bezitter van, en zijne niet groote verzameling is meer
dan 1500 pond sterling waard.
Van letterkundig belang zijn de fragmenton van
een uit postzegels vervaardigd' behangsel. Eene arme
teringlijderes, die te Nizza bij Alphonse Karr logeerde,
kreeg van den schrijver der ÏPeepen, om eene bezigheid
tn hebben, tot taak zijne briefwisseling te schiften.
Zij bewaarde alle postzegels en begon er een behangsel
van te maken, dat zij echter niet voltooide. Hare
zustor, mejuffrouw Lacombe te Pont-de-la-Tour (dep.
Var), heeft haar werk op deze tentoonstelling inge
zonden.
Er worden in Europa tegenwoordig ongeveer 4200
soorten van bloemen gekweekt, en menigeen zal zich
verbazen en eenigen spijt gevoelen, als hij verneemt,
dat slechts 420 soorten daarvan, dus juist 10 per
cent, welriekend zijn. Geur, de bijzondere dichterlijke
eigenschap der bloemen, is dus uitzondering en geen
regel.
De witte bloemen zjjn het talrgkst, daar er in ons
werelddeel 1194 soorten van die kleur bestaan,
terwijl daaronder ook naar verhouding de meeste
welriekende soorten voorkomen, namelijk 187. De
andere kleuren zijn geel, 961 soorten, waarvan 77
welriekend, rood, slechts 823 soorten, doch 84
daarvan bezitten geur, blauw, 694, waarvan 31
welriekend, violet, 308, slechts 18 welriekend,
en 230 meerkleurige soorten, waarbij er 28 zijn,
die geur hebben.
Heden morgen te kwart voor 7 zou generaal
Boulanger per extra-trein uit Brussel vertrekken om
te 9.10 te Ostende scheep te gaan naar Engeland,
met eene boot, die de South-Easteru Railway te
zijner beschikking gesteld heeft.
De Fransche regeering heeft niet uitdrukkelijk
verlangd, dat Boulanger uit België zou worden ver
wijderd, en de Belgische regeering heeft den generaal
evenmin het verblijf op haar grondgebied verboden;
maar de geheele zaak is langs officieuzen weg be
handeld. De Fransche gezant Bourée Het den
Belgischen minister van buitenlandsche zaken, prins
do Chimay, duidelijk merken, dat Boulanger's vertrek
haar, met het oog op de houding der Fransche pers,
niet onaangenaam zou wezen en toon waarschuwde
de minister den geperaal op dezelfde wgze.
In overleg met den heer RoehSfort besloot generaal
Boulanger do eer aan zioh te houden en uit Mgen
beweging te vertrekken. Daarom zeggen de Bou-
langistische bladen dan ook, dat de generaal, gehoor
gerend aan een uitnoodiging zijner vrienden, sleohts
voor een paar weken naar Londen gaat en daarna
weer naar België zal terugkeeren. Dit zal echter
in geen geval gebeuren.
De Commissie van instructie uit den „Senaat gaat
haar gang on hoort verschillende perionen. Van
moeielijkheden hoort men daarbij niet, hoewel de
Boulangisten zich blijven roerent Men houdt feest
malen en toespraken, waar het echter niet altijd
even ordelijk toegaat.
De procureur-generaal Quesnay de Beaurepaire,
die do vervolging van Boulanger heeft ingeleid,
heeft het natuUrlqk bg diens aanhangers hard te
verantwoorden.
Een ware vloed van smadelijke en lasterUjke
artikelen wordt over het hoofd van den man uit
gestort. Het zijn niet alleen de zuiver Boulangis-
tische bladen, die daarvoor hun kolommen open-
stollen, ook anti-republikeinsche organen doen mee
aan dat werk. De procureur-generaal heeft een
vervolging tegen verscheidene bladen ingesteld. Ten
opzichte van Laguerre is hg nog verder gegaan.
Tegen dezen heeft hij namelijk een aanklacht ingo-
diend bij de orde van advocaten wegens het vol
gende door hem geteekend artikeltje in de „Presse":
„Ik hob te Brussel het requisitoir gelezen van
het individu, dat door de weigering van een
magistraatspersoon den titel van procureur-generaal
bij het hof van appèl te Phrijs voert. Ik vind er
deze uitdrukking in„In een door den heer Laguerre
bijeengeroepen vergadering heeft de heer Boulanger
verklaard, dat hg zich de veelvermogende mede
werking van het leger verzekerd heeft; dat ver
scheidene garnizoenen beslopen zijn hem te volgen
dat hg zelfs te Parijs een kern van getrouwe'
onder de bezetting voor zich gewonnen heeft. Hi
bedoelde individu heeft gelogen.» Wat de proci
reur-generaal hier in het midden gebracht heefl
wordt, naar men verzekert, in een der proces
stukken, waarvan hij verplicht was kennis te nemen,
gostaafd.
Boulanger is zoozeer de held van den dag in de
politiek, dat men bitter weinig aandacht schenkt
aan het plotseling uit de lucht gevallen geschil
tusschen Italië en de Porto naar aanleiding van het
incident van Prevesa tusschen den Italiaanschen
consul en den Turkschen gouverneur van Janina.
Crispi, die in do onbeleefdheid van den laatste om
het bezoek van den oonsul niet te beantwoorden
een ontzettende beleediging jegens Italië schijnt te
zien, heeft door den ItaUaanschen gezant van de
Porto laton eischen, dat de gouverneur van Janina,
na een bezoek gebracht hebben aan den consul te
Prevesa om hem zijn excuses aan te bieden, van
zjjn post teruggeroepen zou worden. Weigerde de
Porto aan Italië deze voldoening,, zoo zou een Ita-
liaansch fregat den onhoffelijken gouverneur wel
mores leeren.
De Porto heeft onder uiteenzetting van de feiten
aan den heer Crispi doqo weten, dat zij geen enkele
reden ziet om de gevraagde satisfactie te schenken.
Om ochter een bewgs van haar goeden wil in deze
zaak te geven, wil zij haar gouverneur uitnoodigen
of den Italiaanschen consul te Janina te bezoeken
en hem de kwestie te verklaren of dezen uitleg
schriftelijk te geven aan de beleedigde partij, den
ItaUaanschen consul te Prevesa; evenwel wenscht
de Porto uitdrukkelijk in het licht te stollen dat
deze stap een uitsluitend persoonlijke is van de zijde
van den gouverneur.
Crispi heeft hierop verklaard nadere bijzonder
heden over het gebeurde uit Prevesa te willen af-
wachton, alvorens een definitief antwoord op het
voorstel van Turkije te geven.
Misschien is bij ontvangst dier nadere mede-
deelingen de drift van den Italiaansshen premier
reeds bekoeld. Zoo niet, dan zullen toch de tal
rijke, reeds aangekondigde interpellaties in de kamer
over de politiek ten opzichte van Abyosinië den al
te prikkelbaren Crispi genoeg te doen geven om
hem te beletten aan het geschil met de Forto een
ernstiger karakter te geven,
bende van het jachtwator, 2 boete van drie guide
of 1 dag voor elke boete; met verbeurdverklaring
en bevel tot uitlevering van het geweer en de
eendvogel; bij niet uitlevering te vervangen door
betaling van f 1.50 voor het geweer en f 0.50
voor de eendvogelbg niet-betaling te vervangeo
door hechtenis van een dag voor iedere niet-
uitlevering;
11. V-, te Reeuwijk, wegens het op 2 verschillende
tijdstippen jagen op waterwild op Zondag in ge
sloten jachttijd zonder voorzien te zijn van bui
tengewone machtiging, 2 boeten van drie gulden
of 2 dagen voor elke boetemet verbeurdver
klaring en bevel tot uitlevering van het geweer
en den eendvogel, bij niet-uitlerering te vervangen
door betaling van. f 1.50 voor het geweer en
f 0.50 voor do eendvogel; bg niet-betaling te
vervangen door hechtenis van een dag voor iedere
niel-uitleveriug.
K. de J., te Reeuwjjk, wegens le het jagen op
waterwild zonder de vereischte jaéhtacto, 2e het
jagen op Zondag in gesloten jachttijd zonder
voorzien te zijn van eene buitengewone machti
ging en van schriftelijk bewijs en vergunning van
ie den eigenaar van of rechthebbende op het jacht-
ysL, water, 8 boete van drie gulden of 2 dagen voor
elke boete; met verbeurdverklaring en bevel tot
uitlevering van het geweer en de beide geschoten
eenden; bij niet-uitlevering te vervangen door
betaling van f 1.50 voor het geweer en van
f 0.50 voor iedere eendvogel; bij niet-betaling
te vervangen door hechtenis van een dag voor
niet-uitlevering;
T. v. d. H., te Gouda, wegens openbare dronken
schap gepleegd bij 3e herhaling, hechtenis van
8 dagen.
H. K., te Gouda, wegens openbare dronkenschap
gepleegd bij le herhaling, hechtenis van 3 dagen.
Bovenstaande personen zijn tevens allen veroordeeld
in de kosten van het rechtsgeding.
Pirijgeeproken is C. B., te Nieuwerkerk aan den
LTsel, ter zake van het visschen in eens anders
vischwater zonder voorzien te zijn van eene schrif
telijke vergunning van de eigenaar van- of recht
hebbende op dat visohwater.
De kosten van dit rechtsgeding te dragen door
den staat.
ZITTING van den 24 APRIL 1889.
Mr. J. H. van MIEROP, Kantonrechter.
Mr. A. W. C. WENTHOLT, Ambtenaar van het
Openbaar Ministerie..
De navolgende personen zijn veroordeeld.
G. M., te Hekondorp, wegens het zonder daartoe
gerechtigd te zijn laten loopen van zijn kippen
in eens anders tuin 1.50 of 1 dag.
C. v. d. B., te Gouda, wegens het op een openbaren
weg in de. provincie Zuid-Holland als geleider van
een hondenkar de honden niet voorzien hebben
van muilkorven, 1 of 1. dag.
A. W., J. R. eü H. H., allen te G^uda, wegens het
's nachts visschen in eens anders visohwater zon
der vergunning, of 2 dagen. Deze beklaagden
zijn vrijgesproken ter zake van het door een keer-
net den visch den doortocht beletten.
C. d. J., te Reeuwijk, wegens het jagen op Zondag
in gesloten jachttijd op waterwild zonder voorzien
te zijp van eene buitengewone machtiging en
zonder vergunning van den eigenaar of rechtheb-
van de Makelaars
De markt was heden flauw.
Loco Tankfust 7.75, Geïmporteerd fust 7.85
Mei-levering 7.65, September-, October-, Novem
ber- en December-levering 8.10.
CORRESPONDENTIE.
De belanghebbende, die ons een briefkaart schreef over den
toestand van zekere vereeniging, tal bij het bestuur zeker
alle verlangde inlichtingen kunnen bekomen. DB Redactie.
VEILING 24 APRIL.
Koffiehuis de Kap met Erf en Tuin, aan de Karne-
melksloot, voor 4200.kr. P. A. de Leur te
Hardingsveld.
AMSTERDAM, 24 April.
Per Telegraaf.)
Binnenlandsche fondsen vast. Indischen opnieuw
wtllig. Buitenland algemeen goed prijshoudend.
Warschau-Weenon 3 hooger.
Bevallen van een Zoon, C. G. J.
DROSSAERS—van due Gabdin, Echtgenoot»
van
O. L. DROSSAERS.
Breda24 April 188Ö.
De ondergeteekenden betuigen bp deze,
mede namens hunne Kinderen, Behnwd- en
Kleinkinderen, bonnen hartelijken dank voor
de vele bljjken van belangstelling, die zij
mochten ondervinden bij gelegenheid hunner
35-JARIGE ECHTVEREENIGING.
C. KROOK.
M. KROOK-
van der Vaart.
Gouda, 23 April 1889.