nro. I )EN. ek. men. De Onderwijswet. 1889. 3903. n :k I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Dinsdag 30 April. FEUILLETON. Laine, iren. in. arkt. koord, 1XANDER- leuren, dito El of afge- stuk, DIJNEN af. Zn. DEREN ieiring*. De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. 1ÜSEN I KA,VI manden, ideerd, i ituk, bij lIDEN, aketbakker. Zn. LONS. i I C S) k Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, ’t welk des Maandags verschijnt. I t goudsche courant. El. El. El. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Naar het Duitech. aten gratis. AN Zoon. en r No. 1839 IDAG van Hötel «db lorgens tot rat tot de het inzet- AD VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. on» verzoek door geweld te u dsarop «Alleen voor de rechtbank zullen wij elkander wederzien; denk daar wel aan, mijnheer!” «Voor elke rechtbank zal ik weten te verantwoor den, dat ik als vrij Engelschman voor niemand in den nacht mijn huis heb te openen. Als uw zaak zoo rechtvaardig is als de mijne, zal u recht gedaan worden. En daarmee uit; goeden nacht!” Bij deze woorden keerde de jonkman zich om, ging in huis en sloot de deur. Waarschijnlijk in de hoop dat hij zich zou be denken en terugkeeren, wachtte de andere nog eenige oogenblikken. Hij vergistte zich echter, de deur bleef gesloten, er bleef hem niets over dan naar het rijtuig terug te keeren. „Een verduivelde dwarsdrijver!” zeide hij tot iemand in het rijtuig. „Die haalt ons een leelijke streep door de rekening. Toen ik haar eenmaal gezien had, dacht ik dat wij haar zonder fout binnen weinige oogenblikken weer in onze macht zouden hebben. Daar komt die ezel er tusschen en bederft alles.” „Ge hebt do onderhandeling niet volgens mijne inzichten gevoerd,” sprak de man in het rijtuig op knorrigen toon. „Waartoe dient het oen man te dreigen, als men de macht niet heeft hem te dwin gen? In ieder geval zou het beter geweest zijn te beproeven of hij door geld tot toegeven te bewegen was.” „Dan was het geraden geweest, dat eens gezinspeeld hadt, mijnheer ren te maken zijn - bij den minister Mac kay het ernstige streven op te merken om aan de bezwaren zijner partij te gemoet te komen, zonder het peil van het lager onder was bedenkelijk te doen dalen. Wel verhoogt hij het maximum van leerlingen, dat aan één onderwijzer kan worden toevertrouwd, doch dit is waarschijnlijk geschied met het oog op de financieele gevolgen die de toelage uit 's Rijks kas, ook aan de bijzondere onder wijzers, hebben zal. Deze houding van de regeering maakt het den liberalen mogelijk het ontwerp in ernstige overweging te nemen. Dit wil niet zeggen, dat zij bereid zullen be vonden worden zich neder te leggen bij het ontwerp, zooal het daar ligt, maar niets belet hun thans de vraag te stellen of op dezen grondslag gestreefd kan worden naar pacificatie op het gebied dyr lagere^ school. Ware de minister gekomen met een ontwerp,'dat de blijken droeg van onverholen streven naar vernietiging van ons openbaar onderwjjs, dan zouden de liberalen stellig als één man hun non pouumui hebben doen hooren en zij zouden den strijd hebben aangehouden zonder zich over de politieke gevolgen van dien stap te bekommeren. Thans echter nu de Regeering blijkbaar de bedoeling gehad heeft een formule te vinden om voorloopig een einde te maken aan den schoolstrjjd of dien althans te temperen, past het ons het ontwerp zonder vooringenomenheid en onpartijdig te on derzoeken, daarbjj in de eerste plaats lettende op EERSTE HOOFDSTUK. „Dat wil ik volstrekt niet, maar ik wil u opmer ken, dat u niet meer op eenig antwoord van mij behoeft te rekenen, als u voortgaat tot mij te spre ken als een rechter van instructie.” „Het is geenszins mijn bedoeling u te kwetsen. Ik deel u daarom kortweg mede, dat het vrouws persoon, die u in huis hebt genomen, slechts een uur geleden uit Bedlam is ontvlucht.” „Ik neem acte van uw verklaring.” „U weet toch, wat Bedlam is?” „Ongetwijfeld, u bedoelt het groote krankzinni gengesticht Bedlam.” ‘„Juist en daar u weet uit welke plaats zij ont- X vlucht is, zult u wel begrijpen, dat wij haar den nacht niet willen laten doorbrengen buiten het ge sticht, waaraan zij ter verpleging is toevertrouwd.” „In dat geval liadt ge verstandig gehandeld door haar in uw macht te krijgen, voor dat zij in mijn huis kwam.” „Zoudt ge werkeljjk zoo dwaas willen zijn u te verzetten tegen onze opeisohing? Wji bezitten de de meerderheid uitmaken Deze opvatting wordt n versterkt dOtJT de «hier algemeens fngénömen- heid, waarmede het ontwerp door de organen J van die zjjde is begroet. Van dien kant kan de Regeering gerust zjjn. Ongetwijfeld is het tjjdstip der indiening met zorg gekozen. Het komt tijdig genoeg om de kerkelijke kiezers, voordat zjj hun vertegenwoordigers naar de Pro£ Staten afvaardigen, gerust te stellen en hun te toonen, dat zjj niet door ijdele beloften zjjn gepaaiddaarenboven is het een middel om de beide fraotiën, wier wegen, met het oog op de legerorganisatie, uiteen begonnen te loopen, onder hetzelfde vaandel te hereenigen. Welken indruk maakt nu het ontwerp op ons, liberalen Het is natuurljjk moeiljjk in bijzonderheden dadeljjk «en oordeel te vellen over eene nieuwe regeling, waarbij zooveel be langen betrokken zjjn. De practische gevolgen zijn niet met één oogopslag te voorzien. Doch wij meenen niet ver van de waarheid te zijn, indien wij vermoeden dat vele liberalen na in zage van de wet een zucht van verlichting slaakten, omdat zij erger dingen verwacht hadden. Ook wij moet# erjeennen, dat onze eerste indruk niet ongunstig was. De minis ter heeft eene niet onverdienstelgke proeve ge leverd van de wijze, waarop de eischen zjjner politieke vrienden te vereenigen zjjn met zijne grondwettige verplichting om te zorgen voor voldoend openbaar onderwjjs. Niet dat wjj voor ons delven niet liever de tegenwoordige regeling zonden willen behou den, waarvoor wjj zoo lang hebben gestreden, maar wjj staan voor het feit, dat bljjkens de laatste verkiemngen de beirt der natie zich door de wet van 1878 verongelukt acht. Daarmede moet rekening gehouden worden en naar con stitutioneel gebruik behoort aan den wensch der meerderheid zoo mogelijk te worden voldaan. Zoolang de liberalen de meerderheid hadden in de kamer, hebben zij daarvan gebruik ge maakt om hun beginsselen toe te passen dit recht kan thans aan de tegenpartjj niet wor den betwist. Het was alleen de vraag, wat bij de tegenwoordige regeering den doorslag geven zoude belangen harer party of die van het onderwjjs d. i het algemeens belang. En nu meenen wjj afgescheiden van de bjjzonderheden, waaromtrent gegronde bezwa- de belangen van het volksonderwijs. Het is nooit De Regeering heeft het ontwerp ingediend, dat als eerste nummer voorkwam op haar pro gramma en dat dan ook de voornaamste re den van haar bestaan is. Immers jaren lang hebben de kerkeljjke partjjen haar aanvallen gericht op de bestaande schoolwet, haar grie ven daartegen vormen nagenoeg den eenigen band, die de heterogene bestanddeelen samen houdt en onder deze strjjdleus hebben zjj ten slotte bij de stembus de overwinning behaald. Het is begrijpelijk dat de heer Mackay den tijd heeft genomen om zjjn ontwerp rjj- peljjk te overwegen, voordat hjj het bij de Tweede Kamer inzond, en dat het dus be schouwd kan worden als de belichaming der wenschen van de beide staatspartijen, die thans noodige middelen om ondersteunen.” „De dreigende toon, dien ge nu slaan, bevalt mij nog minder dan zoo even uw vra gen als rechter van i het gesprek afbreken.” „Alleen in uw eigen belang, niet in het mjjne, wil ik u den raad geven, dat ge niet door een voor- Lever ons het meisje uit en wij zullen ons van schijnt wel of er u veel aan gelegen is gelieft aan te instructie. Laten wij daarom „Alleen in uw eigen belang, niet in het mjjne, wil ik u den raad geven, dat ge niet door een voor barig besluit onmogelijk maakt, dat wjj het eens werden. Lever ons het meisje uit en wij zullen ons van hwK verwijderen, zonder u ooit weder lastig te vallen.” „Itat schijnt wel of er u veel aan gelegen is uw beschmmelinge spoedig weder in uw macht te heb ben! \k ben echter volstrekt niet van zins aan uw verzoek'te voldoen!” „Zooals ik u reeds zeide, is dit om mijnentwil. Ik laat mij alleen leiden door belangstelling in u. In ieder geval wonen in dit huis personen, die u dierbaar zijn; behoed die voor mogelijke noodlottige gebeurtenissen door ons de vluchtelinge uit te leve ren. Zij is in hooge mate gevaarlijk en heeft reeds zooveel onheil veroorzaakt, dat zij noodzakelijk zorg vuldig bewaakt moet worden.” „Bah, het kind, dat ik met één hand zou kunnen bedwingen zou dat inderdaad zoo gevaarlijk zijn? Dat geloof ik zoo gaaf niet. Neen, ik heb mijn besluit genomen en zal er de gevolgen van dragen. Ik zeg u daarom voor dit oogenblik: goeden nacht! Morgen aan den dag ben ik voor verdere onderhan- delingen te vinden, mijnheer!”

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1