Buitenlandseh Overzicht.
Brieven-uit de Hoofdstad.
In Engeland zijn uitstekend geslaagde proeren
genomen met een nieuw model hoefijzer zonder na
gels, dat thans bij het leger in gebruik is, en met
een eenvoudigen stalen band aan den hoef wordt be-
restigd. De band wordt orer de kroon om den hoef
gelegd en daarna met een stalen haak met het toon-
gedeelte ran het ijzer rerbonden. Aan dit laatste
zijn drie kleine rerhoogingen aangebracht, welke in
den hoef gelaten kunnen worden om het rerschuiren
|egen te gaan. i
Ieder soldaat kan nu na een zeer kortstondig on
derricht met behulp ran een hamer of steen in 3 a
4 minuten van den tegenwoordig benoodigden
tijd) een nieuw ijzer aanleggen. Het nieuwe ijzer,
dat licht, duurzaam en goedkoop is, laat den hoef
volkomen rrij zich uit te zetten en te groeien.
Militair Blad).
Officieels rerantwoordelijkheid is in China heel
wat anders dan inEuropa. In de Be/tin Gazette
maakte de gourerneur der prorincie Honau onlangs
bekend, dat ongereer 30 kisten met kogels, te
zamen een ton wegende, zijnde gouvernements-
oigendom, te Kai-feng Eu in een tempel waren
geborgen onder de bewaking ran een soldaat, terwijl
een onderofficier er tweemaal in de rier-en-twintig
uren inspectie orer (noest houden.
De soldaat, die zeer arm was, want waarschijnlijk
was zjjn soldij rer ten achteren, zooals gewoonlijk
bij Chineesohe troepen, kwam op het denkbeeld
zich wat ran die kogels toe te eigenon en deed op
rersohillende tijden grepen in de kisten. Wat hij
nam, rerkocht hij aan een loodgieter, die de kogels
rersmolt. Op deze wijze deed de soldaat ran
liererledo het grootste, gedeelte ran het hem toe-
rértrouwde goed rerdwijnen, en toen hij begon te
begrijpen, dat de diefstal den een of anderen dag
moest uitkomen, besloot hjj aan de zaak het roor-
komen te geren alsof andere dieren de daad hadden
gepleegd. Op een goeden nacht smeet hij de ledige
kisten door elkander op straat en zette hij de deur
ran den tempel open. Des morgens kwam de
onderofficier als naar gewoonte inspectie houden,
zag de ledige kisten en sloeg geloof aan de ge
schiedenis, die de soldaat hem opdischte.
Hij rapporteerde den diefstal aan zjjn luitenant
en deze aan den generaal, welke laatste de hulp
der burgerlijko autoriteiten inriep. Zoodra deze do
zaak onderzochten, gisten zij spoedig wie de ware
sohuldige was en hij bekende. Nu werd in de eerste
plaats de soldaat, de eigenlijke dief, reroordeeld tot
honderd gecselslagen en dwangarbeid aan de grens:
een ronnis, dat ongereer gelijk staat met de dood
straf. De onderofficier, die wol tweemaal in het
etmaal was komen kijken, maar de moeite niet ge
nomen had om na te zien of de kisten wel rol Waren
kreeg tachtig geesclslagen en werd uit den dienst
ontslagen. De luitenant werd geschorst, teneinde
roor medeplichtigheid aan den diefstal terecht te
staan, maar hij rerdween en zijne zaak werd uitge
steld, totdat hij, ingerolge een der tegen hem uit-
geraardigde berelschriften, zou zijn gearresteerd.
Ten slotte werd het departement te Pekin aange-
schreren om de straf te bepalen, die den berel-
roerenden generaal moest worden opgelegd.
In dit geral werd de schakel der rerantwoorde
lijkheid gerolgd, ran den laagsten ambtenaar tot
den hoogsten, en niemand mocht zeggen, dat hij er
niets mede te maken had, dat het hem onmogelijk
was zich met al die bijzonderheden in te laten, dat
hjj zijne ondergesohikten koos naar zijn beste weten,
maar niet roor hen instond, enz. Dit geroel ran
onderlinge afhankelijkheid en rerantwoordelijkheid
heerscht ran den sjouwerman op de straat tot den
Keizer in zijn paleis. De Hemel straft zelfs den
Keizer ais zijne ondergeschikten slecht regeeren, en
als de straf niet ophoudt, gaat het rolk gelooren,
dat de Keizer roor het regeeren niet geschikt is.
In China kan dus niemand zeggen „ik doe mijn
plicht en niemand kan mij wat maken." Ook kan
daar niemand beweren, gelijk zoorele regeeringscom-
missiën in Europa, dat het systeem en niet het in-
diridu te laken is. Integendeel ontrangt daar ieder
indiridu, die niet dapper mede helpt zorgen, dat
het systeem goed werkt, zonder genade zjjn straf.
(Zondageblad).
Terwjjl de commissie roor de arbeids-enquête,
door de Tweede Kamer ingesteld, uit negen leden
bestond, zal de Staatscommissie, die de Begeering
thans in het leren wil roepen, uit 13 personen bestaan.
Tot dat getal is de Begeering gekomen, wjjl de
commissie in drie secties, elk ran 4 leden, zal ge
splitst worden. Het dertiende lid zal algemeen secre
taris zijn en bij geen der afdeelingen geroegd worden.
Die afdeelingen kunnen hare rerhooren afnemen
waar de commissie dit gewenscht acht en borendien
zullen de leden toegang hebben tot de fabrieken en
werkplaatsen. Wordt hun de toegang geweigerd,
ook na rertoon ran hunne machtiging, dan rerschaf-
fen zij zich dien desnoods met inroeping ran de
hulp ran den sterken arm. Het spreekt ranzelf,
roegt de Mem. r. Toel. hierbij, dat ran de bevoegd-
heid tot binnentreden een zeer bescheiden gebruik
moet worden gemaakt, rooral wanneer da huisrrede
in den engeren zin ran het woord daarbij is be
trokken.
Daarbij wordt aan de fabrikanten geheimhouding
gewaarborgd van de bijzonderheden van hun bedrijf,
op het voetspoor ran art 16 ran het door de Tweede
Kamer reeds goedgekeurde ontwerp ran wet op den
vrouwen- en kinderarbeid. Bekendmaking door een
lid der Staatscommissie ran hetgeen hem omtrent
een bedrijf is bekend geworden en waarvan hem
geheimhouding verzocht is, behoort strafbaar te zijn
op den roet ran art. 27 2 Wetboek ran Strafrecht,
waartoe eene bepaling wordt voorgesteld als in art.
15 van evengenoemd ontwerp.
De straf waarmede de schending ran geheimen
bedreigd wordt is ten hbogste 6 maanden gevange
nis of ten hoogste 600 boete met of zonder ont
zetting van het recht aittbten te bekleieden.
Getuigen die opgeroepen zjjn en niet verschijnen
óf wel verschenen zijnde, weigeren te antwoorden,
zijn strafbaar. De rechtbank van het arrondissement,
waarin de weigerachtige getuige woont, kan hem
gedurende ten hoogste zes maanden doen gjjzelen.
Behalve in het geral van vervolging wegens mei
need, kunnen nimmer verklaringen roor een afdeeling
der enquête-commissie afgelegd, als bewijs in rechten
gelden, hetzij tegen den getuige, hetzij tegen derden.
Het wetsontwerp bepaalt terons, dat de getuigen
schadeloosstelling zullen ontvangen, indien zij dat
mochten verlangen.
Die schadeloosstelling zal ten eerste bestaan in een
vergoeding ran de reis- en verblijfkosten, die de
getuige werkelijk, zjjn maatschappeljjken stand in
aanmerking genomen, heeft moeten maken. Daarbij
kan desverkiezende ook eene billjjke schadeloosstelling
roor tijdverlies worden genoten, indien werkelijk na
deel door tijdverlies is geleden. Dit laatste zal dik-
wjjls niet het geral zijn, bij voorbeeld ten aanzien
van personen, die eene raste bezoldiging genieten en
hebben gereisd en verhoord zijn in den tijd, dien zij
anders geacht worden aan hunnen bezoldigden werk
kring te besteden.
Omtrent het congres, dat te Parijs dit jaar zal
worden gehouden betreffende hetgeen buiten dade
lijke bemoeienis der overheid roor het volksonderwijs
van allerlei aard is gedaan, kunnen wij mededeelen,
dat in een vergadering vanwege de «Ligue dé l'en-
seignement" onlangs onder leiding van haren voor
zitter, den bekenden volksschrijver Jean Macé ge
houden, de volgende besluiten zijn genomen.
Het doel van het congres is:
lo. De eerste bouwstoffen te verzamelen voor
een algemeene statistiek van hetgeen door bijzondere
krachten in alle beschaafde landen voor het volks
onderwijs wordt gedaan;
2o. Een lijst te vormen ran de namen der rer-
eenigingen, stichtingen en personen, die zich in de
verschillende landen aan die taak wijden en hen
door een gemeenschappelijken band te vereenigen.
De volgende indeeling is vastgesteld:
o. scholen;
b. cursussen qn voordrachten;
c. boekerijen en musea voor het rolk;
d. ambachtsonderwijs.
Het behandelen van paedagogische vraagstukken
ligt niet op den weg van het congres. Het doel is
alleen elkander op de hoogte te stellen van feiten
betreffende het bijzonder ouderwijs en wel datgene
dat gegeven wordt niet als bedrijf of beroep, maar
alleen ten behoeve ran de volksopleiding, dus met
offers van particuliere zijde, hetzij dau daarvoor al
dan niet tevens van overheidswege bijdragen in een
of anderen vorm worden verleend. Ook hetgeen ten
behoeve van schoolkinderen buiten het onderwijs
gedaan wordt, valt onder de zaken waaraan het
congres zijn aandacht wijdt, zooals: het uitreiken
yan prijzen, voedsel, kleederen enz., het aanmoedi
gen van schoolbezoek, o. a. door het doen van uit
stapjes, het houden van voordrachten, feesten enz.
Omtrent elk ran de vier genoemde afdeelingen
wenscht het bestuur uit ieder land een afzonderlijk
overzicht te ontvangen. Wanneer dezelfde verslagge
ver zich met de behandeling van alle vier belast,
verzoekt het bestuur hem, aan elk een afzonderlijk
hoofdstuk te wijden. De instellingen die meer dan
ééne dier afdeelingen behartigen, worden uitgenoo-
digd dezelfde verdeeling in acht te nemen.
Tevens wenscht men gaame een overzicht te ont
vangen van de namen der instellingen en der mannen
en vrouwen, die aan deze edele taak hun zorgen
besteden, en zulks te gelijk met eene geschiedenis
der instellingen, de wijze waarop zjj werken, de mid
delen waarover zij de beschikking hebben en de ver
kregen uitkomsten.
De gegevens, die uit de verschillende landen in
komen, wenscht men te verzamelen en uit te geven,
op de wijze die op het congres zal worden bepaald.
Kaarten tot bijwoning van het congres zullen na
1 Juni e. k. koeteloos worden verstrekt aan allen,
die hun medewerking verleenen en aan de afgevaar
digden van de instellingen die zich laten vertegen
woordigen. Het congres zelf wordt op Maand% 4
ge u in een fatsoenlijke familie en onder de bescher
ming eener achtbare dame bevindt, dat het mij
wenscheljjk moet voorkomen iets naders omtrent uw
persoonlijke omstandigheden te vernemen. Spreek
openhartig en verzwijg ons niets; alleen doorweder-
zijdsch vertrouwen zullen wij in staat zijn een be
sluit te nemen over de stappen, die gedaan moeten
worden om u geheel gerust te stellen."
«U verlangt mijn naam te weten, mynheer Lund,"
sprak het meisje, terwijl zij schuw naar de vensters
en de deur keek, alsof zij zeker wilde zijn, dat nie
mand haar hoorde dan de aanwezige personen. «Voor
dat ik u dien noem, smeek ik u aan niemand te
verraden, dat ik hem aan u heb toevertrouwd. Ik
heet Alice Norman. Vergeet dien naam weer, zoodra
ge hem gehoord hebt, hjj brengt ongeluk aan."
«Ik begrjjp niet wat u daarmee bedoelt. Waar
wonen uwe ouders?"
«Zij zjjn beiden sedert jaren dood."
«Arm meisje, nog zoo jong en reeds wees!"
zeide Edith, die tranen in haar oogen voelde opwel
len. «Hoe gelukkig ben ik, dat God mjj mijn goede
moeder heeft laten behouden."
«Ja, u is gelukkig, mejuffrouw," zeide Alice met
een teederen blik op Edith, die naast haar zat.
«Zie mij aan, ik leef ook, ik heb ook recht op ge
lukkig zijn, ik heb ook recht op bemind te worden,
maar tot op den dag van heden heb ik nog niemand
leeren kennen, die zulk een gevoel voor mij koes
terde; allen haten mij, allen vervolgen mjj, allen
treden mij met voeten. Zeg mij, waarom geschiedt
dit, terwijl ik nog nooit eenig mensch heb leed
gedaan
De toon, waarop zij deze weemoedige klacht uit
sprak, trof haar toehoorders in het hart. Doch on
danks alles was nu voor mevrouw Lund de tijd
'verstreken, dat zij haar nieuwsgierigheid in toom
kon houden.
«Het is zeker treurig, dat het u zoo slecht is
gegaan," zeide zij. «Maar daar is nu niets meer
aan te veranderen. Het is voor ons echter de vraag
hoe u in die bijzondere omstandigheden gekomen
zijt. Ik mag er over nadenken, zooveel ik wil, ik
kom telkens weer tot dezelfde slotsom. Wanneer
men vier weken lang in heel Londen wilde zoeken
naar een jong meisje, dat na middemaoht zonder
schoenen in de natte straten ging wandelen, zou
Bezwaarlijk iemand het geluk hebben, zoo'n meisje
te vinden."
«Slechts een zonderlinge aaneenschakeling van
omstandighoden bewoog mjj om mij zonder behoor-
lijk schoeisel op straat te wagen. Zij hadden mijn
schoenen weggenomen, omdat zij vreesden, dat ik
zou trachten te ontvluchten. Ik ontsnapte daarom
op kousen, zoodra het gunstige oogenblik daar was."
"Maar zeg mij om Gods wil: wat bewoog u om
in zulk een toestand te vluchten van de plaats, waar
ge u bevondt?"
«Omdat mijn verblijf daar niet vrijwillig doch
gedwongen was; omdat men mjj beroofd had van
de vrjjheid en ik aan dien onnatuurljjken toestand
een einde wilde maken."
«Juist wat ik dacht!" riep Mevrouw Lund uit,
en sloeg de handen samen. «G# zijt uit de gevan
genis ontvlucht! Wij hebben eene misdadigster in
huis genomen 1"
»U geeft toe aan een vrees, die geheel ongegrond
is, mama!" zeide Walther op geruststellenden toon.
«Hier is geen sprake van een vlucht uit de gevan
genis mejuffrouw Norman is uit Bedlam, het krank
zinnigengesticht, ontsnapt."
Deze openbaring werkte op mevrouw Lund, alsof
er een bom voor haar voeten viel. Zij gaf alle
blijken van ontzetting en rukte haar stoel een groot
eind van de tafel terug.
«Uit Bedlam, het gekkenhuis," riep zij over alle
leden bevend. «Maar Walther, breng je eene waan
zinnige in mjjn huis." Je stelt mij en je zuster
bloot aan het gevaar, dat wjj in onze woning aan
gevallen, geworgd worden en bljjft daar zitten, alsof
er niets gebeurd whre, alsof het niets te beduiden
heeft! Op alle manieren moet u op staanden voet
dit huis verlaten, mejuffrouw I Keer onmiddelijk
terug naar de plaats, vanwaar ge ontvlucht zjjt en
stoor geen minuut langer den vrede van eene familie,
bjj wie het u gelukt is binnen te sluipen door van
de goedaardigheid van mijn onnadenkenden zoon
gebruik te maken met de sluwheid, die aan waan
zinnigen eigen ia!"
Wordt vervolgd.)
Augustus geopend; plaats en uur zullen in tjjds worden
nsdegedeeld.
Inlichtingen worden verstrekt en inzendingen inge-
ncht door den algemeenen secretaris der Ligue, den
heer Chennovières, 14 rue J. J. Boueseau te Parijs.
Ann eene beschrijving van de vrooljjke toiletjes
wolke ik heden zag, zal ik mij niet wagen,
schrijft de Parjjsohe Correspondent van het «Hbl>
te minder daar zelfs zij, die oordeelen kunnen, mij
verzekerd hebben, dat de mode op het oogenblik
een mengsel is uit allerlei tijdperken. Ook zij be
hoort thuis in het museum der revolutie; want naast
de lange jas der „dictature" ziet gij, zooal geen
japon «moyen age," dan toch een bekoorlijk toilet
«Louis XV» of een costuum «Anne d'Autricbe»,
noode verborgen onder een mantel met «capuchon
conspirateur."
Ik begrijp, dat gij liever wat minder geschiedkun
dige maar meer practische aanduidingen wilt, en
daarom noteer ik de lijven met ceintures en de ronde,
lange japonnen met plooien, de aardige Pompadour-
manteltjes en dan vooral de hoedjes die aan fantas
tische kolibrinestjes doet denken. Eene modiste had
san eene dffme van mijn kennis het kenmerkende
woord gezegd: het zijn «soupqons" van hoedjes, zoo
klein, zoo ragfijn, zoo rein en zoo rjjk. Van den
winter zag men ze al in schouwburgen; nu zijn zij
natuurlijk nog kleiner en lichter geworden. Mevrouw
De Stacl schrijft ergens over dergelijke hoeden; zij
noemt ze tulbanden; indien ge me eene heel laffe
woordspeling wilt vergunnen, zou ik van zandtaartjes
willen spreken. Doeh ook de grootere hoeden blijven
in zwang: de luifels, die nu rond zijn, het geheelo
hoofd omgeven van voren en ter zijde, doch van
achter ophouden, de eigenlijke hoed is plat, evenals
verleden jaar; liet stroo dikwijls dpengewerkt doch
bedekt met geplooide kant, is zij vooral getooid met
bloemen. Op het oogenblik ziel men het meest
seringen, vioietjes en lelietjes van dalen.
In Japan kan men nog altjjd, ondanks de invoe-
ring der Europeesche mode, naar het kapsel eener
vrouw haar stand en persoonlijkheid booordeelen.
Een Engelsch reiziger schrijft daarover: «De manier,
waarop het baar van mijne vriendin is opgemaakt,
duidt aan, dat zij weduwe is en nooit meer zal
trouwen. Den leeftjjd en het geslacht van een klein
kind kan men aan het haar zien, en wol aan den
haarbos boren den hals, aan den haarkring op den
schedel of aan den haarbos, die van voren bljjft
staan, terwjjl al het andere haar afgeschoren is.
Het haar van een meisje van acht of negen jaar is
j van achteren met rood krip bijeengebonden en van
j voren afgeschoren. Jonge dames maken het haar
ivan voren hoog op en van achteren vlindervormig,
jmet goud- of zilverdraad of vederen doorvlochten,
en dragen er gouden knopjes of andere in 't oog
vallende haarspelden in. Zeer elegante jonge dames
maken bjj voorkeur het achterhaar op in den vötm
van een halven waaier. Eene gehuwde vrouw moet
het haar in den vorm van een waterval dragen.
Eene weduwe, die wel zou willen hertrouwen, draagt
hst haar gevlochten en dan om eene groote schild
padden haarspeld gevloohten, die horizontaal op het
achterhoofd vastgestoken is. Wanneer eene weduwe
eohter vast besloten heeft nooit woer te trouwen,
snjjdt zij het achterhaar kort af en kamt het voor-
haar zonder scheiding naar achteren."
Men ziet daaruit, dat de Japansche vrouwen veel
verbeeldingskracht moeten bezitten om al die kapsels
te verzinnen.
Het verzet tegen de suiker-oonventie neemt in
Engeland toe. Guljjk roeds bekend ia, zullen de
leiders der parlementaire oppositie het reeds aange
boden ontwerp tot bekrachtiging der oonventie na
drukkelijk bestrijden, doch in de laatste dagen heb
ben ook onderscheidene ministerieele afgevaardigden
zioh tegen haar verklaard en een achrjjvep aan den
hoer Smith gereed gemaakt, waarbjj do intrekking
van het ontwerp wordt vorzooht.
De Samoa-conferentie hield giaterenmiddag te 2'/.
uur hare eerste zitting in de congreszaal van hot
paleis van den Duitschen Bijkskanselior. Debjjeen-
komst duurde tot kwart vóur 4 uur. Op voorstel
van do Duitsche vertegenwoordigers is besloten, aan
gaande het verhandelde stipte geheimhouding in
aeht te nemen.
De Duitsohe regeering heeft weer moeilijkheden
met Zwitserland over de geheime agenten, door wie
1 l8c'le P°'*tie de sociaal-democraten in Zwitser
land laat in het oog houdon. In het vorige jaar
werden, geljjk men zioh zal herinneren, door de
tsersche re8eering eonigo dezer agenton over de
grenzen gezet en nu heeft zij er weer een in hechtenis
doen nemen.
De Duitsohe politie-inspecteur Wohlgcmut uit
Mulhauson werd te Beinfelden in het kanton Aargau
door de Zwitsersche politie gevat, en wel op grond
eener beschuldiging, dat hij verschillende personen
roor geld had trachten te bewegen hem als agents
provocateurs van dienst te zjjn. Men kent de werk
zaamheid dezer personen. Zij moeten zich voordoen
als sociaal-democraten, op de hoogte komen van
de geheimen der ballingen en hen zoo mogelijk
aansporen tot misdaden, waardoor zij in handen
der politie komen en hun het verblijf in Zwitserland
kan worden ontzegd.
Dat de Zwitsersche regeering personen, die der
gelijke diensten verrichten, niet op haar grondgebied
wil dulden, is volkomen begrijpelijk. Naar men
beweert, zijn bij Wohlgemut papieren gevonden,
waaruit blijkt, dat hjj door den vorigen Pruisiscben
minister van binnenlandsche zaken, den heer Von
Puttkamer, was aangesteld en met medeweten van
den minister als spion in Zwitserland werkzaam
was. Blijken deze berichten juist te zijn, dan
zullen de vertoogen der Duitscheregeering over
de inhechtenisneming van den inspecteur wel niet
veel baten.
De Bondsraad heeft echter beloofd de zaak
nauwkeurig te zuilen onderzoeken en liet daarvoor
alle stukken naar Bern opzenden. Met dit antwoord
moest de Duitsche gezant te Bern, die Wohlgemuts
vrijlating verlangdo, zich voorloopig tevreden stellen.
Uit Bome wordt gemeld, dat Koning Humbert
20 Mei met den Prins van Napels de reis naar
Berlijn aanneemt en wel over den Gottbard, dus
niet over Weenen.
De Weener tramkoetsiers zjjn op 12 na allen weer
aan 't rijden. Naar aanleiding van het besluit betref
fende de tariefregeling en het geven van concessie
voor nieuwe lijnen heeft de meerderheid van den
raad van administratie der maatschappij ontslag ge
nomen. Volgens het officieel verslag zim 460 per
sonen wegens medeplichtigheid aan de ongeregeld
heden gevangen genomen en zullen meer dan 136
daarvan terechtstaan. Het aantal gewonden bedraagt
206, waaronder 20 soldaten en 38 politiebeambten.
De schade aan de maatschappij en particuliere ei
gendommen toegebracht, wordt geschat op 1000.000 fl.
Verder heeft de maatschappij, naar men berekent,
door de stremming van het verkeer 30.000 fi. schade
behalve de boete van 60.000 fl., haar door den ge
meenteraad opgelegd.
Vreemdelingen, die eerst Botterdam en dan onze
hoofdstad bezoeken, moetenoordeelend naar hetgeen
zjj op de straat kunnen waarnemen tot de slotsom
komen dat de benaming van tweede koopstad des
Bjjks, aan Botterdam in de wandeling toegekend,
op gebrekkige onderscheiding hernat. In de Botte-
stad immers rollen de zwaardreunende sleeperswagens
in het midden der stad u modderbespattend voorbij;
de Amstelstad kunt ge doorwandelen zonder door
een opmerkeijjk getal dezer hulpmiddolen voor den
handel uwe opmerkzaamheid getroffen te vindon. Zjj
nu, die Amsterdam kennen, weten dat dit nog weinig
zegt, wjjl door den bouw dor stad, in een halve
maan om het IJ, met vestiging der voornaamste
pakhuizen en der stations tevens aan den kant
van dit water, het handelsverkeer tot de buitenwijken
zich blijft beperken en ten andere, voor de in de
stad, aan de grachten gelegen, pakhuizen, hot
goederenvervoer grootendeels te water geschiedt.
Intussctien zou do eerste" opvatting omtront den
toestand van onzen handel veel kans op bevestiging
vinden, wanneer vreemdelingen een bezoek gingen
brengen aan dat deel onzer stad, 'twelk door zjjn
naam zich als het centrum der beweging schjjnt aan
te duiden: de Handelskade. Wie, op een tochtje
langs het IJ, daar verzeild raakt, moet wol zeker
weten dat er in onze stad toch nog wat omgaat,
om haar niet als eene ville morte in zjjn reisboek te
noteeren. In plaats van de levendigheid, door Von
del van het Amsterdam der 17e Eeuw met zooveel
voorliefde geschilderd, is hier alles doodsch. De
lange rjj van pakhuizen schjjnen leeg, de kranen
vergeten weg te roesten. Nu en dan geeft een
voorbjjrjjdende goederentrein, een paar huiswaarts-
keerende werklieden eenig teekon van leven in
die eenzaamheid; en tenzjj ge het treft, dat juist
oen der Weat-Ameriksanache booten aan den steiger
geland is, wordt ge door het gevoel van verlaten
heid zoo ter neergedrukt, dat ge als goed vader
lander tevens met moeite dien indruk te boven
komt. Wat een geld heeft het stichten van al
die inrichtingen niet gekost, en hoeveel hoop op
eene verlevendiging van onzen handel heeft haar
openstelling niet doen rijzenIs de ondernemings-
goost ten onzent werkelijk zoo dood of ligt de
schuld van die verlatenheid elders? Zal de opening
van het Morwedo-kanaal hoe lang al niet in het
vooruitzicht gesteld P hier baat moeten brengen;
of is het minder de handel die kwjjnt dan wel de
kade die voor den handel ongeschikt is. Heeft deze
zijn vroeger op andere gedeelten van IJ geplaatst
verkeer daargelaten, en schrikken wellioht de hoogo
kosten van het gebruik der daar gevestigde inrich
tingen af?'
Iq een debat, kmtelings in onzen Baad tusschen
een vertegenwoordiger van den handel en den
wethouder van publieke werken over dezen toestand
der kadegevoerd, heeft de laatste de schuld ge
geven aan den slapenden ondernemingsgeest onzer
handelaren, de eerste daarentegen de hooge gebruiks
kosten der inrichtingen als de oorzaak aangewezen.
Het gevolg dier discussie is een voorstel van eenige
raadsleden tot verlaging der kosten geweest en
schoon ons gemeentebestuur zich aanvankelijk er op
beriep, dat elders die kosten even hoog waren, is
het, nu de ingewonnen adviezen van twee handels
lichamen zich voor die verlaging verklaarden, met
een voorstel tot wijziging bjj den Baad gekomen.
Het is te hopen, dat de aanneming dier nieuwe
regoling een einde zal maken aan de droefgeestige
verlatenheid van een dier gedeelten onzer stad,
waar wij het drukst verkeer zouden wenschen te
ontmoeten.
Nu ik eenmaal met den handel bezig ben, wil
ik meteen nog een paar woorden zeggen over de
onlangs door mij besproken beweging tegen Eigen
Hulp. Niet dat deze eeaigen bepaalden voortgang
gemaakt heeftmaar omdat de gehouden bijeen
komsten der Vereeniging Middenstandeen winkelier,
oud-handelsreiziger, aanleiding hebben gegeven tot
het mededeelen van eenige, zeer karakteristieke er
varingen indertijd door hem ten aanzien der win-
kelvereenigingen van Eigen Hulp opgedaan. Hij
deelt toch mede wat trouwens voor de hand
ligt dat de heeren bestuurders eener dusdanige
vereeniging eigenlijk van den inkoop der waren
geen verstand hebben en daarbij meer te rade
gaan met de persoonlijkheid van den verkooper dan
met den prijs der warenzoo dat de meest welle
vende en buigende agent, die hooger prijzen vraagt,
meer kans heeft op het plaatsen van orders dan
de goedkoopere, maar minder toeschietelijke con
current. En nu moge in gewone winkels, vooral
waar de dames iets vermogen, persoonlijke voorkeur
voor den een of anderen reiziger voor hem vaak
een uitnemend bondgenoot zijn bij den handelaar,
die voor eigen rekening zaken drijft, blijft de prijs
toch steeds de voornaamste factor. Hij moet zorgen
de concurrentie het hoofd te kunnen biedenhjj
moet dus actief, voorkomend en goedkoop wezen
en zorg dragen op de hoogte te blijven van zijn
vak. En wanneer dan gelijk de bedoelde rei
ziger mededeelt het mogelijk is, dat bij eene
coöperatieve winkelvereeniging een der bestuurders
zjjn gewezen koetsier met zijn gewezen keukenmeid
gehuwd, het beheer over zulk een magazijn doet
opdragen, dan is de vrees der winkeliers, dat
Eigen Hulp hen zal overvleugelen, zeker voorbarig,
zoolang zij zelvon maar bjj do pinken blijven. De
concurrentie tusschen het eigenbelang van den des
kundigen particulieren ondernemer en de onkunde
en geringen jjver van den kwaljjk bezoldigden be
heerder eener coöperatieve voreeniging, wordt voor
den eerste nooit doodeljjk.
Ik weet niet, of ik u er al over gesproken
heb, en zoo niet dan mag ik mjj er wel mee
haasten, want de pret is haast gedaan dat wij
hier op dit oogenblik hier vooijaarskermis hebben.
Dit is eene soort van plaatsvervangster voor de
echte, oude kermis van de maand September. En
echt is deze allerminst. Zij bepaalt zich tot de
aanwezigheid van kramen, galanterie-, poffertjes- en
wafelkramen, beuevens eenige draaimolens in ver
schillende gedeelten der stad. Die verspreiding en
de vrjj lange duur der aanwezigheid een vier
weken maakt dat slechts zjj die het genoegen
hebben in de buurt der markten te wonen, waar
die kermis haar tenten op sloeg, er iets van mer
ken en dat iets in den vorm van liefeljjke geuren
en kindergeraas. Voor het overige hoort men weinig
of niets er van. Bij gebrek aan de onvermijdeljjke
spellen of spullen, is er van een kermjsuitgang
voor volwassenen geen sprake meer. Hef geheel
is een schim van onze vroegere groote, dolle ker
mis uit de Septembermaand, waaraan wjj nu nog
jaarljjks herinnerd worden door de kermisstukken,
welke men in onze schouwburgen pleegt te geven,
het openstellen tegen een kwartje toegangsgeld van
Artis en het Panoptioum en de fooien, welke
ons thans einde October met den wensch «plei-
zierig najaar 1», worden afgevraagd.
De tjjd van het jaar, waarin wjj nu verkeeren,
begint trouwens voor avonduitgangen al minder en
minder geschikt te worden. De langere dagen' en
de (nog verwachte) temperatuurvorhooging doen het
winterseizoen in de eerste dagen van Mei eindigen.
De Parksohouwburg sluit 29 dezer zjjn deuren, ten
minste voor het Hollandsch operagezelschap; de laat
ste voorstelling van de Fransche opera is tegen