Buitenlandseh Overzicht. Brieven-uit de Hoofdstad. In Engeland zijn uitstekend geslaagde proeren genomen met een nieuw model hoefijzer zonder na gels, dat thans bij het leger in gebruik is, en met een eenvoudigen stalen band aan den hoef wordt be- restigd. De band wordt orer de kroon om den hoef gelegd en daarna met een stalen haak met het toon- gedeelte ran het ijzer rerbonden. Aan dit laatste zijn drie kleine rerhoogingen aangebracht, welke in den hoef gelaten kunnen worden om het rerschuiren |egen te gaan. i Ieder soldaat kan nu na een zeer kortstondig on derricht met behulp ran een hamer of steen in 3 a 4 minuten van den tegenwoordig benoodigden tijd) een nieuw ijzer aanleggen. Het nieuwe ijzer, dat licht, duurzaam en goedkoop is, laat den hoef volkomen rrij zich uit te zetten en te groeien. Militair Blad). Officieels rerantwoordelijkheid is in China heel wat anders dan inEuropa. In de Be/tin Gazette maakte de gourerneur der prorincie Honau onlangs bekend, dat ongereer 30 kisten met kogels, te zamen een ton wegende, zijnde gouvernements- oigendom, te Kai-feng Eu in een tempel waren geborgen onder de bewaking ran een soldaat, terwijl een onderofficier er tweemaal in de rier-en-twintig uren inspectie orer (noest houden. De soldaat, die zeer arm was, want waarschijnlijk was zjjn soldij rer ten achteren, zooals gewoonlijk bij Chineesohe troepen, kwam op het denkbeeld zich wat ran die kogels toe te eigenon en deed op rersohillende tijden grepen in de kisten. Wat hij nam, rerkocht hij aan een loodgieter, die de kogels rersmolt. Op deze wijze deed de soldaat ran liererledo het grootste, gedeelte ran het hem toe- rértrouwde goed rerdwijnen, en toen hij begon te begrijpen, dat de diefstal den een of anderen dag moest uitkomen, besloot hjj aan de zaak het roor- komen te geren alsof andere dieren de daad hadden gepleegd. Op een goeden nacht smeet hij de ledige kisten door elkander op straat en zette hij de deur ran den tempel open. Des morgens kwam de onderofficier als naar gewoonte inspectie houden, zag de ledige kisten en sloeg geloof aan de ge schiedenis, die de soldaat hem opdischte. Hij rapporteerde den diefstal aan zjjn luitenant en deze aan den generaal, welke laatste de hulp der burgerlijko autoriteiten inriep. Zoodra deze do zaak onderzochten, gisten zij spoedig wie de ware sohuldige was en hij bekende. Nu werd in de eerste plaats de soldaat, de eigenlijke dief, reroordeeld tot honderd gecselslagen en dwangarbeid aan de grens: een ronnis, dat ongereer gelijk staat met de dood straf. De onderofficier, die wol tweemaal in het etmaal was komen kijken, maar de moeite niet ge nomen had om na te zien of de kisten wel rol Waren kreeg tachtig geesclslagen en werd uit den dienst ontslagen. De luitenant werd geschorst, teneinde roor medeplichtigheid aan den diefstal terecht te staan, maar hij rerdween en zijne zaak werd uitge steld, totdat hij, ingerolge een der tegen hem uit- geraardigde berelschriften, zou zijn gearresteerd. Ten slotte werd het departement te Pekin aange- schreren om de straf te bepalen, die den berel- roerenden generaal moest worden opgelegd. In dit geral werd de schakel der rerantwoorde lijkheid gerolgd, ran den laagsten ambtenaar tot den hoogsten, en niemand mocht zeggen, dat hij er niets mede te maken had, dat het hem onmogelijk was zich met al die bijzonderheden in te laten, dat hjj zijne ondergesohikten koos naar zijn beste weten, maar niet roor hen instond, enz. Dit geroel ran onderlinge afhankelijkheid en rerantwoordelijkheid heerscht ran den sjouwerman op de straat tot den Keizer in zijn paleis. De Hemel straft zelfs den Keizer ais zijne ondergeschikten slecht regeeren, en als de straf niet ophoudt, gaat het rolk gelooren, dat de Keizer roor het regeeren niet geschikt is. In China kan dus niemand zeggen „ik doe mijn plicht en niemand kan mij wat maken." Ook kan daar niemand beweren, gelijk zoorele regeeringscom- missiën in Europa, dat het systeem en niet het in- diridu te laken is. Integendeel ontrangt daar ieder indiridu, die niet dapper mede helpt zorgen, dat het systeem goed werkt, zonder genade zjjn straf. (Zondageblad). Terwjjl de commissie roor de arbeids-enquête, door de Tweede Kamer ingesteld, uit negen leden bestond, zal de Staatscommissie, die de Begeering thans in het leren wil roepen, uit 13 personen bestaan. Tot dat getal is de Begeering gekomen, wjjl de commissie in drie secties, elk ran 4 leden, zal ge splitst worden. Het dertiende lid zal algemeen secre taris zijn en bij geen der afdeelingen geroegd worden. Die afdeelingen kunnen hare rerhooren afnemen waar de commissie dit gewenscht acht en borendien zullen de leden toegang hebben tot de fabrieken en werkplaatsen. Wordt hun de toegang geweigerd, ook na rertoon ran hunne machtiging, dan rerschaf- fen zij zich dien desnoods met inroeping ran de hulp ran den sterken arm. Het spreekt ranzelf, roegt de Mem. r. Toel. hierbij, dat ran de bevoegd- heid tot binnentreden een zeer bescheiden gebruik moet worden gemaakt, rooral wanneer da huisrrede in den engeren zin ran het woord daarbij is be trokken. Daarbij wordt aan de fabrikanten geheimhouding gewaarborgd van de bijzonderheden van hun bedrijf, op het voetspoor ran art 16 ran het door de Tweede Kamer reeds goedgekeurde ontwerp ran wet op den vrouwen- en kinderarbeid. Bekendmaking door een lid der Staatscommissie ran hetgeen hem omtrent een bedrijf is bekend geworden en waarvan hem geheimhouding verzocht is, behoort strafbaar te zijn op den roet ran art. 27 2 Wetboek ran Strafrecht, waartoe eene bepaling wordt voorgesteld als in art. 15 van evengenoemd ontwerp. De straf waarmede de schending ran geheimen bedreigd wordt is ten hbogste 6 maanden gevange nis of ten hoogste 600 boete met of zonder ont zetting van het recht aittbten te bekleieden. Getuigen die opgeroepen zjjn en niet verschijnen óf wel verschenen zijnde, weigeren te antwoorden, zijn strafbaar. De rechtbank van het arrondissement, waarin de weigerachtige getuige woont, kan hem gedurende ten hoogste zes maanden doen gjjzelen. Behalve in het geral van vervolging wegens mei need, kunnen nimmer verklaringen roor een afdeeling der enquête-commissie afgelegd, als bewijs in rechten gelden, hetzij tegen den getuige, hetzij tegen derden. Het wetsontwerp bepaalt terons, dat de getuigen schadeloosstelling zullen ontvangen, indien zij dat mochten verlangen. Die schadeloosstelling zal ten eerste bestaan in een vergoeding ran de reis- en verblijfkosten, die de getuige werkelijk, zjjn maatschappeljjken stand in aanmerking genomen, heeft moeten maken. Daarbij kan desverkiezende ook eene billjjke schadeloosstelling roor tijdverlies worden genoten, indien werkelijk na deel door tijdverlies is geleden. Dit laatste zal dik- wjjls niet het geral zijn, bij voorbeeld ten aanzien van personen, die eene raste bezoldiging genieten en hebben gereisd en verhoord zijn in den tijd, dien zij anders geacht worden aan hunnen bezoldigden werk kring te besteden. Omtrent het congres, dat te Parijs dit jaar zal worden gehouden betreffende hetgeen buiten dade lijke bemoeienis der overheid roor het volksonderwijs van allerlei aard is gedaan, kunnen wij mededeelen, dat in een vergadering vanwege de «Ligue dé l'en- seignement" onlangs onder leiding van haren voor zitter, den bekenden volksschrijver Jean Macé ge houden, de volgende besluiten zijn genomen. Het doel van het congres is: lo. De eerste bouwstoffen te verzamelen voor een algemeene statistiek van hetgeen door bijzondere krachten in alle beschaafde landen voor het volks onderwijs wordt gedaan; 2o. Een lijst te vormen ran de namen der rer- eenigingen, stichtingen en personen, die zich in de verschillende landen aan die taak wijden en hen door een gemeenschappelijken band te vereenigen. De volgende indeeling is vastgesteld: o. scholen; b. cursussen qn voordrachten; c. boekerijen en musea voor het rolk; d. ambachtsonderwijs. Het behandelen van paedagogische vraagstukken ligt niet op den weg van het congres. Het doel is alleen elkander op de hoogte te stellen van feiten betreffende het bijzonder ouderwijs en wel datgene dat gegeven wordt niet als bedrijf of beroep, maar alleen ten behoeve ran de volksopleiding, dus met offers van particuliere zijde, hetzij dau daarvoor al dan niet tevens van overheidswege bijdragen in een of anderen vorm worden verleend. Ook hetgeen ten behoeve van schoolkinderen buiten het onderwijs gedaan wordt, valt onder de zaken waaraan het congres zijn aandacht wijdt, zooals: het uitreiken yan prijzen, voedsel, kleederen enz., het aanmoedi gen van schoolbezoek, o. a. door het doen van uit stapjes, het houden van voordrachten, feesten enz. Omtrent elk ran de vier genoemde afdeelingen wenscht het bestuur uit ieder land een afzonderlijk overzicht te ontvangen. Wanneer dezelfde verslagge ver zich met de behandeling van alle vier belast, verzoekt het bestuur hem, aan elk een afzonderlijk hoofdstuk te wijden. De instellingen die meer dan ééne dier afdeelingen behartigen, worden uitgenoo- digd dezelfde verdeeling in acht te nemen. Tevens wenscht men gaame een overzicht te ont vangen van de namen der instellingen en der mannen en vrouwen, die aan deze edele taak hun zorgen besteden, en zulks te gelijk met eene geschiedenis der instellingen, de wijze waarop zjj werken, de mid delen waarover zij de beschikking hebben en de ver kregen uitkomsten. De gegevens, die uit de verschillende landen in komen, wenscht men te verzamelen en uit te geven, op de wijze die op het congres zal worden bepaald. Kaarten tot bijwoning van het congres zullen na 1 Juni e. k. koeteloos worden verstrekt aan allen, die hun medewerking verleenen en aan de afgevaar digden van de instellingen die zich laten vertegen woordigen. Het congres zelf wordt op Maand% 4 ge u in een fatsoenlijke familie en onder de bescher ming eener achtbare dame bevindt, dat het mij wenscheljjk moet voorkomen iets naders omtrent uw persoonlijke omstandigheden te vernemen. Spreek openhartig en verzwijg ons niets; alleen doorweder- zijdsch vertrouwen zullen wij in staat zijn een be sluit te nemen over de stappen, die gedaan moeten worden om u geheel gerust te stellen." «U verlangt mijn naam te weten, mynheer Lund," sprak het meisje, terwijl zij schuw naar de vensters en de deur keek, alsof zij zeker wilde zijn, dat nie mand haar hoorde dan de aanwezige personen. «Voor dat ik u dien noem, smeek ik u aan niemand te verraden, dat ik hem aan u heb toevertrouwd. Ik heet Alice Norman. Vergeet dien naam weer, zoodra ge hem gehoord hebt, hjj brengt ongeluk aan." «Ik begrjjp niet wat u daarmee bedoelt. Waar wonen uwe ouders?" «Zij zjjn beiden sedert jaren dood." «Arm meisje, nog zoo jong en reeds wees!" zeide Edith, die tranen in haar oogen voelde opwel len. «Hoe gelukkig ben ik, dat God mjj mijn goede moeder heeft laten behouden." «Ja, u is gelukkig, mejuffrouw," zeide Alice met een teederen blik op Edith, die naast haar zat. «Zie mij aan, ik leef ook, ik heb ook recht op ge lukkig zijn, ik heb ook recht op bemind te worden, maar tot op den dag van heden heb ik nog niemand leeren kennen, die zulk een gevoel voor mij koes terde; allen haten mij, allen vervolgen mjj, allen treden mij met voeten. Zeg mij, waarom geschiedt dit, terwijl ik nog nooit eenig mensch heb leed gedaan De toon, waarop zij deze weemoedige klacht uit sprak, trof haar toehoorders in het hart. Doch on danks alles was nu voor mevrouw Lund de tijd 'verstreken, dat zij haar nieuwsgierigheid in toom kon houden. «Het is zeker treurig, dat het u zoo slecht is gegaan," zeide zij. «Maar daar is nu niets meer aan te veranderen. Het is voor ons echter de vraag hoe u in die bijzondere omstandigheden gekomen zijt. Ik mag er over nadenken, zooveel ik wil, ik kom telkens weer tot dezelfde slotsom. Wanneer men vier weken lang in heel Londen wilde zoeken naar een jong meisje, dat na middemaoht zonder schoenen in de natte straten ging wandelen, zou Bezwaarlijk iemand het geluk hebben, zoo'n meisje te vinden." «Slechts een zonderlinge aaneenschakeling van omstandighoden bewoog mjj om mij zonder behoor- lijk schoeisel op straat te wagen. Zij hadden mijn schoenen weggenomen, omdat zij vreesden, dat ik zou trachten te ontvluchten. Ik ontsnapte daarom op kousen, zoodra het gunstige oogenblik daar was." "Maar zeg mij om Gods wil: wat bewoog u om in zulk een toestand te vluchten van de plaats, waar ge u bevondt?" «Omdat mijn verblijf daar niet vrijwillig doch gedwongen was; omdat men mjj beroofd had van de vrjjheid en ik aan dien onnatuurljjken toestand een einde wilde maken." «Juist wat ik dacht!" riep Mevrouw Lund uit, en sloeg de handen samen. «G# zijt uit de gevan genis ontvlucht! Wij hebben eene misdadigster in huis genomen 1" »U geeft toe aan een vrees, die geheel ongegrond is, mama!" zeide Walther op geruststellenden toon. «Hier is geen sprake van een vlucht uit de gevan genis mejuffrouw Norman is uit Bedlam, het krank zinnigengesticht, ontsnapt." Deze openbaring werkte op mevrouw Lund, alsof er een bom voor haar voeten viel. Zij gaf alle blijken van ontzetting en rukte haar stoel een groot eind van de tafel terug. «Uit Bedlam, het gekkenhuis," riep zij over alle leden bevend. «Maar Walther, breng je eene waan zinnige in mjjn huis." Je stelt mij en je zuster bloot aan het gevaar, dat wjj in onze woning aan gevallen, geworgd worden en bljjft daar zitten, alsof er niets gebeurd whre, alsof het niets te beduiden heeft! Op alle manieren moet u op staanden voet dit huis verlaten, mejuffrouw I Keer onmiddelijk terug naar de plaats, vanwaar ge ontvlucht zjjt en stoor geen minuut langer den vrede van eene familie, bjj wie het u gelukt is binnen te sluipen door van de goedaardigheid van mijn onnadenkenden zoon gebruik te maken met de sluwheid, die aan waan zinnigen eigen ia!" Wordt vervolgd.) Augustus geopend; plaats en uur zullen in tjjds worden nsdegedeeld. Inlichtingen worden verstrekt en inzendingen inge- ncht door den algemeenen secretaris der Ligue, den heer Chennovières, 14 rue J. J. Boueseau te Parijs. Ann eene beschrijving van de vrooljjke toiletjes wolke ik heden zag, zal ik mij niet wagen, schrijft de Parjjsohe Correspondent van het «Hbl> te minder daar zelfs zij, die oordeelen kunnen, mij verzekerd hebben, dat de mode op het oogenblik een mengsel is uit allerlei tijdperken. Ook zij be hoort thuis in het museum der revolutie; want naast de lange jas der „dictature" ziet gij, zooal geen japon «moyen age," dan toch een bekoorlijk toilet «Louis XV» of een costuum «Anne d'Autricbe», noode verborgen onder een mantel met «capuchon conspirateur." Ik begrijp, dat gij liever wat minder geschiedkun dige maar meer practische aanduidingen wilt, en daarom noteer ik de lijven met ceintures en de ronde, lange japonnen met plooien, de aardige Pompadour- manteltjes en dan vooral de hoedjes die aan fantas tische kolibrinestjes doet denken. Eene modiste had san eene dffme van mijn kennis het kenmerkende woord gezegd: het zijn «soupqons" van hoedjes, zoo klein, zoo ragfijn, zoo rein en zoo rjjk. Van den winter zag men ze al in schouwburgen; nu zijn zij natuurlijk nog kleiner en lichter geworden. Mevrouw De Stacl schrijft ergens over dergelijke hoeden; zij noemt ze tulbanden; indien ge me eene heel laffe woordspeling wilt vergunnen, zou ik van zandtaartjes willen spreken. Doeh ook de grootere hoeden blijven in zwang: de luifels, die nu rond zijn, het geheelo hoofd omgeven van voren en ter zijde, doch van achter ophouden, de eigenlijke hoed is plat, evenals verleden jaar; liet stroo dikwijls dpengewerkt doch bedekt met geplooide kant, is zij vooral getooid met bloemen. Op het oogenblik ziel men het meest seringen, vioietjes en lelietjes van dalen. In Japan kan men nog altjjd, ondanks de invoe- ring der Europeesche mode, naar het kapsel eener vrouw haar stand en persoonlijkheid booordeelen. Een Engelsch reiziger schrijft daarover: «De manier, waarop het baar van mijne vriendin is opgemaakt, duidt aan, dat zij weduwe is en nooit meer zal trouwen. Den leeftjjd en het geslacht van een klein kind kan men aan het haar zien, en wol aan den haarbos boren den hals, aan den haarkring op den schedel of aan den haarbos, die van voren bljjft staan, terwjjl al het andere haar afgeschoren is. Het haar van een meisje van acht of negen jaar is j van achteren met rood krip bijeengebonden en van j voren afgeschoren. Jonge dames maken het haar ivan voren hoog op en van achteren vlindervormig, jmet goud- of zilverdraad of vederen doorvlochten, en dragen er gouden knopjes of andere in 't oog vallende haarspelden in. Zeer elegante jonge dames maken bjj voorkeur het achterhaar op in den vötm van een halven waaier. Eene gehuwde vrouw moet het haar in den vorm van een waterval dragen. Eene weduwe, die wel zou willen hertrouwen, draagt hst haar gevlochten en dan om eene groote schild padden haarspeld gevloohten, die horizontaal op het achterhoofd vastgestoken is. Wanneer eene weduwe eohter vast besloten heeft nooit woer te trouwen, snjjdt zij het achterhaar kort af en kamt het voor- haar zonder scheiding naar achteren." Men ziet daaruit, dat de Japansche vrouwen veel verbeeldingskracht moeten bezitten om al die kapsels te verzinnen. Het verzet tegen de suiker-oonventie neemt in Engeland toe. Guljjk roeds bekend ia, zullen de leiders der parlementaire oppositie het reeds aange boden ontwerp tot bekrachtiging der oonventie na drukkelijk bestrijden, doch in de laatste dagen heb ben ook onderscheidene ministerieele afgevaardigden zioh tegen haar verklaard en een achrjjvep aan den hoer Smith gereed gemaakt, waarbjj do intrekking van het ontwerp wordt vorzooht. De Samoa-conferentie hield giaterenmiddag te 2'/. uur hare eerste zitting in de congreszaal van hot paleis van den Duitschen Bijkskanselior. Debjjeen- komst duurde tot kwart vóur 4 uur. Op voorstel van do Duitsche vertegenwoordigers is besloten, aan gaande het verhandelde stipte geheimhouding in aeht te nemen. De Duitsohe regeering heeft weer moeilijkheden met Zwitserland over de geheime agenten, door wie 1 l8c'le P°'*tie de sociaal-democraten in Zwitser land laat in het oog houdon. In het vorige jaar werden, geljjk men zioh zal herinneren, door de tsersche re8eering eonigo dezer agenton over de grenzen gezet en nu heeft zij er weer een in hechtenis doen nemen. De Duitsohe politie-inspecteur Wohlgcmut uit Mulhauson werd te Beinfelden in het kanton Aargau door de Zwitsersche politie gevat, en wel op grond eener beschuldiging, dat hij verschillende personen roor geld had trachten te bewegen hem als agents provocateurs van dienst te zjjn. Men kent de werk zaamheid dezer personen. Zij moeten zich voordoen als sociaal-democraten, op de hoogte komen van de geheimen der ballingen en hen zoo mogelijk aansporen tot misdaden, waardoor zij in handen der politie komen en hun het verblijf in Zwitserland kan worden ontzegd. Dat de Zwitsersche regeering personen, die der gelijke diensten verrichten, niet op haar grondgebied wil dulden, is volkomen begrijpelijk. Naar men beweert, zijn bij Wohlgemut papieren gevonden, waaruit blijkt, dat hjj door den vorigen Pruisiscben minister van binnenlandsche zaken, den heer Von Puttkamer, was aangesteld en met medeweten van den minister als spion in Zwitserland werkzaam was. Blijken deze berichten juist te zijn, dan zullen de vertoogen der Duitscheregeering over de inhechtenisneming van den inspecteur wel niet veel baten. De Bondsraad heeft echter beloofd de zaak nauwkeurig te zuilen onderzoeken en liet daarvoor alle stukken naar Bern opzenden. Met dit antwoord moest de Duitsche gezant te Bern, die Wohlgemuts vrijlating verlangdo, zich voorloopig tevreden stellen. Uit Bome wordt gemeld, dat Koning Humbert 20 Mei met den Prins van Napels de reis naar Berlijn aanneemt en wel over den Gottbard, dus niet over Weenen. De Weener tramkoetsiers zjjn op 12 na allen weer aan 't rijden. Naar aanleiding van het besluit betref fende de tariefregeling en het geven van concessie voor nieuwe lijnen heeft de meerderheid van den raad van administratie der maatschappij ontslag ge nomen. Volgens het officieel verslag zim 460 per sonen wegens medeplichtigheid aan de ongeregeld heden gevangen genomen en zullen meer dan 136 daarvan terechtstaan. Het aantal gewonden bedraagt 206, waaronder 20 soldaten en 38 politiebeambten. De schade aan de maatschappij en particuliere ei gendommen toegebracht, wordt geschat op 1000.000 fl. Verder heeft de maatschappij, naar men berekent, door de stremming van het verkeer 30.000 fi. schade behalve de boete van 60.000 fl., haar door den ge meenteraad opgelegd. Vreemdelingen, die eerst Botterdam en dan onze hoofdstad bezoeken, moetenoordeelend naar hetgeen zjj op de straat kunnen waarnemen tot de slotsom komen dat de benaming van tweede koopstad des Bjjks, aan Botterdam in de wandeling toegekend, op gebrekkige onderscheiding hernat. In de Botte- stad immers rollen de zwaardreunende sleeperswagens in het midden der stad u modderbespattend voorbij; de Amstelstad kunt ge doorwandelen zonder door een opmerkeijjk getal dezer hulpmiddolen voor den handel uwe opmerkzaamheid getroffen te vindon. Zjj nu, die Amsterdam kennen, weten dat dit nog weinig zegt, wjjl door den bouw dor stad, in een halve maan om het IJ, met vestiging der voornaamste pakhuizen en der stations tevens aan den kant van dit water, het handelsverkeer tot de buitenwijken zich blijft beperken en ten andere, voor de in de stad, aan de grachten gelegen, pakhuizen, hot goederenvervoer grootendeels te water geschiedt. Intussctien zou do eerste" opvatting omtront den toestand van onzen handel veel kans op bevestiging vinden, wanneer vreemdelingen een bezoek gingen brengen aan dat deel onzer stad, 'twelk door zjjn naam zich als het centrum der beweging schjjnt aan te duiden: de Handelskade. Wie, op een tochtje langs het IJ, daar verzeild raakt, moet wol zeker weten dat er in onze stad toch nog wat omgaat, om haar niet als eene ville morte in zjjn reisboek te noteeren. In plaats van de levendigheid, door Von del van het Amsterdam der 17e Eeuw met zooveel voorliefde geschilderd, is hier alles doodsch. De lange rjj van pakhuizen schjjnen leeg, de kranen vergeten weg te roesten. Nu en dan geeft een voorbjjrjjdende goederentrein, een paar huiswaarts- keerende werklieden eenig teekon van leven in die eenzaamheid; en tenzjj ge het treft, dat juist oen der Weat-Ameriksanache booten aan den steiger geland is, wordt ge door het gevoel van verlaten heid zoo ter neergedrukt, dat ge als goed vader lander tevens met moeite dien indruk te boven komt. Wat een geld heeft het stichten van al die inrichtingen niet gekost, en hoeveel hoop op eene verlevendiging van onzen handel heeft haar openstelling niet doen rijzenIs de ondernemings- goost ten onzent werkelijk zoo dood of ligt de schuld van die verlatenheid elders? Zal de opening van het Morwedo-kanaal hoe lang al niet in het vooruitzicht gesteld P hier baat moeten brengen; of is het minder de handel die kwjjnt dan wel de kade die voor den handel ongeschikt is. Heeft deze zijn vroeger op andere gedeelten van IJ geplaatst verkeer daargelaten, en schrikken wellioht de hoogo kosten van het gebruik der daar gevestigde inrich tingen af?' Iq een debat, kmtelings in onzen Baad tusschen een vertegenwoordiger van den handel en den wethouder van publieke werken over dezen toestand der kadegevoerd, heeft de laatste de schuld ge geven aan den slapenden ondernemingsgeest onzer handelaren, de eerste daarentegen de hooge gebruiks kosten der inrichtingen als de oorzaak aangewezen. Het gevolg dier discussie is een voorstel van eenige raadsleden tot verlaging der kosten geweest en schoon ons gemeentebestuur zich aanvankelijk er op beriep, dat elders die kosten even hoog waren, is het, nu de ingewonnen adviezen van twee handels lichamen zich voor die verlaging verklaarden, met een voorstel tot wijziging bjj den Baad gekomen. Het is te hopen, dat de aanneming dier nieuwe regoling een einde zal maken aan de droefgeestige verlatenheid van een dier gedeelten onzer stad, waar wij het drukst verkeer zouden wenschen te ontmoeten. Nu ik eenmaal met den handel bezig ben, wil ik meteen nog een paar woorden zeggen over de onlangs door mij besproken beweging tegen Eigen Hulp. Niet dat deze eeaigen bepaalden voortgang gemaakt heeftmaar omdat de gehouden bijeen komsten der Vereeniging Middenstandeen winkelier, oud-handelsreiziger, aanleiding hebben gegeven tot het mededeelen van eenige, zeer karakteristieke er varingen indertijd door hem ten aanzien der win- kelvereenigingen van Eigen Hulp opgedaan. Hij deelt toch mede wat trouwens voor de hand ligt dat de heeren bestuurders eener dusdanige vereeniging eigenlijk van den inkoop der waren geen verstand hebben en daarbij meer te rade gaan met de persoonlijkheid van den verkooper dan met den prijs der warenzoo dat de meest welle vende en buigende agent, die hooger prijzen vraagt, meer kans heeft op het plaatsen van orders dan de goedkoopere, maar minder toeschietelijke con current. En nu moge in gewone winkels, vooral waar de dames iets vermogen, persoonlijke voorkeur voor den een of anderen reiziger voor hem vaak een uitnemend bondgenoot zijn bij den handelaar, die voor eigen rekening zaken drijft, blijft de prijs toch steeds de voornaamste factor. Hij moet zorgen de concurrentie het hoofd te kunnen biedenhjj moet dus actief, voorkomend en goedkoop wezen en zorg dragen op de hoogte te blijven van zijn vak. En wanneer dan gelijk de bedoelde rei ziger mededeelt het mogelijk is, dat bij eene coöperatieve winkelvereeniging een der bestuurders zjjn gewezen koetsier met zijn gewezen keukenmeid gehuwd, het beheer over zulk een magazijn doet opdragen, dan is de vrees der winkeliers, dat Eigen Hulp hen zal overvleugelen, zeker voorbarig, zoolang zij zelvon maar bjj do pinken blijven. De concurrentie tusschen het eigenbelang van den des kundigen particulieren ondernemer en de onkunde en geringen jjver van den kwaljjk bezoldigden be heerder eener coöperatieve voreeniging, wordt voor den eerste nooit doodeljjk. Ik weet niet, of ik u er al over gesproken heb, en zoo niet dan mag ik mjj er wel mee haasten, want de pret is haast gedaan dat wij hier op dit oogenblik hier vooijaarskermis hebben. Dit is eene soort van plaatsvervangster voor de echte, oude kermis van de maand September. En echt is deze allerminst. Zij bepaalt zich tot de aanwezigheid van kramen, galanterie-, poffertjes- en wafelkramen, beuevens eenige draaimolens in ver schillende gedeelten der stad. Die verspreiding en de vrjj lange duur der aanwezigheid een vier weken maakt dat slechts zjj die het genoegen hebben in de buurt der markten te wonen, waar die kermis haar tenten op sloeg, er iets van mer ken en dat iets in den vorm van liefeljjke geuren en kindergeraas. Voor het overige hoort men weinig of niets er van. Bij gebrek aan de onvermijdeljjke spellen of spullen, is er van een kermjsuitgang voor volwassenen geen sprake meer. Hef geheel is een schim van onze vroegere groote, dolle ker mis uit de Septembermaand, waaraan wjj nu nog jaarljjks herinnerd worden door de kermisstukken, welke men in onze schouwburgen pleegt te geven, het openstellen tegen een kwartje toegangsgeld van Artis en het Panoptioum en de fooien, welke ons thans einde October met den wensch «plei- zierig najaar 1», worden afgevraagd. De tjjd van het jaar, waarin wjj nu verkeeren, begint trouwens voor avonduitgangen al minder en minder geschikt te worden. De langere dagen' en de (nog verwachte) temperatuurvorhooging doen het winterseizoen in de eerste dagen van Mei eindigen. De Parksohouwburg sluit 29 dezer zjjn deuren, ten minste voor het Hollandsch operagezelschap; de laat ste voorstelling van de Fransche opera is tegen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2