SCHILDERIJLIJSTEN I. 8VBOSVI, G. HOUTMA /V, Openbare Verkoopingen INBOEDEL, THEE Kastpapier en Kanden ©i viscii Groote Opruiming BEURSBEBICHT. ADVERTENTIËN. J. B. GOEDHART. bij J. de VEN, Gouda. Jongeheeren TRICOT PAKJES Jongeheeren DRIL PAKJES, AFZONDERLIJKE TRICOT Wed. C. van 0IJE. bij J. de VEN, Gouda, T.H.RITMAN Gedeponeerd Merk „GENTLEMAN.' Oude HoII. Genever. M. Peeters, INGEZONDEN. De verkiezing voor de Provinciale Staten in het district Gouda. Nuttig de keurige Magazijn van Galanteriën en te GOUDA, zijn leren lief heeft verlate het schip." Be reddinge booten werden uitgezet, en na 2 dagen en 2 nachten op zee te hebben rondgezworven, kwam hij met 25 man behouden te Washington aan. Allen werden nu naar bovengenoemde inriohting overgebracht, waar H. spoedig herstelde. Het trof juist, dat de machinist van het hospitaal vertrokken was, eo daar onze zeeman iets van eleotriciteit, machinerieën en stoken kende, en daarbij oen goed getuigschrift had van den kapitein, werd hjj aangenomen als machinist op een traktement van 65 dollar of ruim 160 gulden per maand. Staten-Oeneraal. Eerste Kamer. Zitting van Vrijdag 8 Mei. De arbeidswet is in e'éne zitting afgehandeld en aangenomen met één stem tegen (die van den heer Bljjdenstein). Evenals in de Tweede Kamer waren er, zooals de minister van justitie terecht opmerkte, twee stroomin gen op te merken: de vreesachtigen en de teleur- gestelden, zij die huiverig waren een stap te doen in deze richting en zjj die verder hadden willen gaan. Nieuwe argumenten werden niet te berde gebracht. Alleen was de meening van den heer Van Zuylen merkwaardig, die beweerde dat het ont werp strekte om eenigszins aan de eischen der socialisten te voldoen, welke stelling natuurlijk tegen spraak uitlokte, vooral van den heer Wertheim. Be heer Blijdenstein stemde tegen, omdat hij vreesde voor benadeeling der industrie en omdat hij meer verwachtte van eigen inspanning der werklieden dan van eene wet. De minister betoogde, dat de Begeering het juiste midden hield tusschen de beide stroomingen en beloofde herziening der wet, in dien de practijk daarin leemten deed ontdekken. Aandacht verdient ook de uitlating van den heer Buijs betreffende den leerplicht. Hij achtte zioh geroepen om, ook namens de Begeering, te verkla ren, dat deze niets had tegen dien maatregel, mits eerst do sohoolguaeslie ten genoegen dor verschil lende partijen was opgelost. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag 3 Mei. Allereerst was het woord aan den heer Borgesius, die de reeds door ons vermelde financieels ontwer pen toelichtte, hoofdzakelijk door naar de ingediende memorie te verwijzen en overigens de zaak aan de aandacht der leden aan te bevolen. Een woord van waardeering voegt over het kloeke optreden van de vijf leden, die dit plan tot belastinghervorming hebben ingediend. Waar de Begeering stilzit, heb ben zjj gemeend te moeten werken, niet door een parade-motie, maar door gebruik te maken van het recht van initiatief. Moge hun arbeid zegenrjjke gevolgen hebben. De discussie over de boterwet is geopend. Van antirevolutionaire zijde kwamen blijken van ingeno menheid, bjj monde van de heeren van Velzen en Oppedijk; de katholieken toonden zich zeer terug houdend, deels zelfs zeer vijandig, inzonderheid de heeren Vermeulon en Harte, welke laatste het ont werp aan onverbiddelijke en gegronde critiek onder wierp; de liberalen waren verdeeld, Hinzen b. v. legen en Visser van Hazerswoude en Lieftiuck vóór, waarschijnlijk in verband met de belangen van het'' distriot, dat hen afvaardigt. Het debat, dat nog maar in zijn begin is, zal Dinsdag worden voort gezet. Prins Bismarck blijft nog steeds volharden bij zjjne weigering eenig Duitsoh boek of geschrift te lezen, dat niet met zoog. Gothische letter gedrukt of geschreven is en tot dusver heeft elke poging om hem te overtuigen, dat de invoering van de latijnsche letter op school en kantoor veel tijd- en gezichts verlies besparen zou, gefaald. Sinds echter professor Cohn op historische gron den bewezen heeft dat de Gothische letters niets anders zjjn dan een sierlijke doch meer omslachtige wijze tot het schrijven der oude latijnsche, die door de middeleeuwsche monniken is uitgevonden, zal de rijkskanselier zijne pogingen om dit „ongelukkig geschenk der middeleeuwen" zooals een Duitsch schoolmeester het eens noemde, te behouden, wel willen opgeven, daar het thans niet meer om vader landslievende redenen bewaard behoeft te blijven. Beeds in de 16e eeuw werden pogingen gedaan om deze oogbedervende letter af te schaffen. Frankrjjk, Italië, Spanje, Nederland zjjn reeds lang tot de eenvoudige latijnsche letter teruggekeerd en voor velen zou het een ware vreugde zijn, als Duitschland dit voorbeeld volgde. Aan het weerbericht over April van het Meteo rologisch Instituut ontleenen we het volgende: Deze maand bezorgde ons evenmin als hare drie voorgaande zusters eene aan de verwachting beant woordende temperatuur. De koude dagen van 25, 1218, 2426 deden haar omstreeks een graad onder de normaal blijven, daar de overige 17 dagen slechts even daarboven waren. Gedurende de koude dagen woei de wind bijna altijd uit het noorden; van 512 was de richting oostelijk en naden 17de zuidwesteljjk of ook na den 24ste wel eens meer van de oostzijde van het zuiden. Sterke wind deed zich te Utrecht alleen den 2de en 20ste gevoelen. Juist door de geringe windsterkte hinderde de koü mensch en dier minder, terwijl toch de bladontwik keling er zeer door vertraagd werd. In de laatste dagen der maand nam die zichtbaar toe. Achttien dagen leverden regen, telkens in geringe hoeveel heid. Alleen de regenhoeveelheid van den 7 de komt in aanmerking, daar zij bijna 1# mM., dat is een derde van die der overige dagen in deze maand, bedroeg, welke bijna juist zooveel leverde als Utrecht in April verwacht, 38 mM. De barometerstand was bjjna 6 mM. onder den normalen. In de laatste jaren scheen het alsof Maart de eer van den laagsten stand des jaars te hebben aan April wilde betwisten, maar ditmaal handhaafde April zijn voorrecht. ^Alleen de 1?28, 26 en 27 gaven iets hooger stand, 765.7 in maiimo; een mi nimum van 476.1 ging den 4e vooraf, zoodat de bijna regelmatige slingering eene amplitude van 19 De helderheid was niet groot, de vochtigheid aanzienlijk in den avond, maar nu en dan op den middag gering. Zij bedroeg den 11e slechts 43 pet. den 2124, den 27e en 29e gemiddeld 50 pet. De onweders van 1, 8, 11, 12 en 28 zijn hoofd zakelijk in Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant waargenomen. Van den 24sto kwamen 59 berichten, verspreid uit geheel Nederland, vrij veel voor dezen tijd van het jaar. Te Purmerend werd den 15de een vuurkogel waargenomen. Te Utrecht deed den 10de een zeer ontwikkelde kring om de maan de koude der volgende dagen verwachten. Den 28ste zag men te Utrecht en den volgenden dag aldaar en te Werkendam, naar den heer Kern, te 3 u. 43 m., een kring om de zon. Zouden de twee laatste zachte dagen dezer maand weder door koude dagen of door onweders gevolgd worden? In het Westland is alles thans groei, bloei en leren. Woei de wind in den laatsten tijd nog al dikwjjls uit den kouden hoek, moeder natuur schonk toch in voldoende mate malscheh regen en koeste renden zonnesohjjn, om de gewassen voordeelig te ontwikkelen. De boomen staan over het algemeen prachtig. Appels beloven veel, peren zeer goed, pruimen en bessen goed; de laatste en vooral de jonge struiken lijden nog al door de zoogen. spruiteneters. De druif vertoont aan den kouden muur zijne eerste blaadjes. De vroegste aardappelen staan al met forsch loof friscb boven den grond en zjjn zeker bij verleden jaar ruim 14 dagen vooruit. De uien staan, dank zjj het aanhoudende natte weer na de uitpoting, goed gelijk en krachtig en die, welke reeds in de eerste dagen van Februari werden gepoot, beloven een zeer vroeg gewas. De eerste asperges zjjn thans reeds op den kouden grond gesneden, wat ook 14 dagen vroeger is dan in het vorige jaar. Vooral voor deze teelt ia een vroeg gewas van het grootste belang, wijl het snijden tot een vasten datum duurt en bij laat gewas de markt dus geen geregeld ver loop heeft, maar dadelijk overvoerd wordt. Kan de tuinder tevreden zjjn wat de vooruitzichten der teelt betreft, ook de landbonwer ziet met wel gevallen naar akker en weide. Het winterkoren toch staat prachtig, en het zomergraan kon goed worden uitgezaaid, al was het natte weer in den aanvang ook hinderljjk voor de bewerking van het teelland; de weidon "koeren er goed bij, wjjl het gras zoo spoedig en welig groeide, dat het eerste melkvee reeds 14 dagen vóór Mei buiten kon, iets wat den boer bij den slechten hooioogst van het vorige jaar uitmuntend diende. Alles te zamen genomen geeft 1889 wat groei en bloei betreft uitstekende vooruitzichten, en zoo de natuur mild bljjft, en de producten willige markten vinden, zal het voor land- en tuinbouw een gunstig jaar worden. Blijven nu de gevreesde nachtvorsten uit, dan zal binnen weinige dagen het Westland één schoons tuin zjjn, vol geuren en bloemen omhoog en omlaag. Het orgaan van het Fransch Genootschap voor Statistiek bevatte dezer dagen, met betrekking tot het aanstaande eeuwfeest der revolutie, eenige zeer belangwekkende gegevens, ten einde een overzicht te geven van den vooruitgang, gedurende de ver- loopen eeuw door Frankrjjk gemaakt op het gebied van landbouw, handel, njjverheid en financie-wezen. Om met het budget te beginnen: geraamde ont vangsten in 1789 691,363,000 fr., nu 3,012,000,000 fr, De directe belastingen zjjn niet veel toegenomen, want zij bedragen dit jaar 4440 millioen fr. en een eeuw geleden 3630 millioen, terwjjl de indirecte belastingen, die in 1789 slechts 2400 millioen fr. opbrachten, thans op 18,230 millioen worden begroot Op bet budget van 1789 kwam geen ander Staats monopolie voor dan het postwezen, dat 16 millioen opbracht; thans beloopt de opbrengst der gezamen- ljjke monopoliën 582 millioen. Ook verdient het vermelding, dat, terwijl de perceptiekosten van een budget van 691 millioen 113 millioen bedroegen, den in een niet al te grooten, net onderhouden tuin, en was niet alleen het verblijf van den Lord, die de benedenverdieping bewoonde, maar ook van zijn pupil Alice Norman, voor wie de bel-dtage was ingericht. Lord Balph Norman was de tweede en laatste zoon zijns vaders, en oorspronkelijk was er voor hem weinig uitzicht, dat hij ooit de bezitter van het allodiaal-goed zou worden. Zijn vader, Lord Begald Norman, was op betrekkeljjk jeugdigen leeftijd ge storven, wat wegens zijn leven vol ondeugden en buitensporigheden geen verwondering kon baren, maar zijn oudste zoon Lord Frederik Norman, was slechts drie-en-twintig jaar oud, toen hij de baronie in be zit nam, slechts één jaar ouder dan Balph, en een krachtig, zeer gezond man, voor wien blijkbaar een lang leven was weggelegd. Toen Balph den ouderdom van achttien jaar be reikt had en genoegzaam onderwezen was voor zjjn toekomstigen stand, had zijn vader een officiersplaats voor hem gekocht en hem op deze wijze geholpen aan een vast inkomen, dat wel karig was doch bij eenige zuinigheid voldoende om er van t© leven. Uit de inkomsten der baronie, dus uit de hand zijns vaders, kon de jonkman niet op ondersteuning reke nen. Het allodiaal-goed was onvervreemdbaar en kon dus ook niet met hypotheek belast worden, doch de inkomsten der bezitting had Lord Begald voor een tijdvak van vele jaren grootendeels verpand en daar door zichzelven en zjjn opvolgers in den noodlottigen toestand gebracht, dat het onbezwaarde deel der in komsten niet meer toereikend was om volgens zijn stand te leven, terwijl er vele jaren verloopen moesten, voor dat aan dezen beklagenswaardigen staat van zaken een einde gemaakt kon worden door de ge- geheele afdoening der schulden. Het staat vast, dat de beschouwing van dezen ongezonden toestand den dood van Lord Begald verhaastte. Lord Frederik was nauwelijks zijn vader opgevolgd, of hij kreeg tot zijn wel te begrijpen ontsteltenis een duidelijk in zicht in dien berooiden boedel, die veel meer ver ward was, dan hij had kunnen vermoeden. Gedu rende het treurjaar nam hij het vaste besluit aan dien onhoudbaren toestand een einde te maken. En hjj voerde dit besluit uit zonder zich aan het schouder ophalen van zijn buren en vrienden te storen. Hij overlegde bjj zichzelven, dat de man, die wel een hoogkUnkenden titel, doch tevens een ledige beurs heeft, nooit er aan behoefde te denken om een meisje van even hooge geboorte en met een groot vermogen als zijn bruid naar het altaar te geleiden. Hij wenschte een vrouw te bezitten; die vrouw moest rijk zijn. Zoodra zich dus eene gelegenheid aanbood, greep hij die aan en juist een jaar na zijn vaders dood ver loofde hij zich met een meisje van burgelijke afkomst uit de City, de dochter van een rijken koopman. Hjj wist dat zij geen adellijk bloed in hare ade ren had, maar hij lachte om dat dwaze vooroordeel; zijn bruid was een schoon meisje, dat een voortref felijke opvoeding had genoten. Zij was beminnens waardig en geestrijk en bezat dat was de hoofd zaak een van haar moeder geërfd vermogen van een half millioen pond sterling, waarover dadelijk beschikt kon worden. Toen haar vader korten tjjd na het huweljjk het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, werd dit ver mogen met nog een half millioen pond sterling vermeerderd. Dit zelfs voor Engelschen aan zienlijke vermogen van zijn vrouw verschafte den baron in ruime mate de middelen om volgens zijn rang te leven en hjj verzuimde niet daarvan ruim schoots gebruik te maken. Ondanks de hen omrin gende weelde leefden de jonggehuwden gelukkig en tevreden mat elkander en toen na verloop van tijd hun huwelijk gezegend werd door de geboorte van een meisje waren geen woorden in staat hun geluk en vreugde uit te drukken. Wel wilde men beweren, dat de geboorte van een manneljjken erfgenaam den vader meer zou verblijd hebben, doch hierover liet hjj zich nooit een woprd ontvallen, en met innige teederheid hield hjj van het kleine nietige schep seltje. Toen zjjn dochtertje elf jaar oud was geworden, mocht de baron wederom hopen op de geboorte van een kind en de ouders waren beiden zeer verheugd; zjj verheelden nu ook geen van beiden den wensch naar de geboorte van een mannelijken erfgenaam. Doch hjj, die den kelk der vreugde in ae hand houdt, is niet verzekerd dat hjj hem zal mogen ledig drinken. \Wordt vervolgd.) die thans van een budget van 8012 millioen niet hooger zjjn dan 178 millioen. Eene eeuw geleden werd de waarde van den per- soonljjken eigendom in Frankrjjk niet hooger geschat dan 300 millioen fr. men schat die thans op acht jnilliarden. Spaarbanken bestonden er in 1789 niet, maar tegenwoordig zjjn in die inrichtingen meer dan 2500 millioen fr. belegd, terwjjl het nationaal inkomen, inl789 op3a5 millioen geschat, thans dertig milliardsn te boven gaat. De algemeene handel tan Frankrjjk liep in 1789 over een bedrag van 1017 millioen fr. waarvan 676 millioen invoer en 441 millioen uitvoer; deze be dragen stegen in Frankrijk in 1886 tot 5116 millioen invoer en 4245 millioen uitroer, zoodat de verhou ding van in- en uitvoer nagenoeg dezelfde is ge bleven als tegen het einde der vorige eeuw. De waarde van den grondeigendom is sterk toe genomen, want de gemiddelde prjjs per acre was een eeuw geleden 200 fr. en nu 675 fr. en zelfs eenige jaren geleden gedurende een korten tjjd fr. 800. In 1789 werden tien millioen acTes met graan bebouwd en de opbrengst was 110 millioen of 11 bushels per acre; thans zjjn 17,600.000 acres aan den graanbouw gewijd, met een oogst van 294,250,000 bushels of 18 bushels per acre. De prjjs van het brood is niet zooveel veranderd als verwacht kon wordenhet 4 pondsbrood, dat in 1800 80 centimes kostte, wordt nu voor 85 centimes verkocht, steeg in 1847 tot l'/« franc en daalde in 1863 tot 62'/, centime. De loonen zijn, zoowel in landbouw als industrie verbazend veel hooger gewordende boerenarbeider, die in 1789 niet meer kreeg dan 60 centimes per dag. Verder wordt de opmerking gemaakt, dat, terwjjl de traktementen van ondergeschikte ambte naren over het algemeen zijn verhoogd, die der grootere waardigheidsbekleedera, zoowel burgerljjke als kerkelijke, verlaagd zjjn. Het reizen ging in die dagen niet alleen veel langzamor, maar was ook veel kostbaarder. Men kwam van Parijs te Marseille per diligence in 13 dagen, en dat kostte 150 francs; thans doet men dit reisje in 15 uren voor 100 francs, andere afstanden naar evenredigheid. Het posl-porto van een brief naar Versailles be droeg 25 centimes, naar Lyon 65 en naar Marseille 75 centimes. De bevolking van Frankrjjk nam toe van 27 millioen zielen in 1801 tot 38 millioen in 1886: dio der steden Lyon en Marseille vermeerderde van resp. 189,000 en 76,000 tot 401,000 en 375,000. De B. K. Kiesvereeniging „Becht voor Allen" alhier en de Anti-revolutionnairen in deze gemeente hebben, zooals dezer dagen gemeld werd, de aftre dende leden niet opnieuw candidaat gesteld, maar „nieuwe mannen" als zoodanig geproclameerd. Dat was hun recht en tot op zekere hoogte hun plicht. Ofschoon dit laatste nog zoo zeker niet is, daar de Provinciale Staten geen zuiver politiek lichaam zjjn, maar tal van belangen hebben te behartigen, waarbij geen politiek te pas komt. Doch toegegeven al, dat het stellen van anti-liberale candidaten een eerste eisch was, wat hoogst bevreemdend moet geacht worden in de Goudsche Boomsch-Katholieken en Anti-Bevolutionnairen en wat bepaald hun euvel geduid moet worden door ieder echt Gouwenaar, die de stad zjjner inwoning lief heeft, is dit: dat zjj er niet voor gezorgd hebben dat althans één Goudsch ingezetene candidaat werd gesteld. Wat toch is nu het geval? Worden hunne candidaten gekozen, dan zal de voornaamste gemeente in het Distriot, die vele jaren achtereen twee harer ingezetenen naar de Staten zag afgevaardigd, in het vervolg geen enkele harer burgers in het Staton-Collegie zitting zien hebben. Voor Gouda kan dit niet anders dan hare belangen schaden. Die heeren uit Woerden, Wad- dinxveen en Berg-Ambacht kennen Gouda niet vol doende, gevoelen uit den aard der zaak niets voor haar en zullen dus nooit mét warmte kunnen opko men voor hare belangen, waar dit ia de Staten noodig is en dat tot heden zoo uitstekend was toe vertrouwd aan onzen Burgemeester, Mr. van Bergen IJzendoorn. Deze heeft Gouda lief, kent hare be langen door en door, heeft vurigen jjver en groote tact om op de beate wjjze steeds daar voor Gouda's belangen op te treden waar het noodig is. Wjj aar zelen dan ook niet om te zeggen dat het (zacht uitgedrukt) geheel verkeerd gezien is van de ver bonden anti-liberale kiesvereenigingen te Gouda om uitsluitend hunne candidaten te nemen uit andere plaatsen van het district. Of hebben zjj wellioht tot excuus dat Gouda geen mannen oplevert van hun kleur, geschikt een zetel te bezetten in de Staten? In geenen deele. Wij hebben meer dan één persoon in ons midden eren geschikt als de heer Biipke te Waddinxveen, Van der Straaten te Berg-Ambacht, Hofman te Woerden. Zou b. r. ons geacht Lid van den Gemeenteraad, de heer C. Hoogenboom, niet met ben geljjkstaan in konds en bekwaamheid en vastheid van beginse len Zou naast hem niet de heer H. W. Otto, een ook bjj andersdenkenden zeer geacht persoon, in aanmerking hebben kunnen komen? Zouden er hier ter stede ook geen Boomsch Katholieken kunnen worden gevonden, ten volle waardig de eer gecandi- deerd te worden en waarbij de namen der hh. van Dillen en Biezenaar al dadeljjk op ieders lippen komen Nog eens, dat de anti-liberale kiesvereenigingen in Gouda niehwe mannen stelden, het was hun recht en tot op zekere hoogte hun plicht, maar dat zjj, met voorbjjgaan van hoogst achtenswaardige stadgenooten, in Waddinxveen en Berg-Ambacht gin gen halen wat in Gouda zoo uitstekend te verkrijgen was, dat was een daad, die niet anders dan ten nadeele van Gouda kan werken. Telkens en telkens komt het voor dat Gouda voor hare belangen een man noodig heeft in de Staten, die der zake kundig, het woord meester, door zjjn geheele persoonlijkheid vertrouwen wekt. Zoo iemand hadden wij tot nog toe in Mr. van Bergen IJzendoorn, onzen stadge noot, die hier geboren is en, zjjne studiejaren uitge zonderd, steeds in ons midden heeft gewoond, en die geheel vertrouwd is met onze belangen. Hoe hoog hij in het Staten-Collegie staat aangeschreven, bleek nit zijne verkiezing tot Lid van Gedeputeerde Staten, waarvoor hjj, uit groot gehechtheid aan de stad Gouda en hare bewoners, bedankte. Is het denkbaar dat een goed, echt Gouwenaar zjjn stom voor de Staten hem, onzen stadgenoot, onthoudt en die geeft aan iemand uit Berg-Ambacht, Waddinxveen of Woerden? De uitkomst zal bewijzen dat de ingezetenen van Gouda wjjzer zijn! AMSTEBDAM, 4 Mei. (Per Telegraaf.) Binnenlandsche fondsen onveranderd. Indische waarden iets vaster. Peru en Turken vast, overigens onveranderd. Voorspoedig bevallen van een Dochter G. HORTENSIUS— Ooms. Gouda, 4 Mei 1889. of 6ER00KT£ ELFT, 0.18 per Ons. Lange Groenendaal. Inzetten gratis. tegen veel verminderde PRIJZEN. Markt 53, hoek Kerksteeg. Jongeheeren BUXKIN PAKJES, 1°. op DINSDAG 7 MEI 1889, des morgens te 9 nren aan het Lokaal wjjk K. No. 255 aan de Peperstraat aldaar, van eenen goed onderhonden waarbij gewerkt GOOD en ZILVER, en 2°. op DINSDAG 14 MEI 1889, des mor gens te 9 nren, ten aterfhuize van den Heer J. HERMAN de GROOT, wgk C. No. 7a, aan de Gonwe aldaar, van eenen netten en goed onderhonden waarbjj GOUDEN en ZILVEREN WERKEN en JÜWEELEN. Beide Inboedels zjjn daags voor de verkoo- ping op de gewone nren te bezichtigen. Nadere inlichtingen zgn te bekomen ten kantore van den Notaris G. C. FORTUIJN DROOGLEEVER te Gouda. (W* Omtrent het slniten van contracten van levensverzekering en lijfrenten bjj deHol- landsche Sociëteit van Leveneverzekeringen, opge richt in het jaar 1807 te Amsterdam en tegen woordig onder het bestnnr van de Heeren J. FOCK, C. P. van EEGHEN, J. T. van BOSSE en J. G. SILLEM, als Commissa rissen, Jhr. Mr. C. HARTSEN Jbsz., als Directeur, en Mr. J. P. PORTIELJE, als Tweede Directeur, zgn inlichtingen te verkrjj- gen aan het Kantoor te Amsterdam, Reguliers dwarsstraat 12, bjj HH. Correspondenten in de voornaamste steden des Rjjks en bjj den Hees T. DR. A.IJ Bit, te }s Gravenhagc, Billi— tonstraat 2, Generaal Agent. Correspondent voor Gouda, de Heer G. C. FORTUIJN DROOGLEEVER, Notaris. Jaarlgksche Premie per Honderd Galden Kapitaal-Verzekering voor het geheele leven: op 25 Jaar 1.99, op 40 Jaar f\ 3.11, 30 s 2.27, 45 3.71, 35 2.64, 50 4.53. genrig en waterhoudend lever ik met veel suc ces tegen 75 en 80 centen per 5 ons. MARKT bjj de Hoogstraat. Onovertroffen zachte Verkrijgbaar te GOUDA bjj Wjjdstraat. LEIDEN. UI) De echtheid wordt gegarandeerd door den naam der Firma T. H. RITMAN op Kurk en Flesch.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2