Bnltenlandsch Overzicht. BRIEVEN UIT ROTTERDAM. Kantongerecht te Gouda. xn. nader land zien verhuizen. De winsten, die in de jakken der fabrikanten vloeien, zijn hem een doorn in 't oog en de wet moet ten gevolge hebben, dat die voortaan bij de boeren terechtkomen. Ook de heer Huber maakte zich tot orgaan der landbouwers en voorziet dat de wet onze boter in het buitenland een beteren naam zal geven. Hij begrijpt hot verzet daar tegen niet, daar toch alleen het doel is bedrog te weren. De heer Hartogh daarentegen had meer oog voor de belemmeringen, die men den handel met het buitenland in den weg wil leggen. Hy toonde aan, dat het doel niet bereikt zal worden, daar in andere landen een dergelijke maatregel tegen de margarine niets heeft uitgewerkt. Bedrog bij den boterhandel te weren is onbegonnen werk. Hij beroept zich op mededeolingen van een beroemc scheikundige, dat het onmogelijk is voor de chemie, om met zekerheid de vervalsching van natuurboter te oonstateeren. Spr. heeft zelf 70 pCt. zuivere natuurboter en 30 pCt. margarine doen vermengen en hij heeft deze mengsels aan verschillende proef nemingen (te Wageningen bij 's Bijks-proefsaation en in drie andere inrichtingen) doen onderwerpen en de resultaten waren volkomen onjuist of zeer ver van de waarheid verwijderd en alle zeer uiteen loopend. De heer Butgers van Rozenburg toonde zich voorstander der wet, doch nam, zeker bij ge brek aan goede argumenten, zijn toevlucht tot verdachtmaking. Hij beweerde niet moer of minder dan dat het geheele verzet tegen de wet in de pers afkomstig was van de Vereeniging der mar garine- en boterfabrikanten, die steeds bij de inge zonden stukken en hoofdartikels achter de schermen stond. Men heeft de Kamers van Kooph. er voor gespannenmen heeft zendelingen bij de Kamerleden doen rondloopen, om te betoogen, dat het bedrog in den boterhandel 't belang is van den minderen man. Dat ontkende hij. De margarine werd tot nu toe hier te lande 25 pCt. boven de verkoopwaarde verkocht, zoodat de wet, die prijsvermindering zou ten gevolge hebben, %as in het voordeel der con sumenten van de margarino-boter. Over het algemeen hebben de discussiën niet veel nieuws opgeleverd, en nog steeds zijn de algemeene beraadslagingen niet aan een einde; is zelfs de Regeering nog niet aan het woord geweest. Het komt ons voor, dat het standpunt van de voorstan ders der wet gisteren het best is uiteengezet door den heer Hubervan den kant der leden, die be zwaar hebben tegen de voordracht, werden de quaes- tiën o. i. het zuiverst gesteld door den heer Mees, terwijl de heer Hartogh door het door hem inge steld onderzoek met werkelijk nieuwe argumenten voor den dag kwam. Heden voortzetting. In den loop dor zitting is door tien leden der rechterzijde in de Tweedo Kamer voorgesteld het onderzoek van het wetsontwerp tot wijziging der schoolwet op te dragen aan een commissie van voorbereiding. Heden zal ook dit voorstel behan deld worden. Men leest in het Vaderland: Nog altijd bestaat een onevenredig hoog porto voor drukwerken in het verkeer met onze O.-I. be zittingen. Terwijl het port voor brieven is terug gebracht sinds geruimen tijd tot 15 cents por 50 gram (internationaal tarief 12'/, cent), wordt nog V «Op een wettelijk v.oorschrift, waardoor de wet gever wilde voorkomen, dat de betaling geschieden zou aan een persoon, die er niet toe gerechtigd is." «Dan is dus ook eene vereffening door mijn mijn oom onmogelijk?" «Door Lord Norman nog de« te minder, omdat die uw voogd is." Dat is inderdaad de zotste bepaling, die mij ooit is voorgekomen Vertel mij toch, mijnheer Carringsh- liff, wat ik bij die belachelijke zaak te doen heb." «Men zal n het vermogen ter hand stellen, zooals het vastgelegd is in hypotheken, pandbrieven en aandeelen en in baar geld, voor zoover het bij de Bank van Engeland berust. U behoort na te zien of alles in order is en d»arvan een schriftelijk bewijs te geven. De rechter maakt een gerechtelijk verslag op van deze handelingen en daarmede is het afge- loopen.» «Het is belachelijk een dame van mijn stand met zulke geldzaken lastig te vallen. En waartoe zou mij uw bijstand in deze aangelegenheid dienenP» «Naar ik meen, is een dame van uw stand niet zoo licht in staat om de deugdelijkheid en de waarde der verschillende documenten te beoordeelen of groote sommen geld na te tellen; daarvoor wordt het oog vereischt van een man, die in zaken van allerlei aard ervaren is." «Als zulk een ervaren man wilt u mij ten dienste staan, mijnheer Carringshliff?" «Zoodra U dat zelf wenscht, Miss, zal ik mij aan steeds van drukwerken en monsters gehevon 5 cent (internationaal tarief 2'/, cent), met een mini mum voor monsters van 7'/s cent (intern. 5 cent). Wel geldt het internationale tarief voor do ver zending rechtstreeks uit een Nederlandsohe haven, maar natuurlijk wordt daarvan nagenoeg geen ge bruik gemaakt, evenmin als voor brieven, toen hot briefport langs dien weg veel goedkooper was dan over land, eenvoudig omdat voor de correspon dentie, het drukwerkenvervoer en het handelsver keer shelle bezorging eene eerste vereischte is. Het is ons onverklaarbaar, waarom de Begeering nog altijd in verzuim blijft gevolg te geven aan den aandrang, in de beide Kamers der Staten- Generaal herhaaldelijk gebezigd, om dezen inderdaad ergerlijken toestand te doen ophouden. Bekend ge noeg toch is het dat de Nederlanders genoodzaakt worden van de buitenlandsche post gebruik te maken, willen zij hun boeken, stukken, couranten en stalen goedkoop naar hun eigen bezittingen» ver zenden. Wat buitenlands op de post wordt be zorgd, komt goedkooper in Indië aan, dan wat door de Nederlandsche posterijen daarheen wordt verzonden., Op 28 Dec. zeide de Minister Keuohenius inde Eerste Kamer, dat hij over de verlaging aan het onderhandelen was met het Departement van Wa terstaat, dat zich nog niet geheel kon vereenigen met het verlangen van den Minister van Koloniën, dat de verlaging algemeen zou zijn, en op 23 Januari verklaarde de Minister van Waterstaat in zijn Me morie van Antwoord, dat hij zich vleide, dat bin nen korten tijd een overeenstemming met hot De partement van Koloniën zou worden verkregen, een verklaring, die de Minister den 26n d. a. v. be vestigde met een uitdrukking van vertrouwen in de krachtige medewerking van den kant van zijn ambgenoot voor Koloniën. Dit is nu meer dan drie maanden geleden, en nog ziet men niets komen. Dringt niet de vraag zich op, of de krachtigs medewerking van het Dep. van Waterstaat dan ook iets te wenschen overlaat De rijkdom van Jay Gould, den Amerikaanschen spoorwegkoning als «opvolger» van wijlen Van der Bilt, bedraagt thans naar de laatste berekening 750 millioen gld. Als hij al zijn geld wisselde voor pa pier van f 60 en deze met de einden aan elkaar werden bevestigd, zou men een strook papier krijgen, die reikt van Londen naar St. Petersburg. Werd hot geld gewisseld in postzegels van een stuiver, dan zouden deze, aan elkaar bevestigd een afstand vor men van 1,020,000 wuijlen, of achtmaal den afstand van de aarde naar de maan. Als het werd gewisseld in stuivers, dan zouden 10 man, dagen nacht door- tellende 100 per minuut, langer dan 27 jaar noodig hebben. Gould is rijk genoeg, om eiken bewoner der aarde 60 ct. te geven, of 3000 menschen een jaarlijkach inkomen van 12,000 gulden, of om de schulden te betalen van Noorwegen, Zweden, Dene marken, Servië en al de Midden-Amerikaansohe republieken. Als Goulds kapitaal werd besteed te algemeenen nutte, zouden van de jaarlijksche op brengst twee-en-zeventig duizend arbeidersgezinnen tien gulden per week kunnen krijgen. De volgende verschrikkelijke gevallen van honds dolheid met doodeljjken afloop «orden van de Bel gische grenzen aan de Meier. CK gemeld: het mij uitgedrukte verlangen van den Lord niet onttrekken." «U is zeer bereidwillig, mijnheer 1 dat moet ik bekennen. En is dat alles, wat U bij het in-bezit- nemen voor mij te doen hebt?" «Het zal er van afhangen, in hoeverre U acht wilt slaan op de wenschen van mijnbeer uw oom. Herhaalde malen heeft hij mij gezegd, dat het be stuur oVer het vermogen aan mij zou worden toe vertrouwd, daar het beheer van zulk een groot ka pitaal zeker te zwaar zon vallen voor de krachten eener jonge dame. Ik laat echter niet na U er op te wijzen dat uwe beschikkingen niet meer afhan kelijk zijn van zijne wenschen. U is de vrije erf gename van ||t vermogen uwer ouders en kunt daar natuurlijk imP doen, wat u wil." «Wel verplicht voor deze opmerking, mijnheer Carringshliff, u had die wel kunnen sparen. Om, u te doen begrijpen, dat ik weet hoe ver mijne rechten strekken, wil ik u tevens de verzekering geven dat ik u nooit of te nimmer tot beheerder van mjjn vermogen zal benoemen.» «Hierin kunt ge uw.eigen wil volgen, Miss. Ik weet zeer goed dat ik geen recht heb om u ophel deringen te vragen over dit besluit, misschien wilt ge mij echter een verzoek toestaan?" «Ik ben niet ongenegen u een verzoek in te wil ligen," seide het meisje trotsch, «maar ik houd er niet van, dat lieden, die verre beneden mij staan, zich eene gemeenzame vertrouwelijkheid veroorlo- Een treurig voorval heeft zich in de kleins meente Schaffen bij Diest voorgedaan. Den 6dm Maart 11. worden daar drie personen door een dollen hond gebeten, welke later onder gehucht Heinsber. gen, gemeente Tessenderlo, werd afgemaakt. De aldus verwonde personen gingen daarna uit voor zorg naar St. Hubert, in de provincio Luxembure ten einde zich daar te do6n behandelen. Of ze de' hun opgelegde verpliohtingen niet voldoende hebben onderhouden,hiervan is niets bekend, genoeg z« het, dat voor 14 dagen bij twee der gebetenen reeds teekenen van razernij zich voordeden, en men het noodig oordeelde hen in het hospice van IW op te aluiton. Een van hen stierf reeds den vol- genden dag, terwijl de andere 's nachts aan im bewakers wist te ontsnappen, door naar den zolder te vluchten en uit een 4 meter hoog raam te sprin gen, waarbij hij zioh zoodanig aan een der beenen verwonde, door op een ijzeren hek terecht te komen dat het vleesch er bij flarden aan hing. In dien toestand en bijna geheel naakt, terwijl het bruis hom uit den mond kwam, ging hij door het veld gevolgd door meer dan 200 personen, in de rich ting zijner woning, waaruit zijn vrouw en haar viif kinderen inmiddels waren gevlucht. Niemand durfde .W°flend li0P tij 'n zijn woning rond totdat hq in den namiddag onder de vreese- lykste folteringen overleed. Wat den derden gewonde betreft, zekeren E. 8., een voehandelaar, reeds had men gehoopt dat zich bij hem de verschijnselen van dolheid met meer zouden voldoen. VriidagjL kwam hij echter van de Hollandsche veemarkten thuis en gevoelde zich niet wel, en Zaterdag 's mor- geus bleek, helaas, dat ook hij door razernij was aangetast, waaraan de ongelukkige reeds 's avonds onder de vreeselijkste smarten overleed. De over- Jedene was vader van zeven jeugdige kinderen. Hengelen met electriciteit. Zekere liefhebber van een waterzoodje heeft een uitvinding gedaan waar door hij alle minnaars der edele hengelkunst aan zich heeft verplicht. Het lange, vervelende blindstaren op den hobbe lenden dobber behoeft niet meer. De hengelaar kan een kaartje gaan leggen, hjj kan hengelen in pik donkere nachten, hengelen zal zelfs de blinde kunnen in t vervolg. Een rilling van genoegen vaart door de harten der visschers bij dezo gewichtige vondst die zooals alle dito's, heel eenvoudig is. Door de zijdon sim loopen twee ragfijne geïsoleerde koper draden, van den dobber tot in het haqdvat van den stok. Hierin bevindt zich een klein inductie toestel letje met een klein celletje. Zoolang nu de dobber stil op 't water drijft, gebeurt er niets, maar krijgt de visscher beet dan zijn de beide uiteinden ver- bonden en een zachte tinteling in de hand waar schuwt den romanlezenden of blinden hengelaar. Eeno kleine verbetering, en hij kan do hengelroede op den oever leggen en zich doen waarschuwen door een electrisch schelletje. Na eene beraadslaging, welke den geheelen namid- dag duurde, heeft het Engelsche Lagerhuis gisteren het wetsontwerp tot versterking der vloot bij tweede lezing met 277 tegen 13fi stemmen aangenomen. Uit de bijzonderheden, die thans van het feest te Versailles worden openbaar gemaakt, blijkt, dat de geestelijkheid wel degelijk aan de plechtigheid heeft ven; neen, mynheer, zoo iets kan ik niet uitstaan. Uw optreden en uw gedrag van zooeven, toen ik den salon binnentrad, waren onbeschoft." //Het is te betreuren, Miss, dat ge uwerzijds zoo een voorval opvat, dat zich op geheele natuurlijke wijze laat verklaren. U miskent eenvoudig mijn positie in de maatschappijMet mijn verstand en mijn raadgevingen dien ik de menschen om geld te verdienen, dat is waar, maar dat sluit volstrekt niet in zich, dat mijn burgerlijk beroep mij de aanspra ken doet verliezen op de behaqdeling van een wel opgevoed gentleman //Die opvatting moge voor u voldoende zijn, mijn heer Carringshliff en ik wensch u er geluk mee, als ge daarmee tevreden zijt, doch ge veroorlooft my wel aan mijn verklaring te blyven vasthouden." //Ik laat dan alles verder aan u over, mdar om een einde te maken aan dit gesprek, dat voor u en voor my zeker niet aangenaam is, wil ik mij alleen veroorloven u op te merken dat uwe inzichten ge heel in strijd zyn met die van mynheer uw oom." Vóór het woord oom wachtte hij een oogenblik en sprak het toen met bijzonderen nadruk uit. Een rilling liep haar over de leden, wel bijna onmerkbaar, want zij had zich zelve goed onder be dwang, maar zij kon niet verhinderen dat haa r wangen doodsbleek wérden. Wordt vervolgd.) medegedaan. De bisschop van Versailles heeft zelfs] een redevoering gehouden, waarin hij o. a. in her innering bracht, dat de geestelijkheid in 1789 den algemeenen wensch naar hervorming met het volk deelde en dan ook een levendig deel nam aan de beweging, waarvan zij later het slachtoffer werd. Trots vervolging had de geestelijkheid nooit opge houden bewijzen te geven harer vaderlandsliefde en harer standvastigheid in het geloof. De goestelijken dezer dagen waren dan ook bezield door dezelfde edelmoedigo gevoelens als de voorvaderen van 1789. z/Noch in onze sympathie, noch in onze gebeden, zeide de bisschop, maken wij onderscheid tusschen de Kerk en Frankrijk. Wij vertrouwen een christe- lijken plicht te vervullen, indien wij met eerbied onze groeten brengen aan den vertegenwoordiger der nationalo overheid en hem golukwenschen, dat hij aan den kogel van den moordenaar is ontsnapt. Wij verheugen ons er over, dat wij aldus mogen spre ken tot een man, die door zijn waardig karakter en correcte houding zich de achting heeft weten te ver werven van alle pariijen." Geen enkel lid der rechterzijde heeft de plech tigheid te Versailles bijgewoond. Ook was geen enkel Boulangistisch afgevaardigde tegenwoordig. De vreemde Mogendheden waren afwezig. Zelfs de gezanten van de Amerikaansche Unie en van Zwitserland waren niet verschenen. Naar do Pall Mall Gazette verzekert, keurt de prins van Wales de houding van de Britsche regee ring ten opzichte van de Parijscho tentoonstelling scherp af. De Britsche troonopvolger zal zijn best doen om den misslag van lord Salisbury tegenover zijn geliefde Parijzenaars goed te maken. Het is hot voornemen van den prins de tentoonstelling de vol gende maand te bezoeken. De //N. Fr. Presse" merkt bijde bespreking van de nieuwe sohoolwet van denOostenrykschen Minister Gautsch op, dat de vrienden der bestaande volksschool met bezorgdheid vervuld moeten zijn, al stelt de Minis ter met zijn ontwerp zoowel de clericalen te leur, die de confessioneele school begeerden, als de federalisten, die hoopten de school onder de macht van de rovinciale besturen te krijgen. De Minister, zegt et blad, //stelt een nieuwe, door niets gerechtvaar digde beperking van den achtjarigen schoolplicht voor door het uitbreiden van die verlichtingen van den schoolplicht, welke de wet van 1883 aan de plattelandsgemeenten toestond, tot de steden. Hij opent een weg, waarop de Staat zijn school wel is waar niet tot het confessionalisme voert, maar waarop de openbare scholen gemakkelyk verdrongen kunnen worden door confessioneele bijzondere scho len. Wat moot met dat alles bereikt, wie moet daariyede gediend worden?" Mocht ik de hoop voeden dat mijn lang stilzwij gen den lezer dezer courant onaangenaam is toege schenen, het zou voorwaar voor mij eene groote vol doening wezen. In elk geval wensch ik thans dat stilzwijgen te Verbreken. Omstandigheden, van mijnen wil onafhankelijk, hebben my er toe gedoemd en het is mij lief heden weder eens in de gelegenheid te zijn in dit blad het woord te nemen. Toen ik in mijnen vorigen de Fransche letterkunde ter loops ter sprake bracht, wees ik meer uitsluitend op de ouderen onder de modernen en kon derhalve Zola van zelf buiten spel laten. Hetgeen hij schrijft behoort, mijns bedunkens, uit elk fatsoenlyk gezin geweerd te worden omdat het naakt realisme, het zinnelyke on het gemeene daar niet te huis behoo- ren. Dit alles belet ook my niet te erkennen dat Zola een man is van groot talent. Men kan zijne richting zoo veel men wil veroordeelen, maar dat hij gekneed is uit de leem waarvan uitsluitend be kwame romanciers gevormd worden, kan slechts de eenzijdigheid tegenspreken. Wat gaf ik niet voor de wel eens vieze, maar overigens zoo welbesneden pen van een Zola, nu ik dit schrijven wensch aan te vangen met het proces van de moordenaars uit Stol- nlöt om dat strafgeding zelf in herinnering te brengen, maar om een beeld te geven van het uiterlijk aanzien onzer gerechtszaal by zulk eene ge legenheid! My is helaas de gave niet geschonken om met het geschreven woord eene penteekening te bezorgen die een getrouw beeld van de werkelijk heid geeft. Bij de zekerheid dat my die gave ont- reekt wensch ik er niet eens de proef van te nemen. Vandaar dat ik slechts voor een kort oogenblik zal stilstaan bij de weinige mate van plechtigheid die net uitspreken van vonnissen hier (wellicht ook elders) kenmerkt en voorts by de publieke tribune, als leer school voor het boevenras. Toen ik op uw verzoek, Mijnheer de Bodacteur, £*n8 aanhooren dat ten laste van de bedoelde moordenaars zou wordon uitgesproken, ten einde U er per draad bericht van te geven, trof mij meer dan bij vorige soortgelijke gelegenheden het vormlooze onzer rechtspleging. Men versta mij wèl. Er wordt ook hier natuurlijk de wettige vorm met de grootst mogelijke angstvalligheid in acht geno men, maar er ontbreekt al datgeen wat aan een vonnis ernst en plechtigheid kan bijzetten. Dit nu zou ik gaarne anders zien. Op zich zelf genomen is het reeds wenschelijk dat het vellen van het von nis, door de wijze waarop het geschiedt, indruk kan maken op de volksmenigte in de publieke tribune. Maar die wenschelijkheid springt, mijns inziens, te meer in het oog sedert de te pronk-stelling, de geesseling en het brandmerken, even als de doodstraf zijn afgeschaft, zeer terecht, het zij zoo, maar dan toch met het rechtstreeksch gevolg, dat de groote massa van de straffen, die worden opgelegd, niets meer ziet en er ook niets van hoort voor zoo ver zij niet de courant leest of bij het uitspreken van het vonnis zich door ettelijke exemplaren laat ver tegenwoordigen. Dezulken behooren door de wijze waarop het vonnis wordt geveld een indruk'te ont vangen die van blij venden aard is en nu ziet men het juist gebeuren dat de rechtbank er op schrikba rende wijze overheen loopt. Begrijpen doen wij dat, maar kunnen het niet billijken. De rechters, die bijna iederen werkdag eene menigte, niet zeiden breed gemotiveerde vonnissen hebben uit te spreken, wen nen daaraan in die mate, dat de vorm, waarin de mededeeling in het openbaar geschiedt, hen koud laat. Men kent de vermakelijke wijze waarop de notulen in de kiesvereeniging van Stellendijk worden voorgelezen. Wat d&ór de lachspieren van het pu bliek in beweging brengt, roept evenwel in de ge rechtzaal ergernis in het leven. Het vonnis wordt, uit de onverschilligheid die voortspruit uit de macht der gewoonte, afgebrabbeld, en Wel zóó, dat schier niemand er een woord van verstaan kan, waartoe de omstandigheid dat hij, die het voorleest, niet eens de stem verheft, maar als ware het in zich zelf wat staat te prevelen, het zijne bijdraagt. Ik beweer stput weg, dat bij het vellen van vonnis door de Kotterdamsche rechtbank, tot zelfs de beklaagden geen enkel woord van de motieven van het vonnis kunnen verstaan, niettegenstaande de bank der be schuldigden zich in de onmiddelijke nabijheid van den spreker bevindt. Dit nu acht ik eene verwer pelijke manier van doen, waarbij dan nog komt dat het decorum bij zulk eene gelegenheid ook uit an deren hoofde wel eens iets te wenschen overlaat. De openbaarheid der rechtspleging vordert dat het vonnis duidelijk en met luider stemme worde voor gelezen en het publiek vordert zijnerzijds dat de uit spraak kenbaar worde gemaakt met een ernst zóó diep, dat het indruk kunne maken op de aanwezigen. De openbaarhoid van onze rechtspleging, waar aan natuurlijk met hand en tand moet worden vast gehouden, heeft eene - schaduwzijde die juist door de grootst mogelijke'plechtigheid der openbare zit ting, tot een minimum kan worden herleid. Ik doel hiermede op het fqj£, dat de publieke tribune in onze rechtzalen kan geacht worden eene leerschool te zijn voor het boevenras dit is althans zonder eenigen twijfel te Botterdam het geval. De mise-en-sccne by de arrondissements-recht- bank te Botterdam, is zoo eenvoudig mogelyk. Aan het boveneinde der hooge en ruime zaal eene estrade, waartoe te% rechter en ter linkerzijde, een trapje met twee tre(kn toegang verschaft. In het mid den dier estra* de tafel waaraan de rechters plaats nemen. Bechts zetelt de griffier, links het open baar ministerie; vlak bij dit laatste is het bankje der beschuldigden. In de zaal zelve bevindt zich, tegenover de rechtbank, de bank der advocaten dan eene groote open ruimte, met staanplaatsen voor de getuigen en de marechaussee; eindelijk eene houten afsluiting waarachter zich de publieke tribune bevindt, die uit de zaal zelve niet toeganke lijk is. Om haar te bereiken moet meu bezijden het gerechtsgebouw, in de Doelestraat post vatten bij eene deur, die eerst geopend wordt als de Voor zitter der rechtbank de zitting geopend heeft ver klaard. Dan stormt alles, langs een buitentrap, naar boven en heeft, met het daaraan verbonden onver- mydelyke gedruisch, in een ommezien de publieke tribune gevuld. in den regel overvuld, want bijna altijd is het aantal liefhebbers buitengewoon groot. Zonder enkele vrienden of nabestaanden van beklaagden te na te komen, kan ik met gerust ge weten verklaren, dat men daar dan een doel van het uitvaagsel der Botterdamsche maatschappij bijeen vindt. Het zyn meerendèels jeugdige mannen, te lui om te werken en gevolgelijk met allerlei ondeug den behebt; liederlijkheid en booze hartstochten hebben hun stempel op die gelaatstrekken gedrukt, die door do meerendeels kort geknipte of sluik neerhaugende haren en door de mees tentijds sluwe uitdrukking der oogen, zich door iets terugstootends kenmerken. Hun pluiye getuigt van betrekkelijke armoede doch is niet haveloos. Toch is dat volkje zoo verliederlijkt, dat, als zy daar als haringfen op elkander gepakt staan, de atmosfeer schier onmiddelijk wordt bedorven e& wel in die mate, dat zelfs des winters de ramen, dia uitzicht verleenen op de open plaats dor Sociëteit Harmoniein het benedeneinde der zaal moeten wor den opengezet, ten einde, door het inlaten van versche lucht, die akelige menschenlucht eenigermate te neutraliseeren. .Verreweg de meesten dezer lieden bezoeken de terechtzittingen der kamer van straf zaken vrij geregeld, met het doel om in de rechten te studeeren. De gerechtszaal is hunne universiteit. Met scherpe aandacht volgen zij den loop van elk geding. Niets ontsnapt aan hunne scherpzinnigheid. De houding der beklaagden, de verklaringen der ge tuigen, het requisitoir van het Openbaar Ministerie en het pleidooi, worden door hen aan kritiek onder worpen. Handige wendingen van den kant van beklaagden en hunne verdedigers worden in het geheugen gegrift. En zoowel het een als het ander met het doel, om er later partij van te trekken als zij zich niet meer in de publieke tribune, doch op hunne beurt op de bank der beschuldigden zullen he vinden. De zaak die aan de orde van den dag is, laat hen volmaakt koud. Of de afschuwelijkste moord of het eenvoudigste drukpersproces behandeld wordt, hun is het onverschillig, want zij komen noch uit belangstelling, noch uit nieuwsgierigheid; zij komen alleen om te leeren, hoe zy zich later, als beklaagden, hebben te gedragen om aan het Openbaar Ministerie met vrucht het hoofd te bieden en om tevens zich, zooveel doenlijk, door allerlei bochten en kronkelingen aan de handen der rechters te ontwringen. Zij zien er bovendien een groot voordeel in zoo regelmatig mogelijk de terecht zittingen bij te wonen, omdat zij zóó doende zich aan de zaak gewennen. Als dan hun beurt zal gekomen zijn om op de bank der beschuldigden plaats te nemen, dan gevoelon zij zich in die om geving te huis en zijn zij er zeker van dat hunne koelbloedigheid hun geen oogenblik in den steek zal laten. Voor het overige, ik herhaal het, behoort het tot de groote zeldzaamheden dat zij zich voor eene strafzaak passioneeron. Bij de meesten is cynisme de kenmerkende eigenschap. Hun ruwe scherts getuigt er van. Zóó hoorde ik toen ik mij opzettelijk inde Doelestraat onder den vunzen hoop begeven had, door een hunner naar aanleiding van den Stolwijk- schen moord, met een schorre j ene verstem verklaren: //Nou, voot minder dan drie gulden kan men toch met ze'n drieën een oud wijf niet vermoordenDie afgrijselijke kwinkslag werd door een lachbui van de omstanders bekroond. Dat teekent den toestand. Men geloove nu niet dat mijne bewering, dat de publieke tribune in onze gerechtszaal eene leerschool is voor het boevenras, eene vinding is mijner fantasie. Ik heb myne opvatting getoetst aan de ervaring van velen die tot de justitie zelve behooren en aften, die ik er over sprak, waren het met mij eens, dat de meesten van hen, die men gewoonlijk in de publieke tribune van het Gerechtsgebouw aantreft, daar uitsluitend komen om zich te oefenen en voor te bereiden op den tijd dat zy van het beneden- naar het boveneinde der Gerechtszaal zullen zijn bevorderd. Het ware intusschen gewaagd to beweren, dat die lieden, by al bun cynisme en geneigdheid tot het kwade, geheel onvatbaar te achten zijn voor betere indrukken. Het is juist daarom dat ik gaarne zoude zien, dat er in het boveneinde der Gerechts zaal steeds de grootst mogelijke plechtigheid werd gegeven aan al wat er wordt verhandeld en daar mede is al dadelijk in stryd het binnensmonds pre velen van de vonnissen, zóó, dat zelfs zij die veroor deeld of vrijgesproken worden, er geen woord van kunnen verstaan. De toezegging gevende, Mijnheer de Redacteur, dat ik, als U het goedvindt, met myn volgend schryven niet zoo lang zal laten wachten, noem ik my hoogachtend, Uw Dienstwillige NEMO. ZITTING van dan 8 MEI 1889. Mr. J. H. tan MIEROP, Kantonrechter Mr. W. O. WBNTHOLT, Ambtenaar Tan het Openbaar Ministerie. De naTolgende personen zijn veroordeeld. J. T. te Nieuwerkèrk a/d IJsel, wegens le het op twee Terschillende tij'dstippon als geleider Tan een met honden bespannen kar op een openbaren weg in de Prorincie Zuid-Holland die honden niet ■voorzien hebben Tan muilkorren, 2e openbare dronkenschap, 3 boeten Tan 1 of 1 dag voor elke boete. E. J. te Bleiswij'k, wegens het op een openbaren weg in de Provincie Zuid-Holland als geleider van een hondenkar daar anders opzitten dan zij delings 1 of 1 dag. A. B. te Bergschenhoek, wegens het op een weg in de Provincie Zuid-Holland als geleider van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2