Bnltenlandsch Overzicht.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
Kantongerecht te Gouda.
xn.
nader land zien verhuizen. De winsten, die in de
jakken der fabrikanten vloeien, zijn hem een doorn
in 't oog en de wet moet ten gevolge hebben, dat
die voortaan bij de boeren terechtkomen.
Ook de heer Huber maakte zich tot orgaan der
landbouwers en voorziet dat de wet onze boter in
het buitenland een beteren naam zal geven. Hij
begrijpt hot verzet daar tegen niet, daar toch alleen
het doel is bedrog te weren.
De heer Hartogh daarentegen had meer oog voor
de belemmeringen, die men den handel met het
buitenland in den weg wil leggen. Hy toonde aan,
dat het doel niet bereikt zal worden, daar in
andere landen een dergelijke maatregel tegen de
margarine niets heeft uitgewerkt. Bedrog bij den
boterhandel te weren is onbegonnen werk. Hij
beroept zich op mededeolingen van een beroemc
scheikundige, dat het onmogelijk is voor de chemie,
om met zekerheid de vervalsching van natuurboter
te oonstateeren. Spr. heeft zelf 70 pCt. zuivere
natuurboter en 30 pCt. margarine doen vermengen
en hij heeft deze mengsels aan verschillende proef
nemingen (te Wageningen bij 's Bijks-proefsaation
en in drie andere inrichtingen) doen onderwerpen
en de resultaten waren volkomen onjuist of zeer ver
van de waarheid verwijderd en alle zeer uiteen
loopend.
De heer Butgers van Rozenburg toonde zich
voorstander der wet, doch nam, zeker bij ge
brek aan goede argumenten, zijn toevlucht tot
verdachtmaking. Hij beweerde niet moer of minder
dan dat het geheele verzet tegen de wet in de
pers afkomstig was van de Vereeniging der mar
garine- en boterfabrikanten, die steeds bij de inge
zonden stukken en hoofdartikels achter de schermen
stond. Men heeft de Kamers van Kooph. er voor
gespannenmen heeft zendelingen bij de Kamerleden
doen rondloopen, om te betoogen, dat het bedrog
in den boterhandel 't belang is van den minderen
man. Dat ontkende hij. De margarine werd tot nu
toe hier te lande 25 pCt. boven de verkoopwaarde
verkocht, zoodat de wet, die prijsvermindering zou
ten gevolge hebben, %as in het voordeel der con
sumenten van de margarino-boter.
Over het algemeen hebben de discussiën niet veel
nieuws opgeleverd, en nog steeds zijn de algemeene
beraadslagingen niet aan een einde; is zelfs de
Regeering nog niet aan het woord geweest. Het
komt ons voor, dat het standpunt van de voorstan
ders der wet gisteren het best is uiteengezet door
den heer Hubervan den kant der leden, die be
zwaar hebben tegen de voordracht, werden de quaes-
tiën o. i. het zuiverst gesteld door den heer Mees,
terwijl de heer Hartogh door het door hem inge
steld onderzoek met werkelijk nieuwe argumenten
voor den dag kwam.
Heden voortzetting.
In den loop dor zitting is door tien leden der
rechterzijde in de Tweedo Kamer voorgesteld het
onderzoek van het wetsontwerp tot wijziging der
schoolwet op te dragen aan een commissie van
voorbereiding. Heden zal ook dit voorstel behan
deld worden.
Men leest in het Vaderland:
Nog altijd bestaat een onevenredig hoog porto
voor drukwerken in het verkeer met onze O.-I. be
zittingen. Terwijl het port voor brieven is terug
gebracht sinds geruimen tijd tot 15 cents por 50
gram (internationaal tarief 12'/, cent), wordt nog
V «Op een wettelijk v.oorschrift, waardoor de wet
gever wilde voorkomen, dat de betaling geschieden
zou aan een persoon, die er niet toe gerechtigd is."
«Dan is dus ook eene vereffening door mijn
mijn oom onmogelijk?"
«Door Lord Norman nog de« te minder, omdat
die uw voogd is."
Dat is inderdaad de zotste bepaling, die mij ooit
is voorgekomen Vertel mij toch, mijnheer Carringsh-
liff, wat ik bij die belachelijke zaak te doen heb."
«Men zal n het vermogen ter hand stellen, zooals
het vastgelegd is in hypotheken, pandbrieven en
aandeelen en in baar geld, voor zoover het bij de
Bank van Engeland berust. U behoort na te zien
of alles in order is en d»arvan een schriftelijk bewijs
te geven. De rechter maakt een gerechtelijk verslag
op van deze handelingen en daarmede is het afge-
loopen.»
«Het is belachelijk een dame van mijn stand met
zulke geldzaken lastig te vallen. En waartoe zou mij
uw bijstand in deze aangelegenheid dienenP»
«Naar ik meen, is een dame van uw stand niet
zoo licht in staat om de deugdelijkheid en de waarde
der verschillende documenten te beoordeelen of groote
sommen geld na te tellen; daarvoor wordt het oog
vereischt van een man, die in zaken van allerlei
aard ervaren is."
«Als zulk een ervaren man wilt u mij ten dienste
staan, mijnheer Carringshliff?"
«Zoodra U dat zelf wenscht, Miss, zal ik mij aan
steeds van drukwerken en monsters gehevon 5
cent (internationaal tarief 2'/, cent), met een mini
mum voor monsters van 7'/s cent (intern. 5 cent).
Wel geldt het internationale tarief voor do ver
zending rechtstreeks uit een Nederlandsohe haven,
maar natuurlijk wordt daarvan nagenoeg geen ge
bruik gemaakt, evenmin als voor brieven, toen hot
briefport langs dien weg veel goedkooper was dan
over land, eenvoudig omdat voor de correspon
dentie, het drukwerkenvervoer en het handelsver
keer shelle bezorging eene eerste vereischte is.
Het is ons onverklaarbaar, waarom de Begeering
nog altijd in verzuim blijft gevolg te geven aan
den aandrang, in de beide Kamers der Staten-
Generaal herhaaldelijk gebezigd, om dezen inderdaad
ergerlijken toestand te doen ophouden. Bekend ge
noeg toch is het dat de Nederlanders genoodzaakt
worden van de buitenlandsche post gebruik te
maken, willen zij hun boeken, stukken, couranten
en stalen goedkoop naar hun eigen bezittingen» ver
zenden. Wat buitenlands op de post wordt be
zorgd, komt goedkooper in Indië aan, dan wat
door de Nederlandsche posterijen daarheen wordt
verzonden.,
Op 28 Dec. zeide de Minister Keuohenius inde
Eerste Kamer, dat hij over de verlaging aan het
onderhandelen was met het Departement van Wa
terstaat, dat zich nog niet geheel kon vereenigen
met het verlangen van den Minister van Koloniën,
dat de verlaging algemeen zou zijn, en op 23 Januari
verklaarde de Minister van Waterstaat in zijn Me
morie van Antwoord, dat hij zich vleide, dat bin
nen korten tijd een overeenstemming met hot De
partement van Koloniën zou worden verkregen, een
verklaring, die de Minister den 26n d. a. v. be
vestigde met een uitdrukking van vertrouwen in de
krachtige medewerking van den kant van zijn
ambgenoot voor Koloniën. Dit is nu meer dan drie
maanden geleden, en nog ziet men niets komen.
Dringt niet de vraag zich op, of de krachtigs
medewerking van het Dep. van Waterstaat dan ook
iets te wenschen overlaat
De rijkdom van Jay Gould, den Amerikaanschen
spoorwegkoning als «opvolger» van wijlen Van der
Bilt, bedraagt thans naar de laatste berekening 750
millioen gld. Als hij al zijn geld wisselde voor pa
pier van f 60 en deze met de einden aan elkaar
werden bevestigd, zou men een strook papier krijgen,
die reikt van Londen naar St. Petersburg. Werd
hot geld gewisseld in postzegels van een stuiver, dan
zouden deze, aan elkaar bevestigd een afstand vor
men van 1,020,000 wuijlen, of achtmaal den afstand
van de aarde naar de maan. Als het werd gewisseld
in stuivers, dan zouden 10 man, dagen nacht door-
tellende 100 per minuut, langer dan 27 jaar noodig
hebben. Gould is rijk genoeg, om eiken bewoner
der aarde 60 ct. te geven, of 3000 menschen een
jaarlijkach inkomen van 12,000 gulden, of om de
schulden te betalen van Noorwegen, Zweden, Dene
marken, Servië en al de Midden-Amerikaansohe
republieken. Als Goulds kapitaal werd besteed te
algemeenen nutte, zouden van de jaarlijksche op
brengst twee-en-zeventig duizend arbeidersgezinnen
tien gulden per week kunnen krijgen.
De volgende verschrikkelijke gevallen van honds
dolheid met doodeljjken afloop «orden van de Bel
gische grenzen aan de Meier. CK gemeld:
het mij uitgedrukte verlangen van den Lord niet
onttrekken."
«U is zeer bereidwillig, mijnheer 1 dat moet ik
bekennen. En is dat alles, wat U bij het in-bezit-
nemen voor mij te doen hebt?"
«Het zal er van afhangen, in hoeverre U acht
wilt slaan op de wenschen van mijnbeer uw oom.
Herhaalde malen heeft hij mij gezegd, dat het be
stuur oVer het vermogen aan mij zou worden toe
vertrouwd, daar het beheer van zulk een groot ka
pitaal zeker te zwaar zon vallen voor de krachten
eener jonge dame. Ik laat echter niet na U er op
te wijzen dat uwe beschikkingen niet meer afhan
kelijk zijn van zijne wenschen. U is de vrije erf
gename van ||t vermogen uwer ouders en kunt daar
natuurlijk imP doen, wat u wil."
«Wel verplicht voor deze opmerking, mijnheer
Carringshliff, u had die wel kunnen sparen. Om, u
te doen begrijpen, dat ik weet hoe ver mijne rechten
strekken, wil ik u tevens de verzekering geven dat
ik u nooit of te nimmer tot beheerder van mjjn
vermogen zal benoemen.»
«Hierin kunt ge uw.eigen wil volgen, Miss. Ik
weet zeer goed dat ik geen recht heb om u ophel
deringen te vragen over dit besluit, misschien wilt
ge mij echter een verzoek toestaan?"
«Ik ben niet ongenegen u een verzoek in te wil
ligen," seide het meisje trotsch, «maar ik houd er
niet van, dat lieden, die verre beneden mij staan,
zich eene gemeenzame vertrouwelijkheid veroorlo-
Een treurig voorval heeft zich in de kleins
meente Schaffen bij Diest voorgedaan. Den 6dm
Maart 11. worden daar drie personen door een dollen
hond gebeten, welke later onder gehucht Heinsber.
gen, gemeente Tessenderlo, werd afgemaakt. De
aldus verwonde personen gingen daarna uit voor
zorg naar St. Hubert, in de provincio Luxembure
ten einde zich daar te do6n behandelen. Of ze de'
hun opgelegde verpliohtingen niet voldoende hebben
onderhouden,hiervan is niets bekend, genoeg z«
het, dat voor 14 dagen bij twee der gebetenen
reeds teekenen van razernij zich voordeden, en men
het noodig oordeelde hen in het hospice van IW
op te aluiton. Een van hen stierf reeds den vol-
genden dag, terwijl de andere 's nachts aan im
bewakers wist te ontsnappen, door naar den zolder
te vluchten en uit een 4 meter hoog raam te sprin
gen, waarbij hij zioh zoodanig aan een der beenen
verwonde, door op een ijzeren hek terecht te komen
dat het vleesch er bij flarden aan hing. In dien
toestand en bijna geheel naakt, terwijl het bruis
hom uit den mond kwam, ging hij door het veld
gevolgd door meer dan 200 personen, in de rich
ting zijner woning, waaruit zijn vrouw en haar viif
kinderen inmiddels waren gevlucht. Niemand durfde
.W°flend li0P tij 'n zijn woning
rond totdat hq in den namiddag onder de vreese-
lykste folteringen overleed. Wat den derden gewonde
betreft, zekeren E. 8., een voehandelaar, reeds had
men gehoopt dat zich bij hem de verschijnselen
van dolheid met meer zouden voldoen. VriidagjL
kwam hij echter van de Hollandsche veemarkten
thuis en gevoelde zich niet wel, en Zaterdag 's mor-
geus bleek, helaas, dat ook hij door razernij was
aangetast, waaraan de ongelukkige reeds 's avonds
onder de vreeselijkste smarten overleed. De over-
Jedene was vader van zeven jeugdige kinderen.
Hengelen met electriciteit. Zekere liefhebber van
een waterzoodje heeft een uitvinding gedaan waar
door hij alle minnaars der edele hengelkunst aan
zich heeft verplicht.
Het lange, vervelende blindstaren op den hobbe
lenden dobber behoeft niet meer. De hengelaar kan
een kaartje gaan leggen, hjj kan hengelen in pik
donkere nachten, hengelen zal zelfs de blinde kunnen
in t vervolg. Een rilling van genoegen vaart door
de harten der visschers bij dezo gewichtige vondst
die zooals alle dito's, heel eenvoudig is. Door de
zijdon sim loopen twee ragfijne geïsoleerde koper
draden, van den dobber tot in het haqdvat van den
stok. Hierin bevindt zich een klein inductie toestel
letje met een klein celletje. Zoolang nu de dobber
stil op 't water drijft, gebeurt er niets, maar krijgt
de visscher beet dan zijn de beide uiteinden ver-
bonden en een zachte tinteling in de hand waar
schuwt den romanlezenden of blinden hengelaar.
Eeno kleine verbetering, en hij kan do hengelroede
op den oever leggen en zich doen waarschuwen door
een electrisch schelletje.
Na eene beraadslaging, welke den geheelen namid-
dag duurde, heeft het Engelsche Lagerhuis gisteren
het wetsontwerp tot versterking der vloot bij tweede
lezing met 277 tegen 13fi stemmen aangenomen.
Uit de bijzonderheden, die thans van het feest te
Versailles worden openbaar gemaakt, blijkt, dat de
geestelijkheid wel degelijk aan de plechtigheid heeft
ven; neen, mynheer, zoo iets kan ik niet uitstaan.
Uw optreden en uw gedrag van zooeven, toen ik den
salon binnentrad, waren onbeschoft."
//Het is te betreuren, Miss, dat ge uwerzijds zoo
een voorval opvat, dat zich op geheele natuurlijke
wijze laat verklaren. U miskent eenvoudig mijn
positie in de maatschappijMet mijn verstand en
mijn raadgevingen dien ik de menschen om geld te
verdienen, dat is waar, maar dat sluit volstrekt niet
in zich, dat mijn burgerlijk beroep mij de aanspra
ken doet verliezen op de behaqdeling van een wel
opgevoed gentleman
//Die opvatting moge voor u voldoende zijn, mijn
heer Carringshliff en ik wensch u er geluk mee, als
ge daarmee tevreden zijt, doch ge veroorlooft my wel
aan mijn verklaring te blyven vasthouden."
//Ik laat dan alles verder aan u over, mdar om
een einde te maken aan dit gesprek, dat voor u en
voor my zeker niet aangenaam is, wil ik mij alleen
veroorloven u op te merken dat uwe inzichten ge
heel in strijd zyn met die van mynheer uw
oom."
Vóór het woord oom wachtte hij een oogenblik
en sprak het toen met bijzonderen nadruk uit.
Een rilling liep haar over de leden, wel bijna
onmerkbaar, want zij had zich zelve goed onder be
dwang, maar zij kon niet verhinderen dat haa r
wangen doodsbleek wérden.
Wordt vervolgd.)
medegedaan. De bisschop van Versailles heeft zelfs]
een redevoering gehouden, waarin hij o. a. in her
innering bracht, dat de geestelijkheid in 1789 den
algemeenen wensch naar hervorming met het volk
deelde en dan ook een levendig deel nam aan de
beweging, waarvan zij later het slachtoffer werd.
Trots vervolging had de geestelijkheid nooit opge
houden bewijzen te geven harer vaderlandsliefde en
harer standvastigheid in het geloof. De goestelijken
dezer dagen waren dan ook bezield door dezelfde
edelmoedigo gevoelens als de voorvaderen van 1789.
z/Noch in onze sympathie, noch in onze gebeden,
zeide de bisschop, maken wij onderscheid tusschen
de Kerk en Frankrijk. Wij vertrouwen een christe-
lijken plicht te vervullen, indien wij met eerbied
onze groeten brengen aan den vertegenwoordiger der
nationalo overheid en hem golukwenschen, dat hij
aan den kogel van den moordenaar is ontsnapt. Wij
verheugen ons er over, dat wij aldus mogen spre
ken tot een man, die door zijn waardig karakter en
correcte houding zich de achting heeft weten te ver
werven van alle pariijen."
Geen enkel lid der rechterzijde heeft de plech
tigheid te Versailles bijgewoond. Ook was geen
enkel Boulangistisch afgevaardigde tegenwoordig.
De vreemde Mogendheden waren afwezig. Zelfs
de gezanten van de Amerikaansche Unie en van
Zwitserland waren niet verschenen.
Naar do Pall Mall Gazette verzekert, keurt de
prins van Wales de houding van de Britsche regee
ring ten opzichte van de Parijscho tentoonstelling
scherp af. De Britsche troonopvolger zal zijn best
doen om den misslag van lord Salisbury tegenover
zijn geliefde Parijzenaars goed te maken. Het is hot
voornemen van den prins de tentoonstelling de vol
gende maand te bezoeken.
De //N. Fr. Presse" merkt bijde bespreking van de
nieuwe sohoolwet van denOostenrykschen Minister
Gautsch op, dat de vrienden der bestaande volksschool
met bezorgdheid vervuld moeten zijn, al stelt de Minis
ter met zijn ontwerp zoowel de clericalen te leur, die
de confessioneele school begeerden, als de federalisten,
die hoopten de school onder de macht van de
rovinciale besturen te krijgen. De Minister, zegt
et blad, //stelt een nieuwe, door niets gerechtvaar
digde beperking van den achtjarigen schoolplicht
voor door het uitbreiden van die verlichtingen van
den schoolplicht, welke de wet van 1883 aan de
plattelandsgemeenten toestond, tot de steden. Hij
opent een weg, waarop de Staat zijn school wel is
waar niet tot het confessionalisme voert, maar
waarop de openbare scholen gemakkelyk verdrongen
kunnen worden door confessioneele bijzondere scho
len. Wat moot met dat alles bereikt, wie moet
daariyede gediend worden?"
Mocht ik de hoop voeden dat mijn lang stilzwij
gen den lezer dezer courant onaangenaam is toege
schenen, het zou voorwaar voor mij eene groote vol
doening wezen. In elk geval wensch ik thans dat
stilzwijgen te Verbreken. Omstandigheden, van mijnen
wil onafhankelijk, hebben my er toe gedoemd en het
is mij lief heden weder eens in de gelegenheid te
zijn in dit blad het woord te nemen.
Toen ik in mijnen vorigen de Fransche letterkunde
ter loops ter sprake bracht, wees ik meer uitsluitend
op de ouderen onder de modernen en kon derhalve
Zola van zelf buiten spel laten. Hetgeen hij schrijft
behoort, mijns bedunkens, uit elk fatsoenlyk gezin
geweerd te worden omdat het naakt realisme, het
zinnelyke on het gemeene daar niet te huis behoo-
ren. Dit alles belet ook my niet te erkennen dat
Zola een man is van groot talent. Men kan zijne
richting zoo veel men wil veroordeelen, maar dat
hij gekneed is uit de leem waarvan uitsluitend be
kwame romanciers gevormd worden, kan slechts de
eenzijdigheid tegenspreken. Wat gaf ik niet voor de
wel eens vieze, maar overigens zoo welbesneden pen
van een Zola, nu ik dit schrijven wensch aan te
vangen met het proces van de moordenaars uit Stol-
nlöt om dat strafgeding zelf in herinnering
te brengen, maar om een beeld te geven van het
uiterlijk aanzien onzer gerechtszaal by zulk eene ge
legenheid! My is helaas de gave niet geschonken
om met het geschreven woord eene penteekening te
bezorgen die een getrouw beeld van de werkelijk
heid geeft. Bij de zekerheid dat my die gave ont-
reekt wensch ik er niet eens de proef van te nemen.
Vandaar dat ik slechts voor een kort oogenblik zal
stilstaan bij de weinige mate van plechtigheid die
net uitspreken van vonnissen hier (wellicht ook elders)
kenmerkt en voorts by de publieke tribune, als leer
school voor het boevenras.
Toen ik op uw verzoek, Mijnheer de Bodacteur,
£*n8 aanhooren dat ten laste van de
bedoelde moordenaars zou wordon uitgesproken, ten
einde U er per draad bericht van te geven, trof mij
meer dan bij vorige soortgelijke gelegenheden het
vormlooze onzer rechtspleging. Men versta mij wèl.
Er wordt ook hier natuurlijk de wettige vorm met
de grootst mogelijke angstvalligheid in acht geno
men, maar er ontbreekt al datgeen wat aan een
vonnis ernst en plechtigheid kan bijzetten. Dit nu
zou ik gaarne anders zien. Op zich zelf genomen
is het reeds wenschelijk dat het vellen van het von
nis, door de wijze waarop het geschiedt, indruk kan
maken op de volksmenigte in de publieke tribune.
Maar die wenschelijkheid springt, mijns inziens, te
meer in het oog sedert de te pronk-stelling, de
geesseling en het brandmerken, even als de doodstraf
zijn afgeschaft, zeer terecht, het zij zoo, maar
dan toch met het rechtstreeksch gevolg, dat de groote
massa van de straffen, die worden opgelegd, niets
meer ziet en er ook niets van hoort voor zoo ver
zij niet de courant leest of bij het uitspreken van
het vonnis zich door ettelijke exemplaren laat ver
tegenwoordigen. Dezulken behooren door de wijze
waarop het vonnis wordt geveld een indruk'te ont
vangen die van blij venden aard is en nu ziet men
het juist gebeuren dat de rechtbank er op schrikba
rende wijze overheen loopt. Begrijpen doen wij dat,
maar kunnen het niet billijken. De rechters, die
bijna iederen werkdag eene menigte, niet zeiden breed
gemotiveerde vonnissen hebben uit te spreken, wen
nen daaraan in die mate, dat de vorm, waarin de
mededeeling in het openbaar geschiedt, hen koud
laat. Men kent de vermakelijke wijze waarop de
notulen in de kiesvereeniging van Stellendijk worden
voorgelezen. Wat d&ór de lachspieren van het pu
bliek in beweging brengt, roept evenwel in de ge
rechtzaal ergernis in het leven. Het vonnis wordt,
uit de onverschilligheid die voortspruit uit de macht
der gewoonte, afgebrabbeld, en Wel zóó, dat schier
niemand er een woord van verstaan kan, waartoe de
omstandigheid dat hij, die het voorleest, niet eens
de stem verheft, maar als ware het in zich zelf wat
staat te prevelen, het zijne bijdraagt. Ik beweer
stput weg, dat bij het vellen van vonnis door de
Kotterdamsche rechtbank, tot zelfs de beklaagden
geen enkel woord van de motieven van het vonnis
kunnen verstaan, niettegenstaande de bank der be
schuldigden zich in de onmiddelijke nabijheid van
den spreker bevindt. Dit nu acht ik eene verwer
pelijke manier van doen, waarbij dan nog komt dat
het decorum bij zulk eene gelegenheid ook uit an
deren hoofde wel eens iets te wenschen overlaat.
De openbaarheid der rechtspleging vordert dat het
vonnis duidelijk en met luider stemme worde voor
gelezen en het publiek vordert zijnerzijds dat de uit
spraak kenbaar worde gemaakt met een ernst zóó diep,
dat het indruk kunne maken op de aanwezigen.
De openbaarhoid van onze rechtspleging, waar
aan natuurlijk met hand en tand moet worden vast
gehouden, heeft eene - schaduwzijde die juist door
de grootst mogelijke'plechtigheid der openbare zit
ting, tot een minimum kan worden herleid. Ik doel
hiermede op het fqj£, dat de publieke tribune in
onze rechtzalen kan geacht worden eene leerschool
te zijn voor het boevenras dit is althans
zonder eenigen twijfel te Botterdam het geval.
De mise-en-sccne by de arrondissements-recht-
bank te Botterdam, is zoo eenvoudig mogelyk. Aan
het boveneinde der hooge en ruime zaal eene estrade,
waartoe te% rechter en ter linkerzijde, een trapje
met twee tre(kn toegang verschaft. In het mid
den dier estra* de tafel waaraan de rechters plaats
nemen. Bechts zetelt de griffier, links het open
baar ministerie; vlak bij dit laatste is het bankje
der beschuldigden. In de zaal zelve bevindt zich,
tegenover de rechtbank, de bank der advocaten
dan eene groote open ruimte, met staanplaatsen
voor de getuigen en de marechaussee; eindelijk
eene houten afsluiting waarachter zich de publieke
tribune bevindt, die uit de zaal zelve niet toeganke
lijk is. Om haar te bereiken moet meu bezijden
het gerechtsgebouw, in de Doelestraat post vatten
bij eene deur, die eerst geopend wordt als de Voor
zitter der rechtbank de zitting geopend heeft ver
klaard. Dan stormt alles, langs een buitentrap, naar
boven en heeft, met het daaraan verbonden onver-
mydelyke gedruisch, in een ommezien de publieke
tribune gevuld. in den regel overvuld, want
bijna altijd is het aantal liefhebbers buitengewoon
groot. Zonder enkele vrienden of nabestaanden van
beklaagden te na te komen, kan ik met gerust ge
weten verklaren, dat men daar dan een doel van
het uitvaagsel der Botterdamsche maatschappij bijeen
vindt. Het zyn meerendèels jeugdige mannen, te
lui om te werken en gevolgelijk met allerlei ondeug
den behebt; liederlijkheid en booze hartstochten
hebben hun stempel op die gelaatstrekken
gedrukt, die door do meerendeels kort geknipte
of sluik neerhaugende haren en door de mees
tentijds sluwe uitdrukking der oogen, zich
door iets terugstootends kenmerken. Hun pluiye
getuigt van betrekkelijke armoede doch is niet
haveloos. Toch is dat volkje zoo verliederlijkt, dat,
als zy daar als haringfen op elkander gepakt staan,
de atmosfeer schier onmiddelijk wordt bedorven e&
wel in die mate, dat zelfs des winters de ramen, dia
uitzicht verleenen op de open plaats dor Sociëteit
Harmoniein het benedeneinde der zaal moeten wor
den opengezet, ten einde, door het inlaten van
versche lucht, die akelige menschenlucht eenigermate
te neutraliseeren. .Verreweg de meesten dezer lieden
bezoeken de terechtzittingen der kamer van straf
zaken vrij geregeld, met het doel om in de rechten
te studeeren. De gerechtszaal is hunne universiteit.
Met scherpe aandacht volgen zij den loop van elk
geding. Niets ontsnapt aan hunne scherpzinnigheid.
De houding der beklaagden, de verklaringen der ge
tuigen, het requisitoir van het Openbaar Ministerie
en het pleidooi, worden door hen aan kritiek onder
worpen. Handige wendingen van den kant van
beklaagden en hunne verdedigers worden in het
geheugen gegrift. En zoowel het een als het ander
met het doel, om er later partij van te trekken
als zij zich niet meer in de publieke tribune, doch
op hunne beurt op de bank der beschuldigden zullen
he vinden. De zaak die aan de orde van den dag
is, laat hen volmaakt koud. Of de afschuwelijkste
moord of het eenvoudigste drukpersproces behandeld
wordt, hun is het onverschillig, want zij komen
noch uit belangstelling, noch uit nieuwsgierigheid;
zij komen alleen om te leeren, hoe zy zich later,
als beklaagden, hebben te gedragen om aan het
Openbaar Ministerie met vrucht het hoofd te bieden
en om tevens zich, zooveel doenlijk, door allerlei
bochten en kronkelingen aan de handen der rechters
te ontwringen. Zij zien er bovendien een groot
voordeel in zoo regelmatig mogelijk de terecht
zittingen bij te wonen, omdat zij zóó doende zich
aan de zaak gewennen. Als dan hun beurt zal
gekomen zijn om op de bank der beschuldigden
plaats te nemen, dan gevoelon zij zich in die om
geving te huis en zijn zij er zeker van dat hunne
koelbloedigheid hun geen oogenblik in den steek
zal laten. Voor het overige, ik herhaal het, behoort
het tot de groote zeldzaamheden dat zij zich voor
eene strafzaak passioneeron. Bij de meesten is cynisme
de kenmerkende eigenschap. Hun ruwe scherts getuigt
er van. Zóó hoorde ik toen ik mij opzettelijk inde
Doelestraat onder den vunzen hoop begeven had,
door een hunner naar aanleiding van den Stolwijk-
schen moord, met een schorre j ene verstem verklaren:
//Nou, voot minder dan drie gulden kan men toch
met ze'n drieën een oud wijf niet vermoordenDie
afgrijselijke kwinkslag werd door een lachbui van de
omstanders bekroond. Dat teekent den toestand.
Men geloove nu niet dat mijne bewering, dat de
publieke tribune in onze gerechtszaal eene leerschool
is voor het boevenras, eene vinding is mijner fantasie.
Ik heb myne opvatting getoetst aan de ervaring
van velen die tot de justitie zelve behooren en
aften, die ik er over sprak, waren het met mij
eens, dat de meesten van hen, die men gewoonlijk
in de publieke tribune van het Gerechtsgebouw
aantreft, daar uitsluitend komen om zich te oefenen
en voor te bereiden op den tijd dat zy van het
beneden- naar het boveneinde der Gerechtszaal
zullen zijn bevorderd.
Het ware intusschen gewaagd to beweren, dat die
lieden, by al bun cynisme en geneigdheid tot het
kwade, geheel onvatbaar te achten zijn voor betere
indrukken. Het is juist daarom dat ik gaarne
zoude zien, dat er in het boveneinde der Gerechts
zaal steeds de grootst mogelijke plechtigheid werd
gegeven aan al wat er wordt verhandeld en daar
mede is al dadelijk in stryd het binnensmonds pre
velen van de vonnissen, zóó, dat zelfs zij die veroor
deeld of vrijgesproken worden, er geen woord van
kunnen verstaan.
De toezegging gevende, Mijnheer de Redacteur,
dat ik, als U het goedvindt, met myn volgend
schryven niet zoo lang zal laten wachten, noem ik
my hoogachtend,
Uw Dienstwillige
NEMO.
ZITTING van dan 8 MEI 1889.
Mr. J. H. tan MIEROP, Kantonrechter
Mr. W. O. WBNTHOLT, Ambtenaar Tan het
Openbaar Ministerie.
De naTolgende personen zijn veroordeeld.
J. T. te Nieuwerkèrk a/d IJsel, wegens le het op
twee Terschillende tij'dstippon als geleider Tan een
met honden bespannen kar op een openbaren weg
in de Prorincie Zuid-Holland die honden niet
■voorzien hebben Tan muilkorren, 2e openbare
dronkenschap, 3 boeten Tan 1 of 1 dag voor
elke boete.
E. J. te Bleiswij'k, wegens het op een openbaren
weg in de Provincie Zuid-Holland als geleider
van een hondenkar daar anders opzitten dan zij
delings 1 of 1 dag.
A. B. te Bergschenhoek, wegens het op een weg
in de Provincie Zuid-Holland als geleider van