Overgordijnen,
STEENKOLEN.
ZANGVEREEUIGIITG
Gember-Koek.
Fransche Guipure
Versche Aardbezi&n.
Brieven uit de Hoofdstad.
BEURSBERICHT.
ADVEHTENTIÊN.
Doitsche Ruhr Kachelkolen,
a 80 Cent per H.L.
A. JONKER ZONEN,
GOUDSCHE
op Donderdag 23 Mei 1889,
GEMBERKOEK
J. J. van der SAN DEN,
Gordijn Linnens en Katoen
D. HOOGEN BOOM.
Eng. KOLEN 1.00 per Hectl.
Eng. Haardkolen 1.20 p. Hectl.
le Uitvoering 1889/90,
van 35 en 65 Cent per stuk, bij
Vitrages afgepast en aan 'tstuk,
met FRANJE in alle breedten
Zoete en Zure APPELEN,
12 Cent de 5 Ons.
A. RIETVELD, Tiemleweg.
dien overeenkomstig moest gehandeld zijn. Ware op
de Westhaven de politie tjjdig geweest en ware zij
beleidvol opgetreden, er zou waarschijnlijk veel zijn
voorkomen. Dat meende ik te moeten constateeren.
De heer Tuinsnbübo schrijft dat burgemeester en
wethouders hem verklaard hebben zeer tevreden te
zijn over het beleidvol optreden der politie. Vergun
mij de vraag hebben zjj dat s e h r i f t e 1 ij k ge
daan of bepaalde het zich tot een enkel beleefd
woonjje, dat de commissaris te mooi uitlegt Is
werkelijk een officieel bewijs van waardeering ge
geven, dan kom ik tot het resultaat dat ook burge
meester en wethouders niet tegenwoordig zijn geweest
bjj het begi n van de ongeregeldheden op Hoog
straat en Westhaven. Waren zij daar geweest, het
bedoelde bewijs ware bepaald uitgebleven
De commissaris spreekt op hoogen toon en met
zekere brutaliteit van leugens en onwaarheidnu,
in een politieman zjjn een hooge toon en brutaliteit
in het oog van sommigen veel waard ik voor mij
stel hoogerbekwaamheid en beleid, en
steods waar het blijkt dat die bij de Goudsche po
litie niet voldoende aan den dag komen, zal ik jzoo
vrij z'jn d>t te constatoeren.
Een bewjjs dat de commissaris zich niet sterk
gevoelt in zijne verklaring is: dat hij op het einde
van zijn stukje schrijft met stilzwijgen te zullen
voorbijgaan wat ik nog verder gelief te zeggen over
deze zaak. Dat is zeker zeer gemakkelijk, maar
geeft geen hoogen dunk van zijn vertrouwen dat hij
gelijk heeft. Ik voor mij verklaar mjj daarentegon
ten volle bereid alle nadere inlichtingen te geven,
die men verlangt. Ik voor mij schroom geen nader
onderzoek
Uw CORRESPONDENT TE GoUDA.
Oudshoorn, Alfen en Aarlanderveen waren Don
derdag in feestdos. Van vele huizen wapperden de
vlaggen, en aan den ingang van het terrein der Leer-
hoeve voor Zuivelbereiding was een smaakvolle eere
poort opgericht. Het gold de ontvangst van den
Minister van Binnenlandsche Zaken, Baron Mackay,
den Commissaris des. Konings in de provincie Zuid-
Holland, Mr. C. Fock, vergezeld van den Heer Dijk-
meester, hoofdambtenaar aan het Ministerie van Bin-
nenl. Zaken, en den Heer Van Ejjk, inspecteur van
het middelbaar onderwijs, en verschillende leden van
het bestuur der Vereeniging „de Zuid-Hollandsehe
Leerhoeve voor Zuivelbereiding.»
Aan het station te Alfen werden de heeren opge
wacht door den Voorzitter der Vereeniging Mr. D.
Visser van Hazerwoude, de heeren Bloem, Burge
meester van Oadshoorn, Zaalberg, Burgemeester van
Alfen en Aarlanderveen, Wakker, Holleman en de
Jong, leeraren aan de Leerhoeve, alsmede den archi
tect R. A. Heij, die voortdurend bij den bouw is
tegenwoordig geweest.
Met veel belangstelling werd de hoeve door de
heeren bezocht, waarop in de zoo doelmatig inge
richte gebouwen de verschillende werktuigen in
werking worden gebracht en de werkzaamheden
werden verricht onder toezicht van de daartoe aan
gestelde personen, door de 21 leerlingen (14 jongens
en 7 meisjes), die nu reeds aanwezig zijn om de
zuivelbereiding te leeren uitoefenen, zooals die in
den tegenwoordigen tijd moet worden gedreven.
Na alles o. a. de landerijen, de woning voor
den directeur, énz. in oogenschouw te hebben
genomen, begaf men zich aan een dejeuner, bij
daardoor niemands rechten krenk. Mijn waarde Sir
Lionel, wilt ge Lord Norman wel verzooken, dat hij
het kaartje van Lord Rumsdale aan tafel naast mijn
plaats laat leggen?"
NEGENDE HOOFDSTUK.
Wij zijn genoodzaakt met ons verhaal vijf dagen
terug te gaan om het op te vatten, waar wij geble
ven zijn bij de wegvoering van het meisje uit de
woning der familie Lund.
Met angst zag Edith den avond tegemoet, als
wanneer haar broeder zou thuis komen. Immers zij
was zioh bewust, dat zij weinig of niets gedaan had
om het meisje in huis te behouden, terwijl zij door
haar belofte toch verplicht geweest was om zich er
tegen te verzetten. Waarmoe zou zij zich veront
schuldigen? Was haar vrees voor de ontstaande nei
ging tusschen haar broeder en zjjn beschermelinge
zoo gegrond, dat zjj haar eigen inzichten mocht vol
gen, zonder op de beschikkingen van haar broeder
te letten? Mocht zij medehelpen om het tegendeel
te bewerken van hetgeen haar broeder wenschte?
Dat was een vraag, waarop zij een antwoord zou
moeten geven en daarbjj kon zij niemands hulp in»
roepen. Hoe vroolijk en voldaan mevrouw Lund o6k
was onmiddelijk na het wegvoeren van het meisje,
haar vroolijkheid verdween meer en meer bij het
verloopen van den dag. Toen in den laten namiddag
het uur van het middagmaal naderde, waarbjj Wal-
welke gelegenheid de Voorzitter allen, ook de Re
geering en Provinciale vertegenwoordiging, bedankte
voor de verleende medewerking tot het oprichten
van deze Leerhoeve. De Minister achtte het een
gelukkig verschijnsel dat juist in deze dagen, nu de
landbouw aller medewerking noodig heeft, de zoo
lang gekoesterde wensoh is verwezenlijkt. Hij wjjdde
een dronk aan den bloei der Vereeniging, waarna
de Commissaris des Konings een glas dronk op den
Voorzitter der Vereeniging, den Heer Mr. D. Visser
van Hazerswoude, die genoemd werd als de man
die geene bezwaren te groot achtte, doch stond voor
de zaak waarvan men heden het welslagen kon aan
schouwen.
Bjj zijn vertrek uitte de Minister nogmaals den
wensch, dat op deze wijze de goede naam, dien onze
voorouders als zuivelbereiders hadden, met mede
werking van belanghebbenden zal worden herwonnen.
Tot Voorz. der feestcommissie te Berg-Ambacht
is benoemd de heer J. J. van der Kaadentot Secr.
de heer C. M. Simons en tot Pennr. de heer A. Cok.
Het feest zal op Woensdag 22 Mei gevierd worden
en ook opgeluisterd worden door het houden eener
ringrjjderij in tilburries.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Vrjjdag 17 Mei.
Aan de altijd betreurenswaardige wanordelijkheden
alhier schijnt in de residentie meer aandacht te
zullen worden geschonken dan de geheele zaak ver
dient. Althans de heer Van Wassenaer heeft het
noodig geacht daaromtrent eene interpellatie te
houden tot de regeering. Aanleiding daartoe heeft
waarschijnlijk gegeven de oerste zeer opgeschroefde
berichten in de „Nieuwe Rott. Crt.», waaruit met
eenigon goeden wil gedisteleerd kan worden, dat
de politie met opzet tegenover anti-revolutionairen
niet de noodige voorzorgen genomen heeft. Het
zal den minister van binnenlandsche zaken, na on
partijdig onderzoek, niet moeilijk vallen de onjuist
heid dier opvatting aan te toonen.
Aangezien het aanhangige ontwerp tot regeling
van de gevolgen der naturalisatie met nlgemeeno
stemmen van de agenda is afgevoerd, kunnen wjj
over de gehouden discussie kort zijn. Het ontwerp
had het aanzijn te danken aan wel wat overdreven
deferentie voor de weftschen van eenige leden der
kamer. Thans bleek dat de moerderheid van oordeel
was, dat er zoo'n haasf niet was bjj eene rogeling,
die 40 jaar op zich hq^laten wachten, zonder dat
het vaderland in gersaris gebracht en die onvol
ledig blijven moest, wanneer zjj niet te geljjk met
het geheele Nederlanderschap aan de orde kwam.
De heeren Hartogh en Sanders wezen op de ge
breken van het ontwerp en op de wenscheljjkheid
om de geheele materie in één wet bjjeen te voegen.
De verdediging der Regeering was zwak, zoodat
de heer Lohman haar een reddingsplank meende te
mocton toesteken in den vorm eener motie, wolke
schorsing der behandeling voorstelde in afwachting
eener algemeene regeling van het Nederlander- en
ingezetenschap. Dit besluit viel met goedkeuring
der rogcering en met algemeene stemmen.
Vooraf drong de heer Van der Loeff er terecht
op aan een regeling niet lang uit te stellen, daar
het volstrekt onnoodig was op de herziening van
het geheele burgerlijk wetboek te wachten, integen
deel oen afzonderlijk ontwerp over het Nederlan-
ther stellig verwacht werd, zagen de beide vrouwen
met angst zijn komst te gemoet.
Eindelijk kwam hij, men hoorde de deur knarsen,
men luisterde naar zijn bekenden stap op de trap.
En nu trad hij do kamer binnen. Het eerst keek
hij naar de plaats, waar het meisje gewoonlijk zat.
Haar stoel was ledig.
„Waar is Alice?" vroeg hij, nog niet wetende,
dat zij geen recht had op dien naam. Doch toen
hij het oog op zijn moeder en zuster sloeg, die
beiden stil en stom zaten, begreep hij dadeljjk, dat
hij geen antwoord zou krjjgen en dit ook niet noodig
was. Het meisje, dat men hem beloofd had te zullen
beschermen, was weg, zjj was voor hem voor altijd
verloren!
Een vreeselijke smart voelde hij in zijn hart grjj-
pen, maar tegelijkertijd kwam toorn bij hem op,
toorn tegen degenen, die de schuld droegen, dat
zijn beschermelinge hem ontnomen was. Om deze
tegenstrijdige gevoelens vaar het oogenblik tot rust
te laten komen, moest hjj een poos wachten, vóór
hij verdere vragen deed. Doch de goedaardigheid,
hem vaiL nature eigen kwam spoediger weer boven,
dan hij .'/.elf verwacht had. Na een korte poos ge
zwegen tb hebben, wendde hjj zich tot zijne moeder
met de vraag:
„Vertel mij eens, mama, ging zij vrijwillig of
moest |nen haar met geweld wegvoeren? Ik kan
mij levendig voorstellen, dat het hier tot een ont
zettend tooneel is gekomen."
derschap, met afschaffing van den tweeden titel
van dat wetboek, reeds gereed ligt.
Na eene langdurige en pjjnlijke ziekte is in 67-
jarigen ouderdom te Amsterdam overleden de lieer dr.
Fh. R. Hugenholtz, vroeger predikant bjj de Ned.
Herv- gemeente, en met zijn jongeren broeder, P.
H. Hugenholtz Jr., een der eerste stichters van de
Vrije Gemoente te Amsterdam.
Na het nemen van zijn ontslag als Ned. Herv.
predikant, woonde Hugenholtz veelal te 's-Graven-
hage, waar hjj zich op onderscheidene wjjzm nuttig
wist te maken, onder anderea als medebestuurder
en secretaris der Vereeniging voor Volksonderwijs
en als schrjjver van theologische boeken en tijd
schrift-artikelen. Het doctoraat in de theologie
werd hem bjj de Leidsche academiefeesten van 1876
honoris causa toegekend.
Men zal zich horinneren de vraag, die den 2den
Mei voor den Hoogen Raad is bepleit, nl. of de
scheiding dio er bestaat tusschen het privaat ver
mogen van den koopman en het vermogen van
de vennootsohap, vooral waar beide vermogens „in
dezelfde hand" zijn, zoo scherp te trekken is, dat
men zeggen mag: de vordering van zeker persoon,
ten laste van den koopman in privé, kan niet gecom
penseerd worden met de vordering ten behoeve der
vennootschap, ten laste van dien zekeren persoon.
Het Openb. Min. betwjjfelde in zjjne conclusie, of
zoo'n scherpe scheiding tusschen privaat en vennoot
schappelijk vermogen, vooral in dit geval, wel in
de wet te vinden was. Het concludeert dus tot ver
werping van het beroep.
De verkiezingen voor de Provinciale Staten zjjn
al wederom aohter den rug. Zeker niet weinig tot
genoegen der hoeren s'temopnemors, die gisteravond
bijna tot middernacht bezig zjjn geweest met het
aflezen der 8000 briefjes, waarop in het geheel
136.000 nament Een zeer behoorljjk aantal on-
getwjjfeld! Niettemin was de arbeid vlugger afge-
loopon dan bjj de jongste verkiezing voor de Tweede
Kamer, toen eerst des Donderdags omstreeks het
middaguur de telling en ontcjjfering was ten einde
gebracht. De uitslag is, geljjk u bekend is, ten
gunste der vereonigdo liberalen geweest, wiercan-
didaten gemiddeld 900 stemmen boven Je volstrekte
meerderheid verkregen. De vereenigdc tegenpartij,
anti-revolutionnairen, katholieken en radicalen kwa
men allen ongeveer met een gelijk aantal stemmen
uit de bus. Dit verdiont opmerking, voor zooverre
zich nu aldus het verschijnsel niet herhaald heeft
van eenige gemeenteraadsverkiezingen, toen de radi
calen alleen met de winst gingen strjjken, en hun
candidaat zagen zegovieren. Dat de heer Gerritsen
het grootsto getal stemmen verwierf komt hierbij
niet in aanmerkinghij scheelt met den anti-
revolutionnairen heer Hovy maar 40 en met den
minst gelukkigen katholieken candidaat 160 1
Het heeft bij deze verkiezing intusschen niet ont
broken aan middelen om éen der radicale oandidaten
mr. N. A. Calisch voorop te schuiven. Groots bil
jetten bevolen hem den leden van het Paleis voor
Volksvljjt aan als den man, die voor de instandhou
ding van deze vermaak-inrichting bizunder gejjverd
Dat is volstrekt niet zoo, Walther!» antwoordde
mevrouw Lund. „Je zult in je mama wel zooveel
vertrouwen stellen, dat je gelooft van mij niets dan
de zuiverewaarheid te hooren. Welnu luister dan.
Ik had een geheel onschuldig gesprek met den heer,
die toen 's morgens bjj je geweest is om je over het
meisje te spreken. Hjj gaf mjj alle gewenschte op
helderingen omtrent haar persoon, haar familie-be
trekkingen en haar waanzinnigheid, die mjj in ver
band met mijn eigen ervaring juist schenen te zijn.
Daarop verzocht hjj, mjjne toestemming, opdat het
meisje eindeljjk dit huis zou verlaten. Ik kon geen
bedenkingen aanvoeren om te weigeren en daarop
zijn zij samen de trap afgegaan, in het rijtuig gestapt
en woggereden, alsof zij de beste vrienden waren.»
„Dus was het de advocaat Carringshliffl die bjj
u kwam, mama? En hij bracht geen bevel van den
reohter, noch een schriftelijk verzoek van het bestuur
van Bedlam voor de uitlevering mee?"
„Volstrekt niets Van dien aard, Walther, maar
waartoe dat?. Mijnheer Carringshliff had je immers
reeds getoond, dat hjj recht had om het meisje op
te eischen. Overigens moet ik zeggen, dat het mij
wezenlijk genoegen deed een man met zulke goede
eigenschappen van karakter als mijnheer Carringshliff
te leeren kennen. Hij is een volmaakt gentleman
wat betreft zijn omgang mot onze sekse en hij toonde
zooveel bedachtzaamheid en overleg, dat ik hem
bepaald bewonder."
{Wordt vervolgd
lad; eene aanbeveling, die den heer Calisch dezer
dagen den spotnaam van „pretcandidaat" bezorgd
heeft. Was een dergelijk hulpmiddel alleen onhan
dig en belachelijk, te berispen viel eene poging om
argelooze kiezers te misleiden door het aanplakken
van biljetten, waarop de naam van den heer Calisch
voorkwam midden tusschen vier liberale oandidaten,
en deze vijf heeren den kiezers dan in het bizonder
aanbevolen werden. Maar ergerlijk en onhandig tevens
was het vooral, dat men den heer C. den Israelieti-
echen kiezers als geloofsgenoot wilde opdringen; er
gerlijk. omdat in dezen geloof- noch stamverwantschap
eenig gewicht in de schaal konden leggen en on
handig, dewjjl de heer Calisch wat niemand on
bekend is voor ettelijke jaren zijn lidmaatschap
van het Israelietisch Kerkgenootschap bij deur-
waarders-exploit had doen opzeggen. Onder deze
omstandigheden had men van dezen heer dan ook
mogen verwachten, dat hjjzelf tegen dergelijke
misleidende aanbeveling ware opgekomen en zjjn
„non tali auxilio" uitgesproken hadde. Dit nu heeft
hij niet gedaan. En nu moge het Dagblad „de Am
sterdammer» heden avond die pogingen qualificeeren
als het werk van een mhandig vriend; de aanplak
biljetten rumoerig en niets zeggend heeten; zich
met eenige verbazing er over uitlaten: „Een radicaal
onder conservatief geleide, aanbevolen als Israelietisch
geloofsgenoot en dan ook nog als redder van publieke
vermakelijkheden. hoe komt iemand op het denk
beeld?" (Ik curs.); ja het blad moge schrjjven:
„'t Arasterdamséh publiek is te verstandig om zich
door zulke manmuvres te laten beetnomengelukkig,
want wjj minderheden zouden ons hebben moeten
schamen (idem) als men door een dezer middelen er
in geslaagd was, een der onzen eene meerderheid te
verschaffen" ik voor mij zou gemeend hebben
dat eene dergeljjke opmerking, en dan nog liefst in
den wat krasser vorm waaraan dit blad ons gewend
heeft, vóór de stemming op hare plaats ware geweest,
nu heeft zij geenerlei waarde; een spotvogel zou
terecht kunnen vragen of de schaamteblos wellicht
niet achterwege zou zijn gebleven, als de overwinning
wèl behaald ware geworden. Zeker heeft de redactie,
door stil te zwijgen tot na het bekend worden van
den uitslag, zich zedelijk medeplichtig gemaakt aan
die manoeuvres; zij zou, ware de eerlijkheid nn een
maal niet uit de politiek, te voren hebben moeten
opkomen tegen dergelijke hulp, voor een harer can
didaten. „Uit Heldt's zwijgen, terwjjl spreken plicht
was, kan men zien hoe verlammend dit partjjverband
werkt," schreef diezelfde redactie kortelings naar
aanleiding van de behandeling der jongste arbeids
wet in de Tweede Kamer. Haar eigen zwijgen in
dezen, vaar spreken plicht was, leert dat elk partij
verband verlammend werkt in zedelijk opzicht. Tenzjj
men den moed heeft, zich zelf te blijven; en moreel
zeer krachtig is IP Maar dan kan men nooit par
tijman worden!
Als ooit eene partjj eene moeiljjke crisis doorstaan
heeft, dan is het op dit oogenblik de liberale. Haar
toetsteende schoolwet, toont verschillen aan, welke
het moeilijk zal vallen uit te wisschen. Alleen door
het vermijden eener stemming over dit belangrijk
punt kan zjj de verdeeldheid bedekken en eene
scheuring voorkomen. Men gevoelde dit bljjkbaar
Woensdagavond in de Kiesvereeniging Burgerplicht
en vandaar dat een voorstel om aan het einde des
discussie over de nieuwe Schoolwet geen der twee
voorgestelde moties in behandeling te nemen, in zoo
goede aarde viqj, dat het bij acclamatie werd aan
genomen I
De twee voorgestelde moties, de éene van mr.
JA. Levy, de ander van mr. Willeumier gaven de
twee moeningon over de houding der liberale partjj
tegenover de nieuwe schoolwet nauwkeurig en scherp
aan. De éene wil van geen subsidieering der bizon-
dore scholen weten, de ander wil die toestaan mits
het openbaar onderwijs daardoor niet worde ver
zwakt. De stelling der onverzoenljjken is onge-
twjjfeld het meest consequent; zjj hebben altjjd neen
gezegd en blijven dit ook nu nog doen. Wat de
anderen betreft, zjj moenen dat nu de zaken eenmaal
zoo slaan en de anti-liberalen in do Tweede Kamer
de meerderheid bezitten, het voor de liberalen wen-
scheljjk istp trachten naar eene oplossing van den school
strijd, waardoor eene botsing tnsschen Eerste en Tweede
Kamer vermeden zal kunnen worden. Dooh het versohil
tusschen beidor opvatting wortelt diaper dan men
aan deze kwestie van opportunit/ntshouding opper
vlakkig werken zou. Onomwonden hebben de anti-
aubsidiemannen het gezegd, zjj vreezon het olerica-
lisrae en wülen geen overheersching van Dordt en
Rome. De openbare sohool is bun minder lief om
dat zjj neutraal is, dan wel omdat zjj staat tegen
over de saote school. Bjj deze opvatting, die den
strijd om de moderne vrjjheid van levensbeschouwing
reeds yloet aanvangen bjj de opvoeding der jeugd,
kan uit den BBVd der zaak van geen verzoening
sprake zjjn, Dnrfde men, als liberaal, de vrjjheid
van andersdenkenden aantasten, men zou liefst al
wat naar clericalisms zweemt als vijandig aan den
modernen mensch in de ban doenovertuigd tevens
dat de tegenpartjj, bezat zjj de macht er toe, van
ganscher harte in gelijke, absolute, richting zou
willen regeeren. Stelt zij in het nieuwe ontwerp
dan ook betrekkelijk gematigde eischen, deze libe
ralen vertrouwen haar niet en wijzen er op, dat
bjj de uitvoering der wet de neutrale school toch
het kind van de rekening zal worden en eene
tegemoetkoming van de zijde der liberalen de cleri-
calen bjj eene volgende gelegenheid slechts meer
zal doen eischen.
De verzoeningsgezinde liberalen zien de zaken
anders in. Voor hen is de neutrale school eene
instelling welke zij behouden willen voor allen, die
van eene confessioneele school voor hun kinderen
niet gediend zijn. Doch zij erkennen tevens dat
er een groot deel der natie is, 't wolk nu eenmaal
eene bepaald godsdienstige opvoeding voor zijn
kinderen noodig acht, en er dus geen reden bestaat
waarom de Staat niet ook de scholen van deze
mannen en vrouwen steunen zou, naast die der
neutralen. Mits slechts het onderwjjs van degelijk
gehalte zij en de Staal geen afbreuk doe aan de
neutrale school ten gerieve der confessioneele, kan
de liberale partjj het steunen der laatste billijken
niet alleen, maar is zjj zelfs genoopt om krachtens
haar beginsel „gelijk recht voor allen» die subsi
dieering der bizondero scholen te bevorderen. Zóo
komt het aan den dag, hoe in het liberale kamp
zich twee partjjen bevindende onverzoenljjken,
die, geljjk de kerkeljjken, het „alles voor ons»
zoeken toe te passen; de verzoeningsgezinden, voor
wie het liberalisme vóór alles in „eerbiediging van
ieders opinie" gelegen is.
Voor zoover ik op dit oogenblik kan nagaan, is
hier de meerderheid der liberale partij vooralsnog
tegen elke toenadering gekant. Wat begrijpelijk is
Het standpunt der laatstgeschildorde fractie ligt veel
hooger dan dal der onverzoenlijken, en de meerder
heid der menschen staat altijd eer laag dan hoog.
Eene enkele mededeeling tot slot, die uwen lezers
plezier zal doen. In Juni wordt hier nog eene
opvoering gegeven van Brmio, de opera van v.
Milligen, maar dan met medewerkihg van het voor
treffelijk orkest van het concertgebouw.
GHUspa. v. Aehstel.
Jmsterd. 16/17 Mei.
AMSTERDAM, li Mei.
Per Telegraaf.)
Binnenland met weinig variatie. Indischen vast.
Costenrjjk en Venezuela vast. Turken iets flauwer,
overigen onveranderd.
Heden overleed tot diepe droef heid van
ons en onze Kinderen, ons geliefd Dochtertje
ALIDA JOHANNA, in den jeugdigen leeftijd
van 14 jaren en 11 maanden.
D. OÜWENEEL.
J, OÜWENEEL—Krüijt.
L. OÜWENEEL.
J. OÜWENEEL.
Gouda, 15 Mei 1889.
De ondergeteekenden betuigen bjj deze
hun harteljjken dank' voor de vele bewjjzen
van belangstelling, ondervonden bjj het over
lijden van han geliefd kindje.
Joh. G. ARENTZ
en Echtgenoot®.
Door de ontstane werkstaking in Duitseh-
land en de verhoogde prjjzen van
geven ondergeteekenden aan bunne clientèle
te kennen dat zjj van af heden z
voorraad stTekt, de prima KACH
nog zullen noteeren
Kantoor Vest a/d Vlamingstraat.
Gouda, ^Mei 1889.
De Notaris JOHANNES
NOLEN, resideerende te Ca-
pelle a/d IJttel, is voornemens
op WOENSDAGEN 22 en 29 MEI 1889,
telkens des voormiddags ten 11 nre, ten Kof-
flehoize van den Heer A. MOLENAAR, aldaar
aan 's-Gravenweg, ten verzoeke van de erfge
namen van Mejnffronw de Wed. L. van
VLIET, bjj opbod, verhooging en
afslag, pnbliek te verkoopen:
Een perceel WEILAND, gelegen aan de
Noordzjjde van's-Gravenweg, onder Capellea/IJ.
groot 1 Hectare, 08 Aren, 23 Centiaren.
Een perceel WEILAND, gelegen aan de
Zuidzijde van 's-Gravenweg, onder Nieuwer-
kerk a/lJ., groot 4 Hectaren, 04 Aren, 23
Centiaren.
Een HUIS en ERF en TUIN, staande en
gelegen aan de Zuidzijde van 's-Gravenweg,
onder Nieuwerkerk a/IJ., groot 17 Aren, 47
Centiaren.
des avonds te 8 uur,
in het Lokaal «NUT en VERMAAK»
Oosthaven, Gouda.
Directeur: de Heer Makt". J. BOUMAN.
Solisten: Mevrouw Ch. V. v. W. uit Leiden.
de Heer J. T. M. r
Programma:
ï.„Koor No. 10 nit «Die Schöpfung», J. Haydn.
2. «Iphigenie auf Tauris» Arie des Pylades
(tenor) Gliick. 3. Reet. und Arie der KuniguDde
aus Fanst (sopraan) Spohr. 4. Name, J. Brahms.
5. Koor No. 4 uit «Die Schöpfung,» J. Haydn.
6. So ihr mich von ganzera Herzen, Arie aus
«Elias» (Ténor) Mendelssohn. 7. Lorelei, F.
Hiller.
Volledige Tekstboekjes zjjn Dinsdag 21 Mei
bjj de Boekhandelaars J. van BENTUM kn
ZOON verkrjjgbaar a, 0.20.
Zie verder het Progamma.
.Te bekomen HEERLIJKE
Banketbakker.
Gouda, Markt A. 67.