Overgordijnen, STEENKOLEN. ZANGVEREEUIGIITG Gember-Koek. Fransche Guipure Versche Aardbezi&n. Brieven uit de Hoofdstad. BEURSBERICHT. ADVEHTENTIÊN. Doitsche Ruhr Kachelkolen, a 80 Cent per H.L. A. JONKER ZONEN, GOUDSCHE op Donderdag 23 Mei 1889, GEMBERKOEK J. J. van der SAN DEN, Gordijn Linnens en Katoen D. HOOGEN BOOM. Eng. KOLEN 1.00 per Hectl. Eng. Haardkolen 1.20 p. Hectl. le Uitvoering 1889/90, van 35 en 65 Cent per stuk, bij Vitrages afgepast en aan 'tstuk, met FRANJE in alle breedten Zoete en Zure APPELEN, 12 Cent de 5 Ons. A. RIETVELD, Tiemleweg. dien overeenkomstig moest gehandeld zijn. Ware op de Westhaven de politie tjjdig geweest en ware zij beleidvol opgetreden, er zou waarschijnlijk veel zijn voorkomen. Dat meende ik te moeten constateeren. De heer Tuinsnbübo schrijft dat burgemeester en wethouders hem verklaard hebben zeer tevreden te zijn over het beleidvol optreden der politie. Vergun mij de vraag hebben zjj dat s e h r i f t e 1 ij k ge daan of bepaalde het zich tot een enkel beleefd woonjje, dat de commissaris te mooi uitlegt Is werkelijk een officieel bewijs van waardeering ge geven, dan kom ik tot het resultaat dat ook burge meester en wethouders niet tegenwoordig zijn geweest bjj het begi n van de ongeregeldheden op Hoog straat en Westhaven. Waren zij daar geweest, het bedoelde bewijs ware bepaald uitgebleven De commissaris spreekt op hoogen toon en met zekere brutaliteit van leugens en onwaarheidnu, in een politieman zjjn een hooge toon en brutaliteit in het oog van sommigen veel waard ik voor mij stel hoogerbekwaamheid en beleid, en steods waar het blijkt dat die bij de Goudsche po litie niet voldoende aan den dag komen, zal ik jzoo vrij z'jn d>t te constatoeren. Een bewjjs dat de commissaris zich niet sterk gevoelt in zijne verklaring is: dat hij op het einde van zijn stukje schrijft met stilzwijgen te zullen voorbijgaan wat ik nog verder gelief te zeggen over deze zaak. Dat is zeker zeer gemakkelijk, maar geeft geen hoogen dunk van zijn vertrouwen dat hij gelijk heeft. Ik voor mij verklaar mjj daarentegon ten volle bereid alle nadere inlichtingen te geven, die men verlangt. Ik voor mij schroom geen nader onderzoek Uw CORRESPONDENT TE GoUDA. Oudshoorn, Alfen en Aarlanderveen waren Don derdag in feestdos. Van vele huizen wapperden de vlaggen, en aan den ingang van het terrein der Leer- hoeve voor Zuivelbereiding was een smaakvolle eere poort opgericht. Het gold de ontvangst van den Minister van Binnenlandsche Zaken, Baron Mackay, den Commissaris des. Konings in de provincie Zuid- Holland, Mr. C. Fock, vergezeld van den Heer Dijk- meester, hoofdambtenaar aan het Ministerie van Bin- nenl. Zaken, en den Heer Van Ejjk, inspecteur van het middelbaar onderwijs, en verschillende leden van het bestuur der Vereeniging „de Zuid-Hollandsehe Leerhoeve voor Zuivelbereiding.» Aan het station te Alfen werden de heeren opge wacht door den Voorzitter der Vereeniging Mr. D. Visser van Hazerwoude, de heeren Bloem, Burge meester van Oadshoorn, Zaalberg, Burgemeester van Alfen en Aarlanderveen, Wakker, Holleman en de Jong, leeraren aan de Leerhoeve, alsmede den archi tect R. A. Heij, die voortdurend bij den bouw is tegenwoordig geweest. Met veel belangstelling werd de hoeve door de heeren bezocht, waarop in de zoo doelmatig inge richte gebouwen de verschillende werktuigen in werking worden gebracht en de werkzaamheden werden verricht onder toezicht van de daartoe aan gestelde personen, door de 21 leerlingen (14 jongens en 7 meisjes), die nu reeds aanwezig zijn om de zuivelbereiding te leeren uitoefenen, zooals die in den tegenwoordigen tijd moet worden gedreven. Na alles o. a. de landerijen, de woning voor den directeur, énz. in oogenschouw te hebben genomen, begaf men zich aan een dejeuner, bij daardoor niemands rechten krenk. Mijn waarde Sir Lionel, wilt ge Lord Norman wel verzooken, dat hij het kaartje van Lord Rumsdale aan tafel naast mijn plaats laat leggen?" NEGENDE HOOFDSTUK. Wij zijn genoodzaakt met ons verhaal vijf dagen terug te gaan om het op te vatten, waar wij geble ven zijn bij de wegvoering van het meisje uit de woning der familie Lund. Met angst zag Edith den avond tegemoet, als wanneer haar broeder zou thuis komen. Immers zij was zioh bewust, dat zij weinig of niets gedaan had om het meisje in huis te behouden, terwijl zij door haar belofte toch verplicht geweest was om zich er tegen te verzetten. Waarmoe zou zij zich veront schuldigen? Was haar vrees voor de ontstaande nei ging tusschen haar broeder en zjjn beschermelinge zoo gegrond, dat zjj haar eigen inzichten mocht vol gen, zonder op de beschikkingen van haar broeder te letten? Mocht zij medehelpen om het tegendeel te bewerken van hetgeen haar broeder wenschte? Dat was een vraag, waarop zij een antwoord zou moeten geven en daarbjj kon zij niemands hulp in» roepen. Hoe vroolijk en voldaan mevrouw Lund o6k was onmiddelijk na het wegvoeren van het meisje, haar vroolijkheid verdween meer en meer bij het verloopen van den dag. Toen in den laten namiddag het uur van het middagmaal naderde, waarbjj Wal- welke gelegenheid de Voorzitter allen, ook de Re geering en Provinciale vertegenwoordiging, bedankte voor de verleende medewerking tot het oprichten van deze Leerhoeve. De Minister achtte het een gelukkig verschijnsel dat juist in deze dagen, nu de landbouw aller medewerking noodig heeft, de zoo lang gekoesterde wensoh is verwezenlijkt. Hij wjjdde een dronk aan den bloei der Vereeniging, waarna de Commissaris des Konings een glas dronk op den Voorzitter der Vereeniging, den Heer Mr. D. Visser van Hazerswoude, die genoemd werd als de man die geene bezwaren te groot achtte, doch stond voor de zaak waarvan men heden het welslagen kon aan schouwen. Bjj zijn vertrek uitte de Minister nogmaals den wensch, dat op deze wijze de goede naam, dien onze voorouders als zuivelbereiders hadden, met mede werking van belanghebbenden zal worden herwonnen. Tot Voorz. der feestcommissie te Berg-Ambacht is benoemd de heer J. J. van der Kaadentot Secr. de heer C. M. Simons en tot Pennr. de heer A. Cok. Het feest zal op Woensdag 22 Mei gevierd worden en ook opgeluisterd worden door het houden eener ringrjjderij in tilburries. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Vrjjdag 17 Mei. Aan de altijd betreurenswaardige wanordelijkheden alhier schijnt in de residentie meer aandacht te zullen worden geschonken dan de geheele zaak ver dient. Althans de heer Van Wassenaer heeft het noodig geacht daaromtrent eene interpellatie te houden tot de regeering. Aanleiding daartoe heeft waarschijnlijk gegeven de oerste zeer opgeschroefde berichten in de „Nieuwe Rott. Crt.», waaruit met eenigon goeden wil gedisteleerd kan worden, dat de politie met opzet tegenover anti-revolutionairen niet de noodige voorzorgen genomen heeft. Het zal den minister van binnenlandsche zaken, na on partijdig onderzoek, niet moeilijk vallen de onjuist heid dier opvatting aan te toonen. Aangezien het aanhangige ontwerp tot regeling van de gevolgen der naturalisatie met nlgemeeno stemmen van de agenda is afgevoerd, kunnen wjj over de gehouden discussie kort zijn. Het ontwerp had het aanzijn te danken aan wel wat overdreven deferentie voor de weftschen van eenige leden der kamer. Thans bleek dat de moerderheid van oordeel was, dat er zoo'n haasf niet was bjj eene rogeling, die 40 jaar op zich hq^laten wachten, zonder dat het vaderland in gersaris gebracht en die onvol ledig blijven moest, wanneer zjj niet te geljjk met het geheele Nederlanderschap aan de orde kwam. De heeren Hartogh en Sanders wezen op de ge breken van het ontwerp en op de wenscheljjkheid om de geheele materie in één wet bjjeen te voegen. De verdediging der Regeering was zwak, zoodat de heer Lohman haar een reddingsplank meende te mocton toesteken in den vorm eener motie, wolke schorsing der behandeling voorstelde in afwachting eener algemeene regeling van het Nederlander- en ingezetenschap. Dit besluit viel met goedkeuring der rogcering en met algemeene stemmen. Vooraf drong de heer Van der Loeff er terecht op aan een regeling niet lang uit te stellen, daar het volstrekt onnoodig was op de herziening van het geheele burgerlijk wetboek te wachten, integen deel oen afzonderlijk ontwerp over het Nederlan- ther stellig verwacht werd, zagen de beide vrouwen met angst zijn komst te gemoet. Eindelijk kwam hij, men hoorde de deur knarsen, men luisterde naar zijn bekenden stap op de trap. En nu trad hij do kamer binnen. Het eerst keek hij naar de plaats, waar het meisje gewoonlijk zat. Haar stoel was ledig. „Waar is Alice?" vroeg hij, nog niet wetende, dat zij geen recht had op dien naam. Doch toen hij het oog op zijn moeder en zuster sloeg, die beiden stil en stom zaten, begreep hij dadeljjk, dat hij geen antwoord zou krjjgen en dit ook niet noodig was. Het meisje, dat men hem beloofd had te zullen beschermen, was weg, zjj was voor hem voor altijd verloren! Een vreeselijke smart voelde hij in zijn hart grjj- pen, maar tegelijkertijd kwam toorn bij hem op, toorn tegen degenen, die de schuld droegen, dat zijn beschermelinge hem ontnomen was. Om deze tegenstrijdige gevoelens vaar het oogenblik tot rust te laten komen, moest hjj een poos wachten, vóór hij verdere vragen deed. Doch de goedaardigheid, hem vaiL nature eigen kwam spoediger weer boven, dan hij .'/.elf verwacht had. Na een korte poos ge zwegen tb hebben, wendde hjj zich tot zijne moeder met de vraag: „Vertel mij eens, mama, ging zij vrijwillig of moest |nen haar met geweld wegvoeren? Ik kan mij levendig voorstellen, dat het hier tot een ont zettend tooneel is gekomen." derschap, met afschaffing van den tweeden titel van dat wetboek, reeds gereed ligt. Na eene langdurige en pjjnlijke ziekte is in 67- jarigen ouderdom te Amsterdam overleden de lieer dr. Fh. R. Hugenholtz, vroeger predikant bjj de Ned. Herv- gemeente, en met zijn jongeren broeder, P. H. Hugenholtz Jr., een der eerste stichters van de Vrije Gemoente te Amsterdam. Na het nemen van zijn ontslag als Ned. Herv. predikant, woonde Hugenholtz veelal te 's-Graven- hage, waar hjj zich op onderscheidene wjjzm nuttig wist te maken, onder anderea als medebestuurder en secretaris der Vereeniging voor Volksonderwijs en als schrjjver van theologische boeken en tijd schrift-artikelen. Het doctoraat in de theologie werd hem bjj de Leidsche academiefeesten van 1876 honoris causa toegekend. Men zal zich horinneren de vraag, die den 2den Mei voor den Hoogen Raad is bepleit, nl. of de scheiding dio er bestaat tusschen het privaat ver mogen van den koopman en het vermogen van de vennootsohap, vooral waar beide vermogens „in dezelfde hand" zijn, zoo scherp te trekken is, dat men zeggen mag: de vordering van zeker persoon, ten laste van den koopman in privé, kan niet gecom penseerd worden met de vordering ten behoeve der vennootschap, ten laste van dien zekeren persoon. Het Openb. Min. betwjjfelde in zjjne conclusie, of zoo'n scherpe scheiding tusschen privaat en vennoot schappelijk vermogen, vooral in dit geval, wel in de wet te vinden was. Het concludeert dus tot ver werping van het beroep. De verkiezingen voor de Provinciale Staten zjjn al wederom aohter den rug. Zeker niet weinig tot genoegen der hoeren s'temopnemors, die gisteravond bijna tot middernacht bezig zjjn geweest met het aflezen der 8000 briefjes, waarop in het geheel 136.000 nament Een zeer behoorljjk aantal on- getwjjfeld! Niettemin was de arbeid vlugger afge- loopon dan bjj de jongste verkiezing voor de Tweede Kamer, toen eerst des Donderdags omstreeks het middaguur de telling en ontcjjfering was ten einde gebracht. De uitslag is, geljjk u bekend is, ten gunste der vereonigdo liberalen geweest, wiercan- didaten gemiddeld 900 stemmen boven Je volstrekte meerderheid verkregen. De vereenigdc tegenpartij, anti-revolutionnairen, katholieken en radicalen kwa men allen ongeveer met een gelijk aantal stemmen uit de bus. Dit verdiont opmerking, voor zooverre zich nu aldus het verschijnsel niet herhaald heeft van eenige gemeenteraadsverkiezingen, toen de radi calen alleen met de winst gingen strjjken, en hun candidaat zagen zegovieren. Dat de heer Gerritsen het grootsto getal stemmen verwierf komt hierbij niet in aanmerkinghij scheelt met den anti- revolutionnairen heer Hovy maar 40 en met den minst gelukkigen katholieken candidaat 160 1 Het heeft bij deze verkiezing intusschen niet ont broken aan middelen om éen der radicale oandidaten mr. N. A. Calisch voorop te schuiven. Groots bil jetten bevolen hem den leden van het Paleis voor Volksvljjt aan als den man, die voor de instandhou ding van deze vermaak-inrichting bizunder gejjverd Dat is volstrekt niet zoo, Walther!» antwoordde mevrouw Lund. „Je zult in je mama wel zooveel vertrouwen stellen, dat je gelooft van mij niets dan de zuiverewaarheid te hooren. Welnu luister dan. Ik had een geheel onschuldig gesprek met den heer, die toen 's morgens bjj je geweest is om je over het meisje te spreken. Hjj gaf mjj alle gewenschte op helderingen omtrent haar persoon, haar familie-be trekkingen en haar waanzinnigheid, die mjj in ver band met mijn eigen ervaring juist schenen te zijn. Daarop verzocht hjj, mjjne toestemming, opdat het meisje eindeljjk dit huis zou verlaten. Ik kon geen bedenkingen aanvoeren om te weigeren en daarop zijn zij samen de trap afgegaan, in het rijtuig gestapt en woggereden, alsof zij de beste vrienden waren.» „Dus was het de advocaat Carringshliffl die bjj u kwam, mama? En hij bracht geen bevel van den reohter, noch een schriftelijk verzoek van het bestuur van Bedlam voor de uitlevering mee?" „Volstrekt niets Van dien aard, Walther, maar waartoe dat?. Mijnheer Carringshliff had je immers reeds getoond, dat hjj recht had om het meisje op te eischen. Overigens moet ik zeggen, dat het mij wezenlijk genoegen deed een man met zulke goede eigenschappen van karakter als mijnheer Carringshliff te leeren kennen. Hij is een volmaakt gentleman wat betreft zijn omgang mot onze sekse en hij toonde zooveel bedachtzaamheid en overleg, dat ik hem bepaald bewonder." {Wordt vervolgd lad; eene aanbeveling, die den heer Calisch dezer dagen den spotnaam van „pretcandidaat" bezorgd heeft. Was een dergelijk hulpmiddel alleen onhan dig en belachelijk, te berispen viel eene poging om argelooze kiezers te misleiden door het aanplakken van biljetten, waarop de naam van den heer Calisch voorkwam midden tusschen vier liberale oandidaten, en deze vijf heeren den kiezers dan in het bizonder aanbevolen werden. Maar ergerlijk en onhandig tevens was het vooral, dat men den heer C. den Israelieti- echen kiezers als geloofsgenoot wilde opdringen; er gerlijk. omdat in dezen geloof- noch stamverwantschap eenig gewicht in de schaal konden leggen en on handig, dewjjl de heer Calisch wat niemand on bekend is voor ettelijke jaren zijn lidmaatschap van het Israelietisch Kerkgenootschap bij deur- waarders-exploit had doen opzeggen. Onder deze omstandigheden had men van dezen heer dan ook mogen verwachten, dat hjjzelf tegen dergelijke misleidende aanbeveling ware opgekomen en zjjn „non tali auxilio" uitgesproken hadde. Dit nu heeft hij niet gedaan. En nu moge het Dagblad „de Am sterdammer» heden avond die pogingen qualificeeren als het werk van een mhandig vriend; de aanplak biljetten rumoerig en niets zeggend heeten; zich met eenige verbazing er over uitlaten: „Een radicaal onder conservatief geleide, aanbevolen als Israelietisch geloofsgenoot en dan ook nog als redder van publieke vermakelijkheden. hoe komt iemand op het denk beeld?" (Ik curs.); ja het blad moge schrjjven: „'t Arasterdamséh publiek is te verstandig om zich door zulke manmuvres te laten beetnomengelukkig, want wjj minderheden zouden ons hebben moeten schamen (idem) als men door een dezer middelen er in geslaagd was, een der onzen eene meerderheid te verschaffen" ik voor mij zou gemeend hebben dat eene dergeljjke opmerking, en dan nog liefst in den wat krasser vorm waaraan dit blad ons gewend heeft, vóór de stemming op hare plaats ware geweest, nu heeft zij geenerlei waarde; een spotvogel zou terecht kunnen vragen of de schaamteblos wellicht niet achterwege zou zijn gebleven, als de overwinning wèl behaald ware geworden. Zeker heeft de redactie, door stil te zwijgen tot na het bekend worden van den uitslag, zich zedelijk medeplichtig gemaakt aan die manoeuvres; zij zou, ware de eerlijkheid nn een maal niet uit de politiek, te voren hebben moeten opkomen tegen dergelijke hulp, voor een harer can didaten. „Uit Heldt's zwijgen, terwjjl spreken plicht was, kan men zien hoe verlammend dit partjjverband werkt," schreef diezelfde redactie kortelings naar aanleiding van de behandeling der jongste arbeids wet in de Tweede Kamer. Haar eigen zwijgen in dezen, vaar spreken plicht was, leert dat elk partij verband verlammend werkt in zedelijk opzicht. Tenzjj men den moed heeft, zich zelf te blijven; en moreel zeer krachtig is IP Maar dan kan men nooit par tijman worden! Als ooit eene partjj eene moeiljjke crisis doorstaan heeft, dan is het op dit oogenblik de liberale. Haar toetsteende schoolwet, toont verschillen aan, welke het moeilijk zal vallen uit te wisschen. Alleen door het vermijden eener stemming over dit belangrijk punt kan zjj de verdeeldheid bedekken en eene scheuring voorkomen. Men gevoelde dit bljjkbaar Woensdagavond in de Kiesvereeniging Burgerplicht en vandaar dat een voorstel om aan het einde des discussie over de nieuwe Schoolwet geen der twee voorgestelde moties in behandeling te nemen, in zoo goede aarde viqj, dat het bij acclamatie werd aan genomen I De twee voorgestelde moties, de éene van mr. JA. Levy, de ander van mr. Willeumier gaven de twee moeningon over de houding der liberale partjj tegenover de nieuwe schoolwet nauwkeurig en scherp aan. De éene wil van geen subsidieering der bizon- dore scholen weten, de ander wil die toestaan mits het openbaar onderwijs daardoor niet worde ver zwakt. De stelling der onverzoenljjken is onge- twjjfeld het meest consequent; zjj hebben altjjd neen gezegd en blijven dit ook nu nog doen. Wat de anderen betreft, zjj moenen dat nu de zaken eenmaal zoo slaan en de anti-liberalen in do Tweede Kamer de meerderheid bezitten, het voor de liberalen wen- scheljjk istp trachten naar eene oplossing van den school strijd, waardoor eene botsing tnsschen Eerste en Tweede Kamer vermeden zal kunnen worden. Dooh het versohil tusschen beidor opvatting wortelt diaper dan men aan deze kwestie van opportunit/ntshouding opper vlakkig werken zou. Onomwonden hebben de anti- aubsidiemannen het gezegd, zjj vreezon het olerica- lisrae en wülen geen overheersching van Dordt en Rome. De openbare sohool is bun minder lief om dat zjj neutraal is, dan wel omdat zjj staat tegen over de saote school. Bjj deze opvatting, die den strijd om de moderne vrjjheid van levensbeschouwing reeds yloet aanvangen bjj de opvoeding der jeugd, kan uit den BBVd der zaak van geen verzoening sprake zjjn, Dnrfde men, als liberaal, de vrjjheid van andersdenkenden aantasten, men zou liefst al wat naar clericalisms zweemt als vijandig aan den modernen mensch in de ban doenovertuigd tevens dat de tegenpartjj, bezat zjj de macht er toe, van ganscher harte in gelijke, absolute, richting zou willen regeeren. Stelt zij in het nieuwe ontwerp dan ook betrekkelijk gematigde eischen, deze libe ralen vertrouwen haar niet en wijzen er op, dat bjj de uitvoering der wet de neutrale school toch het kind van de rekening zal worden en eene tegemoetkoming van de zijde der liberalen de cleri- calen bjj eene volgende gelegenheid slechts meer zal doen eischen. De verzoeningsgezinde liberalen zien de zaken anders in. Voor hen is de neutrale school eene instelling welke zij behouden willen voor allen, die van eene confessioneele school voor hun kinderen niet gediend zijn. Doch zij erkennen tevens dat er een groot deel der natie is, 't wolk nu eenmaal eene bepaald godsdienstige opvoeding voor zijn kinderen noodig acht, en er dus geen reden bestaat waarom de Staat niet ook de scholen van deze mannen en vrouwen steunen zou, naast die der neutralen. Mits slechts het onderwjjs van degelijk gehalte zij en de Staal geen afbreuk doe aan de neutrale school ten gerieve der confessioneele, kan de liberale partjj het steunen der laatste billijken niet alleen, maar is zjj zelfs genoopt om krachtens haar beginsel „gelijk recht voor allen» die subsi dieering der bizondero scholen te bevorderen. Zóo komt het aan den dag, hoe in het liberale kamp zich twee partjjen bevindende onverzoenljjken, die, geljjk de kerkeljjken, het „alles voor ons» zoeken toe te passen; de verzoeningsgezinden, voor wie het liberalisme vóór alles in „eerbiediging van ieders opinie" gelegen is. Voor zoover ik op dit oogenblik kan nagaan, is hier de meerderheid der liberale partij vooralsnog tegen elke toenadering gekant. Wat begrijpelijk is Het standpunt der laatstgeschildorde fractie ligt veel hooger dan dal der onverzoenlijken, en de meerder heid der menschen staat altijd eer laag dan hoog. Eene enkele mededeeling tot slot, die uwen lezers plezier zal doen. In Juni wordt hier nog eene opvoering gegeven van Brmio, de opera van v. Milligen, maar dan met medewerkihg van het voor treffelijk orkest van het concertgebouw. GHUspa. v. Aehstel. Jmsterd. 16/17 Mei. AMSTERDAM, li Mei. Per Telegraaf.) Binnenland met weinig variatie. Indischen vast. Costenrjjk en Venezuela vast. Turken iets flauwer, overigen onveranderd. Heden overleed tot diepe droef heid van ons en onze Kinderen, ons geliefd Dochtertje ALIDA JOHANNA, in den jeugdigen leeftijd van 14 jaren en 11 maanden. D. OÜWENEEL. J, OÜWENEEL—Krüijt. L. OÜWENEEL. J. OÜWENEEL. Gouda, 15 Mei 1889. De ondergeteekenden betuigen bjj deze hun harteljjken dank' voor de vele bewjjzen van belangstelling, ondervonden bjj het over lijden van han geliefd kindje. Joh. G. ARENTZ en Echtgenoot®. Door de ontstane werkstaking in Duitseh- land en de verhoogde prjjzen van geven ondergeteekenden aan bunne clientèle te kennen dat zjj van af heden z voorraad stTekt, de prima KACH nog zullen noteeren Kantoor Vest a/d Vlamingstraat. Gouda, ^Mei 1889. De Notaris JOHANNES NOLEN, resideerende te Ca- pelle a/d IJttel, is voornemens op WOENSDAGEN 22 en 29 MEI 1889, telkens des voormiddags ten 11 nre, ten Kof- flehoize van den Heer A. MOLENAAR, aldaar aan 's-Gravenweg, ten verzoeke van de erfge namen van Mejnffronw de Wed. L. van VLIET, bjj opbod, verhooging en afslag, pnbliek te verkoopen: Een perceel WEILAND, gelegen aan de Noordzjjde van's-Gravenweg, onder Capellea/IJ. groot 1 Hectare, 08 Aren, 23 Centiaren. Een perceel WEILAND, gelegen aan de Zuidzijde van 's-Gravenweg, onder Nieuwer- kerk a/lJ., groot 4 Hectaren, 04 Aren, 23 Centiaren. Een HUIS en ERF en TUIN, staande en gelegen aan de Zuidzijde van 's-Gravenweg, onder Nieuwerkerk a/IJ., groot 17 Aren, 47 Centiaren. des avonds te 8 uur, in het Lokaal «NUT en VERMAAK» Oosthaven, Gouda. Directeur: de Heer Makt". J. BOUMAN. Solisten: Mevrouw Ch. V. v. W. uit Leiden. de Heer J. T. M. r Programma: ï.„Koor No. 10 nit «Die Schöpfung», J. Haydn. 2. «Iphigenie auf Tauris» Arie des Pylades (tenor) Gliick. 3. Reet. und Arie der KuniguDde aus Fanst (sopraan) Spohr. 4. Name, J. Brahms. 5. Koor No. 4 uit «Die Schöpfung,» J. Haydn. 6. So ihr mich von ganzera Herzen, Arie aus «Elias» (Ténor) Mendelssohn. 7. Lorelei, F. Hiller. Volledige Tekstboekjes zjjn Dinsdag 21 Mei bjj de Boekhandelaars J. van BENTUM kn ZOON verkrjjgbaar a, 0.20. Zie verder het Progamma. .Te bekomen HEERLIJKE Banketbakker. Gouda, Markt A. 67.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2