BINNENLAND.
Buitenlandsch Overzicbt.
Goudsche Zang-vereenigingf.
heerscbende overtuiging, dat zij bjj keuzen tooi
ProT. Staten voornameljjk moeten letten op het
provinciaal belang en men zal niet zei van
de waarheid zijn.
In het district Gonda hebben wjj de over
winning ongetwijfeld te danken aan de buiten
gewone inspanning onzer geestverwanten.
Hiertoe droeg bjj de omstandigheid, dat in het
district zeer geziene en met onze belangen
saamgegroeide personen aan de beort van af
treding waren. Vandaar eene ongekende geest
drift en medewerking van menschen, die zich
anders voor verkiezingen weinig interesseeren.
Alle lof komt toe aan de bestaren der kies
verenigingen, die den strijd met waardigheid
en tact geleid hebben. Het is te hopen, dat
diezelfde stenn hnn zal ten deel vallen bjj ver
kiezingen voor de Tweede Kamer. Daar dreigt
echter steeds het gevaar van mindere belang
stelling, omdat het belangen geldt die niet zoo
duideljjk in het oog vallen en personen die
minder bjj alle kiezers bekend zjjn. De thans
opgedane ervaring en de aangeknoopte ver
bindingen zullen zeker in het vervolg op dat
terrein nuttig werken.
GOUDA, 24 Mei 18S9.
De volgende proclamatie is gepubliceerd.
I ZATERDAG 1 JUNI 1889.
Stadgenooten
Zaterdag 1 Juni zal het vijf-en-twintig jaar ge
leden zijn, dat het Z. M. Willem III, onzen geëer-
biedigdan Koning, behaagde tot Burgemeester van
Gouda te benoenjgn Mr. A. A. van Bergen IJzen-
doorn. j
Met dankbaarheid zien wij op dip jaren terug en
wenschen op dien dag het hoofd onzer Gemeente
hulde te brengen. 1
Wij noodigen U uit door het uitsteken onzer ge
liefde driekleur, Uwe woningen te sieren en dezen
dag door gepaste vreugde tot een waren feestdag te
maken.
Gouda, 22 Mei 11889.
De Feestcommissie,
Eere-Voorzitter,
W. J. Fortbijn Droog-
LEEvÉr.
Eere-Leden,
G. J. Steens Zijnen.
C. O. Van Kesteren.
H. W. G. Koning.
J; M. Noothoven v. Goor,
Voorzitter.
A. H. van Dillen,
Onder-Voorzitter.
W. Begeer - Secreta-
C. G. v. DÏR Post rissen.
L. P. HotjoENDUKj Pen-
G. Prince l ning-
J. Breebaart Lz.j meest.
Leden,
C. A. Van Berkel. iP. W. Kakphlijzen.
G. A. Boeter. |C. Kerkhof.
E. S. Cats. |H; J. Nïderhorst.
Mr. J. Forteijn Droog-M. Peeters.
leevkr. IA. v. Reedt Dortlakd.
D. Samsom.
ever.
P. Goeöewaagen.
D. HooGenboom Cz.
K. Jonker.
C. IJsselstijn.
Er komt haast geen Nr. uit van de Standaard of
het spreekt over Gouda. Terwjjl in het Nr. van
Donderdag zonder blikken of blozen wordt verteld
dat de hier op 15 Mei gebeurde ongeregeldheden
't gevolg waren van een beraamd plan, dat ér
preparatie bestond en dat er éón achter zat, die de
ongeregeldheden in beweging bracht (dat o. i. alleen
bestaat in de fantasie van de Standaard) spreekt
het Nr. van heden het vermoeden uit, daar de hh.
van Houweninge en Blok slechts twee stemmen
boven de meerderheid hadden, dat een vergissing
(wordt niet een ander wobrd bedoeld?) heeft plaats
gehad, waarom de wensch wordt uitgesproken dat
de alhier gehouden stemopneming worde gecontro
leerd.
In het district Gouda zou nl. zekere bezorgdheid
heerschen of alles wel pluis was en daarom zou
nader onderzoek wenscheljjk zijn
Het is voorzeker niet aangenaam voor Dr. Kuyper
in een district, waar hjj zoo sterk op de overwin
ning gerekend had, een nederlaag te moeten lijden,
maar het gaat wat ver nu allerlei leelijke insinua
ties te werpen naar het hoofd der liberalen, die
zeer «gezocht" zjjn of liever geheel en al uit de
lucht gegrepen.
Dr. Kuyper, die hot verleden week op zoo hoogen
prijs stelde op ridderlijke wijze in Gouda behan
deld te zjjn, mocht zelf wel wat riddertjjker manieren
aannemen. Zijn figuur doet waarlijk niet denken
aan die eens ridders, maar veeleer aan oen kind,
dat boos is dat het zjjn zin niet kreeg en nu om
zich heen slaat en schopt zonder dat het njituur-
ljjk wat helpt I
De Raad van State, afdeeling voor de geschillen
van bestuur, behandelde Woensdag het beroep van
J. G. Smits, te Gouda, tegen een besluit van burg.
en weth. dier gemeente van 3 Januari 1889, waarbjj
hem vergunning is geweigerd tot het oprichten van
eene slachterij 'n de Wijdstraat aldaar. De staats
raad jhr. van Humalda van Ejjsinga bracht rapport
uit. De hoofdingenieur van den prov. waterstaat
meent dat de vergunning wel voorwaardelijk kan
worden verleend, terwijl Gedep. Staten zich met
het advies van dezen ambtenaar vereenigen. Mr.
A. M. M. Montijn, advocaat te 's-Hage, lichtte de
bezwaren toe namens de belanghebbenden D. J.
Copper en J. A. P. Montijn. Hjj legde over een
afschrift van eene verklaring tot opheffing met 15
Juni a. s. der huurovereenkomst tusschen appellant
en diens huisbaas, alsmede eene verklaring" van laatst
genoemde, dat deze sich verzet tegon elke vertim
mering of andere verandering van het thans door
appellant bewoonde huis. Tengevolge hiervan moest
van zelf meende spreker het beroep vervallen.
'sKonings beslissing volgt later.
Gisterenavond omstreeks 8 uur is uit hot water
der Kattensingel opgehaald het ljjk van P. v. d. H.,
die sedert Zondagavond de echtelijke woning had
verlaten.
De tiende jaarlijksohe algemeene vergadering van
de Vereeniging van gepeneionneerde onderoMcieren en
minderen van het Nederlandsche leger zal ditmaal ge-
houdon worden te Amsterdam, op Donderdag den
6 Juni a. s. des morgens ten 11 uur in Maison
Stroucken.
De maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor
open W|j
wegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maat
schappij, hebben gunstig beschikt, om de afgevaar
digden en allen die deze vergadering wensohen bij
te wonen togen verminderd tarief te vervoeren.
Men moet echter voorzien zijn van eên legitima-
tie-bewjjs, dat men bjj het Hoofdbestuur te Amsterdam
kan aanvragen.
Naar wjj vernemen gaat deze Vereeniging die
van zuivere philantrophische aard is daar zij
n. 1. geldelijke ondersteuning verleent aan hulpbe
hoevende oud-gedienden van de landmaeft en hunne
weduwen, van jaar tot jaar vooruit, zoodat dan ook
in het afgeloopen boekjaar weder ongeveer 14,009
aan onderstand kon worden uitgekeerdhoe groot
die som evenwel is, zoo kon toch maar aan de
meeste der ruim 400 ondersteunden, 25.
het afgeloopen jaar worden uitgekeerd, welk bedrag
nog op verre na niet voldoende ie, vóór weduwen
zonder eenig middel van bestaan en gepensionneer
den met een pensioen van 46.totl 100
's jaars, om daarvan een eenigszins onbezorgden
ouden dag te hebben.
Wij herinneren dat deze vergadering toegankelijk
is voor Beschermers, Donateurs en gewone leden der
Vereeniging.
Dat velen deze mogen bijwonen en de welge-
steldon in den lande zich opgewekt zullet
die vereeniging krachtiger te steunen, In
gaarne.
In Sempervirens wordt de teelt van twee bekende
plahten in ons land aanbevolen, namelijk van da
bitier- of waterkers en van de waldmeistler.
Omtrent waterkers, Nasturtium officinale (Sisym
brium Nasturtium,) wordt medegedeeld, dat het jaar-
lijksch verbruik te Parijs geschat wordt op een
millioen francs, te Londen op tweemaal honderd
duizend galden, terwjjl die teelt in de Omstreken
van Erfurt ruim honderd vijf-en-twintig duizend
gulden 's jaars ophjreugt. Deze waterkerï, uit het
buitenland aangeveerd, wordt goed betaald.
Betreffende do waidmeister, Asperula odorata, wordt
gemeld, dat er voor de bereiding van Moiwjja veel
vuldig vraag is naar deze plant bjj bloemisten,
kweekers of warmoeziers, maar dat er nergens hier
te lande eene noemenswaardigo hoeveelheid je vinden
is, zoodat zoowel kruid als essence uit hef buiten
land aangevoerd moet worden.
Er is oen vergeljjkende staat opgemaakt! van de
bezoekers der tentoonstellingen van 1878 én 1889
gedurende de veertien eerste dagen na de opening.
Daaruit blijkt dat zjj in 1878 bezocht werd door
512,382 betalende personen en thans door 1,048,888.
Deze beide veertien dagen waren dezelfde dagen
der week.
Staten-QeneraalTweede Kamer. Zitting
van Donderdag 23 Mei.
Behalve het vjjftal wotsontwerpen
conclusion op regeeringsbescheiden, die jl.
voor de vergadering van gisteren aan de oét
den gesteld, beeft de" Kamer, hare agenda vt
zaamheden aanvullende, nog bovendien acht
lisatie-ontwerpen en drie andore voordracht!
handold. Nu geen hoofdelijke stemmini
gevorderd wórdt, kan de vergadering zich merk
snel door eene tameljjk groote agenda van kit
heen werken; gisteren liep alles binnen
uurtje af.
Dinsdag
e wer
n werk-
»Ge zult mij om half drie gereed vinden, mylord.»
Hjj stond op en stak haar de hand toe met de
zelfde vertrouwelijkheid als toen hjj binnenkwam.
Thans draalde zjj niet hem haar hand harteljjk
toe te steken en de zjjne met warmte te drukken.
Het volgende oogenblik was zjj alleen. Haar blik
had hem gevolgd, totdat hjj verdween achter de deur.
«Ondanks zjjn dweepen met het gevoel heb ik mij
toch niet in hem vergist. Hjj is een man en als
het mjj gelukt hem geheel te boeien dan wee
degenen, die mij te na wilden komen, hjj zou hen
onder zjjn hand verpletteren.»
Zjj keek op de pendule, er bleef haar slechts
weinig tijd meer over om vóór het diner nog van
kleeding te Verwisselen. Lord Norman at zonder
ander gezelschap dan zjjn nicht. De knechts, die
aan tafel bedienden, verhinderden door hunne tegen
woordigheid ieder vertrouwelijk gesprek, men be
paalde zich dus tot de nieuwtjes van den dag en
bleef koel en vonneljjk. Kort vóór zjj Van tafel
opstond, zeide Alice:
"«Een uur geleden is Lord Rumsdale hier geweest,
Mylord 1"
«Een nalatige, die tot heden verzuimde aan de
plichten der wellevendheid te voldoen. Mjj dunkt,
ut zijn allen hier geweest, die wij verwachtten?"
«Enkelen zjjn er nog niet geweest, maar die zjjn
niet van beteekenis. Lord Rumsdale sprak met mjj
een wandelrit in Regents-Park af tegen morgen mid
dag. Gaat ge mee, mylord?"
«Heel gaarne, kind. Ik ga gaarne met hem om,
hjj behoort tot een goede, oude familie, hjj heeft
wel veel dwaasheden in het hoofd, maar die moet
men hier in Engeland op den koop toe nemen."
«De afspraak is: half drie, mylord.»
«Ik zal gereed zjjn. Laat mjj in uw rjj
nemen, het paardrijden wordt mjj te moeieljjk.'
«Zeer goed, mylord."
Zjj stond op en verliet het vertrek, de Lord blééf
nog een kwartiertje bjj zjjn flesch wijn zitten. Toen
stond hjj op ging naar de Jockey-Club en speelde
daar tot middernacht.
De v^ende dag was een Zondag.
Zooals wjj weten, had Walther Lund dezen dag
bestemd om te trachten de nicht van Lord Norman
te zien. De weg van Soutwark naar Regent Street
in Westminster had hjj in een vigelante afgelegd.
Het juiste adres van den Lord had hjj gevraagd en
nm wandelde hjj onopgemerkt in de nabjjheid der
aangewezen woning heen en weer onder de groote
menigte wandelaars, die naar Regents-Park stroomde.
De inrjjpoort van Lord Norman's huis stond open,
het duidelijkste bewijs dat er iemand zou uitrjjden.
Dat was een gunstig toeken, zijn moeite zou dus
niet te vergeefi zijn. Geduldig wachtte hjj bijna
een uur lang; toen kwam een jong, rijk en voornaam
gekleed heer op een zwart volbloed Arabisch paard
de straat in en reed de poort door. Walther kende
hem niet, maar hij vermoedde, dat die heer kwam
om zijn gezelschap af te halen voor een wandelrit.
Dat was voor hem weder een gunstig teeken: hjj
zou niet lang meer behoeven te wachten. Ei
daad, toen hjj voor de tweede maal langs
poort kwam, reed het rijtuig de poort uit.
van zooeven reed rechts, naast de plaats,
bloeiende maagd in het rjjtuig zat.
Een enkele blik was hem voldoende om
wie hjj voor zich had. De familiegelijkenis! was te
sprekend; dit was alzoo miss Alice Normen; dit
meisje droog met reoht den naam, dien zijn
melinge zich had aangematigd?
Hoe kort de tijd ook geweest was, .dat hij het
gelaat van dit meisje had kunnen zien, hij had toch
opgemerkt, dat de uitdrukking ervan hemelsbreed
verschilde van die op het gelaat van zjjn bescher
melinge. De trotsche trekken dezer jonge dame
misten de vrouwelijke teedere zachtaardigheid, die
hjj in iedere trek van zijn logée had opgemerkt en
het zwarte haar en die donkere oogen drukten een
ander stempel op haar, dau de milde goedhartigheid,
die hjj bij zijn ongelukkige gast bespeurd had. Ook
deze jonge dame was schoon, dat zou niemand ont
kennen, doch zij scheen veel meer bestemd om be
wonderd dan om bemind te worden.
Een menigte van rijtuigen en menschen scheidde
hem dadelijk van het rjjtuig, dat weldra aan zijn
oog werd onttrokken.
(Wordt vervólgd.)
In zooverre was er eenstemmigheid tusschen de
houding der regeering oa den Zierikseeschen afge
vaardigde; maar nu had de heer Van Kerkwijk eene
andere bedenking. De voorzitters der stembureaus
noemen de namen der kiezers, die stemmen, dikwijls
op eene bijna onverstaanbare wjjze, zoodat de ge
legenheid om aanteekeningen te maken hierdoor toch
feitelijk benomen wordt. Was hieraan nu niets te
doen? De Minister ontweek aanvankelijk do ietwat
zonderlinge vraag, en verklaarde later wel te ver
moeden, dat de woorden van den spreker uit Zieriksee
zeker indruk zondon maken op alle voorzitters van
stembnreaux in Nederland. Men moet evenwel
erkennen, dat de Regeering er weinig aan doen kan
om aan het verlangen van den heer v. Kerkwijk te
voldoen. Eene aanschrijving immers tot de presi
denten der bureaux om toch vooral de namen der
Kiezers, die stemmen, met luider stemme te noemen,
ware wel een weinig belacheljjk,
Nadat ook deze conclusie tot eenvoudige dankzeg
ging aan de Regeering voor de verstrekte inlichtingen
zonder hoofdoljjke stemming was aangenomen, is de
Kamer op reces uiteengegaan en zal voor Pinksteren
niet terugkeeren. Wat er dan bjj de terugkomst der
Kamer aan de orde zal komen, of de ónderwijawet
in deze zitting nog behandeld zal worden, daarvan
valt nog weinig te zeggen. Met het afdeelingsonder-
zoek van dit ontwerp is het tamelijk vlot gegaan,
want dit was reeds gisteren in óóne afdeeling
reeds oergisteren ten einde gebracht. Het hangt
nu zeker voor een belangrijk deel van do Regeering
af, of met zeer grooten spoed verder zal worden ge
handeld. In elk geval zullen het enquête-voorstel en
eenige andere zaken van niet zeer grooten omvang
dezen zomer behandeld worden.
Men schrijft ons uit den Zuidhoek van Utrecht:
Als het toppunt van mopperzucht kan zeker
gelden, dat het weer te groeizaam is. Dit
hoort men na.
In de weilanden komt het gr*É zoo overvloedig
voor, dat de dieren het niet kunnen verorberen.
Was het verschijnsel plaatselijk, dan zonden een
aantal veehouders overgaan tot het aankoopen van
vee. Daar dit echter niet zoo het geval is, zjjn
en bljjven de prijzen zoo hoog, dat aankoop ver
moedelijk eerlang een schadepost zou opleveren.
Met den hooibouw zou reeds een begin zijn ge
maakt, ware het niet, dat men niet weet hoe het
hooi droog te krjjgen.
Rogge is hier en daar zoo ovarkrachtig gegroeid,
dat men ze niet kan laten uitwassen, daar de hal
men al naar den grond gaan. Zoo ziet men dan
ook sommige boeren reeds aan het afmaaien van
het prachtig te veld staand gewas, wat natuurljjk
niet anders dan te bejammeren is.
Omtrent het terugvinden van den vermisten heer
Stork meldt de Zw. Cl., dat hier een verwisseling
van personen plaats heeft.
De heer A. Stork, waarvan in de Evening Post
sprake is en die inderdaad een drietal jaren als werk
man op verschillende fabrieken in Amerika is werk
zaam geweest en eerlang weder naar 't vaderland
hoopt terug te keeren, is de zoon van den heer J.
E. Stork te Hengelo eq dus een ander dan de heer
H. C. Stork CHz., die vermist wordt en die een zoon
is van mr. C. H. Stork advocaat en procureur te
Almeloo.
Verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen.
Tengevolge van de afschaffing van het Fransche
wetb. van strafr. is art. 314 Code Penal en dus ook
de daarin voorkomende strafbepaling tegen het dragen
van wapenen vervallen, doch daaruit volgt alleen dat
de overtreding der bepalingen, opgenomen in de
Declaration du Roi van 1728 en het Decreet van 2
Nivêse an XIV, welke in de oode overgenomen
waren, bij gemis van eene poenale sanctie volgens
de Rijkswetten niet meer strafbaar is, niet dat de
verbodsbepalingen zelve zjjn vervallen.
Reods spoedig na de invoering van het Ned. Wb.
van Strafr. gingen zoowel in als buiten de vertegen
woordiging, stemmen op, die de noodzakelijkheid
van voorziening in de ontstane leemte aantoonden.
Gevolg gerende aan zjjne toezegging daaromtrent,
heeft de min. van juistitie thans het wetsontwerp
onder bovenstaande titel ingediend. De min. heeft dit
gedaan door intrekking der verbodsbepalingen uit de
Fransche wetten, bjj eene wet, die zelve het dragen
van wapepen regelt, omdat, liet men dit aan gemeen
telijke verordeningen over, naar verhouding slechts
zeer kleine straffen zouden kunnen bedreigd worden.
De zaak, die algemeene veiligheid betreft, kan boven
dien geacht worden eene zaak van rijksbelang te zjjn'
Het wetsontwerp verbiedt het dragen van wapenen
(geweren, karabjjnen, revolvers, pistolen on andore
vuurwapenenwindroeren, dolken, dolkmessen, sabels,
degens, degenstokken, priemstokken, wapenstokken
en dergelijke voorwerpen) op of aan den openbaren
weg of op eenige publieke plaats, op straffe van
hechtenis, van hoogstens 7 dagen of geldboeten van
hoogstens f 100, welke straf bij herhaling binnen
het jaar, tot hechtenis van hoogstens 4 weken wordt
gebracht. Het wapen kan worden verbeurd ver
klaard. Uitgezonderd is het dragen van wapenen,
waar zulks geschiedt op bevel of onder toestemming
der overheid, bij de uitoefening van de jacht, bjj
deelneming aan toegestane optochten, terwijl voorts
vergunning tot het dragen van een bepaald soort
wapen kan worden verleend door den Commissaris
des Konings, in gevallen waar iemands leven op
zoodanige wjjze bedreigd wordt, dat het met gerecht
vaardigd zjjn zou, dezen, als hij zich uit noodweer
wapenen wil, zulks onvoorwaardelijk te beletten.
Toegelaten blijft het vervaardigen, verkoopen, ten
verkoop in voorraad hebben en het vervoeren van
behoorlijk ingepakto wapenen, maar voor 't overige
meent de Min. dat moeiljjk kan worden ontkend,
dat het dragen van wapenen gevaar voor de alge
meene veiligheid oplevert.
In het gunstigste geval toch, nl. dat hij die een
wapen draagt, volstrekt geen misdadige oogmerken
heeft, zal toch, waar zijne hartstochten, door welke
omstandigheden ook, worden opgewekt, zjjn hand
allicht naar het wapen grijpen om zich daarvan te
bedienen.
Onder de gewapende macht, in dit ontwerp be
doeld, zijn ook begrepen, de door de Reg. erkende
Vereenigingen tot oefening in den wapenhandel.
Een muziekuitvoering op 23 Mei bij zomertempe-
ratuur! Velen hadden zich door dit denkbeeld blijk
baar laten afschrikken om de le uitvoering der
Goudsche Zangvereeniging van het jaar 188990
bij te wonen. Ten onrechte, naar wij meenen. Im
mers het ging als meermalen bij uitvoeringen iaat
in 't jaargetij. Men zet open wat men kan, en ver
krijgt aldus een vrij wat aangenamer temperatuur
dan des winters by kachel- en gashitte in een be
sloten ruimte. V
Voor de executanten blijft een uitvoering onder
zulke omstandigheden echter een groote inspanning,
en grooten dank zijn wy hun verschuldigd, die zich
niet lieten afschrikken ons een aangenamen avond te
bezorgen.
De uitvoering begon niet onder een gelukkig voor
teeken. Wegens een ongelukkigen samenloop van
omstandigheden ontbraken oen aantal dames, wat niet
gunstig kon werken op de uünoering van die koren,
waarin evenredigheid der krachten van alle stemmen
een noodzakelijk vereischte is om door klaarheid een
voldoenden indruk te bewerken. Dit scheen ons
byv. het geval te zyn met de Nanie van Brahms.
De zeer eigenaardige harmonisatie van dit werk ver-
eischt een zeer duidelijke en precieze uitvoering.
Hoe zou de vereeniging er over denken deze buiten
gewoon schoone compositie den volgenden winter nog
eens uit te voeren? Wij meenen ons niet te ver
gissen, wanneer wij het niet geheel voldoende van
deze uitvoering toeschry ven aan het eenigszins vreemde
van Brahms muziek ook voor vrij geroutineerde
executanten, gepaard aan het bovenvermeld gemis
aan voldoende krachten, terwyl toch de veelszins
voortreffelijke nuanceering bewees, hoezeer de direc
teur de beteekenis van het werk gevoelde, en de
executanten zyn bedoeling wisten te vatten. Het
gemis van orkest is bij de werken van Brahms altijd
zeer voelbaar. Men had hierin trachten te gemoet te
komen door behalve de piano nog een harmonium
te gebruiken. Het effect van het harmonium was op
verschillende plaatsen zeer fraai.
Toch is hiermede de zwarigheid van het gemis
van een orkest te vergoeden niet opgelost; men voert
een klankeffect in dat aan 't origineel vreemd is, en
zich sterker aan 't gehoor opdringt dan dat van de
piano. Toch is 't te verkiezen boven een bezetting
van piano en strijkkwartet, waartoe men soms de
toevlucht neemt, wat door 't zelden volkomen har
monieeren van piano en kwartet gewoonlyk meer
verwart dan steunt. Ook zullen we wellicht bij een
tweedo auditie op ons oordeel terugkomen, wanneer
wy, hopen we, niet gehinderd zullen worden door
vrij luide gesprokken, die sommige dames en heeren,
naar 't scheen in hun vei|Pïng over het harmo
nium, noodig vonden aan te knoopen, vooral was dit
het geval gedurende de schoone inleiding. Vele men
schen schynen te meenen dat zulk een inleiding alleen
noodig is, omdat 't gek staat dat de zangen zoo met
de deur in 't huis fallen. Pardon, dames en heeren.
Dergelijke stukken vormen een geslóten geheel, en
gij begrijpt 't rechte niet er van, zoo gij niet alles
hoort. De steeds liefelijke koren van Hillers
Loreley liepen uitnemend van stapel. Lieten de
hooge sopraan-noten wel eens iets te wenschen over,
het geheel werd vlot en frisch en, evenals de Name,
uitstekend van mij "ie gezongen. Dank zyn wij
voor de kooruitvoeringen ook nog verschuldigd aan
de heeren niet-leden der vereeniging, die zoo wel
willend en krachtig de uitvoering hebben gesteund;
waarmee we echter niets afdingen op de verdiensten
der heeren lede». De steun gold voornamelijk den
tenoren, terwyl de klank der bassen niet minder de
aandacht trok door eenheid en a plomb.
Als solisten traden op Mevr. v. W. uit Leiden
(sopraan) en de heer M, uit Leiden (tenor). Beiden
zongen eenige solostukken en in de Lorelei. De
tenor zong twee aria's van Glück en Mendelssohn.
De heer M. heeft oen zeer fraai en krachtig geluid.
Ook ontbreekt het hem niet aan warmte van voor
dracht, maar meer nuanceering komt ons toch wel
gewensebt voor. Het best voldeed in dit opzicht de
aria uit Elias. Ook bij mevrouw v. W. was naar
ons oordeel bij voortduring te groote uitzetting van
't orgaan, die Vooral bij de hooge tonen niet aange
naam aandeed. Wij maken echter gaarne de zangeres
ons compliment over haar opvatting, die vooral in
het recitatief van de door haar gezongen aria van
Spohr en op vele plaatsen van de Loreley zeer ge
lukkig uitkwam. Het geschenk van een bloemenmand
bracht een welverdiende hulde aan de welwillendheid
der zangeres.
Ten slotte zij odk nog onze dank gebracht aan
de beide begeleiders die uitnemend hun taak vol
brachten,
Steeds naar hooger strevende, mag, gelooven wij,
de heer Bonman met voldoening op het eerste jaar
van zijn directeurschap terugzien. Tot ons leedwezen
konden we de le uitvoering niet bespreken gaarne
hadden we dan onze tevredenheid en onze ver
rassing betuigd, dat ons koor zoo kon klinken,
't Moet erkend worden dat deze uitvoering
daarmee niet geheel gelijk stond; maar, gelijk we
reeds zeiden, was de uitvoering van Lorelei in de
meeste opzichten zeer te roemen, en te meer ver
dient de directeur hierover een compliment, omdat
hij, zoo we ons niet vergissen, ditmaal met ver
schillende zwarigheden te worstelen heeft géhad.
Dat wij het gemis van oratoria dit jaar niet be
treuren, zullen de lezers van dit blad wel willen
gelooven. Echter is hot niet gezegd dat onze ver
eeniging niet binnen korter of langer tijd tot rypheid
voor zulke werken zal geraken. Haast bestaat er
evenwel niet, en er is genoog schoons ook zonder
oratoria. Mogen de goede resultaten van hot ver-
loopen seizoen vele werkende leden aan de vereeni
ging bezorgen, en de Heer Bonman bij voortduring
de betoonde lust en veerktocht voor zijn werk
behonden, verzekerd als hij mag zijn van veler be
langstelling.
De werkstaking der mijnwerkers duurt in enkele
districten ran Westfalen nog voort. In bet district
Dortmund heerschen op vele plaatsen nog geschillen
tusschen de eigenaars der mjjnen en de werklieden,
welke nog niet uit den weg konden worden geruimd,
maar toch hebben de mijnwerkers in de andere
Westfaalsche districten den arbeid hervat. Volgens
de Riet» Westf. Zeituug waren eergisteren reeds bijna
74,000 mijnwerkers aan den arbeid.
Alleen in het district Dortmund loopen nog de
meeste werklieden leeg. Volgens de lihein West/al.
Zeituug, het erkende orgaan der mijneigenaars, berust
het geheele geschil op een misverstand, daar de
werklieden het vergelijk, wat enkele punten betreft,
verkeerd hebben opgevat. De heer Hammacher is
terstond nit Berlijn naar Essen vertrokken, ten
einde den nieuwen twist te helpen bijleggen. Tot
dit doel is te Dortmund een vergadering van werk
lieden belegd, waar de mijnwerker Bunte, een van
de leden der bekende deputatie, als bemiddelaar
zal optreden.
Aanleiding tot de weigering om den arbeid te
hervatten gaf de handelwljse van de directie der
mijn Wiendahlsbank, welke dertien werkstakers niet
weer in dienst wilde nemen. Dit was in strijd- met
art. 6 van het vergelijk, hetwelk bepaalt: «Bij het
hervatten van den arbeid zal den mijnwerkers wegens
deze werkstaking door de eigenaars geen nadeel
worden toegebracht." Op grond hiervan verlangde
het comité, dat de werklieden den arbeid nog niet
zouden hervatten en ruim 30,000 mijnwerkers in
het district Dortmund gaven aan de oproeping
gehoor.
Men vertrouwt echter, dat de zaak spoedig zal
worden geschikt. Deliberale afgevaardigdenBaumbach
en Schmidt, wien de mijnwerkers-depntatie het geval
mededeelde, spoorden de werklieden aan vooral bjj
hun kalme houding te bljjven volharden en te
wachten, daar het niet is aan te nemen, dat de
eigenaars der mjjnen zullen weigeren de getroffen
overeenkomst ten uitvoer te brengen.
In een vergadering van mijnwerkers te Zwiokau
in Saksen is het voorstel tot het eischen van 10 pCt.
loonsverhooging verworpen en werden alle voorstellen
voor een minneljjke schikking afgewezen. De com
missie van onderhandeling legde daarop haar man
daat neer, waarna een nieuwe deputatie verkozen en