BINNENLAND. Buitenlandsch Overzicbt. Goudsche Zang-vereenigingf. heerscbende overtuiging, dat zij bjj keuzen tooi ProT. Staten voornameljjk moeten letten op het provinciaal belang en men zal niet zei van de waarheid zijn. In het district Gonda hebben wjj de over winning ongetwijfeld te danken aan de buiten gewone inspanning onzer geestverwanten. Hiertoe droeg bjj de omstandigheid, dat in het district zeer geziene en met onze belangen saamgegroeide personen aan de beort van af treding waren. Vandaar eene ongekende geest drift en medewerking van menschen, die zich anders voor verkiezingen weinig interesseeren. Alle lof komt toe aan de bestaren der kies verenigingen, die den strijd met waardigheid en tact geleid hebben. Het is te hopen, dat diezelfde stenn hnn zal ten deel vallen bjj ver kiezingen voor de Tweede Kamer. Daar dreigt echter steeds het gevaar van mindere belang stelling, omdat het belangen geldt die niet zoo duideljjk in het oog vallen en personen die minder bjj alle kiezers bekend zjjn. De thans opgedane ervaring en de aangeknoopte ver bindingen zullen zeker in het vervolg op dat terrein nuttig werken. GOUDA, 24 Mei 18S9. De volgende proclamatie is gepubliceerd. I ZATERDAG 1 JUNI 1889. Stadgenooten Zaterdag 1 Juni zal het vijf-en-twintig jaar ge leden zijn, dat het Z. M. Willem III, onzen geëer- biedigdan Koning, behaagde tot Burgemeester van Gouda te benoenjgn Mr. A. A. van Bergen IJzen- doorn. j Met dankbaarheid zien wij op dip jaren terug en wenschen op dien dag het hoofd onzer Gemeente hulde te brengen. 1 Wij noodigen U uit door het uitsteken onzer ge liefde driekleur, Uwe woningen te sieren en dezen dag door gepaste vreugde tot een waren feestdag te maken. Gouda, 22 Mei 11889. De Feestcommissie, Eere-Voorzitter, W. J. Fortbijn Droog- LEEvÉr. Eere-Leden, G. J. Steens Zijnen. C. O. Van Kesteren. H. W. G. Koning. J; M. Noothoven v. Goor, Voorzitter. A. H. van Dillen, Onder-Voorzitter. W. Begeer - Secreta- C. G. v. DÏR Post rissen. L. P. HotjoENDUKj Pen- G. Prince l ning- J. Breebaart Lz.j meest. Leden, C. A. Van Berkel. iP. W. Kakphlijzen. G. A. Boeter. |C. Kerkhof. E. S. Cats. |H; J. Nïderhorst. Mr. J. Forteijn Droog-M. Peeters. leevkr. IA. v. Reedt Dortlakd. D. Samsom. ever. P. Goeöewaagen. D. HooGenboom Cz. K. Jonker. C. IJsselstijn. Er komt haast geen Nr. uit van de Standaard of het spreekt over Gouda. Terwjjl in het Nr. van Donderdag zonder blikken of blozen wordt verteld dat de hier op 15 Mei gebeurde ongeregeldheden 't gevolg waren van een beraamd plan, dat ér preparatie bestond en dat er éón achter zat, die de ongeregeldheden in beweging bracht (dat o. i. alleen bestaat in de fantasie van de Standaard) spreekt het Nr. van heden het vermoeden uit, daar de hh. van Houweninge en Blok slechts twee stemmen boven de meerderheid hadden, dat een vergissing (wordt niet een ander wobrd bedoeld?) heeft plaats gehad, waarom de wensch wordt uitgesproken dat de alhier gehouden stemopneming worde gecontro leerd. In het district Gouda zou nl. zekere bezorgdheid heerschen of alles wel pluis was en daarom zou nader onderzoek wenscheljjk zijn Het is voorzeker niet aangenaam voor Dr. Kuyper in een district, waar hjj zoo sterk op de overwin ning gerekend had, een nederlaag te moeten lijden, maar het gaat wat ver nu allerlei leelijke insinua ties te werpen naar het hoofd der liberalen, die zeer «gezocht" zjjn of liever geheel en al uit de lucht gegrepen. Dr. Kuyper, die hot verleden week op zoo hoogen prijs stelde op ridderlijke wijze in Gouda behan deld te zjjn, mocht zelf wel wat riddertjjker manieren aannemen. Zijn figuur doet waarlijk niet denken aan die eens ridders, maar veeleer aan oen kind, dat boos is dat het zjjn zin niet kreeg en nu om zich heen slaat en schopt zonder dat het njituur- ljjk wat helpt I De Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, behandelde Woensdag het beroep van J. G. Smits, te Gouda, tegen een besluit van burg. en weth. dier gemeente van 3 Januari 1889, waarbjj hem vergunning is geweigerd tot het oprichten van eene slachterij 'n de Wijdstraat aldaar. De staats raad jhr. van Humalda van Ejjsinga bracht rapport uit. De hoofdingenieur van den prov. waterstaat meent dat de vergunning wel voorwaardelijk kan worden verleend, terwijl Gedep. Staten zich met het advies van dezen ambtenaar vereenigen. Mr. A. M. M. Montijn, advocaat te 's-Hage, lichtte de bezwaren toe namens de belanghebbenden D. J. Copper en J. A. P. Montijn. Hjj legde over een afschrift van eene verklaring tot opheffing met 15 Juni a. s. der huurovereenkomst tusschen appellant en diens huisbaas, alsmede eene verklaring" van laatst genoemde, dat deze sich verzet tegon elke vertim mering of andere verandering van het thans door appellant bewoonde huis. Tengevolge hiervan moest van zelf meende spreker het beroep vervallen. 'sKonings beslissing volgt later. Gisterenavond omstreeks 8 uur is uit hot water der Kattensingel opgehaald het ljjk van P. v. d. H., die sedert Zondagavond de echtelijke woning had verlaten. De tiende jaarlijksohe algemeene vergadering van de Vereeniging van gepeneionneerde onderoMcieren en minderen van het Nederlandsche leger zal ditmaal ge- houdon worden te Amsterdam, op Donderdag den 6 Juni a. s. des morgens ten 11 uur in Maison Stroucken. De maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor open W|j wegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maat schappij, hebben gunstig beschikt, om de afgevaar digden en allen die deze vergadering wensohen bij te wonen togen verminderd tarief te vervoeren. Men moet echter voorzien zijn van eên legitima- tie-bewjjs, dat men bjj het Hoofdbestuur te Amsterdam kan aanvragen. Naar wjj vernemen gaat deze Vereeniging die van zuivere philantrophische aard is daar zij n. 1. geldelijke ondersteuning verleent aan hulpbe hoevende oud-gedienden van de landmaeft en hunne weduwen, van jaar tot jaar vooruit, zoodat dan ook in het afgeloopen boekjaar weder ongeveer 14,009 aan onderstand kon worden uitgekeerdhoe groot die som evenwel is, zoo kon toch maar aan de meeste der ruim 400 ondersteunden, 25. het afgeloopen jaar worden uitgekeerd, welk bedrag nog op verre na niet voldoende ie, vóór weduwen zonder eenig middel van bestaan en gepensionneer den met een pensioen van 46.totl 100 's jaars, om daarvan een eenigszins onbezorgden ouden dag te hebben. Wij herinneren dat deze vergadering toegankelijk is voor Beschermers, Donateurs en gewone leden der Vereeniging. Dat velen deze mogen bijwonen en de welge- steldon in den lande zich opgewekt zullet die vereeniging krachtiger te steunen, In gaarne. In Sempervirens wordt de teelt van twee bekende plahten in ons land aanbevolen, namelijk van da bitier- of waterkers en van de waldmeistler. Omtrent waterkers, Nasturtium officinale (Sisym brium Nasturtium,) wordt medegedeeld, dat het jaar- lijksch verbruik te Parijs geschat wordt op een millioen francs, te Londen op tweemaal honderd duizend galden, terwjjl die teelt in de Omstreken van Erfurt ruim honderd vijf-en-twintig duizend gulden 's jaars ophjreugt. Deze waterkerï, uit het buitenland aangeveerd, wordt goed betaald. Betreffende do waidmeister, Asperula odorata, wordt gemeld, dat er voor de bereiding van Moiwjja veel vuldig vraag is naar deze plant bjj bloemisten, kweekers of warmoeziers, maar dat er nergens hier te lande eene noemenswaardigo hoeveelheid je vinden is, zoodat zoowel kruid als essence uit hef buiten land aangevoerd moet worden. Er is oen vergeljjkende staat opgemaakt! van de bezoekers der tentoonstellingen van 1878 én 1889 gedurende de veertien eerste dagen na de opening. Daaruit blijkt dat zjj in 1878 bezocht werd door 512,382 betalende personen en thans door 1,048,888. Deze beide veertien dagen waren dezelfde dagen der week. Staten-QeneraalTweede Kamer. Zitting van Donderdag 23 Mei. Behalve het vjjftal wotsontwerpen conclusion op regeeringsbescheiden, die jl. voor de vergadering van gisteren aan de oét den gesteld, beeft de" Kamer, hare agenda vt zaamheden aanvullende, nog bovendien acht lisatie-ontwerpen en drie andore voordracht! handold. Nu geen hoofdelijke stemmini gevorderd wórdt, kan de vergadering zich merk snel door eene tameljjk groote agenda van kit heen werken; gisteren liep alles binnen uurtje af. Dinsdag e wer n werk- »Ge zult mij om half drie gereed vinden, mylord.» Hjj stond op en stak haar de hand toe met de zelfde vertrouwelijkheid als toen hjj binnenkwam. Thans draalde zjj niet hem haar hand harteljjk toe te steken en de zjjne met warmte te drukken. Het volgende oogenblik was zjj alleen. Haar blik had hem gevolgd, totdat hjj verdween achter de deur. «Ondanks zjjn dweepen met het gevoel heb ik mij toch niet in hem vergist. Hjj is een man en als het mjj gelukt hem geheel te boeien dan wee degenen, die mij te na wilden komen, hjj zou hen onder zjjn hand verpletteren.» Zjj keek op de pendule, er bleef haar slechts weinig tijd meer over om vóór het diner nog van kleeding te Verwisselen. Lord Norman at zonder ander gezelschap dan zjjn nicht. De knechts, die aan tafel bedienden, verhinderden door hunne tegen woordigheid ieder vertrouwelijk gesprek, men be paalde zich dus tot de nieuwtjes van den dag en bleef koel en vonneljjk. Kort vóór zjj Van tafel opstond, zeide Alice: "«Een uur geleden is Lord Rumsdale hier geweest, Mylord 1" «Een nalatige, die tot heden verzuimde aan de plichten der wellevendheid te voldoen. Mjj dunkt, ut zijn allen hier geweest, die wij verwachtten?" «Enkelen zjjn er nog niet geweest, maar die zjjn niet van beteekenis. Lord Rumsdale sprak met mjj een wandelrit in Regents-Park af tegen morgen mid dag. Gaat ge mee, mylord?" «Heel gaarne, kind. Ik ga gaarne met hem om, hjj behoort tot een goede, oude familie, hjj heeft wel veel dwaasheden in het hoofd, maar die moet men hier in Engeland op den koop toe nemen." «De afspraak is: half drie, mylord.» «Ik zal gereed zjjn. Laat mjj in uw rjj nemen, het paardrijden wordt mjj te moeieljjk.' «Zeer goed, mylord." Zjj stond op en verliet het vertrek, de Lord blééf nog een kwartiertje bjj zjjn flesch wijn zitten. Toen stond hjj op ging naar de Jockey-Club en speelde daar tot middernacht. De v^ende dag was een Zondag. Zooals wjj weten, had Walther Lund dezen dag bestemd om te trachten de nicht van Lord Norman te zien. De weg van Soutwark naar Regent Street in Westminster had hjj in een vigelante afgelegd. Het juiste adres van den Lord had hjj gevraagd en nm wandelde hjj onopgemerkt in de nabjjheid der aangewezen woning heen en weer onder de groote menigte wandelaars, die naar Regents-Park stroomde. De inrjjpoort van Lord Norman's huis stond open, het duidelijkste bewijs dat er iemand zou uitrjjden. Dat was een gunstig toeken, zijn moeite zou dus niet te vergeefi zijn. Geduldig wachtte hjj bijna een uur lang; toen kwam een jong, rijk en voornaam gekleed heer op een zwart volbloed Arabisch paard de straat in en reed de poort door. Walther kende hem niet, maar hij vermoedde, dat die heer kwam om zijn gezelschap af te halen voor een wandelrit. Dat was voor hem weder een gunstig teeken: hjj zou niet lang meer behoeven te wachten. Ei daad, toen hjj voor de tweede maal langs poort kwam, reed het rijtuig de poort uit. van zooeven reed rechts, naast de plaats, bloeiende maagd in het rjjtuig zat. Een enkele blik was hem voldoende om wie hjj voor zich had. De familiegelijkenis! was te sprekend; dit was alzoo miss Alice Normen; dit meisje droog met reoht den naam, dien zijn melinge zich had aangematigd? Hoe kort de tijd ook geweest was, .dat hij het gelaat van dit meisje had kunnen zien, hij had toch opgemerkt, dat de uitdrukking ervan hemelsbreed verschilde van die op het gelaat van zjjn bescher melinge. De trotsche trekken dezer jonge dame misten de vrouwelijke teedere zachtaardigheid, die hjj in iedere trek van zijn logée had opgemerkt en het zwarte haar en die donkere oogen drukten een ander stempel op haar, dau de milde goedhartigheid, die hjj bij zijn ongelukkige gast bespeurd had. Ook deze jonge dame was schoon, dat zou niemand ont kennen, doch zij scheen veel meer bestemd om be wonderd dan om bemind te worden. Een menigte van rijtuigen en menschen scheidde hem dadelijk van het rjjtuig, dat weldra aan zijn oog werd onttrokken. (Wordt vervólgd.) In zooverre was er eenstemmigheid tusschen de houding der regeering oa den Zierikseeschen afge vaardigde; maar nu had de heer Van Kerkwijk eene andere bedenking. De voorzitters der stembureaus noemen de namen der kiezers, die stemmen, dikwijls op eene bijna onverstaanbare wjjze, zoodat de ge legenheid om aanteekeningen te maken hierdoor toch feitelijk benomen wordt. Was hieraan nu niets te doen? De Minister ontweek aanvankelijk do ietwat zonderlinge vraag, en verklaarde later wel te ver moeden, dat de woorden van den spreker uit Zieriksee zeker indruk zondon maken op alle voorzitters van stembnreaux in Nederland. Men moet evenwel erkennen, dat de Regeering er weinig aan doen kan om aan het verlangen van den heer v. Kerkwijk te voldoen. Eene aanschrijving immers tot de presi denten der bureaux om toch vooral de namen der Kiezers, die stemmen, met luider stemme te noemen, ware wel een weinig belacheljjk, Nadat ook deze conclusie tot eenvoudige dankzeg ging aan de Regeering voor de verstrekte inlichtingen zonder hoofdoljjke stemming was aangenomen, is de Kamer op reces uiteengegaan en zal voor Pinksteren niet terugkeeren. Wat er dan bjj de terugkomst der Kamer aan de orde zal komen, of de ónderwijawet in deze zitting nog behandeld zal worden, daarvan valt nog weinig te zeggen. Met het afdeelingsonder- zoek van dit ontwerp is het tamelijk vlot gegaan, want dit was reeds gisteren in óóne afdeeling reeds oergisteren ten einde gebracht. Het hangt nu zeker voor een belangrijk deel van do Regeering af, of met zeer grooten spoed verder zal worden ge handeld. In elk geval zullen het enquête-voorstel en eenige andere zaken van niet zeer grooten omvang dezen zomer behandeld worden. Men schrijft ons uit den Zuidhoek van Utrecht: Als het toppunt van mopperzucht kan zeker gelden, dat het weer te groeizaam is. Dit hoort men na. In de weilanden komt het gr*É zoo overvloedig voor, dat de dieren het niet kunnen verorberen. Was het verschijnsel plaatselijk, dan zonden een aantal veehouders overgaan tot het aankoopen van vee. Daar dit echter niet zoo het geval is, zjjn en bljjven de prijzen zoo hoog, dat aankoop ver moedelijk eerlang een schadepost zou opleveren. Met den hooibouw zou reeds een begin zijn ge maakt, ware het niet, dat men niet weet hoe het hooi droog te krjjgen. Rogge is hier en daar zoo ovarkrachtig gegroeid, dat men ze niet kan laten uitwassen, daar de hal men al naar den grond gaan. Zoo ziet men dan ook sommige boeren reeds aan het afmaaien van het prachtig te veld staand gewas, wat natuurljjk niet anders dan te bejammeren is. Omtrent het terugvinden van den vermisten heer Stork meldt de Zw. Cl., dat hier een verwisseling van personen plaats heeft. De heer A. Stork, waarvan in de Evening Post sprake is en die inderdaad een drietal jaren als werk man op verschillende fabrieken in Amerika is werk zaam geweest en eerlang weder naar 't vaderland hoopt terug te keeren, is de zoon van den heer J. E. Stork te Hengelo eq dus een ander dan de heer H. C. Stork CHz., die vermist wordt en die een zoon is van mr. C. H. Stork advocaat en procureur te Almeloo. Verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen. Tengevolge van de afschaffing van het Fransche wetb. van strafr. is art. 314 Code Penal en dus ook de daarin voorkomende strafbepaling tegen het dragen van wapenen vervallen, doch daaruit volgt alleen dat de overtreding der bepalingen, opgenomen in de Declaration du Roi van 1728 en het Decreet van 2 Nivêse an XIV, welke in de oode overgenomen waren, bij gemis van eene poenale sanctie volgens de Rijkswetten niet meer strafbaar is, niet dat de verbodsbepalingen zelve zjjn vervallen. Reods spoedig na de invoering van het Ned. Wb. van Strafr. gingen zoowel in als buiten de vertegen woordiging, stemmen op, die de noodzakelijkheid van voorziening in de ontstane leemte aantoonden. Gevolg gerende aan zjjne toezegging daaromtrent, heeft de min. van juistitie thans het wetsontwerp onder bovenstaande titel ingediend. De min. heeft dit gedaan door intrekking der verbodsbepalingen uit de Fransche wetten, bjj eene wet, die zelve het dragen van wapepen regelt, omdat, liet men dit aan gemeen telijke verordeningen over, naar verhouding slechts zeer kleine straffen zouden kunnen bedreigd worden. De zaak, die algemeene veiligheid betreft, kan boven dien geacht worden eene zaak van rijksbelang te zjjn' Het wetsontwerp verbiedt het dragen van wapenen (geweren, karabjjnen, revolvers, pistolen on andore vuurwapenenwindroeren, dolken, dolkmessen, sabels, degens, degenstokken, priemstokken, wapenstokken en dergelijke voorwerpen) op of aan den openbaren weg of op eenige publieke plaats, op straffe van hechtenis, van hoogstens 7 dagen of geldboeten van hoogstens f 100, welke straf bij herhaling binnen het jaar, tot hechtenis van hoogstens 4 weken wordt gebracht. Het wapen kan worden verbeurd ver klaard. Uitgezonderd is het dragen van wapenen, waar zulks geschiedt op bevel of onder toestemming der overheid, bij de uitoefening van de jacht, bjj deelneming aan toegestane optochten, terwijl voorts vergunning tot het dragen van een bepaald soort wapen kan worden verleend door den Commissaris des Konings, in gevallen waar iemands leven op zoodanige wjjze bedreigd wordt, dat het met gerecht vaardigd zjjn zou, dezen, als hij zich uit noodweer wapenen wil, zulks onvoorwaardelijk te beletten. Toegelaten blijft het vervaardigen, verkoopen, ten verkoop in voorraad hebben en het vervoeren van behoorlijk ingepakto wapenen, maar voor 't overige meent de Min. dat moeiljjk kan worden ontkend, dat het dragen van wapenen gevaar voor de alge meene veiligheid oplevert. In het gunstigste geval toch, nl. dat hij die een wapen draagt, volstrekt geen misdadige oogmerken heeft, zal toch, waar zijne hartstochten, door welke omstandigheden ook, worden opgewekt, zjjn hand allicht naar het wapen grijpen om zich daarvan te bedienen. Onder de gewapende macht, in dit ontwerp be doeld, zijn ook begrepen, de door de Reg. erkende Vereenigingen tot oefening in den wapenhandel. Een muziekuitvoering op 23 Mei bij zomertempe- ratuur! Velen hadden zich door dit denkbeeld blijk baar laten afschrikken om de le uitvoering der Goudsche Zangvereeniging van het jaar 188990 bij te wonen. Ten onrechte, naar wij meenen. Im mers het ging als meermalen bij uitvoeringen iaat in 't jaargetij. Men zet open wat men kan, en ver krijgt aldus een vrij wat aangenamer temperatuur dan des winters by kachel- en gashitte in een be sloten ruimte. V Voor de executanten blijft een uitvoering onder zulke omstandigheden echter een groote inspanning, en grooten dank zijn wy hun verschuldigd, die zich niet lieten afschrikken ons een aangenamen avond te bezorgen. De uitvoering begon niet onder een gelukkig voor teeken. Wegens een ongelukkigen samenloop van omstandigheden ontbraken oen aantal dames, wat niet gunstig kon werken op de uünoering van die koren, waarin evenredigheid der krachten van alle stemmen een noodzakelijk vereischte is om door klaarheid een voldoenden indruk te bewerken. Dit scheen ons byv. het geval te zyn met de Nanie van Brahms. De zeer eigenaardige harmonisatie van dit werk ver- eischt een zeer duidelijke en precieze uitvoering. Hoe zou de vereeniging er over denken deze buiten gewoon schoone compositie den volgenden winter nog eens uit te voeren? Wij meenen ons niet te ver gissen, wanneer wij het niet geheel voldoende van deze uitvoering toeschry ven aan het eenigszins vreemde van Brahms muziek ook voor vrij geroutineerde executanten, gepaard aan het bovenvermeld gemis aan voldoende krachten, terwyl toch de veelszins voortreffelijke nuanceering bewees, hoezeer de direc teur de beteekenis van het werk gevoelde, en de executanten zyn bedoeling wisten te vatten. Het gemis van orkest is bij de werken van Brahms altijd zeer voelbaar. Men had hierin trachten te gemoet te komen door behalve de piano nog een harmonium te gebruiken. Het effect van het harmonium was op verschillende plaatsen zeer fraai. Toch is hiermede de zwarigheid van het gemis van een orkest te vergoeden niet opgelost; men voert een klankeffect in dat aan 't origineel vreemd is, en zich sterker aan 't gehoor opdringt dan dat van de piano. Toch is 't te verkiezen boven een bezetting van piano en strijkkwartet, waartoe men soms de toevlucht neemt, wat door 't zelden volkomen har monieeren van piano en kwartet gewoonlyk meer verwart dan steunt. Ook zullen we wellicht bij een tweedo auditie op ons oordeel terugkomen, wanneer wy, hopen we, niet gehinderd zullen worden door vrij luide gesprokken, die sommige dames en heeren, naar 't scheen in hun vei|Pïng over het harmo nium, noodig vonden aan te knoopen, vooral was dit het geval gedurende de schoone inleiding. Vele men schen schynen te meenen dat zulk een inleiding alleen noodig is, omdat 't gek staat dat de zangen zoo met de deur in 't huis fallen. Pardon, dames en heeren. Dergelijke stukken vormen een geslóten geheel, en gij begrijpt 't rechte niet er van, zoo gij niet alles hoort. De steeds liefelijke koren van Hillers Loreley liepen uitnemend van stapel. Lieten de hooge sopraan-noten wel eens iets te wenschen over, het geheel werd vlot en frisch en, evenals de Name, uitstekend van mij "ie gezongen. Dank zyn wij voor de kooruitvoeringen ook nog verschuldigd aan de heeren niet-leden der vereeniging, die zoo wel willend en krachtig de uitvoering hebben gesteund; waarmee we echter niets afdingen op de verdiensten der heeren lede». De steun gold voornamelijk den tenoren, terwyl de klank der bassen niet minder de aandacht trok door eenheid en a plomb. Als solisten traden op Mevr. v. W. uit Leiden (sopraan) en de heer M, uit Leiden (tenor). Beiden zongen eenige solostukken en in de Lorelei. De tenor zong twee aria's van Glück en Mendelssohn. De heer M. heeft oen zeer fraai en krachtig geluid. Ook ontbreekt het hem niet aan warmte van voor dracht, maar meer nuanceering komt ons toch wel gewensebt voor. Het best voldeed in dit opzicht de aria uit Elias. Ook bij mevrouw v. W. was naar ons oordeel bij voortduring te groote uitzetting van 't orgaan, die Vooral bij de hooge tonen niet aange naam aandeed. Wij maken echter gaarne de zangeres ons compliment over haar opvatting, die vooral in het recitatief van de door haar gezongen aria van Spohr en op vele plaatsen van de Loreley zeer ge lukkig uitkwam. Het geschenk van een bloemenmand bracht een welverdiende hulde aan de welwillendheid der zangeres. Ten slotte zij odk nog onze dank gebracht aan de beide begeleiders die uitnemend hun taak vol brachten, Steeds naar hooger strevende, mag, gelooven wij, de heer Bonman met voldoening op het eerste jaar van zijn directeurschap terugzien. Tot ons leedwezen konden we de le uitvoering niet bespreken gaarne hadden we dan onze tevredenheid en onze ver rassing betuigd, dat ons koor zoo kon klinken, 't Moet erkend worden dat deze uitvoering daarmee niet geheel gelijk stond; maar, gelijk we reeds zeiden, was de uitvoering van Lorelei in de meeste opzichten zeer te roemen, en te meer ver dient de directeur hierover een compliment, omdat hij, zoo we ons niet vergissen, ditmaal met ver schillende zwarigheden te worstelen heeft géhad. Dat wij het gemis van oratoria dit jaar niet be treuren, zullen de lezers van dit blad wel willen gelooven. Echter is hot niet gezegd dat onze ver eeniging niet binnen korter of langer tijd tot rypheid voor zulke werken zal geraken. Haast bestaat er evenwel niet, en er is genoog schoons ook zonder oratoria. Mogen de goede resultaten van hot ver- loopen seizoen vele werkende leden aan de vereeni ging bezorgen, en de Heer Bonman bij voortduring de betoonde lust en veerktocht voor zijn werk behonden, verzekerd als hij mag zijn van veler be langstelling. De werkstaking der mijnwerkers duurt in enkele districten ran Westfalen nog voort. In bet district Dortmund heerschen op vele plaatsen nog geschillen tusschen de eigenaars der mjjnen en de werklieden, welke nog niet uit den weg konden worden geruimd, maar toch hebben de mijnwerkers in de andere Westfaalsche districten den arbeid hervat. Volgens de Riet» Westf. Zeituug waren eergisteren reeds bijna 74,000 mijnwerkers aan den arbeid. Alleen in het district Dortmund loopen nog de meeste werklieden leeg. Volgens de lihein West/al. Zeituug, het erkende orgaan der mijneigenaars, berust het geheele geschil op een misverstand, daar de werklieden het vergelijk, wat enkele punten betreft, verkeerd hebben opgevat. De heer Hammacher is terstond nit Berlijn naar Essen vertrokken, ten einde den nieuwen twist te helpen bijleggen. Tot dit doel is te Dortmund een vergadering van werk lieden belegd, waar de mijnwerker Bunte, een van de leden der bekende deputatie, als bemiddelaar zal optreden. Aanleiding tot de weigering om den arbeid te hervatten gaf de handelwljse van de directie der mijn Wiendahlsbank, welke dertien werkstakers niet weer in dienst wilde nemen. Dit was in strijd- met art. 6 van het vergelijk, hetwelk bepaalt: «Bij het hervatten van den arbeid zal den mijnwerkers wegens deze werkstaking door de eigenaars geen nadeel worden toegebracht." Op grond hiervan verlangde het comité, dat de werklieden den arbeid nog niet zouden hervatten en ruim 30,000 mijnwerkers in het district Dortmund gaven aan de oproeping gehoor. Men vertrouwt echter, dat de zaak spoedig zal worden geschikt. Deliberale afgevaardigdenBaumbach en Schmidt, wien de mijnwerkers-depntatie het geval mededeelde, spoorden de werklieden aan vooral bjj hun kalme houding te bljjven volharden en te wachten, daar het niet is aan te nemen, dat de eigenaars der mjjnen zullen weigeren de getroffen overeenkomst ten uitvoer te brengen. In een vergadering van mijnwerkers te Zwiokau in Saksen is het voorstel tot het eischen van 10 pCt. loonsverhooging verworpen en werden alle voorstellen voor een minneljjke schikking afgewezen. De com missie van onderhandeling legde daarop haar man daat neer, waarna een nieuwe deputatie verkozen en

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2