I
Buitenl&Ddsch Overzicht.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
3308teStaats-loterij
Atjth geene verandering, ten miiiste voor zoover
hier bekend ie. De beri-bori stale het hoofd niet
weer op, het sterftecijfer bleef laag, de vijand liet
alleen van zich merken door het wegnemen van
telephoondraden en mislukte pogingen om nog meer
spoorwegmaterieel te vernielen, enkele kleinere
hoofden maakten hunne opwachting bij den gouver
neur, op drie staatjes na werd de Westkust weer
voor den handel geopend, maar van onderhandelin
gen met het wereldlijk en het geestelijk hoefd te
Keinala hoorde men nirts; hetgeen echter niet be
wijst dat sjj niet werden geroerd. Want geheim
houding kan iu deze niet anders dan in het voordeel
van een gunstigen uitslag zijn.
„Spoedig zal de gouverneur-generaal geroepen
worden te beslissen in eene zaak, waarin reeds van
allerlei kanten, zelfs in Nederland, voorbarig en on
gevraagd adviezen gegeven zijnde quaestie van
gratie voor de ter dood veroordeelde muitors. Al de
Ï5 ter dood veroordeelden uit het eerste strafproces,
wier vonnissen door het Hooggerechtshof zijn be
krachtigd, hebbon gratie gevraagd, en datzelfde zal
wel worden gedaan door de 29 uit hot tweede ge
ding, wier doodvonnissen eveneens door den rechter
in revisie zjjn bekrachtigd. De gratierekesten zijn
thans in behandeling. Al moest met de wet in do
hand over zoovelen het doodvonnis worden geveld,
toch is daarom niet aller schuld van denzelfden aard,
en zullen er, redenen zjjn tot het verleenen van
gratie. Het minst zeker wel bjj de eerste groep, die
de grootste misdadigers omvatte, zoodat inSieu de
doodstraf aan een groot aantal van dezen mocht
worden voltrokken, daaruit niet do conclusie mag
worden gehaald dat dit naar dezelfde verhouding
het geval zal zijn met al de 107 veroordeelden. Hoe
het echter met de gratieverzoeken moge afloopen, in
geen geval kunnen politieke redenen tot afwijzing
van allen aansporen wel kunnen zij er omgekeerd
toe leiden in ruime mate van het recht van gratie
gobruik te jmaken en op die wijze in aansluiting aan
de vonnissen van den aan de wet gebonden rechter
waarlijk recht te doen. Ter voorkoming van nieuwe
onlusten zal meer dan door hot ophangen der mui
telingen gedaan worden door het wedijveren van
gevaarlijke elementen, geljjk reeds met enkele gods
dienstleeraars het geval was, die met hunne volge
lingen gereed hebben gestaan aan den opstand deel
te nemen, en dit alleen hebben gelaten, omdat deze
niet gelukte. Ook moet alle aanleiding tot verbitte
ring worden verroeden, en mogen de galgen in geen
geval gesteld worden in de poeasa, gedurende welken
tijd het godsdienstig gevoel opgewekter is en dus
de dweepzucht gemakkelijker aan te wakkeren.
«Nog steeds verueemt men iets van een breken
met het opiumstelsel, al maakte dit ook een der
nummers uit vail het bokende program van actie j
wel is er sprake van het vermeerderen der verboden
kringen en van enkele andere kleinere maatregelen.
Verscheidene pachters komen met hunne pacht slecht
uit, hetgeen wijst zoowel op verbruik van gesmok
keld opium als op verminderde koopdracht der be
volking, wier loonen in de laatste adechte jaren veel
verminderd zjjn en ook na de herlwng van enkele
kulturos niet spoedig op de oude hoogte zullen ge
raken. Voor suiker en koffie zjjn anders de tijden
niet slecht, en zelfs zouden zjj door de flinke prij
zen mooi te noemen zijn, indien sereh en koffieblad-
ziekte niet nog altijd groote ongerustigheid wekken j
de eerste vertoonde zich in nog niet aangetaste
tuinen in Pekalongan, de laatste breidde zich op den
Smeroe uit en braoht den verwachten rijken oogst
in gevaar. Voor kina en thee blijven de lage markt
prijzen bet groote bezwaar."
De Koning van Italië is over Frankfort Jen den
Simplon naar zjjn land teruggekeerd. Zijn verblijf te
Berlijn schjjnt den besten indruk op hem gemaakt
te hebben.
De voorstelling, welke van de houding van vele
mijndirecties in Westfalen gegeven werd, bljjkt
voor 't, minst eenzjjdig te zjjn geweest. Alleen zou
aan sommige directies verweten kunnen worden, dat
zij niet deden wat van haar verwaoht kon wordefi.
Hetgeen te Berlijn en te Essen en Dortmund tusschen
werkgevors en werklieden overeengekomen was, bond
namelijk niet alle werkgevers en evenmin alle werk
lieden. Toch schjjnt geou enkele van de mijndirec-
tiën afgeweken te zjjn van de voorwaarden der
bedoelde overeenkomst. Wel daarentegen hebben
verscheiden werklieden, hier wat meer, ginds wat
minder, geweigerd met die voorwaarden genoegen te
nemen en bovendien hadden vele mjjnwerkers, vol
komen ter goeder trouw, enkele van die voorwaar
den niet begrepen en voelden zich nu teleurgesteld.
Van die teleurstelling trachten enkele raddraaiers
gebruik te maken om ontevredenheid aan te wakkeren
en de voorstelling ingang te doen vinden, als ware
de goede trouw aan de zijde der werkgevers ge
schonden. Het is den heer Hammacher dan ook
gelukt de meer of min kwaadaardige beweging to
stuiten en in overleg met de werküedon den vrede
te herstellen. Als gevolg daarvan werd door het
«Bestuur der Vereeniging voor mijnbouwbelangen
in het district Dortmund" de volgende verklaring
gepubliceerd «Het is den vijanden van eensge
zindheid tusschen arbeiders en werkgevers helaas
gelukt den moeielijk verkregen vrede, die van alle
zijden met vreugde werd begroet, weder te doen
wankelen. Den mijnbesturen wordt verweten, hun
woord te hebben gebroken, zonder dat, afgezien
van enkele alleenstaande gevallen, die nog opheldering
behoefden of reeds weerlegd waren, gezegd werd,
op welke mijnwerken en in welke opzichten, de op
18 dezer te Essen aangonomon overeenkomst niet
was nagekomen. Daarentegen hebben mijnwerkers
in verscheidene groeven den arbeid weder neer
gelegd, met den eisch, dat in den werkdag van 8
uur ook het in- en uitgaan der mjjn zou worden
begrepen. Deze onmogelijk iu te willigen eisch is
geheel iu tegenspraak met de duidelijke bepaling
der op 18 dezer te Essen uitgesproken verklaring,
die door de vergadering van mijnwerkers afgevaar
digden van 19 dezer te Bochum onvoorwaardelijk
werd goedgekeurd. Niettemin verklaart het bestuur
zich bereid elke klaoht,, die wegens het niet nakomen
der verklaring van Essen van 18 dezer, bjj het
bestuur zal inkomen, aan eeu nauwkeurig onderzoek
te onderwerpen, on biedt zoo noodig zjjn tusschen-
komst aan, om onverwijld den toestand te vee-
beteren. Het bestuur houdt zich als uitgangspunt
zijner handelingen aan de verklaring van 18 dezer
eh zal alle daarin vervatte beloften getrouw ver
vullen het zal zich intusschen niet laten bewegen
verder gaande vorderingen in te willigen. In het
belang van den vrede en het welzijn van allen en
indachtig aan de vermaningen van Z. M. den Keizer
verzoeken wij de nog werklooze mijnarbeiders
dringend het werk te hervatten. Wat de weder
aan 't werk getogen mjjnwerkers betreft, koesteren
wjj het vasto vertrouwen, dat zjj zich door niets
van den weg van vrede en trouwe plichtsvervulling
zullen laten terughouden."
In België neemt de werkstaking onder de kolen-
werkers nog altjjd toe en openbaart zioh een geest
van onwil om zot een schikking te geraken.
De Boulangisten in Frankrjjk doen weer eens van
zich hooren. Het Comité der nationale partjj in
het 18de arrondissement van Farjjs heeft reeds
een manifost uitgevaardigd, waarin het programma
voor de aanstaande verkiezing wordt uiteengezet.
Deze Boulangisten vérlangen afschaffing van de
ministers en den president der republiek, één wet
gevende regeering, waarvan de helft elk jaar af
treedt, volksstemming ter goedkeuring van alle wet
ten, verdeeling der staatsschuld over alle departe
menten, zelfstandigheid der gemeenten en tal van
dergelijke eischen meer.
Dit is echter nog niet genoeg, want ten slotte
verlangen de Boulangisten, dat alle ministeries, die
sedert 4 Sept. 1870 het bewind voerden, in staat
van beschuldiging zullen worden gesteld. Uit dit
zonderlinge manifest bljjkt, dat de Boulangisten van
Moutmartre nog veel verder gaan dan hum leider,
generaal Boulanger, tot Frankrjjks behoud noodig
acht.
XIV.
Botterdam heeft allerlei bezoek gehad.
Het ontving o. a. een bezoek van het Leger des
Heils, met majoor Musabhai, een Hindoe, geflan
keerd door majoor Hodder en de staf kapiteins Go-
vaars en Schoch. Ik erken dat dit Leger geen
niouw onderwerp vormt voor een briefschrjjver en
ik zal er dan ook niet lang bjj stilstaan. Van dit
ééne wensch ik beljjdenis af te leggen, nl. dat het
de eerste maal was dat ik de manoeuvres van het
Leger bijwoonde en dat het ook, voor zoo ver het
van mjjn wil afhankeljjk zal wezen, de laatste maal
zal zijn. Niettegenstaande mjjne verwachtingen
niet hoog gespannen waren, werd ik toch nog
bitter teleurgesteld, want een zinlediger, geest-
doodonder vertooning laat zich nauweljjks den
kon. F,r werd gezongen op de manier van hein
bekende echtpaar met het draaiorgel, op den markt-
dag. Het de klavierbegeleiding had zich eene
mamzei belast die er in den blinde op loshamerde.
De pracht van dat concert werd nu en dan verhoogd
door het accompagnement van een viool, door iemand
die alle denkbare moeite had om zjjn instrument met
de kin in bedwang te houden en wiens met alle
inspanning voortgebrachte toonen valsch klonken,
alsof hij daarvoor extra betaald werd. Verder aller
lei preekon, met halve volzinnen opgedreund in het
Engotsch, die dan telkens in het Hollandsch werden
vertaald door iemand, die in al zijne allures en door
de sarcastische uitdrukking, van zijn gelaat, onwil
lekeurig deed denken aan het thans bijna uitgestor
ven ras der Paljassen. En wat was nu do zin van
het gesprokene? Het kwam kort en bondig hierop
neder, dat geen enkele godsdienst deugt
behalve de godsdienst vail het Leger des Heils.
Het was het oude en bekendePrenei man
ours Die majoors en kapiteins zoeken en vin-
volharden, doch het volgende oogenblik schoot hem
dp gedachte door het hoofd, dat hij daar misschien
verkeerd aan deed. Misschien kon een persoonlijk
onderhoud met den dokter hem een vingerwijzing
geven naar het middel om zich van den advocaat
té ontslaan. Als Carringshliff meer in zjjn eigen
belang dan in dat van dén Lord gehandeld had,
dan werd hem nu een schooce gelegenheid geboden
ojn dit te weten te komen.
«Breng den heer in mijn kabinet!" beval hij. Nog
eenige oogenblikken na het heengaan van den be
diende bleef hij in gedachten staan en ging toen in
zijn kabinet Hjj vond daar een ietwat gezet man
vpn middelbaren leeftjjd met een rond gelaat zonder
veel uitdrukking en een paar listige oogen, die .ach
ter een gouden bril glinsterden. Dokter Brown
maakte een diepe eerbiedige buiging; die door den
Ijord met een hoofdknik beantwoord werd.
„Het doet mij veel leed, dat ik Uwe Lordschap
op zulk een ongeschikten tijd met mijn bezoek moet
listig vallen. Zaken, die geen uitstel konden ljjden,
rjopon mij naar Londen en nu ik die zoo spoedig
mogelijk heb afgedaan, roept de zorg voor d(j mjj
toevertrouwde patiënten mij dringend uit de hoofd
stad terug." Dit was de 'inleiding van den doktor.
„Ge zult mjj verplichten, als go zonder verdere
omwegen overgaat tot de reden van uw bezoek,"
antwoordde de Lord.
„Ik zal de bevelen van Uwe Lordschap opvolgen.
Ip het begin der vorige week bracht de advocaat
Carringshliff op last van U een meisje in mijn ge
sticht voor krankzinnigen. Hij overhandigde mjj bjj
die gelegenheid eenige papieren, die volgens de wet
telijke voorschriften bij da opname vereischt worden.
Ik nam die papieren zonder verder onderzoek aan,
omdat ik mocht aannemen, dat ze in orde waren,
aangezien ik toen niet voor de eerste maal met mjjn-
i heer Carringshliff in aanraking kwam en zijn kennis
van zaken mjj bekend is. Zoo is de advocaat dan
weggereisd zonder mij weer te zien. Eerst na zjjn
afreis ontdekte ik dat één der gewichtigste en nood-
zakeljjkste stukken ontbrak. Ik ben heden ook niet
iu gebreke gebleven mjjnheer Carringshliff op te
zoeken om hem naar dat bewijsstuk te vragen, doch
ik trof hem helaas niet thuis en zoo ben ik tot mijn
leedwezen genoodzaakt Uwe Lordschap lastig te
vallen."
„En wat is dal voor een bewijsstuk, dat ge zoo
noodzakelijk acht?» vroeg de Lord het voorhoofd
fronsende.
„Het is de eenstemmige verklaring van twee dok
dat de jonge dame werkelijk lijdt aan storing
het verstand."
'Op dat oogenblik wenschte de Lord den dokter
.r den duivel en vervloekte zijn besluit om hem
woord te staan.
„Het was my volkomen onbekend, dat zulk een
verklaring noodig is," zeide hjj, „en mijnheer Car
ringshliff heeft dat stellig ook gedacht. In ieder
geval zal het best zijn als ge* uw bedenkingen ter
zijde zet, mijnheer Brown. Als vader van het meisje
kan ik u kort en bondig verklaren, dat mijn kind
volgens de overeenstemmende meening der bekwaamste
geneesheeren van het Vasteland aan waanzin lijdt
en deze verzekering van mij moet u voldoende zijn."
„Zij is voor mij geheel voldoende, mylord, dbch
daarvan is geen sprake. Door uw vertrouwen in
mijji kunst, gevoel ik mij genoeg vereerd om alle
bedenkingen ter zijde te stellen. Doch met de recht
bank is het iets anders, mylord. -ik ben verplicht
elke maand een rapport bij de rechtbank in te le
deren over de patiënten in mijn gesticht en daar moet
ik dan tegelijkertijd do bedoelde verklaringen bjj
overleggen. Wanneer ik hierin nalatig was, zou ik
Uwe Lordschap en mij zei ven niet kunnen vrijwaren
van groote moeielykheden."
//Ge zult wel begrijpen, mynheer, dat op dit
oogenblik het verkrijgen van zulk een 'verklaring
hier tot de onmogelijkheden behroort. Zeer korten
^tijd geleden ben ik na eene afwezigheid van ver
scheidene jaren hie? met mijn dochter teruggekeerd»
ik- heb h^r aan geene der hier wonende dokters
toevertröuwd, ómdat ik op uw kunstvaardigheid re
kende, mijnheer Brown. Er is dus hier geen één
arts laat staan twee die een verklaring om
trent den toestand van het meisje kan afgeven."
«Ik gevoel mij zeer gevleid door Uw erkenning
van mijn geringe verdiensten jegens de wetenschap.
Doch ik moet mijnheer Carringshliff zeker geheel
verkeert! verstaan hebben.' Wordt vervolgd.)*
den den kost door op hun manier de rol van
geestelijken te spelen en ik wil hun dat stuk brood
wel gunnen mits zij hunne zoogenaamde godsdienst
oefeningen wat aantrekkelijker maken. Zooals het
nu gaat is het voor den toehoorder inderdaad om te
sterven van verveling. Daaromtrent heerschte in de
stampvolle zaal van het verkooplokaal geen
verschil van gevoelen en er was gevolgelijk
niemand die begrijpen kon hoe het tot de
mogelijkheid behoort dat de officieren van het Leger
er in slagen proselieten te maken. Ik heb wel eens
hooren beweren dat het Leger er in slaagt dronkaards
te bekeeren, doch op dezen avond was van den
drankduivel geen oogenblik sprake. Het was een
eindeloos schermen met den: //geest van Christus"
zonder meer. Misschien krijgt men de ^drinkebroers
aan het lijntje met behulp van een//Engelsche thee,"
door mooie meisjes geschonken, die daarna volop
broodjes met roastbeaf of Chester te eten geven,
maar bij deze soiree kregen de bezoekers niet eens
een glas water voor hun kwartje. Het was -een en
al narigheid, die na afloop der zitting, door nog
meer narigheid zou gevolgd worden. De sprekers,
vooral dejtflindoe, hadden krachtig uitgevaren tegen
het KathjPeisme in het bijzonder en de Christelijke
religiën Jf het algemeen. Daarbuiten gaf het daarna
een soM oproertje. De politie had halswerk dé
dapperff officieren en soldaten van het Leger heel
huids <Sfehet station af te leveren,.
DooniKet ministerie werd geejf onderzoek naar
do ongeregeldheden ingesteld.
Kort geleden hebben de kerkelyken te Hoer-
jansdam met geweld het houden van eene liberale
kiesvereeniging belet.
Het ministerie heeft het overbodig geacht 'een
onderzoek te doon instellen.
Op verschillende andere punten des lands hadden
ongeregeldheden plaats, in het leven goroopen door
doleerenden, die in het bezit wilden blijven van
kerkelijk-synodale goederen.
Het ministerie dacht er niet aan een onderzoek
te doen instellen.
Te Gouda werden na afloop van de verkiezin
gen van de Provinciale Staten wat ruiten inge
smeten.
En hot ministerie geeft fluks last dat een ge
rechtelijk onderzoek ingesteld moet worden.
Laten wy nu hopen dat het ministerie, eindelyk
wakker geschud, voortaan, zonder aanzien van per
sonen en partijen, het zwaard der gerechtigheid zal
weten te handhoven. Immers daarin zullon allen
het wel eens zyn: Ordnung muss da tein!
Doch ik ben heelemaal van mijn ondorwerp afge
dwaald*. Wil het, Mijnheer de Redacteur, aan de
brandende hitte wyden, te midden waarvan ik de
eer heb op dit oogenblik de pen te voeren.
Yan zoo'n Heilsoldaat tot een LuchtscÜipperil
riy a qu'un pas. Beiden bewegen zich ten laatste
in het ijle en ook een accrobaat en een lucht
schipper moeten trachten aan den kost te komen.
Luchtschipper is een geykte maar ieer oneigen
aardige benaming, want zoo'n man in oen lucht
ballon is volkomen aan het toeval ovoirgelevcrd en
kan er niet het minste toe bijdragon om den koers
te regelen.
Rotterdam had nu de onderscheiding eene geheele
bende van dat volkje ten bezoek te ontvingen. Allen
begrepen dat het nieuwtje van eene gewone ballon-
opstijging er sints lang af is, en bewerkten gevol-
gelyk hunne nederdaling met behulp eenpr parachute.
Ik zal nu daaromtrent in geen bijzonderheden
treden daar men ze in dagbladen naar kust en keur
heeft kunnen vinden. Zeker is het, dat het onher
roepelijk vast staat dat al die lieden gedoemd zyn
heden of morgen in de uitoefening van hun beroep
den nek te breken. De laatste, die liier opsteeg,
een achttienjarige, tengere knaap, brak wel niet
dep nek, maar het heeft, zooals U uiit de courant
hebtkunnen lezen, ontzacbelyk weinig gescheeld
of hij ware bij het nederdalen in het Boerengat
verdronken. De vraag "Is nu of de ojrerheid der
gelijke vertooningen behoort te dulden?. Ik zou die
vraag gaarne ontkennend beantwoord zien. In het
circus worden zeker eveneens halsbrekende toeren
verricht, doch wat doet dan in do meeste groote
steden de 'overheid? Zij verbiedt die toeren, tenzij
een êterk net worde gespannen, zóó Idat .als do
accrobaat naar beneden stort, hij geacht kan wor
den in dat netwerk terecht te komen. Nu hoor ik
mij door den snuggeren lezer toeroepen dat men dan
toch" over eene stad geen net kan uitspreiden om
den man met de parachi&e op te vangen indien
hem op de eene of andere wyze een ongeluk' over
komt. De snuggere lezer hoeft volkomep gelijk,
doch wat men wèl kan doen, het is het verbieden
van dergelijke openbare //vermakelijkheden," die met de
wetenschap in geenerlei betrekking staan, want dat men,
met eenen luchtbal opstijgende, zich met behulp
eener parachute kan laten nederdalen, behoorde
reeds in hot begin dezer eeuw tot de voldongen
feiten. De zoogenaamde luchtscheepvaart, met de
parachute iuchuis, is sedert in het wezen der dingen
vry wel op dezelfde wetenschappelijke hoogte ge
bleven. En nu zie ik niet in waarom men deze
opeyjbp*# véfaiakelijkheid, waarbij telkens het leven
van een menich op het spel staat, duldt, terwijl een
kroet van verontwaardiging opgaat als men stieren-
of hanengevechten wil organiseeren. En toch, daarbij
geldta het slechts het leven van dieren en niet dat
van memchen.
Ik heb er een voorgevoel van dat de een of andere
dierenbeschermer in zich zelf zal denken, dat zich
hier een principieel verschil voordoet. De paarden,
stieren en hanen worden immers huns ondanks in
het strijdperk gebracht. Was het van hun vrijen
wil afhankelijk, het paard zou in do weide huppe
len, de stier het hof aan zijne beminde koo maken
en do haan de roode kuif als een schepter in het
kippenhok zwaaien. De mensch daarentegen wóet
wat hij doet en doet het vrijwillig, uit eigen be
weging.
Wierd mij dat alles tegengeworpen, ik zou zoo
vrij zijn te antwoorden dat die geheele stelling mank
gaat, in zoo ver het onaannemelijk is hier den vrijen
wil van den mensch als een axioma op den vQor-
grond te plaatsen. Indien zoo'n luchtreiziger niet
opstijgen wil, dan kan de politie hem er bezwaarlijk
toe dwingen, maar er is een ander soort dwang.
Indien men van kindsaf accrobaat is of een der aan
verwante vakken beoefent, dan is men voor gewonen
handenarbeid ongeschikt geworden. Ook een accro
baat, koordedanser of luchtschipper moet eten om
te leven en hij heeft geen ander middel om aan den
kost te komen dan telkens zijn leven te wagen.
Geloof het vrij, daar is er geen een die het doet
voor zijn pleizier. De nood dwingt. Yelen hunner
hebben bovendien vaste verbintenissen aangegaan en
reizen, even als Patti of Sarah Bernhard, met een
impresario, die zijn slachtoffer noodzaakt aan zijne
verplichtingen te voldoen. Men ziet het derhalve
dat op het argument van den vrijen wil, wel wat af
te dingen is. Doch al ware dat ook anders, dan
nog zie ik niet in, dat de overheid behoeft te ge-
doogen dat iemand," om een paar stuivers te verdie
nen, in het openbaar zijn leven waagt.
Stierengevechten en hanengevechten, levensgevaar
lijke kunstverrichtingen in het paardenspel, enz.,
bieden althans nog dit betrekkelijke voordeel aan,
dat niemand er iets van merkt dan zy die zich het
betalen van den entrée-prijs getroosten. Bij eene
luchtvaart met parachute daarentegen loopt heel de
stad uit naar de plelc vanwaar de opstijging plaats
zal hebben en is kosteloos getuige" van het wezenlijk
barbaarsche schouwspel. Hef aantal van hen (He
entrée betalen ten einde in de afgesloten ruimte ge
tuige te zijn van de toebereidselen tot de //verma
kelijkheid" is in den regel gering. Men kan het
immers buiten, zonder betaling, even goed zien en
dan is het eene eigenaardigheid die de Rotterdam
mers wellicht met sommige Gouwenaars gemeen
hebben, nl. dat zij dan maar liever hun geld in den
zak houden. Honderdduizend menschen zijn op de
been, of nestelen op de daken der huizen en op
het afgesloten terrein treft men soms goen honderd
betalendeh aan. Misschien dat door die geringe
recettes, die niet zelden verre beneden de kosten
blijven, het middel te vinden is het kwaad van zelf
te doen uitsterven. In het tegenovergestelde geval
zou ik, ware ik overheid, dergelijke halsbrekende
verrichtingen in het openbaar niet toelaten.
Rotterdam ontving ook een bezoek van een troep
inlanders, uit alle oorden van de westkust van
Afrika bijeengebracht. De dagbladen hebben ook
van dat volkje eenige beschryving gegeven, zoodat
ik my er toe kan bepalen allen die hen niet zagen
en de Parijsche Tentoonstelling bezoeken, waar zij
thans geexhibeerd worden, aan te raden hen eens
te gaan bezichtigen. Het loont de moeite, ook al
heeft men in Europa al de kleurlingen aauschouwd,
die er ton toon worden gesteld. Het eenige wat
ik er in het belang van die belangwekkende exem
plaren van het monschenras vermeen te moeten bijvoe
gen, is dat men aan do verleiding weerstand biede om
hen kleine geschenken te geven. Het zijn» allen harts-
tochtelyke rookers, niet «Heen de mannen en de
knapen maar ook de vrouwen en de meisjes. Bo
vendien grypen zy gretig naar lekkernijen, koekjes,
bonbons en dergelijke. De bezoekers zyn voor het
m eerend eel goedgeefsch en moewaardig. Te s Hage
en te Rotterdam ontvingen die inboorlingen per dag
zulke hoeveelheden sigaren en lekkers en zij maakten
er zulk een ovordadig gebruik van, dat een half
dozyn dier geel- en brontkleurige dames en heeren
ziek werden. Do geneesheer moest aan drie hunner
zelfs sterke vomativen voorschrijven eer zij tot hun
zeiven kwamen. t v
Het belangwekkendst van alles by dit gezelschap
is wel^eene jeugdige moeder met een zuigeling,
oogensonynlyk van eoii goede zes maanden. De
moeder draagt dat kind men heeft het m de
courant' kunnen lezen op den.rug of liever in
de lendenen. Ik wensch er als ooggetuige bij te voegen
dat dit minder onpraktisch is dan het schijnt. De
moeder ik heb het haar zien doen stopt het
geheel naakte kind in een doek dat zy zich stevig
om de heupen windt. Het naakte wicht komt alzoo
met buik en borst op het naakte lichaam der moe
der te leggenhet bloote hoofdje rust met den rech
terwang op den rug der moeder; de rechterarm en
het rechterbeen liggen gebogen in den gordel en zijn
derhalve onzichtbaar maar het linkerhandje en het
linkerbeentje steken boven en beneden den gordel
uit, als altijd rustende tegen het lichaam der moeder.
Het wicht- kan zoodoende slechts luttel beweging
maken (wat zuigelingen trouwens zelden doen) maar
geniet de koesterende warmte die het vleesch der
moeder er aanhoudend aan mededeelt en daar deze
voortdurend in beweging is, soms lange marschen
als pakdraagster onderneemt, schommelt zij van zelf
het kind in slaap. De vracht, die zij door de bin
nenlanden vervoert, wordt door haar op het hoofd
gedragen en het is noodig dat zij daartoe de vrije
beweging van arinen en handen behoude. Ook van
dat standpunt bezien is het dragen van het kind op
den rug het meest praktische. Het kind moet echter
op zijn tijd de moedermelk ontvangen en hier zou
het eenvoudigste wezen dat de moeder haar kind even
uit den gordel en in de armen nam. Die primitieve
lieden schynen tot die hoogst eenvoudige manipu
latie niet te zijn doorgedrongen Misschien geeft
liet der moeder te veel last, te veel tijdverlies.
Misschien bestaan er andere redenen, 'die in de
zeden en gewoonten dier wilde stammen (het zijd
echter geen menscheneters) wortelen. Het laatste
komt mij het meest waarschijnlijk voor. Zeker is
het, dat even als de Chineesche dames zich den
voet misvormen, deze Afrikaansche schoonen naar
eene vaste methode zich de borst misvormen. Daar
toe bedienen zij zich van eene soort riem, uit sterke
vezelstof gevlochten. Onder elke borst wordt eerst
zoo hoog mogelijk zulk een riem bevestigd en daar
gehouden totdat uitrekking van het vleesch merkbaar
is; dan'worden de riemen lager aangebracht en zóó
altijd maar lager tot dat de beide borsten eene on
natuurlijke, voor den Europeaan afzichtelijke lengte
hebben aangenomen. Wordt de vrouw moeder, dan
heeft zij, om haar kind te zogen, de borst slechts
over den schouder te werpen om de moedermelk in
het bereik van den zuigeling te brengen, die alzoo
aan den rug der moeder zijn voedsel ontvangt, alsof
de natuur het zoo had gewild en ingesteld. Men
ziet het, die primitieve lieden hebben bij datal
eene mate van vindingrijkheid, die, al trekken wij
er den neus voor op, merkwaardig genoeg is.
Nog andere bezoeken vielen Rotterdam teh deel.
Wij werden bezocht door de Heeren van het
Tooneelverbond en door het Amsterdamsche orkest
van Ke8s. Ik mag echter beiden niet in het gezel
schap brengen, dat ik hierboven ter sprake bracht.
Bovendien heb ik heden reeds veel te lang, met het
oog op het geduld van den lezer, op mijn .praatstoel
gezeten. Daarom neem ik voor heden afscheid tot
aan Brief No. XV.
NEMO.
Vijfde Klasse, trekking van Maandag 27 Mei.
No. 17556 100,000.
No. 7816 5000.
No. 6278r 6965 f 1000.
No. 282, 3138, 8^14, 15023 19603 400.
No. 695, 3823, 6661, 12636 ƒ200.
No. 1130, 5060, 7760, 7766, 8669, 12289,
15690, 16347, 16650, 18135 ƒ100.
Prijzen van 70
55 3362 6292 8666 11189 13617 16109 18459
77 3405 6296 8698 11268 13629 16157 18480
107 3593 6374 8745 11376 14029 16222 18643
202 3642 6511 8905 11400 14040 16267 18647
280 3755 6653 8928 11518 14148 16315 18665
489 3769 6782 8965 11675 14151 16345 18765
681 3783 7098 9038 11755 14248 16434 18820
785 3811 7387 9200 11779 14288 16446 18849
839 3836 7404 9243 11903 14311 16468 18925
908 3894 7412 9,391 U920 14329 16518 19168
931 4040 7432 9472 11946 14358 16636 19302
951 4118 7446 9 59'l 11959 14461 16721 19354
1075 4239 7480 9595 12088 14504 16727 19457
1085 4344 7554 9671 12089 14533 16728 19508
1168 4423 7605 9685U2103 14576 16837 19607-
1203 4443 7611 9693*12106 14672 16957 19760
1467 5006 7759 10069 12381 15185 17438 20117
1542 5045 7767 10199 12431 15251 17531 20297
1683 5063 7842 10207 12682 16252 17708 20374
1792 6084 7900 102ll 12650 15405 17715 20*78
1899 5593 7936 10330 12670 15451 17821 20578
2012 '5625 7953 10438 12789 15452 17934 20580