Bultenlamlsch -Overzicht.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
Tot 2n Luitenant werden benoemd de schutters
A. W. Roes en J. J. A. Montijn.
"Ter vervanging van den tot Kapitein bevorderden
ln Luitenant der Infanterie C. Bakker trad als fun-
geerende le Luitenant-Adjudant bij de Schutterij op
de le Luitenant der Infanterie H. J. .Iwes.
Gedurende de wintermaanden werd door den Ma
joor-Commandant met de Officieren om de veertien
dagen theorie gehouden. Over de opkomst en de
belangstelling der deelnemers was Z.H.EG. zeer te
vreden.
Met het kader hadden wekelijks.practische en theore
tische oefeningen plaats onder de leiding van den
fungeerenden ln Luitenant-Adjudant Iwes. De op
komst en de vorderingen waren bevredigend.
De vrijwillige oefeningen voor de schutters der
nieuwe lichting die nimmer gediend hadden, werden
geregeld eiken Dinsdagavond gehouden ondor toezicht
van genoemden ln Lui tenant-Ajudant.
Met ingenomenheid verklaart de Majoor-Comman
dant, dat de belangstelling in die oefeningen steeds
toeneemt. Was men vroeger tevreden met do op
komst van hoogstens de helft van hot aantal
schutters, in het afgeloopen jaar namen bijna allen,
die daartoe in de gelegenheid waren, daaraan deel.
De bij de Wet bepaalde oefeningen om de veertien
dagen konden niet zoo geregf-ld plaats hebben als
wel gewenscht was. Door het zeer ongunstige
weder moesten vijf malen de oefeningen worden
afgelast, zoodat slechts op acht Maandagen oefenin
gen ^ijn gehouden.
Gedurende dio oefeningen werd tevens naar de
schijf geschoten, terwijl op den vrijen Maandag
onderricht in het schieten werd gegeven aan hen,
die om de bene of andere reden van eene gewone
oefoning waren vrijgesteld.
Hot kader oefende zioh iederen Zondagmorgen
geheel vrijwillig in het schijfschieten, terwijl de
Officieren geregeld op Woensdagavond dergelijke
oefeningen hielden.
De resultaten waren, vooral wat het kader be
treft, meer dan bevredigend. Dit bleek o. a. op
den 6 Augustus bij den te Amersfoort gehouden
schietwedstrijd, toen door eene afdeeling van vijf
leden onder commando van den ln luitenant M. G.
van Frankenhuijsen in den korpswedstrijd bij ^het
salvo vuur op 200 meter de Eeroprijs, zijnde eene
gouden medaille, werd behaald met het hoogste
aantal treffers.
Ook in het a'fgeloopen jaar werd de Schuttery
gedurende don oefeningstijd gewapend met geweren
klein kaliber.
De wijze waarop zy onderhouden werden, liet
vooral by het kader en de gediend hebbende schutters
niets te wenschen over. Aan geweren, die in gebruik
waren gegeven aan schutters, welke nooit gediend
hadden, moesten nu en dan herstellingen plaats
hebben, hetgeen niet te verwonderen is wanneer
men bedenkt, boe weinig gelegenheid er bestaat om
hen grondig te onderrichten in het onderhouden
van het geweer.
Met het oog op het gelinge nut, dat de laatstbe
doelde schutters van het gebruik hebben, te de
MajooOfe-Cpmmandant voornemens voortaan alleen
aan het kader en de gediend hebbende schutters
fyet klein kalibergeweer in handen te geven.
Over het onderhoud der kleeding viel niet te
klagen, van vorwaarloozing was geen sprake.
De kleeding en do instrumenten der muzikanten
Haar duistore en dubbelzinnige woorden hadden
den Lord niet bevredigd. Bij zijn antwoord verloor
hij de achting voor dq andere sekse wel niet uit
het oog, maar zijn stem klonk toch spottend toen
hy zeide, dat niemand goed handelt, die zijn zaken
aan de handen van een ander toevertrouwd. Nu
moest hy er de gevolgen van dragen, dat vond hij
bitter genoeg, maar dat hij onwetend werd gehou
den omtrent den voortgang der zaak was nog bit
terder, vooral nu dit te wijten was aan iemand, van
wie hij dat het allerminst verwacht had. Deze
onverwachte aanval had het meisje tamelijk scherp
- ^teeaahvoord en daarop ging de Lord zoover als de
goede\ manieren ook bij het verkeer tusschen naaste
bloedverwanten slechts toelaten. Om verdere ge
beurlijkheden te vermyden was miss Norman toen
de kamer uitgegaan.
In zijn booze luim was de Lord nog eenige mi
nuten bij zijn fle8ch blijven zitten en toen naar de
Jockey-Club gereden.
Dit alles gebeurde den dag na het verlovingsfeest.
Dien morgen was Lord Rumsdale 'niet by zijn
verloofde geweest. Dit was iets bijzonders, dat aan
leiding gaf tot allerlei onprettige gissingen, welke
alle in het water vielen, want in don namiddag vóór
het diner kwam de Lord zijn verloofde bezoeken.
Hij was even beminnelijk en oplettend als altijd,
men bespeurde volstrekt geen gejaagdheid aan hem;
vrolijk en opgeruimd schertste hy als naar gewoonte.
Miss' Norman sloeg hem oplettend gade, maar geen
verkeeren in goeden staat en worden met zorg
onderhouden.
De repetitiën van het Muziekkorps, die des Maan
dags en dikwijls ook des Donderdags plaats hadden,
werden door alle leden geregeld bijgewoond en de
vorderingen gaven den Majoor reden tot groote te
vredenheid.
Het korps gaat meer en "meer vooruit, hetgëen
moet worden toegeschreven aan den meerderen ijver
der leden, maar vooral ook aan de goede lei/ding
van den 2n Luitenant-Kapelmeester J. G. Arentz.
Over den goeden geest, de orde en de tucht bij
de Schutterij viel te roemen. Slechts tleine boeten
werden opgelegd wegens het niet bijwonen van
oefeningen. Vergrypen >#gen de ondergeschiktheid,
waarover de Schuttersraad uitspraak zoude/ moeten
doen, kwamen niet voor.
Te Berlijn heeft eergisteren een koekbakker terecht
gestaan, ouder beschuldiging dat hy reeds sinds
maanden bedorven eieren in sommige soorten van
koek had verbakken. Uit het verhoor bleek, dat het
ook nog al erg was toegegaan, daar hij er volstrekt
niet om gaf of byv. de dooier al zwart en het wit
al groen was geworden. Zijne knechts en huisgenoo-
ten hadden wel hinder van de walgelijke lucht tijdens
de bewerking, maar dé koopeis bemerkten er niets
van, daar hij die lucht door een kunstmiddeltje in
het deeg wist te verdryven. De uitslag van het pro
ces was, dat hij tot twee maanden gevangenisstraf
werd veroordeeld.
Ook een jubileum!
De drie veldwachters van Franekeradeel, geen
kans ziende om ooit hbn 100-jarig ambtsjubileum
te yioren, hebben als goede kameraden bo^je by botje
gelegd en Vrijdag een eeuwfeest met hun drieën
getflerd, waartoe H. Kreemer, to Midlum 36 jaar
en een breuk, J. Caffintfnga, te Achlum 33 jaar en
een breuk, en H. Spacer, te Ried, 30 jaar en een
breuk hebben bijgedragen. De schoolmeester is er
aan te pas moeten komen, om uit te rekenen, dat
13 Juni de juiste dag va* dit zonderlinge eeuwfeest is.
Prof. Max Coh deelt in de Therapeutische Monats-
hefte een geval van vergiftiging" door koffie mede.
Een sterke krachtige man had, bij afwezigheid zijner
vrouw, zelf koffie gezet* Onbekend mot het vereischto
voorschrift, maakte hij ze voel te sterk en gebruikto
ongeveer 80 gram koffie voor twee kop. Twee uur
later kreeg hij duizelingen, hoofdpijn en algemene,
bevingenlater beangstigende hartkloppingen en
brakügen, welke verschijnselen met broomkalium
werden bostreden. De Ipevingen waren eerst na tweo
dagen geheel geweken.
Evenals tegenwoordig Italië in den wintor onze
bloemenwinkels van bloemen voorziet, leverde oudtyds
Egypte den Romeinen deze 'onmisbare versiering bij
hunne drinkgelagen. Tot nog toe was onbekend,
welke rozensoorten de oude Egyptenaren aankweekten,
doch éen Engelschman, Flinders Petrie, hooft onlangs
in de begraafplaatsen der Necropole Arsinoë aan de
tegenwoordige Medenit ei Fayum versteende over
blijfselen van rozen gevonden, die met de thans nog
in een der kerken der provincie Tigré (Abessynië)
gekweekte rosa sanctie overeenkomen en indertijd in
Egypte uit Griekenland of Klein-Azië zou zijn in.
gevoerd. De graven, waariu de rozen gevonden wer]
den, schijnen tot de 2de tot 5e eeuw n. C. to behoore
enkel woord verried hoe gaarne zij in zijn hart wilde
lezen. Zijn schijnbare kalmte' misleidde haar niet,
maar omdat zij merkte, dat hy zijn gevoelens ver
borgen wilde houden, was zij zoo wijs om er niet
over te beginnen.
Toen echter do tijd van het diner naderde en hij
zich gereed maakte om heen te gaan, kon zij toch
niet zwijgen. Zij kleedde haar vraag echter, zoo on
schuldig mogelijk in:
//Zal ik u morgen hier zien, Reginald?" vroeg zij.
Wel zeker! Hoe zou ik een dag kunnen voorbij
laten gaan zonder je te zien? Zeg me maar wanneer
ik komen moet en op het bepaalde uur zal je mij
op den drempel van je kamer zien verschijnen."
«Laat mij morgen niet zoo lang wachten, vandaag
heb ik mijn verlangen naar je reeds op een harde
proef gesteld. Kom morgen tennjinste omstreeks hot
midden van den dag, Reginald! Wil je?"
//Heel gaarne, liefste! ik zal er zijn. Wil je mis
schien morgen middag een rytoertje met mij maken?
Ik heb vandaag een paar goudvossen gekocht, die
ik je gaarne eens zou laten zien. Zou dat morgen
middag kunnen?"
Met vreugde nam* zij het voorstel aan en daarop
scheidden zij.
Nadat Lord Norman reeds geruimcn tijd weg was,
zat zij alleen in haar boudoir en herinnerde zich wat
dien middag was voorgevallen. Hoe vriendelijk en lief
had hy haar toegesproken, hoeveel hartelijke toegene
genheid lag in ieder van zijn uitdrukkingen en zij
Dat zelfs veel journalisten nog altycjtanet uit-
heemsche talen op vry slechten voet staan, hebben
twee belgische nieuwsbladen dezer dagen opnieuw
gestaafd. De Indépendance gewaagde, in een tele
gram uit Frankfort, van dun generaal Anzeiger^
naar wiens beweren de Koning van Italië een toe
spraak tot zijn landgenooten in die stad had gericht.
Natuurlijkerwijs betrof het een mededeeling van het
blad de General-AnzeigerDe Etoile bevatte een
aankondiging in de Duitsche taal van een volontair,
die een betrekking zocht. Achter het woord volon
tair stond tusschen twee haakjes te lezen „Fett
zu drucken." Menigeen zal zich het hoofd hebben
gebroken over de beteekenis dier raadselachtige
woorden, hoewel zij alleen moesten strekken om den
zetter te verzoeken, het woord //Volontair" in vette
typen te zetten
1 rofessor Max Müllcr, van de universiteit te
Oxford, geeft van den oorsprong onzer tijdverdeeling
de. volgende verklaring
De verdeeling van ons uur in zestig minuten, en
de minuut in zestig seconden, is ontstaan, doordien
in Babylonië, behalve het tientallig stelsel, nog eon
ander stelsel bestond, dat het zestigtallige werd
genoemd.
Practisch als zij waren, haddon de Babylonische
kooplieden bemerkt, dat zestig een getal is met een
aanmerkelijk aantal doelers.
Zy verdeelden den dagelijkschen omloop der zon
in vier-en-twintig parasangou, welke in zeven-hon-
derd-en-twintig stadiën onderverdeeld waron.
Elke parasang, nu uur, was in zestig minuten
vordeeld en kwam, volgeus de begrippen der
Babyloniërs, overeen met don door een flink voet
ganger in dezelfde tijdruimte afgelegden afstand.
De vier-en--twintig parasangen (Perzische mijlen)
van den door de zon beschreven cirkel werden
derhalve verdeeld in zevenhonderd-en-twintig stadiën
of driehonderd-en-zestig graden.
Dit systeem werd den Grieken door Hipparchus
bekend gemaakt, die derhalve het Babylonische
uur in Europa^invoerde, omstreeks honderd vijftig
jaren voor onz$i_ jaartelling.
Ptoleraaeus, die drie eeuwen later leefde, maakte
dit stelsel algemeen bekend, en zoo is 't, door de
middeleeuwen heen, onveranderd tot ons gekomen.
Het proottte transport van wilde dieren, dat ooit
uit Hamburg verzonden werd, was Vrijdagmorgen
aldaar aan de Keizerkade te zien. Op de (laar lig
gende stoomboot Cassius werden voor den te Buenos-
Ayres opgerichten zoölogischen tuin door den beken
den Karl Hagenbeek een groot aantal dieren inge-
scheept. Die inscheping duurde van 's morgens 7
tot 's middags 4 uur. Voor het transport naar (le
kade werden vijftien groote wagens gebruikt. Tot
voedsel van de dieren gedurende de reis, die vier
weken zal duren, zijn 10 ossen, 60 schapen en oen
root aantal hamels mede aan boord genomen. De
ieren, waarvoor dit voedsel bestemd is, zijn twee
paar leeuwen, 2 koningstijgers, 8 panthers, 5 beren,
1 alligator, 2 indische olifanten, 6 zebus, 2 karaeelen,
verscheiden antilopen, l reuzenos, 1 reuzenpaard, een
groote verzameling Mi verse roofvogels, een aantal
kangoeroes, eenige struisvogels en verschillende andere
dieren; voor sommige van deze dieren is als voeder
mais, rijst, brood en een groote hoeveelheid hooien
stroo aan boord genomen. vDe dieren zijn deels aan,
Het was merkwaardig, dat zij van haar daad niet
gruwde. Zij gevoelde geen ontzetting voor het ramp
zalige spel, dat zy speelde, zij was niet bezorgd voor
het leven van den man, die morgen met hht pistool
in de hand voor haar zou optreden om met levens
gevaar het spel af te spelen, waarvoor zij de kaar
ten geschud had. Zij had een zeer groot vertrouwen
in dezen kampvechter en zij hield zich overtuigd,
dat hij raoeSt slagen. Een ander zou bezorgd zijn
geweest over het gevaar dat de jonkman moest door
staan, of over den uitslag van het gevecht, of over
den loop van dingen, als het duel anders eindigde
dan verwacht werd, maar bij haarniets
daarvan. Met koele berekening had zij alles aan
gelegd, nu wachtte zij met koole berekening naar
den afloop. Zij had alles op één kaart gezet en zij
moest winnen.
Zij was een schoon vrouwelijk wezen, maar zonder
hart. Op de plaats, waar andere menschenkinderen
hun hart dragen, was bij haar een tooneelmasker
ingezet.
Dien avond deed zij niets. Hj^e verwachtingen
hielden haar zenuwen zoo in spanning, dat zij af-
keerig was van elke bezigheid. Twee, driemaal nam
zij den roman in handen, die voor haar op de tafel
lag en waarin zij den vorigen avond nog bedaard
had zitten lezen. Telkens lap zij niet meer dan een
halve bladzijde en wierp dan het boek weer op de
tafel.
{Wordt vervolgd.)
deels onder dek geplaatst. Hun gezamenlijke waarde
bedraagt 110,000 mark. Zij worden gedurende de
reis door den heer Gustav Hagenbeek en vier op
passers bewaakt.
Uit Berfijn wordt geschreven: Toen de Shah van
Perzië de vorige maal Europa bezocht, werd hem in
Berlijn ook de heer Leonhardt voorgesteld, als //mi
nistro de la justice". //Justice?" herhaalde de
Shah, langzaam en nadenkend. «Justice, justice?"
Plotseling herinnerde hij zich de beteekenis> van het
woord: «Ah, Justice!" herhaalde hij, on maakte het
gebaar van iemand een strop om den hals te doen.
De heer Leonhardt boog naar behooren.
Op de affectatie van eenvoud aan het hof te Ber
lijn is ten gunste van koning Uraberto menige uit
zondering gemaakt. Voor een der diners zijn onder
anderen door den vruchtenkweekor Thomery te Mont-
reuil 120 perziken geleverd a 15 francs het stuk.
Volgens de «Indépendance" neemt het conflict
tusschen Duitschlund en Zwitserland ernstige propor-
tiën aan. Duitschland moet voornemens zijn uiot
langer de neutraliteit van Zwitserland to eerbiedigen,
dat is in eene nota met zoovele woorden medege
deeld. Indien dat bericht wordt bevestigd, is het
zeker van ernstigen aard. Tot dus ver was Zwit
serland gesteld onder bescherming der mogendheden.
In 187Ö verbonden zich Frankrijk en Duitschland
bij het uitbreken van den oorlog uit eigen bewe
ging om hot gebied van het eedgenootschap te
eerbiedigen. Maar thans is de bedoeling, dat
Duitschland zich zijne vrijhoid van bandelen voor
behoudt, indien er weder dergelijke oorlog mocht
uitbreken. Duitschland en Italië zijn door militaire
verdragen nauw verbonden, doch het onzijdige en
onschendbare Zwitserland belette den beiden bond-
genooten hun bewegingen met voordeel te combi
neeren. De zaak - Wohlgemuth gaf aan prins Bis
marck eene welkome gelogenheid om dien hinderpaal
uit don weg te ruimen en hy heeft niet geaarzeld
daarvan gebruik te maken. Aldus luiden d6 ge
volgtrekkingen van het Belgische blad.
De berichten over Panslavistische. kuiperijen op
het Balkan-schiereiland duren voort en zulleu ook
vooreerst nog wel standhouden, daar de houding der
officieuze Berlijnsche, pers doet voorzien, dat prins
Bismarck het nuttig acht de verspreiding daarvan
te bevorderen. De National Zeitung betoogt, dat het
eenige doel der nieuwe officieuze aanvallen tegen
Rusland is, het vermoeden aan te raoèdigen, dat de
Russische staatkunde op het Balkan-schiereiland een
nieuw tijdperk is ingetreden.
Do opvatting van het Berlijnsche blad wordlt al
gemeen als juist beschouwd, doch het bewijs, dat
Rusland inderdaad voornemens is zijn afwachtende
houding op te geven, wordt blijkbaar door de offi-
cieuzen als overbodig beschouwd. Toch is er geeu
kenteeken, dat de politioko toestand in Europa piot-
seliug ongunstiger is geworden. De toestand is echter
sedert eenige jaren zoo gespannen, dat hot niet
moeilijk is, stof voor pessimistische beschouwingen
te vinden, zoodra men deze voor een of ander doel
einde noodig heeft.
Aan dergelyke vage geruchten, welke zeer beslist
döor de Russische regeeriug worden tegengosproken,
dient daarom niet meer waarde te worden gehecht
dan zij verdienen, nl. als kenteeken, dat, gelijk men
roeds lang wist, do politieke toestand in Europage-
spannen is on als pogingeu om daarvan gebruik
te maken ter bevordering van plannen en bereke
ningen welke natuurlyk niet overal van denzelfden
aard zijn.
Vooral te Weenen is men uit den aard der zaak
zeer gevoelig voor dergelijke geruchten. Ter beurze
deden daar gedurende do laatste dagen zoo vele ge
heimzinnige praatjes de ronde over Rusland» wape
ning, dat do fondsen aanraerkelyk daalden en de
speculanten een goeden dag hadden.
Een werkstaking van koetsiers, oen onvermijdelijk
bijvoegsel eener tentoonstelling naar 't schijnt, is, te
Parys uitgebroken.
Oorzaak van de grève is, gelijk men weet, de over
dreven eischen hunner patroons tydens de tentoon
stelling. In gewone tyden storton zij 16 fres.
dagelijks, thans wordt 22 a 24 fres. van hen gevor
derd. Men berekent de onkosten voor de rytuig-
maatschappyen op 10 a 12 fres. per dag, zoodat
haar een winst van 4 4 6 fres. overblijft en tegen
woordig een winst van 2412—12 fres. De koetsier
daarentegen, dio meer arboid heeft, ontvangt niets
meor, zoodat de tentoonstelling, voor zyn patroon
zoo/- voordeelig, hem dreigt te ruineeren.
Toen de werkstakers zich Donderdagavond by den
Are de Triomphe verzamelden, hadden eenige opstoot
jes plaats, die door de politie onderdrukt werden.
Op de Place d? Alma en andere plaatsen hadden
eenige kloppartijen tusschen de werkstakers onderling
plaats, die ten gevolge hadden dat een groot aautal
hunner gevangen genomen werd.
Een tweede deputatie uit de werkstakers heeft bij
den minister van binnenlandsche zaken Constans,
hare opwachting gemaakt. Ook in de kamer is de
quaestie ernstig besproken.
XVII.
En thans de proef op de som.
Zoo even brengt de post mij den beschrijvings
brief voor de buitengewone algemeene vergadering
van het Nederlandsch Tooneelverbond, op 6 Juli
a. s te Amsterdam to houden.
Alsdan zul uitsluitend aan de orde zijn een door
het Hoofdbestuur voorgesteld gewijzigd reglement
voor de Tooneelschool, dat aan de leden thans in
druk is rondgedeeld.
Het is volmaakt overbodig ,dit vrij uitgebreide
document in zijn geheel onder de oogen van do
lezers van dit blad te brengen. Het meerendeei
van hetgeen in dit ontwerp-reglement jfoorkomt kan
niet geacht worden hunne belangstelitig te verdie
nen Ik bepaal mij derhalve tot enklle voorstellen,
die middelijk en onmiddelyk den doorslag geven in
den pennestrijd, die in dit blad dezer dagen over
de Tooneelschool is gevoerd.
Het Hoofdbestuur heeft, zoo4ls ik het aankondigde,
eone conferentie gehouden met de Commissie van
Beheer en Toezicht der Tooneelschool en toen is
gebleken dat de overeenstemming volkomen was
betreffende de noodzakelijkheid ora aan de school
meer het karakter eener zuivere vakschool te geven.
Als gevolg daarvan wordt in het nieuwe artikel 1
uitdrukkelijk verklaard dat de Tooneelschool voor
taan zal zijn eene vakschool ter opleiding van Ne-
derlandsche Tooneelspolen. Art. 2 laat daarop
volgen, dat de opleiding een cursus omvat van drie
jaren, ingoricht naar een leerplan, dat wordt ont
worpen door de Commissie van beheer en toezicht
met den Directeur en vastgesteld door het Hoofd
bestuur.
De weinige ingenomenheid met de werking van de
Tooneelschool tot dus verre, leidt er alzoo toe om
twee der bestaande vijf klassen te doen vervallen. Het
oude Art. 2 bepaalde, dat de Tooneelschool moest
bestaan uit twee afdeelingen en wel eene voorberei
dende vakschool en eene eigenlijke vakschool. Daarmede
wordt nu gebroken. De voorbereidende vakschool ver
valt met hare tïvee klassen geheel. De eigenlijke
vakschool blijft met een driejarigen cursus bestaan.
En men kan er, i&ijns inziens, stellig op rekenen, dat
de groote meerderheid der afgevaardigden, weinig
gesticht door de resultaten der school in een vijf
tienjarig tijdperk, eer geneigd zullen worden bevon
den al deze bepalingen nog te verscherpen, dan zich
door sommige ultra-orthoaoxen te laten vertederen.
In een opstel, opgenomen in het Juni-nummer van
Het Tooneelorgaan van het Nederl. Tooneelverbond,
wordt verklaard: «dat deze afschaffing van de voor-
bereidende lessen, spoedig zal blijken gelijk te staan
«met de afschaffing der Tooneelschool." Men ziet
uit het voorgaande, dat het Hoofdbestuur, zelfs met
die gebeurlijkheid in het verschiet, de reorganisatie
toch vermeent te moeten doorzetten en dat de alge
meene vergadering daarop haar zegel zal drukken,
is boven allen twijfel verheven. Het word dan ook
meer dan tijd om, wilde men den boom niet terstond
rooien, er althans het snoeimes in te zetten.
Daarvan zal, naar men zich mag vleien, aanzien
lijke bezuiniging het gevolg zijn. Ook de beruchte
jaarwedde van den directeur, zal er aan moeten ge-
looven.
Het nieuwe leerplan zal berusten op de volgende
grondslagen:
Eerste jaar. Ouderwijs in stemvorming, uitspraak,
Nederlandsch, Fransch en Hoogduitsch, lezen en
voordragen uit het hoofd, teekenen, dansen, schermen
en andero plastische oefeningen, voor meisjes boven
dien in costuumnaaien. Tevens wordt aan deze leer
lingen een «Overzicht" gegeven van de geschiedenis
van het Tooneel en de Tooneell^terkunde.
Tweede jaar. Oefeningen in voordracht van dra
matische fragmenten (Nederlaudsch, Fransch, Hoog
duitsch) eerste oefeniugen in spel, onderwijs in cos-
tuumkunde en oostumeerkunde, mimiek, griraeeren:
voortgezet onderwijs in dansen, schermen, enz
Derde jaar. Voortzetting van den cursus van het
tweede jaar, hooger onderricht in spel, bovenal sa
menspel, bestudeering van geheele rollen, in over
eenstemming met het vaste repertoire der voornaamste
tooneelgezelschappen, geregelde vertooningen voor het
publiek.
Tevens worden, in aansluiting met het Overzicht
gedurende het eerste jaar gegeven, mét de leerlingen
van het tweede en derde jaar de voornaamste tijd
vakken uit de geschiedenis van het Tooneel en de
Tooneelletterkunde uitvoerig behandeld.
Van overwegend belang is de wijziging van Art. 26,
waarin nu de bepaling voorkomt, dat, uitzonderingen
daargelaten, geen leerlingen mogen worden toegela
ten die den ouderdom van 15 jaren niet hebben
bereikt, terwijl toelating alleen kan plaats hebben na
een bevredigend onderzoek, betreffende:
le Uiterlijk, stemmiddelen en aanleg voor het
Tooneel.
2e Kennis en algemeene ontwikkeling.
Dit laatste onderzoek wordt ingesteld naar een
plan, opgemaakt door den Directeur en de Commissie
van Toezicht en goedgekeurd door het Hoofdbestuur.
Het omvat kennis van het Nederlandsch, Fransch,
Hoogduitsch, Algemeene en Vaderlandsche geschie
denis, aardrijkskunde: deze kennis moet voldoende
zijn als voorbereiding voor het onderwijs der Too
neelschool:
Van dit laatste onderzoek zijn vrij gesteld jonge
lieden die kunnen bewijzen, dat zij met vrucht eeno
H.B.S. met driejarigen cursus of de drie onderste
klassen eener H.B.S. met vijfjarigen cursus hebben
afgeloopen.
Wanneer het onderzoek betreffende stemmiddelen
en aanleg tot de tooneelspeelkunst twijfel overlaat
omtrent de geschiktheid van den candidaat, kan deze
tot een proeftijd van drie maanden worden toegela
ten, mits het uiterlijk geen bezwaar oplevere.
Na afloop van dien proeftijd wordt de candidaat
definitief afgewezen of toegelaten.
Op die wijze worden de noodige waarborgen ver
kregen dat er werkelijk slechts leerlingen worden
aangenomen dio door voorkomen en aanleg iets voor
het Tooneel belooven.
Om nu, gelijk wij vroeger meldden, eenigermate
aan de bezwaren van hen tegemoet te konrf,' die
iets wenschen gedaan te hebben in de richting van
voorbereidend onderwijs, heeft het Hoofdbestuur
vastgehouden aan zijn denkbeeld om eene cathegorie
van aspirant-leerlingen in het leven te roepen.
Het ontwerp-reglement bepaalt diensvolgens dat
de voorbereidende opleiding van toekomstige leer
lingen der Tooneelschool, door bet Nederlandsch
Tooneelverbond gesteund en geregeld kan worden.
Die ondersteuning gaat uit van de afdeelingen.
In geval de middelen van deze te kort schieten, kan
hulp verleend wordon uit de algemeene kas, en wel
door het Hoofdbestuur, onder controle der Algemeene
Vergadering.
Jongelieden, wier voorbereidende opleiding aldus
onder toezicht staat van het Tooneelverbond heeten
adspirant leerlingen der Tooneelschool.
Die voorbereidende opleiding kan, wanneer de
noodzakelijkheid daarvoor blijkt te bestaan, plaats
hebben in eene afzonderlijke voorbereidingsschool.
Deze school kan in de lokalen der Tooneelschool
wordtfOevestigd
t6 uitvoering dozer facultatief gestelde be-
PftlifPeslist het Hoofdbestuur, do Commissie van
Bebèyjm Toezicht gehoord, ondor voorbehoud van
de goedkeuring per Algemeene Vergadering.
De nadere regeling dezer voorbereidende opleiding
wordt omschreven in een afzonderlijk reglement,
vasf te stellen door do Algemeene Vergadering.
/e scherpzinnige lezer zal nu wellicht zeggen
het Tooneelverbond, eene afzonderlijke voorbe
reidingsschool stichtende, alles even goed bij het
oude had kunnen laten. Die opmerking heeft allen
grond. Ik acht het daarom onvermydelyk nood
zakelijk te doen uitkomen dat de geheele bepaling
van het eventueel oprichten dier voorbereidingsschool
niets is dan eene reglementaire wendii.g, die geen
andere beteekenis heeft dan de bevoegdheid te
schenken om voor het voorbereidend onderwijs der
leerlingen, die thans aan do school zich bevinden,
te blyven zorgen. Het ontwerp-reglement behelst
dan ook in Art. 46 als overgangsbepaling dat de
tegenwoordige leerlingen der beide laagste klassen
der Tooneelschool, beschouwd worden te zijn adspi-
rant-leerlingon. Te hunnen behoeve wordt, zoo het
aan het Hoofdbestuur blijkt, dat hunne voorbereidende
opleiding buiten de school niet naar eisch kan plaats
vinden, voor den tijd van twee jaren de bovenge
noemde voorbereidingsschool geopend, doch binnen
dien tyd worden geen nieuwe leerlingen tot de voor
bereidingsschool toegelaten weshalve zy, wordt
zij opgericht, na verloop van twee jaar feitelijk en
voor goed vervalt.
Hiermede geloof ik te kunnen volstaan als proef
op de som myner vorige raeiledeelingen aangaande
de Tooneelschool.
t
De hoofdzakelijke inhoud der brochure van den
heer Saalborn is reeds in de voornaamste bladen
openbaar gemaakt. De feiten alzoo bokend achtende,
mag ik my aan de reproductie van die pennevrucht
onttrekken.
Wat heeft men er bovendien aan Men kent
de toezeggingen en beloften, die achtereenvolgens
door directeuren van de Hoogduitsche Opera werden
gedaan, o. a. door Behrens, Bollé en von Bongardt,
(eLJvat was de uitkomst? Ontevredenheid van den
K&rft van subsidienten en publiek. Do bedoelingen