Bultenlandsch Overzicht. Onder de zaken, waarmede het Museum in het afgeloopen jaar verrijkt werd, kunnen genoemd worden Een zoogenaamde boerenbedrieger, vervaardigd door P. G. Boonekamp 1818. Eene Oranje-sjerp met toepasselijk vers daarop gedrukt. Een Vroedschapspenning van Gouda. Een gedenkpenning op het afbreken van den vrede handel met Spanje 1575. Een bezemstuivertje waarop het wQnze Vader." Een uithangbord met het visscherdjp. Een gesneden glansplauk. Een ijzeren haardplaat met het wanën van Oranje- Nassau. n Twee koperen vyzels Ao. 1552 enjjlöOl. Eenige oude Hollandsche munten utft de jaren 49 8 tot 1573 iu twee aarden kruikjes ouier oud metsel werk gevonden in den grond bij de aan de Gemeente toebehoorende boerenhofstede aan h« Goudsche en Amgterdamscho Rijpad. Het aantal bezoekers was in het Jtfgeloopen jaar grooter dan in het jaar te yoren. lipt bedroeg 434 tegen de gewone entréè van 25 cents en 84 t^gen den verminderden prijs van 10 een tail Onder de bezoekers bevond zich ftt. K. H.| Prins Albrecht van Pruissen, Regent yvan jprunswijl;, met Gemalin en eenige fainilielederr als:UFrqderik, Erf prins van Anhalt, Eduam, Prins vai| Anjhilt enz. De Commissie voor diet Museumj gqeft in haar jaarverslag haar leedwezen te kennen'?' dat eenige be langrijke voorwerpen, j die in leenbruik waren afge staan, door de eigenpwÉi, welke de Genieente ver lieten, werden terugg^ffligd. jjki ARMWEZEN., Er was in 1888 min<$pr behoefte aan ondjersteufting dan in het jaar te voreta. u De uitgaven voor bedeelingen in levensiniddel»p bedroegen miuder dan iu 1887 door den lageren prijs van het brood en hét Reiner getal bedeelden, alsook die voor brandstoffen tengevolge van den lagéren aannemingsprijs. Bejaarden of door gebreken duurzaam bedeeldon ontvingen ondersteuning in eetwaren en de meeaten hunner ook in geld. I Gedurende de wintermaanden werden hun ook soep en brandstoffen verstrekt. Aan bedeelingen in geld werd eveneens minder uitgegeven dan in het vorige jaar, doordien enkele hoog bejaarde bedeejden zijn overleden en het getal gezinnen, die wegens ziekte onderstand behoefden, kleiner was. De algomeene gezondheidstoestand der armen was bevredigend. De talrijke fabrieken en werkplaatsen, die in de Gemeente worden aangetroffen, zijn van gunstigen invloed op den toestand van het armwezen. De Besturen der gemeentelijke Instellingen van Weldadigheid bevorderen, zooveel zij kunnen, de na leving der Armwet, welker bepalingen blijkens de ervaring ook in het vorige jaar opgedaan, gunstig hebben gewerkt. Instellingen door of van toege de Gemeente beheerd of gesubsidieerd. Deze instellingen zijn de volgende: lo. Het Burgerlijk Armbestuurdat onderstand verleende: onafgebroken aan 53 huisgezinnen en 20 afzonderlijk levende personen, en tijdelijk aan 79 huisgezinnen, 14 afzonderlijk levende personen. Genees- en heelkundige hulp werd kosteloos aan 846 huisgezinnen en 152 eenloopende porsonen ver strekt. Ten behoeve van 107 vrouwen werden consenten afgegeven ter verkrijging van verloskundige hulp. In het Collegie van het Burgerlijk Armbestuur kwam geene verandering. In zijn jaarverslag deelt het onder anderen mede, dat de kosten voor voeding, nachtverblijf ep reisgeld door de Politie aan doortrekkende personen verstrekt in den laatsten tijd aanmerkelijk zijn toegenomen. Die kosten bedroegen in 1887 per maand gemiddeld 2.80, doch in 1$88 meer dan het dubbele, zoodat de uitgaaf over laatstgemeld jaar ciica 40.hoo- ger dan andedj» Vr^-dèr deelt he mede, dat het by Koninklijk beslmt van 12 September 1888 machtiging verkreeg tot (lïanvaarding der nalatenschap van zekjeren Mees Roosendaal, alhier in het Bestedelingenhuis overleden, die totft zijne erfgenamen had benoemd «de Armen door h|t Algetneèn Armbestuur der Gemeente Gouda bedeeld|wordaudej''> 2o. jtiet Vjfeénigd Wees\ en Jülmno Op 1 Januari bevonden licli dn tyet kjnderen. Vijf kinderen wérden iu den li jaar opgenomen; 3 \yeezen|verKeten tenj het bereiken van den' bepaalden leeftijd terwijl 1 wegsns wangedrag werd weggezj wees overleed. Op het'einjdë van hetFj het aantal Verpleegden dus wéder 87. J)e gezondheidstoestand 'm(J|ht| gunstig iheeteii. Het onderwijs, pat trouwoord gevolgd, levekdi over het algemeerij goéde rïLultftten Op. verpleegden verkreèg eene afstelling als or zeres aan eene Rornnsch $athirtlieke «school té Het gedrag der perplqe|dei| gaf, btttyoudeÉSj uitzonderingen, aan j Heeren Régenten minderj ding tot klagen dan het vorig®»jaar. Voor goede voeding en kleding wordt nl hooren gezorgd. De gebouwen zijn in goeden toestand. Üc, -r o- naamde kinderkamer is echter, naar het gevoe&n van Regenten, te klein. Zij wenschen daarom, alt een onderzoek worde ingesteld of en op welke wijze hierin verbetering zoude kunnen worden gebracht. Over het bij do begrooting verleende subsidie werd geheel beschikt, daar de uitgaven voor eene verbe tering van de gelegenheid tot baden in*" het gesticht en voor de buitengewone verpleging van weezeu daar buiten aanzienlijker waren, dan zij geraamd werden. Het Collegie van Regenten bleef onveranderd, dat van Regentessen verloot een lid door het overlijden van Mevr. de Wed. Van ZeijlenSchenk. In deze vacature was op het einde van het jaar nog niet voorzien. dge van estichl, >én en 1 bedroeg Do tooneelspeler L.J. Veltman is sinds eenige dagen ernstig ongesteld. Men schrijft uit Maastricht var. 17 Juni Laatstleden Zaterdag omstreeks 6 uren 's avonds, toen de heer Eduard de Beaumont zich van zijne wapenfabriek, gelegen in de Grachtstraat, naar huis begaf, werd hij eenklaps van achteren door een werkman, genaamd Morreau, die uit een koffiehuis wanr hij zijn patroon heeft afgewacht, op hem toe vloog, met een steen in een zakdoek zoodanig aan het hoofd verwond, dat hij bloedig in een modder poel neerviel. De aanrander viel daarna zijn slachtoffer aan, hem van allo kanten slagen en stompen toelm ngende. De heer De Beaumont trachtte zich om te wen telen, en toen hem dit na eene kortstondige doch zeer hevige worsteling gelukt was, nam Morreau de vlucht. In oen niet te beschryveu toostand kwam do heer De Beaumont in zyn gezin terug, en ondanks de yvorige nasporiégen der politie mocht het niet gelukken den aanrander iu handen te krijgen. Des morgens van dien dag was aan dion werkman zonder do minste aanmerking zijnerzijds zijn loon ad frs. 20 centimes of 2 guldpn 50 daags uitbetaald des namiddags was hij in de fabriek teruggekomen, ander werk, waaraan meer kon verdieneé, vra gende, en toon de heer De Baaumont daaraan niet onmiddellijk wilde voldoen, uitte hij bedreigingel, die hij weinige uren daarna op zoo verraderlijko wijze ten uitvoer bracht; Niet alleen bij de Maastrichteche bevolking, maar vporal bij de werkliodeu der geweerfabriek, pio een parig de humane behandeling van hun patrooA roe men, heeft de daad van Morreau diepe verontwaar diging gewekt. De heer De Beaümont werd dan <^k: hedlii avond (na réeds gisteren vau een groot aantal ingezetenen do oiidubbelzinnigste blijken van belangstelling on dervonden te hebben) door eendltroffende n|anife8tatie van al zijne werklieden verrasv. Deze bognven zich gezamenlijk, vergozeld van vele hunner vrouwen Cfi kinderen] naar het woonhuis vaagden heeij Do Bern-» idont, ui waar 'zij hem, tegelijk raft een pi(ar pracH* tijj-e blbemruikers, aanboden ceqlflij, lijst, voorzien vau circa vfer honderd likndteekoni™n, en ton opschrift dragendeF 1 i| //Protest tegen del aanval, del1 welrki ,,..vvvw« in» ......man ge pleegd op onzfya geaphten patroon} den hjeer Edouard de Beaumont op Op den Westerstaj tsspoorweg lilt Oostinryk is een nieuwigheid ten beloeve van de reinigers inge voerd. ijfA Er zijn nl. in omstreeks 40 statjLonwP leesbiblio theken geopend |n wel in 6 talenDuitèeh, Fransch,. Engölsch, Italia^nsch, Hongaarsch en Czechisoh,tr; waaruit men tefcén 2 tot 4 stuivers per week een boek kan loenèjn, dot aan elk sation, wanr zich zulk oen boek^ij bevindt, kan worden terugbe zorgd. Binnen jpeii paar maanden zullen op de verschillende spoorwegen in Oostenrijk 150 tot 200 van dergelijke bdekerijen worden geopend, alle het eigendom van eene Engelscho onderneming, de //Globus." Uit den Haag wordt geschreven Nu geldt het niet meer gelijk in de laatste 20 jaren maar al te dikwyls het geval is geweest kiezers, past op uwe neuzenwe roepen deze waar schuwing thans als Hagenaars onderling elkander toe, kiezer of niet, en richten haar ook tot de vreemdelingen, die ons gedurende het aanstaand badseizoen met hunne tegenwoordigheid zullen ver eeren. Niet dat ons zelf en onze gasten bedrog wacht, maar omdat in den eenvoudigen en rechtstreekschen zin van het wooi;d, onze en hunne neuzen bedreigd worden door de oude, en slechte odeurs de la Haye. De waterverversching is namelijk gestopt. Tot den laatsten van de vorige maand heeft de vrije afloop van het vuile water onzer grachten door de sluizen in zee plaats gehad, maar volgens de door het grimmige Delfland opgelegde condities was die De beide getuigen keurden dit plan goed, verze kerden hem, dat hy in alle opzichten op hun getui genis kon rekenen en scheidde men na elkaar de hand gedrukt te hebben. Toen Carringshliff in zijn kamer kwam, ging hij voor den spiegel staan en bekeek zyn gezicht. Hij zag er afschuwelijk uit, maar toch keek hij er lang naar. Eindelijk keerde hij zich af en zeide: z/Je slaat niemand meer, vriend: daar is voor gezorgd." Hij nam plaats aan de schrijftafel, dacht een oogenblik na en begon: Waarde Miss! Deze regelen leveren u hot bewys, dat ge te ver geefs de macht van bekoorlijkheid in het vuur hebt gebracht om uw onderdanige dienaar naar de andere worold te helpen. Het is anders uitgevallen als ge berekend hadt. Lord Rumsdale, die nooit zijn doel miste, heeft niet eens geschoten, integendeel: tot straf voor zijn schaamteloosheid heb ik het ter slachtbank gevoerde offer neergeschoten. Geloof in- tusscheu niet, dat door dit kleine voorval mijne ver eering en toegenegenheid verminderd zijn. Altijd was het mij aangenaam mijne krachten te meten met de personen, die mij aantrokken, dan weet men wie de sterkste is. Als ge dus in dezen strijd de zwakste zijt geweest, dan is dit te beschouwen als een terugzetten op de plaats, door de natuur voor uwe sekse bestemd. Dat ik altijd tot uw bewonde raars behoord heb, is u reeds lang bekend. Nu ik u met de wapens in de hand veroverd heb uit de hand van hem, wien ge wildet toebehooren, hoop ik, dat miju verzoek aan uw voogd vervuld zal worden en ik u spoedig de mijne mag noemen. In afwachting blijf ik met hoogachting Uw gehoorzame dienaar, Carringshliff. Hij sloot den brief in een enveloppe, adresseerde hem aan Miss Alice horman, riep een bediende en beval den brief dadelijk te bezorgen. Op den terugweg moest hy een rijtuig meebren gen, daar hy (de advocaat^ wonschte uit te gaan. Toen hij weer alleen was, wreef hij zich verge noegd do handen, ging weer voor den spiegel staan en mompelde: //Dit eigenhandig bericht over den afloop van het duel, terwijl zy mij reeds dood waant, zal van onberekenbaar gwolg zijn. Zy zou geen vrouw moeten zijn, als deze brief haar niet op het lijf valt als een donderslag by helderen hemel." Uit een kastje nam hij een flesch portwijn, schonk een glas vol en dronk het in één teug leeg. Dat moest voldoende zijn om zijn zenuwen, die door de gebeurtenissen van den morgen verslapt waren, weer nieuwe kracht te geven. Intusschen was het rijtuig voorgekomen. Hij ging de trap af, stapte in on reed naar Kings Bench. Daar liet hij zich by den Lord-Opperrechter aan melden en klaagde zichzelven aan. Hij gaf de noo- dige ophelderingen omtrent het gebeurde, wees op de zware beleediging en den toestand van zijn gelaat en bracht het zoover, dat hy werkelijk tegen oen hooge borgstelling op vrije voeten werd gelaten. Hij had daarop gerekend en het noodige geld meege bracht, betaalde en verliet ongehinderd het gerechts gebouw. Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Carringshliff Kings-Bench verliet, opende Miss Norman zyn brief. Zij was juist van plan haar toilet door de kamenier te laten afmaken, toen de brief gebracht werd. Zij dacht dat het niet veel beteekenen zou, misschien een rekening van de modiste of zoo iets. Van Lord Rumsdale verwachtte zij geen schriftelijk bericht omtrent den afloop van het duel, hy zou zelf komen en van middag met haar een rij toertje doen met de nieuw gekochte goudvossen. Wegens zyn komst liet zy juist haar toilet maken. Zij werd ongeduldig en kwelde de kamenier. Als hij kwam, terwijl zij nog niet gereed was en hij moest wachten! Doch eindelijk was zij gereed. Zij keek nog eens in den spiegel en was tevreden. Maar waarom kwam hij niet? Waar bleef hij toch? Het was bij twaalven. Daar kwam het dienstmeisje uit het boudoir met den brief, die was blijven liggen. Achteloos nam de jonge dame den brief aan, las het adres het schrift kwam haar geheel onbekend voor en opende de enveloppe. Zij las slechts de eerste regels, toen wist zij alles, met een verschrikkelijken kreet viel zij Wordt vervolgd.) vrijheid den eersten Juni uit. Toen ging de binnen- sluis dicht en moest het met pompen gevonden worden. Nu, gepompt is er dan ook duchtig en wel zoo zelfs, dat ik mij verbeeld, dat er nogal schippers op het stadhuis zijn gaan klagen wegens 'taan deh grond raken van hunne schuiten. Maar thans is het uitlaten en het pompen aan een eind, en raoeteri wij arme Hagenaars geduldig den warmen romer met den aankleve van stinkende grachten en ongezonde miasmen laten voorbijgaan ter eere van do badgasten, de kostbare inrichtingen tot water- vérverschipg ongebéuikl latende juist dan, wanneer ze, volgens een gewoon menschonverstand, den meesten $ienst houden doen. Het maakt op mij een indruk van eene Kamperstreek, en wanneer de reclamemakers of J ijcwnkzal very en venters van onze dagen eeuj goeden Islag willen slaan, raad ik hun ernstig aan de zeesjhiis, de binnensluis, het stoom gemaal en alles wat maar tot waterverver sching behoort, ntft hunne biljetten te beplakken. Want geen enkef'i vreemdeling of landgenoot zal zich, naar iki vponoed, dezen zomer, kort of lang, te Sclreveningon ophouden, of hij zal de monumen tale werken tyiilöir zien, die met opzot ongebruikt worden gelaten Tfinneer aan de ververschijpg van het Haagsche wateüj)de grootste behoefte beJtaat. De heer C. Hoekstra betoogt in het //Sociaal Weekbl.," dat de jenever-accijns, hoewel financieel zeer voordeelig, moreel af te keuren is. Tot hare verdediging wordt van verschillende zijden aange voerd, dat zij eea| middel is tot bestrijding van het drankmisbruik. 1 Dat zij met dat doel is in gevoerd, zal echteriwloor niemand, die hare geschie denis kent, wordenj beweerd. I)e wetgever had en beeft nog mot haar eene andero bedoeling dan een volkszonde te bestryden. Maar desniettegenstaande houden velen vol, 'dat zij een machtig wapen is tegen den drankduivel, doch zeer stellig ton onrechte. De vrees, dat b^ de afschaffing van den jenover- accijns, het gebruik van dien drank zal toenemen, toont bedroevend weinig vertrouwen in ons "volk. Die regel moge opgaan by de eerste levensbehoef- ten, hier stellig niet. Onze beste arbeiders, en hun getal is grooter dan velen denken, zullen zich aan de onbelaste jenever toch evenmin te buiten gaan als aan de be laste. Zy, die niet willen deugen, en toch drinken, na ja, zy zullen na de afschaffing van den accyns een keer vaker dronken worden, maar dronkenschap wordt dan ook hoe langer zoo meer een schande, een vloek, en een dronkaard een onbruikbaar lid der maatschappy. Aangenomen, dat na de afschaffing dronkenschap zich in een verhoogden graad open baarde, daar zit in het goede deel onzen volks nog zooveel zedelijk zelfbewustzijn, dat dan eerst recht wakker zal worden en don strijd tegen den drank duivel zal aanbinden. z/Wie de boosheid meent te kunnen bestryden door haro uitingen te belasten, kent misschien vele menscben, maar menschonkennis heeft hy niet. Zulk eene belasting is moreel af te keuren. Als de staat langs dezen weg aan geld tracht tracht te komen, doet hij hot op eene zijns onwaardige wijze. Het is eene verschrikkelyke gedachte, dat het voordeelig is voor de schatkist, hoo meer gezinnen ongelukkig worden, in casu door den drankduivel. Het stuit mij tegen de borst, dat het voor de gemeenschap ten profijte zal zyn, telkens, wanneer de enkele mensch zyn brein benevelt. Neen, waarvan zy voordeel trekke, daarvan in Godsnaam niet. Zij behoort zich op ridderlijke wijze in stand te houden. Doet zij het niet, zy vernietigt hare innerlyke veerkracht; doet ze hot wel, het zal 't volk zedelijk verheffen on ook den fiscus, zij het eerst na een moeilyk tijdperk van financieele hervorming, ten goede komen. //Die zedelijke verheffing zij ons alles waard, geen moeite voor haar zij te groot, geen offer te zwaar. Omtrent het moedige gedrag van luitenant Cornelius by eon gevecht te Edi wordt aan het Bat. HdH. o. a. het volgende geschreven Op den 30sten April werd do versterking te Edi zwaar beschoten. De militaire commandant (kapitein In 't Velt) zond toen eene patrouillo uit onder den ln luitenant De Leur om het vuur van den vijand tot zwygen te brengen. De troep ging den weg van den kogelvanger op en werd toen zoo zwaar beschoten, dat een andere sectie onder den 2den luitonant Cornelias ter on dersteuning der patrouille werd nagezonden. De sectie-De Leur kreeg één zwaar gewonde. Nauwe lijks had de sectie-Comelius, door het vuur van den vijand marcheerende de sectie-De Leur bereikt, en zich bij haar aangesloten, of uit de l>enting klonk het signaal //retiroeren." De lste luitenant De Leur, als commandant van het geheel, gaf daaraan gehoor. De troep retireerde, do sectie van den 2den luitenant Cornelius vormde toen de achterhoede. Op een honderd passen van den kogelvanger ge-1 komen, werd de troep op korten afstand door den overmoedig geworden vijand zoo hevig beschoten, dat de 2de luitenant Cornelius zijn sectie front naar don vijand deed maken. Na een paar salvo's op hen vijand te hebben gedaan, die aanstalten maakte om de troep aan te vallen, ging hij sprongsgewijze voorwaarts, gaf nog eeu salvo en viel toen den vijand aan. De opdringende vijand^niot bedacht *op zulk eenen overmoedigeti aanval, verliet zijne stellingen. Door schoten en bajonetsteken werden zij verdreven en op de vlucht gejaagd. Cornelius met zijne dap peren nam bezit van de stelling en der naar de rimboe vluchtende beude werd nog menig welge richt salvo nagezonden. De paniek was doer dien onverhoedschen tact- vollen aanval bij den vijand zoé groot, dat zij twee hunner dooden nog achter moesten laten in de stelling. Do le luitenant De Leur was ook na de ver meestering der stelling zoo tevreden over het be leidvol en moedig optreden, van den 2de luitenant Corneliuè, dat hij de sabel in de hoogte stak en uitriep: «/Leve do luitenant Cornelius!" welke uit roep bij den troep zulk een instemming vond, dat een driewerf hoerain de gelederen werd herhaald. Zooals vroeger reeds werd gemeld is door het bestuur der Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek te Delft het plan ontworpen van een cursus voor bakkers, die behalve theorie en practijk van het vak ook zou bevatten de beginselen der scheikunde, de samenstelling der voornaamste grondstoffen in de bakkerij gebruikelijk, theorie en practijk van de gisting, werktuigkunde enz. De heer Van Marken beoogde hiermede op kleiue schaal het model te geven van een bakkersschool, waarnaar reeds jaren door don Nederlandschen Bakkersbond wordt gestreefd. Niet minder dan 60 personen, gezellen, bakkers zoons en patroons lieten zich als deelnemers in schrijven. Verschillende bakkers, waaronder een Duitscher, een Belg en een Oostenrijker (deze voor de Weener bakkerij) verklaarden zich bereid practisch onderricht te geven, en bekende scheikun digen werden geneigd bevonden voordrachten te hou den over verschillende onderwerpen; laatstbedoeldon zijn de heeren: Marlet, Wijsman, dr. Sissingh, Wijs, dr. Beijerinck en dr. Van Hamel Roos. Maandagmorgen werd de cursus op feestelijke wijze geopend. De deelnemers, meest jongelui die door oemiddeling van den heer Van Marken te Delft wor den gehuisvest, kwamen in de. tent in het Agneta- park bijeen en werden met muziek ontvangen. Daar werd hun een vaandel aangeboden met toe passelijke opschriften en attributen van het vak, eene hulde van mevrouw Van Marken. De directeur der fabriek hield een korte toespraak die door de heeren Behle en Zwaneveld, meests* bakkers uit Rotterdam en Amsterdam, werd beantwoord. Ook de heer Ch. de Smecht uit Antwerpen voerde het woord. Des middags werd reeds met de lessen een aan vang gemaakt. De heer Marlet, de bekende wan- delleeraar, hield eene toespraak over //wetenschap en praktyk van het bakkorsvak", waarna de heer Wijsman de grondbeginselen der scheikunde behan delde. Des avonds werd eene gezellige bijeenkomst ge houden in de Tent, waar de deelnemers gelegenheid hadden met elkander keunis te maken. In de volgende dagen zullen telkens in de ochtend uren de theoretische lessen worden voortgezet, terwijl d& middagen worden besteed aan practisch onderwys of bezoeken aan verschillende industriëele inrichtin gen te Delft of elders. Do leden der muzikale nfdeeling van de Akademie der Künste te Berlijn houden zich sedert eenigen tijd bezig met hot onderzoekeu vau eene uitvinding van een aldaar vertoe venden Japanees, dr. Shohe Tauake. Deze ia er nl. in geslaagd, op het klavier van een harmonium 39 tonen binnen den omvang van een octaaf aan te brengen, in plaats van 12. Daartoe bevinden zich vooreerst 20 toetsen in een octaaf, terwijl voorts door eene verschuiving van het klavier en van eene kruk, die men door de knieën in beweging brengt, de andere 19 noten worden verkregen. Deze verschuivingen zijn zeer gemakke- lyk uit te voeren, terwijl hot grooter aantal toetsen zoodanig is geplaatst, dat zij het spel niet wezenlyk verzwaren. Caecilia Iets over het koken. Hoe eenvoudig de zaak ook is toch heeft men over het koken nog geheel ver keerde begrippen. In vele huishoudingen wil men van een stuk vleesch te gelijk een goede soep en een smakelijk gebraad hebben, wat toch volstrek! niet kan samengaan. Rundvloesch, dat workelijk een goede soep geleverd heeft, is gewoonlijk zoo uitgekookt, dat het droog, taai, vezelig, onsmakelijk en moeilijk te verteren wordt. Wil men goe, smakelijk vleesch hebben, dan moet het in koken water opgezet en daarin gekookt worden. In koken** water stollen do eiwitstoffen, die in zoo groot© hoeveelheid in vleesch voorkomenzij vormen een omhulsel om de spiervezels, waardoor het water niet op het vleesch kan inwerken en dit dus ook uiet wordt uitgekookt. Het blijft daardoor krachtig en sappig. Is het dus oin het vleesch zelf te doen, en niet om den bouillon, dan moet men het versche vleesch in kokend water opzetten. Wil men daarentegen een zeer krachtigeii bouillon hebben, dan moet men met koud water beginnen. Het eiwit en de andere oplosbare stoffen gaan dan in het water over, en men krijgt een smakelijken, voedzamen bouillonis Vet vleesch vooraf fijn gehakt, dan kan het nog beter wordon uitgetrokken. In Engeland *vordfr dit algemeen toegepast. Soep eten do Engelschen zelden, en onder alle standen wordt het rundvleesch gebraden gogeten. Bij het braden nl. worden spiervozelen eveneens door het ge stolde eiwit omhuld, zoodat er van do sappigheid .niets verloren gaat. Wordt er echter in aanzienlijke huishoudingen soep bereid, dan komt het uitge? kookte vleesch toch nooit op tafel, hoewel veel van de voedende bestanddeelen er ook nog in aanwezig zijn. Sedert het vleesch-extract in den handel is gekomen, kan mon toch goed vleesch on goede soep van hetzelfde stuk rundvleesch hebben: men zet het met meer kokend water op en voegt bij den bouillon het extract. v. H. Maandblvan dr. Roos.) Te Emmerik werd dozer dagen op de markt in hechtenis genomen de koopman S„ uit Gendringen Deze verkocht voor natuurboter een mengsel, dat bij onderzoek bleek voor #/4 te bestaan uit margarine. Tegen borststelling van 300 mark werd S. op vrije voeten gesteld. Hij gaf voor de botey op de markt te Zutphen zelf gekocht te hebben, zoodat een ander hem er mede bedrogen had. Algemeen wordt te Emmerik hier geen gel,oof geslagen. Men meent dat hij deze mededeeling alleen gedaan heeft om daardoor een lichtere straf to krijgen. Hij kan nu hoogstens eene geldboete van 150 mark beloopen. Men berekent, dat S. in de laatste £ien weken ongeveer 10.000 pond boter te Emmerik verkocht beeft. Twee dagen nadat men te Emmerik S. betrapt had op het verkoopen van margarine voor natuur boter, werd er eene boerin uit Nederland voor het zelfde strafbare feit aangehouden. De boter werd verbeurd verklaard en do vrouw tegeu borststelling losgelaten. Het is te begrijpen, dat men in de laatste dagen te Emmerik den mond vol heeft van «die betrügerischen Hollander." LandbCt De Duitschc officieuze bladen gaan voort met hun alarmeerende berichten, doch vinden het publiek niet zoo gewillig om naar hen te luisteren als zij wel gedacht hadden. De eerste schrik is reeds ge weken, zoodat allengs de rust geheel zal woder- keeren. De meening der National Zeitungdat hot alarm het gevolg ia van beursspeculatie, vindt geen instem ming by de Fr eis innige Zeitung. De heer Eugen Richter erkent wel, dat twee groepen bankiers elkaar bestrijden, nl. die, w4elke tot dusver de coupons der Russische prioriteiten hebben ingewisseld en die, aan wie na de conversio de inwisseling dezer cou pons is opgedragen. Maar voegt hy er by toch zijn deze bankiershuizen niet in staat zulk een stel selmatig officieus spectakel to verwekken. Daarvoor is geen beursbelang voldoende, maar is een politiek doel noodig, nl. het geheele Russische oonversieplan te doen mislukken. De Duitsch-Zwitsersche quaestie schijnt opgelost te zullen worden. Volgens den Berlijnschen corres pondent van de //Times" heeft de Zwitsersche Bonds raad met het oog op een gestrenger politietoe zicht op vreemdelingen besloten, eeu bijzonder ambte naar voor het geheele land aan te stellen, welke schikking Duitschland vermoedelyk tevreden zal stellen. De Zwitsersche journalistenkring heeft de bladon in Zwitserland aanbevolen geen heftigen toon aan te slaan tegenover de aanvallen der Dutsche officieuse bladen. In de nota, door den Zwitserschen bondsraad naar Berlijn gezonden, wordt nog opgemerkt dat in de meeste gevallen, welke tot vertoogen aanleiding gaven, de oogluiking der Duitsche politie bleek. Wit betreft de onzijdigheid van Zwitserland, waar van het beginsel door Duitschland in quaestie wordt gesteld, zegt de Bondsraad, dat zij het uitvloeisel eener overeenkomst der mogendheden en onbepaald van duur is. Er bestaat geen aanleiding om de vraag over het beginsel dier onzijdigheid in vrodes- tijd te behandelen. In den loop dezer eeuw was Zwitserland in de gelegenheid te bowyzon, dat het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2