Bultenlandsch Overzicht.
Onder de zaken, waarmede het Museum in het
afgeloopen jaar verrijkt werd, kunnen genoemd worden
Een zoogenaamde boerenbedrieger, vervaardigd door
P. G. Boonekamp 1818.
Eene Oranje-sjerp met toepasselijk vers daarop
gedrukt.
Een Vroedschapspenning van Gouda.
Een gedenkpenning op het afbreken van den vrede
handel met Spanje 1575.
Een bezemstuivertje waarop het wQnze Vader."
Een uithangbord met het visscherdjp.
Een gesneden glansplauk.
Een ijzeren haardplaat met het wanën van Oranje-
Nassau. n
Twee koperen vyzels Ao. 1552 enjjlöOl.
Eenige oude Hollandsche munten utft de jaren 49 8
tot 1573 iu twee aarden kruikjes ouier oud metsel
werk gevonden in den grond bij de aan de Gemeente
toebehoorende boerenhofstede aan h« Goudsche en
Amgterdamscho Rijpad.
Het aantal bezoekers was in het Jtfgeloopen jaar
grooter dan in het jaar te yoren. lipt bedroeg 434
tegen de gewone entréè van 25 cents en 84 t^gen
den verminderden prijs van 10 een tail
Onder de bezoekers bevond zich ftt. K. H.| Prins
Albrecht van Pruissen, Regent yvan jprunswijl;, met
Gemalin en eenige fainilielederr als:UFrqderik, Erf
prins van Anhalt, Eduam, Prins vai| Anjhilt enz.
De Commissie voor diet Museumj gqeft in haar
jaarverslag haar leedwezen te kennen'?' dat eenige be
langrijke voorwerpen, j die in leenbruik waren afge
staan, door de eigenpwÉi, welke de Genieente ver
lieten, werden terugg^ffligd. jjki
ARMWEZEN.,
Er was in 1888 min<$pr behoefte aan ondjersteufting
dan in het jaar te voreta. u
De uitgaven voor bedeelingen in levensiniddel»p
bedroegen miuder dan iu 1887 door den lageren prijs
van het brood en hét Reiner getal bedeelden, alsook
die voor brandstoffen tengevolge van den lagéren
aannemingsprijs.
Bejaarden of door gebreken duurzaam bedeeldon
ontvingen ondersteuning in eetwaren en de meeaten
hunner ook in geld. I Gedurende de wintermaanden
werden hun ook soep en brandstoffen verstrekt.
Aan bedeelingen in geld werd eveneens minder
uitgegeven dan in het vorige jaar, doordien enkele
hoog bejaarde bedeejden zijn overleden en het getal
gezinnen, die wegens ziekte onderstand behoefden,
kleiner was.
De algomeene gezondheidstoestand der armen was
bevredigend.
De talrijke fabrieken en werkplaatsen, die in de
Gemeente worden aangetroffen, zijn van gunstigen
invloed op den toestand van het armwezen.
De Besturen der gemeentelijke Instellingen van
Weldadigheid bevorderen, zooveel zij kunnen, de na
leving der Armwet, welker bepalingen blijkens de
ervaring ook in het vorige jaar opgedaan, gunstig
hebben gewerkt.
Instellingen door of van toege de Gemeente beheerd
of gesubsidieerd.
Deze instellingen zijn de volgende:
lo. Het Burgerlijk Armbestuurdat onderstand
verleende: onafgebroken aan 53 huisgezinnen en 20
afzonderlijk levende personen, en
tijdelijk aan 79 huisgezinnen, 14 afzonderlijk levende
personen.
Genees- en heelkundige hulp werd kosteloos aan
846 huisgezinnen en 152 eenloopende porsonen ver
strekt.
Ten behoeve van 107 vrouwen werden consenten
afgegeven ter verkrijging van verloskundige hulp.
In het Collegie van het Burgerlijk Armbestuur
kwam geene verandering.
In zijn jaarverslag deelt het onder anderen mede,
dat de kosten voor voeding, nachtverblijf ep reisgeld
door de Politie aan doortrekkende personen verstrekt
in den laatsten tijd aanmerkelijk zijn toegenomen.
Die kosten bedroegen in 1887 per maand gemiddeld
2.80, doch in 1$88 meer dan het dubbele, zoodat
de uitgaaf over laatstgemeld jaar ciica 40.hoo-
ger dan andedj»
Vr^-dèr deelt he mede, dat het by Koninklijk
beslmt van 12 September 1888 machtiging verkreeg
tot (lïanvaarding der nalatenschap van zekjeren Mees
Roosendaal, alhier in het Bestedelingenhuis overleden,
die totft zijne erfgenamen had benoemd «de Armen
door h|t Algetneèn Armbestuur der Gemeente Gouda
bedeeld|wordaudej''>
2o. jtiet Vjfeénigd Wees\ en Jülmno
Op 1 Januari bevonden licli dn tyet
kjnderen. Vijf kinderen wérden iu den li
jaar opgenomen; 3 \yeezen|verKeten tenj
het bereiken van den' bepaalden leeftijd
terwijl 1 wegsns wangedrag werd weggezj
wees overleed. Op het'einjdë van hetFj
het aantal Verpleegden dus wéder 87.
J)e gezondheidstoestand 'm(J|ht| gunstig iheeteii.
Het onderwijs, pat trouwoord gevolgd, levekdi
over het algemeerij goéde rïLultftten Op.
verpleegden verkreèg eene afstelling als or
zeres aan eene Rornnsch $athirtlieke «school té
Het gedrag der perplqe|dei| gaf, btttyoudeÉSj
uitzonderingen, aan j Heeren Régenten minderj
ding tot klagen dan het vorig®»jaar.
Voor goede voeding en kleding wordt nl
hooren gezorgd.
De gebouwen zijn in goeden toestand. Üc, -r o-
naamde kinderkamer is echter, naar het gevoe&n van
Regenten, te klein. Zij wenschen daarom, alt een
onderzoek worde ingesteld of en op welke wijze hierin
verbetering zoude kunnen worden gebracht.
Over het bij do begrooting verleende subsidie werd
geheel beschikt, daar de uitgaven voor eene verbe
tering van de gelegenheid tot baden in*" het gesticht
en voor de buitengewone verpleging van weezeu
daar buiten aanzienlijker waren, dan zij geraamd
werden.
Het Collegie van Regenten bleef onveranderd, dat
van Regentessen verloot een lid door het overlijden
van Mevr. de Wed. Van ZeijlenSchenk. In deze
vacature was op het einde van het jaar nog niet
voorzien.
dge van
estichl,
>én en 1
bedroeg
Do tooneelspeler L.J. Veltman is sinds eenige
dagen ernstig ongesteld.
Men schrijft uit Maastricht var. 17 Juni
Laatstleden Zaterdag omstreeks 6 uren 's avonds,
toen de heer Eduard de Beaumont zich van zijne
wapenfabriek, gelegen in de Grachtstraat, naar huis
begaf, werd hij eenklaps van achteren door een
werkman, genaamd Morreau, die uit een koffiehuis
wanr hij zijn patroon heeft afgewacht, op hem toe
vloog, met een steen in een zakdoek zoodanig aan
het hoofd verwond, dat hij bloedig in een modder
poel neerviel. De aanrander viel daarna zijn slachtoffer
aan, hem van allo kanten slagen en stompen toelm ngende.
De heer De Beaumont trachtte zich om te wen
telen, en toen hem dit na eene kortstondige doch
zeer hevige worsteling gelukt was, nam Morreau de
vlucht. In oen niet te beschryveu toostand kwam
do heer De Beaumont in zyn gezin terug, en
ondanks de yvorige nasporiégen der politie mocht
het niet gelukken den aanrander iu handen te
krijgen.
Des morgens van dien dag was aan dion werkman
zonder do minste aanmerking zijnerzijds zijn loon ad
frs. 20 centimes of 2 guldpn 50 daags uitbetaald
des namiddags was hij in de fabriek teruggekomen,
ander werk, waaraan meer kon verdieneé, vra
gende, en toon de heer De Baaumont daaraan niet
onmiddellijk wilde voldoen, uitte hij bedreigingel,
die hij weinige uren daarna op zoo verraderlijko
wijze ten uitvoer bracht;
Niet alleen bij de Maastrichteche bevolking, maar
vporal bij de werkliodeu der geweerfabriek, pio een
parig de humane behandeling van hun patrooA roe
men, heeft de daad van Morreau diepe verontwaar
diging gewekt.
De heer De Beaümont werd dan <^k: hedlii avond
(na réeds gisteren vau een groot aantal ingezetenen
do oiidubbelzinnigste blijken van belangstelling on
dervonden te hebben) door eendltroffende n|anife8tatie
van al zijne werklieden verrasv. Deze bognven zich
gezamenlijk, vergozeld van vele hunner vrouwen Cfi
kinderen] naar het woonhuis vaagden heeij Do Bern-»
idont, ui waar 'zij hem, tegelijk raft een pi(ar pracH*
tijj-e blbemruikers, aanboden ceqlflij, lijst, voorzien vau
circa vfer honderd likndteekoni™n, en ton opschrift
dragendeF 1 i|
//Protest tegen del aanval, del1
welrki
,,..vvvw« in» ......man ge
pleegd op onzfya geaphten patroon} den hjeer Edouard
de Beaumont op
Op den Westerstaj tsspoorweg lilt Oostinryk is een
nieuwigheid ten beloeve van de reinigers inge
voerd. ijfA
Er zijn nl. in omstreeks 40 statjLonwP leesbiblio
theken geopend |n wel in 6 talenDuitèeh, Fransch,.
Engölsch, Italia^nsch, Hongaarsch en Czechisoh,tr;
waaruit men tefcén 2 tot 4 stuivers per week een
boek kan loenèjn, dot aan elk sation, wanr zich
zulk oen boek^ij bevindt, kan worden terugbe
zorgd. Binnen jpeii paar maanden zullen op de
verschillende spoorwegen in Oostenrijk 150 tot 200
van dergelijke bdekerijen worden geopend, alle het
eigendom van eene Engelscho onderneming, de
//Globus."
Uit den Haag wordt geschreven
Nu geldt het niet meer gelijk in de laatste 20
jaren maar al te dikwyls het geval is geweest
kiezers, past op uwe neuzenwe roepen deze waar
schuwing thans als Hagenaars onderling elkander
toe, kiezer of niet, en richten haar ook tot de
vreemdelingen, die ons gedurende het aanstaand
badseizoen met hunne tegenwoordigheid zullen ver
eeren. Niet dat ons zelf en onze gasten bedrog wacht,
maar omdat in den eenvoudigen en rechtstreekschen
zin van het wooi;d, onze en hunne neuzen bedreigd
worden door de oude, en slechte odeurs de la Haye.
De waterverversching is namelijk gestopt. Tot den
laatsten van de vorige maand heeft de vrije afloop
van het vuile water onzer grachten door de sluizen
in zee plaats gehad, maar volgens de door het
grimmige Delfland opgelegde condities was die
De beide getuigen keurden dit plan goed, verze
kerden hem, dat hy in alle opzichten op hun getui
genis kon rekenen en scheidde men na elkaar de
hand gedrukt te hebben.
Toen Carringshliff in zijn kamer kwam, ging hij
voor den spiegel staan en bekeek zyn gezicht. Hij
zag er afschuwelijk uit, maar toch keek hij er lang
naar. Eindelijk keerde hij zich af en zeide:
z/Je slaat niemand meer, vriend: daar is voor
gezorgd."
Hij nam plaats aan de schrijftafel, dacht een
oogenblik na en begon:
Waarde Miss!
Deze regelen leveren u hot bewys, dat ge te ver
geefs de macht van bekoorlijkheid in het vuur hebt
gebracht om uw onderdanige dienaar naar de andere
worold te helpen. Het is anders uitgevallen als ge
berekend hadt. Lord Rumsdale, die nooit zijn doel
miste, heeft niet eens geschoten, integendeel: tot
straf voor zijn schaamteloosheid heb ik het ter
slachtbank gevoerde offer neergeschoten. Geloof in-
tusscheu niet, dat door dit kleine voorval mijne ver
eering en toegenegenheid verminderd zijn. Altijd
was het mij aangenaam mijne krachten te meten
met de personen, die mij aantrokken, dan weet men
wie de sterkste is. Als ge dus in dezen strijd de
zwakste zijt geweest, dan is dit te beschouwen als
een terugzetten op de plaats, door de natuur voor
uwe sekse bestemd. Dat ik altijd tot uw bewonde
raars behoord heb, is u reeds lang bekend. Nu ik
u met de wapens in de hand veroverd heb uit de
hand van hem, wien ge wildet toebehooren, hoop ik,
dat miju verzoek aan uw voogd vervuld zal worden
en ik u spoedig de mijne mag noemen.
In afwachting blijf ik met hoogachting
Uw gehoorzame dienaar,
Carringshliff.
Hij sloot den brief in een enveloppe, adresseerde
hem aan Miss Alice horman, riep een bediende en
beval den brief dadelijk te bezorgen.
Op den terugweg moest hy een rijtuig meebren
gen, daar hy (de advocaat^ wonschte uit te gaan.
Toen hij weer alleen was, wreef hij zich verge
noegd do handen, ging weer voor den spiegel staan
en mompelde: //Dit eigenhandig bericht over den
afloop van het duel, terwijl zy mij reeds dood waant,
zal van onberekenbaar gwolg zijn. Zy zou geen
vrouw moeten zijn, als deze brief haar niet op het
lijf valt als een donderslag by helderen hemel."
Uit een kastje nam hij een flesch portwijn, schonk
een glas vol en dronk het in één teug leeg. Dat
moest voldoende zijn om zijn zenuwen, die door de
gebeurtenissen van den morgen verslapt waren, weer
nieuwe kracht te geven.
Intusschen was het rijtuig voorgekomen. Hij ging
de trap af, stapte in on reed naar Kings Bench.
Daar liet hij zich by den Lord-Opperrechter aan
melden en klaagde zichzelven aan. Hij gaf de noo-
dige ophelderingen omtrent het gebeurde, wees op
de zware beleediging en den toestand van zijn gelaat
en bracht het zoover, dat hy werkelijk tegen oen
hooge borgstelling op vrije voeten werd gelaten. Hij
had daarop gerekend en het noodige geld meege
bracht, betaalde en verliet ongehinderd het gerechts
gebouw.
Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Carringshliff
Kings-Bench verliet, opende Miss Norman zyn brief.
Zij was juist van plan haar toilet door de kamenier
te laten afmaken, toen de brief gebracht werd. Zij
dacht dat het niet veel beteekenen zou, misschien
een rekening van de modiste of zoo iets. Van Lord
Rumsdale verwachtte zij geen schriftelijk bericht
omtrent den afloop van het duel, hy zou zelf komen
en van middag met haar een rij toertje doen met de
nieuw gekochte goudvossen. Wegens zyn komst liet
zy juist haar toilet maken. Zij werd ongeduldig en
kwelde de kamenier. Als hij kwam, terwijl zij nog
niet gereed was en hij moest wachten! Doch
eindelijk was zij gereed. Zij keek nog eens in den
spiegel en was tevreden. Maar waarom kwam hij
niet? Waar bleef hij toch? Het was bij twaalven.
Daar kwam het dienstmeisje uit het boudoir met den
brief, die was blijven liggen.
Achteloos nam de jonge dame den brief aan, las
het adres het schrift kwam haar geheel onbekend
voor en opende de enveloppe.
Zij las slechts de eerste regels, toen wist zij alles,
met een verschrikkelijken kreet viel zij
Wordt vervolgd.)
vrijheid den eersten Juni uit. Toen ging de binnen-
sluis dicht en moest het met pompen gevonden
worden. Nu, gepompt is er dan ook duchtig en
wel zoo zelfs, dat ik mij verbeeld, dat er nogal
schippers op het stadhuis zijn gaan klagen wegens
'taan deh grond raken van hunne schuiten. Maar
thans is het uitlaten en het pompen aan een eind,
en raoeteri wij arme Hagenaars geduldig den warmen
romer met den aankleve van stinkende grachten en
ongezonde miasmen laten voorbijgaan ter eere van
do badgasten, de kostbare inrichtingen tot water-
vérverschipg ongebéuikl latende juist dan, wanneer
ze, volgens een gewoon menschonverstand, den
meesten $ienst houden doen. Het maakt op mij
een indruk van eene Kamperstreek, en wanneer de
reclamemakers of J ijcwnkzal very en venters van onze
dagen eeuj goeden Islag willen slaan, raad ik hun
ernstig aan de zeesjhiis, de binnensluis, het stoom
gemaal en alles wat maar tot waterverver
sching behoort, ntft hunne biljetten te beplakken.
Want geen enkef'i vreemdeling of landgenoot zal
zich, naar iki vponoed, dezen zomer, kort of lang,
te Sclreveningon ophouden, of hij zal de monumen
tale werken tyiilöir zien, die met opzot ongebruikt
worden gelaten Tfinneer aan de ververschijpg van
het Haagsche wateüj)de grootste behoefte beJtaat.
De heer C. Hoekstra betoogt in het //Sociaal
Weekbl.," dat de jenever-accijns, hoewel financieel
zeer voordeelig, moreel af te keuren is. Tot hare
verdediging wordt van verschillende zijden aange
voerd, dat zij eea| middel is tot bestrijding van
het drankmisbruik. 1 Dat zij met dat doel is in
gevoerd, zal echteriwloor niemand, die hare geschie
denis kent, wordenj beweerd. I)e wetgever had en
beeft nog mot haar eene andero bedoeling dan een
volkszonde te bestryden. Maar desniettegenstaande
houden velen vol, 'dat zij een machtig wapen is
tegen den drankduivel, doch zeer stellig ton onrechte.
De vrees, dat b^ de afschaffing van den jenover-
accijns, het gebruik van dien drank zal toenemen,
toont bedroevend weinig vertrouwen in ons "volk.
Die regel moge opgaan by de eerste levensbehoef-
ten, hier stellig niet.
Onze beste arbeiders, en hun getal is grooter dan
velen denken, zullen zich aan de onbelaste jenever
toch evenmin te buiten gaan als aan de be
laste. Zy, die niet willen deugen, en toch drinken,
na ja, zy zullen na de afschaffing van den accyns
een keer vaker dronken worden, maar dronkenschap
wordt dan ook hoe langer zoo meer een schande,
een vloek, en een dronkaard een onbruikbaar lid der
maatschappy. Aangenomen, dat na de afschaffing
dronkenschap zich in een verhoogden graad open
baarde, daar zit in het goede deel onzen volks nog
zooveel zedelijk zelfbewustzijn, dat dan eerst recht
wakker zal worden en don strijd tegen den drank
duivel zal aanbinden.
z/Wie de boosheid meent te kunnen bestryden
door haro uitingen te belasten, kent misschien vele
menscben, maar menschonkennis heeft hy niet. Zulk
eene belasting is moreel af te keuren. Als de staat
langs dezen weg aan geld tracht tracht te komen,
doet hij hot op eene zijns onwaardige wijze. Het
is eene verschrikkelyke gedachte, dat het voordeelig
is voor de schatkist, hoo meer gezinnen ongelukkig
worden, in casu door den drankduivel. Het stuit
mij tegen de borst, dat het voor de gemeenschap
ten profijte zal zyn, telkens, wanneer de enkele
mensch zyn brein benevelt. Neen, waarvan zy voordeel
trekke, daarvan in Godsnaam niet. Zij behoort zich
op ridderlijke wijze in stand te houden. Doet zij
het niet, zy vernietigt hare innerlyke veerkracht;
doet ze hot wel, het zal 't volk zedelijk verheffen on
ook den fiscus, zij het eerst na een moeilyk tijdperk
van financieele hervorming, ten goede komen.
//Die zedelijke verheffing zij ons alles waard, geen
moeite voor haar zij te groot, geen offer te zwaar.
Omtrent het moedige gedrag van luitenant Cornelius
by eon gevecht te Edi wordt aan het Bat. HdH.
o. a. het volgende geschreven
Op den 30sten April werd do versterking te Edi
zwaar beschoten.
De militaire commandant (kapitein In 't Velt)
zond toen eene patrouillo uit onder den ln luitenant
De Leur om het vuur van den vijand tot zwygen
te brengen.
De troep ging den weg van den kogelvanger op
en werd toen zoo zwaar beschoten, dat een andere
sectie onder den 2den luitonant Cornelias ter on
dersteuning der patrouille werd nagezonden. De
sectie-De Leur kreeg één zwaar gewonde. Nauwe
lijks had de sectie-Comelius, door het vuur van
den vijand marcheerende de sectie-De Leur bereikt,
en zich bij haar aangesloten, of uit de l>enting
klonk het signaal //retiroeren." De lste luitenant
De Leur, als commandant van het geheel, gaf
daaraan gehoor.
De troep retireerde, do sectie van den 2den
luitenant Cornelius vormde toen de achterhoede.
Op een honderd passen van den kogelvanger ge-1
komen, werd de troep op korten afstand door den
overmoedig geworden vijand zoo hevig beschoten,
dat de 2de luitenant Cornelius zijn sectie front naar
don vijand deed maken.
Na een paar salvo's op hen vijand te hebben
gedaan, die aanstalten maakte om de troep aan
te vallen, ging hij sprongsgewijze voorwaarts, gaf
nog eeu salvo en viel toen den vijand aan.
De opdringende vijand^niot bedacht *op zulk
eenen overmoedigeti aanval, verliet zijne stellingen.
Door schoten en bajonetsteken werden zij verdreven
en op de vlucht gejaagd. Cornelius met zijne dap
peren nam bezit van de stelling en der naar de
rimboe vluchtende beude werd nog menig welge
richt salvo nagezonden.
De paniek was doer dien onverhoedschen tact-
vollen aanval bij den vijand zoé groot, dat zij twee
hunner dooden nog achter moesten laten in de
stelling.
Do le luitenant De Leur was ook na de ver
meestering der stelling zoo tevreden over het be
leidvol en moedig optreden, van den 2de luitenant
Corneliuè, dat hij de sabel in de hoogte stak en
uitriep: «/Leve do luitenant Cornelius!" welke uit
roep bij den troep zulk een instemming vond, dat
een driewerf hoerain de gelederen werd herhaald.
Zooals vroeger reeds werd gemeld is door het bestuur
der Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek te Delft
het plan ontworpen van een cursus voor bakkers,
die behalve theorie en practijk van het vak ook
zou bevatten de beginselen der scheikunde, de
samenstelling der voornaamste grondstoffen in de
bakkerij gebruikelijk, theorie en practijk van de
gisting, werktuigkunde enz. De heer Van Marken
beoogde hiermede op kleiue schaal het model te
geven van een bakkersschool, waarnaar reeds jaren
door don Nederlandschen Bakkersbond wordt gestreefd.
Niet minder dan 60 personen, gezellen, bakkers
zoons en patroons lieten zich als deelnemers in
schrijven. Verschillende bakkers, waaronder een
Duitscher, een Belg en een Oostenrijker (deze
voor de Weener bakkerij) verklaarden zich bereid
practisch onderricht te geven, en bekende scheikun
digen werden geneigd bevonden voordrachten te hou
den over verschillende onderwerpen; laatstbedoeldon
zijn de heeren: Marlet, Wijsman, dr. Sissingh, Wijs,
dr. Beijerinck en dr. Van Hamel Roos.
Maandagmorgen werd de cursus op feestelijke wijze
geopend. De deelnemers, meest jongelui die door
oemiddeling van den heer Van Marken te Delft wor
den gehuisvest, kwamen in de. tent in het Agneta-
park bijeen en werden met muziek ontvangen.
Daar werd hun een vaandel aangeboden met toe
passelijke opschriften en attributen van het vak,
eene hulde van mevrouw Van Marken. De directeur
der fabriek hield een korte toespraak die door de
heeren Behle en Zwaneveld, meests* bakkers uit
Rotterdam en Amsterdam, werd beantwoord. Ook
de heer Ch. de Smecht uit Antwerpen voerde het
woord.
Des middags werd reeds met de lessen een aan
vang gemaakt. De heer Marlet, de bekende wan-
delleeraar, hield eene toespraak over //wetenschap
en praktyk van het bakkorsvak", waarna de heer
Wijsman de grondbeginselen der scheikunde behan
delde.
Des avonds werd eene gezellige bijeenkomst ge
houden in de Tent, waar de deelnemers gelegenheid
hadden met elkander keunis te maken.
In de volgende dagen zullen telkens in de ochtend
uren de theoretische lessen worden voortgezet, terwijl
d& middagen worden besteed aan practisch onderwys
of bezoeken aan verschillende industriëele inrichtin
gen te Delft of elders.
Do leden der muzikale nfdeeling van de Akademie
der Künste te Berlijn houden zich sedert eenigen
tijd bezig met hot onderzoekeu vau eene uitvinding
van een aldaar vertoe venden Japanees, dr. Shohe
Tauake. Deze ia er nl. in geslaagd, op het klavier
van een harmonium 39 tonen binnen den omvang
van een octaaf aan te brengen, in plaats van 12.
Daartoe bevinden zich vooreerst 20 toetsen in een
octaaf, terwijl voorts door eene verschuiving van het
klavier en van eene kruk, die men door de knieën
in beweging brengt, de andere 19 noten worden
verkregen. Deze verschuivingen zijn zeer gemakke-
lyk uit te voeren, terwijl hot grooter aantal toetsen
zoodanig is geplaatst, dat zij het spel niet wezenlyk
verzwaren. Caecilia
Iets over het koken. Hoe eenvoudig de zaak ook
is toch heeft men over het koken nog geheel ver
keerde begrippen. In vele huishoudingen wil men
van een stuk vleesch te gelijk een goede soep en
een smakelijk gebraad hebben, wat toch volstrek!
niet kan samengaan. Rundvloesch, dat workelijk
een goede soep geleverd heeft, is gewoonlijk zoo
uitgekookt, dat het droog, taai, vezelig, onsmakelijk
en moeilijk te verteren wordt. Wil men goe,
smakelijk vleesch hebben, dan moet het in koken
water opgezet en daarin gekookt worden. In koken**
water stollen do eiwitstoffen, die in zoo groot©
hoeveelheid in vleesch voorkomenzij vormen een
omhulsel om de spiervezels, waardoor het water
niet op het vleesch kan inwerken en dit dus ook
uiet wordt uitgekookt. Het blijft daardoor krachtig
en sappig.
Is het dus oin het vleesch zelf te doen, en niet
om den bouillon, dan moet men het versche vleesch
in kokend water opzetten. Wil men daarentegen
een zeer krachtigeii bouillon hebben, dan moet men
met koud water beginnen. Het eiwit en de andere
oplosbare stoffen gaan dan in het water over, en
men krijgt een smakelijken, voedzamen bouillonis
Vet vleesch vooraf fijn gehakt, dan kan het nog
beter wordon uitgetrokken.
In Engeland *vordfr dit algemeen toegepast. Soep
eten do Engelschen zelden, en onder alle standen
wordt het rundvleesch gebraden gogeten. Bij het
braden nl. worden spiervozelen eveneens door het ge
stolde eiwit omhuld, zoodat er van do sappigheid
.niets verloren gaat. Wordt er echter in aanzienlijke
huishoudingen soep bereid, dan komt het uitge?
kookte vleesch toch nooit op tafel, hoewel veel van
de voedende bestanddeelen er ook nog in aanwezig
zijn. Sedert het vleesch-extract in den handel is
gekomen, kan mon toch goed vleesch on goede soep
van hetzelfde stuk rundvleesch hebben: men zet
het met meer kokend water op en voegt bij den
bouillon het extract. v. H.
Maandblvan dr. Roos.)
Te Emmerik werd dozer dagen op de markt in
hechtenis genomen de koopman S„ uit Gendringen
Deze verkocht voor natuurboter een mengsel, dat bij
onderzoek bleek voor #/4 te bestaan uit margarine.
Tegen borststelling van 300 mark werd S. op vrije
voeten gesteld. Hij gaf voor de botey op de markt
te Zutphen zelf gekocht te hebben, zoodat een ander
hem er mede bedrogen had. Algemeen wordt te
Emmerik hier geen gel,oof geslagen. Men meent
dat hij deze mededeeling alleen gedaan heeft om
daardoor een lichtere straf to krijgen. Hij kan nu
hoogstens eene geldboete van 150 mark beloopen.
Men berekent, dat S. in de laatste £ien weken
ongeveer 10.000 pond boter te Emmerik verkocht
beeft. Twee dagen nadat men te Emmerik S. betrapt
had op het verkoopen van margarine voor natuur
boter, werd er eene boerin uit Nederland voor het
zelfde strafbare feit aangehouden. De boter werd
verbeurd verklaard en do vrouw tegeu borststelling
losgelaten. Het is te begrijpen, dat men in de
laatste dagen te Emmerik den mond vol heeft van
«die betrügerischen Hollander." LandbCt
De Duitschc officieuze bladen gaan voort met hun
alarmeerende berichten, doch vinden het publiek
niet zoo gewillig om naar hen te luisteren als zij
wel gedacht hadden. De eerste schrik is reeds ge
weken, zoodat allengs de rust geheel zal woder-
keeren.
De meening der National Zeitungdat hot alarm
het gevolg ia van beursspeculatie, vindt geen instem
ming by de Fr eis innige Zeitung. De heer Eugen
Richter erkent wel, dat twee groepen bankiers elkaar
bestrijden, nl. die, w4elke tot dusver de coupons der
Russische prioriteiten hebben ingewisseld en die,
aan wie na de conversio de inwisseling dezer cou
pons is opgedragen. Maar voegt hy er by toch
zijn deze bankiershuizen niet in staat zulk een stel
selmatig officieus spectakel to verwekken. Daarvoor
is geen beursbelang voldoende, maar is een politiek
doel noodig, nl. het geheele Russische oonversieplan
te doen mislukken.
De Duitsch-Zwitsersche quaestie schijnt opgelost
te zullen worden. Volgens den Berlijnschen corres
pondent van de //Times" heeft de Zwitsersche Bonds
raad met het oog op een gestrenger politietoe
zicht op vreemdelingen besloten, eeu bijzonder ambte
naar voor het geheele land aan te stellen, welke
schikking Duitschland vermoedelyk tevreden zal
stellen. De Zwitsersche journalistenkring heeft de
bladon in Zwitserland aanbevolen geen heftigen toon
aan te slaan tegenover de aanvallen der Dutsche
officieuse bladen.
In de nota, door den Zwitserschen bondsraad naar
Berlijn gezonden, wordt nog opgemerkt dat in de
meeste gevallen, welke tot vertoogen aanleiding
gaven, de oogluiking der Duitsche politie bleek.
Wit betreft de onzijdigheid van Zwitserland, waar
van het beginsel door Duitschland in quaestie wordt
gesteld, zegt de Bondsraad, dat zij het uitvloeisel
eener overeenkomst der mogendheden en onbepaald
van duur is. Er bestaat geen aanleiding om de
vraag over het beginsel dier onzijdigheid in vrodes-
tijd te behandelen. In den loop dezer eeuw was
Zwitserland in de gelegenheid te bowyzon, dat het