Bultenlandsch Overzicht.
kennisgeving.
Burgerlijke Stand.
Moordrecht
Keen vrijheid heb om u tot het examen voor de
hoofdakte toe te laten, daar uwe aanwezigheid in de
openbare school als vrijwilliger-onderwijzer niet was
gewettigd'.
De Voorzitter der Commissie enz..
Vraag. Wat moeten jongelieden in het bezit der
onderwijzers-akte, voor het meerendeel genoodzaakt
één a twee jaar vruchtoloos te solliciteeren, thans
aanvangen, wanneer hun door een ministerieel
besluit de lust tot studie ook wordt benomen, daar die
studie nu toch tot zekere hoogte geheel doelloos wordt?
De Sanitary News vestigt de aandacht op de anti-
hygiënische wijze, waarop gewoonlijk by hot behan
gen der kamers en vooral slaapkamers, wordt te
work gegaan. Hoe dikwijls gaat niet een noodkreet
op, wanneer er sprake is vaa arsenicumhoudend be-
hangselpapier en toch, zegt genoemd blad, doen er
zioh omstandigheden voor, dat muren en plafond
veel meer gevaar opleveren. Het beste is in 't ge
heel geen behangsel in slaapkamers te gebruiken,
maar doet men dit, dan moet de eventueel achteige
bleven kleefstof van oen vorig behangsel verwijderd
worden, alvorens op nieuw te behangen. Het is
een bekend feit, dat meelpap spoedig boschimmelt;
dat het evenals papier gretig vocht en ziektekiemen
in zioh opneemt.
Daarbij moet in het oog worden gehouden dat
de kleuren en het brons, dat uit metaalpoeder be
staat, slechts tijdelijk door middel van dierlijke
stotfen (lijm) op het papier verblijven. Nu is de
lijm, die spoedig bederft, een stof, die vocht tot
zich trekt en de natuurlijke bodem der kiemen
deze ontwikkelen zich onder den invloed van vol
doende warmte, daar de temperatuur van het bovenste
gedeelte der verirekken, zelfs bij een matig vuur,
dikwijls zeer hoog is.
Het gevaar vermeerdert, wanneer herhaaldelijk de
kleefstof, papier en lijm aangebracht worden en do
buitenluoht met haar zuiverende werking uitgesloten
is, en dus de poriën niet kan doordringen. Spoedig
laat de lijm in meerdere of mindero mate los en
worden door de lucht, en door do wrijving, kleine
deeltjes vorspreid, waaraan de kiemen zich gehecht
hebbon, die ongemerkt in de lucht dor kamer zweven,
tot zij haren weg vinden in het organisme van
een slachtoffer, wiens constitutie geschiktheid be
zit om daarvan de nadeelige uitwerking te onder
vinden, on waarin zij zioh ontwikkelen.
De gewoonte de muren te witten en te verven
is uit een hygiënisch oogpunt evoneens af te keu
ren, ofschoon beter dan deze met papier te bedek
ken. Hoe men de muren ook behandelde, men
sluit daar door hunne poriën en belet aldus het
zuiveringsproces n.l. dat de lucht de muren geheel
kan doordringen. Uit een en ander komt de Sa
nitary News lot de slotsom, dat naakte muren, hoe
onooglijk ook, voor de gezondheid het meest ge
schikt zijn.
Men treft dikwijls op het platteland toestanden
aan die voor een stedeling eenvoudig onbegrijpelijk
zijn. Zoo heeft het Geldersche plaatsje Zoelmond wel
een predikantswoning, maar geen predikant die
heeren komen en gaan daar ophoudelyk, maar het
duurt steeds buitengewoon lang alvorens zoo'n open-
gekomen paats weder bezet is, en voor hoe
lang dan? Ook aan een dokter is daar gebrek.
De zieken moeten behandeld worden door den
dokter uit het op een uur afstand gelegen stadje I
Nu, kijk eens! riep een ander naar een
niet verwijderd punt wijzende, daar zijn menschen.
OI welk eene ontmoeting, Italiaansche broe
ders!
Aan den kant van den weg stonden twee palen,
met dwarsbalken, waarop twee menschenhoofden rust
ten; eene zwarte streep bestaande uit eene massa
mieron, liep van den grond tot aan de neusholten
van een dezer hoofden; het was een afschuwelijk
gezicht.
Na een langen marsch kwamen zij aan de Nieuwe
herberg; de naam deed hen verwachten dat zij eene
plaats zouden vinden, waar zij zich een beetje zouden
kunnen verfrisschen, maar zij vondeu een vervallen
krot, met ingetrapte vloeren, bedekt met morsig stroo,
dat wemelde van het ongedierte; allerlei vuilnis en
geen geur van oranjebloesem. De bersaglieri verlieten
zoo spoedig mogelijk dat hol, en gingen buiten, in
de schaduw van den muur uitrusten; toch was er
eene soort van herbergierster, en een jongen, die er
als een echte galgebrok uitzag; zij verkochten droog
gezouten vleesch, harde eieren en goeden wijn. Ieder
verkwikte zich zoo goed als hij kon, en toen ging
de kompagnie weer op marsch, langs dien eenzamen
weg. Toen zij eenige mylen verder waren, verlieten
zij den grooten weg, en begonnen langs de voetpaden
de hoogte te bestijgen, en tegen één uur waren zy
te Cerzate; de kompagnie werd in het gemeentehuis
ingekwartierd, en kreeg goed stroo in overvloed; do
officieren werden bij de twee rijkste families van de
Buren, welke dokter tevens de medicyneu levert.
Zoodra dus iemand ongesteld wordt, moet naar dien
dokter gestuurd worden, welke dan den langen weg
moet maken, om den zieke te bezoeken, en die
daarna huiswaarts keert, om de medioijnen goreed
te maken on door oen bediende te doen bezorgen.
Hoeveel tijd is men nu wel kwyt alvorens zoo'n
zieke de eerste heilzame middolen kunnen toegediend
worden altijd aangenomen dat de dokter go-
reed staat, geen andere visites te Zoelmond of om
streken behoeft te maken, en alles dus meeloopt.
In het nabggelegen Beusichem is ongeveer dezelfde
toestand, maar wordt in de leemte voorzien door
den dokter uit Kuilenburg. Eu dat terwgl er
aan die betrekkingen, behalve vrij wonen, een goed
traktement verbonden is, en er zeer veel welge
stelde boeren in den omtrek wonen. Het is is te
onbegrgpeljjker, als men nagaat hoeveel jonge dok
toren zonder praktijk er in de groote steden wonen,
die eerst meestal door middel van ziekenfondsen
zich met veel moeite de noodige praktijk moeten
verwerven. Hier loopt men elkander in den weg
en daar zijn de menschen van geneeskundige hulp
zoo goed als verstoken.
Te Wijk-bij-Duurstede hoeft men nog een antiek
toren-uurwerk 1 Eiken dag moet de klokkenmaker
naar boven, om dat uurwerk met een windas op
te winden, hetgeen waarlijk geen gering werk is.
I u dien stadstoren is reeds een paar maal de blik
sem ingeslagen, waarvan de sporen in het houtwerk
en steenen nog duidelijk zichbaar zijn. Men heeft
echter tot nu toe er niet toe kunnen besluiten een
bliksemafleider te plaatsen, omdat, omdat de
aangerichto schade, die gering is, een dergelijke
uitgaaf niet wettigt. Men wacht dus nog een beetje 1
{NU. v. Ned.)
De verzeuding van boter in de Vereenigde Staten
heeft, behalve in eikenhouten vaten van verschillen
den vorm, ook in tinnen vaten plaats.
De laatste komen meer en meer in zwang. Zij
slijten niet veel en hebben het voordeel, dat de boter
niet den smaak van het vat aanneemt en zich beter
houdt dan in andere vaten. De vorm dezer vaten is
die van een cilinder, zij worden met hout overtrok
ken en worden ook met een houten deksel gesloten.
Op de boter komt namelijk een laag zout en hier
tegen wordt het houten deksel aangedrukt.
In dergelijke vaten wordt de boter o. a. naar
Brazilië gezonden.
De N. Delfsche Courant bevat een schrijven uit
Curayao waaraan wij het volgende ontleenen:
Curagao behoort tot do volkrijkste landen van
Amerika. Ofschoon het maar 7.5 vierkante geogr.
mglen groot is, wonen er toch ruim 25,000 menschen
Van deze bevolking zullen waarschijnlijk één duizend
tal tot de moergegoede klasse behooren. Een ander
duizendtal wordt ingenomen, door de ambtenaren
en door hen die met dezen op één lijn geplaatst
kunnen worden, en de overige 23,000 behooren tot
den minderen stand.
Het oerslgenoemde duizendtal zijn*"Israë-
lieton, en 2 of 3 Protestanten. Dezen wonen in
prachtige huizen, bezitten groote pakhuizen en
hebben den gcheelen handel in handen. Ofschoon
zij niet zeor gierig zijn, doen zij toch niet zoo heel
voel voor de armenmisschien is do malaise in den
handel daarvan ook wel de schuld. Zij die bekend
zijn met do ambtenaarswereld, weten zeer goed dat,
plaats gehuisvest.
Tegen den avond waren de soldaten uitgerust; zij
knapten zich wat op, en verspreidden zich over het
dorpsplein, waar zich eene menigte nieuwsgierigen
hadden verzameld, die lachten om de kwinkslagen
van de vroolijke soldaten; en de officieren, die vóór
het huis van den syndicus bijeen stonden, praatten
over de gesteldheid van het land, dat voor ieder,
die-slechts eenig geld bezat, veel had van een in
gesloten fort, dat men niet, zonder groot gevaar kon
verlaten.
Eensklaps hoorde men een geweerschot, daarop
nog een, toen twee, drie, vier.
Wat is dat? riep de kapitein.
De roovers bij de Fontein, een half kilometer
buiten het dorp, in het bosch; zij komen om ons te
bespotten en uit te dagen.
Ah, zoo! Luitenant, roep de kompagnie
bijeen.
In een oogenblik stond de kompagnie in orde ge
schaard; de kapitein nam de éóne helft met den
tweeden luitenant, en marcheerde met gezwinden pas
rechtsaf naar de plaats, waarheen hem twee gidsen,
door den syndicus verschaft, den weg wezen; de
eerste luitenant bleef, met de overige soldaten in
het dorp.
II.
Drie uren later was de kapitein al terug; hij was
over het algemeen genomen, onder hen ook al geen
Croesussen worden aangetroffen.
Onder de overige 28,000 inwoners zullen er
waarschijnlijk 50 (vijftig) gevonden worden, die een
burgerlijk bestaan hebben en iets, maar zeer, zeor
weinig voor do toekomst kunnen overhouden. AI
de overigen, zjjmle ongeveer 23,000, zijn arm,
doodarm. Het zijn de in 1863 vrijgemaakte slaven,
hun kinderen, en helaas, ook de natuurlijke kinderen
van de zoogenaamde «betere standen 1»
Waarvan bestaan deze 23,000 inwoners! Ja, dit
is voor velen een raadsel. Van handel, landbouw
en vissoherij. Drie prachtige woorden, die eigenlijk
hier niet gebruikt mochten worden. Bomlventeu
(denk hier aan den hollandschen luciferskoopman),
geiteuteelt en hengelen waren betere woorden.
Wat toch is die handel? De meeste vrouwen en
meisjes (bijna schreef ik alle vrouwen en meisjes
ten minste in de stad) verkoopen cos dusje
(snoepgoed), vruchten, kippen, eieren, pindaas en
aropaa3, 'tgeen zij op een houten bakje (gedragen
op het hoofd) te koop aanbieden; haar verdiensten
bedragen gewoonlijk eenige placcaas (gelijk 2'/,
cent) daags.
Terwijl de vrouw zioh op straat bevindt, is de
man aan hot visschen. Hij noemt nl. een lijn,
waaraan een haak verbonden is, doet hieraan eenig
aas, en klaar is het vischtuig. Is hij daarenboven
nog in het bezit van een «kano" (oen vaartuigje
voor 1 of 2 man, kleiner dan een hollandsch roei
bootje,) dan is hij den prins te ryk en maakt nu en
dan goede dagen. Hij verdient dan soms cinco
roaal (3 0.75. Maar dit gebeurt wellicht óóns
in de week. 't Is zeker onnoodig voor u, een vis-
schersleven te schetsen, daar u dagelijks de werke
lijkheid voor u hebt, want tusschon een visscher in
Holland en een visscher hier is zulk een groot
onderscheid niet.
En waarin bestaat nu de landbouw, het hoofd
middel van bestaan?
De grond dezer eilanden is rots, niets dan rots.
Slechts hier en daar heeft men eenige oasen, kleine
plekjes, waar de bovenste laag steen verweerd is en
een soort van aarde is ontstaan, die bg goede be
sproeiing zeer vruchtbaar is. Gelukkig komt het
tropische klimaat de armoede van den grond te hulp,
want waar slechts 1 cM. aardo wordt aangetroffen,
daar groeit ietsals het regent!
En als deze voorwaarde vervuld is, wat groeit erjdan?
Op de eerste plaats maïs. Dit is voor do inlanders,
wat het brood voor ons is. 's Morgens, 's middags
en 's avonds maakt het den hoofdschotel uit. Do
inlanders malen het fijn, koken het meel in water
en noemen het dan «fundsje". Ken inlander zonder
«fundsje" is evenmin denkbaar als een echte Hollander
zonder pijp of sigaar.
Op de tweede plaats worden hier eenige groenten
geteeld, die onmisbaar schynen voor de bevolking.
Moet deze haar groonte missen, dan is niet zeidon
de eene of andere ziekte het gevolg ervan. De
voornaamste groenten zyn: kababas, kargoe, pom
poen, kaduche (een soort van cactus), beregjjn,
promento (peper), giunbo, postelein en boontjes.
Ook eenige vruchten geven in de goede jaren eenig
voordeel aan de «cunuceros" (boeren)vooral bekend
zijn de curagaoscho mispel, de banaan, de patië,
meloen, bacoba, granaatappel, limoen, kalabas.
Maar denk niet, dat er voldoende is voor uitvoer,
o neen, dikwijls moeten nog vruchten van Venezuela
ingevoerd worden.
woedend, en zijne handen zaten vol muggebeten.
Hg had, allerlei verkeerde aanwijzingen volgende,
door de bosschen gedwaald; had zich half dood ge-
loopen; was steilten opgeklauterd; was in een hol
gekropen; was twee dorpen binnen gedrongen, waar
zeer geloofwaardige personen hem de beste inlich
tingen hadden gegeven, die echter tot niets hadden
geleid, dan dm de arme bersaglieri, die toch al
moede waren van een marsch van vyf en twintig
mijlen met het geweer op schouder, geheel af te
matten.
De tweede luitenant echter, lachte hartelijk om
de grap, en toen de soldaten waren afgetrokken, ea
de officieren alleen waren, zeide hij tot zijn superieur:
Kapitein, ik heb een idee een uitste
kend idéé, naar ik meen.
Nu, laat eens hooren.
De troep, die vóór ons hier geweest is, heeft
zich veel moeite gegeven, en 't gevolg is geweest,
dat twee derden er hunne gezondheid bij ingescho
ten hebben, en daarbij nog den naam hebben gekre
gen, van geheel ongeschikt te zgn. Van avond hebben
wij juist gedaan, zoo als zg, en wij zgn, even als zij,
geducht uitgelachen. Morgen zullen de roovers hier
op 't plein, bg de fontein komen om te sohieten, en
een liedje op ons te zingen.
Ik zal wachten uitzetten.
Waarvan men de roovers dadelijk kennis zal
geven.
(Wordt vervolgd.)
En de veeteelt?
Iemand, die bekend is mot Curagao, zal waar
schijnlijk glimlachen, als hg dit woord hoort. Walr
toch denkt men het eerst aan, als men dit woord
leest? Aan vette kooien, ossen, stieren enz. En
van dit alles niets op ons arm eilandje 1 Ja toch,
eenige honderden koeien, van de kust (Venezuela)
ingevoerd, verbljjven eenigen tjjd in de zoogenaamde
weiden, om langzamerhand naar do Punda (stad)
gevoerd te worden, ten einde den honger te stillen
van de meergegoeden.
Neen, do curagaoeehe veestapel bestaal uit kabrieten
(geiten) en schapen.
Op onze reis hierheen hoordon wij het (denk
beeldige) wapen van Curayao aldus beschrijven
„In het midden van een blauw veld (de zee) verheft
zich een kale rots, waarop zich slechts één boom
bevindt. Bg dien boom staat een geit op zijn
achterpooten, terwijl hg zijn best doet, het eenigste
blaadje van dien boom te plukken." Dit moge nu
een grap wezen, er zit toch iets waars in. Er
worden hier op het eiland honderden kabrieten aan
getroffen, die dikwjjls zonder opzicht grazen in de
«mondie» (struikgewas; zeven achtste gedeelten van
dit eiland zijn hiermede begroeid.) Dezp dieren
verschaffen vleesch en melk, en hun huid 'vertegen
woordigt een waarde van ongeveer ƒ0.75. Veel
planters bezitten soms 2 a 300 van deze dieren.
Maar wat heeft de arme daaraan
Schapen komen ook in tamelijke boeveelheid
voor, en de planters leggen er zich op toe, de soort
te veredelen.
„Maar wat heeft nu de mindere man»? zult ge
vragen.
Én hot antwoord isNietshoegenaamd niets.
Enkelen bezitten in den goeden tijd eenige
kabrieten (een 5-tal) en een paar kippen; dat is
hun geheele rijkdom. Zij die het een beetje breeder
hobbcn, houden er soms ook nog een ezel op na,
die dan de houtskool, groenten, visch of andere
zaken naar do stad moet voeren. Men ziet dus,
dat do middelen, die aan andere volken een rijke
bron van inkomsten schenken, hier ontbrekon.
De nijverheid ontbreekt hier "ook geheel; immers
het land brengt niets voort, dat als grondstof zou
gebruikt kunnen worden. En toch worden van
ingevoerd stroo veel hoeden gemaakt, die verkocht
worden voor 2 of 3 het dozjjn. Een vrouw,
die den geheolen dag hard werkt, maakt 6 hoeden
per woek, zoodat haar verdienste per dag gemiddeld
5 placcaas (12'/, cent) bedraagt.
Uit dit alles kan men opmaken, dat do verdiensten
niet groot z|jn. En hoeveel huisgezinnen heeft men
niet, waar do kostwinner afwezig is! Het meerendeel
der mannen on jongelingen gaan naar de kust
(Venezuela en Colombia,) om daar werk te zoeken.
Zij vinden dat dan ook soms wel, maar vergeten
niet zelden de achtergeblevenen of vertoren hun
zuur verdiend geld in het gezelschap van slechts
mannen, maar vooral van slochte vrouwen, die er
op uit ziju, de arme zwarten en kleurlingen af te
zetten en ongelukkig te maken. Hier is nu de
kanker van onze kleine maatschappijOp het land
pen werk, en dus ook geen brood, en daarbuiten
bederf voor het lichaam, maar vooral voor de ziel.
Allerbedroevendst zijn de gevallen, die dagelijks
voorkomen. Honderdon mannen verlaten hun huis
en fsmiliënsleohts enkelen keeren ziek en arm
terug, terwgl de overigen hun dood hebben gevonden
of in do kopermgnen óf in de verpestende moerassen
van Panama en Vera Cruz.
Honderden, neen, duizenden sterven te midden
van een verpeste maatschappij, "ren verwjjderd van
een priester, en worden als beesten onder den
grond gestopt! En waardoor dit alles? Hoofd-
zakelyk door de armoede van hun geboortegrond.
Hier vinden zjj geen levensonderhoud, dus moeten
«y het elders zoeken.
In gewone omstandigheden is alzoo de toestand
alles behalve roosklourig 1 Wat zal het dan nu wel
zgn, nu de omstandighodon zulk eon slechte wending
nebben genomen.
De handel ia reeds sedert eenige jaren kivjjnend.
Vooral wordt dit toegeschreven aan de 80 pCt.
invoerrechten van Venezuela, waardoor do handel
van Curasao by na geheel gefnuikt is.
In het jaar '88 bijua geen regen, dus bijna of
iue s gegroeid. Al de maïs, tot zelfs het zaaikoren
gobru,ilct" Ia '89 "°g geen Hinken regen
gehadDe grond geheel uitgedroogd. Wolken van
«tot maken de wegen onbegaanbaar. De regonbakken
geraken leeg. Dit alleen zegt al voel 1
J 'n Holland niet bogrijpen, welk een
«nat het regenwater hier is. Natuurlijk wordt hier
veel gedronken, de warmte maakt dorstig. Nu zijn
over het eiland verspreid eenige putten, die vrij
pen water bevatten, maar do meeste zijn gevuld
e brak water. Dook iemand die gewend is regen-
r te drinken, kan het putwater niet vordrageu,
en vooraf do vreemdelingen niet. Zelfs de inboor-
gen, die het niet gewend zijn, kunnen er niet
tegen. Een mijner kweekelingen is drie dagen vrij
erg ziek geweest, omdat hg één glas „awa di poos'
(putwater) had gedronken.
Op hf. oogenblik zijn byna alle regenbakken leeg.
Slechts hier en daar kan men nog eenig regenwater
koopen. Een emmer kost 25 of 30 cent. In de
buitendistricten, waar zeer weinig regenbakken
worden aangetroffen (een flinke regenbak kost 2000
a 3000 gulden) moet men zich wel behelpen met
het putwater. In het 4de district is het water
zoo slecht, dat de meeste menschen er ziek van
geworden znn.
Ten gevolge van liet slechte voedsel, maar vooral
van het slechte water, is er een ziekte ontstaan,
„dolor di wesoe» genaamd. De zieke gevoelt pijn
in al zijn beenderen, voornamelijk in de beenen, en
reeds zijn velen er aan bezweken. Gelukkig verschaft
het Gouvernement gratis-geneesmiddelen aan de
arme lijders, en de eerw. heeren pastoors, geholpen
door edelmoedige bijdragen uit het Moederland en
zelfs van hier, ziju in staat gesteld hun armen
eemgszms te gemoet te komen met voedsel, ofschoon
het op verre na niet voldoende is.
Behalve dat onze arme buitenraenschen aan eten
en drinken gebrek lijdon, ontbreekt hun ook nog
geneeskundige hulp, want in de buitendistricten
woont niet één dokter, 't Gebeurt dan ook wel eens,
dat iemand sterft, die, als er spoedig geneeskundige
hulp bij de hand ware geweest, waarschijnlijk zou
behouden gebleven zgn.
De ellende wordt nn nog vermeerderd door de
aanwezigheid van veel werklieden, die van het
Panama-kanaal teruggekomen zijn, zonder natuurlijk
veel geld mede te brengen. In plaats dus dat een
moeder alleen te zorgen heeft voor haar kinderen,
heeft zij nu ook nog haar man tot last. Van alle
kanten hoort men dan ook klagen.
Weinig goed drinkwater meer, nitl veel te eten, geen
geld en ook geen middel om het te verdienen, en daar
boven een slepende ziekte/
Ziedaar don tegenwoordigen toestand. Een ieder
ziet dan ook naar verandering uit. Begon het nu
maar te regenen. Doch eiken dag dezelfde warmte,
dezelfde hooge temperatuur. Wel vertoonen zich* nu
en dan eenige regenwolken, maar de wind drijft ze
over het eiland been, en zij ontlasten zich in zee.
Eiken morgen beschouwt men met angstige be
zorgdheid den hemel, maar altijd hetzelfde, altijd
dezelfde droogte.
Komt er nu spoedig regon, dan kunnen de dieren
ten minste nog eten vinden, want om maïs te plan
ten, is het nu laat. Veel schapen zgn reeds van
gebrek omgekomen, en de geiten, die nogal niet
kieskeurig zg'o, kunnen slechts met moeite hier en
daar een enkel blaadje vinden. Zg beklauteren zelfs
de enkele boomen, die buiton worden aangetroffen,
om deze van hun laatste groen te borooven.
Men ziet <dus, dat de toestand allerbedroevendst
is. Bidden wij den goeden God, dat Hg Zgnstraf-
fonde hand, die Hg nu over het ongelukkige Curacao
heeft uitgestrekt, moge intrekken. Wij bidden, dat
Hg de harten van gegoede Nederlanders moge be
wegen, hun beurs te openen, om onze armen te
hulp te komen en daardoor aanspraak te maken op
de belooning, die onzo Goddelijke Zaligmaker hoeft
beloofd aan lieu die hun arme medebroeders in den
nood bijstaan.
Met de kansen der reactionnairen in Frankrjjk
moot het treurig staan, te oordeelen naar de wan
hopige pogingen, welke zij aanwenden om hun vij
anden en do republiek zwart te maken.
Dag aan dag lokt de rechterzijde nieuwe schan
dalen in de kamer uit. Als haar de onderwerpen
ontbreken om de discussie over de begrooting te
belemmeren, zoo zuigt ze er eenige uit haar duim.
Aan haar de schuld wanneer deze kamer binnen en
buiten Frankrgk in minachting staat.
Volkomen gelijk heeft de Temps, die er zich óver
verheugt, dat de tentoonstelling de aandacht der
vreemdelingen van hetgeen in de kamer gebeurt
afwendt, anders zouden zg een treurig donkbeeld
van de politieke zeden in Frankrgk krijgen. «Laat
ons hopen schrijft het blad dat de vreemde
delingen ook niet vlijtig onze dagbladen lezen, of
dat, wanneer zij ze lezen, hun blikken niet direct
vestigen op de regels, die hun verhalen van onzen
nationalen arbeid, van de ernstige bezigheden en het
krachtig pogen onzer medeburgers om dit land zijn
rang op het gebied van kunsten, wetensohappon en
industrie te waarborgen. Het ware Frankrijk be
vindt zioh op het Champ de Mars; het is noch in
het Palais Bourbon noch in zekere pers te zoeken."
De veel besproken Sohah van Perzië wordt in
Engeland luisterrijk onthaald en naar de vriendelijke
woorden te oordeelen, die kg voor Engeland over
heeft, heeft de beruchte waarschuwing van den Czaar
niet veel gebaat.
Behalve over een bruidschat voor Prinses Louise
van Wales, zal het Lagerhuis heden beraadslagen
over een toelage, die Koningin Victoria vraagt Zr
«the honourable support and maintenance" ™n haar
Ideinzoon Prins Albert-Victor Christian Edward. H.
M. rekent, schreef ze, op de gehechtheid van haar
getrouw Huis der Gemeenten. Labouchère heeft nu
reeds bezwaar gemaakt, omdat de Bogeering niet,
zooals zg beloofd had, een comité benoemde, om de
quaestie van toelagen aan de Koninkl. familie te
onderzoeken.
Voor Prinses Louise, die 27 Juli trouwt, wordt,
zegt men, 20.000 pd. bruidschat en 3000 pd. jaar
lijks, voor Prins Albert-Victor 15.000 pd. jaarliiks
gevraagd. r
De „Daily News' merkt op, dat er geen reden
wordt opgegeven waarom het onderhoud van den 24-
jarigen Prigs Albert-Victor door de belastingschuldi
gen moet worden gedragen en dat de rijke graaf
Fife zich moest schamen geld van de armen aan te
nemen voor zijn vrouw. Het blad is van oordeel dat,
nu voor de kinderen der Koningin is gezorgd, het
Parlement voor de kleinkinderen niets behoeft te
doen. Ook «Times» en „Standard» spreken in dien
geest.
De Oostenrijksche regeoring is volstrekt niet tevre
den over den uitslag der verkiezingen voor de pro
vinciale Landdagen. Vooral in Boheme vielen deze
zeer ongunstig uit voor het ministerie, wantdeoud-
Czechen, die deel uitmaken van de reactionaire
coalitie, welke graaf Taaffe zijn meerderheid in den
Rijksraad verschaft, leden een geduchte nederlaag
tegen de Jong-Czechen, die onder Gregrs leiding
zich doorgaans bij de oppositie aansluiten.
In 49 districten traden Czechische afgevaardigden
af en daarvan wonnen de Jong-Czechen 29 zetels
terwijl de Ond-Ozechen er slechts 17 behielden. De
leider der partij, de bekende Bieger, werd met slechts
9 stemmen meerderheid gekozen, maar zijn schoonzoon
prof. Graf en zijn medestrijder Trojan, die sedert 1848
was gekozen, dolven het onderspit tegen onbekende
boeren. De Duitschers behielden hun 29 zetels, maar
overigens is deze uitslag ook voor hen een voordeel
want daaruit blijkt niet alleen, dat de verdeeldheid
onder de Czechen steeds toeneemt, maar tevens is
de uitslag een veroordeeling van het regeeringsstelsel
van graaf Taaffo. Het aantal der Jong-Czechen in
den Landdag is nu van 6 tot 27 gestegen, zoo
dat zy, daar de Duitschers geen deel nemen aan de
zittingen, voortaan de meerderheid in don Landdag
bezitten.
Ook in Galicië vielen de verkiezingen niet gunstic
uit voor de regeering. De Buthenen wonnen daar
eenige zetels, zoodat ook daar het Panslavistische
element weer vorderingen heeft gemaakt. Over het
algemeen heeft dus graaf Taaffe weinig reden tot
tevredenheid over den uitslag van de verkiezingen.
Het geschil tusschen Duitschland en Zwitserland
blijft nog steeds op dezelfde hoogte.
Indien mon echter mag gelooven, wat uit Stutt«arl
wordt gemeld, dan heeft keizer Wilhelm zich daar
zeer gunstig over deze aangelegenheid uitgelaten.
De keizer betuigde zijn tevredenheid dat de Zwitser-
sche regeering de noodzakelijkheid van een hervor
ming harer politie erkent en stelde een spoedige
bijlegging van het geschil in 't verschiet.
Voorzitter van den Baad der Gemeente
GOUDA
Brengt tor openbare kennis
dat aan de Kiezers in deze Gemeente zijn toege
zonden de Oproepingsbrieven en Stembiljetten tot
het benoemen van vijf leden van den Gemeenteraad
en dat wanneer eenig Kiezer zijn stembriefje ver
loren heeft of er geen mocht hebben ontvangen,
hij zioh tot bekoming daarvan ter Plaatselijke Secre-
tarie zal kunneu vervoegen
dat de inlevering der Stembriefjes zal aanvangen
op den L6n Juli aanstaande, des morgens ten negen
en eindigen des namiddags ten vgf ure
dat het Stembriefje schriftelijk ingevuld, door den
Kiezer in persoon in de Stembus moet gestoken
worden
dat geen ander Stembriefje dan dat, hetwelk van
het zegel der Gemeente voorzien is, mag worden
gebruikt j
dat de in het Briefje in te vullen personen, dui
delijk met naam en voornaam moot worden aange
wezen
dat het Briefje niet onderteekend mag zgn en
geene andere briefjes omvatten of daaraan opzettelijk
zfjn vastgehecht.
Gouda, den 5 Juli 1889.
De Voorzitter voornoemd,
VAN BEBGEN IJZENDOOBN.
GEBORENMuis, ouders 1. Virioom eu M. B. van