nr. 3 eekhoorntjes, 3 stekelvarkens, 1 papegaai, 130 duiven, 3 ezels, 2 pauwen en 1 zeehond. Earl van Fife, de aanstaande echtgenoot van Prinses Louise, dochter van den Prins van Wallis, is zeer rijk en daarbg een bekwaam en geestig man. Hg was een der begeerlijkste partgen in de Engel- scbe aanzienlijke kringonmaar hoevele mama's ook haar best deden om hem de oogen te openen voor de bekoorlijkheden eu deugden harer dochters, hg bleef ijskoud voor alle schoonen, en langzamerhand kreeg hij zelfs den naam, een vrouwenhater te zijn. Prinses Louise was reeds als klein kind zeer op hem gesteld, toen hij nog burggraaf Macduff heette (hg is een afstammeling van Macbeth's overwinnaar). Zij had toen, evenals andere kleine meisjes, dikwijls ondeugende kuren en bracht vaak bedienden en ouders tot wanhoop maar als zij hoorde, dat //Mac" kwam, zooals men den burggraaf noemde in den huiseljjken kring van den Kroonprins, waar hij tot de vertrouwde vrienden behoorde, dan droogde zij hare tranen, stond op en ging met een allerliefst gezichtje haren vriend begroeten. Op 7jarigen leeftijd vroeg zij hem ten huwelijk, en dat is nu ernst gewordenwant wMac" vergat, naar men verzekert, nooit dien wensch der kleine prinses, dien hij nu zal vervullen. Lord Fife, die na zijne verkiezing tot lid van het Parlement optrad met een hervormingsvoorstel be treffende het grondbezit, dat den landeigenaren de haren ton berge deed rijzen van ergernis, heeft op zgn eigen landgoedoren de door hem gewenschte hervormingen toegepastde pachten verlaagd en de rechten der pachters uitgebreid en verzekerd. Hij is dan ook een der meest beminde landheeren in Schot land. Eenmaal in 't jaar verzamelt hij de geheele Clan der Macduffs om zich tot oen volksfeest, waarbij de Schotsche Hooglanders, die allen, evenals hun Clan-opperhoofd, in de bekende nationale kleeder dracht verschijnen hunne krijgshaftige volksspelen, o. a. ook den zwaarddans, uitvoeren. De Koningin, die haren aanstaanden kleinzoon van jongs af kent, moet met dit huwelijk zeer in genomen zgn. Voor de Rechtbank te Dijon stonden dezer dagen de beide Hindoes terecht, die bewoorden ooglijders te genezon door een zalf, bereid uit //Opgeloste diamanten", welke edelgesteenten de patiënten natuurlijk zeiven moesten leveren. Worden dikwijls bij terechtzittingen veel woorden -verspild, de eerste zittingen in dezo zaak hadden de eigenaardigheid, dat er bijna geen woord ge sproken werd, want de Indische dokters, in zijden tabbaarden en met gele tulbanden op, konden de rechters niet verstaan, evenmin als deze hen konden begrijpen. Nadat de heeren een paar zittingsdagen vruchteloos beproefd hadden zich door gebaron verstaanbaar te maken, gelukte het eindelijk aan het Openbaar Ministerie een tolk te vinden, en door bemiddeling van dezen man, een gewezen tuinman van den Radjah van Cashmere, hadden de Hindoes eindelgk het genoegen te vernemen, dat zij tot zes maanden gevangenisstraf waren voroordeeld, wegens oubevoogd uitoefenen van de geneeskunsten oplichterij. De heer Eiffel is op het denkbeeld gekomen om óp het platform van zijn toren, d. i. de derde ver dieping, een spoorweg aan te leggen en zooals van plein te gaan en de pret, tot bijna tien uur aan den gang te houden. Maar twee uren later, toen het nauwelijks mid dernacht was, werden de bersaglieri opgewekt door de sergeants, die hun een teeken gaven om doodstil te zijn. De drie officieren van de korapagnie waren reeds tegenwoordig, zonder sabels, alleen met een revolver gewapend. In een oogenblik, en zonder de minste beweging waren alle soldaten gereed. Acht van de zwaksten moesten achterblijven; toen klom de kapitein in een venster, dat in den tuin uitkwam, sprong er uit, en werd in de grootste stilte door de anderen gevolgd; zij gingen naar een eikenboschje, dat eenige schreden verder lag, waar do divisie in drie troepjes werd verdeeld, één van dertig, en twee elk van twintig man; de laatste onder bevel van de beide sergeants, bet eerste van de beide officieren, terwgl do tweede luitenant den weg weos. Toen alles afgesproken was, gingen allen op weg, en baan den zich, voorzichtig een pad door de struiken; zij liepen zoo onhoorbaar als schimmen, en lieten het dorp in diepen slaap gedompeld achter zich. De nacht was donker, en de zwarte gedaanten vermeng den zich met de schaduwen van het bosch. Het plan van den luitenant was uitstekend geslaagd. De beide sergeants hadden buitengewone scherpzin nigheid aan den dag gelegd, en door de soldaten de zelf spreekt werd het werk opgedragen aan Decau- ville; de bezoekers van den Eiffoltoren kunnen thans op eene hoogte van 280 Meter boven de ten toonstelling, in een spooitrein rgden. Eiffel en De- cauville, beiden, leden der vereeniging van civiel- ingenieurs te Parijs, hebben op ruime schaal bgge- dragen tot het welslagen der tentoonstelling, ofschoon op verschillende wijzen -. do een in de hoogte, de andere in de lengtedoch het opmerkelijkste is, dat met het oog op het vorwerkte metaal, het niot de reuzentoren is die do kroon spant, maar de kleine spoorweg. De spoorweg van Decauville, welks diensten op de tentoonstelling zoo zeer door het publiek op pr|js worden gesteld, heeft sedert twee jaren zulk oene vlucht genomen over geheel de wereld, dat de inrich tingen te Petit-Bourg, die het uitsluitend recht der vervaardiging bezitten en reeds meer dan 8000 ki- lometer leverden nu de kolossale hoeveelheid van 3,000,000 kilogram staal per maand verwerken. Dus wanneer èn de Eiffeltorea, wegende 7,600.000 KG. èn de Machiue-galer|j, 12,000.000 KG. wegende, zouden worden omgewerkt tot rails Decauville, dan zouden deze beide ontzagwekkende gevaarten slechts zes en een halve maand voorzien in de behoeften der fabrieken te Petit-Bourg. Men moet de fabrieken te Petit-Bourg gezien hebben om zich eene voorstelling te kunnen maken van hunne uitbreiding, gedurende de laatste jaren, sedert de associatie van den heer Decauville ainé met zijn beide broeders, en de onophoudelijke verbeteringen, welke worden aangebracht aan de verschillende typen van rails, waggons en locomotieven. De fabrieken te Petit-Bourg zijn steeds tweemaal per week (Dinsdag en Vrijdag) toegankelijk voor het publiek, industrieëlen, planters of belangstellenden. Het is een uitstapje van een achtermiddag, dat zeer is aan te bevelen ter aansluiting aan een bezoek der tentoonstelling. Drie honderd leden van de Vereeniging van werk tuigkundige ingenieurs van Londen, waarvan de heer Decauville ainé eere-lid is, bezochten reeds de fabrie ken van hun Franschen collega. Deze fabriek is ook reeds sedert lang in ons land gunstig bekend, door bare groote leveringen herwaarts en naar onze Kolo niën deze leveringen geschieden door bemiddeling der heeren Van den Honert en Punt, Kalkmarkt 7 Am sterdam, die sedert tal van jaren den heer Decauville voor Nederland vertegenwoordigen en bij wie men steeds alle inlichtingen en geïllustreerde prijscouran ten verkrijgen kan. De citroenen, welker varfrisschend sap in deze warme ilagen zoovelen welkom is, worden het veelvuldigst aangetroffen op het eiland Sicilië, waar zi> een zeer belangrijk uitvoerartikel zijn. Eene welbekende verscheidenheid is eene soort, die daar te lande lunarewordt genoemd, en die elke maand des jaars, zoowel in bloesem als in vrucht, aan den boom wordt aangetroffen. De eigenlijke citroenen worden in twee soorten ver deeld, de echte en de bastaard-citroenen. De eerste komt vooit uit de bloesoms vau April en Mei, de andere van de onregelmatige bloesems in do maanden Februari, Maart, Juni en Juli, die afhankelijk zijn van den gevallen regen of kunst matige besproeiing, zoowel als van langdurige warmte. De echte citroen heeft negen maanden noodig om goed rijp te worden, van den bloeitijd beste inlichtingen gekregen. De berichten die de een of andere syndicus, of aanzienlijke uit den om trek, hun had doen toekomen, of die zij ontvangen hadden van den prefect van Cosenza, en de vertrou welijke mededeelingen van de roovers of verlofgan gers aan de soldaten, hadden langzamerhand de officieren de middelen aan de hand gedaan, om een beslUsenden slag te slaan. Op dien eigen dag tegen drie, uur in den morgen zouden vijftien roovers te San Martino bijeenkomen, en vandaar op een stroop tocht uitgaan. Het plan was nu hen te overvallen, terwijl de sergeants de tegenovergestelde richting zouden inslaan; de eene zou zich dan eerst naar Cavallerizze en vervolgens dadelijk naar Cerseto be geven; de andere naar Mongrassano en verder naar Cervicati om de verlofgangers, wier namen en ver blijfplaatsen behoorlijk op de lijst waren opgeteekend, in hunne woningen op te zoeken, en mee te voeren. De soldaten, die maar niet hadden kunnen begrij pen, waarom men hen toch al de weelde van Capua had laten genieten, en 't gedrag van hun kapitein minstens zeer zonderling hadden gevonden, waren nauwelijks in 'tboschje bijeen, of ze begrepen wat het doel van dat alles geweest was, en zij waren dadelijk bereid om hunne superieuren te gehoorza men, en hunne plannen met alle macht te onder steunen. De afdeeling van den kapitein daalde af in een hollen weg, dién zij aan de tegenoverliggende zijde terstond weer verlieten, verborgen onder bet dichte in Mei tot einde Januari. Deze soort wordt drie maal geoogstvoor het eerst in November, wanneer ze groen z|jn en nog niet geheel rijp; de vrpcht wordt vervolgens in kisten bewaard tot Maart, soms zelfs tot Mei, en vormt dan de fijnste, saprgkste en meest gezochte soort; in voornoemde maanden vindt dan de verscheping plaats. De tweede oogst volgt in December en Januari; de opbrengst hier van moet reeds na drie weken worden verzonden in dien tijd hebben ze reeds hunne gele kleur ge kregen. Eindelgk komt in Maart en April de derde pluk, die onmiddellgken uitvoer bestemd is. De bastaard-citroenen zijn dun van schil en heb ben afwgkende vormen en kleur; ze zgn hard, rgk aan zure sappen en zonder zaden. In 't begin van Juni gezet, blijft ze groen tot den volgendon April en r|jpt eerst m Juli. Deze vrucht blijft dus meer dau een jaar aan den boom en wordt ook alleen in den midden-zomer verkochtze is beter dan de echte tegen weer en wind en tegen de insecten bestand en levert daardoor dikwijls een betere opbrengst dan de fijnere soorten. 1 De wetenschappelijke reiziger Georg H. Boehmer, to Washington, verhaalt in zijn onlangs te Woenen uitgegeven boekwerk, getiteld: Elektrische Erschei- nungen in den Rocky Mountainshoe hij jaren gele den, belast met de oprichting van een meteorologisch waarnemingsstation op den top van den Pikes Peak in Colorado, dien borg beklom en op een grootea vlakken rotsstoen overnachtte, die nog heden op de ambtelijke kaarten ooder den naam //Boohmer's bed» wordt aangeduid. //Gedurende den nacht," deelt hij mede, //verhiof zich een tamelijk hevige stormwind, gepaard met een weinig sneeuw, terwgl ik een luid knappen en knetteren waarnam. Ik zelf bad over het geheele lichaam een gevoel alsof ik met duizenden naal den geprikt werd, mg'ne haren en baard werden electrisch, terwgl ik aan mijzelf eene onbeschrijflijk vreemde gewaarwording bespeurde. Op de metalen voorwerpen, door mij medegenomen, vertoonden zich violetkleurige vonken, van ongeveer een kwart duim breed en omtrent twee duim lang, welke bij aanra king dier voorwerpen terstond verdwenen, doch b|j het teruglrekken der vingers, zoowel daaraan als aan het metaal, onmiddellijk terügkwamen en als dwaallichten op en nêer dansten. Mijn kookge- reedschap, mijne instrumenten, zelfs de knoopenaan den stormband mgner muts werden electrisch en boden alle een wonderschoon, hoewel zeer eigenaardig schouwspel aan. Het knetteren in de sneeuw ver anderde in een eigenaardig zingend geruisch, dat met het toenemen en afnemen der vallende sneeuw in direct verband scheen te staan. Toen het sneeuwen ophield, verdwenen ook de electrische verschijnselen. Ik moet hierbij nog opmerken, dat er van de electrische vonken volstrekt geene warmte uit ging. Eene herhaling der electrische verschijnselen had plaats, toen de geheele weg was afgelegd, b|j gelegenheid dat er een aantal bezoekers waron, terwijl 3000 voet lager zich een onwedor ontlastte. Men hoorde weder hetzelfde zingende geruisch, alle aanwezigen werden electrisch en b|j weder- zijdsche aanraking sprongen er4 ronken van tamelijke lengte en geel-violettekleur over. De haren van de staarten der niet rer van ons staande paarden weken van elkander of divergeerden, en papiersnip pers, die ik op een afstand van 12 voet naar de gebladerte der reusachtige kastanjebooraen. De tweede luitenant die de topographische kaart, welke hy ge- teekend had, goed bestudeerd had wees hun den weg. Zoo trokken z|j snel in twee groopen voort, over hoogten en heuvels, door struiken en heggen, soms door de droge beddihg eener beek, en altgd zoo ver mogelgk van het gebaande pad, zonder voorhoede of flankenrs. Plotseling bleef de luitenant staan en met hem de gansche troep. Zij hadden omtrent het derde van eene mijl afge legd, bijna geheel verborgen ttisschen dichte varens die wel een paar meter hoog waren; de luitenant echter, had, en door de duisternis, en door de in- eengegroeidc struiken, elk spoor verloren, waarnaar h|j zich zou hebben kunnen richten; toen kwamen zij aan eene opene plek, die de luitenant niet ver wachtte. Toen de eerste groep stilstond, voegde de tweedo zich spoedig bij hen, en de kapitein vroeg: Waarom blijft g|j staan P Ik bon zeker van den weg af, maar ik zal mij. wel orienteeren. Pas toch op, wij hebben geen tijd te vorliezen, anders loopt alles weer met een sisser af. Wees maar gerust; laten wij nog een beetje verder gaan, dan zal ik beter kunnen zien, waar de vallei ligt. Zij gingen verder, en stonden weldra stil op den hoegen kant van den weg. i Wordt vervolgd.) dieren wierp, werden door hen aangetrokken en bleven aan hunne staarten hangen. Na eene ont lading in den benedendampkring hielden de ver schijnselen op, doch zij herhaalden zich met grooter of geringer intensiteit, verscheidene malen gedurende de eerstvolgende 10 of 15 minuten, den tijd, dien bet onweer duurde. Ik moet hier opmerken, dat gedurende het veertienjarig bestaan van het station alle dergelijke verschijnselen, met weinig uitzonde ring, alleen des zomers en bij sneeuw of lichten hagel zgn waargenomen." Op den 25 Juni had te Brost eene eigenaardige plechtigheid plaats. De stoffelijke overblijfselen van een marine-officier, welke reeds een eouw gohden gesneuveld is, werden in de haven aangevoerd, en op plechtige w|jze ter aarde besteld. De Chevalier De Lange was in 1787 comman dant van de Astrolabe en nam deel aan de expe ditie van La Perouse, welke op ontdekkingen was uitgezonden. Bij de Samoa-eilanden in den laats ten t|jd meer bekend geworden ging hij met oen kleine macht aan wal om provisie in te koopen; de inboor lingen dier eilanden namen evenwel eene vijandige houding aan, en De Lange werd op den Hen December 1787 verradeigk vermoord. Zijn stoffelijk overschot is na een eeuw opgespoord door een R. C. zendeling Mgr. Vidal, en naar Frankrijk overgebracht. Te 8 uur r. m. op 25 Juni 11. schaarden zich alle troepen van het garnizoen, op de kade met het front naar de haven, waar de Bretagne lag, welke het gebeente van den zeeheld had overgevoerd. Nadat de chef der Marine met zijn staf was aan gekomen werden 13 saluutschoten vau de BretagHe gelost als signaal dat de kist in de rouwsloep was neergelaten. Getrokken door een stoombootje en gevolgd door sloepen van alle aanwezige marineschopen, naderde de rouwsloep statig de kade. Zeven saluutschoten klonken van de kustbatterg, toen de lijkbaar door acht gedecoreerde bootslieden aan wal werd gezet. Een void-affuit, getrokken door vier paarden stond gereed, als hulde van de Landmscht, om de lykbaar van de Mariue over te nemen Een prachtige lijkkrans werd door een kleinzoon van den overledeue, namens de familie op do kist gehecht. Vier hoog geplaatste raarino-officieren, vrienden van de familie, droegen de slippen vau het lijkkleed. Te 9 uur stelde de troep zich in beweging, haar de kerk St. Louise, alwaar de lijkmis werd gevierd, terwgl afwisselend twee muziekkorpsen dor marine treurmuziek deden hooren. Na afloop der kerke! gke plechtigheid werd de kist in een gemetselde nis, zijwaarts van het hoog altaar bggezet, alwaar op de zerk eenige woorden aan do nagedachtenis van den ontslapene waren gewijd. De Chevalier De L. was kapitein ter zee, ridder der Fransche orde van St. Louis, en der Ameri- kaansche vau Cincinnatiis.j eu lid der Marine- Academie. De teraardebestelling werd door een groot gedeelte der bevolking vatt' Brest bggewoond, z|j had in de grootste orde plaats, en maakte op alle aanwezigen een diepen indruk, als een bewijs dat Frankrijk zijne kinderen niet vergeet, welke in dienst des vaderlands gesneuveld zijn. Na eenige jaren verblijf in den vreemde, had ik het voorrecht weder den vaderlandschen bodem te betreden, schrijft ffeen goed Hollander" aan Het Pad. Hoe aangenaam is het aan de grenzen weer onze taal te hooren; het: //kaartjes heeren" klinkt ais muziek. Waar is het, dat de liefde voor den ge boortegrond den mensch bijblijft, als ware ze iu zijn hart gegrift; het vaderland bovenal, hoe goed het hem ook in vreemde landen moge gegaan zijn. Hg mogo wel eens zeggenm|jn vaderland is daar, waar het goed is, doch die woorden zullen niet uit het hart komen; steeds zal hij ze uiten met eenige weifeling. Het deed m|j leed te zien, hoe weinig van hot va- derlandsch gevoel bl|jkt bij velen, die steeds op dezen bodem bleven; hoe onze taal b|j die van vreemde wordt ten achter gesteld; ik zou bijna zeggen in de achterbuurten onder (lak gebracht. Wandel door de Haagsche winkelstraten Hoog-, Veene-, Spui-, Wagenstraat, Pootén overal, bij bijna lederen winkol of magazijn ontwaart ge Fransche opschriften, overal in de FranscUe taal aanduiding verkrijgen waren en koopmanschappen; wder hotelhouder laat in het Fransch weteu hoe laat en togen welken prijs er by hem gegeten wordt, 6r ,^aPP0r waar zlïn "Salon pour la barbe" is. Aanschouw de gevels, de groote spiegelruiten, de deuren zelden zult ge de Hollandsche taal aantreffen. Begrijpt men dat niet, dat men juist daardoor den oigenaardigen indruk, dien ons land op vreemdelingen maakt, wegpeemt en bederft; dot men daardoor het oog kwetst van ieder, die nog eenig begrip heeft van vaderlandsch gevoel? Toen ik onbekend met het Italiaansch, voor 't eerst de Italiaansche steden en doipen zag, voelde ik, de straten doorwandelende, dat ik in een vreemd land yu, vooral ook door de opschriften en uithaug- bordeu aan winkels en koffihuizen. Voor een Franschman neemt ge, door al uw Fran sche opschriften het eigenaardige weg en hij zoude zich te Brussel wanen, waren de straten wat breeder en ruimer. Komen er dan zoovele Franschen hier voor hun ge noegen reizen, dat dergelijke opschriften noodig zijn? Vormen zij het grootste deel der klanten? Immers neen! Doordat Den Haag een hofstad, is, zetel van de regeering, is het natuurlijk, dat hier gezinnen zul len gevonden worden, waar 't Fransch de hoofdtaal is; doch welk een gering deel maken deze bij de menigte! Een Franschman verlaat ongaarne zijn vaderland om zich elders te vestigen; doet hij het, zoo blijft hij daar vreemdeling. Wij, Hollanders, zijn dan blij ons Fransch bij hem te luchten en besparen hem de moeite iets van onze taal over te nemen, die hij eenvoudig als niet bestaande erkent. Kom in het //Kurhaua". Waarom noemt men het z/Kurhaus"? Wellicht omdat men het Fransche woord //maison des bains" te lang vond en badhuis klinkt immers zoo burgerlijk. Nadat ge door de //entree" zijt binnengegaan, ziet ge op de binnendeur het woord: //poussez", duwen is ook niet netjes. In het Fransch is het program ge steld van een muziekuitvoering door Hollanders voor Hollanders, en daarachter vindt ge gedrukt het: z/tarif des consommations". De „consommation" wordt gebracht door een echt groenen Duitschor, die in zuiver Hollaudach niet tot vijf-eu-twintig kan tellen. In September gaat deze met eene mooie som baar geld naar zijn land terug. Een geschikte Hollandsche jongen kan toekijken. Och, w|j zgn zulke wereldburgers! Weet ge dan niet, dat de Fransche taal de mode taal is? Wie maken, dat de aandeelhouders van het //Kur- haus" een goede rente krijgen? Natuurlijk de Hollanders. Hoe weinig Franschen treft men zomers te Sche- veningen. Deze gaan, zoo ze naar de zeekust willen, liever naar Trouville, Dieppe, Blanckenberghe, Os- tende, enz. Veel meer üuilschers en een enkel Engelschman. De Duitscher zal ons uitlachen om ons Fransch uithangbord, en de Engelschman verstaat in den regel evenmin het Fransch als het Hollandsch. Zeker vindt men in Duitschland ook opschriften in 't Fransch, doch het Duitsch is daarbij niet ver geten, neen, staat bovenaan, en zoo behoort het te wezen Niet alleen Den Haag en Scheveningen dóen ons door de uithangborden aan België denken, Amster dam evenzoo, zij het ook in mindere mate. Aan het Rijksmuseum is met gouden letters in 't Fransch aangegeven dag en uur, waarop men mag binnenkomen. Een aankondiging in 't Hollandsch heb ik niet ontdekt, 'tls immers ook ons vader landsch museum. Kom in het Panopticum te Amster dam eu aanschouw de groep «naar de maliebaan." Wat zou een vreemdeling zeggen van die groep? Zou men het in Frankrijk en in Dnitschland wagen, op dergelijke wijze een deel van het leger ten toon te stellen? Verhoogt die onwaardige voorstelling het gevoel van eigenwaarde bij den soldaat? Het paleis op den Dam bevat veel, dat aan de schitterende daden onzer voorvaderen in 't lange ver leden herinnert. Ik werd er, eenige maanden gele den, rondgeleid te gelijk meteen troepjeEngelschen. De gids toonde ons de vlaggen en wimpels, door Tromp en De Ruijter, volgens de door den gids in 't Engelsch gegeven verklaring, veroverd op de Engelschen in de oorlogen in Indië. Ik zei den gids, dat deze aanvoer ders nooit in Indië geweest waren, dat zeker een deel der vlaggen te Chattham in Engeland zelf werd ver overd. De man maakte er zich af met te zeggen, dat hy in die korte oogenblikken geen les in de ge schiedenis geven kon. Ik vroeg alleen, nu het hoog hartige Engelschen gold, juist te zgn bij zijn verkla ring omtreut ons geschiedkundig verleden. Zulke outmoetingen treffen mij meer dan velen, die rustig iu 'tland blgven. In het buitenland wordt ons landje zoo weinig gekend. Zoo weet een telegrafist te Pargs geen weg met een telegram bestemd voor La Haye. Op Duit- sohe badplaatsen, grootendeels door Hollanders be zocht, vindt men nergens eepige aankondiging in onze taal. Waarom moeten w|j, al zyn w|j oen klein volk, overal de minste zyn. De taal is het volk. Laat ons, hier zgnde, voelen, dat we ten minste te huis zijn; laat ons dit ook den vreemdeling doen gevoelen, hy zal, als zijn hart op de goede plaats zit, ons er hooger om achten. Laat ons onze nauwe grenzen niet enger maken door hier een vreemde taal in te voeren waaron der ons vaderlandsch gevoel lijdt. Ieder strgde in zijn kring. Terwijl alle legers in Europa zich gereed maken, om de bewapening der infanterie volgens do eischen van den tyd te hervormen, ia het merkwaardig na te gaan, op welke wyze de Tnrksohe regeering zich, volgens 't geen onlangs is aan het licht gebracht, van die taak heeft gekweten. Reeds in het jaar 1886 was de Turksche generale staf tot de slotsom gekomen, dat het noodig was repeteergeweren te bezitten, waarvan eene bestelling van 400,000 stuks het gevolg moest zijn. Van verschillende zijden volgden aanbiedingen, en weldra kon er tot uitgebreide proefnemingen worden overgegaan. In de commissie, welke met het onderzoek belast was, namen o. a. drie generaals van het Duitsche leger zitting, welke door hun regeering als adviseurs ter beschikking van den sultan waren gesteldverder enkele officieren van het Turksche departement van oorlog, terwijl Muschir Derwish Pacha het voorzit terschap bekleedde. De commissie kwam tot het besluit, dat het Mauserstelsel van 11 mm, de voorkeur verdiende. Het trof nogal zeer toevallig, dat de Duitsche Regeering toen juist van stelsel veranderde, om zich niet door het Lebel-geweer van Frankrijk to laten overvleugelen. Men dacht zoo aan de Spree, dat er eene onverwacht gunstige golegenheid was aangebroken om een ander te doen genieten van het vacant komend vuurwapen der Duitsche infanterie. Inderdaad werd die aflegger van de Duitsche infanterie door Turkije aanvaard. Enkele gedienstige geesten vonden het echter noodig in de nabijheid van den sultan te fluisteren, „of de Groote Heer wel wist, dat aan Turkije op die wijze een aflegger in de maag werd gestopt?" Nu, dat wist de groote heer zóó weinig, dat het plan op het alleronverwachtst afsprong. Voor de eer der overneming werd bedankt; men vond bij nader inzien beter zich ook van een geweer van klein kaliber te voorzien. Men onderhandelde daarop rechtstreeks met Mau ser, en op 9 Februari 1887 werd met hem een con tract gesloten voor de levering van 500,000 infanterie- geweren, en 50,000 cavalerie-karabijnen, van 9,2 mM. De zaak bad dus oogenscbijnlqk baar beslag ge kregen ^toch haporde er nog wel iets. In de eerste plaats was Mauser wel werktuigkun dige, en als men het zoo wil noemen uitvin der op bet gebied der wapenfabricatiemaar hij beschikte niet over een fabriek van zoodanigen om vang, als noodig was voor een zoo belangrijke leve ring. Om de noodige voorbereidende maatregelen te kunnen treffen, verzocht hij dan ook, hem binnen een maand een voorschot van 4 Va millioen gulden uit te betalen. Hiermede had hij evenwel het ge bied betreden, waarop de Turksche regeering eenigs- zins zwak is; achterstallige schulden zgn daar geene zeldzaamheden; doch voorschotten op financieel ge bied vallen minder in den smaak. Dit belette echter niet dat het voorschot werd toegestaan, namelijk bij wijze van beloftede werke lijke uitbetaling, waartegen schriftelijk niet het minste bezwaar was geopperd, liet zich echter wachten. Mauser kreeg niets;of liever, dat is minder juist uitgedrukt; hij kreeg wel iets, namelijk ridderorden. Hij werd met beleefdheden overladen; en zulks als schadeloosstelling voor de ontbrekende fondsen. Eindelgk, na een paar jaar van wederzijdsche be loften en plichtplegingen, kwam het tot betalen; met dien verstande, dat de Turksche regeering, door ondervinding geleerd, het voorbeeld van Duitschland volgde. //Waarde Mauser" in dien geest liet Turkye zich uit«ge doet toch in vuurwapenen, we hebben hier nog een partytje, zoowat 200,000 stuks oude geweren, die niet best meer te gebruiken zijn, die moet ge nu in mindering van het voorschot van ons overnemen, want de geheele som is ons inderdaad te machtig." Om den goeden klant niet te verliezen en eindelijk een begin te kunnen maken, stemde Mauser met dezen voorslag in, zeker donkende: beter iets dan niets. De oude geweren verhuisden van Oost naar West, om spoedig in zuidelyke richting hun weg te vinden. Mauser zette ze namely k van de hand aan Bel gische fabrikanten, die ze als /primeurs" aan Afri- kaansche troepen verkochten. Dat zaakje was dus afgehandeld en Mauser, alzoo, ten deele gesteund door geld uit Afrika, in staat gesteld met de levering te beginnen. Volgens contract zou bij 15,000 stuks per maand afleveren. Zulk een vaart liep het evenwel nu niet; 5000 stuks werden in dat tijdvak geleverd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2