nr.
3 eekhoorntjes, 3 stekelvarkens, 1 papegaai, 130
duiven, 3 ezels, 2 pauwen en 1 zeehond.
Earl van Fife, de aanstaande echtgenoot van
Prinses Louise, dochter van den Prins van Wallis,
is zeer rijk en daarbg een bekwaam en geestig man.
Hg was een der begeerlijkste partgen in de Engel-
scbe aanzienlijke kringonmaar hoevele mama's ook
haar best deden om hem de oogen te openen voor
de bekoorlijkheden eu deugden harer dochters,
hg bleef ijskoud voor alle schoonen, en langzamerhand
kreeg hij zelfs den naam, een vrouwenhater te zijn.
Prinses Louise was reeds als klein kind zeer op
hem gesteld, toen hij nog burggraaf Macduff heette
(hg is een afstammeling van Macbeth's overwinnaar).
Zij had toen, evenals andere kleine meisjes, dikwijls
ondeugende kuren en bracht vaak bedienden en
ouders tot wanhoop maar als zij hoorde, dat //Mac"
kwam, zooals men den burggraaf noemde in den
huiseljjken kring van den Kroonprins, waar hij tot
de vertrouwde vrienden behoorde, dan droogde zij
hare tranen, stond op en ging met een allerliefst
gezichtje haren vriend begroeten.
Op 7jarigen leeftijd vroeg zij hem ten huwelijk,
en dat is nu ernst gewordenwant wMac" vergat,
naar men verzekert, nooit dien wensch der kleine
prinses, dien hij nu zal vervullen.
Lord Fife, die na zijne verkiezing tot lid van het
Parlement optrad met een hervormingsvoorstel be
treffende het grondbezit, dat den landeigenaren de
haren ton berge deed rijzen van ergernis, heeft op
zgn eigen landgoedoren de door hem gewenschte
hervormingen toegepastde pachten verlaagd en de
rechten der pachters uitgebreid en verzekerd. Hij is
dan ook een der meest beminde landheeren in Schot
land. Eenmaal in 't jaar verzamelt hij de geheele
Clan der Macduffs om zich tot oen volksfeest, waarbij
de Schotsche Hooglanders, die allen, evenals hun
Clan-opperhoofd, in de bekende nationale kleeder
dracht verschijnen hunne krijgshaftige volksspelen,
o. a. ook den zwaarddans, uitvoeren.
De Koningin, die haren aanstaanden kleinzoon
van jongs af kent, moet met dit huwelijk zeer in
genomen zgn.
Voor de Rechtbank te Dijon stonden dezer dagen
de beide Hindoes terecht, die bewoorden ooglijders
te genezon door een zalf, bereid uit //Opgeloste
diamanten", welke edelgesteenten de patiënten
natuurlijk zeiven moesten leveren.
Worden dikwijls bij terechtzittingen veel woorden
-verspild, de eerste zittingen in dezo zaak hadden
de eigenaardigheid, dat er bijna geen woord ge
sproken werd, want de Indische dokters, in zijden
tabbaarden en met gele tulbanden op, konden de
rechters niet verstaan, evenmin als deze hen konden
begrijpen. Nadat de heeren een paar zittingsdagen
vruchteloos beproefd hadden zich door gebaron
verstaanbaar te maken, gelukte het eindelijk aan
het Openbaar Ministerie een tolk te vinden, en door
bemiddeling van dezen man, een gewezen tuinman
van den Radjah van Cashmere, hadden de Hindoes
eindelgk het genoegen te vernemen, dat zij tot zes
maanden gevangenisstraf waren voroordeeld, wegens
oubevoogd uitoefenen van de geneeskunsten oplichterij.
De heer Eiffel is op het denkbeeld gekomen om
óp het platform van zijn toren, d. i. de derde ver
dieping, een spoorweg aan te leggen en zooals van
plein te gaan en de pret, tot bijna tien uur aan
den gang te houden.
Maar twee uren later, toen het nauwelijks mid
dernacht was, werden de bersaglieri opgewekt door
de sergeants, die hun een teeken gaven om doodstil
te zijn. De drie officieren van de korapagnie waren
reeds tegenwoordig, zonder sabels, alleen met een
revolver gewapend. In een oogenblik, en zonder de
minste beweging waren alle soldaten gereed. Acht
van de zwaksten moesten achterblijven; toen klom
de kapitein in een venster, dat in den tuin uitkwam,
sprong er uit, en werd in de grootste stilte door de
anderen gevolgd; zij gingen naar een eikenboschje,
dat eenige schreden verder lag, waar do divisie in
drie troepjes werd verdeeld, één van dertig, en twee
elk van twintig man; de laatste onder bevel van de
beide sergeants, bet eerste van de beide officieren,
terwgl do tweede luitenant den weg weos. Toen
alles afgesproken was, gingen allen op weg, en baan
den zich, voorzichtig een pad door de struiken; zij
liepen zoo onhoorbaar als schimmen, en lieten het
dorp in diepen slaap gedompeld achter zich. De
nacht was donker, en de zwarte gedaanten vermeng
den zich met de schaduwen van het bosch.
Het plan van den luitenant was uitstekend geslaagd.
De beide sergeants hadden buitengewone scherpzin
nigheid aan den dag gelegd, en door de soldaten de
zelf spreekt werd het werk opgedragen aan Decau-
ville; de bezoekers van den Eiffoltoren kunnen
thans op eene hoogte van 280 Meter boven de ten
toonstelling, in een spooitrein rgden. Eiffel en De-
cauville, beiden, leden der vereeniging van civiel-
ingenieurs te Parijs, hebben op ruime schaal bgge-
dragen tot het welslagen der tentoonstelling, ofschoon
op verschillende wijzen -. do een in de hoogte, de
andere in de lengtedoch het opmerkelijkste is,
dat met het oog op het vorwerkte metaal, het
niot de reuzentoren is die do kroon spant, maar
de kleine spoorweg.
De spoorweg van Decauville, welks diensten op de
tentoonstelling zoo zeer door het publiek op pr|js
worden gesteld, heeft sedert twee jaren zulk oene
vlucht genomen over geheel de wereld, dat de inrich
tingen te Petit-Bourg, die het uitsluitend recht der
vervaardiging bezitten en reeds meer dan 8000 ki-
lometer leverden nu de kolossale hoeveelheid van
3,000,000 kilogram staal per maand verwerken.
Dus wanneer èn de Eiffeltorea, wegende 7,600.000
KG. èn de Machiue-galer|j, 12,000.000 KG. wegende,
zouden worden omgewerkt tot rails Decauville, dan
zouden deze beide ontzagwekkende gevaarten slechts
zes en een halve maand voorzien in de behoeften
der fabrieken te Petit-Bourg.
Men moet de fabrieken te Petit-Bourg gezien hebben
om zich eene voorstelling te kunnen maken van hunne
uitbreiding, gedurende de laatste jaren, sedert de
associatie van den heer Decauville ainé met zijn beide
broeders, en de onophoudelijke verbeteringen, welke
worden aangebracht aan de verschillende typen van
rails, waggons en locomotieven.
De fabrieken te Petit-Bourg zijn steeds tweemaal
per week (Dinsdag en Vrijdag) toegankelijk voor het
publiek, industrieëlen, planters of belangstellenden.
Het is een uitstapje van een achtermiddag, dat zeer
is aan te bevelen ter aansluiting aan een bezoek der
tentoonstelling.
Drie honderd leden van de Vereeniging van werk
tuigkundige ingenieurs van Londen, waarvan de heer
Decauville ainé eere-lid is, bezochten reeds de fabrie
ken van hun Franschen collega. Deze fabriek is ook
reeds sedert lang in ons land gunstig bekend, door
bare groote leveringen herwaarts en naar onze Kolo
niën deze leveringen geschieden door bemiddeling der
heeren Van den Honert en Punt, Kalkmarkt 7 Am
sterdam, die sedert tal van jaren den heer Decauville
voor Nederland vertegenwoordigen en bij wie men
steeds alle inlichtingen en geïllustreerde prijscouran
ten verkrijgen kan.
De citroenen, welker varfrisschend sap in deze
warme ilagen zoovelen welkom is, worden het
veelvuldigst aangetroffen op het eiland Sicilië,
waar zi> een zeer belangrijk uitvoerartikel zijn.
Eene welbekende verscheidenheid is eene soort,
die daar te lande lunarewordt genoemd, en
die elke maand des jaars, zoowel in bloesem als
in vrucht, aan den boom wordt aangetroffen. De
eigenlijke citroenen worden in twee soorten ver
deeld, de echte en de bastaard-citroenen. De
eerste komt vooit uit de bloesoms vau April en
Mei, de andere van de onregelmatige bloesems in
do maanden Februari, Maart, Juni en Juli, die
afhankelijk zijn van den gevallen regen of kunst
matige besproeiing, zoowel als van langdurige
warmte. De echte citroen heeft negen maanden
noodig om goed rijp te worden, van den bloeitijd
beste inlichtingen gekregen. De berichten die de
een of andere syndicus, of aanzienlijke uit den om
trek, hun had doen toekomen, of die zij ontvangen
hadden van den prefect van Cosenza, en de vertrou
welijke mededeelingen van de roovers of verlofgan
gers aan de soldaten, hadden langzamerhand de
officieren de middelen aan de hand gedaan, om een
beslUsenden slag te slaan. Op dien eigen dag tegen
drie, uur in den morgen zouden vijftien roovers te
San Martino bijeenkomen, en vandaar op een stroop
tocht uitgaan. Het plan was nu hen te overvallen,
terwijl de sergeants de tegenovergestelde richting
zouden inslaan; de eene zou zich dan eerst naar
Cavallerizze en vervolgens dadelijk naar Cerseto be
geven; de andere naar Mongrassano en verder naar
Cervicati om de verlofgangers, wier namen en ver
blijfplaatsen behoorlijk op de lijst waren opgeteekend,
in hunne woningen op te zoeken, en mee te voeren.
De soldaten, die maar niet hadden kunnen begrij
pen, waarom men hen toch al de weelde van Capua
had laten genieten, en 't gedrag van hun kapitein
minstens zeer zonderling hadden gevonden, waren
nauwelijks in 'tboschje bijeen, of ze begrepen wat
het doel van dat alles geweest was, en zij waren
dadelijk bereid om hunne superieuren te gehoorza
men, en hunne plannen met alle macht te onder
steunen.
De afdeeling van den kapitein daalde af in een
hollen weg, dién zij aan de tegenoverliggende zijde
terstond weer verlieten, verborgen onder bet dichte
in Mei tot einde Januari. Deze soort wordt drie
maal geoogstvoor het eerst in November, wanneer
ze groen z|jn en nog niet geheel rijp; de vrpcht
wordt vervolgens in kisten bewaard tot Maart, soms
zelfs tot Mei, en vormt dan de fijnste, saprgkste
en meest gezochte soort; in voornoemde maanden
vindt dan de verscheping plaats. De tweede oogst
volgt in December en Januari; de opbrengst hier
van moet reeds na drie weken worden verzonden
in dien tijd hebben ze reeds hunne gele kleur ge
kregen. Eindelgk komt in Maart en April de derde
pluk, die onmiddellgken uitvoer bestemd is.
De bastaard-citroenen zijn dun van schil en heb
ben afwgkende vormen en kleur; ze zgn hard,
rgk aan zure sappen en zonder zaden. In 't begin
van Juni gezet, blijft ze groen tot den volgendon
April en r|jpt eerst m Juli. Deze vrucht blijft dus
meer dau een jaar aan den boom en wordt ook
alleen in den midden-zomer verkochtze is beter
dan de echte tegen weer en wind en tegen de
insecten bestand en levert daardoor dikwijls een
betere opbrengst dan de fijnere soorten.
1
De wetenschappelijke reiziger Georg H. Boehmer,
to Washington, verhaalt in zijn onlangs te Woenen
uitgegeven boekwerk, getiteld: Elektrische Erschei-
nungen in den Rocky Mountainshoe hij jaren gele
den, belast met de oprichting van een meteorologisch
waarnemingsstation op den top van den Pikes Peak
in Colorado, dien borg beklom en op een grootea
vlakken rotsstoen overnachtte, die nog heden op de
ambtelijke kaarten ooder den naam //Boohmer's bed»
wordt aangeduid.
//Gedurende den nacht," deelt hij mede, //verhiof
zich een tamelijk hevige stormwind, gepaard met
een weinig sneeuw, terwgl ik een luid knappen en
knetteren waarnam. Ik zelf bad over het geheele
lichaam een gevoel alsof ik met duizenden naal
den geprikt werd, mg'ne haren en baard werden
electrisch, terwgl ik aan mijzelf eene onbeschrijflijk
vreemde gewaarwording bespeurde. Op de metalen
voorwerpen, door mij medegenomen, vertoonden zich
violetkleurige vonken, van ongeveer een kwart duim
breed en omtrent twee duim lang, welke bij aanra
king dier voorwerpen terstond verdwenen, doch b|j
het teruglrekken der vingers, zoowel daaraan als
aan het metaal, onmiddellijk terügkwamen en als
dwaallichten op en nêer dansten. Mijn kookge-
reedschap, mijne instrumenten, zelfs de knoopenaan
den stormband mgner muts werden electrisch en
boden alle een wonderschoon, hoewel zeer eigenaardig
schouwspel aan. Het knetteren in de sneeuw ver
anderde in een eigenaardig zingend geruisch, dat
met het toenemen en afnemen der vallende sneeuw
in direct verband scheen te staan. Toen het
sneeuwen ophield, verdwenen ook de electrische
verschijnselen. Ik moet hierbij nog opmerken, dat er
van de electrische vonken volstrekt geene warmte uit
ging. Eene herhaling der electrische verschijnselen
had plaats, toen de geheele weg was afgelegd, b|j
gelegenheid dat er een aantal bezoekers waron,
terwijl 3000 voet lager zich een onwedor ontlastte.
Men hoorde weder hetzelfde zingende geruisch,
alle aanwezigen werden electrisch en b|j weder-
zijdsche aanraking sprongen er4 ronken van tamelijke
lengte en geel-violettekleur over. De haren van de
staarten der niet rer van ons staande paarden
weken van elkander of divergeerden, en papiersnip
pers, die ik op een afstand van 12 voet naar de
gebladerte der reusachtige kastanjebooraen. De tweede
luitenant die de topographische kaart, welke hy ge-
teekend had, goed bestudeerd had wees hun den
weg. Zoo trokken z|j snel in twee groopen voort,
over hoogten en heuvels, door struiken en heggen,
soms door de droge beddihg eener beek, en altgd
zoo ver mogelgk van het gebaande pad, zonder
voorhoede of flankenrs.
Plotseling bleef de luitenant staan en met hem
de gansche troep.
Zij hadden omtrent het derde van eene mijl afge
legd, bijna geheel verborgen ttisschen dichte varens
die wel een paar meter hoog waren; de luitenant
echter, had, en door de duisternis, en door de in-
eengegroeidc struiken, elk spoor verloren, waarnaar
h|j zich zou hebben kunnen richten; toen kwamen
zij aan eene opene plek, die de luitenant niet ver
wachtte. Toen de eerste groep stilstond, voegde de
tweedo zich spoedig bij hen, en de kapitein vroeg:
Waarom blijft g|j staan P
Ik bon zeker van den weg af, maar ik zal mij.
wel orienteeren.
Pas toch op, wij hebben geen tijd te vorliezen,
anders loopt alles weer met een sisser af.
Wees maar gerust; laten wij nog een beetje
verder gaan, dan zal ik beter kunnen zien, waar de
vallei ligt.
Zij gingen verder, en stonden weldra stil op den
hoegen kant van den weg. i
Wordt vervolgd.)
dieren wierp, werden door hen aangetrokken en
bleven aan hunne staarten hangen. Na eene ont
lading in den benedendampkring hielden de ver
schijnselen op, doch zij herhaalden zich met grooter
of geringer intensiteit, verscheidene malen gedurende
de eerstvolgende 10 of 15 minuten, den tijd, dien
bet onweer duurde. Ik moet hier opmerken, dat
gedurende het veertienjarig bestaan van het station
alle dergelijke verschijnselen, met weinig uitzonde
ring, alleen des zomers en bij sneeuw of lichten
hagel zgn waargenomen."
Op den 25 Juni had te Brost eene eigenaardige
plechtigheid plaats. De stoffelijke overblijfselen van
een marine-officier, welke reeds een eouw gohden
gesneuveld is, werden in de haven aangevoerd, en
op plechtige w|jze ter aarde besteld.
De Chevalier De Lange was in 1787 comman
dant van de Astrolabe en nam deel aan de expe
ditie van La Perouse, welke op ontdekkingen was
uitgezonden.
Bij de Samoa-eilanden in den laats ten t|jd
meer bekend geworden ging hij met oen kleine
macht aan wal om provisie in te koopen; de inboor
lingen dier eilanden namen evenwel eene vijandige
houding aan, en De Lange werd op den Hen
December 1787 verradeigk vermoord.
Zijn stoffelijk overschot is na een eeuw opgespoord
door een R. C. zendeling Mgr. Vidal, en naar
Frankrijk overgebracht.
Te 8 uur r. m. op 25 Juni 11. schaarden zich
alle troepen van het garnizoen, op de kade met
het front naar de haven, waar de Bretagne lag,
welke het gebeente van den zeeheld had overgevoerd.
Nadat de chef der Marine met zijn staf was aan
gekomen werden 13 saluutschoten vau de BretagHe
gelost als signaal dat de kist in de rouwsloep was
neergelaten.
Getrokken door een stoombootje en gevolgd door
sloepen van alle aanwezige marineschopen, naderde
de rouwsloep statig de kade.
Zeven saluutschoten klonken van de kustbatterg,
toen de lijkbaar door acht gedecoreerde bootslieden
aan wal werd gezet.
Een void-affuit, getrokken door vier paarden
stond gereed, als hulde van de Landmscht, om de
lykbaar van de Mariue over te nemen Een prachtige
lijkkrans werd door een kleinzoon van den overledeue,
namens de familie op do kist gehecht.
Vier hoog geplaatste raarino-officieren, vrienden
van de familie, droegen de slippen vau het lijkkleed.
Te 9 uur stelde de troep zich in beweging, haar
de kerk St. Louise, alwaar de lijkmis werd gevierd,
terwgl afwisselend twee muziekkorpsen dor marine
treurmuziek deden hooren.
Na afloop der kerke! gke plechtigheid werd de
kist in een gemetselde nis, zijwaarts van het hoog
altaar bggezet, alwaar op de zerk eenige woorden
aan do nagedachtenis van den ontslapene waren gewijd.
De Chevalier De L. was kapitein ter zee, ridder
der Fransche orde van St. Louis, en der Ameri-
kaansche vau Cincinnatiis.j eu lid der Marine-
Academie.
De teraardebestelling werd door een groot gedeelte
der bevolking vatt' Brest bggewoond, z|j had in de
grootste orde plaats, en maakte op alle aanwezigen
een diepen indruk, als een bewijs dat Frankrijk
zijne kinderen niet vergeet, welke in dienst des
vaderlands gesneuveld zijn.
Na eenige jaren verblijf in den vreemde, had ik
het voorrecht weder den vaderlandschen bodem te
betreden, schrijft ffeen goed Hollander" aan Het Pad.
Hoe aangenaam is het aan de grenzen weer onze
taal te hooren; het: //kaartjes heeren" klinkt ais
muziek. Waar is het, dat de liefde voor den ge
boortegrond den mensch bijblijft, als ware ze iu zijn
hart gegrift; het vaderland bovenal, hoe goed het
hem ook in vreemde landen moge gegaan zijn. Hg
mogo wel eens zeggenm|jn vaderland is daar, waar
het goed is, doch die woorden zullen niet uit het
hart komen; steeds zal hij ze uiten met eenige
weifeling.
Het deed m|j leed te zien, hoe weinig van hot va-
derlandsch gevoel bl|jkt bij velen, die steeds op dezen
bodem bleven; hoe onze taal b|j die van vreemde
wordt ten achter gesteld; ik zou bijna zeggen in de
achterbuurten onder (lak gebracht.
Wandel door de Haagsche winkelstraten Hoog-,
Veene-, Spui-, Wagenstraat, Pootén overal, bij bijna
lederen winkol of magazijn ontwaart ge Fransche
opschriften, overal in de FranscUe taal aanduiding
verkrijgen waren en koopmanschappen;
wder hotelhouder laat in het Fransch weteu hoe
laat en togen welken prijs er by hem gegeten wordt,
6r ,^aPP0r waar zlïn "Salon pour la barbe" is.
Aanschouw de gevels, de groote spiegelruiten, de
deuren zelden zult ge de Hollandsche taal aantreffen.
Begrijpt men dat niet, dat men juist daardoor den
oigenaardigen indruk, dien ons land op vreemdelingen
maakt, wegpeemt en bederft; dot men daardoor het
oog kwetst van ieder, die nog eenig begrip heeft
van vaderlandsch gevoel?
Toen ik onbekend met het Italiaansch, voor 't
eerst de Italiaansche steden en doipen zag, voelde
ik, de straten doorwandelende, dat ik in een vreemd
land yu, vooral ook door de opschriften en uithaug-
bordeu aan winkels en koffihuizen.
Voor een Franschman neemt ge, door al uw Fran
sche opschriften het eigenaardige weg en hij zoude
zich te Brussel wanen, waren de straten wat breeder
en ruimer.
Komen er dan zoovele Franschen hier voor hun ge
noegen reizen, dat dergelijke opschriften noodig zijn?
Vormen zij het grootste deel der klanten? Immers
neen!
Doordat Den Haag een hofstad, is, zetel van de
regeering, is het natuurlijk, dat hier gezinnen zul
len gevonden worden, waar 't Fransch de hoofdtaal
is; doch welk een gering deel maken deze bij de
menigte!
Een Franschman verlaat ongaarne zijn vaderland
om zich elders te vestigen; doet hij het, zoo blijft
hij daar vreemdeling. Wij, Hollanders, zijn dan blij
ons Fransch bij hem te luchten en besparen hem de
moeite iets van onze taal over te nemen, die hij
eenvoudig als niet bestaande erkent.
Kom in het //Kurhaua". Waarom noemt men het
z/Kurhaus"? Wellicht omdat men het Fransche
woord //maison des bains" te lang vond en
badhuis klinkt immers zoo burgerlijk. Nadat ge
door de //entree" zijt binnengegaan, ziet ge op
de binnendeur het woord: //poussez", duwen is ook
niet netjes. In het Fransch is het program ge
steld van een muziekuitvoering door Hollanders voor
Hollanders, en daarachter vindt ge gedrukt het:
z/tarif des consommations". De „consommation"
wordt gebracht door een echt groenen Duitschor,
die in zuiver Hollaudach niet tot vijf-eu-twintig
kan tellen. In September gaat deze met eene mooie
som baar geld naar zijn land terug. Een geschikte
Hollandsche jongen kan toekijken.
Och, w|j zgn zulke wereldburgers!
Weet ge dan niet, dat de Fransche taal de mode
taal is?
Wie maken, dat de aandeelhouders van het //Kur-
haus" een goede rente krijgen?
Natuurlijk de Hollanders.
Hoe weinig Franschen treft men zomers te Sche-
veningen. Deze gaan, zoo ze naar de zeekust willen,
liever naar Trouville, Dieppe, Blanckenberghe, Os-
tende, enz. Veel meer üuilschers en een enkel
Engelschman. De Duitscher zal ons uitlachen om
ons Fransch uithangbord, en de Engelschman verstaat
in den regel evenmin het Fransch als het Hollandsch.
Zeker vindt men in Duitschland ook opschriften in
't Fransch, doch het Duitsch is daarbij niet ver
geten, neen, staat bovenaan, en zoo behoort het te wezen
Niet alleen Den Haag en Scheveningen dóen ons
door de uithangborden aan België denken, Amster
dam evenzoo, zij het ook in mindere mate.
Aan het Rijksmuseum is met gouden letters in 't
Fransch aangegeven dag en uur, waarop men mag
binnenkomen. Een aankondiging in 't Hollandsch
heb ik niet ontdekt, 'tls immers ook ons vader
landsch museum. Kom in het Panopticum te Amster
dam eu aanschouw de groep «naar de maliebaan."
Wat zou een vreemdeling zeggen van die groep? Zou
men het in Frankrijk en in Dnitschland wagen, op
dergelijke wijze een deel van het leger ten toon te
stellen? Verhoogt die onwaardige voorstelling het
gevoel van eigenwaarde bij den soldaat?
Het paleis op den Dam bevat veel, dat aan de
schitterende daden onzer voorvaderen in 't lange ver
leden herinnert. Ik werd er, eenige maanden gele
den, rondgeleid te gelijk meteen troepjeEngelschen.
De gids toonde ons de vlaggen en wimpels, door Tromp
en De Ruijter, volgens de door den gids in 't Engelsch
gegeven verklaring, veroverd op de Engelschen in de
oorlogen in Indië. Ik zei den gids, dat deze aanvoer
ders nooit in Indië geweest waren, dat zeker een deel
der vlaggen te Chattham in Engeland zelf werd ver
overd. De man maakte er zich af met te zeggen,
dat hy in die korte oogenblikken geen les in de ge
schiedenis geven kon. Ik vroeg alleen, nu het hoog
hartige Engelschen gold, juist te zgn bij zijn verkla
ring omtreut ons geschiedkundig verleden.
Zulke outmoetingen treffen mij meer dan velen, die
rustig iu 'tland blgven.
In het buitenland wordt ons landje zoo weinig
gekend. Zoo weet een telegrafist te Pargs geen weg
met een telegram bestemd voor La Haye. Op Duit-
sohe badplaatsen, grootendeels door Hollanders be
zocht, vindt men nergens eepige aankondiging in
onze taal.
Waarom moeten w|j, al zyn w|j oen klein volk,
overal de minste zyn.
De taal is het volk.
Laat ons, hier zgnde, voelen, dat we ten minste te
huis zijn; laat ons dit ook den vreemdeling doen
gevoelen, hy zal, als zijn hart op de goede plaats zit,
ons er hooger om achten.
Laat ons onze nauwe grenzen niet enger maken
door hier een vreemde taal in te voeren waaron
der ons vaderlandsch gevoel lijdt.
Ieder strgde in zijn kring.
Terwijl alle legers in Europa zich gereed maken,
om de bewapening der infanterie volgens do eischen
van den tyd te hervormen, ia het merkwaardig na
te gaan, op welke wyze de Tnrksohe regeering zich,
volgens 't geen onlangs is aan het licht gebracht,
van die taak heeft gekweten.
Reeds in het jaar 1886 was de Turksche generale
staf tot de slotsom gekomen, dat het noodig was
repeteergeweren te bezitten, waarvan eene bestelling
van 400,000 stuks het gevolg moest zijn.
Van verschillende zijden volgden aanbiedingen, en
weldra kon er tot uitgebreide proefnemingen worden
overgegaan.
In de commissie, welke met het onderzoek belast
was, namen o. a. drie generaals van het Duitsche
leger zitting, welke door hun regeering als adviseurs
ter beschikking van den sultan waren gesteldverder
enkele officieren van het Turksche departement van
oorlog, terwijl Muschir Derwish Pacha het voorzit
terschap bekleedde.
De commissie kwam tot het besluit, dat het
Mauserstelsel van 11 mm, de voorkeur verdiende.
Het trof nogal zeer toevallig, dat de Duitsche
Regeering toen juist van stelsel veranderde, om
zich niet door het Lebel-geweer van Frankrijk to
laten overvleugelen. Men dacht zoo aan de Spree,
dat er eene onverwacht gunstige golegenheid was
aangebroken om een ander te doen genieten van het
vacant komend vuurwapen der Duitsche infanterie.
Inderdaad werd die aflegger van de Duitsche
infanterie door Turkije aanvaard.
Enkele gedienstige geesten vonden het echter
noodig in de nabijheid van den sultan te fluisteren,
„of de Groote Heer wel wist, dat aan Turkije op
die wijze een aflegger in de maag werd gestopt?"
Nu, dat wist de groote heer zóó weinig, dat het
plan op het alleronverwachtst afsprong. Voor de
eer der overneming werd bedankt; men vond bij
nader inzien beter zich ook van een geweer van
klein kaliber te voorzien.
Men onderhandelde daarop rechtstreeks met Mau
ser, en op 9 Februari 1887 werd met hem een con
tract gesloten voor de levering van 500,000 infanterie-
geweren, en 50,000 cavalerie-karabijnen, van 9,2 mM.
De zaak bad dus oogenscbijnlqk baar beslag ge
kregen ^toch haporde er nog wel iets.
In de eerste plaats was Mauser wel werktuigkun
dige, en als men het zoo wil noemen uitvin
der op bet gebied der wapenfabricatiemaar hij
beschikte niet over een fabriek van zoodanigen om
vang, als noodig was voor een zoo belangrijke leve
ring. Om de noodige voorbereidende maatregelen te
kunnen treffen, verzocht hij dan ook, hem binnen
een maand een voorschot van 4 Va millioen gulden
uit te betalen. Hiermede had hij evenwel het ge
bied betreden, waarop de Turksche regeering eenigs-
zins zwak is; achterstallige schulden zgn daar geene
zeldzaamheden; doch voorschotten op financieel ge
bied vallen minder in den smaak.
Dit belette echter niet dat het voorschot werd
toegestaan, namelijk bij wijze van beloftede werke
lijke uitbetaling, waartegen schriftelijk niet het minste
bezwaar was geopperd, liet zich echter wachten.
Mauser kreeg niets;of liever, dat is
minder juist uitgedrukt; hij kreeg wel iets, namelijk
ridderorden. Hij werd met beleefdheden overladen;
en zulks als schadeloosstelling voor de ontbrekende
fondsen.
Eindelgk, na een paar jaar van wederzijdsche be
loften en plichtplegingen, kwam het tot betalen;
met dien verstande, dat de Turksche regeering, door
ondervinding geleerd, het voorbeeld van Duitschland
volgde.
//Waarde Mauser" in dien geest liet Turkye
zich uit«ge doet toch in vuurwapenen, we hebben
hier nog een partytje, zoowat 200,000 stuks oude
geweren, die niet best meer te gebruiken zijn, die
moet ge nu in mindering van het voorschot van ons
overnemen, want de geheele som is ons inderdaad
te machtig."
Om den goeden klant niet te verliezen en eindelijk
een begin te kunnen maken, stemde Mauser met
dezen voorslag in, zeker donkende: beter iets dan
niets. De oude geweren verhuisden van Oost naar
West, om spoedig in zuidelyke richting hun weg te
vinden.
Mauser zette ze namely k van de hand aan Bel
gische fabrikanten, die ze als /primeurs" aan Afri-
kaansche troepen verkochten.
Dat zaakje was dus afgehandeld en Mauser, alzoo,
ten deele gesteund door geld uit Afrika, in staat
gesteld met de levering te beginnen.
Volgens contract zou bij 15,000 stuks per maand
afleveren. Zulk een vaart liep het evenwel nu niet;
5000 stuks werden in dat tijdvak geleverd.