Buitealandsch Overzicht.
diers, zooals de kronende granaat aanwees; de andere
opgedragen aan de jagers, gelijk de hoorn, die de
wapengroep dekte, aanwees.
In het ontspanningslokaal sprak de kolonel de
feestgenooten toe. Hij bracht in herinnering de op
richting van het regiment Grenadiers en Jagers in
1829 door Koning Willem I, met de bepaling, dat
alleen daarbij mochten dienen zij, die zich deze eer
door verschillende eigenschappen hadden waardig ge
maakt, zoodat ook heden ten dage nog een plaatsing
bij het keurcorps als een voorrecht mag worden aan
gemerkt. Daarna wees hij op de belangstelling en
het goede hart, door Z. M. Koning Willem III het
corps toegedragen; en wijdde ten slotte in het bijzonder
een woord aan de onderofficieren, aan wier nauwge
zette plichtsbetrachting hij hulde bracht. De onder
officieren beantwoordden deze voor hen vereerende
hulde met een driewerf: Leve de kolonel.
Het verdere gedeelte van den feestavond werd af
wisselend onder dans en toespraken doorgebracht.
Omtrent de poging tot diefstal iu den nacht van
Donderdag op Vrijdag ten huize van den heer B.
te Bloemendaal, verneemt het H. D. nader dat de
inbreker te ongeveer 1 uur door een raam is bin
nengekomen en licht in de kamer ontstoken heeft.
Hij had er echter niet op gerekend dat de heer
des huizes en diens zoon welke laatste dien
avond laat vau eeue reis was gokomen nog op
waren. Toen de heeren geruoht in do aangrenzende
kamer hoorden, opende een hunner, de zoon, do
deur. Mogelijk zou nog eeno worstoling ontstaan
zijn, to meer daar de inbreker eene geladen revol
ver by zich had, maar de heer B. Senior snelde
mede toe en zoo werd men den inbreker meester.
Daarop werd de klok of bel, die op het huis staat,
geluid, waarop de politie toesnelde. Waarschijnlijk
is hiermede een sluw en gevaarlijk persoon gevat,
die anders nog heel wat had kunnen misdoen.
Voor het uiterlijk was hy een eenvoudig maar
net gokleed hoertje, zonder bijzondere kente-ikenen.
Iii een taschje' dat hij aan een riem om don hals
droeg, bevonden zich een diamant om glas te snijden
en andore «benoodigd heden" om ruiten te breken,
liefst zonder geraas, alsmede do reeds genoemde
revolver.
Bij een bezoek aan een groote fabriek te Apel
doorn, in de maand Februari, bij vriezend weer,
vernam de geneeskundige inspocteur, dat een 30—tal
jeugdige arbeidsters uit Epe en Heerde gedurende
eeno week te Apeldoorn verbleven, en bleek hem
dat zy den nacht doorbrachten in een nabijgelegen
schuur met aangrenzend kamertje. Na afloop van
den arbeid, van 's morgens 7 tot 'a avonds 7l/a
uur, met twee uur tusschenruimte, worden zij daarin
afgezonderd. Uit een zedelijk oogpunt, omdat daar
ook jongens werkten, passeerden zij den nacht met
vieren in één z.g. legerstede, geplaatst in de schuur,
in welke legerstede zich bevond los stroo, dat
slechts om de zes maanden was vernieuwd, met
een zeer schrale dekking. Voor dit logies betaalden
zij 10 centen 's weeks aan een opzichter dier fabriek,
die dit voor eigen rekening exploiteerde. De
zindelijkheid liet daarin te wer.schen over. Ofschoon
de directeur, opmerkzaam gemaakt op de onvol
doende ligging dier kinderen, antwoordde dat het
aan hem niet was, voor 't logies te zorgen, achtte
de inspecteur het toch wenschelijk, hem daarop
uit een humanitair oogpunt schriftelijk te wijzen
Wy hebben gezegd dat de posten onder aan eene
hoogte stonden; het touw was iets lager gespannen,
aan den voet van dien natuurlijken trap. De twee
mannen liepen dicht naast elkander, de helling af,
en verhaastten daarbij onwillekeurig hunne schreden,
en struikelden toen over het touw. De eene viel
plat op den grond, en dacht misschien dat een boom
wortel daarvan de oorzaak was; de andere viel op
zijne handen, maar 't gelukte hem niet om weer
overeind te komeu; want, terwijl drie bersaglieri zich
op den gevallenen wierpen, bracht de luitenant den
anderon zulk een slag toe, dat hij ter zijde van den
weg rolde.
Stil, of ge' sterft! hoorden de ongelukkigen
zich in 'toor fluisteren. De eene hield zich stil,
maar de andere begon te schreeuwen; nauwelijks
had hij echter een paar syllabes geuit of een slag
met dé kolf van 't geweer op zijn rug, benam hem
den adem, en het duurde eenigen tijd eer hij weder
tot bezinning kwam.
Ook deze roovers werden, geboeid als de vorige,
naar den kapitein gebracht.
Toen alles stil geworden was hoorde men een
venster open doen, daarop een ander, en twee vrou
wen keken er uit, en begonnen te praten. De sol
daten konden er niets van verstaan, daar zij zich
van de landstaal bedienden, maar het was gemakke
lijk te begrijpen, dat zy het schreeuwen van den
roover gehoord hadden, en niet wisten wat er gebeurd
was en wat de oorzaak was van het rumoer, dat
en te trachten Jdaarin verbetering te krijgen, door
betere dokking, door meerdere vornieuwing van
het stroo, en niet meer dan twee kinderen in een
legerstede bij elkander te laten slapen. Op dit
schrijven werd geen antwoord ontvangen.
Gelijk uit de medegedeelde verslagen van de
zittingen der Prov. Staten is gebleken, heeft het
bestuur van het Nederlandsch Landbou w-comité
zich tot de staten van enkele provinciën gewend met
het verzoek om deelneming in een waarborgfonds ter
bestrijdiug der eventuecle kosten, wegens inzending
van Nederlandsch vee op de in April 1890 te Buenos-
Ayres te houden landbouwtentoonstelling.
Te dien aanzien kunnen wij melden, dat het plan
van het bestuur is voor dit doel aan te koopen 50
stuks rundvee, op 400, 12 paarden, op ƒ900, en
8 stuks wol vee, op 100 per stuk berekend; te zamen
dus ƒ31,600. Verder wordt gerekend noodig te zijn
voor kosten van: voeding en oppassing aan boord,
transport, visitatie, legalisatie enz. a 265 per stuk
18,550, assurantie (10 pCt.) 3160, voeding en
oppassing te Buenos-Ayres gedurende 60 dagen a
f 2.50 per stuk per dag 10,500, onvoorziene uit
gaven 1890, tentoonstelling met waarschijnlijke
stichting van een paviljoen 10,000. Te zamen dus
75,000. Dit bedrag wenscht het bestuur te vinden
als volgtKrediet, voor eventueel verlies, te verlee-
nen door de Regeering 25,000, waarborgstelling
van de provinciën 20,000, id. van de maatschap
pijen, enz." 20,000, id. van particulieren ƒ10,000.
Over het waarborgfonds zal niet worden beschikt,
dan voor zoover er na verbruik van het rijks-krediet
nog een tekort mocht zijn en dan nog slechts ponds
pondsgewijze.
De Ned. (Jonsul in de Argentijnsche republiek,
thans tijdelijk in Nederland, heeft zijne voorlich
ting en hulp beschikbaar gesteld ook te Buenos-
Ayres, om een gewenschten afloop te verzekeren.
Volgens nadere berichten aangaande het spoorweg
ongeluk bij München, bestond de sneltrein uit 2 lo
comotieven en 24 wagens. Ten gevolge van een
verkeerden wisselstand liep de trein op een dood
spoor, waarop 3 wagens stonden. De beide locomo
tieven vielen omver en liggen nog in het zand. De
beambten, die uit den trein sprongen, bleven onge
deerd.1 Achter den voorsten goederenwagen volgde
een personenrijtuig en daarna een goederenwagen,
welke laatste opgeheven werd en daarna over de
geheele lengte in den personenwagen drong. Deze
werd geheel verniel^ en van de. 19 reizigers, die
zich daarin bevonden werden 8 dadelijk gedood, en
stierf een ander nog denzelfden dag aan de bekomen
wonden, terwijl men vreest dat een tiönde eveneens
zal bezwijken. Verscheidene der in 't gasthuis te
München verpleegde gewonden toouen kenteekenen
van ruggemerg8chudding.
Behalve deze voorste personenwagen bleven alle
andere tengevolge van de voortreffelijke werking der
remtoestellen in het spoor en onbeschadigd.
Men kan zich eenigszins voorstellen, schrijft eon
correspondent, welk een verschrikkelijke uitwerking
de botsing had, als men bedenkt, dat het geheele
bovengedeelte van den personenwagen vernield werd.
In een ruimte van enkele knb. meters werden de
bestanddeelcn van den wagen: plankeu en stukken
hout, alsmede de ongelukkige slachtoffers als 't ware
samengeperst. Twee mannen stonden borst aan borst
haar had doen wakker schrikken. Zij bleven eeni
gen tijd praten, en toen zij niets gewaar werden,
deden zij de vensters dicht.
Intusschen begon de dag aan te breken. Daar
de kapitein de anderen niet zag terugkomen, ver
moedde hij, dat die van de bende, welke te San
Martino woondon, iets gemerkt hadden, en dat er
dus waarschijnlijk niemand van buitenaf de posten
zou naderen; de kapitein gaf diensvolgens zijne bevelen.
Do soldaten bleven geduldig wachton wat er vol
gen zou, toen een andere roover stootte op de hin
derlaag waarover de fourier het bevel voerde; een
slag met een geweer op zijn hals, deed hem vallen,
hij riep luide om hulp. Uit een naburig huis kwam
iemand met een geweer met dubbelen loop, maar
zoodra hij de pluimon der bersaglieri zag keerde hij
terug; daarna zag men geen enkelen gewapende meer.
Toen het helder dag geworden was, beval de ka
pitein de boeien van den ouden man te slaken, die
verzocht had om gebonden te worden, opdat niemand
zou denken, dat hij vrijwillig voor spion gediend
had; de man ging naar den luitenant om hem de
broodzakken terug te brengen waarin hij zijne voeten
had gewikkeld, en deze schonk hem een piaster. De i
man kreeg echter bevel om de streek niet te verlaten.
Vervolgens kwamen er, eerst vrouwen, en toen
mannen, die naar het veld wilden gaan. Allen wer- I
den terug gezonden. Twee posten bleven om de
wegen te bezetten, zij bestonden ieder uit vier bersa-
glieri en een korporaal; de overige soldaten verza- 1
gedrukt; eene vrouw kon eerst na twee uren uit de
puinhoopen worden bevrijd, doch inmiddels was zij
overleden. De uitslag van het onderzoek is nog on
bekend, maar wel weet men, dat de voorgeschreven
controle van den wisselstand niet door den aange
wezen beambte geschied was. De wisselwachter heeft
de vlucht genomen.
Onder een plasregen stopt een New-Yorker tram
even ten einde een lief gekleed dametje op te nemen.
Ongelukkig zijn binnen alle plaatsen bezet; maar een
der heeren schikt zoover op, dat de jonge schoone,
half op zijn knie zittende, nog een plaatsje krijgt.
De hoffelijke reiziger tracht zich daarenboven zoo
aangenaam mogelijk voor te doen.
Bij het binnentreden van den conducteur verzocht
de jonge dame even te stoppen Wrightstreet 7. Hé,
roept de ridderlijke heer Wrightstreet 7, daar
woon ik!
Aangenaam kennis te maken herneemt de jonge
dame ik ben de nieuwe keukenmeid.
En dan durven wij nog klagen over de kleeding
onzer dienstboden!
Het Paleia van Justitie bevat het volgende verslag
van de zitting van het hof van assises in Corsica,
van 1215 Juni jl.
Men pleegt vaak te spreken van het «vuur" der
verkiezingen. Ook in ons dierbaar Nederland. Ge
lukkig voor ons, is in ons kalm vaderland dat vuur
zoo erg brandend niet. Een buitengewone ontplooi
ing van wel- (soms ook van onwei-)sprekendheid in
kies vergaderingen, dagbladartikelen, aanplak-, strooi
biljetten e. d. ra. daartoe bepaalt zich hier het op
vlammend vuurtje, dat geregeld weer uitgaat als een
stroovuurtje.
Neeu, als men dan van «vuur" der verkiezingen
in letterlijken zin spreken wil, dan moet men in
Corsica zijn, in de vurige bakermat der Bonapartes.
Een sprekend staaltje daarvan geeft het thans
voor bovengemeld hof behandelde proces, dat
overigens inderdaad zijn zeor tragische zijde heeft.
Eerste aanleiding tot de feiten, die thans drie
beschuldigden voor de jury hebbeu gebracht, moet
een soort van ambtelijken familie-naijvcr ge-
woest zijn.
In de kleine gemeente Saint-André-do-Tollano
berustte, tot voor 1870, het ambt en gezag van
burgemeester jaren lang in handen dor familie
Ortoli. In 1870 echter moest het hoofd der familie,
de notaris Ortoli, dat gozag zien overgaan aan
den heer Charles Martinetti, die het achttien jaren
achtereen in handen hield.
Daar naderden de verkiezingen van 1888. Zy
zouden, naar de hoop der familie Orloli, voor haar
de «revanche" zijn. Charles Martinetti moest, tot
eiken prijs, van den Burgomeesterlyken zetel worden
geworpen, en deze weer in de macht der Ortoli'»
komen.
Aan het hoofd van den hevigen verkiezingstrijd
had zich gesteld Paul Francois Ortoli, een zoon
van bovengenoemden notaris. Reeds eenige maanden
te voren werden door hem en do zijnen de kiezer»
«bewerkt". Dat bewerken ging zelfs zoo ver, dat
toen een kiezer, zekere Quillichini, onverholen zyn
sympathie voor burgemeester Martinetti had aan
den dag gelegd, een aantal Ortolisten hun best
deden, dien gevaarlijken kiezer van de stembus
verwijderd te houden, door hem goed- of kwaad-
melden zich achter de kerk, welke plaats het best
geschikt was om de gevangenen te bewaken. De
wapenen der roovers werden bijoen gezet, nadat de
slaghoedjes van de geweren en pistolen waren afge
nomen daarna gingen de officieren, van eenige ber
saglieri vergezeld naar den syndicus.
Een uur later ging de omroeper door het dorp
rond, en riep:
Aan alle verlofgangers in de gemeente wordt
bevolen om dadelijk voor den kapitein te verschijnen,
ten huize van den syndicus, zij die niet verschijnen
zullen met geweld worden gearresteerd, on als deser
teurs behandeld. Do kapitein beveelt verder, dat,
tot nader order, niemand het dorp verlaten mag.
Het duurde wel een uur eer (le eerste zich aan
meldde; hij werd good behandeld, en nadat zijn
naam was opgeteekend, kreeg hij een uur vrijaf om
van zijne familie afscheid te nemen. Eenige minuten
later kwamen er wederom drie, die eveneens werden
behandeld, dit werkte uitstekend; om zeven uur
waren er al een-en-twintig gekomen van de twee-en-
twintig, die er in de gemeente waren; één scheen
afwezig te zijn.
Terwijl de soldaten met de verlofgangers bezig
waren, beproefden vier van de vyf roovers, die op
het dorp waren, om het huis uit te komen; zij wer
den echter ontdekt, en aangewezen door een spion, die
zich onder do soldaten bevond; op een teeken van
den kapitein worden zij gearresteerd.
Wordt vervolgd.)
scbiks van het eene dorp naar het andere te doen
rondgaan.
Eindelyk was, den 6 Mei 1888, de verkiezingsdag
daar. Het verkiezingsbureau, onder voorzitting van
burgemeester Martinetti, nam zitting in het school
lokaal, gelegen in het benedengedeelte van het
huis, welks bovenverdiepingen door de familie Mar
tinetti bewoond worden.
Tegen 10 uur kwam zekere Quilichini een
andere en andersgozinde dan de bovenbedoeld anti-
Ortolistische Quilichini ten bureele, en wilde ziju
stembiljet in de bus steken. Maar de burgemeester,
zich vergewist hebbende, dat Quilichini niet op dé
kiezerslijst voorkwam, liet hem niet tot de stembus
toe. Quilichini voerde daartegen aan, dat de ver-
kiezings-commissie alsnog ziju inschrijving op de
lijst bevolen had, doch daar ook deze opmerking
hem niet baatte, verwijderde hij zich uit hetiokaaf.
Tegen 12 uur echter kwam Quilichini terug,
thans vergezeld door Antoine Maïsetti, Gaëlan
Panzani en Paul Fra^ais Ortoli. Intusschen was
de burgemeester naar boven, naar zijne woning,
gegaan en had bet voorzitterschap aan oen zijner
bijzitters overgedragen.
Quilichini drong weer op toegang tot de stembus
aan. Wederom werd dil hem geweigerd. Daarop
volgde een hevige woordenwisseling, te midden
waarvan men Paul Ortoli op geweldigen toon en
met een vloekwoord hoorde roepen«Toch zal hij
stemmen!" en: «Hier is geen recht meer! bier
geldt alleen de ruwe kracht
Middolerwijl wilde Panzani zich van de stembus
meester maken. Dit ziende,. nam een neef van den
burgemeester, Antoine Peretti genaamd de bus weg
en hield ze stevig onder den arm.
Op het oogenblik dat het rumoer ten top ge
stegen was, hoorde men eensklaps daarbuiten ge
weerschoten.
Victorine Peretti, eed nicht van den burgemees
ter, was, terwijl zij boven aan het venster stond,
door een geweerschot zoo deerlyk getroffen, dat zij
terstond dood neerviel.
Haar broeder, Jeau Peretti, die naast haar stond,
was mede zwaar gewond, zoodat ook hij weldra
bezweek.
Eindelijk had Angèle Marie Martinetti, de vrouw
des burgemeesters, terwijl zij na hot eersto schot
naar binnen vloog, toch nog een schietwonde be
komen, die na slechts weinige dagen ook haar dood'
ten gevolge bad.
Het gerechtelyk onderzoek leidde tot de ont
dekking van de bedrijvers dezer schandelijke mis
daden.
Er bleek namelijk, dat, oven vóór bovengemeld
tumult in het kieslokaal, do jougdige Ortoli zich
naar buiten had begeven en, bij de deur zekeren
Susino Chiavarini ontmoetende, tot dezen gezegd
had: «Daar zy Quilichini niet willen laten stemmen
nu maar naar buiten!" Terstond daarop waren
verscheidene personen naar buiten en te wapen
gesneld. Vier hunner, namelyk Susino Chiavarini,
Michel Olivier Maïsetti, Susino Panzani cn Jaques
Marie Campodonico, hadden zich in oen paar be-
lendondo tuinen geposteerd, hun geweren op de
woning ran burgemeester Martinetti gericht hou
dende.
Uit die richting nu zjjn de geweerschoten ge
lost, en uit de instrnctio is gebleken, dat de tier
genoemde personen die schoton gelost hebben, als
mede dat de jougdige Ortoli de aanvoerder i's ge
weest van het complot, dat tot het vorlies van
drie menschonslevens geleid heeft. Zelfs moet hij
hébben'1"1"8""' h<>t doodGnd wsPon '«schaft
Maïsetii werd- nog denzelfden dag in hechtenis
genomen. Panzani, Campodonico en Cbiavartni
namen de vlucht. De laatstgenoemde echter, zoon
tan een voormalig gendarme, kwam later, op aan
draag zijns vaders, zich in handen van het gerecht
stellen. Wat de betde anderen betreft: Campodonico
heeft, na sluiting der instructie, in een ontmoeting
met de gendarmes den dood gevonden; Penzani
neen zich neg steeds aan de nasporingen der jus-
titie weten te onttrokken.
Wat eindelijk den hoofdpersoon, Paul Ortoli
«gaat, deze was, door den invloed van zijn'
«Ier gesteund, bijna aan do justitio ontsnapt. Toen
,3a?t.'.<l \n voorloopigo hechtenis was genomen
einsde hg door typheuze koorts aangetast te zijn,
het gasthuis overgebracht. Daar ver
teeg hg hetzij door toegeeflijkheid of door om
koping der ondergesohikte beambten, zooveel vrij-
dé li i J 'Lna"r, verlarb?(lo: hg wandelde door
rich j f a"° openbare plaatsen, vertoonde
ach m den schouwburg, de koffiehuizen, ja zelfs
ifim, Sera°ht8gebouw, zonder echter ooit door
dsT liT. f .WOrden' Eindelijk, in October jl.,
Zennrn»? krachtig optreden van den prooureur-
Li. Wj besloten, hem weer van het gast-
Oruu éar gevangenis over te brengen. Zoodra
daarvan de lucht kreeg, ontvluchtte hg, dooh
nimf IT u g6n terw«l h'i jui" op het
punt moet hebben gestaan, zich naar Amerika in te
schepen - voorgoed in hechtenis genomen
Alzoo staan thans terecht de drie beschuldigden
Ortoli, oud 31 Maïsetti, 27, en Chiavarini 20 jaar.
Do twee laatstgenoemden vortoonen in voorkomen
en.hleedmg geheel het type van gegoede Corsicaan-
scne boeren. Ortoli daarentegen hangt geheel den
«beer» uit. Hij verschijnt in gekleede jas, met
losse das, keurige handschoenen en hoogen hoed.
Bg zgn verhoor doet hij zich zeer deftig en gedis
tingeerd voor, en poseert, wel is waar ietwat nederiger
dan gedurende de instructie, als politiek man en
partgaan voerder. Overigens trachtte alle drie be
schuldigden de schuld van zich af te werpen en op
hun twee medephcntigen te doen neerkomen, van
wolke de eene dood, en de andere op de vlucht is
Ben zeventigtal getuigen worden gehoord. Daar
onder de bloedverwanten der drie slachtoffers, welke
getuigen, wel tegen de Corsicaanscho gewoonten
zeer kort, zakelijk en gematigd in hun verklarin
gen zijn. wat des te sterker indruk maakt. Ver
schillende getuigonissen zijn voor de beschuldigden
in do hoogste mate bezwarend.
De jury verklaart alle drie beschuldigden schul
dig, zonder voorbedachten rade, maar ook zonder
de door de verdediging aangevoerde verschooning
wegens provocatie, en met aanneming van ver-
zachtende omstandigheden.
Ingevolge dit verdict, veroordeelt het hof Ortoli
tot vijftien, Maïsetti tot twaalf, on Chiavarini tot
tien jaren dwangarbeid.
Tot de vele „vermakelijkheden," die men te Parijs
ter gelegenheid van do tentoonstelling het publiek
heeft willen aanbieden, behooren ook de stierenge
vechten, waarvan het schouwspel, voor wien het
lust, genoten kan worden op hot Zwaneneiland (la
Crenelle). De regeering had er vergunning toe ge
geven, op voorwaarde dat zij niet het barbaarsche
karakter van de Spaansche stierengevechlen hebben
en dat er geen stier gedood zal worden. Aan dit
beding heeft zich echter de Spaansche torero, met
name Lagartija, niet gehouden. Was de gewoonte
of de lust hem te machtig? Een slier, een vreed
zaam dier, dat ondanks de tergerij niet de minste
neiging toonde om tegen den torero in de rennen
ontving, toen het in het strijdperk geloten was een
degenstoot van den torero. De stier, slechts gewond,
zocht een heenkomen buiten het strgdperk, in dé
gang die het publiek van de afschutting écheidt.
Eene deur van de afschutting werd nu geopend en
daardoor kwam de stier weer in het strgdperk
waar de torero hem met twee degenstooten doodde.
Een deel van het publiek gaf luide zijne afkeuring,
te kennen, maar een ander deol juichte den torero
dapper toe, en wierp, ter belooning voor zijne echt
Spaansoho daad, sigaren in het strijdperk. Zelfs
waaiers werden hem toegeworpen, die natuurlijk van
vrouwen afkomstig moeten zijn geweest. Lagartija,
hiervoor dankbaar, groette beleefd mot den bebloedeu
degen in de hand.
De politie heeft intusschen proces-verbaal opge
maakt, en de ondernemer van de „edele„ stierenge
vechten heeft van den prefect van politie aanzegging
gekregen, dat hij zich te houden had aan do gestelde
voorwaarden, en zoo het geval zich herhaalde, zou
geen voorstelling meer van hem geduld worden.
Inmiddels heeft zich de vereeniging tot dierenbe
scherming tot den Minister van binnenlandsche zaken
gewend en hem gewezen op de voorwaarden, welke
aan den Spaanschen directeur gesteld zijn. Thans
zgn op last van den prefect van politie de stieren
gevechten verboden. Door dit verbod behoeft intus
schen het Parijsche publiek niet van stierengevechten
verstoken te bljjven. Op den Quai do Billy en in de
Rue Pergolèse zijn, ook ter gelegenheid van de
tentoonstelling, twee ronperken voor stierengevechten
ingericht.
Aan het mail-overzicht van de Jambode is het
volgende ontleend
Het belangrijkste nieuws van de laatste veertien dagen
is zeker wol de beschikking door den gouverneur-gene
raal genomen op een deel van de verzoeken om gratie
door de ter dood veroordeelde muiters ingediend. Van
de 42 rekesten, die reeds behandeld werden, is op 37
gunstig beschikt, terwijl slechts aan B der misdadigers
gratie is geweigerd. Onder die laatsten bevindt zich
niet njai Kamsidah, de vrouw van een der hoofd-
muiters hadji Iskak, die het grootste deel zou hebben
gehad in den moord op den vrouw van den assis
tent-resident Gubbels gepleegd, en wier terechtstel
ling ook door velen wenschelijk werd geacht, die
anders volstrekt geen slachting van al de 100 ter
dood veroordeelden verlangden. Hare straf en die
der meeste anderen is veranderd in 20 jaren, die van de
overigen in 15 jaren dwangarbeid in den ketting. De
gouverneur-generaal heeft door zjjne beslissing, ook
door den vrij algemeenen regel te volgen van geen
doodvonnis te laten voltrekken aan eene vrouw
fL J on8 met hebb<m te schamen voor
onze eigen natie en voor andere beschaafde volken
hetgeen zeker Wel het geval zou zijn, indien de 100
Behal B 1 l°"nlS8en alle werden ten uitvoer gelegd.
Behalve de advwzen van den omgaanden rechter, fan
den procureur-generaa! en van het hooggerechtshof,
vnofé 1 <l° W6f woFden gevorderd, heeft de land
voogd n deze zaak ook het oordeel gevraagd van den
Zr ïlVan|, lntam ,ei1 Van den rasd v!>" '"die, en
t S°. J L ls de »ratie de doodstraf, ook
f mtgodrukto verlangen van den
minister van kolomen om daarmee zoo ruim mogelijk
te zgn, aan minder veroordeelden geweigerd dan in
die adviezen werden aangegeven.
Ondertussehen gaat de regeering voort met de resi
dentie Bantam te zuiveren van de invloedrijko elemen
ten, die het oproer mede hebben beraamd en het
verder zouden hebben verspreid, wanneer het niet in
den beginne was onderdrukt; weder zijn zes kiais
verbannen, en zelfs zgn de priesters bij de landraden
te Serang en te Tjilegon ontslagen.
De Fransche Kamer, eindelijk gereed gekomen
met de begroeting, is overgegaan tot de behan-
fé!Tg 1 GcliJk men weet, werd de wet
reeds door Kamer en Senaat aangenomen, maar de
herstelde de vrijstelling van geestelijken,
welke do Kamer niet wilde toestaan. Aldus moest
handel,! ma'e iD de Kamer worden "*>-
De radicalen, die van geen vrijstelling wilden
weten, hebben nu toch moeten toegeven, wilden zij
althans den driejarigen diensttijd redden. Gis
teren is reeds do beslissing gevallen, daar
alleen de gewijzigde artikelen behandeld behoofden
te worden en de republikeinen waarlijk geen rede
de z,ttin= der Kamer langer te rekken.
Met 386 tegen 170 stemmen ia de wet in haar
geheel aangenomen.
De Senaat is intusschen onmiddellijk met de
bogrootmg begonnen, zoodat de zitting van beide
lichamen nog in deze week kan worden »e-
slolon.
De Zwitsersehe Bondsraad betoogt in zijn ant
woord op ile laatste nota der Duitsche regeering,
dat Zwitserland steeds getracht heeft art. 2 van
het tractaat betreffende de vestiging van vreemde-
lingen eerljjk en oprecht na te komen. Hij komt
dus nadrukkelijk op tegen de bewering van Duitsch-
laud op dat punt. De bondsraad heeft verder
besloten, de eischen van Duitschland en de daarop
gegeven antwoorden in twee talen te doen drukken
en uitgoven.
1 De „Gazette de Lausanne" merkt naar aanleiding
van Bismarcks nota's over het geschil mot Zwitser
land op, dat krachtens artikel 6 van het tractaat
van 1876 den in Zwitserland gevestigden Duilschers
een behandeling is gewaarborgd op den voet van
die der meest begunstigde natie. Nu wordt in het
tractaat van Frankrjjk van 1882 voor in Zwitserland
gevestigde Franschen alleen een bewijs van herkomst
en geenszins een getuigschrift van goed zedelijk gedrag
als vereischte gesteld, zoodat, zegt het blad, sedert
dat jaar de Zwitsersehe overheden niet eens meer
het recht hebben om bedoeld getuigschrift van
Duitschors te eischen en de Duitsche Regeering er
!°°,!ekor" ia een voorrocht t9 besttjjden, dat zij in
1876 zelf voor hare onderdanen bedongen heeft.
Van alle verkiezingen in do verschillende land
dagen der Oostennjksche monarchie zijn het de
Boheemsche, die de meeste belangstellino- wekken
Voor zoover de uitslag tot heden bekend is, con
stateert men een sterken vooruitgang van het radicale-
Panslavistische element, want de jong-Czechen die
wemig geteld werden door de regeering, hebben
een glansrijke overwinning behaald op de oud-
Czechen, de steunpilaren van het rainisterio Taaffe.
Onder de oud-Czechen heerscht over dit resultaat
diepe verslagenheid. En hiertoe bestaat reden.
Nauwelijks is hun leider Rieger ontsnapt aan het
gevaar in het stof te moeten bijten. Met slechts
enkele stemmen meerderheid werd hij in zijn °-e-
boorteplaats Semil verkozen.
Is de verslagenheid onder de oud Czechen groot,
in de regeeringskringen is men verbluft en ontsteld
over dezen even onverwachten als ongewenschten
afloop der verkiezingen. De overwinning dorjong-
Gzeehen toch zal graaf Taaffe verplichten heen te
gaan of, nu het getjj is verloopen, zgn bakens te
verzetten. De nederlaag der regeering bewijst
geljjk het jong-Czechische orgaan Narodni Listy het
uitdrukt dat de „broodkruimels-concessies" niet
de Czechische quaestio uit den weg ruimen. Het
is weder de oude geschiedenis dor schipper-politiok.
Gelijk men weet verlangen de jong-Czechen, evenals
de oud-Czeohon, een onafhankelijk koninkrijk Bo-
heme binnen de grenzen der Oostenrgksoh-Hongaar-
sche monarchie, dooh terwijl de laatsten met graaf
Taaffe de verwezenlijking van hun programma op do